De ChristenUnie wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door structurele hervormingen die zekerheid voor werknemers verhogen, kwetsbare groepen ondersteunen en misstanden zoals doorgeschoten flexibilisering en uitbuiting van arbeidsmigranten aanpakken. Ze pleiten voor eenvoudiger toegang tot werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, het aantrekkelijker maken van vaste contracten, en betere begeleiding en bescherming van kwetsbare werkenden. Concrete voorstellen zijn onder meer het aanpakken van flexwerk, het verbeteren van sociale werkvoorzieningen, en het vereenvoudigen van instrumenten als jobcoaching en loonkostensubsidie.
De ChristenUnie wil de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt tegengaan en vaste contracten aantrekkelijker maken, zodat meer mensen toegang krijgen tot stabiel werk. Dit moet de drempel tot de arbeidsmarkt verlagen, vooral voor mensen in onzekere posities.
“De negatieve uitwassen van onze flexibele arbeidsmarkt pakken we aan. Zoals de doorgeschoten flexibilisering in de vorm van een cultuur van uitbesteden en tijdelijke contracten.”
“We willen af van de situatie dat tijdelijke werknemers voor een werkgever goedkoper zijn dan werknemers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn. We streven duurzame arbeidsverhoudingen na tussen werkgevers en werknemers.”
“Het is de hoogste tijd om werk te maken van deze plannen en werknemers meer zekerheid te geven. Bijvoorbeeld via de wetsvoorstellen ‘Meer zekerheid flexwerkers’ en ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’, die spoedig door de Tweede Kamer behandeld moeten worden.”
“Aan de andere kant moet het voor werkgevers (financieel) aantrekkelijker worden om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom verlagen we de aof- en awf-premies.”
De partij wil dat iedereen, ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, volwaardig kan meedoen. Ze pleiten voor eenvoudiger toegankelijke instrumenten voor werkgevers en extra begeleiding voor werknemers die dat nodig hebben.
“Iedereen die aan de kant staat of een afstand heeft tot de arbeidsmarkt, moet volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. De ondersteuningsbehoefte van de werknemer staat centraal, bijvoorbeeld via extra begeleiding of een beschutte werkplek.”
“De verschillende instrumenten (zoals jobcoaching of loonkostensubsidie) worden eenvoudiger toegankelijk voor werkgevers, ongeacht via welke wet (WIA, WW, bijstand) de werknemer nu een uitkering ontvangt.”
“Voor mensen die duurzaam of tijdelijk afhankelijk zijn van een beschermde werkomgeving, moeten sociale werkvoorzieningen voldoende werkplekken bieden als vangnet en als springplank.”
De ChristenUnie wil de Participatiewet hervormen om inkomenszekerheid te vergroten en de overgang naar werk te vergemakkelijken, met speciale aandacht voor jongeren, chronisch zieken en mensen met een medische urenbeperking.
“Vereenvoudiging van inkomensondersteuning en versteviging van inkomenszekerheid (ook bij de overgang tussen dagbesteding, bijstand en betaald werk) moet daarbij de kern zijn.”
“Onderdeel daarvan ook is perspectief voor chronisch zieken en mensen met een medische urenbeperking in de bijstand, de afschaffing van de 4-wekenzoektermijn bij jongeren en meer ruimte voor initiatieven zoals het bouwdepot dat kwetsbare jongeren financiële stabiliteit biedt.”
De partij wil misstanden rond arbeidsmigratie en uitzendwerk aanpakken, zodat arbeidsmigranten niet worden uitgebuit en de arbeidsmarkt eerlijker wordt voor iedereen.
“Er wordt streng toegezien op de naleving van het nieuwe toelatingsstelsel voor de uitzendbranche. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt de uitzendsector eindelijk gereguleerd.”
“Het is nu te makkelijk om met een uitzendbureau veel geld te verdienen ten koste van de werk- en woonsituatie van kwetsbare werknemers, vaak arbeidsmigranten.”
“Sectoren die geen verbetering laten zien in hoe ze met mensen omgaan (zoals de vleessector), krijgen een uitzendverbod opgelegd.”
De ChristenUnie wil het mbo toegankelijker maken voor jongeren zonder startkwalificatie en garandeert kwalitatief goede stageplaatsen, om de instroom op de arbeidsmarkt te bevorderen.
“Het mbo moet toegankelijk zijn voor instromers zonder startkwalificatie na beoordeling door de opleiding. De samenwerking tussen mbo-instellingen en werkgevers wordt versterkt, zodat elke jongere verzekerd is van een kwalitatief goede stageplaats, inclusief stagevergoeding.”
FVD wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt voor Nederlanders vergroten door het beroepsonderwijs te versterken, praktijkgerichte leerwegen te stimuleren en de afhankelijkheid van arbeidsmigratie te verminderen. Ze pleiten voor nauwere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, herwaardering van vakmanschap en het aantrekkelijker maken van ondernemerschap en ZZP-schap. Hun beleid richt zich op het direct inzetbaar maken van jongeren en het wegnemen van belemmeringen voor ondernemers.
FVD ziet het tekort aan vakmensen als een groot probleem voor de arbeidsmarkttoegankelijkheid en wil het beroepsonderwijs opnieuw inrichten met praktische leerwegen, samenwerking met bedrijven en herwaardering van ambachtstitels. Dit moet jongeren direct inzetbaar maken en schooluitval verminderen.
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vakopleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
FVD wil de arbeidsmarkttoegankelijkheid voor Nederlanders vergroten door minder afhankelijk te zijn van arbeidsmigratie. Dit doen ze door meer Nederlandse jongeren op te leiden tot vakmensen en door strengere eisen te stellen aan arbeidsmigranten.
“We leiden meer Nederlandse jongeren op tot vakmensen, zodat tekorten in bouw en techniek worden opgelost en geld in Nederland blijft.”
“Zo bereiden we jongeren voor op goedbetaalde carrières, maken we arbeidsmigratie overbodig en versterken we een zelfredzaam en welvarend Nederland.”
“We introduceren een streng gereguleerd Green-Card-model voor tijdelijke werkvergunningen, zodat alleen economisch waardevolle migranten - die cultureel compatibel zijn - tijdelijk kunnen bijdragen zonder uitzicht op naturalisatie.”
FVD wil de drempels voor toetreding tot de arbeidsmarkt als ondernemer of ZZP’er verlagen door lasten en regels te verminderen, het ontslagrecht te versoepelen en de zelfstandigenaftrek te verhogen. Dit moet het voor meer mensen mogelijk maken om zelfstandig te werken of personeel aan te nemen.
“We versoepelen het ontslagrecht voor het MKB en verkorten de doorbetalingsverplichting bij ziekte naar één jaar, zodat ondernemers weer mensen durven aan te nemen.”
“We verhogen de zelfstandigenaftrek voor ZZP-ers naar €15.000, zodat hard werken loont.”
“We schrappen de Anti-ZZP wet, zodat ZZP-ers zelf kunnen beslissen voor wie ze werken en aan wie ze factureren.”
FVD wil dat het HBO en hoger onderwijs beter aansluiten op de arbeidsmarkt door meer samenwerking met het bedrijfsleven, strengere toelatingseisen en minder massaliteit. Dit moet de inzetbaarheid van afgestudeerden vergroten.
“HBO-opleidingen moeten nauwer samenwerken met het bedrijfsleven en regionale instellingen, zodat afgestudeerden direct inzetbaar zijn in de praktijk.”
“Daarom pleiten wij voor strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en het terugbrengen van de Nederlandse taal als voertaal in het academisch onderwijs.”
BIJ1 wil de arbeidsmarkt radicaal toegankelijker maken voor iedereen, met bijzondere aandacht voor mensen met een handicap, arbeidsmigranten, ongedocumenteerden en mensen met een laag inkomen. Ze pleiten voor gelijke rechten, het wegnemen van drempels en het afschaffen van discriminerende of beperkende regels. Belangrijke voorstellen zijn het recht op passend werk, het afschaffen van sancties in de bijstand, proactieve bestrijding van discriminatie en structurele ondersteuning op de werkvloer.
BIJ1 wil dat arbeidsmigranten en ongedocumenteerden dezelfde rechten en bescherming krijgen als andere werknemers, zodat zij niet worden uitgesloten van de arbeidsmarkt of uitgebuit. Dit vergroot hun toegang tot werk en voorkomt afhankelijkheid en discriminatie.
“Arbeidsmigranten en ongedocumenteerde mensen verdienen dezelfde rechten als elke andere werknemer. Ongedocumenteerde mensen die te maken krijgen met geweld of dwang op het werk, moeten dit kunnen melden zonder dat ze risico lopen op ontslag of uit het land gezet worden.”
“Arbeidsmigranten mogen voor meerdere werkgevers werken en mogen alle soorten werk verrichten, niet alleen werk dat niet door Nederlanders kan worden gedaan. Ze kunnen zelfstandig woningen huren of gemeentelijke opvang gebruiken en hebben recht op sociale voorzieningen, gelijk loon, gelijke contracten en arbeidsrechten.”
“Alle gevluchte mensen mogen tijdens hun procedure vanaf dag 1 onbeperkt werk zoeken en een studie beginnen. Ook ongedocumenteerde mensen mogen werken en studeren.”
BIJ1 wil structurele belemmeringen voor mensen met een handicap op de arbeidsmarkt wegnemen door toegankelijke werkplekken, recht op thuiswerken en onafhankelijke ondersteuning. Ze willen landelijke gelijkheid in voorzieningen en inspraak van mensen met een handicap.
“We werken aan toegankelijke werkplekken. Dit doen we door onder andere het recht op thuiswerk vast te leggen en meer (onafhankelijke) ondersteuning op de werkvloer.”
“Gemeentebeleid dat mensen met een handicap raakt wordt landelijk vastgelegd. Zo kunnen mensen in elke gemeente aanspraak maken op dezelfde passende voorzieningen, onder dezelfde voorwaarden.”
BIJ1 wil dat mensen in de bijstand niet langer worden gestraft of verplicht tot tegenprestaties, zodat zij zonder angst en stress kunnen werken aan hun terugkeer op de arbeidsmarkt. Dit verlaagt de drempel om (deels) te werken en bevordert duurzame re-integratie.
“Tegenprestaties en sancties voor mensen in de bijstand schaffen we af.”
Om de arbeidsmarkt toegankelijker te maken voor iedereen, wil BIJ1 dat discriminatie actief wordt opgespoord en streng bestraft. Dit moet gelijke kansen op werk garanderen, ongeacht achtergrond.
“De Inspectie SZW inspecteert proactief op discriminatie op de werkvloer. Bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie krijgen strengere sancties.”
BIJ1 wil dat iedereen recht heeft op duurzaam, passend werk met goede arbeidsvoorwaarden en dat mensen zelf meer regie krijgen over hun arbeids(on)geschiktheid, zonder dwingende medische keuringen door het UWV.
“Mensen krijgen duurzaam, passend werk met fatsoenlijke en rechtvaardige arbeidsvoorwaarden. En vooral het recht om zelf te bepalen als ze (voor een deel) arbeidsongeschikt zijn. Daarom doet het UWV geen medische keuringen meer bij arbeidsongeschiktheid, maar gaat dit in samenspraak met de persoon zelf en door onafhankelijke artsen.”
BIJ1 wil dat mensen zonder werk eenvoudig toegang krijgen tot scholing en ontwikkeling, zonder verplichtingen of sancties, zodat zij hun positie op de arbeidsmarkt kunnen versterken.
“We steken meer geld in scholingsprogramma’s voor mensen zonder werk. De norm wordt: op aanvraag geaccrediteerde cursussen en opleidingen kunnen volgen. Dit bieden we zoveel mogelijk aan. Ondersteunend aanbod als sollicitatietrainingen blijven bestaan maar zijn niet meer verplicht.”
Om mensen met een handicap en mensen met een laag inkomen beter te laten participeren, wil BIJ1 sociale ontwikkelbedrijven en het stoppen van verrekeningen bij parttime werk in de bijstand, zodat werken altijd loont.
“BIJ1 zet daarom in op Sociale Ontwikkelbedrijven waarbij mensen meer eigen regie en ondersteuning op de werkvloer krijgen. Ook stoppen de verrekeningen in de bijstand bij parttime inkomen. Zodat mensen in de bijstand in plaats dat ze hiervoor gestraft worden hun parttime inkomen juist kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan.”
Het CDA wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door drempels voor kwetsbare groepen te verlagen, meer in te zetten op vaardigheden in plaats van diploma’s, en werkgevers te stimuleren om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kansen te bieden. Concrete voorstellen zijn onder meer landelijke dekking van sociale ontwikkelbedrijven, invoering van de basisbaan, betere begeleiding en nazorg, en het stimuleren van skillspaspoorten en leerrechten. De partij benadrukt dat iedereen moet kunnen meedoen en dat werken moet lonen, ook voor mensen met een beperking, statushouders en senioren.
Het CDA wil dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter worden ondersteund via sociale ontwikkelbedrijven en de invoering van de basisbaan. Hiermee wil de partij zorgen dat iedereen, inclusief mensen met een beperking, daadwerkelijk aan het werk kan of op weg wordt geholpen naar passend werk.
“Sociaal ontwikkelbedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de integratie en participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en zijn een essentieel onderdeel van de sociale zekerheid. We werken toe naar landelijke dekking van ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning van mensen met een beperking bij hun ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken.”
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
Het CDA wil de arbeidsmarkttoegang verbeteren door minder te kijken naar diploma’s en meer naar vaardigheden. Door skillspaspoorten, microcredentials en leerrechten te stimuleren, wordt het makkelijker voor mensen om over te stappen naar andere sectoren en hun positie op de arbeidsmarkt te versterken.
“We leggen de focus op kennis en vaardigheden van werkenden in plaats van diploma’s. Dat maakt het gemakkelijker om over te stappen naar een andere sector of beroepsgroep. We stimuleren het (Europese) skillspaspoort en microcredentials.”
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden. We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
Het CDA erkent dat bepaalde groepen, zoals jongeren uit het praktijkonderwijs, senioren, praktisch opgeleiden en statushouders, extra ondersteuning nodig hebben om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Daarom wordt ingezet op passende nazorg, loopbaanbegeleiding en het stimuleren van werkgevers om te investeren in deze groepen.
“Passende nazorg en loopbaanbegeleiding voor jongeren vanuit het PRO en het VSO is nodig om jongeren met (een risico op) afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden en op deze manier de kansengelijkheid van deze jongeren te bevorderen op hun weg naar duurzame economische zelfstandigheid.”
“We roepen werkgevers op hun trainingsbudgetten juist ook aan te wenden voor senioren of medewerkers van wie de baan door technologische ontwikkeling verdwijnt.”
Het CDA wil dat kansrijke asielzoekers en statushouders sneller toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, onder meer via leer-werktrajecten en landelijke uitrol van succesvolle initiatieven. Dit moet hun integratie en economische zelfstandigheid bevorderen.
“Alle kansrijke asielzoekers moeten na één maand toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. Dat kan ook via leer-werktrajecten waarbij taallessen worden gecombineerd met een vakopleiding en werkervaring.”
“We rollen de initiatieven uit het programma ‘Statushouders aan het werk’ nationaal uit, samen met werkgevers, uitzenders en gemeenten.”
Om de drempel naar werk te verlagen voor mensen met een uitkering, wil het CDA de Participatiewet hervormen en een tijdelijke terugkeergarantie bieden. Zo moeten mensen durven kiezen voor werk zonder het risico alles te verliezen als het niet lukt.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
“Voor mensen met een uitkering die aan het werk gaan, willen we tijdelijke mogelijkheden om terug te keren naar de oude uitkering als het werken onverhoopt niet gaat. Zodat mensen durven kiezen voor een baan, ook als dat onzeker voelt, in plaats van de zekerheid van een uitkering.”
NSC wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door drempels voor kwetsbare groepen, zoals mensen met een beperking, statushouders en werklozen, actief weg te nemen en werkgevers te stimuleren deze groepen aan te nemen. Ze zetten in op gerichte begeleiding, scholing, financiële prikkels en het aantrekkelijker maken van vaste contracten, zodat iedereen naar vermogen kan deelnemen aan de arbeidsmarkt.
NSC erkent dat mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt vaak onvoldoende kansen krijgen. Ze willen met een nieuw aanvalsplan, financiële ondersteuning en meer beschutte werkplekken de drempels voor deze groepen verlagen en werkgevers stimuleren om hen aan te nemen.
“Er komt een nieuw aanvalsplan om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om zo hun talenten beter te benutten. Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching). Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid...”
NSC wil dat statushouders en werklozen sneller aan het werk gaan door het aantal startbanen uit te breiden, verplichtingen tot werk en scholing aan te scherpen en begeleiding te verbeteren. Gemeenten en werkgevers krijgen hierbij een actieve rol.
“Gemeenten krijgen extra middelen om het aantal startbanen voor statushouders uit te breiden, samen met werkgevers en het onderwijs.”
“Statushouders moeten na inschrijving bij een gemeente direct aan het werk gaan en niet terugvallen in een uitkering. We willen de verplichtingen tot werk en scholing flink aanscherpen en samen met werkgevers het aantal startbanen voor statushouders fors uitbreiden. De belemmeringen om te gaan werken en zo bij te dragen aan onze economie moeten worden weggenomen. Inburgering op de werkplek moet het uitgangspunt zijn.”
“Met sectoren die sterk afhankelijk zijn van arbeidsmigranten, maken we concrete afspraken over het creëren van meer startbanen voor deze werkzoekenden.”
Om duurzame inzetbaarheid en overstap naar werk te bevorderen, wil NSC dat alle werkenden een persoonlijk ontwikkelbudget krijgen, dat ook wordt aangevuld bij onvoldoende eigen middelen. Scholingssubsidies en transitievergoedingen worden hierop gericht ingezet.
“Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen.”
“Het UWV en gemeentelijke diensten stellen geld beschikbaar voor de zogeheten ‘sectorale ontwikkelpaden’ (die zijn opgesteld voor beroepen in sectoren die schreeuwen om personeel) als het persoonlijk ontwikkelbudget van werkzoekenden onvoldoende is. De SLIM-scholingssubsidie wordt hiervoor uitgebreid en gerichter ingezet.”
“Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk. Daarom moeten ze worden gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.”
NSC vindt dat een vast contract de norm moet zijn voor meer zekerheid en betere toegang tot sociale regelingen. Ze willen flexibele arbeid beperken tot uitzonderingen en schijnzelfstandigheid tegengaan, zodat kwetsbare groepen niet buiten de boot vallen.
“Een vast contract moet de norm zijn. Een vast contract biedt zekerheid op werk en inkomen en een betere toegang tot sociale regelingen. We zorgen ervoor dat minimaal 7 op de 10 werkenden straks een vast contract heeft.”
“Nieuw Sociaal Contract steunt daarom het wetsvoorstel ‘meer zekerheid flexwerkers’.”
NSC wil het aantrekkelijker maken voor (kleine) werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen door administratieve lasten te verlagen en bestaande prikkels tegen het licht te houden.
“Het moet aantrekkelijker worden voor kleine werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. We willen daarom minder administratieve lasten voor mkb’ers, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren.”
De Partij voor de Dieren wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken voor mensen met een beperking, arbeidsmigranten en andere kwetsbare groepen door wettelijke waarborgen, betere begeleiding en gelijke behandeling. Ze pleiten voor het recht op betekenisvol werk, het wegnemen van belemmerende regels en het aanpakken van discriminatie en uitbuiting. Hun visie is gericht op inclusiviteit, gelijke kansen en het wegnemen van structurele drempels.
De PvdD vindt dat mensen met een beperking recht moeten hebben op betekenisvol werk, goede begeleiding en een volwaardig inkomen. Gemeenten moeten hiervoor voldoende middelen krijgen en werkplekken moeten toegankelijk worden gemaakt. Dit beleid is bedoeld om structurele uitsluiting van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt tegen te gaan.
“Mensen met een beperking krijgen recht op werk via sociale werkvoorzieningen met betekenisvol werk dicht bij huis, goede begeleiding en een volwaardig inkomen. Gemeenten krijgen voldoende middelen om sociaal werk van goede kwaliteit en continuïteit te kunnen garanderen, zonder te hoeven bezuinigen.”
“We zorgen voor betere ondersteuning op de werkvloer en toegankelijke werkplekken voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld prikkelarme ruimtes voor neurodivergente mensen.”
De partij wil dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en bescherming krijgen als andere werknemers, om uitbuiting en tweederangs behandeling te voorkomen. Dit draagt bij aan een eerlijkere en meer toegankelijke arbeidsmarkt voor iedereen, ongeacht afkomst.
De PvdD wil het sociale vangnet toegankelijker maken door drempels en verplichtingen te verlagen, zoals het afschaffen van de sollicitatieplicht voor bepaalde groepen en het versoepelen van de toegang tot uitkeringen. Dit moet voorkomen dat mensen onnodig worden buitengesloten van de arbeidsmarkt.
“Het recht op WIA wordt toegankelijker: vanaf 15% arbeidsongeschiktheid.”
“We schaffen de sollicitatieplicht voor 60-plussers af. Ook werklozen die mantelzorg verlenen hoeven niet langer verplicht te solliciteren.”
“Vrijwilligerswerk en stages worden erkend als waardevolle voorbereiding op betaald werk, ook als deze niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt zijn gericht.”
De partij wil discriminatie bij sollicitaties en stages tegengaan door publieke instellingen te verplichten tot eerlijke, transparante en inclusieve selectieprocedures. Dit moet de arbeidsmarkt toegankelijker maken voor mensen die nu worden buitengesloten.
“Dit geldt ook voor discriminatie bij sollicitaties en stages. Publieke instellingen moeten hierin het goede voorbeeld geven met eerlijke, transparante en inclusieve selectie-procedures.”
De PvdD investeert in toegankelijk en inclusief onderwijs en stagevergoedingen, zodat meer mensen met diverse achtergronden en beperkingen kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt.
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
“Werkgevers worden verplicht een stagevergoeding te betalen aan hun stagiairs van minimaal 500 euro per maand bij een stage in voltijd en naar rato bij deeltijd. Dit geldt voor zowel mbo-, hbo-, als wo-studenten.”
De SP wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door iedereen recht op werk en begeleiding te geven, met speciale aandacht voor mensen met een beperking en jongeren. Ze pleiten voor sociale ontwikkelbedrijven, hogere uitkeringen voor jonggehandicapten, het aanpakken van discriminatie en het verhogen van het minimumloon, zodat werk voor iedereen lonend en bereikbaar wordt.
De SP vindt dat iedereen, inclusief mensen met een beperking, recht moet hebben op een baan en passende begeleiding. Ze willen investeren in sociale ontwikkelbedrijven en zorgen voor een volwaardig loon en goede cao, zodat ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt volwaardig kunnen deelnemen.
“Iedereen krijgt recht op een baan en begeleiding. We zorgen voor een sociaal ontwikkelbedrijf met een volwaardig loon en goede cao.”
“Mensen met een arbeidsbeperking krijgen recht op begeleiding naar passend werk via een werkontwikkelbedrijf (voorheen: sociale werkplaats) met een volwaardig loon en een goede cao.”
“Jonggehandicapten kunnen rekenen op een nieuwe en hogere Wajonguitkering. Jonggehandicapten die niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien, worden daardoor niet meer verwezen naar de bijstand.”
De SP wil discriminatie op de arbeidsmarkt hard aanpakken, zodat iedereen gelijke kansen krijgt, ongeacht achtergrond, geslacht of beperking. Ze willen de arbeidsinspectie versterken en bedrijven die discrimineren uitsluiten van subsidies en overheidsopdrachten.
“De arbeidsinspectie krijgt daarom meer mogelijkheden en middelen om discriminatie en misstanden aan te pakken. We benoemen en veroordelen bedrijven die aantoonbaar discrimineren. Zij verliezen bovendien subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten.”
“Er moet geen onderscheid zijn tussen het loon van mensen met verschillende achtergronden die hetzelfde werk doen.”
De SP wil het minimumloon verhogen en het minimumjeugdloon afschaffen, zodat werken altijd loont en jongeren en mensen met lage inkomens betere toegang tot de arbeidsmarkt krijgen.
Om de arbeidsmarkt toegankelijker te maken, wil de SP laagdrempelige ondersteuning en advies over werk en (om)scholing voor iedereen beschikbaar maken, zodat mensen makkelijker kunnen instromen of doorstromen.
“Laagdrempelige ondersteuning en advisering over werk en (om)scholing in de buurt komt beschikbaar voor iedereen die dat wil.”
De SP ziet gratis en toegankelijk openbaar vervoer als een voorwaarde om de arbeidsmarkt voor iedereen bereikbaar te maken, zodat mobiliteit geen belemmering vormt voor deelname aan werk.
“Met vrij toegankelijk openbaar vervoer voorkomen we eenzaamheid, armoede, sociale uitsluiting, vergroten we baankansen en verlagen we de kosten voor ons allemaal.”
“Gratis openbaar vervoer, toegankelijk voor iedereen. We maken ons hard voor openbaar vervoer dat niemand uitsluit door de omvang van hun portemonnee.”
De VVD wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door drempels voor werkzoekenden en werkgevers te verlagen, met nadruk op omscholing, activering en het benutten van onbenut arbeidspotentieel. Concrete voorstellen zijn onder meer het toegankelijk maken van omscholing, het invoeren van een skills-paspoort, het stimuleren van overstappen naar tekortsectoren, en strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden om actief werk te zoeken. De partij legt nadruk op economische zelfstandigheid, het benutten van talenten van ondervertegenwoordigde groepen, en het verminderen van bureaucratie voor werkgevers.
De VVD wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken door omscholing laagdrempelig te maken en mensen actief te begeleiden naar sectoren met personeelstekorten. Dit moet het makkelijker maken voor mensen zonder diploma of met een andere achtergrond om aan het werk te komen, en tegelijkertijd de economie versterken.
“doen we door omscholing toegankelijk te maken, overstappers met een meerwerkbonus financieel te stimuleren, en overheidsinstanties met marktpartijen samen te laten werken om mensen naar werk te begeleiden. Ook statushouders gaan meer aan de slag in tekortsectoren. Daarnaast voeren we in samenwerking met de private sector een skills-paspoort in, waarmee mensen kunnen laten zien wat ze kunnen. Ook als ze geen diploma hebben.”
“We helpen mensen makkelijker overstappen naar sectoren met grote tekorten, zoals defensie, de zorg, de kinderopvang, de techniek en onderwijs. Dat doen we door omscholing toegankelijk te maken, overstappers met een meerwerkbonus financieel te stimuleren, en overheidsinstanties met marktpartijen samen te laten werken om mensen naar werk te begeleiden.”
De VVD wil dat werken altijd loont en dat uitkeringsgerechtigden actief worden gestimuleerd om werk te zoeken. Dit gebeurt door strengere handhaving, het stellen van taaleisen, en het korten op uitkeringen bij het weigeren van passend werk. Zo wil de partij de drempel naar werk verlagen en de afhankelijkheid van uitkeringen verminderen.
“Wie meer dan één keer passend werk weigert, moet gekort worden op de uitkering.”
“Wie onvoldoende Nederlands spreekt en geen moeite doet om dit te leren, wordt fors op de uitkering gekort. Er komt een extra korting bij het langdurig niet voldoen aan de taaleis. Uitkeringsgerechtigden die een geschikte baan weigeren, worden ook gekort.”
“We willen dat mensen in de bijstand, autochtoon of nieuwkomer, actief aan een baan worden geholpen.”
De VVD wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken door het talent van ondervertegenwoordigde groepen, zoals vrouwen en mensen met een migratieachtergrond, beter te benutten. Dit moet niet alleen de kansen voor deze groepen vergroten, maar ook de economische slagkracht van Nederland versterken.
“Door het talent van ondervertegenwoordigde groepen in te zetten, vergroten we niet alleen kansen, maar ook de economische slagkracht van Nederland.”
“De VVD wil dat vrouwen altijd zelfstandig met de gemeente kunnen spreken over werk, inkomen en schulden, zonder tussenkomst van man, familie of gemeenschap.”
Om het aannemen van personeel aantrekkelijker te maken, wil de VVD de administratieve lasten en financiële risico’s voor werkgevers, met name kleine ondernemers, verlagen. Dit moet de drempel om mensen in dienst te nemen verlagen en zo de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt vergroten.
“We verlagen de drempel om personeel in dienst te nemen door het risico bij ziekte voor werkgevers te beperken. Vooral voor kleine ondernemers is het zwaar dat zij twee jaar loon moeten doorbetalen bij ziekte van een werknemer. We verkorten de termijn waarvoor kleine werkgevers aansprakelijk zijn en vervangen het tweede jaar voor een collectieve verzekering.”
“We verminderen de verplichte bureaucratie en geven ondernemers de ruimte om samen met hun medewerkers te doen wat werkt.”
De VVD wil dat er meer wordt gekeken naar wat mensen wél kunnen in plaats van wat ze niet kunnen, zodat meer mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt kunnen deelnemen.
“We kijken te vaak naar de arbeidsongeschiktheid van mensen terwijl we zouden moeten kijken naar hun arbeidsgeschiktheid. We willen dat mensen zoveel mogelijk aan het werk gaan, ook als dat in deeltijd is. We bieden daarvoor de juiste hulpmiddelen, begeleiding en ondersteuning, zodat iedereen zijn of haar talenten kan benutten op de arbeidsmarkt.”
Volt wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken door barrières voor specifieke groepen, zoals mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, arbeidsmigranten, asielzoekers en neurodivergente mensen, actief weg te nemen. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals directe toegang tot werk voor asielzoekers, betere begeleiding naar kansrijke beroepen, en het verbeteren van certificering en handhaving bij uitzendbureaus. Hun visie is gericht op inclusiviteit, het benutten van onbenut talent en het eerlijker maken van de arbeidsmarkt.
Volt wil dat asielzoekers en migranten vanaf dag één kunnen werken en opleidingen volgen, door administratieve barrières te verwijderen en begeleiding te bieden. Dit moet hun integratie versnellen en het arbeidspotentieel beter benutten.
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft. Ook ongedocumenteerden en derdelanders met een visum kunnen een BSN krijgen, werken en belasting betalen.”
“We lossen de achterstanden in de basisregistratie personen op en bieden toegankelijk taalonderwijs inclusief gebarentaal aan aan alle asielzoekers. zo kunnen vluchtelingen die wachten op een status vanaf dag één meedoen in de samenleving door middel van betaald werk, vrijwilligerswerk of andere activiteiten.”
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
Volt wil mensen die aan de zijlijn staan actief begeleiden naar sectoren met tekorten, zoals zorg, onderwijs en techniek, en zet in op om- en bijscholing. Hiermee willen ze onbenut talent inzetten en de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt vergroten.
“We zorgen voor actieve werkbegeleiding naar kansrijke beroepen voor mensen die aan de zijlijn staan, zoals in de zorg, het onderwijs of de techniek.”
“We willen dat mensen die langs de kant staan beter worden begeleid naar maatschappelijk cruciale beroepen. Volt wil dat de taakstelling van het werkbedrijf van het UWV op zo’n manier wordt aangepast dat deze vorm van begeleiding van mensen de primaire taak wordt.”
“We stimuleren om- en bijscholing naar cruciale sectoren zoals zorg, ICT, onderwijs en techniek door hiervoor gericht scholingsbudgetten in te zetten.”
Volt wil dat werkgevers meer aandacht besteden aan neurodiversiteit en hun wervings- en werkplekbeleid hierop aanpassen, zodat deze groep beter kan deelnemen aan de arbeidsmarkt.
“We vergroten de aandacht voor neurodiversiteit bij werkgevers. Ongeveer vijftien tot twintig procent van de mensen wordt als neurodivergent beschouwd en een deel van hen ondervindt hiervan hindernissen op het werk. Dit leidt tot een groot onbenut potentieel. Door hier bewust van te zijn in de werving van personeel en bij de inrichting van werkplekken, zorgen we voor een inclusievere werkomgeving en een verhoging van de productiviteit.”
Volt wil uitbuiting van arbeidsmigranten tegengaan door verplichte certificering van uitzendbureaus en betere handhaving, zodat arbeidsmigranten eerlijker toegang krijgen tot de arbeidsmarkt.
“We zijn voorstander van aanvullende verplichte certificering van deze bureaus waarbij processen zoals loonbetaling, klachtafhandeling, administratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden beoordeeld. Dit zorgt voor structurele controle in plaats van eenmalig bij de start.”
“We verbeteren het toezicht en de handhaving door de arbeidsinspectie. Hiervoor maken we extra budget vrij.”
Volt wil dat arbeidscontracten van arbeidsmigranten losstaan van hun huurcontract, zodat ze niet direct dakloos raken als hun werk stopt. Dit vergroot hun bestaanszekerheid en toegang tot de arbeidsmarkt.
“Om die reden pleit Volt ervoor dat arbeidscontracten altijd onafhankelijk moeten bestaan van een huurcontract. Hierdoor is een arbeidsmigrant niet direct dakloos, indien de arbeidsrelatie ophoudt.”
DENK wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door discriminatie en ongelijkheid actief te bestrijden, vaste contracten te stimuleren, en gelijke kansen te waarborgen voor mensen met een migratieachtergrond, vrouwen, jongeren en zelfstandigen. De partij pleit voor wettelijke maatregelen tegen loonverschillen, harde aanpak van stagediscriminatie, en het makkelijker maken voor vluchtelingen en statushouders om te werken. DENK richt zich op concrete, wettelijke en handhavende maatregelen om structurele belemmeringen voor toegang tot werk weg te nemen.
DENK wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken door wettelijke garanties voor gelijke beloning en het actief bestrijden van discriminatie, met speciale aandacht voor vrouwen en mensen met een migratieachtergrond. Dit moet structurele ongelijkheid tegengaan en de drempel tot de arbeidsmarkt verlagen voor groepen die nu vaak worden uitgesloten.
“Wij willen dat de loonkloof wordt gedicht. Wij gaan wettelijk borgen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunningsysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
Om jongeren gelijke toegang tot de arbeidsmarkt te geven, wil DENK stagediscriminatie streng aanpakken en een landelijke stagegarantie invoeren. Dit moet voorkomen dat afkomst of andere factoren jongeren belemmert om werkervaring op te doen, wat essentieel is voor hun latere arbeidsmarktkansen.
DENK wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om vaste contracten aan te bieden en pleit voor het behoud van ontslagbescherming en WW-duur. Dit moet de toegang tot stabiel werk verbeteren, vooral voor mensen die nu in onzekere constructies werken.
“Wij willen dat er meer zekerheid is voor mensen op de arbeidsmarkt. Daarom willen wij het financieel aantrekkelijker maken voor werkgevers om een vast contract aan te bieden aan hun werknemers.”
“Wij willen dat zekerheden op de arbeidsmarkt voor werknemers behouden blijven. Dat betekent dat wij ons uitspreken tegen een vermindering van de ontslagbescherming en dat wij behoud willen van de WW duur.”
DENK wil dat vluchtelingen en statushouders zo snel mogelijk mogen werken, zodat zij sneller kunnen integreren en economisch zelfstandig worden. Dit verlaagt de drempel tot de arbeidsmarkt voor nieuwkomers.
“Vluchtelingen en statushouders horen zo snel mogelijk het recht te krijgen om te werken zodat ze hun eigen inkomen kunnen verdienen.”
DENK wil dat zelfstandigen niet onnodig worden belemmerd in hun toegang tot de arbeidsmarkt, door een duidelijke wettelijke definitie van zelfstandigheid en bescherming tegen schijnzelfstandigheid. Dit moet de positie van ZZP’ers versterken en hun toegang tot werk waarborgen.
“Daarom komt er in de vorm van een werkbare definitie een wettelijke verankering van zelfstandigheid, zodat de huidige onduidelijkheid niet meer leidt tot onnodige verdringing van zelfstandigen van de arbeidsmarkt.”
“Wij willen dat mensen die bewust kiezen voor de vrijheid om zelfstandig (ZZP) te zijn, niet onnodig worden belemmerd.”
GroenLinks-PvdA wil de arbeidsmarkt toegankelijker maken voor iedereen, met speciale aandacht voor mensen met een beperking, ouderen, vrouwen, mensen met een migratieachtergrond en nieuwkomers. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals een inclusieve arbeidsmarkt, het aanpakken van discriminatie, begeleiding naar werk, en het schrappen van belemmerende verplichtingen. Hun visie is dat iedereen moet kunnen meedoen en gelijke kansen krijgt op werk, ongeacht achtergrond of beperking.
GroenLinks-PvdA wil dat de overheid en grote bedrijven verplicht worden banen te creëren voor mensen met een beperking en dat werkgevers hierbij ondersteund worden. Dit moet de arbeidsmarkt toegankelijker maken voor mensen die nu vaak worden buitengesloten.
“met de verplichting voor de overheid en grote bedrijven om banen te creëren voor mensen met een beperking. We ondersteunen werkgevers bij het faciliteren van banen voor mensen met een beperking.”
De partij wil discriminatie op basis van achternaam, leeftijd of andere kenmerken bij sollicitaties en stages hard aanpakken, zodat iedereen gelijke kansen krijgt op de arbeidsmarkt.
“Niet op gesprek gevraagd worden vanwege je achternaam of je leeftijd is onacceptabel. (Stage)discriminatie bij sollicitaties pakken we hard aan, zie hoofdstuk ‘Democratie, Rechtsstaat en Gelijke Rechten’.”
GroenLinks-PvdA streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt waar iedereen kan meedoen, met extra aandacht voor omscholing, bijscholing en het stimuleren van zij-instroom, vooral voor ouderen en mensen uit minder innovatieve sectoren.
“Inclusieve arbeidsmarkt. We hebben iedereen in Nederland hard nodig. Wij staan voor een inclusieve arbeidsmarkt waar iedereen mee kan doen.”
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing.”
De partij wil het sociaal vangnet toegankelijker maken door uit te gaan van vertrouwen, verplichtingen zoals de zoekplicht en taaleis te schrappen, en mensen actief te begeleiden naar betaald werk of andere vormen van participatie.
“Het uitgangspunt is dat mensen willen bijdragen en meedoen, en dat de overheid hen daarin ondersteunt in plaats van tegenwerkt. We stellen vertrouwen boven wantrouwen en schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis.”
“We bieden passende begeleiding naar betaald werk. Mensen voor wie regulier werk (nog) niet haalbaar is, worden begeleid naar vrijwilligerswerk, een sociale werkvoorziening, beschut werk en basisbanen.”
GroenLinks-PvdA wil dat asielzoekers en statushouders sneller aan het werk kunnen, onder andere door het schrappen van de tewerkstellingsvergunning en het faciliteren van contact tussen werkgevers en nieuwkomers.
“We schrappen de noodzaak voor een tewerkstellingsvergunning, net als bij Oekraïense vluchtelingen, en brengen werkgevers met asielzoekers en vluchtelingen in contact.”
De partij wil diversiteit en inclusiviteit binnen bedrijven en de publieke sector bevorderen, onder andere door verankering in cao’s en het streven naar een evenredige verdeling van achtergrond en sekse in alle functies.
“Daarom bevorderen we de diversiteit en inclusiviteit binnen bedrijven door de verankering van diversiteit in cao’s.”
“In alle functies streven we naar een evenredige verdeling van achtergrond en sekse. Dat geldt ook voor politieke en bestuurlijke functies.”
BBB wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door vaste contracten aantrekkelijker te maken, regeldruk te verminderen en het arbeidspotentieel van mensen die al in Nederland zijn beter te benutten. Ze pleiten voor een eerlijker en dynamischer arbeidsmarkt, waarbij werken loont en niemand achterblijft. Concrete voorstellen zijn onder andere het verkorten van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor kleine werkgevers, het activeren van bestaande arbeidspotentie, en het gericht inzetten van arbeidsmigratie voor structurele tekorten.
BBB ziet dat de huidige regels rondom vaste contracten kleine werkgevers afschrikken om mensen in dienst te nemen, wat de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt belemmert. Door de loondoorbetalingsplicht bij ziekte te verkorten en vaste contracten minder "vast" te maken, wil BBB het aannemen van personeel stimuleren en zo de drempel tot de arbeidsmarkt verlagen.
“Op dit moment is het voor veel kleinere bedrijven moeilijk en risicovol om mensen in vaste dienst te nemen. Dit willen we veranderen, wat volgens ons in de huidige arbeidsmarkt ook goed mogelijk is.”
“Eerlijker ziekteregime voor werkgevers: loondoorbetaling terug naar één jaar. BBB wil de verplichting voor kleinere werkgevers om bij ziekte twee jaar lang loon door te betalen terugbrengen naar één jaar.”
“Deze hervorming draagt bij aan een dynamischer arbeidsmarkt, minder ziekteverzuimstress en meer vaste banen.”
BBB vindt dat het arbeidspotentieel van migranten en andere inwoners onvoldoende wordt benut. Door activering en participatie te stimuleren, wil BBB de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt voor deze groepen vergroten en zo de afhankelijkheid van nieuwe arbeidsmigratie beperken.
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn. Wie hier woont, moet naar vermogen meedoen en bijdragen.”
BBB wil arbeidsmigratie beperken tot sectoren met aantoonbare tekorten en alleen vakmensen toelaten die daadwerkelijk bijdragen aan de economie. Dit voorkomt verdringing en zorgt dat arbeidsmigratie de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt voor bestaande inwoners niet belemmert.
“Arbeidsmigratie moet gericht zijn op die beroepsgroepen waar structurele tekorten bestaan én waar de inzet van vakbekwame mensen bijdraagt aan duurzame economische ontwikkeling.”
“BBB wil daarom een zorgvuldig, selectief en circulair arbeidsmigratiebeleid van buiten de EU, gericht op vakmensen met aantoonbare economische en maatschappelijke meerwaarde; van verpleegkundigen tot elektriciens en van lassers tot gespecialiseerde koks.”
BBB wil dat scholing en innovatie beter aansluiten bij de behoeften van de regio en de kracht van mensen, zodat iedereen – ongeacht achtergrond of regio – toegang krijgt tot werk. Dit moet de kloof tussen regio’s en tussen praktijk en theorie verkleinen.
BVNL wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door werken financieel aantrekkelijker te maken dan een uitkering, werkgeverslasten te verlagen, en regels te versoepelen. Ze pleiten voor strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden, hogere minimumlonen voor jongeren, en meer contractvrijheid voor werkgevers en werknemers. Het doel is om participatie te stimuleren en belemmeringen voor toetreding tot de arbeidsmarkt weg te nemen.
BVNL vindt dat het verschil tussen werken en een uitkering groter moet worden om mensen te stimuleren te werken. Ze willen de armoedeval opheffen en participatieongelijkheid aanpakken, onder meer door strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden en het aantrekkelijker maken van werk.
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen. Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven. 331.000 migranten zouden kunnen werken maar doen dit niet. Die moeten met drang en dwang worden aangespoord om te participeren op de arbeidsmarkt. De participatieongelijkheid moet worden opgeheven.”
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag). Mensen met meerdere verblijfstitels verliezen bij werkweigering hun Nederlandse verblijfstitel.”
“Het minimumjeugdloon gaat fors omhoog en stopt bij 18 jaar. Voor mensen die 18 jaar of ouder zijn geldt het gewone minimumloon.”
BVNL wil toetreding tot de arbeidsmarkt vergemakkelijken door werkgeverslasten te verlagen, het ontslagrecht te versoepelen, en meer contractvrijheid te bieden. Ook willen ze de deeltijdmalus opheffen en het toeslagenstelsel afschaffen om werken aantrekkelijker te maken.
“De werkgeverslasten verlagen.”
“Het ontslagrecht moet worden versoepeld.”
“Het maximumaantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten dat een werknemer en werkgever met elkaar mogen aangaan, wordt onbeperkt. Contractvrijheid is essentieel.”
“De deeltijdmalus moet worden opgeheven zodat méér werken niet wordt ontmoedigd. Dit doen we onder andere door een vlaktaks in te voeren, het toeslagenstelsel af te schaffen en de belasting op inkomsten uit arbeid te verlagen naar 25%.”
BVNL wil af van automatische uitkeringen voor jongeren met een handicap en in plaats daarvan inzetten op programma’s die hun sterke punten benutten en zelfredzaamheid bevorderen, zodat ook deze groep beter kan toetreden tot de arbeidsmarkt.
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
De SGP wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door drempels voor kwetsbare groepen te verlagen, werkgevers te ondersteunen bij het aannemen van mensen met een beperking, en bureaucratie te verminderen. Ze pleiten voor een breed werkoffensief, vereenvoudiging van regelingen en subsidies, en het verbeteren van de positie van flexwerkers. De partij richt zich op praktische maatregelen om meer mensen aan het werk te helpen en de arbeidsmarkt inclusiever te maken.
De SGP wil dat mensen die nu aan de kant staan, zoals mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt, beter toegang krijgen tot werk. Ze willen werkgevers ondersteunen en bureaucratische drempels wegnemen, zodat het eenvoudiger wordt om deze groepen aan te nemen.
“Een werkoffensief moet ervoor zorgen dat mensen die in deze krappe arbeidsmarkt aan de kant zitten weer aan het werk gaan. Voor hen die niet (meer) kunnen werken, dienen er voldoende beschutte werkplekken te zijn.”
“De no-riskpolis wordt breed beschikbaar ter ondersteuning van werkgevers die iemand met een beperking in dienst nemen.”
“Het wordt voor bedrijven eenvoudiger mensen uit de doelgroep banenafspraak aan het werk te helpen door te snoeien in het aantal loketten en subsidies.”
“Er komt een offensief om de achterstand van de overheid ten aanzien van de banenafspraak in te lopen.”
De SGP wil de onzekerheid voor flexwerkers verminderen en het vaste contract aantrekkelijker maken, zodat meer mensen duurzaam aan het werk kunnen. Dit draagt bij aan een stabielere en toegankelijkere arbeidsmarkt voor verschillende groepen.
“De positie van de flexwerker wordt verbeterd om onzekerheid in werk en inkomen tegen te gaan, met oog voor die flexwerkers die juist behoefte hebben aan keuzevrijheid ten aanzien van hoeveel en wanneer zij werken.”
“Het vaste contract wordt aantrekkelijker gemaakt, onder andere door werkgeverslasten te verlichten en meer ruimte te bieden voor tussenvormen.”
De SGP wil de uitvoering van sociale zekerheid verbeteren en bureaucratie verminderen, zodat mensen sneller en eenvoudiger toegang krijgen tot ondersteuning en werk. Dit moet de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten, vooral voor mensen die afhankelijk zijn van uitkeringen of re-integratie.
“Bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) wordt orde op zaken gesteld zodat fouten worden hersteld en de uitvoering en interne processen verbeterd.”
“Er komt gelijkheid tussen private en publieke uitvoering van de sociale zekerheid zodat private uitvoerders het UWV werk uit handen kunnen nemen, zoals bij de re-integratie bij de eigen werkgever en het wegwerken van de enorme UWV-wachtrij.”
JA21 wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door werkgevers te stimuleren mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen, het arbeidsrecht te versoepelen en het belasting- en toeslagenstelsel te vereenvoudigen zodat werken meer loont. Tegelijkertijd pleit de partij voor het beperken van laaggeschoolde arbeidsmigratie en het benutten van het Nederlandse arbeidspotentieel. De kern van hun visie is dat drempels voor werkgevers en werknemers moeten worden verlaagd, zodat meer mensen kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt.
JA21 wil dat werkgevers meer ruimte krijgen om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Dit moet de drempel voor deze groepen verlagen en hun kansen op werk vergroten.
“Werkgevers meer ruimte geven om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.”
De partij stelt dat het huidige arbeidsrecht en ziektewet werkgevers afschrikken om mensen aan te nemen, vooral in vaste dienst. Door het ontslagrecht te versoepelen en de loondoorbetaling bij ziekte te verkorten, wil JA21 het aannemen van personeel aantrekkelijker maken.
JA21 ziet het huidige belasting- en toeslagenstelsel als een belemmering voor mensen om (meer) te gaan werken. Door het stelsel te vereenvoudigen en de marginale druk te verlagen, wil de partij werken aantrekkelijker maken en zo de arbeidsmarkttoegang verbeteren.
“Werken weer laten lonen met een sterk vereenvoudigd stelsel van toelagen, dat niet primair inkomensafhankelijk is en waarmee de marginale druk fors omlaag gaat.”
JA21 wil laaggeschoolde arbeidsmigratie beperken en in plaats daarvan inzetten op het activeren van mensen die nu aan de kant staan, onder meer door scholing en omscholing. Dit moet de concurrentie op de arbeidsmarkt eerlijker maken en de toegankelijkheid voor Nederlandse werkzoekenden vergroten.
50PLUS vindt dat ouderen op de arbeidsmarkt vaak onterecht worden uitgesloten en wil de toegankelijkheid voor 50-plussers vergroten. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals financiële stimulansen voor bedrijven, scholingsprogramma’s voor ouderen en het tegengaan van leeftijdsdiscriminatie. Hun visie is dat ervaring moet tellen en dat ouderen eerlijke kansen verdienen om te blijven werken of met rust te stoppen.
50PLUS wil bedrijven stimuleren om ouderen aan te nemen en investeren in het up-to-date houden van hun vaardigheden. Dit moet de kansen van 50-plussers op de arbeidsmarkt vergroten en voortijdige uitval voorkomen.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
“Maatregelen om te zorgen dat 50-plussers niet vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen.”
50PLUS beschouwt leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt als onlogisch en verwerpelijk en wil dat ervaring en inzet van ouderen worden gewaardeerd. Ze pleiten voor een arbeidsmarkt waarin ouderen niet worden uitgesloten vanwege hun leeftijd.
“Leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt is onlogisch, oneconomisch en verwerpelijk.”
“Op de arbeidsmarkt ondervinden ze niettemin vaak uitsluiting, werkdruk en onzekerheid. 50PLUS wil een arbeidsmarkt waarin ervaring telt, inzet beloond wordt en waar doorwerken of stoppen allebei eerlijke opties zijn.”
D66 wil de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt vergroten door gelijke kansen te bevorderen, discriminatie en belemmeringen weg te nemen, en maatwerk te bieden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals het bestrijden van discriminatie, het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten, het stimuleren van een leven lang ontwikkelen, en het makkelijker maken van de stap van uitkering naar werk.
D66 erkent dat discriminatie en ongelijke kansen de toegankelijkheid op de arbeidsmarkt beperken en wil bedrijven die discrimineren bestraffen. Ook wil de partij meer (fysiek) toegankelijke werkplekken en blinde sollicitaties bij de overheid.
“Discriminatie en racisme op de werkvloer komen nog steeds voor. D66 wil dat bedrijven die discrimineren bestraft worden. Dit geldt voor zowel discriminatie tijdens werving- en selectieprocedures, als ongelijke kansen op de werkvloer zelf. De overheid geeft zelf het goede voorbeeld o.a. met ‘blinde’ sollicitaties en het creëren van meer (fysiek) toegankelijke werkplekken.”
D66 wil de stap naar werk vanuit een uitkering makkelijker maken, onder andere via vrijwilligers- of deeltijdwerk, en pleit voor meer passend en beschut werk voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en anderen met afstand tot de arbeidsmarkt.
“We maken de stap naar werk vanuit een uitkering makkelijker, bijvoorbeeld via vrijwillers- of deeltijdwerk. In dat kader willen wij ook dat er meer passend werk is of beschut werk is voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en anderen met afstand tot de arbeidsmarkt, belangrijk daarbij is maatwerk.”
D66 ziet een leven lang ontwikkelen als essentieel voor arbeidsmarktoegang en wil een persoonlijk leerbudget invoeren, met extra ondersteuning voor mensen met een korte of geen vooropleiding.
“Leven lang ontwikkelen vraagt een goede aansluiting tussen onderwijs en werk. Het vraagt daarnaast om méér leren op de werkvloer. Daarom wil D66 een persoonlijk leerbudget dat nooit verloopt. Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget. Want voor gelijke kansen moeten we ongelijk investeren.”
D66 wil arbeidsmigratie gericht inzetten waar nodig, uitbuiting tegengaan, en zorgen voor fatsoenlijke huisvesting en arbeidsvoorwaarden voor arbeidsmigranten.
“D66 wil dat arbeidsmigranten hier veilig en eerlijk kunnen werken en wonen. De aanbevelingen van de commissie-Roemer zijn de basis, maar ook daarbovenop zet D66 fors in op verbetering van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten. We zorgen dat bedrijven en uitzendbureaus hun verantwoordelijkheid nemen voor huisvesting en dat arbeidsmigranten kennis maken met de Nederlandse taal en maatschappij.”
D66 wil een brede Antidiscriminatiewet met actieve verplichtingen voor werkgevers om discriminatie te voorkomen, zodat iedereen gelijke toegang tot de arbeidsmarkt heeft.
“D66 wil daarom een nieuwe, brede Antidiscriminatiewet waar álle vormen van discriminatie onder vallen. Deze Antidiscriminatiewet bevat ook actieve verplichtingen om discriminatie te voorkomen. Deze gelden zowel voor publieke als private organisaties – denk aan scholen, werkgevers, verhuurders en gemeentes.”
De PVV richt zich in haar verkiezingsprogramma vooral op het beperken van de toegang tot de arbeidsmarkt voor niet-westerse migranten en statushouders, met nadruk op het belang van Nederlandse taalvaardigheid en het ontmoedigen van langdurige bijstandsafhankelijkheid onder deze groepen. Concrete voorstellen zijn het weigeren van bijstand aan mensen die geen Nederlands spreken en het bevorderen van remigratie, waarmee de partij de arbeidsmarkt vooral voor Nederlanders toegankelijker wil maken.
De PVV wil de toegang tot de arbeidsmarkt en sociale voorzieningen beperken voor mensen die de Nederlandse taal niet beheersen. Hiermee beoogt de partij de integratie te bevorderen en langdurige afhankelijkheid van uitkeringen onder migranten te voorkomen.
“Geen bijstand voor wie geen Nederlands spreekt”
De partij stelt voor om remigratie actief te bevorderen, waarmee zij beoogt de druk op de arbeidsmarkt en sociale voorzieningen te verlagen en de toegankelijkheid voor Nederlanders te vergroten.
“Bevorderen remigratie”
De PVV wil dat benoemingen in de (semi-)publieke sector uitsluitend plaatsvinden op basis van inhoudelijke kwaliteiten, en niet op basis van geslacht, huidskleur of herkomst. Hiermee verzet de partij zich tegen positieve discriminatie en quota, en beoogt zij een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt.