BVNL verwerpt het huidige stikstofbeleid en de wettelijke Kritische Depositie Waarde (KDW) volledig, omdat zij deze als bureaucratisch, wetenschappelijk ondeugdelijk en schadelijk voor boeren en ondernemers beschouwen. Ze willen het stikstofbeleid, de KDW en het gebruik van het Aerius-model per direct afschaffen, en uitsluitend werken met gemeten waarden in plaats van modellen. BVNL ziet geen stikstofprobleem en wil dat boeren en vissers zonder overheidsbelemmeringen kunnen werken.
BVNL vindt het stikstofbeleid, de KDW en het Aerius-model onwetenschappelijk en schadelijk voor de landbouw en economie. Zij stellen dat deze instrumenten gebaseerd zijn op foutieve aannames en modellen, en pleiten voor directe afschaffing ervan. BVNL wil terug naar beleid op basis van gemeten waarden en ziet geen reden voor uitkoop van boeren of het instandhouden van het stikstoffonds.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het Aeriusmodel mag niet meer worden gebruikt en er wordt slechts gewerkt met gemeten waarden.”
“De Kritische Depositie Waarde (KDW) gaat uit de wet. KDW’s zijn slechts indicatoren, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor is.”
“Waarna door de overheid een wet is opgesteld met daarin onhaalbare Kritische Depositie Waardes (als alle leven uit Nederland vertrokken is, voldoet 75% van de Nederlandse Natura 2000 gebieden nog niet aan de normen) en een verplicht Aerius-model waarmee de neerslag van stikstof moet worden gemodelleerd, niet gemeten, hetgeen bewezen ongeschikt is voor die taak.”
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
BVNL is fel tegen het uitkopen van boeren, vrijwillig of verplicht, en wil het stikstoffonds en klimaatfonds ontmantelen. Zij vinden het kopen van landbouwgrond met belastinggeld om terug te geven aan de natuur onzinnig en zien geen noodzaak voor deze fondsen.
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Het klimaatfonds van € 35 miljard wordt ontmanteld.”
“Er wordt een einde gemaakt aan het gebruik van fondsen, zoals het stikstoffonds en het klimaatfonds. Alle bedragen moeten via de Rijksbegroting lopen en onderworpen zijn aan parlementaire controle.”
BVNL stelt dat het stikstofbeleid onnodig vergunningverlening en woningbouw belemmert. Zij willen dat deze belemmeringen verdwijnen zodat er weer gebouwd kan worden.
BIJ1 vindt het onacceptabel dat de aanpak van de stikstofcrisis wordt vertraagd en pleit voor een drastische, snelle halvering van de veestapel als kernmaatregel. De partij wil een sociaal verantwoorde uitkoopregeling voor boeren en benadrukt dat decennialang beleid de huidige stikstofproblematiek heeft veroorzaakt. BIJ1 koppelt de stikstofcrisis direct aan natuurherstel, biodiversiteit en een rechtvaardige transitie voor boeren.
BIJ1 stelt dat de veestapel met grote snelheid minstens gehalveerd moet worden om de stikstofcrisis effectief aan te pakken. De partij ziet de huidige omvang van de veestapel als onhoudbaar en als een belangrijke oorzaak van het overschrijden van kritische depositiewaarden (kdw) voor stikstof in natuurgebieden. De halvering moet rechtvaardig verlopen, met oog voor boeren die door beleid zijn gestimuleerd te groeien.
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
“Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was.”
“In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
Om de stikstofuitstoot snel terug te dringen en natuurherstel mogelijk te maken, wil BIJ1 direct een sociaal verantwoorde uitkoopregeling openstellen voor getroffen boeren. De partij benadrukt dat deze maatregel rechtvaardig moet zijn, gezien het feit dat boeren jarenlang door beleid zijn gestimuleerd tot schaalvergroting.
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“Dit moet op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting is.”
BIJ1 koppelt de aanpak van stikstof direct aan het herstel van biodiversiteit en het beschermen van natuurgebieden. De partij vindt het onacceptabel dat politieke vertraging de natuur, woningbouw en industrie schaadt.
NSC wil af van de huidige stikstofaanpak die volledig leunt op rekenmodellen en de Kritische Depositie Waarde (KDW). In plaats daarvan pleiten ze voor het vervangen van de KDW door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, met meer bestuurlijke ruimte en aandacht voor sociaal-economische gevolgen. Ze willen een ondergrens invoeren, meten bij de bron, en boeren meer vrijheid geven in hoe ze aan de normen voldoen.
NSC wil de wettelijke normen voor stikstofdepositie (waaronder de KDW) vervangen door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ammoniak en stikstofoxiden. Dit moet leiden tot een meer realistische en uitvoerbare aanpak, waarbij de uitstoot bij de bron wordt gemeten en beperkt.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
NSC is kritisch op het gebruik van rekenmodellen en de detailsturing die daaruit voortkomt, zoals de toepassing van de KDW. Ze willen een ondergrens van 1 mol/ha/jaar invoeren om kleine uitstoters te ontzien en de modellenwerkelijkheid te doorbreken.
“Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen. Activiteiten met de geringste stikstofuitstoot krijgen nu vaak geen vergunning meer vanwege de modelmatige detailsturing in Nederland.”
“We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven”
NSC wil dat er bij vergunningverlening meer bestuurlijke speelruimte komt, zodat activiteiten met weinig stikstofuitstoot toch mogelijk blijven. Ze willen dat de sociaal-economische gevolgen van maatregelen worden meegewogen, conform de EU-richtlijn.
Boeren moeten meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze aan de uitstootnormen voldoen. De huidige opkoop van piekbelasters op basis van het neerslagmodel (en dus de KDW) wordt gestopt.
BBB wil af van de Kritische Depositiewaarde (KDW) als juridisch leidend criterium voor stikstofbeleid en pleit voor het vervangen hiervan door instandhoudingsdoelstellingen gebaseerd op feitelijke waarnemingen. De partij zet in op het versoepelen van vergunningverlening door invoering van drempelwaarden en het stimuleren van innovatie in plaats van krimp van de landbouw.
BBB verwerpt het gebruik van de KDW als juridisch bindend criterium en wil deze vervangen door instandhoudingsdoelstellingen uit de Europese Natuurherstelverordening, waarbij de staat van de natuur wordt beoordeeld op basis van feitelijke waarnemingen. Dit moet het stikstofbeleid realistischer en juridisch houdbaarder maken.
“Kritische depositiewaarde (KDW) doelstellingen in de Omgevingswet worden vervangen door instandhoudingsdoelstellingen zoals ze staan in de Natuur herstel Verordening. De staat van de natuur wordt beoordeeld op basis van waarneming zoals ook in landen als Italië gebeurt.”
Om de vergunningverlening weer op gang te krijgen, wil BBB een rekenkundige ondergrens en drempelwaarde invoeren, zodat kleine emissies niet langer tot juridische blokkades leiden. Dit moet het gebruik van het rekenmodel AERIUS overbodig maken en legalisering van PAS-melders en bedrijfsontwikkeling mogelijk maken.
“De invoering van een rekenkundige ondergrens van minimaal 1 mol. Dit is een belangrijke eerste stap maar niet genoeg om de vergunningverlening volledig uit het slop te trekken.”
“Invoering van een drempelwaarde. Is de tweede stap. Onder gelijktijdige geborgde emissie reductie. Bij voorkeur in een vorm waarbij het gebruik van AERIUS niet meer nodig is.”
BBB wil voorkomen dat Nederland strengere natuurdoelen hanteert dan Europees verplicht, en pleit voor een integrale benadering waarbij stikstof slechts één van de drukfactoren is.
“Geen nieuwe natuurdoelen. Vernieuwde natuurdoelen worden vastgesteld op basis van wat verplicht is in het kader van de EUrichtlijnen. Geen extra nationale doelen bovenop de EUdoelen en richtlijnen.”
“Niet alleen stikstof, ook droogte, water, bodem en beheer, worden hierbij als drukfactoren meegenomen.”
In plaats van het verminderen van de veestapel of landbouwgrond, wil BBB stikstofreductie bereiken door innovatie en toepassing van nieuwe technieken.
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
Het CDA wil af van het huidige stikstofbeleid dat stuurt op het percentage natuur onder de Kritische Depositie Waarde (KDW) en pleit voor een focus op daadwerkelijke emissievermindering. Ze willen wetgeving aanpassen zodat niet langer het aandeel natuur onder de KDW leidend is, maar de totale uitstoot omlaag gaat, met ruimte voor innovatie, snellere vergunningverlening en gebiedsgerichte aanpak voor natuurherstel.
Het CDA vindt dat het huidige beleid te veel stuurt op het aandeel natuur dat onder de KDW valt, wat volgens hen niet effectief is voor het verlenen van vergunningen en natuurherstel. Ze willen dat wetgeving zich richt op het daadwerkelijk verminderen van stikstofemissies, zodat projecten sneller doorgang kunnen vinden en de focus ligt op resultaat in plaats van op rekenkundige normen.
“Wetgeving (Omgevingswet met daarin de omgevingswaarden, gebaseerd op de KDW’s) moet gericht zijn op emissievermindering in plaats van sturing op een percentage natuurareaal onder de KDW.”
“Het genoemde geborgde pakket leidt tot het kunnen toepassen van een hogere rekenkundige ondergrens, gesteund door de wetenschap, zodat vergunningen kunnen worden verleend voor onder andere bouwprojecten, de aanpak van netcongestie en stikstof verlagende innovaties.”
Het CDA wil natuurdoelanalyses inzetten als ecologische onderbouwing voor provinciaal beleid en herstelmaatregelen, waarbij alle drukfactoren worden meegenomen. Dit moet leiden tot een meer gebiedsgerichte en integrale aanpak, in plaats van generiek sturen op KDW-percentages.
“Natuurdoelanalyses worden gebruikt als ecologische analyse ter ondersteuning van provinciale besluitvorming voor natuurbeleid en voor de keuze van maatregelen voor natuurherstel. En om alle drukfactoren in beeld te brengen en aan te pakken.”
Om het vergunningenbeleid te versnellen en te verbeteren, stelt het CDA een nieuwe wet voor die de doorlooptijd halveert en de stapeling van procedures vermindert. Dit moet voorkomen dat projecten onnodig worden vertraagd door het huidige KDW-gebaseerde beleid.
“Om het vergunningenbeleid te versnellen en te verbeteren wil het CDA een Innovatie- en versterkingswet. De nieuwe wet stelt voor dat de gemiddelde doorlooptijd minimaal wordt gehalveerd. Daarmee wordt de stapeling van processen afgebouwd en de rechtsgang versneld.”
Voor de meest stikstofgevoelige natuurgebieden wil het CDA een aanvullende, gebiedsgerichte opgave met wettelijke instrumenten zoals herverkaveling en een geborgde samenwerking met natuurbeheerders, inclusief budget. Dit is een alternatief voor generiek sturen op KDW-percentages.
“De grootste stikstofgevoelige natuurgebieden krijgen een aanvullende opgave. Hier past de provincie een gebiedsgerichte aanpak toe waarin ook natuurbeheer wordt geborgd. Er moet ook gebruikgemaakt kunnen worden van landinrichtingsinstrumentarium, zoals wettelijke herverkaveling.”
“Er komt een geborgde aanpak voor natuurherstel, in samenwerking met natuurbeheerders. Inclusief bijbehorend budget.”
De ChristenUnie wil af van de Kritische Depositiewaarde (KDW) als wettelijk sturingsdoel in het stikstofbeleid en pleit voor het sturen op daadwerkelijke emissiereductie via bindende, bedrijfsspecifieke normen. Ze zien de KDW nog wel als indicator voor de staat van de natuur, maar vinden het als juridisch doel onwerkbaar en pleiten voor meer praktische, uitvoerbare regels die natuurherstel en vergunningverlening mogelijk maken.
De ChristenUnie vindt het sturen op de KDW als juridisch doel onpraktisch en pleit voor het loslaten hiervan ten gunste van emissienormen. Ze zien de KDW nog wel als indicator, maar niet als harde norm voor beleid. Dit moet zorgen voor meer handelingsperspectief voor boeren en snellere vergunningverlening.
“Natuurlijk geldt de kritische depositiewaarde nog als indicator van de staat van de natuur, maar als wettelijk doel om op te sturen is de KDW onverstandig gebleken.”
“Sturen op neerslag van stikstof in de natuur (depositie) is onwerkbaar gebleken. Het herleiden van depositiewaardes naar bedrijven is immers uiterst ingewikkeld en onzeker.”
“Het huidige stikstofbeleid is te veel gericht op de neerslag (depositie) van stikstof. Dit levert schijnzekerheid en complexe techniek op zoals het Aerius-model. Daar willen we van af.”
In plaats van de KDW wil de ChristenUnie sturen op daadwerkelijke emissiereductie via landelijke, sectorale en bedrijfsspecifieke emissienormen. Dit moet het beleid effectiever, eerlijker en uitvoerbaarder maken, en ruimte bieden voor vergunningverlening en natuurherstel.
“Daarom moeten er landelijke, sectorale en uiteindelijk bedrijfsspecifieke emissienormen worden vastgelegd.”
“Om ondernemers aan de slag te laten gaan met stikstofreductie wordt er gestuurd op emissies.”
“Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) vindt dat de stikstofcrisis het gevolg is van een economie die de draagkracht van de natuur overschrijdt, en stelt dat het aantal dieren in de veehouderij drastisch moet krimpen om natuurherstel te realiseren. De partij wil dat in 2030 minstens 75% van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde (kdw) wordt gebracht, met prioriteit voor de meest kwetsbare gebieden. Technische oplossingen en verplaatsing van stallen worden afgewezen; alleen forse reductie van de veestapel en brede sectorale emissievermindering zijn acceptabel.
PvdD stelt dat een forse krimp van het aantal dieren in de veehouderij noodzakelijk is om de stikstofuitstoot voldoende te verminderen en natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde te brengen. De partij wijst technische lapmiddelen en verplaatsing van stallen af als ineffectief en benadrukt dat alleen structurele reductie van de veestapel werkt.
“Het totale aantal dieren dat in de bio-industrie wordt gefokt en gedood, krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“In 2030 zijn 75% van de stikstofgevoelige gebieden onder de kritische depositiewaarde gebracht, met prioriteit voor de meest gevoelige gebieden.”
“Het verplaatsen van megastallen en het inzetten van technische lapmiddelen, zoals luchtwassers, zogenaamde emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, lossen het stikstofprobleem niet op, zijn peperduur en leiden tot extra dierenleed. Daarom zijn ze voor de Partij voor de Dieren onacceptabel.”
Naast de veehouderij moeten ook andere sectoren hun stikstofuitstoot fors verminderen om de kdw te halen. De partij noemt expliciet industrie, luchtvaart, verkeer en biomassa als sectoren waar stevige reducties nodig zijn.
“Maar ook andere sectoren zullen hun stikstofuitstoot fors moeten verminderen. Zo komt er een verbod op energie-opwek door het verbranden van dierlijke en houtige biomassa, worden de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel gesloten, krimpt de Nederlandse luchtvaart, gaat Lelystad Airport niet open, stoppen we met het verbranden van buitenlands afval en gaat ook het verkeer een veel grotere bijdrage leveren.”
De PvdD beschouwt de kritische depositiewaarde als een niet-onderhandelbare grens voor natuurherstel. Zolang de kdw wordt overschreden, verkeert Nederland volgens de partij in een stikstofcrisis en is ingrijpen noodzakelijk.
Volt erkent het stikstofprobleem als urgent en pleit voor een structurele, gebiedsgerichte aanpak die voldoet aan Europese normen en de Kritische Depositie Waarde (KDW). Ze willen stikstofuitstoot fors verminderen via maatwerk per gebied, invoering van de Afrekenbare StoffenBalans, en het stimuleren van innovatie en samenwerking tussen alle betrokken partijen.
Volt kiest voor een structurele aanpak van stikstof, waarbij per gebied normen worden vastgesteld en boeren via een Afrekenbare StoffenBalans duidelijkheid krijgen over hun reductiedoelen. Dit moet zorgen voor naleving van de KDW en Europese richtlijnen, en biedt boeren flexibiliteit in hoe ze hun doelen behalen.
“De Adviescommissie Stifstofproblematiek heeft concrete instrumenten aangedragen, zoals maatwerk door op gebiedsniveau normen vast te stellen en een de Afrekenbare StoffenBalans in te voeren. Dit geeft duidelijkheid aan boeren over de te behalen doelen op bedrijfsniveau en geeft hen de mogelijkheid om zelf te beslissen op welke manier zij deze doelen kunnen behalen.”
“Volt pleit voor structurele oplossingen. De stikstofuitstoot moet omlaag.”
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet.”
Volt benadrukt het belang van onderscheid tussen verschillende stikstofverbindingen (NOx en NH3) vanwege hun verschillende gedrag en effecten op natuur en KDW. Ook willen ze de handel in stikstofrechten verbieden om effectieve reductie en bescherming van kwetsbare natuur te waarborgen.
“Stikstofverbindingen onderscheiden zich in NOx (stikstofoxiden) en NH3 (ammoniak). Volt wil dat in de maatregelen voor stikstofreductie rekening wordt gehouden met dit onderscheid. Dit omdat beide soorten stoffen zich anders gedragen en een eigen aanpak nodig hebben.”
“Op dit moment worden stikstofrechten door private partijen opgekocht en doorverkocht aan de hoogste bieders. Volt wil dit verbieden, want het staat een goed georganiseerde afname van stikstof in de weg. Daarnaast worden hierbij verschillende vormen van stikstof door elkaar vervangen, die totaal verschillende effecten hebben op de natuur en verschillen in hoever ze van de bron neerslaan.”
Volt wil kwetsbare natuurgebieden prioriteit geven bij stikstofreductie, zodat natuurherstel snel en gericht plaatsvindt waar de KDW het meest wordt overschreden.
“Er komt een lijst met kwetsbare natuurgebieden die prioriteit krijgen bij de vermindering van stikstof daaromheen. In combinatie met de andere maatregelen omtrent stikstof en droogte kan op die manier snel natuurherstel plaatsvinden op de plekken die het als eerste nodig hebben.”
D66 kiest voor een snelle, juridisch verankerde vermindering van de stikstofuitstoot, met als doel het halen van de stikstofdoelen en het opheffen van het 'stikstofslot' dat bouwen en natuurherstel belemmert. De partij blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en koppelt deze doelen aan het herstel van natuur en biodiversiteit, met duidelijke prioriteit voor kwetsbare gebieden en zonder de doelen te verlagen. D66 benadrukt dat deze doelen niet vrijblijvend zijn, maar juridisch vastliggen en per gebied worden uitgewerkt.
D66 wil de stikstofuitstoot snel en structureel verminderen, met duidelijke, niet-vrijblijvende en juridisch vastgelegde doelen. Dit moet het mogelijk maken om weer vergunningen te verlenen voor bouw en andere projecten, en het stikstofslot op te heffen. De partij ziet natuurherstel en het halen van de stikstofdoelen als randvoorwaarde voor economische en maatschappelijke ontwikkeling.
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen. Zo kunnen we weer vergunningen verlenen.”
“We herstellen natuur, verbeteren biodiversiteit en halen de doelen voor stikstof en waterkwaliteit.”
“Deze doelen worden per gebied uitgewerkt.”
D66 blijft vasthouden aan de halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het behalen van de Europese waterkwaliteitsdoelen. De partij geeft prioriteit aan de meest kwetsbare natuurgebieden en trekt het hoger beroep in de Greenpeace-zaak in. De doelen voor de landbouw worden niet verlaagd.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“We houden ons aan stikstofdoelstellingen voor 2030. We geven voorrang aan de meest kwetsbare gebieden. Het hoger beroep dat de Staat in de Greenpeace-zaak heeft aangespannen, wordt ingetrokken. De doelstellingen voor de landbouw blijven staan en worden niet verlaagd.”
GroenLinks-PvdA wil de stikstofuitstoot fors en afdwingbaar verlagen om natuurherstel mogelijk te maken en het zogeheten 'stikstofslot' op woningbouw en andere maatschappelijke projecten op te heffen. De partij kiest voor het gericht uitkopen of omvormen van piekbelasters, een kleinere veestapel, en het instellen van een stikstofbank waarbij de overheid prioriteit geeft aan maatschappelijk relevante projecten. Gedwongen uitkoop wordt niet geschuwd als stok achter de deur.
GroenLinks-PvdA stelt dat natuurherstel en het opheffen van het stikstofslot alleen mogelijk zijn door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot, met prioriteit voor het uitkopen of omvormen van piekbelasters. Dit is noodzakelijk om te voldoen aan de Kritische Depositie Waarde (KDW) en om ruimte te creëren voor maatschappelijke projecten.
“Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot.”
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
De partij wil een stikstofbank oprichten waarin vrijgekomen stikstofruimte wordt beheerd, waarbij de overheid het eerste recht van koop heeft voor projecten met maatschappelijk belang zoals woningbouw, energietransitie, defensie en infrastructuur.
“Vrijgekomen stikstofruimte komt in een stikstofbank waar de overheid eerste recht van koop heeft voor projecten met een maatschappelijk belang zoals woningbouw, de energietransitie, defensie en infrastructuur.”
GroenLinks-PvdA koppelt het halen van de KDW direct aan een kleinere veestapel en strengere normen voor landbouwpraktijken, zoals meer weidegang, minder eiwit in veevoer en normering van emissiearme mestuitrijding.
“De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
“Daarnaast verhogen we de weidegang, verlagen we het ruweiwitgehalte in veevoer, en normeren we emissiearme mestuitrijding.”
De PVV beschouwt de huidige stikstofregels en de kritische depositiewaarden (kdw) als het echte probleem, niet stikstof zelf. Ze willen de kdw uit de wet halen, de ondergrens verhogen, Natura 2000-gebieden verkleinen en Europese regels versoepelen, zodat woningbouw, landbouw en infrastructuur niet langer worden belemmerd.
De PVV vindt dat de focus op stikstof en de kdw de Nederlandse economie en woningbouw onnodig belemmert. Ze willen de kdw direct uit de wet halen en de rekenkundige ondergrens verhogen, zodat projecten sneller door kunnen gaan en PAS-melders gelegaliseerd worden.
“Tot die tijd verhogen we direct de rekenkundige ondergrens naar minimaal 1 mol en halen we de kritische depositiewaarden uit de wet. Wij willen immers als de wiederweerga nieuwe woningen bouwen! PAS-melders gaan we onmiddellijk legaliseren; ze hebben al veel te lang moeten wachten.”
De PVV stelt dat Nederland zichzelf te veel Natura 2000-gebieden en te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd, mede door Europese regelgeving. Ze willen het aantal Natura 2000-gebieden verminderen, gebieden verkleinen en in Brussel versoepeling van de regels eisen.
“Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen. Net als bij ons streven om tot een opt-out voor immigratie en asiel te komen, zetten we hier ons vetorecht in.”
De PVV betwist de ernst van het stikstofprobleem en stelt dat veranderingen in de natuur door stikstof niet erg zijn. Volgens hen zijn de regels het probleem, niet de stikstofdepositie zelf.
“We moeten af van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan. Te veel – of juist te weinig – stikstof kan de natuur veranderen, en dat is helemaal niet erg. Het is absurd dat vrijwel het hele landbouw- en natuurbeleid ondergeschikt is gemaakt aan stikstof.”
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels.”
De SGP is kritisch over het gebruik van kritische depositiewaarden (kdw) en modelberekeningen als leidend instrument in het stikstofbeleid. Zij pleiten voor een meer praktijkgerichte, doelgerichte stikstofaanpak waarbij kdw en modellen slechts een dienende rol hebben, en willen natuurdoelanalyses realistischer maken. Gedwongen opkoop en het afrekenen van individuele bedrijven op onmeetbare depositiebijdragen wijzen zij af.
De SGP vindt dat kdw en modelberekeningen vanwege hun schijnnauwkeurigheid geen doorslaggevende rol mogen spelen bij de toetsing aan de Habitatrichtlijn. Zij willen dat deze instrumenten slechts ondersteunend zijn en dat natuurdoelanalyses realistischer worden, zodat de daadwerkelijke invloed van stikstof beter wordt ingeschat.
“Kritische depositiewaarden en modelberekeningen zijn dienend, en niet leidend. Zij mogen vanwege hun huidige schijnnauwkeurigheid geen doorslaggevende rol hebben bij toetsing in het kader van de Habitatrichtlijn.”
“Natuurdoelanalyses worden zo herzien dat zij niet uitgaan van onhaalbare ideaalbeelden en dat zij de relatieve en daadwerkelijke invloed van stikstofdepositie op de ontwikkeling van de natuur veel adequater in beeld brengen.”
De SGP verzet zich tegen het afrekenen van individuele bedrijven op basis van niet-meetbare stikstofdepositiebijdragen. Zij vinden dat het landelijke beleid gericht moet zijn op reductie van de totale stikstofuitstoot, en niet op het individueel aanpakken van bedrijven op basis van onzekere berekeningen.
“Individuele bedrijven worden niet afgerekend op onmeetbare depositiebijdragen. Daar is het landelijk beleid voor reductie van de stikstofuitstoot voor bedoeld.”
De SGP is tegen gedwongen opkoop van bedrijven of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen als uitgangspunt van beleid. Zij vinden dat legalisering van PAS-knelgevallen prioriteit moet krijgen.
De VVD wil af van de huidige stikstofaanpak waarbij de Kritische Depositiewaarde (KDW) leidend is, en stelt voor om deze te vervangen door sectorgebonden emissieplafonds met wettelijke tussendoelen. De partij pleit voor een gebiedsgerichte aanpak en wil dat vergunningverlening weer mogelijk wordt door te sturen op daadwerkelijke emissiereductie per sector, waarbij haalbaarheid en betaalbaarheid centraal staan. Uiteindelijk wil de VVD dat niet stikstofnormen, maar de feitelijke staat van de natuur leidend wordt bij vergunningverlening.
De VVD wil de huidige KDW-doelen loslaten en in plaats daarvan sturen op sectorale emissieplafonds, zodat alle sectoren evenredig bijdragen aan stikstofreductie. Dit moet de vergunningverlening weer op gang brengen en ruimte bieden voor economische groei, waarbij de nadruk ligt op concrete en meetbare emissiereductie in plaats van modelmatige berekeningen.
“De huidige wetgeving kent reductiedoelen voor de berekende hoeveelheid neerslag op natuurgebieden. We gaan deze KDW-doelen (kritische depositiewaarde) vervangen door sectorgebonden emissieplafonds, inclusief wettelijke tussendoelen en evaluatiemomenten,”
“Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
De VVD wil af van een eenzijdige focus op stikstofnormen en pleit ervoor om de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld via onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening. Dit moet ervoor zorgen dat economie en natuur samen kunnen bloeien en dat vergunningverlening weer mogelijk wordt.
“En uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
De VVD erkent dat sommige gebieden zwaarder belast zijn en wil daar een gebiedsgerichte aanpak met prioriteit voor deze regio’s. Dit houdt in dat er per gebied specifieke analyses en doorrekeningen komen om de benodigde daling van stikstof te bepalen, met betrokkenheid van regionale partijen.
“Daarnaast is er een gebiedsgerichte aanpak nodig voor alle gebieden die overbelast zijn, met prioriteit voor de gebieden waar de problematiek het zwaarst speelt, zoals bij De Peel en De Veluwe, met regionale betrokkenheid en noodzakelijke keuzes over aanvullende emissiereductie en extensivering.”
“Om de vergunningverlening los te trekken, voeren we gebiedsspecifieke analyses en gebiedsgerichte doorrekeningen uit, zodat de benodigde daling van stikstof duidelijk is.”
50PLUS wil geen extra nationale stikstofregels bovenop Europese afspraken en pleit voor herziening van de Natura 2000-gebieden, met minder focus op kleine natuurgebieden. Zij zijn kritisch op het huidige stikstofbeleid en willen dat Nederland zich beperkt tot Europese kaders, waarbij nationale verzwaringen en symbolisch beleid worden afgewezen. De partij ziet het stikstofbeleid vooral als een economisch risico en wil het beleid versimpelen en rationaliseren.
50PLUS vindt dat Nederland niet verder moet gaan dan de Europese stikstofregels en wil nationale verzwaringen voorkomen. Zij zien extra regels als schadelijk voor de economie en pleiten voor een gelijk speelveld binnen Europa.
De partij wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met meer aandacht voor grote, aaneengesloten natuurgebieden en minder "obsessieve" aandacht voor kleine gebieden. Dit impliceert een andere omgang met kritische depositiewaarden (KDW) en stikstofdoelstellingen.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
50PLUS beschouwt het huidige stikstof- en natuurbeleid als slecht doordacht en schadelijk voor de economische positie van Nederland. Zij verbinden het stikstofbeleid direct aan economische problemen en pleiten voor correctie van bestaande maatregelen.
“Slecht doordachte en slecht uitgevoerde plannen op het terrein van energie, klimaat, stikstof en natuurbeleid, hebben ervoor gezorgd dat Nederland zijn aansluiting bij de economische top van de wereld dreigt kwijt te raken.”
FVD wil het volledige stikstofbeleid, inclusief de Kritische Depositiewaarden (KDW), volledig schrappen omdat zij het stikstofprobleem als niet-bestaand beschouwen. Zij pleiten voor het verwijderen van KDW’s uit de wet, het afschaffen van rekenmodellen zoals AERIUS, en het uitsluitend baseren van natuurbeleid op empirisch waarneembare gegevens. Volgens FVD moeten boeren weer vrij kunnen ondernemen zonder beperkingen door stikstofnormen.
FVD stelt dat het stikstofbeleid en het gebruik van Kritische Depositiewaarden (KDW) gebaseerd zijn op onrealistische modellen en aannames, en dat er geen aantoonbaar stikstofprobleem is. Zij willen daarom het hele beleid, inclusief KDW’s, uit de wet halen en natuurbeleid uitsluitend baseren op feitelijke metingen. Dit moet de druk op boeren wegnemen en het platteland beschermen.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Politici en bureaucraten gebruiken zogenaamde Kritische Depositiewaarden (KDW) om te beweren dat er een stikstofcrisis zou bestaan. In de praktijk is er echter geen stikstofprobleem: onze natuur is niet aantoonbaar in gevaar, integendeel.”
FVD vindt dat modellen zoals AERIUS, die gekoppeld zijn aan de KDW-systematiek, niet geschikt zijn voor het bepalen van stikstofdepositie. Door het schrappen van de KDW’s willen zij ook het gebruik van deze modellen beëindigen.
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
FVD wil natuurbeleid en vergunningverlening niet langer baseren op modelberekeningen, maar uitsluitend op empirisch waarneembare gegevens over de daadwerkelijke toestand van de natuur.
“In plaats van op stikstof-rekenmodellen baseren we natuurbeleid en vergunningverlening uitsluitend op empirisch waarneembare gegevens.”
JA21 wil af van de Kritische Depositiewaarde (KDW) als wettelijke norm voor stikstof, omdat deze volgens de partij leidt tot juridische blokkades en gebaseerd is op gebrekkige modellen. In plaats daarvan pleit JA21 voor het schrappen van de KDW, het invoeren van een rekenkundige ondergrens van 1 mol, en het inzetten op regionale maatwerkoplossingen rond kwetsbare natuurgebieden.
JA21 vindt de KDW juridisch en praktisch problematisch en wil deze vervangen door een rekenkundige ondergrens, zodat vergunningverlening vlot getrokken kan worden en juridische blokkades worden verminderd. Dit moet ruimte bieden voor maatwerk en minder afhankelijkheid van modellen.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert. Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
“Steun uitspreken voor het schrappen van de KDW en het invoeren van de rekenkundige ondergrens van 1 mol.”
JA21 verwerpt generieke stikstofmaatregelen en wil inzetten op regionale maatwerkpakketten, vooral rond de meest kwetsbare natuurgebieden. Dit moet leiden tot effectievere en beter uitvoerbare oplossingen.
“Afzien van generieke maatregelen en inzetten op regionale maatwerkpakketten rondom de meest kwetsbare natuurgebieden.”
JA21 erkent zorgen over de juridische houdbaarheid van het schrappen van de KDW en de ondergrensmaatregel. Mocht dit juridisch niet standhouden, dan wil de partij direct bijstellen en inzetten op alternatieven.
“Tegelijkertijd leven er zorgen over de juridische houdbaarheid van beide maatregelen. Mochten de maatregelen geen stand houden, dan moet er direct doorgescha-keld worden naar een bijstelling van de eerdere plannen.”
De SP wil de stikstofuitstoot fors verminderen, maar verwerpt technologische schijnoplossingen en legt de nadruk op het terugdringen van de intensieve veehouderij. Ze kiezen voor duidelijke, lagere maxima aan het aantal dieren per hectare en ondersteunen boeren bij de omschakeling naar duurzame landbouw, passend bij de draagkracht van natuur, bodem, lucht en water. De partij noemt de Kritische Depositie Waarde (KDW) niet expliciet, maar hun voorstellen zijn gericht op structurele reductie van stikstof om natuurdoelen te halen.
De SP adresseert het stikstofprobleem door de intensieve veehouderij structureel te verkleinen, met een concreet lager maximum aan dieren per hectare. Dit moet de stikstofuitstoot duurzaam verminderen en de druk op natuurgebieden verlichten, in plaats van te vertrouwen op technische oplossingen die het probleem niet bij de bron aanpakken.
“Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
De SP wil boeren actief ondersteunen bij de transitie naar landbouw die past binnen de ecologische draagkracht, zodat stikstofuitstoot structureel afneemt zonder dat boeren hiervan de dupe worden. Dit beleid is bedoeld om natuur, bodem, lucht en water te beschermen en tegelijkertijd het perspectief voor boeren veilig te stellen.
“Tegelijk helpen we boeren om over te stappen naar een duurzame landbouw die past bij de draagkracht van de bodem, de lucht, het water en de natuur.”
DENK erkent de noodzaak om de stikstofuitstoot te verminderen ter bescherming van de natuur, maar kiest voor een aanpak die prioriteit geeft aan vrijwillige uitkoop van boeren en innovatie in de landbouw. Gedwongen uitkoop wordt alleen als uiterste middel niet uitgesloten, en de partij benadrukt het belang van handhaving van de reductiedoelen.
DENK wil vasthouden aan de doelen voor het verminderen van stikstofuitstoot, maar geeft de voorkeur aan vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren. Gedwongen uitkoop wordt slechts als laatste redmiddel niet uitgesloten. Innovaties die vergroening stimuleren, worden actief ondersteund. Dit standpunt adresseert het stikstofprobleem door te zoeken naar een balans tussen natuurherstel en het beschermen van boerenbelangen, zonder expliciet te verwijzen naar de Kritische Depositie Waarde (KDW).
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten. Bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden moeten worden ondersteund.”