50PLUS is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen, met name voor ouderen. Zij benadrukken dat de AOW en pensioenuitkeringen onaantastbaar zijn en niet gekort mogen worden, en pleiten voor een sociaal stelsel dat beschermt in plaats van straft. Concrete voorstellen zijn het handhaven van de AOW-koppeling aan het minimumloon, het invoeren van een dertiende maand voor AOW’ers, en het tegengaan van uitsluiting of strafmaatregelen in het sociaal vangnet.
50PLUS beschouwt de AOW als het fundament van de welvaartsstaat en verzet zich tegen elke vorm van korting of versobering van deze uitkering. Ze willen de AOW-uitkering onaantastbaar houden, gekoppeld aan het minimumloon, en zelfs uitbreiden met een dertiende maand. Dit standpunt is een reactie op eerdere discussies over het korten van uitkeringen en het verhogen van de AOW-leeftijd.
“De AOW is het onaantastbare fundament van onze welvaartsstaat en blijft, wat 50PLUS betreft, staan als een huis.”
“De AOW-uitkering is er voor iedereen en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”
“Er wordt een dertiende maand ingevoerd voor AOW’ers, ter compensatie van het afschaffen van de Inkomensondersteuning-AOW (IO-AOW).”
“Handen af van de AOW.”
“Handhaving AOW-koppeling aan het minimumloon.”
50PLUS verzet zich tegen het huidige beleid waarbij mensen in het sociaal vangnet worden uitgesloten of gestraft, wat vaak neerkomt op het korten van uitkeringen. Zij pleiten voor een sociaal stelsel dat beschermt, ondersteunt en motiveert, en niet uitsluit of straft.
“50PLUS wil een sociaal stelsel dat beschermt, ondersteunt en motiveert en niet uitsluit of straft, zoals nu nog vaak het geval is.”
Voor mensen met zware beroepen of een lang arbeidsverleden wil 50PLUS een recht op vervroegde uitkering (AOW-light), zonder dat dit leidt tot korting op de reguliere AOW.
De Partij voor de Dieren (PvdD) is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen en wil het sociale vangnet juist versterken. Zij pleiten voor het verhogen van uitkeringen, het afschaffen van strenge voorwaarden en het vergroten van bestaanszekerheid, zodat niemand onder het bestaansminimum zakt of door sancties verder in de problemen komt.
De PvdD vindt dat uitkeringen zoals de bijstand, AOW, WIA en Wajong moeten meestijgen met de lonen en dat het sociale vangnet toegankelijker en rechtvaardiger moet worden. Zij willen af van sancties, verplichtingen en regels die leiden tot het korten van uitkeringen, omdat deze mensen in armoede en onzekerheid storten.
“Het minimumloon gaat omhoog naar 18 euro per uur. Het beweegt voortaan automatisch mee met de mediane lonen, met als ondergrens 60% van het mediane inkomen. Uitkeringen zoals de AOW, WIA, Wajong en bijstand stijgen mee.”
“We halen het wantrouwen uit regels voor de sociale zekerheid. Mensen in hetzelfde huishouden hebben recht op dezelfde bijstandsuitkering als anderen, dus we schrappen de kostendelersnorm en partnertoets. Bijverdienen wordt mogelijk voor mensen in de bijstand. De hoogte van het bedrag aan giften dat mensen met een uitkering op grond van de Participatiewet mogen ontvangen wordt verhoogd. We eisen geen tegenprestatie meer van mensen met recht op bijstand.”
“We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Ieder mens moet een voldoende hoog inkomen hebben om in de basisbehoeften te voorzien. We volgen de aanbevelingen van de enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening hierin volledig op.”
“We breiden pilots met verschillende vormen van een basisinkomen, zoals een vast bedrag per maand of een negatieve inkomstenbelasting, uit.”
De partij wil af van verplichtingen en sancties die kunnen leiden tot het korten van uitkeringen, zoals de sollicitatieplicht, tegenprestatie en herindicaties. Dit om mensen niet verder in de problemen te brengen en het vertrouwen in het sociale stelsel te herstellen.
“We eisen geen tegenprestatie meer van mensen met recht op bijstand.”
“We schaffen de sollicitatieplicht voor 60-plussers af. Ook werklozen die mantelzorg verlenen hoeven niet langer verplicht te solliciteren.”
“We schrappen onnodige herindicaties voor personen met een (levenslange) handicap en/of chronische ziekte.”
De ChristenUnie is tegen het onnodig korten van uitkeringen en wil het sociale vangnet juist versterken en vereenvoudigen. Ze pleiten voor het afschaffen van de kostendelersnorm, het terugdraaien van bezuinigingen op de WW-duur, en het menselijker maken van de Participatiewet, zodat mensen niet onterecht financieel worden benadeeld. Hun visie is dat sociale zekerheid gebaseerd moet zijn op vertrouwen en rechtvaardigheid, niet op wantrouwen en bestraffing.
De ChristenUnie vindt het onrechtvaardig dat uitkeringen worden gekort als mensen samenwonen of onderdak bieden aan iemand in nood. Door de kostendelersnorm af te schaffen voor deze groepen willen ze solidariteit bevorderen en financiële straffen voorkomen.
“Wie dat doet, wordt nu financieel gestraft via de kostendelersnorm: hoe meer mensen in één huis wonen, hoe lager de uitkering per persoon. Dat is niet rechtvaardig. Daarom schaffen we de kostendelersnorm in de Participatiewet af voor mensen die onderdak bieden aan iemand in nood of bereid zijn om hun woning te delen met iemand anders.”
“We schaffen de kostendelersnorm in de Participatiewet af voor mensen die tijdelijk of structureel onderdak bieden aan iemand in nood of bereid zijn om hun woning te delen met iemand anders.”
De partij keert zich tegen het korten op de WW-uitkering door de duur te verkorten. Ze willen de oorspronkelijke duur van twee jaar handhaven, omdat het verkorten vooral kwetsbare groepen raakt.
“Het huidige kabinet heeft aangekondigd de duur van de WW met 6 maanden te verlagen. Dit raakt met name werklozen die ook in de huidige arbeidsmarkt moeilijk een nieuwe baan kunnen vinden, zoals sommige ouderen of mensen met ene beperking. De ChristenUnie draait deze bezuiniging terug en handhaaft de duur van de WW op twee jaar.”
De ChristenUnie wil dat het sociale zekerheidsstelsel uitgaat van vertrouwen en dat burgers niet onterecht financieel worden benadeeld door fouten of onduidelijkheden bij instanties zoals het UWV.
De partij streeft naar een systeem waarin mensen vooraf duidelijkheid hebben over hun inkomen, zodat ze niet onverwacht gekort worden door naheffingen of nabetalingen.
“We willen een eenvoudiger systeem voor inkomen en toeslagen waarbij mensen van tevoren duidelijkheid hebben over hun inkomen. Daarom vervangen we de toeslagen door slimmere alternatieven. Het huidige toeslagenstelsel zorgt voor inkomensonzekerheid en grote naheffingen of nabetalingen.”
D66 wil uitkeringen niet korten, maar juist verhogen en eenvoudiger maken. Ze pleiten voor een verhoging van het minimumloon en de bijstand, en willen het huidige toeslagenstelsel vervangen door een individueel basisbedrag dat inkomenszekerheid biedt. D66 ziet inkomenssteun als een recht en vindt dat deze voldoende moet zijn om van rond te komen.
D66 kiest expliciet voor het verhogen van het minimumloon en de daaraan gekoppelde bijstand, zodat mensen minder afhankelijk zijn van toeslagen en inkomenssteun voldoende is om van te leven. Dit is een duidelijke afwijzing van het korten op uitkeringen; het beleid is gericht op versterken in plaats van verlagen.
“Door de verhoging van het minimumloon en van de bijstand die daaraan gekoppeld is, zullen minder mensen afhankelijk zijn van toeslagen. Zo komt de basis weer op orde.”
“Werken moet lonen en de bijstand moet genoeg zijn om jezelf te kunnen redden en een fijn leven te leiden. We verhogen het minimumloon en het minimumjeugdloon. De bijstand stijgt in verhouding mee.”
D66 wil het huidige, complexe toeslagenstelsel afschaffen en vervangen door een individueel basisbedrag. Dit basisbedrag moet inkomenszekerheid bieden en voorkomen dat mensen door fouten of terugvorderingen in de problemen komen. Dit beleid is bedoeld om bestaanszekerheid te vergroten, niet om uitkeringen te verlagen.
“gaat het toeslagenstelsel drastisch op de schop en komt er een individueel basisbedrag voor terug.”
“Op de lange termijn vervangen we de toeslagen door een basisbedrag voor iedereen”
“Het individuele basisbedrag zorgt ervoor dat het inkomen van mensen op peil blijft. Zo ontstaat eindelijk een systeem dat meer bestaanszekerheid biedt.”
D66 benadrukt dat inkomenssteun (waaronder uitkeringen) voldoende moet zijn om van rond te komen, en dat het Rijk hiervoor verantwoordelijk is. Gemeenten moeten niet hoeven bijspringen omdat de landelijke uitkering te laag is.
“Inkomenssteun moet genoeg zijn om van rond te komen. Het Rijk is daarvoor verantwoordelijk, maar op dit moment moeten gemeenten vaak nog bijspringen om mensen van een volwaardig inkomen te voorzien. Dit moet anders.”
GroenLinks-PvdA is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen en wil juist het bestaansminimum versterken. Ze pleiten voor het afschaffen van terugvorderingen bij fouten van de overheid, het verhogen van uitkeringen zoals de AOW, en het versoepelen van eisen in de bijstand, zodat mensen niet onnodig in financiële problemen komen.
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat mensen financieel worden gestraft door fouten van de overheid, zoals het terugvorderen van te veel ontvangen uitkering. Zij vinden dat mensen niet in de problemen mogen komen door overheidsfouten en pleiten voor compensatie zonder negatieve gevolgen.
“Daarnaast mogen mensen niet in financiële ellende terechtkomen omdat zij grote bedragen terug moeten betalen die ze te veel hebben ontvangen door fouten van de overheid. Terugvorderingen worden uitgesloten.”
De partij wil uitkeringen verhogen en het bestaansminimum beschermen, zodat niemand onder een fatsoenlijk bestaansminimum zakt. Dit betekent dat uitkeringen meestijgen met het minimumloon en dat mensen niet bang hoeven te zijn voor verlagingen.
“De AOW en andere uitkeringen stijgen mee, en we strijden tegen armoede.”
“Iedereen moet kunnen rekenen op een fatsoenlijk bestaansminimum.”
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
GroenLinks-PvdA wil het vertrouwen herstellen door verplichtingen en sancties in de bijstand te schrappen, zodat mensen niet onnodig gekort worden bij kleine fouten of het niet voldoen aan strenge eisen.
“We stellen vertrouwen boven wantrouwen en schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis. We dringen het aantal formulieren terug en zorgen dat een vergissing niet zomaar leidt tot een boete.”
“Er gelden lichtere eisen waardoor mensen zich geen zorgen hoeven te maken over het behoud van hun spaargeld, auto of hun huis.”
De VVD wil uitkeringen kunnen korten voor mensen die niet voldoen aan bepaalde verplichtingen, zoals het leren van de Nederlandse taal of het weigeren van passend werk. Het doel is om werken altijd aantrekkelijker te maken dan het ontvangen van een uitkering, onder andere door strengere handhaving en het invoeren van een uitkeringsplafond. De partij legt de nadruk op het beperken van stapeling van uitkeringen en het aanscherpen van de taaleis.
De VVD vindt dat uitkeringen niet vrijblijvend mogen zijn en wil mensen korten op hun uitkering als zij onvoldoende Nederlands spreken en geen moeite doen om dit te leren, of als zij passend werk weigeren. Dit moet gemeenten verplichten strenger te handhaven en ervoor zorgen dat uitkeringen alleen beschikbaar zijn voor mensen die zich inspannen om te integreren en te werken.
“Wie onvoldoende Nederlands spreekt en geen moeite doet om dit te leren, wordt fors op de uitkering gekort. Er komt een extra korting bij het langdurig niet voldoen aan de taaleis. Uitkeringsgerechtigden die een geschikte baan weigeren, worden ook gekort.”
“Wie meer dan één keer passend werk weigert, moet gekort worden op de uitkering.”
“We korten mensen op de uitkering die geen Nederlands spreken en dit niet willen leren.”
De VVD wil een maximum stellen aan de totale steun die een huishouden via uitkeringen en toeslagen kan ontvangen, zodat werken altijd meer oplevert dan een uitkering. Dit uitkeringsplafond moet voorkomen dat mensen met uitkeringen meer te besteden hebben dan werkenden.
“We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen. Dit uitkeringsplafond zorgt ervoor dat werken altijd loont.”
“Het mag niet meer gebeuren dat iemand door een stapeling van uitkeringen en toeslagen meer te besteden heeft dan iemand die hard werkt om rond te komen. We voeren een plafond in op de totale steun die één huishouden kan ontvangen.”
De VVD wil dat gemeenten strenger handhaven op het naleven van verplichtingen door uitkeringsgerechtigden, omdat dit nu volgens de partij te weinig gebeurt. Dit moet ervoor zorgen dat uitkeringen alleen naar mensen gaan die zich aan de regels houden.
“We willen dat gemeenten hier streng op handhaven, te vaak gebeurt dat nu niet.”
BIJ1 is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen en wil juist een radicaal eerlijker en menselijker uitkeringssysteem. Ze pleiten voor het afschaffen van sancties, tegenprestaties en verrekeningen bij parttime werk in de bijstand, en willen uitkeringen regelluw en zonder strafmaatregelen maken. Hun visie is dat uitkeringen mensen moeten ondersteunen, niet straffen of in armoede houden.
BIJ1 wil dat mensen met een uitkering niet langer worden gestraft of gekort door sancties of verplichte tegenprestaties. Ze zien deze maatregelen als onnodig streng en schadelijk voor het welzijn van uitkeringsgerechtigden. Het doel is een systeem gebaseerd op vertrouwen en ondersteuning, niet op wantrouwen en straf.
BIJ1 wil dat mensen in de bijstand niet langer gekort worden als ze parttime werken. In plaats van straffen en verrekenen, moeten mensen hun parttime inkomen kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan. Zo willen ze armoedeval en ontmoediging van werk tegengaan.
“Ook stoppen de verrekeningen in de bijstand bij parttime inkomen. Zodat mensen in de bijstand in plaats dat ze hiervoor gestraft worden hun parttime inkomen juist kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan.”
BIJ1 wil uitkeringen eenvoudiger en menselijker maken, met minder regels en zonder nadruk op straffen. Ze willen dat het systeem gericht is op persoonlijke ontwikkeling en kwaliteit van leven, niet op het zoeken naar fouten of het opleggen van kortingen.
JA21 benoemt in haar verkiezingsprogramma niet expliciet het korten van uitkeringen, maar legt de nadruk op het verminderen van afhankelijkheid van sociale voorzieningen door het stimuleren van werk en het hervormen van het toeslagen- en belastingstelsel. De partij wil werken aantrekkelijker maken en het sociale vangnet beperken tot tijdelijke ondersteuning, zonder concrete voorstellen om uitkeringen direct te verlagen of te korten.
JA21 ziet het huidige sociale zekerheidsstelsel als te afhankelijk makend en wil mensen stimuleren om te werken in plaats van langdurig op een uitkering te blijven. Het doel is een sociaal vangnet dat tijdelijk ondersteunt, niet structureel afhankelijk maakt, door het verlagen van de marginale druk en het hervormen van het toeslagenstelsel.
“een sociaal vangnet dat mensen helpt zonder ze afhankelijk te maken.”
“Het personeelstekort wordt in brede zin veroorzaakt door verkeerde prikkels. Werken levert vaak te weinig op door het complexe toeslagenstelsel.”
“JA21 wil werknemers motiveren meer te werken, en pleit daarom voor een nieuw en sterk vereenvoudigd belastingstelsel, waarmee we de marginale druk fors verlagen – zo houden werkende Nederlanders meer over per verdiende euro.”
“Werken weer laten lonen met een sterk vereenvoudigd stelsel van toelagen, dat niet primair inkomensafhankelijk is en waarmee de marginale druk fors omlaag gaat.”
De SP is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen en wil juist uitkeringen verhogen en rechten van uitkeringsgerechtigden versterken. Ze pleiten voor het afschaffen van dwangmaatregelen, het verhogen van het sociaal minimum en het waarborgen dat fouten van instanties nooit tot nadeel voor uitkeringsgerechtigden leiden. De partij positioneert zich als beschermer van sociale zekerheid en bestaanszekerheid.
De SP verzet zich tegen het korten van uitkeringen en wil uitkeringen juist verhogen, gekoppeld aan het minimumloon, en rechten van uitkeringsgerechtigden versterken. Ze willen af van dwangmaatregelen en het wantrouwen richting mensen in de bijstand, en garanderen dat fouten van instanties niet tot financiële nadelen leiden voor uitkeringsgerechtigden. Dit alles om armoede te bestrijden en bestaanszekerheid te waarborgen.
“De uitkeringen stijgen mee. Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon. Zo krijgen gepensioneerden meer te besteden en zorgen we voor een bijstand waarmee niemand in armoede hoeft te leven.”
“Dwangmaatregelen helpen mensen niet en we stoppen met het georganiseerd wantrouwen van mensen in de bijstand.”
“Met daarbij de garantie dat fouten die het UWV heeft gemaakt nooit mogen leiden tot (financieel) nadeel voor uitkeringsgerechtigden.”
“De sociale zekerheid is bij de SP in veilige handen. Wij verkorten de WWduur niet.”
Volt is tegen het korten van uitkeringen en wil juist bestaanszekerheid garanderen door een basisinkomen in te voeren dat alle toeslagen en uitkeringen vervangt. Ze willen de bijstand niet verlagen door bijvoorbeeld de kostendelersnorm af te schaffen en het sociaal minimum te verhogen, zodat niemand onder het bestaansminimum hoeft te leven. Volt kiest voor een sociaal stelsel waarin mensen niet worden uitgesloten of gekort, maar ondersteund.
Volt wil het huidige systeem van uitkeringen en toeslagen vervangen door een maandelijks basisinkomen voor iedereen, waarmee het risico op kortingen of uitsluiting wordt weggenomen. Dit basisinkomen moet voldoende zijn om bestaanszekerheid te garanderen en voorkomt dat mensen onder het sociaal minimum leven.
“Er komt een maandelijks basisinkomen dat alle toeslagen vervangt. Dit bestaat uit een vaste basisuitkering per huishouden. Boven op die basis wordt er per volwassene en per kind extra geld uitgekeerd.”
“We schaffen alle toeslagen, heffingskortingen, aftrekposten, vrijstellingen en de werkgevers- en werknemerspremies af. Al deze regelingen worden afgedekt door invoering van het nieuwe basisinkomen en door uitbreiding van de inkomstenbelasting met een aantal schijven.”
“Het sociaal minimum moet omhoog, zodat het voldoende is om bestaanszekerheid te garanderen. Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
Volt wil de kostendelersnorm, die leidt tot korting op de bijstandsuitkering bij samenwonen, volledig afschaffen. Hiermee voorkomen ze dat mensen gekort worden op hun uitkering als ze met anderen samenwonen.
“We schaffen de kostendelersnorm in de participatiewet volledig af, zodat ook boven de 27 jaar inwonen niet meer tot korting op de bijstand leidt.”
BBB is terughoudend met het korten op uitkeringen en benadrukt het belang van een sociaal vangnet, eenvoudiger regels en bestaanszekerheid. De partij noemt slechts één expliciet voorstel om uitkeringen te korten, namelijk voor migranten die weigeren te participeren, en legt verder de nadruk op het behouden van bestaande uitkeringsregelingen en het menselijker maken van het systeem.
BBB stelt dat nieuwkomers binnen een jaar moeten deelnemen aan opleiding, vrijwilligerswerk of betaald werk. Wie dit weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen. Dit is het enige expliciete voorstel tot het korten van uitkeringen in het programma.
“Nieuwkomers moeten een bijdrage leveren aan ons land. Binnen een jaar volgt iemand een opleiding, doet vrijwilligerswerk of heeft een betaalde baan. Wie dat weigert, wordt gekort op uitkeringen en toeslagen.”
BBB benadrukt dat het sociale vangnet (WW, Ziektewet, WIA) behouden blijft en dat bestaanszekerheid voorop staat. Er worden geen voorstellen gedaan voor generieke kortingen op uitkeringen voor andere groepen.
BVNL wil uitkeringen en toeslagen korten voor mensen die wel kunnen, maar niet willen werken, om zo werken aantrekkelijker te maken dan een uitkering. Daarnaast pleit BVNL voor strengere voorwaarden voor het recht op een bijstandsuitkering, zoals een taaleis en een langdurig arbeidsverleden voor nieuwkomers. Het sociaal vangnet blijft bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken.
BVNL stelt dat mensen die in staat zijn om te werken, maar dit weigeren, gekort moeten worden op hun bijstandsuitkering en toeslagen. Dit moet het verschil tussen werken en een uitkering vergroten en de armoedeval tegengaan.
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag).”
BVNL wil dat nieuwkomers pas na tien jaar arbeidsverleden recht krijgen op een bijstandsuitkering en dat beheersing van de Nederlandse taal een voorwaarde wordt voor sociale voorzieningen. Dit moet misbruik van het sociale stelsel tegengaan en integratie bevorderen.
DENK is uitgesproken tegen het korten van uitkeringen en wil juist de koopkracht van mensen met een uitkering beschermen. Zij pleiten voor het verhogen van uitkeringen in lijn met de prijzen, het behouden van de koppeling met het minimumloon en het afschaffen van harde regelgeving die mensen benadeelt. Het bestaansminimum wordt afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben, zodat uitkeringen niet onder het noodzakelijke niveau zakken.
DENK wil uitkeringen niet korten, maar juist verhogen om de koopkracht te waarborgen. De partij ziet het als essentieel dat het bestaansminimum aansluit bij de werkelijke kosten van levensonderhoud en dat uitkeringen gekoppeld blijven aan het minimumloon. Hiermee wordt voorkomen dat mensen met een uitkering in armoede raken.
“Uitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden. De koppeling met het minimumloon blijft bestaan.”
“Het bestaansminimum wordt beter afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben om rond te komen en de bijstandsuitkering in combinatie met toeslagen gaat hier aan voldoen.”
DENK wil harde regelgeving in de sociale zekerheid die leidt tot benadeling van mensen afschaffen. Dit betekent dat regels die tot het korten van uitkeringen leiden, kritisch worden herzien of afgeschaft, met als doel een menselijker systeem.
“Wij blijven actief werken om harde regelgeving in de sociale zekerheid die leidt tot het benadelen van mensen af te schaffen.”
De PVV noemt het korten van uitkeringen alleen in zeer specifieke situaties, namelijk als sanctie bij crimineel gedrag of fraude. Er zijn geen algemene voorstellen om uitkeringen te verlagen of te beperken voor reguliere uitkeringsgerechtigden; het beleid richt zich uitsluitend op het stopzetten van uitkeringen bij misbruik of strafbaar gedrag.
De PVV wil uitkeringen direct stopzetten voor mensen die zich schuldig maken aan fraude, crimineel gedrag of onverklaarbare rijkdom, en voor uitkeringsgerechtigden die strafbare feiten plegen zoals het blokkeren van infrastructuur. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om misbruik van het sociale stelsel te voorkomen en criminaliteit te ontmoedigen.
De PVV stelt als voorwaarde voor het ontvangen van bijstand dat men de Nederlandse taal spreekt. Dit is bedoeld om integratie te bevorderen en misbruik van het sociale stelsel door mensen die zich niet willen aanpassen te voorkomen.
“Geen bijstand voor wie geen Nederlands spreekt”
Het CDA benoemt nergens expliciet het korten van uitkeringen als beleidsdoel of -maatregel. In plaats daarvan ligt de nadruk op het stimuleren van werk, het bieden van zekerheid bij het (tijdelijk) verlaten van een uitkering, en het niet aantasten van bestaande uitkeringsrechten. Concrete voorstellen over het daadwerkelijk verlagen of korten van uitkeringen ontbreken in het programma.
Het CDA wil mensen met een uitkering stimuleren om aan het werk te gaan door tijdelijke terugkeermogelijkheden te bieden, zodat de stap naar werk minder risicovol voelt. Dit is bedoeld om de angst voor verlies van uitkeringszekerheid te verminderen, niet om uitkeringen te korten.
“Voor mensen met een uitkering die aan het werk gaan, willen we tijdelijke mogelijkheden om terug te keren naar de oude uitkering als het werken onverhoopt niet gaat. Zodat mensen durven kiezen voor een baan, ook als dat onzeker voelt, in plaats van de zekerheid van een uitkering.”
Bij hervormingen van het arbeidsongeschiktheidsstelsel benadrukt het CDA expliciet dat de rechten van bestaande uitkeringen niet worden aangetast. Dit betekent dat er geen sprake is van het korten van bestaande uitkeringen.
“Voor een toekomstbestendig arbeidsongeschiktheidsstelsel maken we één uitkering voor duurzame en niet-duurzame arbeidsongeschikten; we tasten de rechten van bestaande uitkeringen niet aan.”
FVD pleit niet expliciet voor het korten van uitkeringen in algemene zin, maar stelt wel voor om de toegang tot sociale voorzieningen voor immigranten sterk te beperken. Het programma bevat geen concrete voorstellen om uitkeringen voor Nederlanders te verlagen, maar richt zich op het ontmoedigen van uitkeringsgebruik door migranten en het beperken van de aanzuigende werking van het Nederlandse sociale stelsel.
FVD wil dat immigranten pas na tien jaar arbeid in Nederland recht krijgen op toeslagen en uitkeringen, om het land minder aantrekkelijk te maken voor mensen die volgens hen vooral van het sociale stelsel willen profiteren. Dit standpunt is bedoeld om de instroom van migranten te beperken en de kosten voor de Nederlandse samenleving te verlagen.
“We laten immigranten pas aanspraak maken op toeslagen en uitkeringen na tien jaar arbeid in Nederland, zodat Nederland niet meer aantrekkelijk is voor gelukszoekers.”
FVD wil de opvang voor asielzoekers ernstig versoberen en de aanzuigende werking van het Nederlandse sociale stelsel tegengaan. Dit betekent dat voorzieningen voor deze groep worden beperkt, maar het programma noemt geen algemene korting op uitkeringen voor andere groepen.
“Zolang ze nog niet gesloten zijn, versoberen we de COA-opvanglocaties en verbieden het verlaten van het terrein aan de bewoners, zodat de aanzuigende werking voor profiteurs ophoudt te bestaan en de veiligheid van omwonenden gegarandeerd is.”
NSC is kritisch op het korten van uitkeringen en wil juist voorkomen dat mensen onterecht worden gekort, vooral bij informele hulp. Ze pleiten voor het schrappen van regels die leiden tot het korten van uitkeringen bij het ontvangen van hulp van familie of vrienden, en benadrukken het belang van bestaanszekerheid door uitkeringen te koppelen aan het minimumloon.
NSC vindt het onwenselijk dat mensen gekort worden op hun uitkering als zij informele hulp ontvangen, zoals boodschappen van familie of vrienden. Ze willen deze regels zoveel mogelijk afschaffen om solidariteit en onderlinge hulp niet te bestraffen.
“Het kan niet zo zijn dat mensen gekort worden op hun uitkering als ze bijvoorbeeld boodschappen krijgen van familie, vrienden of buren. Die regels gaan we zoveel mogelijk schrappen.”
Om bestaanszekerheid te waarborgen, wil NSC dat uitkeringen meestijgen met het minimumloon. Dit voorkomt feitelijk een 'korten' op uitkeringen door achterblijvende indexatie.
“We handhaven de koppeling van AOW en andere uitkeringen met het minimumloon zodat deze ook meegroeien met de gemiddelde stijging van de contractlonen.”
De SGP vindt dat alleen mensen die echt niet kunnen rondkomen recht hebben op een uitkering; wie wel kan maar niet wil werken, verliest dit recht. Tegelijkertijd wil de partij de bijstandsuitkering verhogen voor mensen die er niet van kunnen rondkomen, en het recht op uitkering strenger toetsen. De SGP koppelt het recht op uitkering dus aan bereidheid tot werken, maar wil het bestaansminimum voor kwetsbaren beschermen.
De SGP stelt dat uitkeringen alleen bedoeld zijn voor mensen die echt niet kunnen rondkomen en niet kunnen werken; wie wel kan werken maar niet wil, verliest het recht op bijstand. Dit standpunt is bedoeld om misbruik van het sociale vangnet te voorkomen en de nadruk te leggen op eigen verantwoordelijkheid.
“Alleen mensen die zelf echt niet kunnen rondkomen hebben recht op een uitkering. Voor wie wel kan maar niet wil werken, vervalt het recht op bijstand. Gemeenten en UWV krijgen middelen om hierop beter te toetsen.”
De SGP erkent dat de huidige bijstandsuitkering voor veel mensen onvoldoende is om van rond te komen en wil deze daarom verhogen. Dit standpunt is gericht op het waarborgen van een fatsoenlijk bestaansminimum voor de meest kwetsbaren.
“Te veel mensen komen niet rond van een bijstandsuitkering. De bijstand wordt daarom stapsgewijs verhoogd en blijft gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.”