Volt ziet studentenverenigingen als essentieel voor burgerschapsvorming, sociale ontwikkeling en gelijke kansen voor alle studenten, inclusief mbo’ers. Ze willen collegegeldvrij besturen de norm maken, financiële steun voor verenigingen uitbreiden naar het mbo, en het verenigingsleven stevig verankeren in het hoger onderwijs.
Volt wil dat het besturen van studentenverenigingen toegankelijker wordt door collegegeldvrij besturen de norm te maken, tenzij er studiepunten worden behaald. Dit verlaagt de drempel voor deelname aan besturen en stimuleert praktische burgerschapsvorming.
“Een manier om burgerschap(slessen) in de praktijk te brengen, is het besturen van een vereniging. Daarom wil Volt Collegegeldvrij besturen de norm maken op alle onderwijsinstellingen indien er geen studiepunten worden behaald.”
Volt pleit voor structurele financiële ondersteuning van studentenverenigingen, sport, horeca en cultuur, en wil dat ook mbo-instellingen middelen krijgen om deelname aan het studentenleven te bevorderen.
“We zorgen dat studentensport, -horeca en -cultuur blijven bestaan, door mogelijk te maken dat universiteiten en hbo’s deze financieel kunnen blijven steunen. In aanvulling daarop krijgen ook mbo-instellingen geld om bij te dragen aan verenigingen en sportfaciliteiten. Zo zorgen we ervoor dat meedoen aan het studentenleven ook voor mbo-studenten makkelijk en normaal wordt.”
Volt wil het verenigingsleven een centrale plek geven binnen het hoger onderwijs, omdat het bijdraagt aan persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke betrokkenheid.
“Volt wil het verenigingsleven stevig verankeren in al het hoger onderwijs, door bijvoorbeeld studiepunten of bestuursbeurzen.”
Volt ziet het verenigingsleven als fundament voor een levendige democratie, waar leden leren over verantwoordelijkheid, besluitvorming en vrijwilligerswerk.
“Volt zet het verenigingsleven weer op een voetstuk. Een levendige democratie begint bij een levendig verenigingsleven. In zo’n vereniging leer je om verantwoordelijkheid te dragen voor een gemeenschap zonder dat je daarvoor betaald krijgt. Bij een vereniging nemen leden samen besluiten, leer je over macht en de waarde van vrijwilligerswerk.”
Het CDA benoemt studentenverenigingen niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar onderstreept wel het belang van verenigingen in het algemeen als plekken voor ontmoeting, talentontwikkeling en maatschappelijke betrokkenheid. Concrete voorstellen richten zich op het ondersteunen van verenigingen en het verminderen van regeldruk, maar er zijn geen specifieke beleidsmaatregelen of standpunten die direct en uitsluitend op studentenverenigingen zijn gericht.
Het CDA ziet verenigingen als belangrijke plekken voor ontmoeting, talentontwikkeling en maatschappelijke inzet, en wil hun functioneren vergemakkelijken door regeldruk te verminderen en praktische ondersteuning te bieden. Hoewel studentenverenigingen niet apart worden genoemd, vallen zij onder deze brede visie op het verenigingsleven.
“Verenigingen zijn een plek van ontmoeting en samendoen. Hier kun je je talenten ontplooien, vrijwilligerswerk oppakken of ervaring opdoen in een bestuursfunctie. Het CDA heeft vertrouwen in verenigingen.”
“Banken moeten een vast aanspreekpunt hebben voor verenigingen. Een bankrekening openen moet binnen twee weken kunnen, en het moet makkelijker worden voor verenigingen om van penningmeester te wisselen.”
“Giften aan verenigingen zonder winstoogmerk houden we fiscaal aantrekkelijk.”
D66 noemt studentenverenigingen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar benadrukt wel het belang van gelijke toegang tot studentenvoorzieningen, waaronder verenigingen, voor alle studenten (mbo, hbo, wo). Het belangrijkste concrete voorstel is dat mbo-studenten dezelfde toegang krijgen tot studentenhuisvesting, voordelen en deelname aan sport, cultuur en verenigingen als andere studenten. D66 wil hiermee kansengelijkheid bevorderen en de sociale participatie van alle studenten versterken.
D66 vindt dat alle studenten, ongeacht hun opleidingsniveau, gelijke toegang moeten hebben tot studentenvoorzieningen, waaronder studentenverenigingen. Dit standpunt is bedoeld om kansengelijkheid te bevorderen en de sociale integratie van mbo-studenten te versterken, zodat zij net als hbo- en wo-studenten kunnen deelnemen aan het studentenleven.
“Mbo-studenten krijgen dezelfde toegang tot studentenhuisvesting, dezelfde voordelen voor studenten en toegang tot sport, cultuur en verenigingen als hbo en wo-studenten.”
GroenLinks-PvdA wil dat alle studenten, ongeacht hun opleidingsniveau, gelijke toegang en rechten krijgen bij studentenverenigingen, sportverenigingen en gezelligheidsverenigingen. Het programma benadrukt het belang van inclusiviteit en het wegnemen van barrières voor met name mbo-studenten bij deelname aan studentenverenigingen en introductieweken.
GroenLinks-PvdA streeft naar gelijke kansen voor mbo-, hbo- en wo-studenten, specifiek door barrières weg te nemen voor mbo-studenten bij deelname aan studentenverenigingen en introductieweken. Dit moet de sociale integratie en het studentenleven voor alle studenten bevorderen, ongeacht hun opleidingsniveau.
“Mbo-studenten krijgen dezelfde mogelijkheden als andere studenten als het gaat om bijvoorbeeld de introductieweek en lidmaatschap bij studenten-, sport-, of gezelligheidsverenigingen.”
De Partij voor de Dieren neemt een kritisch standpunt in ten aanzien van studentenverenigingen, met name waar het gaat om vrouwonterende en grensoverschrijdende praktijken. De partij pleit voor streng optreden tegen studentenverenigingen die zich hieraan schuldig maken, inclusief het opleggen van tijdelijke of definitieve verboden.
De PvdD wil dat studentenverenigingen die zich herhaaldelijk schuldig maken aan vrouwonterende praktijken, grensoverschrijdende ontgroeningen of ernstige verstoring van de openbare orde, streng worden aangepakt. Dit beleid is bedoeld om een einde te maken aan misstanden en privileges binnen studentenverenigingen, ongeacht de achtergrond van de leden.
“Er wordt hard opgetreden tegen studentenverenigingen die herhaaldelijk de fout ingaan met vrouwonterende praktijken als bangalijsten, grensoverschrijdende ontgroeningsrituelen en ernstige verstoring van de openbare orde. Hierbij worden zowel tijdelijke als definitieve verboden niet geschuwd. Het hebben van welvarende ouders of ouders die oud-leden zijn, mag niet langer een reden zijn om overal mee weg te komen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma