BIJ1 pleit voor het publiek terugpakken en inzetten van grond, inclusief voormalige industriegebieden, voor sociale woningbouw en maatschappelijke doeleinden. Ze willen grondspeculatie en private projectontwikkelaars uitsluiten, zodat woningbouw alleen nog op publieke grond plaatsvindt, beheerd door democratische organisaties. Hun visie is radicaal: wonen is een recht, geen markt, en transformatie van gebieden moet altijd in dienst staan van betaalbare, toegankelijke huisvesting.
BIJ1 wil dat nieuwe woningbouw, ook op voormalige industriegebieden, uitsluitend op publieke grond plaatsvindt. Private grondspeculatie wordt verboden en gemeenten of het Rijk onteigenen grond in woningbouwgebieden tegen sociale gebruikswaarde. Dit moet de macht van projectontwikkelaars breken en woningbouw democratiseren.
“Nieuwe woningbouw mag voortaan alleen nog plaatsvinden op publieke grond. Die grond blijft permanent in collectief eigendom en wordt beheerd onder democratische controle van bewoners en lokale volkshuisvestingsorganisaties.”
“Gemeenten of het Rijk onteigenen private grond in woningbouwgebieden tegen sociale gebruikswaarde.”
“De grondmarkt die de woningbouw gegijzeld houdt wordt afgeschaft. Grondspeculatie wordt onmogelijk gemaakt: er komt een hoge planbatenheffing, speculatief grondbezit wordt verboden...”
BIJ1 verplicht gemeenten om een transparant register bij te houden van vrijkomend gemeentelijk vastgoed, waaronder mogelijk voormalige industriegebieden, en geeft voorrang aan wooncoöperaties en maatschappelijke projecten bij verkoop. Dit moet de transformatie van dergelijke gebieden ten goede laten komen aan betaalbare huisvesting.
“Gemeenten worden verplicht om een transparant register van vrijkomend gemeentelijk vastgoed bij te houden en bij de verkoop voorrang te geven aan wooncoöperaties of andere maatschappelijke projecten en organisaties.”
“De details van alle gemeentelijke vastgoedtransacties worden verplicht openbaar bijgehouden.”
BIJ1 wil leegstaande panden, waaronder mogelijk voormalige industriële gebouwen, actief onteigenen en uitsluitend inzetten voor maatschappelijke bestemmingen zoals woningbouw. Dit versnelt de transformatie van ongebruikte gebieden naar woonruimte.
“Er komen proactieve onteigeningsinstrumenten voor gemeenten met uitgebreide wettelijke grondslag. Er komt een door de overheid gesubsidieerd gemeentelijk fonds voor de onteigening van leegstaande woningen. Onteigende objecten mogen vervolgens alleen worden ingezet voor een maatschappelijke bestemming.”
Het CDA erkent het belang van herbestemming van kansrijke stedelijke gebieden, waaronder industriegebieden, voor woningbouw om de woningnood aan te pakken. Ze pleiten voor meer regie van de overheid, snellere procedures en het maximaal benutten van bestaande ruimte, maar doen geen expliciete, concrete voorstellen specifiek gericht op de transformatie van industriegebieden naar woningen. De partij blijft vooral algemeen over herbestemming en gebiedsontwikkeling, zonder diep in te gaan op de unieke uitdagingen van industriële transformatie.
Het CDA wil dat de overheid de regie neemt om kansrijke gebieden in steden, waaronder mogelijk industriegebieden, te herbestemmen voor woningbouw. Dit wordt gezien als een manier om de woningnood te verlichten en steden leefbaar te houden, maar concrete maatregelen of specifieke aandacht voor industriegebieden ontbreken.
Het CDA ziet complexe regelgeving en trage procedures als belemmeringen voor woningbouw, ook bij herbestemming van gebieden. Ze willen bezwaarprocedures verkorten en regelgeving vereenvoudigen om transformatieprojecten, waaronder mogelijk van industrie naar wonen, te versnellen.
Bij gebiedsontwikkeling, waaronder herbestemming, wil het CDA nadruk leggen op leefbaarheid, groen en voorzieningen. Dit geldt ook voor transformatieprojecten, maar er wordt niet specifiek ingegaan op industriegebieden.
“We bouwen met oog voor de leefbaarheid van groeiende steden: voldoende ruimte voor groen, klimaat-adaptief bouwen, ontmoeting en nabijheid van voorzieningen borgen in de omgevingsvisies.”
Volt wil industriële gebieden transformeren naar duurzame, gemengde woonwijken, met als speerpunt het sluiten van vervuilende industrieën zoals Tata Steel en het benutten van vrijgekomen ruimte voor woningbouw. Hun beleid richt zich op het combineren van wonen, werken en recreëren in groene, gezonde wijken, waarbij expliciet ruimte wordt gemaakt voor woningen op voormalige industrieterreinen.
Volt kiest ervoor om vervuilende industrieën, zoals Tata Steel, te sluiten en de vrijgekomen industriële gebieden te transformeren naar duurzame woonwijken. Dit wordt gezien als een kans om het woningtekort aan te pakken en tegelijkertijd de leefomgeving te verduurzamen.
“We trekken de stekker uit het vervuilende Tata Steel en bouwen Tata-stad.”
“We kiezen ervoor om niet verder te investeren in staalproductie in de IJmond, omdat er betere locaties in de EU zijn. Zo komt er ruimte vrij in het Noordzeekanaalgebied voor een strategische industrie die beter past bij de energietoekomst van Nederland en voor woningen.”
“Dat betekent dat sommige grote bedrijven uit de oude industrie beter kunnen verhuizen naar andere delen van de EU waar ze van waarde zijn... Zo spelen we ruimte vrij in ons eigen land.”
Volt stimuleert de transformatie van bestaande gebieden, inclusief vrijkomende gebouwen en terreinen, naar gemengde wijken waar wonen, werken en recreëren samenkomen. Dit beleid is gericht op het optimaal benutten van bestaande ruimte binnen steden, zodat woningbouw niet ten koste gaat van groene gebieden buiten de stad.
“We stimuleren gemeenten om actief de kansen te benutten om vrijkomende gebouwen, huizen en openbare ruimtes te transformeren naar functies die tot nu toe in de wijk ontbreken.”
“Door het beter benutten van bestaande bouw kan de woningvoorraad verder worden vergroot. De Rijksoverheid ontwikkelt in samenspraak met regionale overheden en partners in de huisvesting een landelijke stimuleringsmaatregel voor het splitsen, optoppen, aanplinten, bijplaatsen en transformeren van bestaande bebouwingen.”
GroenLinks-PvdA wil verloederde bedrijventerreinen en industriële gebieden transformeren tot locaties voor woningbouw om het woningtekort aan te pakken. Ze stellen voor om deze terreinen actief te bestemmen voor woningen, bindende afspraken te maken met lagere overheden, en grondeigenaren te stimuleren of te dwingen tot herontwikkeling. De partij ziet dit als een noodzakelijke stap om snel meer betaalbare woningen te realiseren en de ruimte in Nederland efficiënter te benutten.
GroenLinks-PvdA wil verloederde bedrijventerreinen en leegstaande industriële locaties omvormen tot woongebieden. Dit moet bijdragen aan het realiseren van hun ambitieuze woningbouwdoelstellingen en het beter benutten van bestaande ruimte, waarbij andere belangen soms moeten wijken.
“We gaan landbouwgrond bestemmen voor woningbouw en doen hetzelfde met verloederde bedrijventerreinen, leegstaande binnenstedelijke locaties en grond van ontwikkelaars die jarenlang niet ontwikkelen.”
“Daarom gaan we actief grond opkopen zodat grond weer in publieke handen komt, moeten de intensieve veehouderij en verloederde bedrijventerreinen plaatsmaken voor woningen en komt er een bouwstimulans zodat grondeigenaren sneller gaan bouwen.”
De partij wil bindende afspraken maken met gemeenten en provincies over de transformatie van industriële gebieden en bedrijventerreinen naar woningbouw. Daarnaast wordt een bouwstimulans ingezet om eigenaren van deze terreinen aan te zetten tot snelle herontwikkeling, eventueel met boetes of onteigening als stok achter de deur.
“Daarover willen we bindende afspraken maken met gemeenten en provincies, die we vastleggen in de Nota Ruimte.”
“Met een bouwstimulans gaan we grondeigenaren aansporen sneller te bouwen. De bouwstimulans is een gemeentelijke heffing op braakliggende terreinen met een woonbestemming. Zo loont het om te bouwen in plaats van grond braak te laten liggen. Als eigenaren van grond met een woonbestemming niet binnen een vaste termijn overgaan op woningbouw, volgen boetes en in het ergste geval onteigening.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet het transformeren van bestaande bebouwing, zoals lege bedrijfspanden en kantoorgebouwen, als een belangrijke manier om het woningtekort op te lossen zonder extra druk op natuur en leefomgeving. De partij wil nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen ontmoedigen en pleit voor herontwikkeling van bestaande industriële en bedrijfsgebieden naar woningen, met nadruk op duurzaamheid en het tegengaan van leegstand.
PvdD wil leegstaande bedrijfspanden en kantoorgebouwen herontwikkelen tot woningen om het woningtekort aan te pakken en verdere verstening van het landschap te voorkomen. Dit sluit aan bij hun bredere visie om bestaande bebouwing slimmer en duurzamer te benutten, en nieuwbouw van bedrijventerreinen te ontmoedigen.
“Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld en krijgen een andere functie, zoals wonen. Nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd.”
“Allereerst wordt bestaande bebouwing slimmer benut. Denk aan het transformeren van kantoorpanden, het aanpakken van leegstand...”
“Het tekort aan studentenwoningen wordt opgelost door snel duurzame woningen te realiseren, bij voorkeur in leegstaande (kantoor)gebouwen.”
Hoewel PvdD inzet op het herontwikkelen van leegstaande bedrijfspanden, ontbreekt een expliciet, grootschalig beleid voor de transformatie van volledige industriegebieden naar woonwijken. De nadruk ligt vooral op individuele panden en het tegengaan van verdere uitbreiding van bedrijventerreinen.
“Nieuwbouw van kantoren en bedrijventerreinen wordt ontmoedigd.”
De SGP benoemt de transformatie van leegstaande winkel- en kantoorpanden als binnenstedelijke kans voor woningbouw, maar noemt de transformatie van industriegebieden naar woningen niet expliciet als speerpunt. De partij richt zich vooral op het benutten van bestaande bebouwing en het verdichten waar mogelijk, met behoud van ruimte voor bedrijvigheid en landbouw. Concrete voorstellen over het omzetten van industriegebieden naar woningen ontbreken in het programma.
De SGP ziet binnenstedelijke verdichting en het transformeren van leegstaande winkel- en kantoorpanden als belangrijke kansen voor woningbouw, maar noemt industriegebieden niet expliciet. De focus ligt op het beter benutten van bestaande bebouwing en het toevoegen van woningen waar dat kan, zonder direct in te zetten op het omvormen van industrieterreinen. Dit laat ruimte voor bedrijvigheid en sluit aan bij het streven naar een gevarieerd woningaanbod.
De SGP benadrukt het belang van het behouden van ruimte voor bedrijvigheid en landbouw, wat impliceert dat grootschalige transformatie van industriegebieden naar woningen niet wordt nagestreefd. De partij wil regionale spreiding van economische ontwikkeling en bescherming van vruchtbare landbouwgrond, wat de prioriteit voor woningbouw op industrieterreinen beperkt.
BVNL is voorstander van het makkelijker maken van transformatie van bestaande bedrijfsruimtes naar woningen, als onderdeel van een bredere deregulering van de woningmarkt. De partij wil belemmeringen voor dergelijke transformaties wegnemen om snel meer woningen te realiseren zonder extra ruimtebeslag, maar doet geen specifieke uitspraken over grootschalige transformatie van industriegebieden als aparte beleidslijn.
BVNL ziet het makkelijker maken van de transformatie van bedrijfsruimtes naar woningen als een praktische manier om het woningtekort aan te pakken zonder extra ruimte te gebruiken. Dit past in hun algemene visie van deregulering en het verminderen van bureaucratische obstakels op de woningmarkt.
“Maak het transformeren van bedrijfsruimtes naar woningen makkelijker.”
Naast transformatie van bedrijfsruimtes, wil BVNL ook het splitsen van grote woningen en het optoppen van bestaande gebouwen vergunningsvrij maken. Dit draagt bij aan het creëren van extra woningen binnen bestaande bebouwing, zonder uitbreiding van het ruimtebeslag.
“Maak het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij. Dit leidt onmiddellijk tot meer woningen, zonder dat hiervoor extra ruimte wordt gebruikt.”
“Pas landelijk bestemmingsplannen aan, zodat extra verdiepingen op bestaande gebouwen kunnen worden gebouwd (het zogenaamde optoppen) en bouw überhaupt meer in de hoogte om kostbare ruimte te besparen.”
De ChristenUnie ziet het benutten van bestaande gebouwen, zoals leegstaande kantoren, als een belangrijke manier om het woningtekort aan te pakken, maar noemt de transformatie van industrieterreinen naar woningbouw nauwelijks expliciet. Hun focus ligt vooral op binnenstedelijke verdichting en het herbestemmen van ongebruikte panden, met als doel sneller en betaalbaar meer woningen te realiseren zonder extra open ruimte aan te tasten.
De ChristenUnie wil bestaande gebouwen, waaronder leegstaande kantoren, beter benutten door deze om te bouwen tot woningen. Dit wordt gezien als een efficiënte manier om het woningtekort aan te pakken en tegelijkertijd leegstand tegen te gaan, maar een expliciete focus op industrieterreinen ontbreekt.
“Bestaande gebouwen benutten we beter, bijvoorbeeld door leegstaande kantoren en gebouwen om te bouwen tot woningen, grote woningen te splitsen of door een extra verdieping op bestaande huizen toe te voegen (optoppen).”
De partij geeft prioriteit aan het bouwen binnen bestaande steden en dorpen, om zo het open landschap te sparen. Dit impliceert dat transformatie van bestaande stedelijke gebieden, waaronder mogelijk industriegebieden, de voorkeur heeft boven nieuwbouw op onbebouwde grond, maar wordt niet expliciet als zodanig benoemd.
“De ruimte in Nederland is beperkt. Verdichten (méér woningen bouwen binnen bestaande steden) is daarom essentieel. Door te bouwen op plekken waar de infrastructuur al ligt, voorkomen we dat open landschap verdwijnt en houden we voorzieningen bereikbaar.”
De ChristenUnie noemt specifiek de herbestemming van ongebruikte kantoorpanden als onderdeel van investeringsdeals voor regionale industrieclusters, maar noemt industrieterreinen zelf niet expliciet.
“We versterken de regionale industrieclusters, bijvoorbeeld via een investeringsdeal waar huisvesting onderdeel van is. Hierbij valt te denken aan de herbestemming van ongebruikte kantoorpanden.”
NSC ziet het benutten van bestaande (verouderde) terreinen, waaronder industriegebieden, als een kans om de woningbouw te versnellen en grondspeculatie tegen te gaan. Ze willen het mogelijk maken om verouderde terreinen te onteigenen en bestaande gebouwen te transformeren naar woonruimte, waarbij creatieve en innovatieve woonoplossingen worden gestimuleerd.
NSC wil verouderde terreinen, waaronder industriële gebieden, actief inzetten voor woningbouw door onteigening mogelijk te maken en grondspeculatie te voorkomen. Dit moet bijdragen aan het sneller beschikbaar maken van locaties voor woningbouw en het tegengaan van woekerprijzen.
“Daarnaast maken we het mogelijk om verouderde terreinen te onteigenen van het huidige gebruik, zodat grondspeculanten er geen woekerprijzen voor kunnen vragen.”
NSC pleit ervoor om het eenvoudiger te maken om bestaande gebouwen, zoals leegstaande kantoren, te transformeren naar woonruimte. Dit moet deels vergunningsvrij kunnen en vraagt om creatief en innovatief denken om de woningnood aan te pakken.
De PVV wil binnenstedelijk beter gebruikmaken van bestaande ruimte door kantoor- en bedrijfspanden te transformeren naar woningen, naast grootschalige nieuwbouw buiten de stad. Ze pleiten voor het versnellen van procedures en het maximaal benutten van transformatie, splitsing en optoppen om het woningtekort aan te pakken.
De PVV ziet het ombouwen van bestaande kantoor- en bedrijfspanden als een belangrijke oplossing voor het woningtekort, vooral binnenstedelijk. Ze willen dat alle mogelijkheden voor transformatie, splitsen en optoppen worden benut, zodat bestaande ruimte efficiënter wordt gebruikt voor woningbouw.
“Binnenstedelijk moet er beter gebruik van de ruimte worden gemaakt: naast woningbouw willen we meer transformatie van kantoor- en bedrijfspanden. Optoppen, splitsen en woningdelen – niets blijft onbenut.”
“Binnenstedelijk bouwen; transformatie van kantoor- en bedrijfspanden; optoppen, splitsen en woningdelen; niet alleen straatjes erbij, maar ook hele buurten en wijken”
Om transformatieprojecten te versnellen, wil de PVV kortere en snellere vergunningverlening en het tijdelijk beperken van bezwaar- en beroepsmogelijkheden bij woningbouwprojecten waar het omgevingsplan vastligt. Dit moet voorkomen dat woningbouwprojecten, waaronder transformaties, worden vertraagd door juridische procedures.
“Kortere en snellere vergunningverlening en procedures; tijdelijk beperken van de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen woningbouw waar een omgevingsplan vastligt”
BBB wil het ombouwen van bestaande gebouwen, zoals voormalige fabrieken, naar woningen makkelijker maken om de woningnood aan te pakken. Ze pleiten voor minder regels en meer ruimte voor herbestemming, zodat leegstaande industriële panden sneller en eenvoudiger kunnen worden getransformeerd tot woonruimte. De partij ziet dit als een praktische manier om de bestaande voorraad beter te benutten en de woningbouw te versnellen.
BBB vindt dat het ombouwen van leegstaande industriële panden, zoals fabrieken, tot woningen eenvoudiger moet worden gemaakt. Dit moet bijdragen aan het sneller oplossen van de woningnood en het beter benutten van bestaande gebouwen, waarbij gemeenten duidelijke instructies krijgen om deze transformatie te faciliteren.
“Leegstaande panden ombouwen tot woningen, zoals voormalige boerderijen, kantoren en fabrieken, moet makkelijker worden. Bouwen op eigen erf kan sinds de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting. Dit moet maximaal worden benut en gemeenten moeten hiervoor duidelijke instructies krijgen.”
Om de transformatie van industriële gebieden naar woningen te versnellen, wil BBB procedures verkorten en regels vereenvoudigen. Ze willen dat gemeenten geen extra eisen stellen aan woningbouwprojecten, tenzij ze die zelf bekostigen, zodat herbestemming van bijvoorbeeld fabrieken niet onnodig wordt vertraagd.
“De procedures voor het starten van bouwprojecten worden verkort en vereenvoudigd. Regels voor nieuwe woningen, zoals het bouwbesluit en duurzaamheidseisen blijven de komende jaren gelijk om zekerheid te bieden aan bouwers en kopers. Gemeenten met hun welstandscommissies en provincies mogen geen extra eisen stellen aan te bouwen woningen, tenzij zij dit vanwege publiek belang zelf bekostigen.”
DENK benoemt het versnellen van woningbouw als topprioriteit en wil bestaande gebouwen, zoals kantoorpanden, maximaal ombouwen tot woningen. Specifiek over de transformatie van industriegebieden naar woningbouw doet DENK echter geen concrete uitspraken; hun voorstellen richten zich vooral op het herbestemmen van bestaande gebouwen en het wegnemen van belemmeringen voor woningbouw in het algemeen.
DENK wil leegstaande gebouwen, zoals kantoorpanden, ombouwen tot woningen om het woningtekort snel aan te pakken. Dit voorstel richt zich op het efficiënter benutten van bestaande bebouwing, maar noemt industriegebieden niet expliciet. Het beleid is vooral gericht op het versnellen van procedures en het vergroten van de woningvoorraad via transformatie van bestaande panden.
“We blijven maximaal inzetten op het ombouwen van kantoorpanden of andere gebouwen naar woningen.”
Om woningbouwprojecten sneller te realiseren, wil DENK belemmerende regelgeving schrappen en procedures versnellen. Hoewel dit niet specifiek over industriegebieden gaat, kan het transformatieprojecten in brede zin vergemakkelijken.
“Ook wordt er gekeken naar de mogelijkheden om bezwaarmogelijkheden tegen woningbouwprojecten te verminderen, de termijnen te versnellen en door middel van het vergroten van de capaciteit procedures sneller te doorlopen.”
FVD wil woningtransformatie vergemakkelijken door het eenvoudiger te maken om bestaande panden, zoals kantoren, om te bouwen tot woningen. Het programma noemt geen expliciet beleid voor de transformatie van industriegebieden naar woningbouw, maar pleit in algemene zin voor het versoepelen van regels rond woningtransformatie om sneller meer woningen beschikbaar te maken.
FVD wil het makkelijker maken om bestaande gebouwen, zoals kantoren, te transformeren naar woningen. Dit moet bijdragen aan het sneller oplossen van het woningtekort, zonder landbouw- of natuurgrond op te offeren. Hoewel industriegebieden niet expliciet worden genoemd, valt dit standpunt onder het bredere streven naar meer flexibiliteit in het gebruik van bestaande bebouwing voor woningbouw.
De SP benoemt het aanpakken van leegstand van kantoren en andere gebouwen als een belangrijke bron voor het creëren van extra woonruimte, maar noemt de transformatie van industriegebieden naar woningbouw niet expliciet als speerpunt. Hun focus ligt vooral op het ombouwen van leegstaande panden en het bestrijden van grondspeculatie om woningbouw te versnellen, met als doel betaalbare woningen te realiseren voor woningzoekenden.
De SP ziet het benutten van leegstaande kantoren en andere gebouwen als een directe oplossing voor de woningnood. Door leegstand aan te pakken en deze panden geschikt te maken voor bewoning, wil de partij snel extra woonruimte creëren, vooral voor jongeren, starters en dak- en thuislozen. Dit wordt als alternatief voor nieuwbouw gepresenteerd, maar een expliciete koppeling met industrieterreinen ontbreekt.
“Daarnaast is er maar liefst 16 miljoen vierkante meter aan leegstaande kantoren en andere gebouwen verspreid over 226 duizend panden. Daar liggen kansen. Wij maken een einde aan langdurige leegstand. Leegstaande panden worden extra belast, zodat speculatie niet langer loont. Als eigenaren geen plannen hebben om de panden te gebruiken of geschikt te maken voor bewoning, kunnen gemeenten deze onteigenen. We zetten leegstand om in woonruimte. Gebouwen die nu leegstaan, worden zo snel mogelijk bewoonbaar gemaakt voor jongeren, starters, dak en thuisloze mensen en andere woningzoekenden.”
De SP wil grondspeculatie aanpakken zodat gemeenten en woningbouwverenigingen sneller en goedkoper grond kunnen verwerven voor woningbouw. Hoewel dit niet specifiek over industrieterreinen gaat, raakt het wel aan het versnellen van woningbouw op beschikbare locaties, wat ook transformatie van industriegebieden zou kunnen omvatten.
“Grondeigenaren die grond vasthouden om winst te maken belasten we zwaarder. Speculanten die onnodig wachten met bouwen en hun belang boven die van de samenleving zetten zullen wij onteigenen. Gemeenten en woningbouwverenigingen krijgen weer toegang tot betaalbare grond zodat zij betaalbare woningen kunnen bouwen.”
D66 benoemt de noodzaak om bestaande ruimte beter te benutten voor woningbouw, waaronder het herontwikkelen van oude gebouwen en gebieden. Het verkiezingsprogramma bevat echter geen expliciet, concreet beleid of voorstel voor de transformatie van industrieterreinen naar woningbouw; de partij blijft op dit punt algemeen en vaag.
D66 wil sneller meer woningen realiseren door bestaande gebouwen en gebieden te herontwikkelen, maar noemt industrieterreinen niet expliciet. De partij richt zich op het ombouwen van lege of oude gebouwen en het toevoegen van woningen in bestaande wijken als onderdeel van een bredere strategie om de woningnood aan te pakken.
“Daarom moeten we nu al beginnen met beter gebruik van wat er al is. Door lege gebouwen om te bouwen, extra verdiepingen toe te voegen en oude gebouwen te herontwikkelen. We onderzoeken waar we meer huizen in bestaande wijken kunnen toevoegen.”
JA21 benoemt het benutten van bestaande vastgoedvoorraad, waaronder transformatie van gebouwen, als een versnellingsmaatregel voor woningbouw, maar noemt nergens expliciet de transformatie van industriegebieden naar woningen als speerpunt. Het programma focust vooral op optoppen, transformeren en splitsen van bestaande gebouwen, zonder specifieke aandacht voor industriële gebieden.
JA21 wil de woningbouw versnellen door bestaande gebouwen te transformeren, optoppen en splitsen, zodat gebruik wordt gemaakt van bestaande infrastructuur en de stikstofuitstoot beperkt blijft. Dit wordt gepresenteerd als een pragmatische maatregel om snel meer woningen te realiseren, maar er wordt niet specifiek verwezen naar industriegebieden; het betreft vooral de algemene vastgoedvoorraad.
“Het benutten van de huidige vastgoedvoorraad door optoppen, transformeren en splitsen van gebouwen en woningen waardoor gebruik gemaakt kan worden van bestaande infrastructuur en de stikstofuitstoot beperkter is.”
De VVD noemt de transformatie van bestaande gebouwen, zoals kantoren, winkels en scholen, naar woningen als een manier om het woningtekort aan te pakken, maar benoemt niet expliciet de transformatie van industriegebieden naar woningbouw. Het programma focust vooral op het makkelijker maken van herbestemming van leegstaand vastgoed en het schrappen van regels om woningbouw te versnellen. Concrete voorstellen voor grootschalige transformatie van industriegebieden naar woningen ontbreken.
De VVD wil het makkelijker maken om leegstaande gebouwen, zoals kantoren, winkels of scholen, te transformeren tot woningen. Dit wordt gezien als een manier om sneller meer woonruimte te creëren, maar industriegebieden worden niet expliciet genoemd.
“het ombouwen van leegstaande gebouwen tot woningen wordt makkelijker gemaakt. Denk aan leegstaande kantoren, winkels of scholen die tot woonruimte kunnen worden getransformeerd.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma