De VVD ziet universiteiten en hun onderzoek als essentiële motoren voor economische groei, innovatie en internationale concurrentiekracht. De partij wil investeren in universiteiten, sturen op arbeidsmarktrelevantie, kennisveiligheid waarborgen en samenwerking met het bedrijfsleven versterken. Concrete voorstellen zijn onder meer het streven naar topuniversiteiten, meer middelen voor onderzoek, selectie van internationaal talent in schaarse sectoren, en strengere kennisveiligheid.
De VVD wil dat Nederlandse universiteiten tot de wereldtop behoren en investeert daarom in middelen, regelgeving en samenwerking met kennisinstellingen. Het doel is om universiteiten internationaal concurrerend te maken en innovatie te stimuleren.
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie.”
“We versterken de samenwerking met universiteiten en kennisinstellingen zodat hun innovaties bijdragen aan...”
De VVD wil dat universiteiten zich meer richten op opleidingen en onderzoek die aansluiten bij de arbeidsmarkt en maatschappelijke behoeften. De overheid gaat sturen op studentenaantallen en profilering, en bekostiging wordt deels afhankelijk van arbeidsmarktperspectief.
“Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren gaat de overheid meer sturen op de verdeling van aantallen studenten over opleidingen. De bekostiging moet gebaseerd worden op de capaciteit.”
“We gaan instellingen vragen meer samen te werken, zich te profileren op thema’s en minder te concurreren op studentenaantallen.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
De VVD wil het aantal internationale studenten en onderzoekers beperken tot sectoren met tekorten, zoals technologie en bètawetenschappen, om zo gericht talent aan te trekken dat bijdraagt aan de kenniseconomie.
“We kunnen het aantal internationale studenten niet ongericht laten groeien. Daarom moeten we dat beperken tot studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde.”
“We beperken het aantal internationale studenten in andere sectoren met inachtneming van de onderscheidende profielen van de universiteiten en hogescholen.”
De VVD wil gevoelige kennis beschermen tegen ongewenste buitenlandse invloed en spionage. Universiteiten moeten samenwerken met veiligheidsdiensten, onderzoekers worden gescreend en financiering transparant gemaakt.
“Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken om Nederland veilig te houden.”
“We screenen waar nodig onderzoekers en internationale samenwerkingen zodat militaire of dual-use-kennis nooit in verkeerde handen valt.”
“Onderzoekers die loyaal zijn aan onvrije regimes worden geweerd uit gevoelige kennisgebieden. Om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan wordt de herkomst van onderzoeksfinanciering openbaar.”
De VVD benadrukt het belang van academische vrijheid en een open debatcultuur binnen universiteiten als fundament voor kwalitatief hoogstaand onderzoek.
De Partij voor de Dieren wil universiteitsonderzoek minder afhankelijk maken van marktwerking en competitie, en pleit voor structureel publieke financiering, meer onafhankelijkheid en transparantie. Ze willen de invloed van bedrijven beperken, Open Access stimuleren, en zorgen voor eerlijke kansen en minder werkdruk voor onderzoekers. De kern van hun visie is dat universitair onderzoek primair de maatschappij en onafhankelijke wetenschap moet dienen, niet commerciële belangen.
De PvdD vindt dat universitair onderzoek te afhankelijk is van competitieve subsidies en commerciële belangen, wat leidt tot werkdruk en minder vernieuwend onderzoek. Ze willen structurele publieke financiering, minder afhankelijkheid van bedrijven, en het stoppen van competitie met lage slagingskans.
“De financiering van dit onderzoek bestaat vrijwel volledig uit subsidies die door middel van competitie worden verworven. Het overgrote deel van subsidieaanvragen wordt afgewezen, wat resulteert in onnodige werkdruk. ... De Partij voor de Dieren streeft naar vermindering van deze competitiedruk.”
“De overheid investeert extra geld in onderzoek dat bijdraagt aan een groene, gezonde, sociale en rechtvaardige maatschappij. Zulk fundamenteel onderzoek wordt minder afhankelijk van tweede en derde geldstromen.”
“Competities voor onderzoeksfinanciering met een slagingskans van minder dan 25% worden stopgezet. De hierbij vrijgekomen middelen worden evenredig verdeeld over wetenschappers als vrij te besteden onderzoeksgeld.”
“Verplichte cofinanciering door bedrijven bij onderzoeksvoorstellen wordt zoveel mogelijk vermeden.”
De partij wil de onafhankelijkheid van universitair onderzoek waarborgen door de invloed van bedrijven en commerciële belangen te beperken, strengere eisen te stellen aan bijzondere leerstoelen, en toezicht te houden op belangenverstrengeling.
“Daarnaast beperken we de invloed van bedrijven en multinationals op het onderzoek, want goed onderzoek dient allereerst de belangen van de maatschappij en de onafhankelijke wetenschap, niet die van het kapitaal.”
“Er komen strengere onafhankelijkheidseisen bij het instellen van bijzondere leerstoelen die gefinancierd worden door het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties en stichtingen.”
“Er wordt door de ethische commissies van de onderwijsinstellingen toezicht gehouden op eventuele belangenverstrengeling van onderwijzend personeel en onderzoekers, met name bij commerciële nevenfuncties.”
“Er komt een openbaar register van nevenactiviteiten van alle onderzoekers, professoren en docenten op universiteiten en hogescholen. Er wordt gehandhaafd op het goed bijhouden hiervan.”
De PvdD wil dat publiek gefinancierd universitair onderzoek volledig toegankelijk wordt gemaakt via Open Access en Open Science, zodat kennis breed beschikbaar is.
“Wetenschappelijk onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet dus toegankelijker worden. Daarom wordt de Open Access- en Open Science-beweging gesteund en gefinancierd. Ook wetenschappelijke artikelen en rapporten die (deels) met publiek geld zijn gefinancierd, zijn gratis en zonder belemmeringen in te zien.”
De partij wil af van perverse prikkels in het beoordelingssysteem, zodat ook onderzoek zonder sensationele uitkomsten gewaardeerd wordt en vernieuwend onderzoek meer kans krijgt.
“De overheid stimuleert daarom maatregelen tegen perverse prikkels in beoordelingssystemen voor wetenschappelijke onderzoeken en publicaties.”
“Onderzoek is niet alleen waardevol als er sensationele bevindingen worden gedaan of als voorspellingen worden bevestigd. Het gaat om de verwerving van kennis en daarbij is het ontkrachten of niet aantonen van verwachte uitkomsten eveneens belangrijk.”
JA21 wil dat universiteiten en onderzoek meer worden gefinancierd op basis van kwaliteit, maatschappelijke relevantie en impact, in plaats van studentenaantallen. Ze pleiten voor het ongedaan maken van bezuinigingen op wetenschappelijk onderwijs, minder afhankelijkheid van buitenlandse studenten, en het centraal stellen van het Nederlands als academische taal.
JA21 vindt dat het huidige financieringsmodel, gebaseerd op studentenaantallen, leidt tot perverse prikkels en onvoldoende aansluiting bij de maatschappelijke behoefte. Ze willen dat universiteiten en onderzoek worden gefinancierd op basis van kwaliteit, relevantie en impact, met meer vaste voet in het budget en minder afhankelijkheid van buitenlandse studenten.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“Voorts dient de financiering te worden gebaseerd op kwaliteit en maatschappelijke impact. Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studentenaantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studentenaantallen.”
JA21 wil de recente bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs terugdraaien om de internationale toppositie van Nederland als kennisland te behouden.
JA21 ziet de instroom van buitenlandse studenten als een gevolg van het huidige financieringsmodel en wil deze beperken, met voorrang voor Nederlandse studenten bij inschrijving en huisvesting.
“Minder instroom van buitenlandse studenten en voorrang bij inschrijving en huisvesting van Nederlandse studenten;”
“Het financieringsmodel zorgt er ook voor dat het werven van internationale studenten een verdienmodel is geworden. Dat gaat ten koste van Nederlandse studenten, bijvoorbeeld door de enorme druk op de woning- en kamermarkt.”
JA21 vindt dat het gebruik van Engels in het universitair onderwijs de academische vorming verarmt en wil het Nederlands weer centraal stellen, met uitzondering van internationaal gerichte studies.
“Het Nederlands weer centraal staat als de taal waarin in het onderwijs wordt gegeven op universiteit en hogeschool (uitzonderingen daargelaten).”
“Het gebruik van Engels als taal waarin het onderwijs wordt gegeven, leidt veelal tot een verarming van de academische vorming omdat studenten en docenten ondanks goede kennis van het Engels zich toch minder genuanceerd en breed kunnen uitdrukken. Dit gaat ten koste van de diepgang van het onderwijs.”
BBB vindt dat universitair onderzoek meer moet bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken en minder gericht moet zijn op internationale rankings of abstracte modellen. Ze willen meer balans tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek, minder bureaucratie, meer autonomie voor universiteiten, en een sterkere regionale samenwerking. Concrete voorstellen zijn het overhevelen van onderzoeksbudgetten naar universiteiten zelf, het verminderen van administratieve lasten, en het stimuleren van praktijkgericht onderzoek.
BBB wil dat universitair onderzoek niet alleen theoretisch is, maar ook praktisch bijdraagt aan de samenleving. Ze vinden dat wetenschap te ver van de praktijk is komen te staan en pleiten voor meer samenwerking met regionale partners en het midden- en kleinbedrijf.
“Wij willen dat er meer balans komt tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek. Onderzoekers verdienen ruimte om vrij te denken én om samen te werken met de regio.”
“Universiteiten moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus nemen en zich niet enkel richten op internationale rankings of abstracte modellen.”
“Voor BBB geldt: wetenschap moet bijdragen aan de samenleving, aan onze kennispositie én aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.”
BBB vindt dat wetenschappers te veel tijd kwijt zijn aan administratieve taken en het aanvragen van financiering. Ze willen dat universiteiten meer autonomie krijgen over hun onderzoeksgelden en minder afhankelijk zijn van externe organisaties.
“Ook binnen wetenschapsfinanciering pleit BBB voor eenvoud, minder bureaucratie en meer langjarige zekerheid. Wetenschappers moeten minder tijd kwijt zijn aan het schrijven van aanvragen en meer tijd kunnen besteden aan hun vak.”
“De autonomie van vooral de universiteiten moet worden vergroot. Daarbij wordt de rol van organisaties zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek teruggebracht en hun budget en activiteiten aan universiteiten zelf overgeheveld.”
BBB wil dat praktijkgericht onderzoek vooral op hogescholen plaatsvindt, omdat dit goedkoper is dan op universiteiten. Universiteiten moeten zich meer richten op hun kerntaken.
“Praktijkgerichte onderzoeken die zowel op HBO’s als universiteiten plaatsvinden, worden bij voorkeur op HBO’s voortgezet. De praktijkgerichte onderzoekskosten zijn op HBO’s aanzienlijk lager.”
BBB wil dat universiteiten stoppen met het inhuren van externe consultants en beleidsadviseurs die geen directe waarde toevoegen aan onderwijs of onderzoek.
“De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten aan universiteiten sterk beperken om de kansen voor Nederlandse studenten op opleidingsplekken en studentenwoningen te vergroten. Daarnaast pleit de partij voor het verwijderen van ideologische invloeden uit het universitair onderwijs en het stimuleren van onderzoek en innovatie, met name op het gebied van technologie.
BVNL ziet het grote aantal buitenlandse studenten als een probleem voor de toegankelijkheid van universiteiten en de woningmarkt voor Nederlandse studenten. Door het aantal buitenlandse studenten te beperken, wil BVNL de concurrentie om opleidingsplekken en studentenwoningen verminderen.
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
BVNL vindt dat universiteiten zich moeten richten op waarheidsvinding, kritisch denken en vrijheid van meningsuiting, en niet op ideologische beïnvloeding. De partij noemt specifiek het verwijderen van 'woke-isme' en andere vormen van indoctrinatie uit het hoger onderwijs.
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
BVNL wil investeren in onderzoek en innovatie, met een focus op technologische ontwikkeling. Universiteiten en academici worden expliciet genoemd als belangrijke spelers in deze ambitie.
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie. We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen.”
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in universitair onderzoek door structureel meer te investeren in wetenschap, meer vaste aanstellingen te creëren en academische vrijheid te beschermen. Ze pleiten voor een eerlijke balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, open toegang tot publiek gefinancierd onderzoek en betere arbeidsvoorwaarden voor onderzoekers. De partij benadrukt het belang van internationale samenwerking en het aantrekken en behouden van wetenschappelijk talent.
D66 wil eerdere bezuinigingen op onderzoek en innovatie terugdraaien en extra investeren, met directe middelen naar universiteiten en onderzoeksinstellingen. Hiermee willen ze ruimte creëren voor noodzakelijk onderzoek en Nederland weer aan de top brengen.
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap. Een groot deel van dit geld gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Zo krijgen zij de ruimte voor het onderzoek dat nodig is.”
D66 erkent de onzekerheid door tijdelijke contracten in de wetenschap en wil meer vaste aanstellingen bij universiteiten realiseren, zodat onderzoekers meer zekerheid en een betere werk-privébalans krijgen.
“Te veel onderzoekers werken jarenlang op tijdelijke contracten. Dat zorgt voor veel onzekerheid en maakt dat wetenschap moeilijk te combineren is met het privéleven. D66 wil daarom meer vaste aanstellingen bij universiteiten.”
D66 vindt het belangrijk dat er een goede balans is tussen praktijkgericht en fundamenteel onderzoek, met meer ruimte voor vrij onderzoek dat niet door beleid of externe partijen wordt gestuurd.
“D66 wil een goede balans tussen onderzoek met en zonder directe praktische toepassing. Daarom komt er meer ruimte voor vrij onderzoek dat niet wordt gestuurd door beleid of anderen buiten de wetenschap.”
D66 wil dat onderzoek dat met publiek geld is gefinancierd, voor iedereen vrij toegankelijk is.
“Onderzoek dat is gefinancierd met publiek geld moet voor iedereen vrij te lezen en toegankelijk zijn.”
D66 wil academische vrijheid beschermen tegen intimidatie, censuur en geopolitieke druk, en zet in op het aantrekken en behouden van internationaal wetenschappelijk talent.
“D66 staat pal voor de onafhankelijke wetenschap. Wetenschappers moeten hun werk kunnen doen zonder angst voor intimidatie, censuur of ontslag. Ook beschermen we onze kennis en technologie beter tegen de druk van geopolitieke spanningen en misbruik.”
“D66 wil internationaal toptalent naar Nederland halen. We zetten ons ook in om wetenschappelijk talent in Nederland te houden.”
D66 vindt internationale uitwisseling van kennis en onderzoek waardevol en wil het voor docenten en onderzoekers makkelijker maken om met een Erasmusbeurs aan een buitenlandse universiteit te werken.
“Voor docenten en onderzoekers wordt het makkelijker om met een Erasmusbeurs aan een buitenlandse universiteit te werken. Want internationale uitwisseling van kennis en onderzoek is waardevol.”
FVD wil universiteiten weer centra van uitmuntendheid maken door de nadruk te leggen op kwaliteit, strengere selectie en meer autonomie in onderzoek. Ze willen de NWO afschaffen zodat universiteiten rechtstreeks door het Rijk worden gefinancierd en zelf hun onderzoeksprioriteiten kunnen bepalen, met als doel meer diversiteit en pluriformiteit in universitair onderzoek.
FVD stelt dat de huidige onderzoeksfinanciering via de NWO leidt tot een te eenzijdige sturing van onderzoek. Door de NWO af te schaffen en universiteiten rechtstreeks door het Rijk te laten financieren, krijgen universiteiten meer vrijheid om hun eigen onderzoeksprioriteiten te bepalen. Dit moet de diversiteit en pluriformiteit van universitair onderzoek vergroten.
“We schaffen de NWO af en laten universiteiten rechtstreeks door het Rijk financieren, zodat zij zelf hun onderzoeksprioriteiten bepalen en de diversiteit aan onderzoek wordt vergroot.”
“Ook schaffen we de NWO af, zodat universiteiten rechtstreeks vanuit het Rijk worden gefinancierd en meer pluriformiteit ontstaat in het onderzoek dat hoogleraren kunnen entameren.”
“We schaffen NWO af, universiteiten worden weer rechtstreeks gefinancierd voor hun onderzoek, zo bevorderen we de diversiteit binnen de academische wereld.”
FVD vindt dat universiteiten zijn verworden tot diploma-fabrieken door massalisering en output-financiering, wat ten koste gaat van de kwaliteit van onderzoek en onderwijs. Ze willen strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en een herwaardering van het Nederlands als voertaal om het niveau van universitair onderzoek en onderwijs te verhogen.
“Het hoger onderwijs is de afgelopen decennia uitgehold door massalisering, internationalisering en nivellering. Universiteiten en hogescholen zijn steeds meer gaan functioneren als diploma-fabrieken, waar de nadruk ligt op aantallen afgestudeerden in plaats van op kwaliteit en excellentie.”
“Forum voor Democratie wil dat universiteiten weer centra van uitmuntendheid worden, waar kwaliteit en kennis voorop staan en waar studenten worden uitgedaagd om het hoogste niveau te bereiken.”
“Daarom pleiten wij voor strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en het terugbrengen van de Nederlandse taal als voertaal in het academisch onderwijs.”
NSC wil universiteiten sterker verankeren in de Nederlandse samenleving en investeert in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, met nadruk op maatschappelijke relevantie en kennisveiligheid. Ze pleiten voor meer financiering van onafhankelijk onderzoek, open toegang tot publicaties, en het stimuleren van kritisch en tegendraads onderzoek. De partij wil dat universiteiten bijdragen aan Nederlandse beleidsvraagstukken en minder gericht zijn op internationale studenten en Engelstaligheid.
NSC benadrukt het belang van substantiële investeringen in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie, met versterking van de primaire geldstroom voor universiteiten. Ze willen ook academische tegenmacht versterken via onafhankelijke universiteitspers en universiteitsraden.
“Om de positie van Nederland als kennisland te behouden is een substantieel budget voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en kennisvalorisatie van belang. We steunen de versterking van de primaire geldstroom (‘sectorgelden’) voor universiteiten.”
“Ter versterking van de academische tegenmacht zorgen universiteiten voor een goed gefinancierde, onafhankelijke universiteitspers en een krachtige universiteitsraad, die volledig is geïnformeerd en voldoende wordt ondersteund.”
NSC vindt dat universitair onderzoek te veel losstaat van de Nederlandse samenleving en wil dat onderzoek zich meer richt op nationale problemen en beleidsvraagstukken.
“Het hoger onderwijs moet weer meer aandacht hebben voor de oplossingen van problemen en uitdagingen in ons eigen land. We versterken het onderzoek dat gericht is op Nederlandse beleidsvraagstukken.”
De partij wil academische vrijheid waarborgen en richt een fonds op voor nieuwsgierig en tegendraads onderzoek dat gevestigde consensus bevraagt.
“We richten een onafhankelijk fonds op dat nieuwsgierig en tegendraads onderzoek ondersteunt en gevestigde consensus binnen vakgebieden kritisch bevraagt.”
NSC wil dat wetenschappelijke publicaties volledig open toegankelijk zijn en universiteiten alleen werken met non-profit open metadata-aanbieders. Ze eisen ook transparantie over financiering van leerstoelen om kennisveiligheid te waarborgen.
“We sluiten geen nationale contracten meer met uitgevers zonder plan voor volledige toegankelijkheid (open access) van wetenschappelijke publicaties. Universiteitsbibliotheken werken voortaan alleen met non-profit open metadata-aanbieders.”
“Universiteiten moeten voorkomen dat waardevolle kennis ongewenst in buitenlandse handen valt. Kennisveiligheid vereist actief screeningsbeleid en volledige transparantie over financiering van leerstoelen, zeker als geld afkomstig is van bedrijven of buitenlandse mogendheden.”
Volt wil universiteiten structureel beter financieren voor onafhankelijk, innovatief en grensoverstijgend onderzoek, met een sterke nadruk op Europese samenwerking en publieke waarden. Ze pleiten voor vaste langetermijnfinanciering, meer ruimte voor academisch geleide studies, en het stimuleren van publiek-private samenwerkingen, zodat onderzoek bijdraagt aan maatschappelijke innovatie en betaalbare toepassingen.
Volt vindt dat universiteiten en onderzoekers structurele zekerheid moeten krijgen om risicovol en innovatief onderzoek te doen, zonder afhankelijk te zijn van kortetermijnsubsidies of commerciële belangen. Dit moet Nederland aantrekkelijker maken voor toptalent en internationale samenwerking, en de basis leggen voor een gezond innovatie-ecosysteem.
“Volt zorgt voor vaste, langetermijnfinanciering van fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek. Zo hebben onderzoekers en kennisinstellingen structurele zekerheid om risicovolle en innovatieve projecten op te zetten. Dit voorkomt kortetermijndenken in onderzoek en maakt Nederland aantrekkelijker voor toptalent en internationale samenwerking.”
“We realiseren de zogenoemde Lissabon-doelstellingen om 3% van het bruto binnenlandse product (bbp) (publiek en privaat) te besteden aan onderzoek en ontwikkeling. Hierbij komt ongeveer een derde uit publieke investeringen en twee derde uit private investeringen. Samenwerking en aansluiting binnen de EU zijn hierbij leidend.”
Volt wil universiteiten en academische ziekenhuizen structureel faciliteren om onafhankelijk klinisch onderzoek te doen, zodat de EU minder afhankelijk is van commerciële trials en innovatieve behandelingen sneller en betaalbaar beschikbaar komen.
“Universiteiten en academische ziekenhuizen krijgen structurele ruimte om zelf fase I-II-onderzoek te organiseren, zodat de EU minder afhankelijk is van commerciële trials. Daardoor kunnen patiënten sneller toegang krijgen tot innovatieve behandelingen.”
Volt ziet succesvolle publiek-private consortia als voorbeeld en wil dat onderzoeksresultaten sneller leiden tot maatschappelijke en innovatieve toepassingen, met actieve rol voor publieke investeringsbanken en bescherming van publieke belangen.
“Succesvolle publiek-private consortia als Oncode Institute en Biotech Booster, die wetenschap en toepassing verbinden en zo maatschappelijke waarde creëren, nemen we als uitgangspunt. De Nationale Investeringsbank krijgt hierbij een actieve rol om de ontwikkeling van onderzoeksresultaten naar innovatieve bedrijven en maatschappelijke toepassingen te ondersteunen.”
Volt legt sterk de nadruk op Europese samenwerking en grensoverstijgend onderzoek, zodat universiteiten gezamenlijk kunnen innoveren en maatschappelijke uitdagingen aanpakken.
“We versterken het Europese Universiteiten Initiatief waarbij universiteiten en hogescholen in heel de EU gezamenlijke opleidings- en studietrajecten vormgeven. Meer universiteiten in Nederland sluiten zich hierbij aan.”
“We zetten ons in voor grensoverstijgend wetenschappelijk onderzoek zoals de Einsteintelescoop in de Euregio Maas-Rijn.”
BIJ1 wil universiteiten en hun onderzoek onafhankelijker, democratischer en maatschappelijker maken. Ze pleiten voor het afschaffen van outputfinanciering, het verbreken van banden met de agro-industrie en Israëlische instellingen, en het waarborgen van academische vrijheid. De partij wil dat universiteiten zich richten op transparant, publiek onderzoek en dat bestuur en toezicht democratisch worden gekozen.
BIJ1 wil dat universiteiten niet langer worden afgerekend op het aantal afgestudeerden, om zo de kwaliteit en onafhankelijkheid van onderzoek en onderwijs te waarborgen.
“‘Outputfinanciering’ schaffen we af. Het geldbedrag dat onderwijsinstellingen ontvangen, hangt niet langer af van het deel afgestudeerden.”
De partij vindt het essentieel dat universiteiten vrij kunnen bepalen welk onderzoek zij doen, zonder politieke of commerciële druk.
“De overheid werkt samen met hogescholen en universiteiten om de academische vrijheid te garanderen.”
BIJ1 wil alle institutionele banden tussen Nederlandse universiteiten en Israëlische onderwijsinstellingen verbreken, als politieke maatregel.
“We voeren ‘academische boycot’ voor ‘Israël’ in: we verbreken alle banden tussen Nederlandse en ‘Israëlische’ onderwijsinstellingen.”
De partij wil dat Wageningen Universiteit & Research (WUR) niet langer samenwerkt met de agro-industrie, maar zich als publieke instelling richt op transparant, ecologisch onderzoek.
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we. De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst.”
BIJ1 wil dat besturen en raden van toezicht van universiteiten democratisch worden gekozen door medewerkers en studenten, om meer inspraak en diversiteit te waarborgen.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau.”
De ChristenUnie wil structureel investeren in onafhankelijk en praktijkgericht onderzoek aan universiteiten en hogescholen, met minder nadruk op studentenaantallen in de bekostiging. Ze pleiten voor meer samenwerking binnen het hoger onderwijs, bescherming van kleine en levensbeschouwelijke universiteiten, en een financieringsmodel dat universiteiten meer zekerheid en ruimte voor onderzoek biedt.
De ChristenUnie vindt dat universiteiten en hogescholen blijvend moeten investeren in zowel praktijkgericht als ongebonden (fundamenteel) onderzoek. Dit moet innovatie stimuleren en bijdragen aan een duurzame economie. De partij wil samenwerking binnen het hoger onderwijs bevorderen via gerichte fondsen en subsidies.
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies. Bovendien investeren we in sectorplannen en in ongebonden onderzoek op de universiteiten.”
“Investeringen in wetenschap en onderzoek zijn nodig als we ons als land willen blijven ontwikkelen, in lijn met de Lissabondoelstelling van 3%.”
De ChristenUnie wil het financieringsmodel van universiteiten hervormen zodat instellingen minder afhankelijk zijn van studentenaantallen. Dit moet meer ruimte geven aan onderwijs en onderzoek, en de continuïteit van universiteiten waarborgen.
“In de nieuwe bekostiging worden studentenaantallen minder belangrijk, de vaste voet van instellingen groter en de variabele voet kleiner. Overheadkosten worden verminderd, zodat er meer ruimte is voor onderwijs en onderzoek.”
De partij erkent het belang van kleine studies en levensbeschouwelijke universiteiten voor het academisch landschap en de samenleving. Ze willen deze instellingen gericht ondersteunen en hun financiering waarborgen.
“Er is gerichte ondersteuning en coördinatie nodig om bepaalde disciplines, bijvoorbeeld in de geesteswetenschappen, te behouden voor Nederland.”
“De theologische en andere levensbeschouwelijke universiteiten vervullen een belangrijke functie in het bestel. Zij stimuleren de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in het onderwijs en samenleving. We zorgen dat deze instellingen afdoende gefinancierd worden en kunnen blijven voortbestaan.”
De SP wil universiteiten en universitair onderzoek volledig loskoppelen van markt- en bedrijfsbelangen, en pleit voor forse publieke investeringen in onafhankelijk, fundamenteel onderzoek. De partij verzet zich tegen marktlogica, commerciële sturing en internationalisering als verdienmodel, en wil de zeggenschap bij wetenschappers en de samenleving leggen in plaats van bij bedrijven of bestuurders.
De SP stelt dat universitair onderzoek vrij moet zijn van commerciële belangen en marktsturing, omdat dit de integriteit en maatschappelijke waarde van wetenschap ondermijnt. Ze willen een onafhankelijk fonds oprichten waar bedrijven geen zeggenschap hebben, en publicaties moeten altijd in handen van wetenschappers blijven.
“Onderzoek moet vrij zijn van marktsturing, druk van opdrachtgevers en belangenverstrengeling. Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek. Publicaties blijven altijd in handen van de wetenschappers zelf.”
“Steeds vaker bepalen commerciële belangen wat er onderzocht wordt, hoe, en met welk doel. Bedrijven gebruiken hun geld en invloed om universiteiten in te zetten voor eigen winst, terwijl publieke kennis steeds verder onder druk komt te staan.”
De SP wil structureel meer investeren in fundamenteel, niet-direct rendabel universitair onderzoek, omdat grote doorbraken vaak voortkomen uit langdurig publiek gefinancierd onderzoek zonder directe commerciële doelen. Ze benadrukken het belang van ruimte en zekerheid voor jonge onderzoekers en het stoppen van kortetermijndenken en concurrentiedwang.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“We stoppen met kortetermijndenken en concurrentiedwang binnen de wetenschap. Jonge onderzoekers krijgen ruimte en zekerheid. De kwaliteit van onderzoek staat weer voorop, niet de naam of het netwerk van de aanvrager.”
De SP verzet zich tegen het gebruik van internationalisering en Engelstalige opleidingen als verdienmodel voor universiteiten, omdat dit volgens hen de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs en onderzoek schaadt.
“Onderwijsinstellingen werven internationale studenten niet om de wetenschap te verrijken, maar omdat het geld oplevert. Overvolle collegezalen en Engelse opleidingen zijn voor veel universiteiten en hogescholen een verdienmodel geworden en dat gaat ten koste van de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs. Wij stoppen met deze doorgeschoten marktlogica.”
De SGP wil universiteiten meer financiële zekerheid geven voor onderzoek, met een nadruk op versterking van de eerste geldstroom en meer ruimte voor praktijkgericht onderzoek. De partij vindt dat ethische commissies van universiteiten niet geschikt zijn om internationale conflicten te beoordelen en wil dat overheidsdiensten hierbij een grotere rol spelen. De SGP pleit voor minder overheidssturing op het aanbod van opleidingen en meer aandacht voor de Nederlandse taal in het hoger onderwijs.
De SGP wil dat universiteiten meer structurele middelen krijgen voor onderzoek, met een grotere rol voor praktijkgericht onderzoek. Dit moet zorgen voor meer stabiliteit en minder afhankelijkheid van tijdelijke of externe financiering. De partij vindt het onwenselijk dat de overheid via bekostigingsinstrumenten te veel invloed krijgt op het aanbod en de verdeling van studenten.
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
“De eerste geldstroom van instellingen wordt versterkt. Het is onwenselijk dat de Rijksoverheid door instrumenten zoals capaciteitsbekostiging nog meer invloed krijgt op het opleidingen-aanbod en de verdeling van studenten.”
“Er komt een investering in starters- en stimuleringsbeurzen.”
De SGP vindt dat universiteiten niet zelf moeten oordelen over internationale conflicten of risico’s bij onderzoekssamenwerking met onvrije landen. In plaats daarvan moeten overheidsdiensten, in samenwerking met de sector, deze risico’s beoordelen om nationale veiligheid en integriteit van onderzoek te waarborgen.
“Ethische commissies van universiteiten zijn niet uitgerust en niet de geëigende instantie om buitenlandse conflicten te beoordelen. Bij het beoordelen van risico’s van onderzoekers uit landen zoals Iran en samenwerkingsrelaties met instellingen in onvrije landen zoals China spelen overheidsdiensten een belangrijke rol in samenwerking met de sector.”
50PLUS doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over universiteitsonderzoek of wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten. Het programma richt zich vooral op de taal van het hoger en universitair onderwijs en de verantwoordelijkheid van universiteiten bij studiemigratie, maar benoemt geen visie, plannen of voorstellen specifiek gericht op universitair onderzoek.
50PLUS wil dat het hoger en universitair onderwijs in principe in het Nederlands wordt aangeboden, met slechts uitzonderingen bij bijzondere redenen. Dit standpunt richt zich op de onderwijstaal en niet op onderzoek, maar is het enige relevante concrete voorstel dat universiteiten direct raakt.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
50PLUS stelt dat universiteiten medeverantwoordelijk zijn voor het aantal studiemigranten en hun huisvesting, maar dit betreft beleid rond instroom en niet onderzoek.
Het CDA ziet universiteiten als motoren van innovatie en economische groei, waarbij onderzoek en samenwerking met de regio centraal staan. Ze willen de financiering van universiteiten minder afhankelijk maken van studentenaantallen, meer investeren in onderzoek en innovatie, en universiteiten positioneren als onderdeel van regionale kennisecosystemen. Daarnaast pleit het CDA voor het behalen van de Lissabon-doelstelling voor R&D-investeringen en het stimuleren van sleuteltechnologieën.
Het CDA benadrukt het belang van universiteiten voor onderzoek en innovatie, en wil universiteiten sterker positioneren binnen regionale kennisecosystemen. De partij wil minder focus op studentenaantallen in de bekostiging en meer op samenwerking en specialisatie, zodat universiteiten optimaal kunnen bijdragen aan innovatie en economische ontwikkeling.
“Onderzoek en innovatie zijn de motor van ons toekomstig verdienvermogen en dragen bij aan de toekomst van Nederland. Onze onderwijsinstellingen die belangrijk onderzoek doen hebben alles in huis om innovatie aan te jagen.”
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie. Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
Het CDA wil dat Nederland voldoet aan de Lissabon-doelstelling van 3% van het bbp aan R&D, met een duidelijke rol voor universitair onderzoek, en extra investeringen in sleuteltechnologieën zoals AI en quantum computing. Hiermee wil de partij de internationale concurrentiepositie van Nederland versterken en innovatie stimuleren.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek en valorisatie dat zich richt op de sleuteltechnologieën van de toekomst, zoals AI, quantum-computing, groene chemie, batterijtechnologie en biotechnologie.”
GroenLinks-PvdA wil fors investeren in wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en streeft naar meer structurele financiering, minder afhankelijk van studentenaantallen. De partij benadrukt het belang van academische vrijheid en regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en mbo-instellingen. Hun visie is dat universiteiten ruimte moeten krijgen voor onafhankelijk onderzoek en innovatie, met stabiele financiering en wettelijke bescherming van academische vrijheid.
GroenLinks-PvdA wil na jaren van bezuinigingen weer fors investeren in wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten. Ze streven naar het behalen van de Lissabon-doelstelling (3% van het nationaal inkomen naar onderzoek en innovatie) en benadrukken het belang van regionale samenwerking. Dit moet de basis leggen voor innovatie en kennisontwikkeling in Nederland.
“Na jaren van afbraakbeleid moet er weer ruimte komen voor onderzoek en innovatie. We investeren fors in wetenschappelijk onderzoek. We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Hierbij is regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en het mbo van groot belang.”
De partij wil de financiering van universiteiten minder afhankelijk maken van het aantal uitgereikte diploma’s. Door meer zekerheid en stabiliteit in de financiering kunnen universiteiten sneller vaste contracten aanbieden en zich beter richten op hun kerntaken, waaronder onderzoek.
“De financiering van het onderwijs op universiteiten en hogescholen wordt minder afhankelijk van het aantal uitgereikte diploma’s. Er komt meer zekerheid en stabiliteit in financiering, zodat universiteiten en hogescholen sneller vaste contracten kunnen aanbieden.”
GroenLinks-PvdA vindt academische vrijheid essentieel voor goed universitair onderzoek. Ze signaleren dat deze vrijheid onder druk staat en willen deze daarom wettelijk beter beschermen, zodat onderzoekers onafhankelijk kunnen werken zonder externe druk.
“Academische vrijheid is van fundamenteel belang voor goede wetenschapsbeoefening en een open, democratische kennissamenleving. Het gaat om de vrijheid van onderzoekers om naar eigen inzicht onderzoek te doen en onderwijs te geven zonder druk van buitenaf. Die vrijheid staat onder druk en moet daarom wettelijk beter worden beschermd.”
DENK wil het hoger onderwijs toegankelijker en rechtvaardiger maken, met extra investeringen en het aanpakken van ongelijkheid in selectieprocedures. Opvallend is het voorstel om alle samenwerking met Israëlische universiteiten te beëindigen via een academische boycot. De partij noemt geen expliciet beleid voor het stimuleren of reguleren van universitair onderzoek zelf, behalve deze boycot.
DENK pleit voor meer investeringen in het hoger onderwijs om de kwaliteit te waarborgen en de kenniseconomie te versterken. Dit is vooral gericht op toegankelijkheid en betaalbaarheid, niet direct op het stimuleren van universitair onderzoek.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
DENK wil alle samenwerking met Israëlische universiteiten beëindigen en pleit voor een academische boycot. Dit is het enige concrete voorstel dat direct betrekking heeft op universitair onderzoek en internationale samenwerking.
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”
De PVV noemt universiteiten en onderzoek nauwelijks in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen over universitair onderzoek. De partij richt zich vooral op het beperken van buitenlandse studenten en het verplicht stellen van Nederlands als voertaal in bacheloropleidingen, zonder expliciet beleid of visie op wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten te formuleren.
De PVV wil dat bacheloropleidingen aan universiteiten volledig in het Nederlands worden gegeven en het aantal buitenlandse studenten maximaal beperken. Dit wordt gepresenteerd als maatregel om het onderwijs toegankelijker te maken voor Nederlandse studenten en om studiemigratie te beperken, maar er wordt geen direct verband gelegd met universitair onderzoek of de financiering/organisatie daarvan.