NSC wil de invloed van commerciële investeerders en private equity in de zorg fors terugdringen en ziet zorg nadrukkelijk niet als markt. Ondernemers mogen in de zorg nog geld verdienen, maar alleen als zij maatschappelijke meerwaarde leveren en niet primair gericht zijn op winstmaximalisatie; familiebedrijven en burgerinitiatieven krijgen nadrukkelijk de voorkeur boven commerciële ketens. NSC stelt scherpe voorwaarden aan eigendom, toezicht en beloning in de zorg, en wil dat zorgprofessionals leidend zijn, niet investeerders.
NSC wil de groeiende invloed van commerciële investeerders, private equity en buitenlandse ketens in de zorg beperken, omdat deze volgens de partij leiden tot hogere prijzen, minder samenwerking en belemmering van passende zorg. Ondernemen in de zorg mag, maar niet met het primaire doel van winstmaximalisatie; maatschappelijke verankering en solidariteit staan centraal.
“We willen de groeiende greep van commerciële investeerders op huisartsenpraktijken, tandartspraktijken, apotheken, verpleeghuizen, fysiotherapieketens en privéklinieken terugdringen.”
“We onderzoeken de invloed van private equity en buitenlandse ketens in eerstelijnszorg, kinderopvang en dierenartsenpraktijken. Op basis van dit onderzoek scherpen we eigendomstoetsen, toezichtregels en fiscale prikkels aan om publieke functies maatschappelijk verankerd te houden.”
“We maken ons zorgen over de financiële prikkels in de zorg die concurrentie aanwakkeren en die samenwerking en passende zorg belemmeren.”
“Zorg voor mensen is geen markt.”
NSC geeft expliciet de voorkeur aan familiebedrijven, burgerinitiatieven en maatschappelijke ondernemers in de zorg, boven grote commerciële ketens of investeerders. Ondernemers mogen geld verdienen als zij bijdragen aan maatschappelijke doelen en niet primair aan winst.
“We steunen burgerinitiatieven om woonzorgvormen te realiseren in de eigen wijk en dorpen. Er moet een landelijke investeringsfaciliteit komen voor zulke burgerinitiatieven als zij de financiering moeilijk rondkrijgen.”
“Daar passen nieuwe burgerinitiatieven bij, zoals zorgcoöperaties die geleid worden door burgers en gebruikers en niet door financiers en professionele zorgverleners.”
“We beschermen familie- en gezinsbedrijven en het midden- en kleinbedrijf (mkb) met zo min mogelijk administratieve lasten.”
NSC wil dat topsalarissen in de zorg worden begrensd en dat financiële prikkels voor winstuitkering worden beperkt. Medisch specialisten moeten in loondienst komen en de Wet normering topinkomens (WNT) geldt voor iedereen in de zorg.
“We stimuleren dat medisch specialisten in loondienst komen. De toetsing aan Wet normering topinkomens (WNT) geldt voor iedereen in de zorg.”
NSC stelt dat het oordeel van de zorgprofessional leidend moet zijn, niet dat van de investeerder of verzekeraar. De zorgverzekeraar heeft een dienende rol.
“De zorgverzekeraar heeft een dienende rol en mag niet op de stoel van de zorgprofessional zitten. Het oordeel van de arts/verpleegkundige is leidend.”
De VVD vindt dat ondernemers in de zorg geld mogen verdienen, mits zij effectieve, gecontracteerde zorg leveren en zich houden aan strenge eisen tegen fraude. De partij wil ongecontracteerde zorg beperken, fraude hard aanpakken en zorggeld zoveel mogelijk bij de werkvloer laten landen, maar erkent expliciet de rol van ondernemers en zelfstandigen in de zorg, vooral bij ‘ziek, piek en uniek’. De VVD kiest dus voor gereguleerde ruimte voor ondernemerschap in de zorg, met nadruk op kwaliteit, contractering en integriteit.
De VVD erkent het belang van ondernemers en zelfstandigen in de zorg, vooral waar flexibiliteit nodig is. Ondernemerschap blijft toegestaan, maar onder duidelijke voorwaarden en met aandacht voor het tegengaan van schijnzelfstandigheid.
“Bij ‘ziek, piek en uniek’ blijft er ruimte voor zzp’ers.”
“We voeren de nieuwe Zelfstandigenwet in: Zzp’ers verdienen duidelijkheid en vrijheid. De Zelfstandigenwet geeft zelfstandigen duidelijkheid via twee heldere toetsen. Geen onduidelijkheid meer en geen angst voor naheffingen of boetes. We erkennen het zelfstandig ondernemerschap en geven opdrachtgevers weer zekerheid.”
De VVD wil dat ondernemers in de zorg alleen geld kunnen verdienen als zij effectieve en gecontracteerde zorg leveren. Ongecontracteerde zorg wordt beperkt en op termijn afgebouwd, met uitzondering van uitzonderlijke situaties.
“We vergoeden alleen effectieve en gecontracteerde zorg en kijken kritisch of behandelingen in het basispakket wel het meest effectief zijn.”
“We willen ongecontracteerde zorg beperken en op termijn volledig afbouwen, waarbij er ruimte blijft voor uitzonderlijke situaties waarin contractering niet mogelijk is.”
De VVD stelt dat ondernemers in de zorg alleen geld mogen verdienen als zij integer handelen. Fraude wordt hard aangepakt en toelatingseisen voor zorgaanbieders worden verhoogd.
“We verhogen de toelatingseisen om als zorgaanbieder zorg te mogen leveren en herbeoordelen de aanbieders die de afgelopen jaren toegelaten zijn.”
“Bestuurders van frauderende zorgbedrijven worden hoofdelijk aansprakelijk voor het geld dat zij gefraudeerd hebben.”
“We kiezen daarom voor het stevig aanpakken van zorgfraude, met hogere straffen voor fraudeurs en een zwarte lijst bij de Kamer van Koophandel van veroordeelde zorgfraudeurs.”
De VVD wil dat het geld in de zorg vooral bij de mensen op de werkvloer terechtkomt, niet bij overbodige managementlagen of inefficiënte structuren.
“Zorggeld moet zoveel mogelijk terechtkomen bij mensen op de werkvloer die goede zorg leveren.”
BBB vindt dat ondernemers in de zorg geld mogen verdienen, mits dit ten goede komt aan zorgverleners en patiënten en niet leidt tot overmatige winst voor partijen die niet direct zorg leveren. Ze willen zelfstandigheid voor zorgverleners, zoals zzp’ers, behouden, maar keren zich tegen winstbejag door uitzendbureaus en zorgverzekeraars in de basiszorg. Marktwerking mag alleen in het aanvullende pakket, en zorggeld moet vooral bij de zorgverlener terechtkomen.
BBB wil dat echte zelfstandige ondernemers, zoals zzp’ers in de zorg, kunnen blijven ondernemen zonder overmatige regelgeving. Ze maken onderscheid tussen bonafide ondernemers en schijnzelfstandigheid, en willen dat het geld vooral bij de zorgverlener terechtkomt.
“BBB wil dat zelfstandigheid mogelijk blijft. Schijnzelfstandigheid moet bestreden worden.”
“Het werk in de ouderenzorg maken we aantrekkelijker, met meer handen aan het bed. Zzp’ers spelen hierbij een belangrijke rol en we keren het tij van hun gedwongen vertrek uit de sector.”
“We stimuleren dat zorginstellingen hun flexibele capaciteit zélf organiseren – bijvoorbeeld met zzp’ers of regionale roosternetwerken zonder winstoogmerk. Zo komt het geld terecht waar het hoort: bij de zorgverlener én de patiënt.”
BBB keert zich tegen partijen die geen zorg verlenen maar wel grote winsten maken, zoals uitzendbureaus en zorgverzekeraars in de basiszorg. Zij willen dat winsten van zorgverzekeraars in de zorg worden geïnvesteerd en dat uitzendbureaus zonder zorgtaak worden beperkt.
“BBB wil een einde maken aan de wildgroei van uitzendbureaus die geen zorg verlenen, maar wel grote winsten maken.”
“Zorgverzekeraars houden soms grote winsten over en dat hoort wat ons betreft niet thuis in een sector die draait om mensen en niet om winst. Deze moeten voortaan geïnvesteerd worden in de zorg.”
BBB vindt dat marktwerking niet thuishoort in de meest noodzakelijke zorg, maar wel mag in het aanvullende pakket. Dit betekent dat ondernemers in de basiszorg beperkt worden in hun winstpotentieel, maar in het aanvullende segment ruimte houden.
“Marktwerking moet er niet zijn op de meest noodzakelijke zorg, maar mag wel in het aanvullende pakket.”
BBB wil dat huisartsen hun eigen praktijk kunnen houden en niet worden opgekocht door commerciële ketens, waarmee ze kleine zorgondernemers beschermen tegen grootschalige commerciële belangen.
“Huisartsen moeten hun eigen praktijk kunnen houden, zonder opkoop door commerciële ketens.”
De ChristenUnie wil een einde maken aan marktwerking en winstprikkels in de zorg: ondernemers mogen in de zorg geen winst meer nastreven. Medisch specialisten moeten in loondienst komen en de Wet normering topinkomens (Wnt) gaat gelden voor iedereen in de zorg. Privéklinieken met winstoogmerk worden afgebouwd en alleen non-profit kinderopvang blijft toegestaan.
De ChristenUnie vindt dat marktwerking en winstprikkels niet thuishoren in de zorg, omdat dit leidt tot verkeerde prikkels en afnemende toegankelijkheid. Ondernemers mogen in de zorg geen winst meer maken; zorg moet primair gericht zijn op het welzijn van patiënten, niet op financieel gewin.
“Marktwerking hoort niet thuis in de zorg. Het leidt tot prikkels die niet passen bij een samenleving waarin we omzien naar elkaar.”
“Afnemende bereikbaarheid in combinatie met winstuitkeringen geeft een toenemend ongemak.”
“Gespecialiseerde privéklinieken die hoogrenderende inkomsten bij de publieke zorgketen weghouden worden afgebouwd, doordat zorgverzekeraars alleen behandeling in ziekenhuizen vergoeden.”
“De zorg is geen markt; daarom wordt de invloed van de markt in de zorg teruggedrongen. Dit betekent dat perverse prikkels worden weggenomen en dat het geld besteed wordt aan waar de zorg voor bedoeld is.”
Om financiële prikkels te verminderen, wil de ChristenUnie dat alle medisch specialisten in loondienst komen en dat de Wet normering topinkomens (Wnt) voor iedereen in de zorg geldt. Dit beperkt de mogelijkheid voor ondernemers om hoge inkomens te verdienen in de zorg.
“Alle medisch specialisten komen in loondienst. Dit vermindert de prikkel om zo veel mogelijk behandelingen uit te voeren. De Wet normering topinkomens (Wnt) gaat gelden voor iedereen in de gezondheidszorg.”
“De Wet normering topinkomens (Wnt) moet strakker gehandhaafd worden en ook van toepassing worden op ... de gehele gezondheidszorg...”
De ChristenUnie wil dat alle kinderopvangorganisaties non-profit worden, omdat kinderopvang een maatschappelijke functie heeft en grotendeels met gemeenschapsgeld wordt gefinancierd. Private equity en winstoogmerk worden uitgesloten.
“Een winstoogmerk is, gezien de maatschappelijke functie van kinderopvang en financiering met veel gemeenschapsgeld, niet gepast. Alle kinderopvangorganisaties worden daarom non-profit. Dit betekent ook een einde van private equity partijen in de kinderopvang.”
De SP vindt dat ondernemers in de zorg geen geld mogen verdienen aan publieke zorg: zorg is volgens hen een recht en geen verdienmodel. Ze willen alle vormen van marktwerking, winstuitkering en private investeringen in de zorg verbieden, zodat geld naar zorg en zorgverleners gaat in plaats van naar winsten of aandeelhouders.
De SP wil dat zorg weer volledig publiek wordt georganiseerd, zonder commerciële bedrijven of winstuitkering. Ze stellen dat zorginstellingen niet langer mogen functioneren als verdienmodel voor ondernemers, aandeelhouders of private investeerders. Dit moet voorkomen dat financiële belangen boven de belangen van patiënten en zorgverleners komen te staan.
“De zorg wordt weer publiek. We organiseren de zorg samen, zonder markt. Zo garanderen we goede kwaliteit en wordt het goedkoper. We stoppen met aanbestedingen, verbieden budgetplafonds, verbieden winstuitkering in de zorg, ziekenhuizen worden niet gefinancierd op basis van verrichtingen en we halen financiële belangen van bestuurders uit zorginstellingen.”
“Zorg is een recht, geen verdienmodel. De zorg is geen markt. Dat wat van ons allemaal is, horen we niet over te laten aan commerciële cowboys. Door de markt uit de zorg te halen kunnen we de behoeften van mensen weer centraal zetten.”
“Geld voor zorg gaat naar mensen en niet naar winsten, consultants of vastgoedtrucs. Dat betekent meer zorg en minder verspilling, omdat gezondheid altijd voor winstbejag moet gaan.”
De SP wil een totaalverbod op private equity en commerciële bedrijven in de zorgsector. Ze stellen dat private investeerders en aandeelhouders die winst willen maken niet thuishoren in de gezondheidszorg, omdat dit leidt tot bezuinigingen, sluitingen en slechtere zorg.
“Er komt een totaalverbod op private equity in de zorg. Commerciële bedrijven Private investeerders (private equity) die zorgorganisaties opkopen en kaal bezuinigen terwijl hun aandeelhouders er met de winst vandoor gaan, horen niet thuis in onze gezondheidszorg.”
“We verbieden private equity in de publieke sector. Cruciale en publieke sectoren zoals de zorg, farmacie, kinderopvang, volkshuisvesting, energie, openbaar vervoer en ons onderwijs moeten beschermd worden tegen overnames door private equitybeleggers.”
De SP wil dat specialisten en andere zorgverleners in loondienst werken in plaats van als ondernemer of zelfstandige. Dit moet de focus leggen op zorgkwaliteit in plaats van financiële prikkels.
“Specialisten gaan in loondienst en ziekenhuizen worden gefinancierd op basis van zorgbehoefte, niet per verrichting.”
De SP wil de commerciële zorgverzekeraars afschaffen en vervangen door een Nationaal Zorgfonds, zodat zorgverleners niet langer afhankelijk zijn van marktpartijen en bureaucratie.
“Er komt een nationaal zorgfonds, waarin ook de tandarts, de fysiotherapeut en de ggz zijn opgenomen. Dit vervangt de huidige commerciële zorgverzekeraars, zodat zorgverleners met minder bureaucratie te maken hebben.”
BVNL is uitgesproken voor ondernemersvrijheid in de zorg en vindt dat ondernemers, ZZP’ers en particuliere zorgorganisaties een belangrijke rol spelen en geld mogen verdienen. De partij wil minder regels, meer ruimte voor ondernemerschap, afschaffing van zorg in natura ten gunste van persoonsgebonden budgetten (PGB), en minder bureaucratie, maar wil tegelijkertijd zorgfraude streng aanpakken en topbeloningen inperken.
BVNL ziet ondernemers als de ruggengraat van Nederland, ook in de zorg, en pleit voor minder regels, lagere belastingen en meer waardering voor ondernemerschap. Dit geldt expliciet ook voor zorgondernemers en ZZP’ers, die volgens BVNL ruimte moeten krijgen om te groeien en geld te verdienen.
“Zij verdienen ruimte, geen regels. Of je nu werkt als ondernemer, als ZZP’er of in loondienst, je verdient waardering en kansen om te groeien.”
“Zowel de grote zorginstellingen als de kleine particuliere zorg-organisaties hebben een belangrijke functie.”
“BVNL kiest voor een ondernemersvriendelijke koers die gestoeld is op vrijemarkteconomie, sober fiscaal beleid, lage belastingen en structurele hervormingen.”
BVNL wil zorg in natura afschaffen en alle zorg via persoonsgebonden budgetten (PGB) laten verlopen. Dit geeft zorgbehoevenden meer regie, vermindert bureaucratie en biedt ondernemers in de zorg meer ruimte om diensten aan te bieden en geld te verdienen.
“Zorg in natura wordt afgeschaft en alle zorg gaat worden aangeboden via een Persoonsgebonden Budget (PGB). Dit geeft zorgbehoevenden regie over hun zorgtraject, vermindert bureaucratie en sluit aan bij het streven van BVNL naar minder overheidsbemoeienis en meer individuele autonomie.”
Hoewel BVNL ondernemersvrijheid in de zorg ondersteunt, wil de partij zorgfraude hard aanpakken en vindt zij dat te veel geld naar topbestuurders gaat. Ondernemers mogen geld verdienen, maar niet via fraude of excessieve beloningen aan de top.
“Zorgfraude wordt gestraft met een minimale gevangenisstraf van één jaar. Daar waar mogelijk zal het Nederlanderschap dan wel ander verblijfstitel worden ingenomen. Dit geldt voor zowel de organisator als eenieder die hieraan heeft meegewerkt.”
“Te veel geld verdwijnt naar topbestuurders in de zorg. Hoge beloningen in de top zorgen niet voor betere zorg, dit pakken we aan.”
FVD vindt dat ondernemers in de zorg, zoals artsen in maatschappen en zelfstandige zorgverleners, geld mogen verdienen en pleit voor minder overheidsbemoeienis en meer keuzevrijheid. De partij wil kleinschalige, ondernemende zorg stimuleren, vrije artsenkeuze behouden en loondienst niet verplicht stellen. FVD verzet zich tegen overregulering en wil dat zorgprofessionals en ondernemers ruimte krijgen om te ondernemen in de zorg.
FVD ziet ondernemers in de zorg als essentieel voor kwaliteit en toegankelijkheid, en wil maatschappen als alternatief voor loondienst behouden. De partij kiest expliciet voor meer ruimte voor ondernemerschap in de zorg, minder bureaucratie en het stimuleren van zelfstandige zorgverleners.
“regionale ziekenhuizen moeten worden heropend, huisartsen moeten meer tijd krijgen voor hun patiënten en maatschappen moeten een volwaardig alternatief blijven voor loondienst.”
“We stimuleren kleinschalige medische zorg met maatschappen in plaats van loondienst en heropenen regionale ziekenhuizen, zodat zorg dichtbij de patiënt blijft.”
FVD wil dat zorgprofessionals en ondernemers minder gehinderd worden door regels en verzekeraars, zodat zij zelfstandig kunnen ondernemen en geld verdienen in de zorg. De partij benadrukt het belang van vrije artsenkeuze en het terugdringen van bureaucratie.
“Forum voor Democratie wil dat zorgprofessionals weer de ruimte krijgen om naar eigen inzicht behandelingen voor te stellen, zonder dat verzekeraars of managers hen tegenhouden.”
“Artsen en patiënten moeten zélf onderling afspraken kunnen maken zonder minutieuze tussenkomst van zorgverzekeraars.”
FVD verzet zich tegen het verplichten van loondienst of het nationaliseren van de zorg, en wil juist alternatieven zoals maatschappen en zelfstandige zorgverleners behouden.
GroenLinks-PvdA wil het verdienen van geld door ondernemers in de zorg sterk beperken: winstmaximalisatie en commerciële motieven horen volgens hen niet thuis in de zorg. Ze stellen een aangescherpt winstverbod voor, willen salarissen en winsten van bestuurders en aandeelhouders maximeren, en geven non-profitinstellingen voorrang bij nieuwe zorgaanvragen. Hun kernvisie is dat zorggeld naar zorg moet gaan, niet naar investeerders of aandeelhouders.
GroenLinks-PvdA wil dat ondernemers in de zorg geen (excessieve) winsten meer kunnen maken; winstbejag wordt actief teruggedrongen en commerciële partijen met winst als hoofddoel worden geweerd. Dit moet voorkomen dat zorggeld naar investeerders of aandeelhouders vloeit in plaats van naar zorg.
“We strijden tegen commerciële partijen in de zorg voor wie winst het hoofddoel is. We scherpen daarom het winstverbod in de zorg aan. Zo gaat geld dat bedoeld is voor zorg, daadwerkelijk naar de zorg en niet meer naar investeerders zoals private equity.”
“Er komt een maximum aan het salaris dat je kunt verdienen. Dat maximum geldt ook voor salarissen en winsten van bestuurders en aandeelhouders in de zorg.”
“Excessieve winsten in de zorg terugvorderen. Het geld dat we uitgeven aan zorg is van ons allemaal. Dat moet ten goede komen aan goede zorg. Toch stroomt jaarlijks veel geld naar dubieuze winstuitkeringen en fraude. We willen zorggeld terug vorderen als zorgaanbieders slechte zorg verlenen, regels overtreden, of zichzelf verrijken.”
GroenLinks-PvdA wil dat non-profitinstellingen voorrang krijgen bij nieuwe zorgaanvragen, waarmee commerciële ondernemers verder worden beperkt in hun rol en mogelijkheden om geld te verdienen in de zorg.
“Non-profitinstellingen krijgen voorrang bij nieuwe zorgaanvragen.”
De partij wil marktwerking en concurrentie in de zorg terugdringen en vervangen door samenwerking, waardoor commerciële ondernemers minder ruimte krijgen om te opereren op basis van winstmotief.
“In de zorg is nog te vaak sprake van concurrentie in plaats van samenwerking. Dat is op termijn niet houdbaar, leidt tot bureaucratie en maakt preventie minder aantrekkelijk. We pakken de doorgeschoten marktwerking aan en passen het zorgstelsel aan.”
“Ook hier kiezen we voor samenwerking boven marktwerking.”
JA21 vindt dat ondernemers in de zorg geld mogen verdienen, mits dit niet leidt tot perverse financiële prikkels of onnodige kostenstijgingen. De partij wil de zorg efficiënter en kosteneffectiever maken door verspilling en bureaucratie te verminderen, maar spreekt zich niet uit tegen ondernemerschap in de zorg zolang de patiënt en zorgverlener centraal staan. JA21 pleit voor minder administratieve lasten, behoud van vrije artsenkeuze en het schrappen van productieprikkels, maar noemt nergens een verbod of beperking op winst voor ondernemers in de zorg.
JA21 erkent het belang van ondernemerschap en innovatie in de economie, ook in de zorg, zolang dit niet ten koste gaat van betaalbaarheid en kwaliteit. De partij wil perverse productieprikkels en verspilling tegengaan, maar stelt geen expliciete grenzen aan winst of ondernemerschap in de zorg. De nadruk ligt op het centraal stellen van patiënt en zorgverlener, en het beperken van onnodige kosten.
“JA21 wil de menselijke maat terugbrengen in de zorg, waardoor patiënt en zorgverlener centraal komen te staan.”
“Om de zorg dienstbaarder te maken wil JA21 bestaande perverse prikkels uit het systeem halen. Zorgcontracten zijn al jaren gebaseerd op productie: verrichtingen, bezoeken en opnames. Bestuurders in de zorg worden daarnaast gehinderd door financiële prikkels die productiecijfers vereisen om de omzetdoelstellingen te halen.”
“JA21 wil: Minder snelle groei van de uitgaven aan de zorg.”
“JA21 wil: Zorg bekostigen op basis van uitkomsten en toegankelijkheid in plaats van productie.”
JA21 wil dat zorgprofessionals meer ruimte krijgen om hun werk te doen, door drastisch te snijden in administratieve lasten en kwaliteitssystemen waarvan de meerwaarde niet bewezen is. Dit moet de aantrekkelijkheid van werken in de zorg vergroten en de efficiëntie verhogen, zonder het ondernemerschap te beperken.
“Door het mes te zetten in administratieve- en kwaliteitssystemen waarvan niet of nauwelijks is bewezen dat zij de zorg in Nederland verbeteren, kunnen zoveel ‘zorghanden’ worden vrijgemaakt dat de huidige tekorten compleet verdwijnen.”
“JA21 hanteert het uitgangspunt van vertrouwen in de zorgprofessional; daar bevindt zich immers de echte kennis.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil marktwerking en winstbejag uit de zorg weren: ondernemers en private investeerders mogen volgens hen geen geld verdienen aan publieke zorg. Zorg moet een publieke basisvoorziening zijn, waarbij publiek geld uitsluitend ten goede komt aan patiënten en zorgverleners, niet aan financiële prikkels of winsten voor ondernemers. Winstuitkeringen, bonussen en perverse prikkels worden afgeschaft; zorgcowboys en private investeerders worden actief geweerd.
PvdD stelt dat de zorg geen markt is en dat ondernemers, private investeerders en malafide aanbieders geen geld mogen verdienen aan publieke zorg. De partij wil dat publiek zorggeld alleen naar patiënten en zorgverleners gaat, niet naar winst, bonussen of financiële prikkels voor ondernemers. Dit standpunt is bedoeld om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te waarborgen en verspilling en fraude tegen te gaan.
“De zorg is geen markt, maar een basisvoorziening. Marktwerking hoort niet thuis in de zorg. Het jaagt kosten op, legt druk op zorgverleners en leidt af van waar het echt om zou moeten draaien: goede zorg voor iedereen. We halen marktwerking daarom zo veel als kan uit de zorg...”
“Private investeerders en malafide zorgaanbieders hebben niets te zoeken in de zorg.”
“Absurde beloningen, winstuitkeringen en bonussen aan de top van de zorg schaffen we per direct af. Publiek zorggeld hoort ten goede te komen aan patiënten en zorgverleners, niet aan financiële prikkels aan de top.”
“We zorgen voor regionale afstemming en stevige publieke regie, zodat samenwerking wordt bevorderd en zorgcowboys geen ruimte krijgen om publieke middelen weg te sluizen.”
“Het huidige bekostigingssysteem beloont volume en complexiteit: meer of duurdere behandelingen leveren meer op voor de zorgaanbieder. ... Essentiële zorg – zoals ouderenzorg of huisartsenzorg – hoort niet afhankelijk te zijn van marktprikkels. We organiseren deze zorg daarom als publieke basisvoorziening...”
“Huisartsen krijgen meer tijd voor patiënten. Het aantal patiënten per praktijk wordt niet zozeer leidend en durf-investeerders worden geweerd.”
BIJ1 wil dat de zorg volledig in publieke handen komt en stelt expliciet dat zorg geen winstmodel mag zijn. Ondernemers in de zorg mogen volgens BIJ1 dus geen geld meer verdienen aan zorgverlening: private zorginstellingen worden gestopt, winstoogmerk wordt verboden en de overheid neemt het zorgaanbod over. Alleen kleine initiatieven en ervaringsdeskundigen krijgen beperkte ruimte, maar structurele winst voor ondernemers wordt uitgesloten.
BIJ1 vindt dat marktwerking en winstbejag de zorg duurder en slechter hebben gemaakt. Daarom willen ze alle zorginstellingen nationaliseren en een einde maken aan private ondernemingen in de zorg. Het doel is betaalbare, toegankelijke en gelijkwaardige zorg zonder commerciële prikkels; ondernemers mogen dus geen geld meer verdienen aan zorgverlening.
“Zorg mag geen winstmodel zijn. We zetten een stop op private zorginstellingen, nemen alle zorginstellingen weer in publieke handen en werken organisatiebelangen weg.”
“We hebben de zorg lange tijd overgelaten aan de verwoestende vrije markt. Het heeft ervoor gezorgd dat zorginstellingen gericht zijn op het eindeloos vergroten van hun winsten, wat de zorg alleen maar duurder heeft gemaakt.”
“De zorg komt volledig in handen van de overheid, van ziekenhuis tot verzekeraar. Winst en markt-bureaucratie in de zorg worden zo verleden tijd.”
Hoewel BIJ1 vrijwel alle private winst uit de zorg wil weren, maken ze een uitzondering voor kleine initiatieven en de inzet van ervaringsdeskundigen. Deze mogen binnen strikte kaders en zonder winstoogmerk een rol spelen, bijvoorbeeld via een maximumbedrag aan inkomsten voor vrijwilligers.
Volt wil ondernemers in de zorg minder ruimte geven om winst te maken, vooral door het beperken van private equity en het invoeren van wettelijke beperkingen op winstuitkeringen. Ondernemen in de zorg blijft mogelijk, maar Volt stuurt sterk op transparantie, het stimuleren van zorgprofessionals als eigenaar, en het tegengaan van overnames door investeringsmaatschappijen. Het uitgangspunt is dat zorg geen marktproduct is, maar een basisrecht, waarbij financiële prikkels vooral gericht zijn op kwaliteit en toegankelijkheid, niet op winstmaximalisatie.
Volt wil de zorg minder aantrekkelijk maken voor investeringsmaatschappijen en stelt wettelijke beperkingen voor op winstuitkeringen. Het doel is om de kwaliteit, toegankelijkheid en solidariteit in de zorg te beschermen tegen commerciële prikkels die ten koste kunnen gaan van het publieke belang.
“Volt zet zich er voor in om de zorg minder interessant te maken voor investeringsmaatschappijen door wettelijke beperkingen op winstuitkeringen in de zorg in te voeren, zorginstanties wettelijk te verplichten transparant te zijn over hun eigendomsstructuren en de Nederlandse Zorgautoriteit hier actiever op te laten controleren, bijvoorbeeld met een speciale task force.”
Volt maakt onderscheid tussen commerciële investeerders en zorgprofessionals die zelf ondernemen. Overnames van praktijken door zorgprofessionals die daadwerkelijk zorg verlenen worden gestimuleerd, omdat dit volgens Volt de kwaliteit en betrokkenheid ten goede komt.
“Daarnaast worden overnames van praktijken door zorgprofessionals die daar zelf zorg gaan verlenen, gestimuleerd.”
Volt wil dat werken in loondienst de norm wordt in de zorg, ook voor medisch specialisten. Het huidige stelsel van maatschappen en medisch specialistische bedrijven moet geleidelijk worden opgeheven, waardoor zelfstandig ondernemerschap in deze vorm wordt ontmoedigd.
“Bij zorginstellingen wordt werken in loondienst de norm, ook voor medisch specialisten. We pleiten voor een onafhankelijk onderzoek naar hoe het huidige stelsel met maatschappen of medisch specialistisch bedrijven geleidelijk kan worden opgeheven, zonder hoge kosten. Een eerste stap is om nieuwe toetreding tot deze vormen te verbieden.”
Volt wil dat artsen en medisch specialisten zich houden aan de Wet Normering Topinkomens en dat er transparantie is over eigendomsstructuren en inkomens, om excessieve beloningen en verborgen winsten te voorkomen.
“Voor Volt betekent dit ook dat artsen en medisch specialisten zich dienen te houden aan de Wet Normering Topinkomens.”
“Zorginstanties wettelijk te verplichten transparant te zijn over hun eigendomsstructuren en de Nederlandse Zorgautoriteit hier actiever op te laten controleren, bijvoorbeeld met een speciale task force.”
Het CDA staat ondernemers in de zorg toe om geld te verdienen, maar stelt duidelijke grenzen aan winsten en beloningen, vooral voor commerciële en private equity-partijen. Het CDA wil excessieve winsten tegengaan, extra eisen stellen aan private investeerders, en commerciële aanbieders verplichten tot maatschappelijke verantwoordelijkheden zoals meedraaien in diensten. Het uitgangspunt is dat ondernemerschap in de zorg mag, mits het bijdraagt aan kwaliteit, langjarig commitment en geen uitwassen kent.
Het CDA accepteert ondernemerschap in de zorg, maar wil geen excessieve winsten of beloningen. Vooral private equity-partijen krijgen extra eisen opgelegd om langjarig commitment en kwaliteit te waarborgen. Dit standpunt adresseert de zorg over winstmaximalisatie en korte termijn denken in de zorgsector.
Commerciële zorgaanbieders mogen actief zijn, maar moeten aan dezelfde maatschappelijke verplichtingen voldoen als niet-commerciële partijen, zoals deelname aan weekend- en nachtdiensten. Dit voorkomt dat commerciële partijen alleen de meest winstgevende zorg leveren en draagt bij aan een gelijk speelveld.
“Commerciële zorgaanbieders, zoals commerciële huisartsenketens of private ggz-aanbieders, dienen mee te draaien in de reguliere weekend- en nachtdiensten.”
Het CDA wil dat commerciële zorgaanbieders niet actief acquireren tijdens behandelingen, om belangenverstrengeling en overbehandeling te voorkomen. Dit beschermt patiënten tegen ongewenste commerciële prikkels tijdens hun zorgtraject.
“Commerciële zorgaanbieders mogen niet actief acquireren tijdens behandelingen. Indien noodzakelijk kan er een toetsing plaatsvinden.”
D66 vindt dat zorg vooral om de patiënt moet draaien en niet om marktwerking of commercie. Ondernemers in de zorg mogen volgens D66 geld verdienen, maar private winsten mogen niet ten koste gaan van het publieke belang en verkeerde financiële prikkels moeten worden tegengegaan. D66 wil samenwerking, innovatie en kwaliteit van zorg stimuleren, en stelt grenzen aan commerciële prikkels in de zorgsector.
D66 wil af van een zorgsysteem waarin marktwerking en commerciële prikkels centraal staan. Het huidige systeem beloont volume boven kwaliteit, wat volgens D66 leidt tot verkeerde prikkels en een focus op kwantiteit. D66 wil dat zorg wordt beoordeeld op wat het de patiënt oplevert en wil samenwerking en innovatie stimuleren, waarbij ondernemers in de zorg niet worden uitgesloten, maar hun winst niet leidend mag zijn.
“D66 wil zorg die draait om de patiënt, niet om marktwerking en commercie. Nu loont het voor specialisten te vaak om zoveel mogelijk behandelingen of operaties te doen. Dat is niet gek, omdat ze daar ‘per stuk’ voor betaald worden. Het gevolg is dat kwantiteit boven kwaliteit komt te staan. Wij willen dat zorg wordt beoordeeld op wat het de patiënt écht oplevert, zoals op wat het effect van de behandeling is of op meer kwaliteit van leven van de patiënt.”
“Door verkeerde prikkels weg te nemen, samenwerking en (digitale) innovatie in de zorg te stimuleren en schotten en fragmentatie in financiering tegen te gaan, zet D66 in op dat wat de patiënt en maatschappij nodig hebben.”
D66 erkent de rol van ondernemers, ook in maatschappelijke sectoren zoals de zorg, maar stelt expliciet dat private winsten niet boven het publieke belang mogen gaan. Dit betekent dat ondernemers in de zorg geld mogen verdienen, zolang dit niet leidt tot hogere kosten, lagere kwaliteit of minder toegankelijkheid van zorg.
“Private winsten mogen niet ten koste gaan van het publieke belang.”
D66 wil een gelijk speelveld voor ondernemers, ook in maatschappelijke sectoren zoals de zorg. De overheid moet duidelijke spelregels stellen om te voorkomen dat commerciële belangen de overhand krijgen en om eerlijke concurrentie te waarborgen.
“Voor ondernemers die maatschappelijk ondernemen, is een gelijk speelveld belangrijk. Daarom is een sterke overheid nodig die de spelregels bepaalt waarbinnen bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
De PVV is kritisch op winstbejag in de zorg en wil het verdienen van geld door ondernemers in de zorg sterk beperken, vooral als het gaat om grote winsten en private equity. De partij pleit voor het stoppen van woekerwinsten, het weren van private investeerders, en het terugdringen van managementlagen en bureaucratie. Ondernemers mogen volgens de PVV alleen geld verdienen in de zorg als dit niet leidt tot buitensporige winsten of ten koste gaat van de betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg.
De PVV wil voorkomen dat ondernemers en investeerders buitensporige winsten maken in de zorgsector. Dit standpunt is gericht op het beschermen van publieke middelen en het waarborgen van betaalbare en toegankelijke zorg. De partij ziet vooral private equity en grote winsten als ongewenst, en wil deze weren uit de zorg.
“Stoppen met woekerwinsten in de zorg, weren van private equity”
De PVV wil dat geld in de zorg vooral naar zorgverleners en patiënten gaat, niet naar management of overbodige lagen. Dit betekent dat ondernemers die zich richten op management of bureaucratie minder ruimte krijgen om geld te verdienen, terwijl zorgverleners juist meer zeggenschap en beloning moeten krijgen.
De PVV wil dat acute zorg niet langer onder marktwerking valt, wat betekent dat ondernemers in dit segment geen winstoogmerk meer mogen hebben. Dit standpunt is bedoeld om essentiële zorg te beschermen tegen commerciële belangen.
“Acute zorg uit de marktwerking halen”
DENK wil de winstgerichtheid en marktwerking in de zorg sterk beperken: ondernemers in de zorg mogen alleen geld verdienen als dit niet ten koste gaat van de zorg en niet leidt tot winstuitkeringen. Het programma pleit voor een uitbreiding van het winstverbod, het beperken van commerciële activiteiten en het wettelijk aan banden leggen van winsten van zorgverzekeraars. Ondernemers worden gewaardeerd voor hun bijdrage, maar DENK stelt duidelijke grenzen aan het verdienen van geld in de zorgsector.
DENK wil dat ondernemers in de zorg geen winst mogen maken die ten koste gaat van de zorg. Het winstverbod wordt uitgebreid en commerciële activiteiten die enkel gericht zijn op geld verdienen worden beperkt. Hiermee wil DENK voorkomen dat zorggeld weglekt naar winsten en bonussen, en zorgen dat het geld daadwerkelijk aan zorg wordt besteed.
“Met een uitbreiding van het winstverbod zorgen wij ervoor dat geld beschikbaar blijft voor de zorg. We gaan ook de activiteiten van commerciële partijen beperken die de zorg alleen maar gebruiken om geld te verdienen.”
“We gaan de marktwerking in de zorg beperken met meer marktmeesterschap. Door verplichte transparantie maken we inzichtelijk hoe het geld van zorgverzekeraars wordt besteed. We leggen de winsten van zorgverzekeraars wettelijk aan banden, gaan bonussen voor bestuurders tegen en willen dat reserves meer ingezet worden voor premieverlagingen.”
Hoewel DENK kritisch is op winst in de zorg, erkent de partij het belang van ondernemers en wil zij voorkomen dat goedwillende ondernemers worden geschaad door strengere regels. De waardering voor de sector blijft, zolang ondernemers bijdragen aan goede zorg en niet enkel uit zijn op winst.
“Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat binnen de zorgbranche de goeden niet onder de kwaden lijden en dat we de zorgbranche blijven waarderen voor het belangrijke werk dat deze branche levert.”
De SGP staat ondernemers in de zorg toe om geld te verdienen, maar wil dit streng reguleren om te voorkomen dat winsten en private financiering ten koste gaan van de zorgkwaliteit. Winsten en private financiering worden niet verboden, maar er komen duidelijke regels en beperkingen, zoals het verbod op opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring. De partij benadrukt dat geld voor zorg zoveel mogelijk aan zorg besteed moet worden en dat de menselijke maat centraal moet staan.
De SGP accepteert dat ondernemers in de zorg winst maken en private financiering aantrekken, maar wil dit reguleren om misbruik en excessen te voorkomen. Het doel is te waarborgen dat zorggeld daadwerkelijk aan zorg wordt besteed en dat de kwaliteit en toegankelijkheid niet onder druk komen te staan.
De SGP wil voorkomen dat zorgondernemerschap wordt overgenomen door partijen die geen binding hebben met de zorgsector, om zo de kwaliteit en continuïteit van zorg te beschermen.
“Opkopen van huisartspraktijken door investeerders zonder zorgervaring wordt verboden.”
50PLUS vindt dat ondernemers in de zorg geld mogen verdienen, zolang winstgevendheid niet belangrijker wordt dan de zorg voor cliënten. De partij is kritisch op privatisering en wil dat het belang van de cliënt altijd voorop staat, met duidelijke grenzen aan het verdienmodel in de zorgsector.
50PLUS accepteert ondernemers in de zorg, maar stelt als harde voorwaarde dat winstgevendheid nooit boven de primaire zorg aan cliënten mag staan. Dit standpunt adresseert het risico dat commerciële belangen de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg ondermijnen.
“Privatisering binnen de zorg mag er niet toe leiden dat winstgevendheid belangrijker wordt dan de primaire zorg aan cliënten zelf.”