BVNL vindt dat het stikstofbeleid in Nederland volledig is doorgeslagen en gebaseerd is op bureaucratie en onwetenschappelijke aannames. Zij willen het huidige stikstofbeleid per direct afschaffen, geen boeren meer uitkopen, het stikstoffonds ontmantelen en uitsluitend werken met gemeten waarden in plaats van modellen. Volgens BVNL is er technisch gezien geen stikstofprobleem en moet Nederland stoppen met het lastigvallen van boeren en ondernemers op basis van dit beleid.
BVNL stelt dat het stikstofbeleid te ver is gegaan en wil het per direct beëindigen, omdat het volgens hen gebaseerd is op bureaucratische en onwetenschappelijke gronden. Ze vinden dat het beleid leidt tot onnodige beperkingen voor boeren, vissers en ondernemers, en dat het stikstofprobleem kunstmatig is gecreëerd.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“BVNL wil dat het 'stikstofprobleem' van tafel gaat. Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“Stop met het onnodige stikstofbeleid en geef weer vergunningen af.”
BVNL is fel tegen het uitkopen van boeren, ook niet vrijwillig, en wil het stikstoffonds en klimaatfonds opheffen. Zij zien geen enkele reden om landbouwgrond met belastinggeld op te kopen en vinden dat deze fondsen geen nut hebben.
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Er wordt een einde gemaakt aan het gebruik van fondsen, zoals het stikstoffonds en het klimaatfonds.”
BVNL verwerpt het gebruik van rekenmodellen zoals het Aeriusmodel en de Kritische Depositie Waarde (KDW), omdat deze volgens hen onwetenschappelijk en onbetrouwbaar zijn. Ze willen uitsluitend werken met daadwerkelijk gemeten waarden.
BVNL stelt dat de staat van de Nederlandse natuur veel beter is dan wordt voorgesteld en dat het benoemen van veel Natura 2000-gebieden het probleem onnodig groot maakt. Zij vinden het geen probleem als sommige landschappen veranderen door stikstofdepositie.
“Door het benoemen van 162 Natura 2000 gebieden hebben we het onszelf onnodig moeilijk gemaakt.”
“De voorgespiegelde staat van de natuur in Nederland is een stuk beter dan door sommige experts wordt gesteld. Maar liefst 90% van het natuuroppervlak in Nederland is in uitstekende staat.”
“Bovendien is het voor BVNL geen probleem wanneer zandverstuivingen transformeren tot bos, als gevolg van depositie van stikstofoxiden of ammoniak.”
BIJ1 vindt dat de aanpak van de stikstofcrisis in Nederland juist te traag en te voorzichtig is, en pleit voor een veel radicalere en snellere reductie van stikstofuitstoot. De partij wil de veestapel drastisch halveren, de bio-industrie afbouwen, en boeren ondersteunen bij de transitie naar biologische, agro-ecologische landbouw, met oog voor rechtvaardigheid voor getroffen boeren. BIJ1 ziet stikstofreductie als essentieel voor natuurherstel, woningbouw en klimaatrechtvaardigheid, en vindt dat het huidige beleid niet ver genoeg gaat.
BIJ1 stelt dat de stikstofcrisis vraagt om een snelle en ingrijpende reductie van de veestapel, veel verdergaand dan het huidige beleid. De partij vindt het onacceptabel dat de politiek hierin vertraagt, en koppelt de oplossing direct aan natuurherstel en maatschappelijke belangen zoals woningbouw.
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
“In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen.”
“Het is onacceptabel dat de zittende politiek de aanpak van de stikstofcrisis blijft vertragen.”
BIJ1 erkent dat boeren decennialang zijn gestimuleerd tot schaalvergroting en wil daarom een rechtvaardige transitie, met directe openstelling van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en ondersteuning voor boeren die overstappen naar duurzame landbouw.
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was.”
BIJ1 wil dat Nederland in tien jaar volledig overstapt naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem, waarbij boeren een gegarandeerd inkomen krijgen tijdens de transitie en kunstmest en chemische pesticiden worden uitgefaseerd.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
“Er worden niet meer meststoffen op het land gebracht dan door planten kan worden opgenomen.”
Het CDA vindt dat het stikstofbeleid in Nederland realistischer en uitvoerbaarder moet worden, waarbij de partij zich verzet tegen te strikte of onwerkbare normen. Ze pleiten voor hogere stikstofnormen op grasland, meer ruimte voor innovatie, en een verschuiving van rigide natuurdoelen naar emissiereductie, zodat economische ontwikkeling en natuurherstel hand in hand kunnen gaan. Het CDA wil voorkomen dat het stikstofbeleid "te ver gaat" en pleit voor een gebalanceerde aanpak die perspectief biedt aan boeren en ruimte schept voor woningbouw en andere maatschappelijke prioriteiten.
Het CDA wil de stikstofnormen op grasland verhogen waar dit wetenschappelijk verantwoord is, omdat zij vinden dat de huidige normen te streng zijn en onnodig belemmerend werken. Ze willen dat wetgeving gericht is op daadwerkelijke emissiereductie en niet op het behalen van een arbitrair percentage natuur onder de kritische depositiewaarde (KDW). Dit moet ruimte geven aan innovatie en vergunningverlening voor bijvoorbeeld bouwprojecten.
“Het CDA wil toewerken naar een hogere norm voor stikstof uit dierlijke mest op grasland. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit op grasland geen extra uitspoeling veroorzaakt en daarmee geen risico vormt voor de waterkwaliteit.”
“Wetgeving (Omgevingswet met daarin de omgevingswaarden, gebaseerd op de KDW’s) moet gericht zijn op emissievermindering in plaats van sturing op een percentage natuurareaal onder de KDW.”
“Het genoemde geborgde pakket leidt tot het kunnen toepassen van een hogere rekenkundige ondergrens, gesteund door de wetenschap, zodat vergunningen kunnen worden verleend voor onder andere bouwprojecten, de aanpak van netcongestie en stikstof verlagende innovaties.”
Het CDA vindt dat het stikstofbeleid niet moet doorslaan ten koste van economische ontwikkeling, zoals woningbouw en landbouw. Ze willen dat vergunningverlening weer op gang komt en dat er ruimte blijft voor voedselproductie, innovatie en jonge boeren, terwijl natuurherstel wordt geborgd via gebiedsgerichte en uitvoerbare maatregelen.
“Nederland moet van het stikstofslot. Voor woningbouw en andere bouwprojecten, infrastructurele projecten en landbouw is het van het grootste belang dat de vergunningverlening weer op gang komt.”
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
“Randvoorwaarden voor agrariërs moeten op orde zijn (voldoende middelen en mogelijkheden) en het wettelijk kader moet snel van kracht zijn, zodat maatregelen niet wachten op toestemming en andersom.”
Het CDA wil dat innovatie en managementmaatregelen centraal staan in het stikstofbeleid, zodat reductie haalbaar en betaalbaar blijft. Ze pleiten voor het benutten van nieuwe technieken, maatwerk per bedrijf, en een eerlijker sanctioneringsbeleid dat niet direct tot zware straffen leidt als doelen niet gehaald worden.
“Via innovaties en managementmaatregelen kan nu al veel reductie worden gerealiseerd en daar moet snel mee worden begonnen.”
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
“Voor een duidelijke en evenwichtige sanctionering wordt onderzocht of kan worden aangesloten bij de bestaande landelijke handhavingstrategie Omgevingsrecht voor de tussendoelen richting 2035.”
FVD vindt dat het stikstofbeleid in Nederland veel te ver is doorgeschoten en volledig moet worden afgeschaft, omdat het volgens hen gebaseerd is op onjuiste aannames en desastreuze gevolgen heeft voor boeren en het platteland. Ze willen alle stikstofregels schrappen, het beleid uitsluitend baseren op feitelijke metingen, en boeren weer maximale ruimte geven om te ondernemen zonder extra beperkingen ten opzichte van het buitenland. Gedwongen onteigening, uitkoop en het beperken van de veestapel wijzen ze expliciet af.
FVD stelt dat het huidige stikstofbeleid nergens op gebaseerd is, boeren onterecht de schuld geeft en desastreuze gevolgen heeft voor de landbouw en het platteland. Ze willen het beleid volledig afschaffen, inclusief de onderliggende modellen en normen, en natuurbeleid alleen nog baseren op feitelijke metingen. Dit moet een einde maken aan wat zij zien als een doorgeslagen en onzinnig systeem.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Het huidige stikstofbeleid is gebaseerd op computermodellen en aannames die geen verband houden met de werkelijkheid. ... In de praktijk is er echter geen stikstofprobleem: onze natuur is niet aantoonbaar in gevaar, integendeel. Boeren worden ten onrechte aangewezen als veroorzakers van een crisis die er niet is. De gevolgen zijn desastreus: het beleid zet druk op de voedselproductie, bedreigt het bestaansrecht van boerengezinnen en leidt tot kaalslag in het Nederlandse platteland.”
“Het stikstofbeleid gaat volledig van tafel. Boeren moeten kunnen blijven boeren, vrij van onzinnige regels en (semi-)gedwongen onteigeningen.”
FVD vindt het onacceptabel dat Nederlandse boeren strenger worden gereguleerd dan hun buitenlandse collega’s. Ze willen een gelijk speelveld, zodat boeren niet op achterstand worden gezet en de agrarische sector behouden blijft als economische en culturele hoeksteen.
FVD verwerpt het gebruik van rekenmodellen zoals AERIUS en de Kritische Depositiewaarden. Ze willen natuurbeleid en vergunningverlening uitsluitend baseren op empirisch waarneembare gegevens, omdat ze vinden dat modellen de werkelijkheid niet goed weergeven en tot onnodige beperkingen leiden.
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
“In plaats van op stikstof-rekenmodellen baseren we natuurbeleid en vergunningverlening uitsluitend op empirisch waarneembare gegevens.”
FVD is fel tegenstander van gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop en het beperken van de veestapel als onderdeel van stikstofbeleid. Ze zien dit als onrechtvaardig en schadelijk voor boeren en het platteland.
De SGP vindt dat het stikstofbeleid in Nederland te ver dreigt te gaan door het stellen van onhaalbare doelen en het opleggen van generieke, juridisch strikte maatregelen. De partij pleit voor een realistische, doelgerichte aanpak met ruimte voor boeren en bedrijven, waarbij gedwongen opkoop en het intrekken van vergunningen worden afgewezen en prioriteit wordt gegeven aan praktische, meetbare oplossingen.
De SGP verzet zich tegen het wettelijk vastleggen van onrealistische stikstofdoelen en tegen het gebruik van juridisch strikte, generieke maatregelen. Zij vinden dat beleid moet uitgaan van haalbaarheid, meetbaarheid en een goed gevulde gereedschapskist aan oplossingen, in plaats van het blind volgen van rekenmodellen of het stellen van onhaalbare eisen.
“Niet door het vastleggen van onhaalbare doelen in de wet, maar door een wettelijk programma voor geborgde en doelgerichte daling van de stikstofuitstoot.”
“Natuurdoelanalyses worden zo herzien dat zij niet uitgaan van onhaalbare ideaalbeelden en dat zij de relatieve en daadwerkelijke invloed van stikstofdepositie op de ontwikkeling van de natuur veel adequater in beeld brengen.”
“Zij mogen vanwege hun huidige schijnnauwkeurigheid geen doorslaggevende rol hebben bij toetsing in het kader van de Habitatrichtlijn.”
De SGP is expliciet tegen het gedwongen opkopen van boerenbedrijven of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen als standaard beleidsinstrument. Zij vinden dat individuele bedrijven niet mogen worden afgerekend op onmeetbare bijdragen en dat legalisering van knelgevallen prioriteit moet krijgen.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“Individuele bedrijven worden niet afgerekend op onmeetbare depositiebijdragen. Daar is het landelijk beleid voor reductie van de stikstofuitstoot voor bedoeld.”
“Legalisering van PAS-knelgevallen en andere knelgevallen die te goeder trouw gehandeld hebben, heeft prioriteit.”
De SGP wil af van generieke kortingen en pleit voor een gebiedsgerichte, meetbare aanpak met ruimte voor technische innovatie en maatwerk. Ze benadrukken het belang van experimenteerruimte, doelsturing en het vermijden van onnodige belemmeringen voor boeren.
“Het is hoog tijd dat er snel experimenteerruimte en stimuleringsregelingen voor doelsturing komen. Dit kan uiteindelijk uitmonden in een minder vrijblijvende vorm van doelsturing, mits de boer voldoende ruimte krijgt om hier invulling aan te geven.”
“De spanning op de mestmarkt kan omlaag door een vorm van derogatie, volledige verrekening van gasvormige stikstofverliezen en vrijwillige opkoop- of extensiveringsregelingen, niet door een generieke korting op fosfaatrechten.”
“De SGP is kritisch over van bovenaf opgelegde eisen voor grondgebondenheid in de melkveehouderij. Het doorkruist samenwerkingsverbanden met andere bedrijven en voegt weinig toe aan normen voor doelsturing.”
BBB vindt dat het stikstofbeleid in Nederland te ver is doorgeschoten en pleit voor een realistischer, uitvoerbaar en minder ingrijpend beleid. De partij wil af van krimp als standaardoplossing, meer ruimte voor innovatie en geen extra nationale eisen bovenop Europese regels. BBB stelt voor om de stikstofregels te versoepelen, de vergunningverlening vlot te trekken en boeren perspectief te bieden zonder hen te dwingen te stoppen.
BBB verzet zich tegen het huidige stikstofbeleid waarbij krimp van de veestapel en gedwongen uitkoop van boeren centraal staan. De partij vindt dat dit beleid te ver gaat en pleit voor alternatieven zoals innovatie en praktische uitvoerbaarheid.
“Doel is het lostrekken van de vergunningverlening, herstel van vertrouwen in de rechtsstaat en een einde aan krimp als standaardoplossing.”
“Veel politieke partijen willen de veestapel halveren en boeren gedwongen uitkopen. Hun boodschap aan boeren is: stop ermee, zoek ander werk. Maar je vraagt een boer niet om geen boer meer te zijn, net zomin als je een kip vraagt om geen ei meer te leggen.”
BBB vindt dat Nederland niet verder moet gaan dan wat Europees verplicht is en wil geen extra nationale koppen op Europese stikstof- en natuurdoelen. Dit om te voorkomen dat het beleid onrealistisch en schadelijk wordt voor boeren en andere sectoren.
De partij wil dat innovatie en praktische oplossingen leidend zijn in het stikstofbeleid, in plaats van strikte rekenmodellen en juridische beperkingen. BBB pleit voor het vervangen van de kritische depositiewaarde door instandhoudingsdoelstellingen en het stimuleren van technische vooruitgang.
BBB vindt dat het huidige stikstofbeleid de vergunningverlening blokkeert en boeren in onzekerheid brengt. De partij wil het systeem hervormen zodat boeren weer kunnen investeren en hun bedrijf voortzetten.
“De stikstofwetcrisis belemmert niet alleen boeren en woning bouwers, maar ook onze krijgsmacht. Defensie loopt vast op dezelfde stikstofregels als andere sectoren. Oefenterreinen, kazernes en materieelinvesteringen worden vertraagd of geblokkeerd door een vergunningensysteem dat geen ruimte laat voor urgentie of realiteitszin.”
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden.”
De ChristenUnie erkent de ernst van de stikstofcrisis, maar vindt dat het stikstofbeleid in Nederland te ver is doorgeschoten in complexiteit en onwerkbaarheid. Ze pleiten voor een verschuiving van ingewikkelde rekenmodellen en middelvoorschriften naar doelgerichte, bedrijfsspecifieke emissienormen, met meer vertrouwen in boeren en minder nadruk op gedwongen opkoop. Tegelijkertijd blijft het uitgangspunt dat stikstofreductie noodzakelijk is voor natuurherstel, maar dan op een manier die werkbaar en eerlijk is voor alle sectoren.
De ChristenUnie vindt dat het huidige stikstofbeleid te ver is gegaan in het sturen op depositie en ingewikkelde berekeningen, wat leidt tot onwerkbare situaties en onzekerheid voor ondernemers. Ze willen overstappen op het sturen op daadwerkelijke uitstoot en duidelijke, bedrijfsspecifieke doelen.
“We stappen af van ingewikkelde berekeningen over waar stikstof precies terechtkomt en richten ons op het verminderen van de daadwerkelijke uitstoot.”
“Sturen op neerslag van stikstof in de natuur (depositie) is onwerkbaar gebleken. Het herleiden van depositiewaardes naar bedrijven is immers uiterst ingewikkeld en onzeker.”
“Het huidige stikstofbeleid is te veel gericht op de neerslag (depositie) van stikstof. Dit levert schijnzekerheid en complexe techniek op zoals het Aerius-model. Daar willen we van af.”
De partij wil af van generieke maatregelen en middelvoorschriften, en in plaats daarvan sturen op doelen per bedrijf. Dit moet voorkomen dat er onnodig veel boeren verdwijnen en dat er te veel belastinggeld naar opkoopregelingen gaat.
“Daarom stappen we zo veel mogelijk over van sturen op middelen naar sturen op doelen. Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds. Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven.”
“De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Boeren moeten weer kunnen ondernemen. Er komt daarom zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften.”
De ChristenUnie vindt het onverstandig om de KDW als wettelijk doel te hanteren, omdat dit de praktijk onnodig belemmert. Ze willen de KDW alleen nog als indicator gebruiken.
“Natuurlijk geldt de kritische depositiewaarde nog als indicator van de staat van de natuur, maar als wettelijk doel om op te sturen is de KDW onverstandig gebleken.”
De partij benadrukt dat stikstof niet het enige probleem is voor de natuur en dat beleid niet eenzijdig op stikstofreductie gericht moet zijn, maar integraal moet worden aangepakt.
“Beleid om Nederland van het slot te krijgen, moet zich daarom niet eenzijdig richten op stikstofreductie maar integraal op natuurherstel en -ontwikkeling in samenhang met klimaat-, water- en milieubeleid.”
De Partij voor de Dieren vindt dat de stikstofaanpak in Nederland juist niet ver genoeg gaat en pleit voor veel strengere maatregelen. Zij willen een drastische krimp van de veestapel, het sluiten van vervuilende industrieën, en het fors terugdringen van stikstofuitstoot in alle sectoren om de natuur te beschermen. Hun visie is dat de huidige stikstofcrisis het gevolg is van een economie die de draagkracht van de planeet overschrijdt, en dat alleen radicale ingrepen de natuur kunnen redden.
De PvdD stelt dat een forse reductie van het aantal dieren in de veehouderij en het sluiten van de meest vervuilende industrieën noodzakelijk is om de stikstofcrisis op te lossen. Zij vinden dat technische oplossingen en uitstelmaatregelen niet werken en pleiten voor directe, ingrijpende keuzes.
“Het totale aantal dieren dat in de bio-industrie wordt gefokt en gedood, krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“De situatie vraagt dringend om maatregelen. Een forse krimp van het aantal dieren in de veehouderij is noodzakelijk. Maar ook andere sectoren zullen hun stikstofuitstoot fors moeten verminderen.”
“Het verplaatsen van megastallen en het inzetten van technische lapmiddelen, zoals luchtwassers, zogenaamde emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, lossen het stikstofprobleem niet op, zijn peperduur en leiden tot extra dierenleed. Daarom zijn ze voor de Partij voor de Dieren onacceptabel.”
De partij stelt dat natuurherstel en het halen van kritische depositiewaarden voor stikstof leidend moeten zijn, zelfs als dat betekent dat economische activiteiten fors moeten worden ingeperkt.
“In 2030 zijn 75% van de stikstofgevoelige gebieden onder de kritische depositiewaarde gebracht, met prioriteit voor de meest gevoelige gebieden.”
“De natuur kan prima zonder de mens, maar de mens niet zonder de natuur. Door de uitstoot van stikstof verslechtert de natuur.”
“Regels voor de bescherming van de natuur worden niet versoepeld ten behoeve van klimaatmaatregelen.”
De PvdD verwerpt uitstelgedrag, technische lapmiddelen en schijnoplossingen zoals CCS of het verplaatsen van stallen. Zij willen directe, structurele maatregelen.
“We stoppen met het subsidiëren van CCS.”
Naast de landbouw wil de PvdD ook de zwaarste industrieën direct aanpakken om stikstof en andere schadelijke stoffen te reduceren.
“Zo komt er een verbod op energie-opwek door het verbranden van dierlijke en houtige biomassa, worden de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel gesloten, krimpt de Nederlandse luchtvaart, gaat Lelystad Airport niet open, stoppen we met het verbranden van buitenlands afval en gaat ook het verkeer een veel grotere bijdrage leveren.”
De VVD vindt dat het stikstofbeleid in Nederland te ver is doorgeschoten en pleit voor een meer pragmatische, werkbare aanpak die economische groei en natuurherstel in balans brengt. Ze willen af van een eenzijdige focus op stikstofnormen en pleiten voor sectorgebonden emissieplafonds, gebiedsgerichte oplossingen en het leidend maken van de feitelijke staat van de natuur bij vergunningverlening. De partij benadrukt dat wet- en regelgeving werkbaar moet zijn en dat economische ontwikkeling niet langer op slot mag zitten door te strenge stikstofregels.
De VVD vindt dat de huidige stikstofwetgeving te ver gaat door een te strikte, modelmatige benadering, waardoor economische ontwikkeling wordt belemmerd. Ze willen de stikstofdoelen vervangen door sectorgebonden emissieplafonds en de feitelijke staat van de natuur leidend maken, zodat economie en natuur samen kunnen bloeien.
“Uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
“De huidige wetgeving kent reductiedoelen voor de berekende hoeveelheid neerslag op natuurgebieden. We gaan deze KDW-doelen (kritische depositiewaarde) vervangen door sectorgebonden emissieplafonds, inclusief wettelijke tussendoelen en evaluatiemomenten, die per sector leiden tot significante geborgde emissiereducties en waarbij de gerealiseerde emissiereductie correct wordt vastgelegd; haalbaarheid en betaalbaarheid worden in alle sectoren zwaar meegewogen in het vaststellen van de doelen.”
De VVD wil dat stikstofbeleid niet leidt tot het op slot zetten van de economie, bouw en landbouw. Ze pleiten voor een gebiedsgerichte aanpak, waarbij haalbaarheid en betaalbaarheid centraal staan, en voor het legaliseren van ondernemers die te goeder trouw zijn.
“De Nederlandse economie wordt momenteel enorm belemmerd door stikstof, netcongestie en stroperige vergunningverlening. Het zet onze economie op slot.”
“We moeten daarom op korte termijn concrete resultaten boeken om te voorkomen dat de bouw van woningen en wegen langer stilligt en dat boeren in nog meer onzekerheid komen.”
“Op het moment dat een structurele emissiereductie wettelijk is geborgd, zorgt de overheid voor de noodzakelijke randvoorwaarden. Zo worden PAS-melders en andere te goeder trouw onvergunden, ondernemers die te goeder trouw hebben gehandeld maar nu zonder vergunning zitten, gelegaliseerd met bijvoorbeeld een juridisch houdbare rekenkundige ondergrens.”
De VVD vindt dat stikstofmaatregelen niet ten koste mogen gaan van economische haalbaarheid en betaalbaarheid. Ze willen dat deze aspecten zwaar meewegen bij het vaststellen van doelen en dat ondernemers ruimte krijgen voor innovatie.
NSC vindt dat het stikstofbeleid in Nederland te ver is doorgeschoten in modelmatige detailsturing en pleit voor een realistischer, meer doelgerichte aanpak. Ze willen af van het volledig leunen op rekenmodellen, meer ruimte voor boeren en een verschuiving van depositienormen naar uitstootreductie bij de bron, met oog voor sociaal-economische gevolgen. De partij benadrukt het belang van wetenschappelijke onderbouwing, bestuurlijke speelruimte en het fundamenteel aanpassen van het vergunningenstelsel.
NSC stelt dat het huidige stikstofbeleid te ver gaat door te veel te vertrouwen op rekenmodellen, wat leidt tot onwerkbare situaties voor boeren en het landelijke gebied. Ze willen stoppen met deze aanpak en meer ruimte bieden aan activiteiten met geringe uitstoot.
“Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen. Activiteiten met de geringste stikstofuitstoot krijgen nu vaak geen vergunning meer vanwege de modelmatige detailsturing in Nederland. Dit heeft een desastreus effect op agrarische bedrijven en op mensen in het landelijke gebied.”
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius.”
“We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven”
NSC wil de wettelijke normen voor stikstofdepositie vervangen door reductiedoelen voor uitstoot, met onderscheid tussen ammoniak en stikstofoxiden. Dit moet gemeten en beperkt worden bij de bron, wat volgens NSC eerlijker en effectiever is.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
NSC vindt dat het stikstofbeleid rekening moet houden met de sociaal-economische gevolgen en dat er bestuurlijke ruimte moet zijn om activiteiten met weinig uitstoot toe te staan. Dit voorkomt dat het beleid disproportioneel uitpakt voor bepaalde groepen.
“We houden in de wetgeving oog voor de sociaal-economische gevolgen van maatregelen, zoals ook de EU-richtlijn bepaalt. Dit betekent dat bij het afgeven van vergunningen er bestuurlijke speelruimte moet zijn om activiteiten toe te staan die maar weinig stikstof uitstoten.”
NSC wil het natuurvergunningstelsel fundamenteel aanpassen, mede op basis van praktijken in Duitsland en Frankrijk, om schrijnende situaties zoals bij PAS-melders te legaliseren en rechtszekerheid te bieden.
“De legalisering van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, krijgt de hoogste prioriteit. Om de PAS-melders eindelijk te legaliseren en hen rechtszekerheid te geven, passen we het natuurvergunningstelsel fundamenteel aan. We doen dit mede op basis van de praktijk in naburige EU-landen, in het bijzonder Duitsland en Frankrijk.”
Volt vindt dat de stikstofproblematiek in Nederland ernstig is en dat de aanpak tot nu toe tekortschiet, maar pleit niet voor het "te ver gaan" in stikstofmaatregelen. Hun beleid richt zich op het halen van wettelijke en Europese normen via maatwerk, innovatie en eerlijke behandeling van boeren, zonder disproportionele of onrealistische eisen. Volt wil structurele, rechtvaardige en uitvoerbare oplossingen die natuurherstel combineren met toekomstperspectief voor landbouw en economie.
Volt vindt dat Nederland zich zo snel mogelijk aan de bestaande Europese richtlijnen en wettelijke stikstofnormen moet houden, maar pleit niet voor strengere of verdergaande eisen dan wettelijk vereist. Ze benadrukken maatwerk, duidelijkheid en rechtvaardigheid voor boeren, en willen voorkomen dat maatregelen disproportioneel uitpakken.
“Volt gaat gericht en rechtvaardig toewerken naar toekomstbestendige landbouw binnen de wettelijke stikstofnormen, met een duidelijke en eerlijke behandeling voor alle boeren.”
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet.”
Volt wil dat stikstofmaatregelen per gebied worden vastgesteld en dat alle betrokkenen, inclusief boeren, gelijkwaardig meebeslissen. Dit voorkomt dat generieke, te vergaande maatregelen worden opgelegd en zorgt voor breed draagvlak en uitvoerbaarheid.
“De Adviescommissie Stifstofproblematiek heeft concrete instrumenten aangedragen, zoals maatwerk door op gebiedsniveau normen vast te stellen en een de Afrekenbare StoffenBalans in te voeren.”
“Regionale verschillen in Nederland vragen om maatwerk. Volt stelt voor om hiervoor een gestructureerd co-creatieproces in te zetten, waarin alle betrokken partijen, zoals veehouders, banken, veevoerbedrijven, zuivelcoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, gezondheidszorg en verschillende overheden, gelijkwaardig deelnemen.”
Volt erkent dat niet alle stikstofverbindingen hetzelfde zijn en wil dat beleid hierop wordt afgestemd, om te voorkomen dat maatregelen te generiek of te vergaand zijn voor specifieke situaties.
“Volt wil dat in de maatregelen voor stikstofreductie rekening wordt gehouden met dit onderscheid. Dit omdat beide soorten stoffen zich anders gedragen en een eigen aanpak nodig hebben. NOx- en NH3-uitstoot worden afzonderlijk gemeten en bewaakt.”
Volt wil voorkomen dat boeren onevenredig hard worden geraakt door stikstofmaatregelen en pleit voor ruimhartige compensatie en toekomstperspectief, vooral als eerdere overheidsbeloftes onuitvoerbaar bleken.
“Landbouwers voor wie dit niet mogelijk is, worden ruimhartig financieel gecompenseerd voor de eerdere, onuitvoerbare, beloftes van de overheid.”
D66 vindt dat het stikstofbeleid noodzakelijk is en niet te ver gaat; ze benadrukken dat de huidige stikstofproblematiek het gevolg is van jarenlang over de grenzen van natuur en milieu gaan. D66 blijft vasthouden aan strenge stikstofdoelen voor 2030, met juridisch vastgelegde en niet-vrijblijvende maatregelen, en wil deze per gebied uitwerken om zowel natuurherstel als toekomstperspectief voor de landbouw te bieden. De partij wijst expliciet af om de doelen te verlagen of te versoepelen, en ziet snelle en structurele vermindering van stikstof als essentieel voor natuur, gezondheid en economische ontwikkeling.
D66 stelt dat de stikstofmaatregelen niet te ver gaan, maar juist noodzakelijk zijn om natuur, gezondheid en bouwprojecten te beschermen. Ze willen de doelen niet verlagen, maar juridisch vastleggen en per gebied uitwerken, zodat natuurherstel en landbouwperspectief samengaan. De partij ziet het als een structurele oplossing voor het stikstofslot en benadrukt het belang van duidelijkheid en vertrouwen.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“Jarenlang zijn we over de grenzen gegaan van wat de natuur en het milieu kunnen dragen. Dat heeft onder meer geleid tot wat we het stikstofslot noemen.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen.”
“We houden ons aan stikstofdoelstellingen voor 2030. We geven voorrang aan de meest kwetsbare gebieden. Het hoger beroep dat de Staat in de Greenpeace-zaak heeft aangespannen, wordt ingetrokken. De doelstellingen voor de landbouw blijven staan en worden niet verlaagd.”
“Deze verandering begint met duidelijkheid. Want dat geeft vertrouwen. We herstellen natuur, verbeteren biodiversiteit en halen de doelen voor stikstof en waterkwaliteit. Dat doen we op zo’n manier dat we tegelijkertijd de landbouw toekomst bieden. Deze doelen worden per gebied uitgewerkt.”
GroenLinks-PvdA vindt dat de stikstofaanpak noodzakelijk is om natuurherstel mogelijk te maken en Nederland van het 'stikstofslot' te halen, maar wil daarbij duidelijke, afdwingbare maatregelen nemen, inclusief het gericht terugdringen van de veestapel en zo nodig gedwongen uitkoop van piekbelasters. Hun beleid richt zich op het herstellen van de natuur, het creëren van ruimte voor woningbouw en infrastructuur, en het beëindigen van de intensieve veehouderij, waarbij ze expliciet aangeven bereid te zijn ver te gaan als het herstel van de natuur dat vereist.
GroenLinks-PvdA stelt dat het natuurherstel voorop staat en dat, als vrijwillige maatregelen niet volstaan, gedwongen uitkoop van piekbelasters en een kleinere veestapel noodzakelijk zijn. Dit wordt gezien als een harde, maar volgens hen onvermijdelijke maatregel om de stikstofcrisis daadwerkelijk op te lossen en maatschappelijke projecten weer mogelijk te maken.
“Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
De partij wil dat de stikstofruimte die vrijkomt door reductie van uitstoot, via een stikstofbank primair wordt ingezet voor projecten met maatschappelijk belang, zoals woningbouw en energietransitie. Dit betekent dat economische groei of individuele belangen ondergeschikt zijn aan collectieve doelen.
“Vrijgekomen stikstofruimte komt in een stikstofbank waar de overheid eerste recht van koop heeft voor projecten met een maatschappelijk belang zoals woningbouw, de energietransitie, defensie en infrastructuur.”
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor natuurherstel als voorwaarde voor het creëren van stikstofruimte, en stelt dat dit leidend is, ook als dat betekent dat economische activiteiten moeten wijken of worden beperkt.
“Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot.”
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving.”
JA21 vindt dat het stikstofbeleid in Nederland is doorgeslagen en pleit voor een realistischere, minder rigide aanpak die economische schade en stilstand voorkomt. Ze willen af van de kritische depositiewaarde (KDW), zijn tegen gedwongen uitkoop van boeren en zetten in op maatwerk, technologische innovatie en vrijwillige regelingen. Hun kernvisie is dat stikstofmaatregelen niet ten koste mogen gaan van rechtszekerheid, economische groei en het platteland.
JA21 stelt dat de huidige wettelijke normering rondom stikstof te ver gaat en leidt tot onnodige stilstand en juridische blokkades. Ze willen de KDW afschaffen en meer ruimte voor maatwerk en praktische oplossingen.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert.”
“Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
JA21 vindt dat het huidige stikstofbeleid te ver gaat door boeren te dwingen te stoppen, wat volgens hen weinig oplevert voor de natuur en veel kost. Ze pleiten voor vrijwillige regelingen en technologische innovatie in plaats van gedwongen uitkoop.
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur. JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
JA21 wil het stikstofbeleid regionaal differentiëren en Natura2000-gebieden heroverwegen, omdat zij vinden dat het huidige beleid te generiek en streng is.
“Het fundament van eventuele nieuwe plannen dient gericht te zijn op regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer, haalbare natuurdoelen en de herijking van Natura2000-gebieden.”
De PVV vindt dat het stikstofbeleid in Nederland veel te ver is doorgeschoten en ziet de huidige stikstofregels als het echte probleem, niet stikstof zelf. Ze willen de stikstofdoelen versoepelen, Natura 2000-gebieden verkleinen, en wettelijke normen aanpassen om woningbouw, landbouw en infrastructuur weer mogelijk te maken. Gedwongen uitkoop van boeren is voor de PVV onacceptabel; de partij wil juist minder regeldruk en directe legalisatie van PAS-melders.
De PVV stelt dat de huidige stikstofregels overdreven streng zijn en onnodig veel schade toebrengen aan landbouw, woningbouw en infrastructuur. Volgens de partij is het idee dat de natuur door stikstof "op omvallen" staat overdreven, en zijn de Nederlandse en Europese regels het echte obstakel. De PVV wil daarom de stikstofdoelen versoepelen, Natura 2000-gebieden verminderen, en de wettelijke normen direct aanpassen.
“We moeten af van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan. Te veel – of juist te weinig – stikstof kan de natuur veranderen, en dat is helemaal niet erg. Het is absurd dat vrijwel het hele landbouw- en natuurbeleid ondergeschikt is gemaakt aan stikstof.”
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels. Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
“Tot die tijd verhogen we direct de rekenkundige ondergrens naar minimaal 1 mol en halen we de kritische depositiewaarden uit de wet. Wij willen immers als de wiederweerga nieuwe woningen bouwen! PAS-melders gaan we onmiddellijk legaliseren; ze hebben al veel te lang moeten wachten.”
“Gedwongen uitkoop of onteigening van boeren is bij ons absoluut een no-go.”
50PLUS vindt dat het Nederlandse stikstofbeleid niet strenger mag zijn dan Europese afspraken en waarschuwt voor nationale overregulering die de economie schaadt. Ze pleiten voor herziening van Natura 2000-gebieden en willen af van een "obsessieve" aanpak van kleine natuurgebieden. Hun kernvoorstel is: geen extra nationale regels bovenop Europese eisen en een meer pragmatische, minder strenge benadering van stikstof en natuur.
50PLUS stelt dat Nederland niet verder moet gaan dan Europese stikstofafspraken, omdat extra nationale regels de economie en concurrentiepositie schaden. Ze willen een gelijk speelveld binnen Europa en zijn kritisch op nationale symboolpolitiek en overregulering.
De partij vindt dat het huidige natuurbeleid te ver doorschiet door een te strikte en gedetailleerde bescherming van kleine natuurgebieden. Ze willen de indeling van Natura 2000-gebieden herzien en pleiten voor grotere, aaneengesloten gebieden en minder "obsessie" met kleinschalige natuur.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
DENK erkent de noodzaak om de stikstofuitstoot te verminderen om natuur en leefomgeving te beschermen, maar kiest voor een realistische en rechtvaardige aanpak die betaalbaar en uitvoerbaar blijft voor burgers. Ze willen vasthouden aan de stikstofdoelen, maar geven prioriteit aan vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren en sluiten gedwongen uitkoop alleen als uiterste middel niet uit. DENK waarschuwt tegen onnodige betutteling en extra lasten voor burgers in het klimaatbeleid.
DENK vindt het belangrijk om de stikstofuitstoot te verminderen ter bescherming van natuur en leefomgeving, maar wil dat dit op een rechtvaardige en haalbare manier gebeurt. Ze kiezen voor handhaving van de doelen, maar geven de voorkeur aan vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren en sluiten gedwongen uitkoop alleen als laatste redmiddel niet uit. Dit standpunt adresseert de balans tussen natuurbelang en de positie van boeren, en voorkomt dat het stikstofbeleid "te ver gaat" door onnodig harde maatregelen.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK benadrukt dat klimaatmaatregelen, waaronder stikstofbeleid, noodzakelijk zijn, maar waarschuwt tegen beleid dat burgers betuttelt of financieel onevenredig belast. Dit standpunt adresseert het risico dat stikstof- of klimaatmaatregelen "te ver gaan" door burgers onnodig op kosten te jagen of hun vrijheid te beperken.
“Klimaatbeleid is hard nodig, maar mag geen middel worden om burgers betuttelend te bejegenen of op de kosten te jagen.”
De SP wil de stikstofuitstoot stevig terugdringen, maar benadrukt dat dit niet ten koste mag gaan van boeren en dat schijnoplossingen moeten worden vermeden. De partij kiest voor het aanpakken van de intensieve veehouderij, het stellen van duidelijke grenzen aan het aantal dieren per hectare en het ondersteunen van boeren bij de omschakeling naar duurzame landbouw.
De SP erkent de noodzaak om de stikstofuitstoot fors te verminderen, maar verzet zich tegen maatregelen die boeren onnodig zwaar treffen of die slechts schijnoplossingen bieden. De partij richt zich op het structureel aanpakken van de intensieve veehouderij en het ondersteunen van boeren bij de transitie naar duurzamere landbouw, met heldere en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare.
“De SP wil de stikstofuitstoot stevig terugdringen, maar niet over de rug van boeren. Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“Tegelijk helpen we boeren om over te stappen naar een duurzame landbouw die past bij de draagkracht van de bodem, de lucht, het water en de natuur. We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”