NSC wil universiteiten sterker verankeren in de Nederlandse samenleving door meer nadruk op de Nederlandse taal, academische vrijheid, en maatschappelijke relevantie van onderzoek. Ze pleiten voor minder internationalisering, meer open debat, strengere regels rond financiering en transparantie, en een stabielere, inhoudelijker bekostiging. Universiteiten moeten bijdragen aan kennisveiligheid, onafhankelijkheid en een leven lang ontwikkelen.
NSC vindt dat universiteiten te veel zijn losgezongen van de Nederlandse samenleving door de dominantie van het Engels en de instroom van internationale studenten. Ze willen opleidingen standaard weer in het Nederlands aanbieden, met uitzonderingen voor specifieke gevallen, en streng toezicht op het terugdringen van het Engels.
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
“We willen af van de doorgeslagen behoefte van onderwijsinstellingen om zoveel mogelijk (internationale) studenten aan te trekken.”
“Er moet streng toezicht gehouden worden op het terugdringen van het gebruik van Engels in opleidingen. Als deze omslag te langzaam verloopt, moet de overheid ingrijpen, bijvoorbeeld door de invoering van een taaltoets of aanpassing in de bekostiging.”
“Het Nederlands moet weer de voertaal zijn in het hoger onderwijs.”
NSC benadrukt het belang van academische vrijheid, een open debatcultuur en onafhankelijkheid van universiteiten. Ze willen een onafhankelijk fonds voor tegendraads onderzoek, strikte regels tegen belangenverstrengeling, en een goed gefinancierde universiteitspers en universiteitsraad.
“We staan pal voor academische vrijheid en een open debat op universiteiten. Juist daar moet ruimte zijn voor uiteenlopende opvattingen, ook over gevoelige of controversiële onderwerpen.”
“We richten een onafhankelijk fonds op dat nieuwsgierig en tegendraads onderzoek ondersteunt en gevestigde consensus binnen vakgebieden kritisch bevraagt.”
“Hoogleraren vervullen regelmatig nevenfuncties in het bedrijfsleven... We leggen strikte regels voor transparantie op en stellen duidelijke grenzen om belangenverstrengeling te voorkomen.”
“Ter versterking van de academische tegenmacht zorgen universiteiten voor een goed gefinancierde, onafhankelijke universiteitspers en een krachtige universiteitsraad, die volledig is geïnformeerd en voldoende wordt ondersteund.”
NSC wil een substantiële investering in fundamenteel onderzoek, maar met meer focus op Nederlandse beleidsvraagstukken en kennisveiligheid. Universiteiten moeten bijdragen aan maatschappelijke problemen en transparant zijn over financiering, vooral bij buitenlandse geldstromen.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom (‘sectorgelden’) voor universiteiten.”
“Het hoger onderwijs moet weer meer aandacht hebben voor de oplossingen van problemen en uitdagingen in ons eigen land. We versterken het onderzoek dat gericht is op Nederlandse beleidsvraagstukken.”
“Universiteiten moeten voorkomen dat waardevolle kennis ongewenst in buitenlandse handen valt. Kennisveiligheid vereist actief screeningsbeleid en volledige transparantie over financiering van leerstoelen, zeker als geld afkomstig is van bedrijven of buitenlandse mogendheden.”
NSC wil dat universiteiten alleen nog contracten sluiten met uitgevers als wetenschappelijke publicaties volledig open toegankelijk zijn, en universiteitsbibliotheken alleen werken met non-profit open metadata-aanbieders.
“We sluiten geen nationale contracten meer met uitgevers zonder plan voor volledige toegankelijkheid (open access) van wetenschappelijke publicaties. Universiteitsbibliotheken werken voortaan alleen met non-profit open metadata-aanbieders.”
Universiteiten moeten zich, naast onderzoek en initiële opleidingen, ook richten op bij- en omscholing van werkenden.
“Hogescholen en universiteiten moeten zich daar de komende jaren ook op gaan richten.”
De Partij voor de Dieren wil universiteiten minder laten functioneren als leerfabrieken en meer als kwalitatieve, toegankelijke kennisinstellingen met minder financiële prikkels en meer vaste financiering. Ze pleiten voor minder competitie, meer democratisering, strengere onafhankelijkheid van onderzoek, en betere sociale en financiële ondersteuning voor studenten.
De PvdD wil de financiële groeiprikkel bij universiteiten verminderen en de afhankelijkheid van competitieve subsidies terugdringen, zodat de focus komt te liggen op kwaliteit en onafhankelijkheid van onderzoek. Dit moet de werkdruk verlagen, vernieuwend onderzoek stimuleren en de invloed van commerciële belangen beperken.
“De sterke financiële groeiprikkel van universiteiten en hogescholen wordt daarom gereduceerd door in de bekostiging van deze instellingen het vaste deel te vergroten, en het variabele, studentgebonden deel te verkleinen.”
“De financiering van dit onderzoek bestaat vrijwel volledig uit subsidies die door middel van competitie worden verworven. Het overgrote deel van subsidieaanvragen wordt afgewezen, wat resulteert in onnodige werkdruk. ... De Partij voor de Dieren streeft naar vermindering van deze competitiedruk.”
“Om kwaliteit en onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek te vergroten wordt een groter deel hiervan gefinancierd via vaste (meerjarige) financiering. Het overheidsbudget voor het eerste en tweede geldstroom-onderzoek wordt daarom structureel verhoogd.”
“Competities voor onderzoeksfinanciering met een slagingskans van minder dan 25% worden stopgezet. De hierbij vrijgekomen middelen worden evenredig verdeeld over wetenschappers als vrij te besteden onderzoeksgeld.”
De partij wil de invloed van bedrijven en commerciële belangen op universiteiten beperken en transparantie vergroten, onder andere door strengere eisen aan bijzondere leerstoelen en een openbaar register van nevenactiviteiten.
“Daarnaast beperken we de invloed van bedrijven en multinationals op het onderzoek, want goed onderzoek dient allereerst de belangen van de maatschappij en de onafhankelijke wetenschap, niet die van het kapitaal.”
“Er komen strengere onafhankelijkheidseisen bij het instellen van bijzondere leerstoelen die gefinancierd worden door het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties en stichtingen.”
“Er komt een openbaar register van nevenactiviteiten van alle onderzoekers, professoren en docenten op universiteiten en hogescholen. Er wordt gehandhaafd op het goed bijhouden hiervan.”
De PvdD wil universiteiten democratiseren door studenten en docenten meer invloed te geven en bestuurders te laten kiezen in plaats van benoemen.
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden. Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
De partij pleit voor een verantwoord beleid rond het aantrekken van buitenlandse studenten en Engelstalig onderwijs, afgestemd op huisvesting en onderwijskwaliteit, zonder de internationale positie van universiteiten te schaden.
“Het aantal buitenlandse studenten dat wordt aangetrokken moet worden afgestemd op beschikbare huisvesting voor studenten en het borgen van de onderwijskwaliteit. Tegelijkertijd staat het belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen in de weg als Nederlandse universiteiten hun positie binnen de internationale wetenschap verliezen en internationaal georiënteerde opleidingen hun deuren moeten sluiten. De overheid maakt in samenwerking met universiteiten en hogescholen verantwoord beleid omtrent buitenlandse studenten en Engelstalig onderwijs.”
De PvdD wil de financiële en sociale druk op studenten aan universiteiten verlagen door verhoging van de basisbeurs, verlaging van het collegegeld, afschaffing van het bindend studieadvies, en betere begeleiding en psychologische ondersteuning.
“De basisbeurs is veel te laag om zonder druk te kunnen studeren. Daarom verhogen we de basisbeurs naar minimaal 500 euro per maand voor uitwonende studenten en 130 euro per maand voor thuiswonende studenten.”
“Het collegegeld wordt fors verlaagd en voor alle studenten en opleidingen hetzelfde bedrag.”
“Het bindend studieadvies wordt afgeschaft. In plaats daarvan krijgen studenten voortaan een persoonlijke en onderbouwde terugkoppeling.”
“Het aanbod van studentenpsychologen wordt verruimd, zodat studenten op een redelijke termijn hulp kunnen inroepen.”
BIJ1 wil universiteiten democratiseren, toegankelijker maken en inzetten voor sociale rechtvaardigheid. Ze pleiten voor gratis universitair onderwijs, democratische verkiezing van universiteitsbesturen, het afschaffen van outputfinanciering, en het verbreken van banden met Israëlische instellingen. Diversiteit, academische vrijheid en inclusiviteit staan centraal in hun visie op universiteiten.
BIJ1 vindt dat universiteiten voor iedereen toegankelijk moeten zijn, zonder financiële drempels. Ze willen het collegegeld afschaffen, studieschulden kwijtschelden en drempels voor werkenden en internationale studenten wegnemen. Dit moet leiden tot gelijke kansen en een diverse studentenpopulatie.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis.”
“Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Wetten om internationale studenten uit het hoger onderwijs te weren wordt geschrapt.”
“De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
BIJ1 wil dat universiteiten democratisch bestuurd worden, met gekozen raden van medewerkers en studenten en verplichte diversiteitscommissies en -quota. Dit moet zorgen voor meer inspraak, representatie en inclusiviteit binnen universiteiten.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau. Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie”
“Er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 wil af van het systeem waarbij universiteiten worden gefinancierd op basis van het aantal afgestudeerden. Ze vinden dat dit de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs onder druk zet.
“‘Outputfinanciering’ schaffen we af. Het geldbedrag dat onderwijsinstellingen ontvangen, hangt niet langer af van het deel afgestudeerden.”
BIJ1 benadrukt het belang van academische vrijheid en wil dat de overheid samenwerkt met universiteiten om deze te waarborgen. Daarnaast pleiten ze voor een academische boycot van Israëlische onderwijsinstellingen.
BIJ1 wil betere arbeidsvoorwaarden voor docenten aan universiteiten, waaronder hogere salarissen, minder werkdruk en het terugdringen van tijdelijke contracten.
“Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten.”
“De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
Specifiek voor Wageningen Universiteit wil BIJ1 alle banden met de agro-industrie verbreken en de universiteit omvormen tot een publieke instelling gericht op biologische, agro-ecologische landbouw.
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we. De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst.”
FVD wil universiteiten hervormen door de nadruk te leggen op kwaliteit, selectie en Nederlandse identiteit. Ze pleiten voor strengere toelatingseisen, het beperken van internationale studenten, het afschaffen van output-financiering en het herstellen van het Nederlands als voertaal. Universiteiten moeten weer centra van uitmuntendheid worden, met meer vrijheid van meningsuiting en minder ideologische sturing.
FVD vindt dat universiteiten zijn uitgehold door massaliteit, lage toelatingseisen en output-financiering. Ze willen strengere selectie, stoppen met beloning per diploma en universiteiten weer richten op excellentie en kennis.
“Het hoger onderwijs is de afgelopen decennia uitgehold door massalisering, internationalisering en nivellering. Universiteiten en hogescholen zijn steeds meer gaan functioneren als diploma-fabrieken, waar de nadruk ligt op aantallen afgestudeerden in plaats van op kwaliteit en excellentie.”
“Daarom pleiten wij voor strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en het terugbrengen van de Nederlandse taal als voertaal in het academisch onderwijs.”
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We stoppen de beloning per diploma, zodat universiteiten en hogescholen weer op kwaliteit focussen - niet op kwantiteit.”
FVD wil het Nederlands herstellen als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs en het aantal internationale studenten sterk beperken. Ze vinden dat universiteiten zich primair op Nederlandse studenten en cultuur moeten richten.
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
“Het aantal internationale studenten moet sterk worden beperkt, zodat universiteiten zich in de eerste plaats richten op Nederlandse studenten en cultuur.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
“We schaffen voorrangsregelingen voor internationale studenten af en geven Nederlandse studenten juist meer toegang tot huisvesting.”
FVD wil de NWO afschaffen zodat universiteiten rechtstreeks door het Rijk worden gefinancierd. Dit moet de onderzoeksdiversiteit vergroten en instellingen meer autonomie geven.
“We schaffen de NWO af en laten universiteiten rechtstreeks door het Rijk financieren, zodat zij zelf hun onderzoeksprioriteiten bepalen en de diversiteit aan onderzoek wordt vergroot.”
“Ook schaffen we de NWO af, zodat universiteiten rechtstreeks vanuit het Rijk worden gefinancierd en meer pluriformiteit ontstaat in het onderzoek dat hoogleraren kunnen entameren.”
“We schaffen NWO af, universiteiten worden weer rechtstreeks gefinancierd voor hun onderzoek, zo bevorderen we de diversiteit binnen de academische wereld.”
FVD wil universiteiten beschermen als plekken voor vrij debat en scherpe ideeën, zonder cancel culture, diversity officers of safe spaces.
“We verbieden cancel culture, diversity officers en safe spaces, zodat universiteiten weer plekken zijn voor vrij debat en scherpe ideeën.”
JA21 wil universiteiten minder afhankelijk maken van studentenaantallen en internationale studenten, en pleit voor financiering op basis van kwaliteit en maatschappelijke relevantie. Ze willen het Nederlands weer centraal stellen als voertaal (behalve bij internationale studies), de instroom van buitenlandse studenten beperken, en universiteiten vrij houden van activisme en ideologische beïnvloeding. Hun visie is gericht op het versterken van de positie van Nederlandse studenten en het waarborgen van academische vrijheid en veiligheid.
JA21 vindt dat het huidige financieringsmodel universiteiten aanzet tot het werven van zoveel mogelijk (buitenlandse) studenten en het aanbieden van 'pretstudies', wat ten koste gaat van de aansluiting op de arbeidsmarkt en de kwaliteit van het onderwijs. Ze willen daarom een financieringsmodel gebaseerd op kwaliteit, maatschappelijke relevantie en impact, met meer vaste voet en minder afhankelijkheid van studentenaantallen.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“Kennisinstellingen in het hoger onderwijs worden naar rato van studentenaantallen door de rijksoverheid gefinancierd. Dit zorgt voor een ‘perverse prikkel’ om aantrekkelijke studies aan te bieden die vooral aansluiten bij de leef- en denkwereld van de aankomende student.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen.”
JA21 ziet de grote instroom van buitenlandse studenten als problematisch, onder andere vanwege de druk op de woningmarkt en het verdringen van Nederlandse studenten. Ze willen de instroom beperken en Nederlandse studenten voorrang geven bij inschrijving en huisvesting.
“Minder instroom van buitenlandse studenten en voorrang bij inschrijving en huisvesting van Nederlandse studenten;”
“Het financieringsmodel zorgt er ook voor dat het werven van internationale studenten een verdienmodel is geworden. Dat gaat ten koste van Nederlandse studenten, bijvoorbeeld door de enorme druk op de woning- en kamermarkt.”
JA21 vindt dat het gebruik van Engels als voertaal op universiteiten leidt tot verarming van de academische vorming. Ze willen het Nederlands weer centraal stellen als academische taal, met uitzondering van internationaal gerichte studies.
“Het Nederlands weer centraal staat als de taal waarin in het onderwijs wordt gegeven op universiteit en hogeschool (uitzonderingen daargelaten).”
“Het gebruik van Engels als taal waarin het onderwijs wordt gegeven, leidt veelal tot een verarming van de academische vorming omdat studenten en docenten ondanks goede kennis van het Engels zich toch minder genuanceerd en breed kunnen uitdrukken. Dit gaat ten koste van de diepgang van het onderwijs.”
“JA21 pleit er dan ook voor om het Nederlands weer als de academische taal centraal te stellen met uitzondering van de internationaal gerichte studies.”
JA21 wil dat universiteiten een veilige omgeving zijn waar kennis centraal staat en studenten zich breed kunnen ontwikkelen, zonder beïnvloeding door activisme of ideologische stromingen. Docenten mogen hun overtuigingen niet opdringen en universiteitsbesturen moeten optreden tegen verstoringen en intimidatie.
“De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen. JA21 is van oordeel dat de universiteiten en HBO-instellingen moeten zorgen voor een veilige omgeving bijvoorbeeld door kaders te stellen wat betreft het ‘activisme-vrij’ zijn van de collegebanken en gebouwen, door uit te spreken dat ideologische beïnvloeding niet wordt getolereerd en bij schending tot ontslag kan leiden, door tijdig in te grijpen wanneer actiegroepen het onderwijsproces verstoren door de onderwijsgebouwen binnen te dringen en vernielingen aan te richten én schade op de daders te verhalen.”
“Het universitaire en HBO onderwijs moet een plek zijn waar kennis wordt opgedaan, waar geleerd wordt na te denken en waar de student zich breed kan ontwikkelen. Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder invloed van ideologische stromingen. Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn.”
JA21 benadrukt dat universiteitsbesturen verantwoordelijkheid moeten nemen voor de veiligheid van Joodse studenten en niet mogen zwichten voor druk om banden met Israëlische instellingen te verbreken.
“De besturen van de Nederlandse universiteiten en hogescholen dienen pal te staan voor al hun Joodse studenten die zonder intimidatie het lesprogramma moeten kunnen volgen. Voor oplevend antisemitisme kan geen plaats zijn en dat betekent ook dat Nederlandse universiteiten en hogescholen niet moeten zwichten wanneer druk wordt uitgeoefend om banden met Israelische onderwijsinstellingen op te schorten of te beëindigen.”
De VVD ziet universiteiten als essentiële motoren voor de economie en innovatie, en wil hun internationale topkwaliteit versterken. De partij stuurt sterk op aansluiting met de arbeidsmarkt, wil het aantal internationale studenten beperken tot tekortsectoren, en legt nadruk op kennisveiligheid en academische vrijheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het sturen op studentenaantallen per opleiding, het belonen van nominaal afstuderen, en het beschermen van gevoelige kennis.
De VVD wil dat universiteiten zich meer richten op opleidingen met goed arbeidsmarktperspectief en minder op studies zonder duidelijke baankansen. De overheid gaat sturen op studentenaantallen per opleiding, en een deel van de bekostiging wordt afhankelijk van het baanperspectief van afgestudeerden. Ook wordt nominaal afstuderen beloond.
“We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
“De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit. We gaan instellingen vragen meer samen te werken, zich te profileren op thema’s en minder te concurreren op studentenaantallen.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“Wie nominaal afstudeert en daarmee snel aan de slag kan op de arbeidsmarkt, krijgt een kortstudeerbonus.”
De VVD wil het aantal internationale studenten aan universiteiten beperken tot sectoren met arbeidsmarktkrapte, zoals technologie en bètawetenschappen. In andere sectoren wordt de instroom beperkt, met oog voor regionale behoeften en onderscheidende profielen van universiteiten.
“We kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“We beperken het aantal internationale studenten in andere sectoren met inachtneming van de onderscheidende profielen van de universiteiten en hogescholen.”
De VVD stelt als doel dat ten minste één Nederlandse universiteit tot de mondiale top-25 behoort en drie andere tot de top-100. Hiervoor wil de partij voldoende middelen en ruimte in regelgeving bieden.
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
De VVD wil gevoelige kennis aan universiteiten beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloed en spionage. Er komt screening van onderzoekers en internationale samenwerkingen, met nadruk op landen met verhoogd risico.
“Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden.”
“We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt.”
De VVD benadrukt het belang van academische vrijheid en een open debatcultuur aan universiteiten, en wijst op de verantwoordelijkheid van universiteiten om dit te waarborgen.
“Het vrije woord en academische vrijheid zijn cruciaal voor de kwaliteit van het hoger onderwijs en de wetenschap in ons land. Toch zien we polarisatie en onwil om andere meningen te horen toenemen, ook binnen hogescholen en universiteiten.”
“Hogescholen en universiteiten zijn verantwoordelijk voor een open debatcultuur waarin iedere mening telt, in vrijheid en veiligheid.”
D66 wil universiteiten versterken door extra te investeren in onderzoek, innovatie en het welzijn van studenten. Ze pleiten voor meer vaste aanstellingen voor onderzoekers, een eerlijker bekostigingssysteem en gelijke kansen voor alle studenten, ongeacht opleidingsniveau. De partij benadrukt het belang van internationale samenwerking, academische vrijheid en het toegankelijk maken van universiteiten voor iedereen.
D66 wil eerdere bezuinigingen terugdraaien en fors meer investeren in universiteiten, zodat deze ruimte krijgen voor noodzakelijk onderzoek en innovatie. Hiermee willen ze Nederland weer koploper maken en universiteiten minder afhankelijk maken van internationale studenten voor hun financiering.
“Een groot deel van dit geld gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Zo krijgen zij de ruimte voor het onderzoek dat nodig is.”
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap.”
“D66 wil dat onderwijsinstellingen niet afhankelijk zijn van internationale instroom om financieel rond te kunnen komen. Daarom passen we het systeem aan: een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student.”
D66 wil het aantal tijdelijke contracten aan universiteiten terugdringen en meer vaste aanstellingen realiseren, om zo de onzekerheid voor onderzoekers te verminderen en de aantrekkelijkheid van een academische loopbaan te vergroten.
“Te veel onderzoekers werken jarenlang op tijdelijke contracten. Dat zorgt voor veel onzekerheid en maakt dat wetenschap moeilijk te combineren is met het privéleven. D66 wil daarom meer vaste aanstellingen bij universiteiten.”
D66 streeft naar gelijke kansen voor alle studenten, inclusief universiteitsstudenten, door onder andere de basisbeurs te verhogen, de aanvullende beurs gelijk te trekken en te investeren in studentenwelzijn en huisvesting.
D66 benadrukt het belang van academische vrijheid, internationale samenwerking en het toegankelijk maken van universiteiten voor iedereen, inclusief het beschermen van kennis tegen geopolitieke druk.
“Wetenschappers moeten hun werk kunnen doen zonder angst voor intimidatie, censuur of ontslag. Ook beschermen we onze kennis en technologie beter tegen de druk van geopolitieke spanningen en misbruik.”
“Voor docenten en onderzoekers wordt het makkelijker om met een Erasmusbeurs aan een buitenlandse universiteit te werken.”
“Alle onderwijsinstellingen worden verplicht hun gebouwen toegankelijk voor iedereen te maken.”
De SGP wil universiteiten sterker verankeren in de Nederlandse samenleving door de Nederlandse taal als voertaal te bevorderen, de rol van ethische commissies te beperken bij internationale conflicten, en streng op te treden tegen antisemitisme. Er is bijzondere aandacht voor levensbeschouwelijke universiteiten en het behoud van opleidingen met wettelijke status. De partij pleit voor meer autonomie voor universiteiten, minder overheidsbemoeienis met het opleidingenaanbod, en een versterking van praktijkgericht onderzoek.
De SGP vindt dat universiteiten de Nederlandse taal als voertaal moeten versterken, vooral in de bachelorfase, en dat Engelstalige opleidingen kritisch moeten worden herzien. Ook moeten er strengere normen komen voor de beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.
“De Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs, zeker in de bacheloropleiding. De gezamenlijke inzet van instellingen om hun Engelstalige opleidingen kritisch door te lichten en waar gepast om te zetten in Nederlandse opleidingen wordt verder versterkt door bestuurlijke afspraken met de minister.”
“Er komen strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.”
De SGP stelt dat ethische commissies van universiteiten niet geschikt zijn om buitenlandse conflicten te beoordelen; de overheid moet hierin een grotere rol spelen, vooral bij samenwerking met onvrije landen.
“Ethische commissies van universiteiten zijn niet uitgerust en niet de geëigende instantie om buitenlandse conflicten te beoordelen. Bij het beoordelen van risico’s van onderzoekers uit landen zoals Iran en samenwerkingsrelaties met instellingen in onvrije landen zoals China spelen overheidsdiensten een belangrijke rol in samenwerking met de sector.”
Universiteiten moeten krachtig optreden tegen antisemitisme onder studenten en personeel, en mogen studenten uitsluiten van onderwijsactiviteiten bij antisemitisch gedrag of steun aan boycots van Israël.
“Universiteiten en scholen moeten adequaat optreden bij antisemitische uitlatingen door studenten of personeel. Indien de onderwijsinspectie constateert dat zij antisemitisme niet adequaat weren, wil de SGP dat de inspectie maatregelen treft tegen de onderwijsinstelling.”
“Universiteiten mogen studenten van onderwijsactiviteiten uitsluiten bij antisemitisch gemotiveerd gedrag of steun aan boycot van Israël (BDS), Samidoun of andere antisemitische organisaties.”
De SGP wil dat de overheid het aanbod van studies met wettelijke status, zoals Nederlands, Frans en Duits, waarborgt en dat er bijzondere aandacht is voor levensbeschouwelijke universiteiten.
“De overheid waarborgt en faciliteert instellingen om te zorgen dat altijd een minimum aan opleidingen-aanbod beschikbaar is voor studies zoals Nederlands, Frans en Duits, gezien de wettelijke status van deze studies. Bijzondere aandacht is er ook voor de levensbeschouwelijke universiteiten.”
De SGP vindt dat universiteiten meer autonomie moeten krijgen en dat de overheid minder invloed moet uitoefenen op het opleidingenaanbod via bekostigingsinstrumenten.
“Het is onwenselijk dat de Rijksoverheid door instrumenten zoals capaciteitsbekostiging nog meer invloed krijgt op het opleidingen-aanbod en de verdeling van studenten.”
De SGP wil dat praktijkgericht onderzoek aan universiteiten wordt versterkt en dat de eerste geldstroom (basisfinanciering) wordt uitgebreid.
Volt wil universiteiten toekomstbestendig, toegankelijk en maatschappelijk relevant maken, met meer publieke waarden in financiering, minder prestatiedruk en versterkte Europese samenwerking. Ze pleiten voor hervorming van internationale studentenwerving, publieke digitale leeromgevingen, en meer deelname aan Europese universiteitsnetwerken. De partij wil universiteiten minder afhankelijk maken van commerciële belangen en inzet op welzijn, inclusiviteit en innovatie.
Volt wil af van prestatiebekostiging en het streven naar zoveel mogelijk inschrijvingen; universiteiten moeten worden gefinancierd op basis van toegankelijkheid, kwaliteit, begeleiding en maatschappelijke bijdrage. Dit moet de focus verleggen van kwantiteit naar publieke waarden en regionale samenwerking.
“Volt pleit voor het afbouwen van prestatiebekostiging en voor het hervormen van internationale studentenwerving. Onderwijsinstellingen mogen zich profileren op inhoud en maatschappelijke bijdrage, maar hoeven niet langer met marketingbudgetten op zoek naar zo veel mogelijk inschrijvingen. Volt stimuleert bekostiging op basis van publieke waarden zoals toegankelijkheid, kleinschaligheid, kwaliteit van begeleiding, onderzoeksethiek en regionale samenwerking.”
Volt wil lokaal maatwerk in internationale studentenwerving, met aangepaste financieringsstructuren voor universiteiten die sterk afhankelijk zijn van internationale instroom. Ze willen ook de arbeidsnorm voor studiefinanciering verlagen en het welzijn van internationale studenten beter monitoren.
“Volt pleit voor meer lokaal maatwerk in de werving van internationale studenten in plaats van een algehele wervingsstop. Een universiteit als in Maastricht is in veel grotere mate afhankelijk van de toestroom van internationale studenten dan bijvoorbeeld universiteiten in Amsterdam of Leiden. De financieringsstructuur van universiteiten passen we hierop aan.”
“Volt ziet erop toe dat de Rijksoverheid de zogenoemde 56-uursarbeidsnorm voor internationale studenten om in aanmerking te komen voor studiefinanciering, verlaagt naar 32 uur, in lijn met Europese wet- en regelgeving.”
“De monitoring van het welzijn onder internationale studenten moet verbeterd worden, onder andere op het gebied van huisvesting, mentale gezondheid en sociaal-economische omstandigheden.”
Volt wil dat universiteiten en andere onderwijsinstellingen overstappen op een publieke, open-source digitale leeromgeving, om onafhankelijk te zijn van commerciële platforms en de privacy en autonomie van studenten en docenten te waarborgen.
“Studenten en docenten moeten veilig en toegankelijk kunnen werken in één digitale omgeving, met functies voor roosters, studiemateriaal, opdrachten, communicatie, toetsen en loopbaangegevens, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms of softwarebedrijven. Deze publieke leeromgeving is open-source en voldoet aan hoge standaarden op het gebied van privacy, transparantie en digitale autonomie.”
Volt wil dat meer Nederlandse universiteiten zich aansluiten bij het Europese Universiteiten Initiatief, om gezamenlijke Europese opleidings- en studietrajecten te versterken en grensoverstijgend onderzoek te stimuleren.
“We versterken het Europese Universiteiten Initiatief waarbij universiteiten en hogescholen in heel de EU gezamenlijke opleidings- en studietrajecten vormgeven. Meer universiteiten in Nederland sluiten zich hierbij aan.”
Volt ziet universiteiten als kernspelers in regionale innovatie-ecosystemen en wil publiek-private samenwerking en kennisuitwisseling stimuleren, onder andere via gezamenlijke innovatiecampussen.
“Volt investeert in sterke regionale biotech- en lifesciences-ecosystemen naar het voorbeeld van Boston. Daar werken universiteiten, ziekenhuizen, start-ups en bedrijven op korte afstand samen.”
“Onderwijsinstellingen, onderzoeksorganisaties en bedrijven worden actief gefaciliteerd om zich op gezamenlijke innovatiecampussen te vestigen, zodat kennisuitwisseling, talentontwikkeling en waarde scheppen elkaar versterken.”
Volt wil dat universiteiten en academische ziekenhuizen structureel ruimte krijgen om zelf klinisch onderzoek te organiseren, zodat de EU minder afhankelijk is van commerciële partijen en nieuwe behandelingen sneller publiek beschikbaar komen.
“Universiteiten en academische ziekenhuizen krijgen structurele ruimte om zelf fase I-II-onderzoek te organiseren, zodat de EU minder afhankelijk is van commerciële trials.”
BBB wil universiteiten meer autonomie geven, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid versterken en de nadruk leggen op Nederlandstalig onderwijs. Ze pleiten voor minder externe bemoeienis, beperking van kostenstijgingen, en een sterkere regionale afstemming van het universitaire aanbod op lokale behoeften.
BBB vindt dat universiteiten zelfstandiger moeten opereren, met minder invloed van externe organisaties zoals NWO. Ze willen dat universiteiten zelf meer zeggenschap krijgen over hun budget en activiteiten, en dat de inhuur van externe consultants wordt beperkt om de focus op onderwijs en onderzoek te houden.
“De autonomie van vooral de universiteiten moet worden vergroot. Daarbij wordt de rol van organisaties zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek teruggebracht en hun budget en activiteiten aan universiteiten zelf overgeheveld.”
“De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
BBB benadrukt dat universiteiten zich niet alleen op internationale rankings of abstracte modellen moeten richten, maar vooral op hun maatschappelijke taak. Ze willen dat universiteiten bijdragen aan regionale behoeften en maatschappelijke vraagstukken.
“Universiteiten moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus nemen en zich niet enkel richten op internationale rankings of abstracte modellen.”
BBB wil dat het Nederlands de standaard voertaal blijft aan universiteiten, met uitzondering van studies waar Engels onontkoombaar is. Dit moet de toegankelijkheid en binding met de Nederlandse samenleving waarborgen.
“Alle academische disciplines bieden Nederlandstalig onderwijs aan op universiteiten en hogescholen. Gebruik van Engels is toegestaan wanneer dit voor de betreffende studie onontkoombaar is.”
BBB wil de uitgaven aan universiteiten beperken en stelt dat verbeteringen uit bezuinigingen moeten worden bekostigd, om de financiële houdbaarheid te waarborgen.
“De kosten voor HBO’s en universiteiten mogen niet meer ongelimiteerd toenemen. Alle verbeteringen dienen in principe te worden bekostigd uit bezuinigingen.”
BBB wil de instroom van internationale studenten aan universiteiten beter afstemmen op regionale behoeften en het behoud van het lokale onderwijsaanbod, met meer numerus fixus en zonder uitbreiding van Engelstalig onderwijs.
“De aan universiteiten en HBO’s sterk gestegen instroom van internationale studenten wordt steeds meer afgestemd op het behoud van lokaal en regionaal onderwijsaanbod.”
“Wij zien meer in een uitbreiding van ‘numerus fixus’ en zeker niets in de ‘toets anderstalig onderwijs’.”
Het CDA ziet universiteiten als essentiële spelers in regionale kennisecosystemen en innovatie, en wil hun financiering minder afhankelijk maken van studentenaantallen. Ze pleiten voor meer samenwerking en specialisatie tussen universiteiten, investeren in studentenhuisvesting, en willen een gerichte aanpak voor internationale studenten en hun bijdrage aan Nederland.
Het CDA wil dat universiteiten zich meer specialiseren en samenwerken binnen regionale kennisecosystemen, waarbij financiering minder afhankelijk wordt van het aantal studenten. Dit moet leiden tot meer kwaliteit, innovatie en een betere aansluiting op regionale behoeften.
“Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie.”
Het CDA wil dat universiteiten, samen met gemeenten en woningcorporaties, investeren in passende studentenhuisvesting met aandacht voor ontmoetingsruimten. Dit moet bijdragen aan het welzijn van studenten en de leefbaarheid van studentensteden.
“Het CDA wil dat gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties samen investeren in passende studentenhuisvesting met specifieke aandacht voor ontmoetingsruimten.”
Het CDA erkent dat de behoefte aan internationale studenten per regio en opleiding verschilt en wil samen met universiteiten een visie ontwikkelen op aantallen, bekostiging en hun betekenis voor de regio. Ook willen ze afspraken maken over het aantal buitenlandse studenten dat na afstuderen in Nederland blijft werken.
“De behoefte aan internationale studenten verschilt per regio en per opleiding. In sommige regio’s zijn internationale studenten nodig om een opleiding in stand te houden, in andere regio’s is er een hoge druk op maatschappelijke voorzieningen, huisvesting en studentengemeenschappen. Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
“We maken met het onderwijsveld en werkgevers afspraken over het aantal studenten dat in Nederland na hun studie blijft werken.”
Om integratie te bevorderen, wil het CDA dat buitenlandse studenten aan universiteiten verplicht een cursus Nederlands volgen in hun propedeusejaar.
“Voor studenten uit het buitenland vormt een verplichte cursus Nederlands onderdeel van de propedeuse.”
De ChristenUnie vindt dat Nederlandse universiteiten zich primair moeten richten op het opleiden van Nederlandse studenten en wil het aantal internationale studenten beperken. Ze pleiten voor een rechtvaardiger financieringsmodel, meer ondersteuning voor kleine en levensbeschouwelijke universiteiten, en investeren in onafhankelijk onderzoek.
De ChristenUnie ziet het opleiden van Nederlandse studenten als de kerntaak van universiteiten en wil het aantal internationale studenten terugdringen om druk op voorzieningen te verminderen. Ze willen landelijke regie op studiemigratie en het financieringsmodel aanpassen zodat universiteiten niet afhankelijk zijn van buitenlandse studenten.
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten.”
“We passen het financieringsmodel aan om te voorkomen dat internationale studenten nodig zijn voor het voortbestaan van studies of instellingen.”
“We zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten.”
De partij erkent het belang van kleine studies en universiteiten met een levensbeschouwelijke identiteit, en wil deze gericht ondersteunen en voldoende financieren om hun voortbestaan te waarborgen.
“Er is gerichte ondersteuning en coördinatie nodig om bepaalde disciplines, bijvoorbeeld in de geesteswetenschappen, te behouden voor Nederland.”
“De theologische en andere levensbeschouwelijke universiteiten vervullen een belangrijke functie in het bestel. Zij stimuleren de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in het onderwijs en samenleving. We zorgen dat deze instellingen afdoende gefinancierd worden en kunnen blijven voortbestaan.”
De ChristenUnie wil blijvend investeren in onafhankelijk onderzoek aan universiteiten en praktijkgericht onderzoek aan hogescholen, om innovatie en wetenschappelijke ontwikkeling te stimuleren.
“Bovendien investeren we in sectorplannen en in ongebonden onderzoek op de universiteiten.”
GroenLinks-PvdA wil universiteiten structureel versterken door meer te investeren in onderzoek, wetenschap en innovatie, en door de financiering minder afhankelijk te maken van het aantal diploma’s. Ze pleiten voor meer samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en mbo, bescherming van academische vrijheid, en meer grip op internationalisering. De partij wil zo de kwaliteit, stabiliteit en toegankelijkheid van het universitair onderwijs verbeteren.
GroenLinks-PvdA wil de bezuinigingen op universiteiten terugdraaien en fors investeren in onderzoek en innovatie. Ze streven naar de Lissabon-doelstelling van 3% van het nationaal inkomen voor onderzoek en innovatie, en benadrukken het belang van regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en mbo.
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Hierbij is regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en het mbo van groot belang.”
De partij wil dat de financiering van universiteiten minder afhankelijk wordt van het aantal uitgereikte diploma’s, om meer zekerheid en stabiliteit te bieden. Dit moet universiteiten in staat stellen sneller vaste contracten aan te bieden en de kwaliteit van onderwijs en werkgelegenheid te verbeteren.
“De financiering van het onderwijs op universiteiten en hogescholen wordt minder afhankelijk van het aantal uitgereikte diploma’s. Er komt meer zekerheid en stabiliteit in financiering, zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden.”
GroenLinks-PvdA vindt academische vrijheid fundamenteel voor goede wetenschap en een open samenleving. Ze willen deze vrijheid wettelijk beter beschermen tegen druk van buitenaf.
“Academische vrijheid is van fundamenteel belang voor goede wetenschapsbeoefening en een open, democratische kennissamenleving. ... Die vrijheid staat onder druk en moet daarom wettelijk beter worden beschermd.”
De partij ondersteunt voorstellen van universiteiten om internationalisering van het onderwijsaanbod beter te sturen. Ze willen stabiele en toereikende bekostiging vanuit de overheid, zodat universiteiten minder onderling hoeven te concurreren om internationale studenten.
“We steunen de voorstellen vanuit de hogescholen en universiteiten om beter te sturen op de internationalisering van het onderwijsaanbod. Stabiele en toereikende bekostiging vanuit de overheid is hierbij van groot belang zodat er minder prikkels komen om onderling te concurreren.”
GroenLinks-PvdA wil dat universiteiten duidelijke richtlijnen krijgen om medezeggenschap actief te faciliteren, met uitgebreidere bevoegdheden voor medezeggenschapsraden en opleidingscommissies.
“Er komt een duidelijke richtlijn voor onderwijsinstellingen, van mbo tot universiteit, hoe zij medezeggenschap actief moeten faciliteren. We breiden de bevoegdheden van medezeggenschapsraden en opleidingscommissies uit en scherpen de verantwoordingsplichten van besturen aan.”
De SP wil universiteiten terugbrengen tot hun publieke kern: toegankelijk, betaalbaar en vrij van marktwerking en commerciële invloeden. Ze pleiten voor gratis universitair onderwijs, meer democratische zeggenschap binnen universiteiten, minder afhankelijkheid van internationale studenten voor inkomsten, en onafhankelijk onderzoek zonder bedrijfsinvloed. De kern is: universiteiten zijn er voor kennis, niet voor winst.
De SP verzet zich tegen het gebruik van universiteiten als verdienmodel, met name door het werven van internationale studenten voor financiële redenen. Ze willen universitair onderwijs gratis maken en de afhankelijkheid van marktlogica beëindigen, zodat toegankelijkheid en kwaliteit voorop staan.
“Onderwijs is geen exportproduct, maar een publieke taak. We zorgen ervoor dat instellingen niet langer afhankelijk zijn van internationale werving om financieel rond te komen. Tegelijk brengen we de instroom beter in balans en blijft elke opleiding volledig in het Nederlands te volgen.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis. Het is pure willekeur dat basis en middelbaar onderwijs gratis zijn, maar mbo, hbo en universiteit niet.”
De SP wil dat universiteiten zich richten op onafhankelijk, publiek gefinancierd onderzoek, zonder sturing door bedrijven of commerciële belangen. Ze zien commerciële invloed als een bedreiging voor de integriteit van de wetenschap en willen dat publicaties in handen blijven van wetenschappers.
“Onderzoek moet vrij zijn van marktsturing, druk van opdrachtgevers en belangenverstrengeling. Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek. Publicaties blijven altijd in handen van de wetenschappers zelf.”
De SP wil dat studenten en medewerkers meer inspraak krijgen in het bestuur van universiteiten. Ze pleiten voor een democratischer bestuursmodel, waarbij falende bestuurders kunnen worden weggestuurd door de medezeggenschapsraad.
De SP wil dat een deel van het universitaire studieaanbod, vooral bacheloropleidingen, verplicht in het Nederlands wordt gegeven. Dit om de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te waarborgen en de afhankelijkheid van internationale studenten te verminderen.
“Daarnaast moet een deel van het studieaanbod, vooral wat betreft bacheloropleidingen, verplicht in het Nederlands gegeven worden.”
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten aan universiteiten sterk beperken om de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenwoning te vergroten. Daarnaast pleit BVNL voor het verwijderen van ideologische indoctrinatie uit het hoger onderwijs en het waarborgen van academische vrijheid, waarheidsvinding en kritisch denken aan universiteiten.
BVNL ziet het grote aantal buitenlandse studenten als een probleem voor de toegankelijkheid van universiteiten en de woningmarkt voor Nederlandse studenten. Door het aantal buitenlandse studenten te beperken, wil BVNL de concurrentie om opleidingsplekken en studentenwoningen verminderen en zo de positie van Nederlandse studenten versterken.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
BVNL wil dat universiteiten vrij blijven van politieke en ideologische beïnvloeding. De partij benadrukt het belang van waarheidsvinding, kritisch denken, discussie en vrijheid van meningsuiting in het hoger onderwijs, en verzet zich tegen 'woke-isme' en andere vormen van indoctrinatie.
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
De PVV wil universiteiten sterk beperken in het aantrekken van buitenlandse studenten en eist dat bacheloropleidingen volledig in het Nederlands worden gegeven. Hun kernvisie is dat het hoger onderwijs primair voor Nederlandse studenten moet zijn en dat internationale instroom en Engelstaligheid moeten worden teruggedrongen.
De PVV stelt dat universiteiten hun bacheloropleidingen weer volledig in het Nederlands moeten aanbieden. Dit moet de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten vergroten en de invloed van internationalisering beperken.
De partij wil het aantal buitenlandse studenten aan universiteiten maximaal beperken. Zij zien studiemigratie als een probleem en vinden dat het hoger onderwijs in de eerste plaats voor Nederlanders bedoeld is.
50PLUS wil dat universiteiten in principe onderwijs in het Nederlands aanbieden en ziet universiteiten als medeverantwoordelijk voor het reguleren van studiemigratie en huisvesting van buitenlandse studenten. Hun beleid richt zich op het beperken van internationale instroom en het waarborgen van de Nederlandse taal in het hoger onderwijs.
50PLUS vindt dat hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands moet worden gegeven, om de positie van de Nederlandse taal te beschermen en de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten te waarborgen. Alleen bij bijzondere redenen mogen er uitzonderingen zijn.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
De partij wil dat universiteiten (en hogescholen) medeverantwoordelijk worden voor het reguleren van het aantal buitenlandse studenten en hun huisvesting. Dit moet leiden tot een beperking van het aantal studiemigranten en het voorkomen van overbelasting van systemen en voorzieningen.
DENK wil universiteiten toegankelijker, eerlijker en inclusiever maken door te investeren in het hoger onderwijs, selectieprocedures te hervormen en samenwerking met Israëlische universiteiten te beëindigen. De partij richt zich op het bestrijden van ongelijkheid en discriminatie binnen universiteiten en pleit voor een academische boycot van Israël. Concrete voorstellen zijn onder andere het toetsen van selectie-instrumenten op bias en het stopzetten van academische samenwerking met Israël.
DENK vindt dat universiteiten betaalbaar en toegankelijk moeten zijn voor iedereen, en wil ongelijkheid in selectieprocedures tegengaan. De partij ziet investeren in het hoger onderwijs als essentieel voor een sterke kenniseconomie en eerlijke kansen voor studenten.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Hbo en wo-instellingen worden verplicht om hun selectie-instrumenten te toetsen op bias en ongelijkheid. Selectieprocedures die ongelijkheid in de hand werken worden afgeschaft.”
DENK wil alle samenwerking met Israëlische universiteiten beëindigen als statement tegen het Israëlische beleid. Hiermee kiest de partij voor een uitgesproken politieke positie binnen het hoger onderwijs.
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”