De Partij voor de Dieren wil een drastische inkrimping en fundamentele hervorming van de varkenshouderij in Nederland, met het doel om dierenwelzijn, volksgezondheid en milieu te beschermen. Ze pleiten voor een vermindering van het aantal varkens, strenge beperkingen op houderijmethoden, en het beëindigen van intensieve veehouderijpraktijken. Concrete voorstellen zijn onder andere het verbieden van pijnlijke ingrepen, het instellen van afstandsnormen, het stoppen van doorfokken en het invoeren van strikte regels voor antibioticagebruik.
De PvdD wil het aantal dieren in de veehouderij, waaronder varkens, met minstens 75% verminderen in korte tijd. Dit is bedoeld om dierenleed, milieuproblemen en gezondheidsrisico’s te beperken.
“Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
De partij wil een einde maken aan pijnlijke ingrepen en dieronvriendelijke praktijken in de varkenshouderij, zoals castratie, staartknippen en het houden van zeugen in kraamboxen.
“Er vinden geen pijnlijke ingrepen meer plaats als het castreren van biggen, het afbranden of -knippen van staarten, het afvijlen van tanden...”
“Er komt een eind aan het gebruik van kooien in de veehouderij, zoals ‘kraamboxen’ (oftewel dwangkooien) waarin zeugen tussen stangen staan. Zeugen krijgen de gelegenheid te nestelen en hun biggetjes te verzorgen.”
De PvdD wil het fokken op snelle groei en grote worpen bij varkens verbieden, evenals kunstmatige inseminatie en andere onnatuurlijke voortplantingsmethoden.
“Het fokken op extreem snelle groei (zoals bij kippen en varkens) of op extreme productie (zoals bij melkkoeien) wordt verboden.”
“Er komt een einde aan het doorfokken op steeds grotere aantallen biggetjes die een zeug per dracht moet werpen.”
“Er komt een verbod op het insemineren van dieren en op kunstmatige methoden van zaadwinning.”
Om gezondheidsrisico’s voor mens en dier te beperken, wil de partij afstandsnormen tussen varkenshouderijen en woonkernen, en geen nieuwe vergunningen voor varkenshouderijen.
“Er komen geen vergunningen voor nieuwe veehouderijen.”
“Er komen normen voor de minimale afstand tussen stallen om de kans op verspreiding van dierziektes en de vermenging van verschillende virussen te verminderen.”
“Om de gezondheid van omwonenden te beschermen, komen er wettelijke normen voor de minimale afstand tussen stallen en woonkernen, scholen en kinderdagverblijven.”
De partij wil het antibioticagebruik in de varkenshouderij verder terugdringen en pleit voor monitoring van griepvirussen om pandemieën te voorkomen.
“Er komen strikte regels om het antibioticagebruik in de veehouderij verder af te bouwen. De preventieve toediening van antibiotica stopt definitief. Er komen extra controles voor de sectoren waarin veel antibiotica worden gebruikt.”
“Er komt zo snel mogelijk een goed systeem van monitoring van griepvirussen in de varkenshouderij en melkveehouderij.”
De PVV noemt varkenshouderijen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar hun algemene standpunt is dat boeren, waaronder varkenshouders, meer ruimte en minder regels moeten krijgen. De partij verzet zich tegen gedwongen uitkoop, strenge stikstofregels en wil directe vergunningverlening voor boeren. Concrete voorstellen zijn gericht op het versoepelen van milieuregels en het beschermen van de agrarische sector tegen Europese en nationale beperkingen.
De PVV is fel tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boerenbedrijven, waaronder varkenshouderijen. Zij zien dit als een onacceptabele inbreuk op eigendomsrechten en pleiten voor het behoud van de agrarische sector.
De partij wil de stikstofregels versoepelen, Natura 2000-gebieden verkleinen en kritische depositiewaarden uit de wet halen. Dit moet varkenshouderijen en andere boerenbedrijven meer ruimte geven om te blijven produceren.
De PVV wil dat boeren die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vallen, direct een vergunning krijgen, zodat hun bedrijfsvoering niet langer onzeker is.
De partij pleit voor het verminderen van administratieve lasten en het stimuleren van lokale verkoop, zodat boerenbedrijven, waaronder varkenshouderijen, economisch sterker staan.
JA21 erkent het belang van dierenwelzijn in de varkenshouderij en steunt een transitie naar een meer dierwaardige veehouderij, waarbij investeringen in brandveiligheid en strengere controles centraal staan. De partij wil extra middelen voor toezicht, kortere transportafstanden en financiële ondersteuning voor boeren die investeren in dierwaardige stallen. Gedwongen uitkoop of snelle omwentelingen wijst JA21 af; innovatie en voorspelbaar beleid staan voorop.
JA21 vindt dat varkenshouderijen hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor dierenwelzijn, met name bij transport en het voorkomen van stalbranden. De partij wil strengere controles, kortere vervoersafstanden en extra geld voor toezicht en brandveiligheid, zodat misstanden worden voorkomen en dieren beter beschermd zijn.
“Wij willen kortere vervoersafstanden, betere controles en hardere straffen voor misstanden. De inspectiediensten moeten daar vanzelfsprekend voldoende mensen en middelen voor krijgen. Ook bij stalbranden vallen veel stalbrandslachtoffers; elk jaar maar liefst tienduizenden dieren. Investeren in brandveiligheid mag geen discussiepunt zijn. Wie met dieren werkt, draagt de verantwoordelijkheid om hun welzijn serieus te nemen.”
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“Extra geld voor de NVWA voor het toezicht op onder andere veetransporten en slachthuizen.”
“Meer maatregelen vanuit de sector om stalbranden te voorkomen.”
“De versnelling van de dierwaardige veehouderij mogelijk maken door niet alleen ambitie te tonen, maar ook te zorgen voor extra financiële ondersteuning via de bijhorende maatregelpakketten.”
JA21 verzet zich tegen snelle, gedwongen uitkoop van varkenshouders en pleit voor een voorspelbaar, langetermijnbeleid dat ruimte biedt voor technologische innovatie en vrijwillige verbeteringen binnen de sector.
“Snelle omwentelingen zijn onrealistisch en schadelijk voor vertrouwen en continuïteit. Boeren moeten de ruimte krijgen om te investeren in gewasteelt en in verbeteringen binnen de veehouderij.”
“Wij staan voor toekomstbestendige sectoren en verzetten ons tegen symboolpolitiek en gedwongen uitkoop van boeren.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
De SP wil een einde maken aan de intensieve varkenshouderij en de bio-industrie, waarbij dieren als varkens meer ruimte krijgen voor natuurlijk gedrag en het aantal dieren per hectare omlaag gaat. Grootschalige varkenshouderijen worden vervangen door kleinere, gezinsbedrijven met regionale kringlopen, strengere dierenwelzijnsnormen en een verbod op systemen die dieren opsluiten. De partij kiest voor minder dieren, meer dierenwelzijn en een landbouw die in balans is met natuur en omgeving.
De SP wil de bio-industrie, waaronder grootschalige varkenshouderijen, afschaffen omdat deze ten koste gaan van dierenwelzijn, natuur en het inkomen van boeren. In plaats daarvan moeten varkens kunnen wroeten en natuurlijk gedrag vertonen, en krijgen boeren een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij.
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij. Geen productie meer ten koste van dieren, mensen en natuur.”
“We bevorderen vrije uitloop en stoppen met systemen die dieren opsluiten of africhten voor winst of vermaak.”
“Grootschalige bedrijven met honderden of duizenden dieren passen niet in de landbouw van de toekomst.”
De SP stelt duidelijke en lagere maximumgrenzen aan het aantal dieren per hectare, wat direct gevolgen heeft voor varkenshouderijen. Hiermee wil de partij de intensieve veehouderij terugdringen en de impact op milieu, natuur en dierenwelzijn verminderen.
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
“Er komt een minimale afstand van 1.200 meter tussen veehouderijen en dorpskernen. We werken toe naar een duidelijk maximum van 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
De SP wil dat varkens hun soorteigen gedrag kunnen vertonen, zoals wroeten, en stelt strengere dierenwelzijnsnormen in voor alle veehouderijen, inclusief varkenshouderijen.
D66 wil de veehouderij, waaronder varkenshouderijen, fundamenteel hervormen richting minder intensieve, natuurinclusieve en diervriendelijkere landbouw. Ze pleiten voor een krimp van de veestapel, afschaffing van de bio-industrie, strengere eisen aan dierenwelzijn en een eerlijke beloning voor duurzame boeren. Uitkoop van boeren is geen doel op zich, maar een instrument om deze transitie te ondersteunen.
D66 ziet een kleinere, minder intensieve veestapel als noodzakelijk om natuur, klimaat en dierenwelzijn te verbeteren. Dit raakt varkenshouderijen direct, omdat zij onderdeel zijn van de intensieve veehouderij. De partij koppelt krimp aan gebiedsgerichte doelen en duurzame toekomstplannen.
D66 wil de bio-industrie – waar varkenshouderijen vaak onder vallen – afschaffen en stelt strengere eisen aan dierenwelzijn. Ze willen dieronwaardige praktijken beëindigen, betere stallen en leefomstandigheden, en de rechtspositie van dieren wettelijk vastleggen.
“De bio-industrie past niet in een voedselsysteem dat rekening houdt met dier, natuur en gezondheid. We schaffen dieronwaardige praktijken af...”
“D66 is trots op dit resultaat en maakt zich sterk voor een zorgvuldige uitvoering: betere stallen en leefomstandigheden, duidelijke richtlijnen én goede controle.”
“Om een dierwaardig bestaan voor alle dieren te waarborgen leggen we de rechtspositie van dieren vast in onze Grondwet.”
D66 wil boeren die verduurzamen, waaronder varkenshouders, een eerlijke beloning geven en hun verdienmodel versterken. Ze pleiten voor meer transparantie, korte ketens en reële grondprijzen als stimulans voor de omslag.
“Boeren krijgen een eerlijke beloning voor hun bijdrage aan de natuur en het landschap. We versterken hun verdienmodellen. Korte ketens tussen boeren en consumenten, reële grondprijzen en samenwerking in de regio maken dat mogelijk.”
FVD noemt varkenshouderijen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar hun algemene standpunt is dat de agrarische sector, inclusief veehouderijen, beschermd moet worden tegen extra regelgeving, onteigening en krimp. Ze willen geen beperking van de veestapel, geen gedwongen uitkoop en pleiten voor een gelijk speelveld met het buitenland. Dierenwelzijn wordt genoemd, maar zonder concrete voorstellen specifiek voor varkenshouderijen.
FVD verzet zich tegen het beperken van de veestapel en tegen gedwongen of vrijwillige uitkoop van boeren, waarmee ook varkenshouderijen worden beschermd tegen krimpmaatregelen. Hun focus ligt op het behoud van de agrarische sector en het schrappen van stikstof- en natuurmaatregelen die veehouderijen raken.
“Gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld en het beperken van de veestapel horen niet thuis in een gezond landbouwbeleid.”
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
FVD wil dat Nederlandse veehouderijen, waaronder varkenshouderijen, niet zwaarder worden gereguleerd dan buitenlandse concurrenten. Ze pleiten voor het schrappen van extra regels en het behouden van bestaande landbouwpraktijken.
FVD erkent het belang van dierenwelzijn, maar wil dit niet gebruiken om boeren extra te belasten. Ze richten zich op het tegengaan van mishandeling en het aanpakken van misstanden, zonder specifieke maatregelen voor varkenshouderijen.
“Forum voor Democratie vindt dat dierenwelzijn serieus moet worden genomen, niet als middel om boeren of ondernemers te belasten, maar als vanzelfsprekend onderdeel van een humane samenleving.”
“Wij willen strenger optreden tegen mishandeling en verwaarlozing, de strafmaxima verhogen en een levenslange houdverbod opleggen aan dierenbeulen.”
De SGP ziet varkenshouderijen als onderdeel van kringlooplandbouw en wil deze sector toekomstperspectief bieden door verduurzaming te stimuleren zonder onhaalbare eisen op te leggen. De partij pleit voor het benutten van reststromen als veevoer, investeringen in dierenwelzijn en stalvernieuwing, en het voorkomen van generieke krimpmaatregelen. SGP kiest voor praktische, haalbare stappen waarbij innovatie en economische haalbaarheid centraal staan.
De SGP benadrukt het belang van kringlooplandbouw, waarbij varkens restproducten uit de levensmiddelenindustrie eten. Dit wordt gezien als een duurzame manier om grondstoffen te besparen en verliezen naar het milieu te beperken. Het standpunt adresseert de rol van varkenshouderijen in het sluiten van kringlopen en het verminderen van verspilling.
“Grazende koeien in de wei en varkens en kippen die restproducten van de levensmiddelenindustrie eten: kringlooplandbouw is niet nieuw.”
De SGP wil dat investeringen in dierenwelzijn en stalvernieuwing voor varkenshouderijen terugverdiend kunnen worden, met ondersteuning van overheid en ketenpartijen. Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden afgewezen; innovatie en brandveiligheid in stallen worden gestimuleerd via fiscale regelingen.
“Overheid en ketenpartijen zorgen ervoor dat investeringen in verbetering van dierenwelzijn terugverdiend kunnen worden.”
“De overheid ondersteunt de ontwikkeling en toepassing van vernieuwende en brandveilige stalsystemen en maakt bijvoorbeeld een fiscale investeringsreserve voor stalvernieuwing mogelijk.”
“Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden voorkomen.”
De SGP verzet zich tegen generieke krimpmaatregelen voor de veehouderij, zoals het intrekken van vergunningen of generieke kortingen op rechten. In plaats daarvan pleit de partij voor vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen en ruimte voor innovatie.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“De spanning op de mestmarkt kan omlaag door een vorm van derogatie, volledige verrekening van gasvormige stikstofverliezen en vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen, niet door een generieke korting op fosfaatrechten.”
Volt wil het aantal varkenshouderijen beperken door strengere normen voor het aantal dieren per hectare, een verbod op megastallen en het stimuleren van grondgebonden, natuurinclusieve veehouderij. De partij ziet geen plaats voor intensieve varkenshouderij in een duurzame landbouw en wil bedrijven die niet kunnen verduurzamen uitkopen. Hun beleid richt zich op het verminderen van milieu- en dierenwelzijnsproblemen door structurele hervormingen in de sector.
Volt wil een verbod op megastallen en stelt een maximum aan het aantal dieren per hectare, met strengere normen nabij natuurgebieden. Dit is bedoeld om de negatieve impact van intensieve varkenshouderijen op milieu, natuur en dierenwelzijn te verminderen.
Volt wil varkenshouderijen omvormen naar grondgebonden, circulaire en natuurinclusieve bedrijven, waarbij productie in balans is met wat het land aankan. Dit moet leiden tot minder milieudruk en meer dierenwelzijn.
“We werken aan grondgebonden veehouderij, waar geproduceerd wordt in balans met wat het land en omwonenden aan kunnen.”
“Grondgebonden, biologisch, circulair en natuurinclusief boeren passen binnen onze visie, die gericht is op terugdringen van het gebruik van krachtvoer, kunstmest en pesticiden.”
Volt biedt varkenshouderijen die niet kunnen verduurzamen een uitkoopregeling, met als doel de sector te verkleinen en de transitie naar duurzame landbouw te versnellen.
“Volt biedt de bedrijven die niet in staat zijn te verduurzamen een uitkoopregeling. We hanteren daarbij het principe: een vrijwillige uitkoopregeling daar waar mogelijk, een verplichte uitkoopregeling als het echt niet anders kan.”
Het CDA benoemt varkenshouderijen niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar hun algemene standpunt over de veehouderij is gericht op het stimuleren van innovatie, verduurzaming en het bieden van toekomstperspectief voor boeren. De partij zet in op langjarige, voorspelbare doelsturing, investeert in handhaving van normen en onderschrijft het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’. Concrete voorstellen richten zich op het verbeteren van dierenwelzijn, het stimuleren van circulaire landbouw en het ondersteunen van jonge boeren.
Het CDA wil de veehouderij, waaronder varkenshouderijen, toekomstbestendig maken door innovatie te stimuleren en regelgeving te vereenvoudigen. De partij ziet innovatie als een manier om milieuproblemen aan te pakken en het verdienvermogen van boeren te behouden.
“Innovatie begint op het eigen boerenerf. We passen de vergunningsverlening aan zodat nieuwe innovaties snel kunnen worden uitgerold.”
“We zetten in op de mogelijkheden van circulaire landbouw waarin de toepassing van organische reststof makkelijker wordt gemaakt. CO₂-intensieve kunstmest wordt daarmee vervangen door natuurlijke varianten zoals Renure.”
Het CDA onderschrijft het belang van dierenwelzijn in de veehouderij en steunt het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’. Hiermee wil de partij structureel werken aan betere leefomstandigheden voor dieren, waaronder varkens.
“We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ en het oprichten van de onafhankelijke autoriteit.”
Het CDA pleit voor voorspelbare, langjarige doelen in plaats van gedetailleerde middelvoorschriften. Dit moet boeren, waaronder varkenshouders, meer zekerheid bieden en ruimte geven om zelf invulling te geven aan de gestelde normen.
“In de wet- en regelgeving stappen we over naar langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De overheid stelt alleen heldere en meetbare normen en investeert in handhaving daarvan.”
Het CDA wil jonge boeren ondersteunen door grondmobiliteit te bevorderen en bedrijfsovernames te vergemakkelijken. Dit is relevant voor varkenshouderijen waar opvolging vaak een knelpunt is.
“Gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers moeten met behulp van regie en stimulerende regelingen vanuit de overheid, worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen.”
GroenLinks-PvdA wil het aantal varkenshouderijen en andere intensieve veehouderijen fors verminderen, vooral rondom kwetsbare natuurgebieden. Ze pleiten voor het uitkopen van intensieve veehouders, het beëindigen van de industriële veehouderij en het verdwijnen van megastallen, met als doel natuurherstel, het oplossen van de stikstofcrisis en het verbeteren van dierenwelzijn.
GroenLinks-PvdA ziet de intensieve veehouderij, waaronder varkenshouderijen, als een belangrijke oorzaak van milieuproblemen zoals stikstofuitstoot en natuurverlies. Ze willen het aantal dieren en bedrijven fors verminderen, met name door uitkoop van intensieve veehouders rond natuurgebieden, en zijn bereid tot dwingende maatregelen als vrijwillige uitkoop niet snel genoeg gaat.
“Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
Om dierenwelzijn te verbeteren en verdere schaalvergroting te voorkomen, wil GroenLinks-PvdA geen nieuwe stallen waarin dieren permanent binnen staan, en moeten bestaande bedrijven aan strengere normen voldoen.
BIJ1 wil varkenshouderijen en andere vormen van intensieve veehouderij op termijn volledig afbouwen en uiteindelijk laten verdwijnen. Ze pleiten voor het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouderijen (waaronder varkenshouderijen), het verplicht stellen van uitloop voor varkens, en een sterke reductie van het aantal gehouden dieren. De partij ziet dieren als wezens met eigen rechten en wil de landbouw radicaal hervormen richting een diervriendelijk, biologisch en plantaardig systeem.
BIJ1 beschouwt de bio-industrie, waaronder varkenshouderijen, als onhoudbaar vanwege dierenwelzijn, milieu en stikstofproblematiek. Ze willen deze sector uitfaseren door uitkoop, sluiting en onteigening van grote intensieve veehouderijen, met als doel een drastische reductie van het aantal gehouden dieren en uiteindelijk het verdwijnen van de bio-industrie.
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
Om het dierenwelzijn te verbeteren zolang varkenshouderijen nog bestaan, stelt BIJ1 verplichte uitloop voor varkens en andere dieren voor. Dit is een concrete maatregel gericht op het verbeteren van de leefomstandigheden van varkens in de overgangsfase naar een diervriendelijker landbouwsysteem.
“Weidegang voor vee wordt verplicht, evenals uitloop voor varkens en pluimvee.”
BIJ1 wil dierenfokkerijen verbieden, wat direct gevolgen heeft voor varkenshouderijen die zich bezighouden met het fokken van varkens voor de vleesproductie. Dit past binnen hun bredere visie dat dieren er niet voor mensen zijn en dierenrechten in de grondwet moeten worden opgenomen.
“We nemen dierenrechten op in de grondwet. We verbieden dierenfokkerijen en handhaven op illegale verkoop en mishandeling van dieren.”
De ChristenUnie noemt varkenshouderijen niet expliciet, maar hun algemene visie op de veehouderij is gericht op het in balans brengen van de omvang van de veestapel met het natuurlijke systeem, zonder expliciete krimp als doel. Ze willen sturen op emissies en kringlooplandbouw, waarbij boeren beloond worden voor prestaties op milieu en dierenwelzijn, en waar nodig op bedrijfsniveau kunnen worden beperkt als doelen niet worden gehaald.
De ChristenUnie wil dat de omvang van de veestapel, waaronder varkenshouderijen, in balans komt met bodem, water en natuur. Krimp is geen doel op zich, maar kan op bedrijfsniveau een consequentie zijn als doelen niet worden gehaald. Dit beleid adresseert de milieuproblemen rondom intensieve veehouderij en wil boeren stimuleren tot verduurzaming zonder generieke inkrimping.
“Krimp van de veestapel is geen doel, maar de omvang van de veestapel moet wel in balans komen met het natuurlijke systeem (bodem, water, natuur). Daarbij wordt rekening gehouden met natuurlijk verloop door vergrijzing. Met de boer aan het roer kunnen veel schadelijke emissies worden teruggedrongen. Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
De partij wil af van generieke middelvoorschriften en zet in op bedrijfsspecifieke emissiedoelen en een beter sluitend kringloopsysteem voor alle diersectoren, inclusief varkenshouderijen. Dit moet leiden tot minder milieuschade en meer ruimte voor innovatie, waarbij boeren beloond worden voor prestaties op milieu en dierenwelzijn.
“Om bedrijfsgericht te kunnen sturen op een duurzame kringloop zetten we in op het herinvoeren van een systeem van inputs en outputs, waardoor het mineralenoverschot per bedrijf inzichtelijk en handhaafbaar wordt.”
“Om deze te dempen, streven we voor alle diersectoren naar een beter sluitend kringloopsysteem van mest, gewas, voer, voedsel en restproducten.”
“Boeren worden structureel beloond voor de extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn.”
BBB vindt dat dieren in de Nederlandse veehouderij, waaronder varkenshouderijen, het goed hebben en ziet geen noodzaak voor strengere regels op het gebied van dierwaardigheid, tenzij dit politiek onvermijdelijk is en economisch haalbaar blijft. Het behoud van het aantal dieren per bedrijf en het beschermen van het verdienvermogen van boeren staan centraal, met een sterke nadruk op innovatie boven krimp van de veestapel. BBB verzet zich tegen extra nationale regels bovenop EU-wetgeving en wil een gelijk speelveld voor Nederlandse veehouders.
BBB stelt dat aanvullende regels voor dierwaardigheid in de veehouderij, waaronder varkenshouderijen, niet nodig zijn zolang het dierenwelzijn op peil is. Alleen als strengere regels politiek onvermijdelijk zijn, mogen deze worden ingevoerd, mits het verdienvermogen van boeren niet in gevaar komt en het aantal dieren per bedrijf minimaal gelijk blijft. Dit standpunt is bedoeld om de economische positie van varkenshouders te beschermen en onzekerheid over bedrijfsvoering te voorkomen.
“Dieren in de veehouderij hebben het in Nederland goed en veel beter dan in de meeste andere landen. Aanvullende regels op het gebied van dierwaardigheid zijn wat ons betreft niet nodig. Mocht dit politiek onvermijdelijk zijn, dan voeren we de regels alleen in als deze: economisch haalbaar zijn, het verdienvermogen niet in gevaar komt, de vergunningverlening op orde is en als gegarandeerd is dat dieraantallen op individuele bedrijven op minimaal hetzelfde niveau blijven.”
BBB wil voorkomen dat Nederlandse varkenshouderijen worden geconfronteerd met strengere regels dan elders in Europa. Door geen nationale koppen op Europese regelgeving te zetten, wil de partij een gelijk speelveld creëren en concurrentienadeel voor Nederlandse varkenshouders voorkomen.
“Geen nationale koppen op Europees beleid. Extra nationale regels bovenop EU wetgeving worden zoveel mogelijk geschrapt. Zo krijgen we een gelijk speelveld voor de agrarische en visserijsector. Er komen ook geen nieuwe nationale regels bovenop EU wetgeving.”
In plaats van het verkleinen van de veestapel, zet BBB in op innovatie en nieuwe technieken om milieuproblemen zoals stikstofuitstoot aan te pakken. Dit biedt varkenshouders perspectief op bedrijfsontwikkeling zonder gedwongen inkrimping.
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
De VVD wil dat varkenshouderijen verduurzamen en het dierenwelzijn verhogen, vooral door wetenschappelijke richtlijnen en innovatie te stimuleren. Ze wijzen het couperen van varkensstaarten expliciet af en willen dat sectoren zoals de varkenshouderij aansluiten bij het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’. De nadruk ligt op haalbare, werkbare verbeteringen met ruimte voor ondernemerschap.
De VVD vindt dat dierenwelzijnsnormen voor varkenshouderijen gebaseerd moeten zijn op wetenschappelijke inzichten en duidelijke richtlijnen, niet op open normen. Ze willen dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt voor verdere verbetering, onder begeleiding van een onafhankelijke autoriteit, en noemen het couperen van varkensstaarten expliciet als praktijk die moet stoppen.
“Het fokken van plofkippen, het couperen van varkensstaarten en het doden van eendagskuikens is niet meer van deze tijd.”
“Hierbij volgen we het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over de toekomst. Dit proces dient gefaciliteerd en gestimuleerd te worden, waarbij de onafhankelijke Autoriteit Dierwaardige Veehouderij een belangrijke rol moet spelen. Nog niet aangesloten sectoren worden aangemoedigd om mee te doen.”
“Open dierenwelzijnsnormen in de wetgeving worden zoveel mogelijk vervangen door duidelijke richtlijnen op basis van wetenschappelijke inzichten.”
NSC wil het aantal varkenshouderijen in Nederland beperken door minder ruimte te geven aan intensieve veehouderij, waaronder varkensbedrijven. Ze pleiten voor een meer grondgebonden, circulaire en diervriendelijke sector, met nadruk op het verminderen van import van veevoer, mestafvoer en risico’s voor volksgezondheid. Nieuwe megastallen worden niet toegestaan en het opkoopbeleid richt zich op intensieve veehouderij in concentratiegebieden.
NSC vindt dat de intensieve varkenshouderij moet krimpen vanwege de negatieve impact op milieu, biodiversiteit en volksgezondheid. Ze willen dat deze sector meer grondgebonden en circulair wordt, en dat het opkoopbeleid zich specifiek richt op intensieve bedrijven in concentratiegebieden. Dit betekent concreet minder varkenshouderijen en geen nieuwe megastallen.
“Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid.”
“In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma