BBB vindt dat Europese stikstof- en milieuregels te streng en inflexibel worden toegepast in Nederland, waardoor boeren, bouwers en andere sectoren onnodig worden belemmerd. De partij wil minder nationale koppen op Europese regelgeving, meer ruimte voor innovatie en een heronderhandeling over Europese stikstofnormen en natuurdoelen. BBB pleit voor een koerswijziging in Brussel, zodat Nederland meer beleidsvrijheid krijgt en Europese regels niet langer de nationale democratie en voedselzekerheid ondermijnen.
BBB stelt dat Nederland Europese milieuregels strenger interpreteert dan nodig, wat leidt tot onnodige belemmeringen voor boeren en andere sectoren. De partij wil dat Nederland het gesprek aangaat in Brussel om meer flexibiliteit te krijgen en nationale koppen op Europese regels te schrappen.
“Zo wordt Nederland gehouden aan – vaak zeer hoge – milieunormen uit het verleden en is er nauwelijks ruimte om natuurgebieden anders in te delen terwijl dat in het belang van de natuur zou zijn. BBB vindt dat Nederland daarover het gesprek in Brussel moet durven aangaan.”
“In veel gevallen laten de Europese regels meer ruimte toe dan Nederland gebruikt. Bovendien doet Nederland er dan graag ook nog een schepje bovenop waardoor Nederland veel vaker vastloopt in Europese regelgeving dan landen om ons heen.”
“Geen nieuwe natuurdoelen. Vernieuwde natuurdoelen worden vastgesteld op basis van wat verplicht is in het kader van de EUrichtlijnen. Geen extra nationale doelen bovenop de EUdoelen en richtlijnen.”
BBB wil innovatie stimuleren als alternatief voor krimp en pleit voor aanpassing van Europese normen zoals de nitraatrichtlijn. De partij wil dat Nederland zich in Europa inzet voor realistischere normen en meer ruimte voor technologische oplossingen.
BBB verzet zich tegen gedwongen onteigening of uitkoop van boeren op basis van Europese stikstofdoelen en wil dat extensivering alleen wordt ingezet waar strikt noodzakelijk is voor Europese natuur- en waterkwaliteitsdoelen.
BBB vindt dat de Europese Green Deal is doorgeslagen en pleit voor het terugdraaien van doorgeschoten duurzaamheidsregels en snellere toelating van innovatieve producten.
“Dat de Europese Unie is doorgeslagen met de Green Deal wordt inmiddels breder erkend. De afgelopen maanden zijn daarom al meerdere Brusselse voorstellen ingetrokken, gepauzeerd of afgezwakt. BBB steunt deze bijsturing, maar alleen snoeien in het woud aan duurzaamheidsregels en rapportage verplichtingen is onvoldoende.”
“BBB wil een rem op de verstikkende en onuitvoerbare EU richtlijnen ten aanzien van verduurzaming (zoals bijhouden van CO2 administratie en plastic tax) en andere regelgeving.”
BBB benadrukt dat internationale samenwerking rond stikstof en milieu nooit ten koste mag gaan van de nationale democratische zeggenschap en beleidsruimte.
“Nederland moet ook kritisch kijken naar internationale verdragen die onze beleidsruimte beperken. Vooral op het gebied van migratie, asiel, klimaat, stikstof, energie en landbouw. Internationale samenwerking mag nooit ten koste gaan van onze democratische zeggenschap.”
BVNL verwerpt het huidige stikstofbeleid en de Europese invloed daarop volledig, en wil dat Nederland weer volledige zeggenschap krijgt over eigen landbouw- en milieubeleid. De partij pleit voor het direct stoppen van het stikstofbeleid, het verlaten van de Europese Green Deal, en het inzetten van het vetorecht of zelfs het verlaten van de EU als Nederland geen eigen koers mag varen. BVNL ziet Europese regelgeving als bureaucratisch, ideologisch en schadelijk voor de Nederlandse landbouw en economie.
BVNL beschouwt het stikstofbeleid als een door Europa opgelegd bureaucratisch probleem zonder wetenschappelijke basis, dat de Nederlandse landbouw en economie schaadt. De partij wil het beleid per direct beëindigen, het stikstoffonds ontmantelen, en geen boeren meer uitkopen. BVNL verwerpt het gebruik van het Aerius-model en de Kritische Depositie Waarde, en wil uitsluitend werken met gemeten waarden.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Het Aeriusmodel mag niet meer worden gebruikt en er wordt slechts gewerkt met gemeten waarden.”
“De Kritische Depositie Waarde (KDW) gaat uit de wet. KDW’s zijn slechts indicatoren, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor is.”
“Natuurbeleid en wetgeving, vaak uit Brussel, zijn door bureaucraten hét probleem van Nederland geworden. Gebaseerd op ideologieën, foute aannames en het ontbreken van wetenschappelijke feiten.”
“Voor zover nodig zullen we de EU melden dat we voortaan weer onze eigen koers varen op het gebied van landbouw en visserij. Desnoods zetten we ons vetorecht in.”
BVNL verwerpt de Europese Green Deal en andere Brusselse regelgeving die het Nederlandse landbouw- en stikstofbeleid beïnvloeden. De partij wil deze akkoorden opzeggen, het vetorecht inzetten, en indien nodig het EU-lidmaatschap vervangen door een losser associatieverdrag als Nederland geen zeggenschap krijgt over stikstofbeleid.
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder begrepen het CO2 handelssysteem ETS.”
“De EU-Natuurherstelwet kan de prullenbak in. Deze wetgeving zal Nederland onleefbaar maken en zorgt ervoor dat nog geen bosje madeliefjes geplukt kan, of hond uitgelaten mag worden in de berm.”
“Indien Nederland niet meer zeggenschap krijgt over het asielbeleid en het stikstofbeleid dan kunnen we het EU-lidmaatschap verruilen voor een associatieverdrag.”
De SGP pleit voor een realistische en gebiedsgerichte stikstofaanpak waarbij Europese regels kritisch worden benaderd en waar nodig aangepast, met nadruk op nationale soevereiniteit en praktische haalbaarheid. De partij verzet zich tegen Brusselse bemoeienis die leidt tot onwerkbare of onrechtvaardige situaties voor Nederlandse boeren en bedrijven, en wil Europese regelgeving zoals de Nitraatrichtlijn en het Habitatrichtlijnbeleid herzien. Belangrijkste voorstellen zijn het inzetten op derogatie, het aanpassen van Europese normen aan Nederlandse omstandigheden, en het benutten van het Europese evenredigheidsbeginsel om bedrijven te beschermen.
De SGP vindt dat Europese stikstofregels zoals de Nitraatrichtlijn en het Natura 2000-regime te rigide zijn en onvoldoende rekening houden met de Nederlandse situatie. Ze pleiten voor herziening van deze regels, meer ruimte voor derogatie, en het toepassen van het Europese evenredigheidsbeginsel om bedrijven te beschermen die te goeder trouw hebben gehandeld. De partij wil voorkomen dat Europese regelgeving leidt tot onhaalbare doelen of onrechtvaardige handhaving.
“De Nitraatrichtlijn moet daarom herzien worden, inclusief het afschaffen van de eendimensionale 170 kilogram norm voor dierlijke mest. Hoe lastig ook, de SGP blijft zich sterk maken voor een vorm van derogatie waar Brussel inhoudelijk niets tegenin kan brengen.”
“Het strikte Natura 2000-regime heeft geleid tot een stikstofproblematiek die vraagt om een evenwichtige aanpak.”
“Hiervoor wordt een beroep op het Europese evenredigheidsbeginsel gedaan.”
“Natuurdoelanalyses worden zo herzien dat zij niet uitgaan van onhaalbare ideaalbeelden en dat zij de relatieve en daadwerkelijke invloed van stikstofdepositie op de ontwikkeling van de natuur veel adequater in beeld brengen.”
De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop van boerenbedrijven of het intrekken van verleende vergunningen op basis van Europese regelgeving. Ze willen dat het Europese evenredigheidsbeginsel wordt ingezet om bedrijven die te goeder trouw hebben gehandeld te beschermen tegen disproportionele maatregelen.
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“Het is onze inzet om handhaving richting bedrijven die te goeder trouw gehandeld hebben, te voorkomen. Hiervoor wordt een beroep op het Europese evenredigheidsbeginsel gedaan.”
De SGP vindt dat Europese regelgeving niet leidend mag zijn als deze niet aansluit bij de Nederlandse praktijk. Ze willen dat natuurdoelanalyses en stikstofbeleid gebaseerd worden op realistische inschattingen en dat Europese regels worden aangepast of herzien als ze tot onwerkbare situaties leiden.
De VVD wil het stikstofprobleem aanpakken om economische groei mogelijk te maken en pleit voor een gelijk speelveld binnen Europa, waarbij nationale regels niet strenger mogen zijn dan Europese. Ze streven naar substantiële stikstofreductie per sector, versoepeling van vergunningverlening en samenwerking met buurlanden, zodat zowel economie als natuur kunnen bloeien. Tegelijkertijd wil de VVD dat Europese regelgeving niet de concurrentiepositie van Nederland schaadt en dat stikstofmaatregelen in grensregio’s ook door buurlanden worden gedragen.
De VVD ziet het stikstofprobleem als een grote belemmering voor de economie en wil daarom concrete, sectorale stikstofreductie realiseren. Dit moet ruimte geven voor vergunningverlening, bouw en innovatie, waarbij de nadruk ligt op haalbaarheid, betaalbaarheid en het betrekken van alle sectoren.
“We zorgen voor een substantiële vermindering van de stikstofuitstoot, zodat er weer ruimte komt voor vergunningverlening.”
“We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
“We moeten daarom op korte termijn concrete resultaten boeken om te voorkomen dat de bouw van woningen en wegen langer stilligt en dat boeren in nog meer onzekerheid komen.”
“Daarnaast is er een gebiedsgerichte aanpak nodig voor alle gebieden die overbelast zijn, met prioriteit voor de gebieden waar de problematiek het zwaarst speelt, zoals bij De Peel en De Veluwe, met regionale betrokkenheid en noodzakelijke keuzes over aanvullende emissiereductie en extensivering.”
De VVD wil dat Nederlandse bedrijven niet worden benadeeld door strengere nationale regels ten opzichte van Europese wetgeving. Ze pleiten voor het schrappen van nationale koppen, het harmoniseren van regels en samenwerking met buurlanden, zodat de concurrentiepositie van Nederland behouden blijft.
“We schrappen regelgeving die in Nederland strenger is dan in de rest van Europa, zoals de nationale CO2-heffing.”
“We willen een gelijk speelveld voor onze industrie met de rest van Europa. Europees klimaatbeleid zorgt voor een gelijk speelveld tussen EU landen. We schrappen waar mogelijk nationale koppen op Europees beleid.”
“Voor grensregio’s is het van belang dat onze buurlanden ook maatregelen nemen om de stikstofuitstoot te reduceren.”
De VVD wil af van een eenzijdige focus op stikstofnormen en pleit voor vergunningverlening op basis van de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld door onafhankelijke monitoring. Dit moet zorgen voor een betere balans tussen economische ontwikkeling en natuurbescherming.
“Uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
De ChristenUnie wil de stikstofuitstoot in Nederland fors verminderen en pleit voor een Europese aanpak die realistisch en effectief is, met oog voor natuurherstel en een gelijk speelveld voor bedrijven. Ze willen af van ingewikkelde stikstofberekeningen en sturen op daadwerkelijke emissiereductie, waarbij Europese regelgeving wordt gezien als kans mits deze verstandig wordt geïmplementeerd. De partij zet in op bindende doelen voor sectoren en bedrijven, en wil op Europees niveau realistische referentiedata en een gelijk speelveld om weglek van vervuiling te voorkomen.
De ChristenUnie wil de stikstofuitstoot in tien jaar halveren ten opzichte van 2019, met bindende doelen voor sectoren en bedrijven, en minder nadruk op opkoop van boerenbedrijven. Ze willen af van complexe depositieberekeningen en sturen op daadwerkelijke emissiereductie, waarbij Europese referentiedata en regelgeving een rol spelen.
“De stikstofuitstoot wordt de komende tien jaar gehalveerd ten opzichte van 2019, zowel de uitstoot van stikstofoxiden in de mobiliteit en industrie als ammoniakuitstoot in de landbouw. Alle sectoren dragen naar rato bij. We stappen af van ingewikkelde berekeningen over waar stikstof precies terechtkomt en richten ons op het verminderen van de daadwerkelijke uitstoot.”
“Op Europees niveau wordt ingezet op het hanteren van realistische referentiedata voor de staat van de natuur.”
“Daarom stappen we zo veel mogelijk over van sturen op middelen naar sturen op doelen. Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds.”
De ChristenUnie ziet aanvullende Europese regelgeving voor verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen als een kans, mits deze proactief en verstandig wordt ingevoerd en niet leidt tot onnodige regeldruk of weglek van vervuiling. Ze pleiten voor een gelijk speelveld binnen Europa om te voorkomen dat nationale inspanningen tot hogere uitstoot elders leiden.
“We zien aanvullende Europese regelgeving voor verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen niet als bedreiging, maar als een kans. Het is zaak om dergelijke regelingen pro-actief en verstandig te implementeren, om niet de boot te missen, en te voorkomen dat het bedrijfsleven wordt overladen met onnodige regeldruk en onduidelijkheid.”
“Vermindering van uitstoot in eigen land mag niet leiden tot hogere uitstoot elders. Daarom wordt bij klimaatbeleid zoveel mogelijk ingezet op een Europees gelijk speelveld, met zo min mogelijk weglek.”
De partij pleit voor Europese normering en een gelijk speelveld, zodat duurzame productie in Nederland niet wordt ondermijnd door import van producten met lagere standaarden en om circulaire economie te stimuleren.
“Regels die voor Nederlandse bedrijven gelden, zijn ook van kracht op geïmporteerde goederen. Het kan en mag niet zo zijn dat Nederlandse productie die voldoet aan de hoogste standaarden wordt weggeconcurreerd doordat vergelijkbare producten met lagere standaarden wel geïmporteerd mogen worden, zoals gebeurt met dierlijke producten.”
“Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
Forum voor Democratie (FVD) verwerpt het huidige stikstofbeleid volledig en ziet geen stikstofcrisis; zij willen alle Europese regelgeving en bemoeienis op dit vlak beëindigen. FVD pleit voor het schrappen van het stikstofbeleid, het negeren van EU-regels zoals de Green Deal en de Natuurherstelwet, en het herstellen van nationale soevereiniteit over landbouw en natuur. Hun kernvisie is dat Nederland zelf moet bepalen hoe het met stikstof en landbouw omgaat, zonder Brusselse beperkingen.
FVD stelt dat het stikstofbeleid gebaseerd is op onjuiste aannames en computermodellen, en wil daarom alle nationale en Europese stikstofregels afschaffen. Zij zien geen stikstofcrisis en vinden dat boeren niet onterecht mogen worden beperkt door EU-wetgeving zoals de Green Deal en de Natuurherstelwet. Het doel is volledige beleidsvrijheid voor Nederland en een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal en het verbod op pulsvisserij, en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat Nederlandse boeren met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen kunnen werken als hun buitenlandse collega’s.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaafd - inclusief het CO2-handelssysteem (ETS).”
“We gooien de EU-Natuurherstelwet in de prullenbak, zodat boeren en vissers niet langer gebonden zijn aan onrealistische Brusselse regels.”
FVD ziet de Europese Unie als een belemmering voor nationaal beleid op het gebied van landbouw, stikstof en natuur. Zij willen een NEXIT om weer volledige controle te krijgen over eigen regelgeving, productstandaarden en handelsverdragen, en zo Europese inmenging definitief te stoppen.
“Voor het behoud van onze democratie en onze welvaart acht Forum voor Democratie het van essentieel belang om als Nederland de Europese Unie te verlaten (NEXIT) en ons aan te sluiten bij de EFTA, de Europese vrijhandelszone waar ook welvarende landen als Zwitserland, IJsland en Noorwegen lid van zijn.”
“De Europese Unie maakt dat alles onmogelijk. Daarom streven we naar een intelligente uittreding uit de Europese Unie, waarna we ons aansluiten bij de Europese Vrijhandelsassociatie, net als Zwitserland, Noorwegen en IJsland.”
“We verlaten de Europese Unie op een ordentelijke manier, zodat Nederland weer volledige controle krijgt over zijn wetten, grenzen en beleid.”
50PLUS wil dat Nederland niet strenger is dan Europa op het gebied van stikstof- en klimaatbeleid en pleit voor het volgen van Europese afspraken zonder extra nationale regels. Ze zijn kritisch op nationale koppen bovenop Europese regelgeving en willen herziening van Natura 2000-gebieden, waarbij grote, grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd. Hun kernvoorstel is: gelijke regels voor iedereen binnen Europa, geen nationale verzwaringen, en een meer pragmatische, economische benadering van stikstof en natuur.
50PLUS vindt dat Nederland niet verder moet gaan dan wat Europees is afgesproken op het gebied van stikstof, klimaat en natuur. Ze zien extra nationale regels als schadelijk voor de economie en pleiten voor een gelijk speelveld binnen Europa. Dit standpunt is ingegeven door zorgen over de concurrentiepositie van Nederland en de effectiviteit van beleid.
50PLUS wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met minder nadruk op kleine gebieden en meer op grote, grensoverschrijdende natuur. Dit is direct gerelateerd aan Europese natuurafspraken en de stikstofproblematiek, omdat Natura 2000-gebieden de kern vormen van het Europese natuurbeleid.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
50PLUS wil het nationale klimaatbeleid uitfaseren zodra er op Europees niveau stevigere afspraken zijn gemaakt over CO2-beprijzing. Dit raakt direct aan de Europese dimensie van het stikstof- en klimaatdossier.
BIJ1 pleit voor een radicale en rechtvaardige aanpak van de stikstofcrisis, waarbij de veestapel fors wordt verminderd en boeren sociaal verantwoord worden uitgekocht. Op Europees niveau wil BIJ1 het landbouwbeleid hervormen richting biologische en circulaire landbouw, en het EU-budget inzetten voor ecologische transitie. De partij benadrukt dat Europese regels niet mogen verhinderen dat lidstaten hun economie en landbouw duurzaam en democratisch organiseren.
BIJ1 vindt het onacceptabel dat de stikstofcrisis wordt vertraagd door politiek beleid en wil een drastische reductie van de veestapel, met directe, sociaal verantwoorde uitkoopregelingen voor boeren. Dit is nodig om de stikstofproblematiek aan te pakken en natuur en woningbouw niet langer op slot te zetten.
“Het is onacceptabel dat de zittende politiek de aanpak van de stikstofcrisis blijft vertragen. We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren. Dit moet op een rechtvaardige manier gebeuren. Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting is.”
“Deze vertraging zet Nederland op slot en heeft een grote impact op onze natuur, woningbouw en industrie. Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd.”
BIJ1 wil het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) inzetten voor de transitie naar biologische, agro-ecologische landbouw. Alleen circulaire landbouw krijgt nog subsidies, en banken en agro-industriële bedrijven worden extra belast voor hun rol in de industriële landbouw.
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
“Nederland zet zich in voor een forse herziening van het Europees landbouwbeleid, waarbij alleen nog subsidies worden verstrekt aan circulaire landbouw.”
BIJ1 verzet zich tegen Europese regels die nationale democratische ingrepen in de economie en landbouw beperken. Lidstaten moeten vrij zijn om hun landbouw- en economische beleid radicaal eerlijk, klimaatrechtvaardig en democratisch te organiseren, zonder inmenging van Brussel namens de belangen van grote bedrijven.
“Lidstaten moeten vrij zijn om hun economie radicaal eerlijk, klimaatrechtvaardig en democratisch te organiseren Zonder ingrepen van Brussel namens belangen van de kleine groep superrijken.”
“We kaarten alle Europese wetten en regels aan die zorgen voor liberalisering en die de ruimte voor democratisch ingrijpen van de overheid in de economie beperkt.”
Het CDA wil stikstofreductie realiseren binnen een Europese context, waarbij maatwerk voor lidstaten en het belang van voedselproductie centraal staan. Ze pleiten voor aanpassing van Europese regels zoals de Nitraatrichtlijn, sturen op stikstofreductie met een emissienorm per bedrijf, en willen Europese samenwerking en innovatie stimuleren om landbouw en natuur te verduurzamen. Het CDA ziet Europese regelgeving als kader, maar wil ruimte voor nationale invulling en maatwerk.
Het CDA vindt dat de huidige Europese Nitraatrichtlijn te weinig rekening houdt met nationale verschillen in bodem- en waterkwaliteit. Ze pleiten voor aanpassing zodat Nederland meer maatwerk kan toepassen bij stikstofbeleid, passend bij de Nederlandse situatie.
“Nederland zet in op aanpassing van de Nitraatrichtlijn. De ‘one size fits all’-aanpak voor de gehele Unie is in het verleden als middelvoorschrift vormgegeven, maar dit beantwoordt niet aan de grote verscheidenheid aan bodem- en waterkwaliteit binnen de EU.”
Het CDA wil stikstofreductie realiseren, maar benadrukt het belang van voedselproductie binnen een Europese voedselstrategie. Ze sturen op reductie via emissienormen per bedrijf en willen koplopers belonen, met oog voor Europese samenhang.
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
“We moeten het landschap duurzaam beheren, het welzijn van dieren verhogen, het klimaat en de bodem verbeteren en ruimte scheppen voor andere maatschappelijke prioriteiten, zoals natuur, woningbouw, water en energietransitie. Daarbij houden we oog voor het belang van de voedselproductie door de Nederlandse landbouw binnen een Europese voedselstrategie.”
Het CDA wil dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ruimte blijft bieden voor nationaal maatwerk, zodat Nederland eigen accenten kan leggen bij stikstof- en landbouwbeleid, met aandacht voor jonge boeren en innovatie.
“Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bepaalt deels de ruimte en het Nederlands beleid. We willen focus op het behoud van maatwerk voor lidstaten. We willen daarin aandacht voor overnames door jonge boeren, de Europese voedselstrategie en innovatiegelden om de landbouw verder te verduurzamen.”
Het CDA ziet Europese samenwerking en innovatie als essentieel om stikstofuitstoot te verminderen, onder andere door investeringen in technologieën en kennisdeling, zodat Nederland en Europa gezamenlijk kunnen verduurzamen.
“We investeren in projecten van onder andere mestvergisters en strippers die stikstof uit mest halen. Hiermee kunnen veehouders tussen de 50 en 70 procent stikstofuitstoot reduceren.”
“De inzet op innovatie moet ruimte en oplossingen bieden in de waterproblematiek. Met deze kennis is Nederland toonaangevend voor de rest van Europa en de wereld.”
GroenLinks-PvdA wil de stikstofcrisis oplossen door natuurherstel en het gericht terugdringen van stikstofuitstoot, waarbij Europese samenwerking en hoge milieunormen centraal staan. Ze pleiten voor het koppelen van Europese landbouwsubsidies aan natuurbeheer en willen dat Europa koploper wordt in een schone economie. De partij ziet het aanpakken van stikstof als voorwaarde voor woningbouw en economische ontwikkeling, en wil dat Europa hoge standaarden stelt en handhaaft.
GroenLinks-PvdA kiest voor een afdwingbare daling van stikstofuitstoot, met prioriteit voor natuurherstel en het gericht uitkopen of omvormen van piekbelasters. Dit is nodig om de natuur te herstellen en ruimte te creëren voor maatschappelijke projecten zoals woningbouw, waarbij Europese normen en samenwerking worden benadrukt.
“Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot.”
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
De partij wil dat Europese landbouwsubsidies alleen nog worden uitgekeerd aan boeren die bijdragen aan natuurbeheer en hoge milieunormen naleven. Dit moet zorgen voor een eerlijker en duurzamer landbouwsysteem in heel Europa, waarbij Nederland zich inzet voor strengere Europese standaarden.
“Overheden gaan daarom langjarige contracten aan met boeren en in Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen.”
Het oplossen van de stikstofcrisis wordt gezien als een noodzakelijke voorwaarde om woningbouw en economische ontwikkeling weer mogelijk te maken. GroenLinks-PvdA wil vergunningverlening voor woningbouw vereenvoudigen en de veestapel verkleinen, desnoods met dwingende maatregelen.
“We nemen maatregelen zodat de woningbouw weer vlot getrokken wordt. We maken vergunningverlening voor woningbouw eenvoudiger. De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
GroenLinks-PvdA ziet Europa als platform om ambitieuze milieustandaarden te realiseren en de Green Deal uit te voeren. Ze willen dat Nederland in Europa pleit voor strengere normen en dat Europese samenwerking wordt benut om natuur en klimaat te beschermen.
JA21 wijt het Nederlandse stikstofprobleem grotendeels aan strenge Europese natuurrichtlijnen en pleit voor het loslaten van de kritische depositiewaarde (KDW) en meer nationale beleidsvrijheid. De partij wil bevoegdheden terughalen van Europa naar Nederland, zodat stikstof- en natuurbeleid realistischer, economisch haalbaar en minder juridisch verstikkend wordt.
JA21 stelt dat het stikstofprobleem in Nederland vooral voortkomt uit Brusselse regelgeving en pleit voor het terugdraaien van deze invloed. De partij ziet Europese natuurrichtlijnen als oorzaak van het “stikstofslot” en wil meer nationale zeggenschap over natuur- en stikstofbeleid.
JA21 wil de wettelijke KDW afschaffen om ruimte te creëren voor maatwerk en minder juridische blokkades, waarmee Nederland minder afhankelijk wordt van Europese en modelmatige beperkingen.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert.”
“Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
JA21 wil dat de EU zich beperkt tot economische samenwerking en pleit tegen verdere overdracht van bevoegdheden, zodat Nederland zelf kan beslissen over stikstof- en natuurbeleid.
“Er moet juist ruimte ontstaan om bevoegdheden terug te geven aan lidstaten.”
“De Europese Unie is een samenwerkingsverband dat zichzelf moet leren beperken. JA21 pleit voor een Unie die zich weer richt op haar oorspronkelijke kracht: economische samenwerking en respect voor de soevereiniteit van lidstaten.”
NSC wil de stikstofproblematiek aanpakken met een realistischer, meer op Europa afgestemde benadering, waarbij nationale regelgeving wordt aangepast op basis van ervaringen uit buurlanden en Europese richtlijnen. Ze pleiten voor minder modelmatige detailsturing, meer ruimte voor boeren, en het juridisch aanpassen van het vergunningenstelsel mede naar Duits en Frans voorbeeld. Tegelijkertijd benadrukt NSC dat Europese regels leidend zijn, maar Nederland niet strenger moet zijn dan nodig (“geen nationale koppen”), en dat sociaal-economische gevolgen volgens EU-richtlijnen moeten worden meegewogen.
NSC wil het Nederlandse stikstofbeleid fundamenteel hervormen door minder te leunen op rekenmodellen en meer aan te sluiten bij de aanpak in andere EU-landen, met name Duitsland en Frankrijk. Ze willen het natuurvergunningstelsel aanpassen en sociaal-economische gevolgen, zoals de EU-richtlijn voorschrijft, expliciet meewegen.
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius. Toekomstige opkoopprogramma’s spitsen zich toe op concentratiegebieden, stoppers en verouderde bedrijven.”
“De legalisering van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, krijgt de hoogste prioriteit. Om de PAS-melders eindelijk te legaliseren en hen rechtszekerheid te geven, passen we het natuurvergunningstelsel fundamenteel aan. We doen dit mede op basis van de praktijk in naburige EU-landen, in het bijzonder Duitsland en Frankrijk.”
“We houden in de wetgeving oog voor de sociaal-economische gevolgen van maatregelen, zoals ook de EU-richtlijn bepaalt. Dit betekent dat bij het afgeven van vergunningen er bestuurlijke speelruimte moet zijn om activiteiten toe te staan die maar weinig stikstof uitstoten.”
NSC wil voorkomen dat Nederland zichzelf extra strenge regels oplegt bovenop Europese afspraken (“nationale koppen”). Ze willen dat reductiedoelen, tempo, subsidies en belastingen zoveel mogelijk Europees worden afgestemd om concurrentienadelen en verplaatsing van emissies te voorkomen.
“We beperken de nationale ‘koppen’ op de Europese aanpak als het gaat om reductiedoelen, tempo, subsidies en belastingen. We willen ervoor waken dat het effect van een maatregel is dat de CO2 emissies zich naar een ander land verplaatsen.”
NSC erkent dat Europese regelgeving het kader vormt voor het Nederlandse stikstof- en natuurbeleid, en wil dat Nederland zich hieraan houdt zonder deze te overtreffen. Ze benadrukken het belang van het subsidiariteitsbeginsel en willen dat de Tweede Kamer actief toetst of EU-regels nationale doelen niet onnodig belemmeren.
“De EU mag alleen maatregelen nemen als die doeltreffender zijn dan nationale, regionale of lokale maatregelen (het subsidiariteitsbeginsel).”
“Nederland moet actief monitoren of nieuwe EU-regelgeving het realiseren van nationale beleidsdoelen in de weg zit. Het parlement moet tijdig worden geïnformeerd over mogelijke uitzonderingen of aanvullende richtlijnen.”
De SP wil de stikstofuitstoot in Nederland fors verminderen, vooral door de intensieve veehouderij aan te pakken, maar zonder boeren de dupe te laten zijn. Op Europees niveau pleit de SP voor samenwerking om grensoverschrijdende milieuproblemen als stikstof en vervuiling aan te pakken, met behoud van nationale zeggenschap en sociale rechtvaardigheid. De partij verzet zich tegen technologische schijnoplossingen en wil duidelijke, eerlijke grenzen aan landbouw en productie, waarbij Europese samenwerking gericht is op een duurzame, sociale en circulaire economie.
De SP ziet de intensieve veehouderij als de kern van het stikstofprobleem en wil het aantal dieren per hectare verlagen, kunstmest en landbouwgif afbouwen, en boeren ondersteunen bij de omslag naar duurzame landbouw. Technologische lapmiddelen worden afgewezen; de nadruk ligt op structurele verandering.
“De SP wil de stikstofuitstoot stevig terugdringen, maar niet over de rug van boeren. Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
De SP erkent dat milieuproblemen zoals stikstof en vervuiling grensoverschrijdend zijn en pleit daarom voor strenge Europese afspraken en samenwerking, met behoud van nationale democratische zeggenschap. De focus ligt op het aanpakken van vervuiling bij de bron en het beschermen van de leefomgeving via gezamenlijke Europese regels.
“Veel vervuiling stopt niet bij de grens en daarom moet onze handhaving dat ook niet doen. Als laaggelegen delta en eindpunt van veel Europese rivieren heeft Nederland belang bij strenge afspraken met buurlanden. We werken samen in Europa om water, lucht en bodem schoon te houden, vervuiling bij de bron aan te pakken en onze leefomgeving te beschermen.”
“We werken in Europa samen om onze economie eerlijker en duurzamer te maken. We pleiten voor Europese regels die producten reparatievriendelijk en duurzaam maken, met strengere kwaliteitseisen en een recht op reparatie in alle lidstaten zodat we niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden.”
De SP wil dat Europese samenwerking gericht is op een circulaire economie en sociale rechtvaardigheid, waarbij duurzaamheid en het belang van mensen boven dat van grote bedrijven en aandeelhouders gaan. Dit sluit aan bij de aanpak van milieuproblemen zoals stikstof door structurele verandering in plaats van symptoombestrijding.
“We zetten ons in voor een échte sociale Green Deal waarin klimaatrechtvaardigheid centraal staat en mensen via democratische zeggenschap weer grip krijgen op de toekomst van hun land.”
“Zo maken we de transitie van een wegwerpeconomie, waarin grote aandeelhouders de dienst uitmaken, naar een circulaire economie die werkt voor mensen.”
D66 koppelt het stikstofprobleem nadrukkelijk aan Europese samenwerking en regelgeving. De partij wil dat Nederland zich houdt aan Europese natuur- en milieudoelen, zoals de Kaderrichtlijn Water, en pleit voor gelijke milieuregels binnen Europa om een gelijk speelveld te creëren en verdere verduurzaming te stimuleren. D66 ziet Europese samenwerking als essentieel om structureel het stikstofprobleem op te lossen en de natuur te herstellen, met duidelijke, juridisch vastgelegde doelen.
D66 blijft vasthouden aan het halveren van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van Europese waterkwaliteitsdoelstellingen, omdat dit noodzakelijk is voor natuurherstel en het oplossen van het stikstofslot. De partij benadrukt dat deze doelen niet vrijblijvend zijn en juridisch moeten worden vastgelegd, zodat Nederland weer kan bouwen en investeren binnen de grenzen van wat de natuur aankan.
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen. Zo kunnen we weer vergunningen verlenen.”
“We houden ons aan stikstofdoelstellingen voor 2030. We geven voorrang aan de meest kwetsbare gebieden.”
D66 wil gelijke milieuregels in Europa om te voorkomen dat landen elkaar beconcurreren met lagere standaarden en om te zorgen dat verduurzaming loont. Dit voorkomt een race naar de bodem en beschermt Nederlandse bedrijven tegen oneerlijke concurrentie binnen de EU.
“Daarbij zetten we tegelijkertijd in op gelijke regels in Europa, zodat bedrijven in Nederland niet worden benadeeld ten opzichte van bedrijven in andere EU-landen. Zo zorgen we dat verduurzaming loont en voorkomen we dat landen elkaar naar steeds lagere milieustandaarden duwen om goedkoper te zijn.”
D66 ziet Europese samenwerking als noodzakelijk voor het versnellen van de landbouwtransitie en het herstel van natuur en biodiversiteit. Europese afspraken en investeringen zijn volgens de partij essentieel om structureel vooruitgang te boeken en boeren perspectief te bieden.
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking. Zo wordt onze voedselsector gezond voor mens en planeet, én goed voor de economie.”
Volt wil dat Nederland zich strikt houdt aan Europese stikstof- en natuurrichtlijnen en pleit voor een structurele, rechtvaardige stikstofaanpak die in lijn is met EU-wetgeving. Ze benadrukken het belang van Europese samenwerking om zowel natuurherstel als economische groei mogelijk te maken, en willen voorkomen dat stikstofproblemen worden verschoven naar buurlanden.
Volt vindt dat Nederland zo snel mogelijk moet voldoen aan bestaande Europese regelgeving rond stikstof, zoals de Habitatrichtlijn en de Natuurherstelwet. Dit is volgens Volt noodzakelijk om natuurherstel, gezondheid en economische ontwikkeling mogelijk te maken en om te voorkomen dat Nederland op slot blijft zitten door stikstofproblemen.
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof- en nitraatemissies, de Vogel- en de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Natuurherstelwet.”
Volt wil regionale samenwerking over grenzen heen om te voorkomen dat bedrijven zich net over de grens vestigen en zo de stikstofproblematiek verplaatsen, met negatieve gevolgen voor natuurgebieden aan beide zijden van de grens.
“We willen tevens door regionale samenwerking over grenzen, voorkomen dat bedrijven zich aan de andere kant van de grens naast dezelfde natuurgebieden vestigen.”
Volt koppelt het oplossen van het stikstofprobleem aan het creëren van ademruimte voor Nederland en groei in de hele EU. Ze pleiten voor Europese randvoorwaarden voor ondernemen, zodat de EU aantrekkelijk blijft voor bedrijven en er vertrouwen ontstaat tussen overheid, bedrijven en werknemers.
Volt stelt dat industrie een Europese competentie moet worden, omdat Nederland aan zijn ecologische grenzen zit door onder andere de stikstofkwestie. Hierdoor kunnen innovatieve bedrijven niet meer organisch groeien, wat vraagt om duidelijke keuzes op EU-niveau.
“Volt bepleit dat industrie een Europese competentie wordt. Nederland is namelijk een klein land en we zitten aan onze fysieke en ecologische grenzen. Er is te weinig ruimte op het stroomnet en de stikstofkwestie houdt ons land op slot.”
De PVV vindt het huidige stikstofbeleid overdreven streng en ziet vooral de Europese regels als het probleem, niet stikstof zelf. Ze willen Brusselse natuur- en stikstofregels versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden verminderen en Nederland meer soevereiniteit geven door vetorechten in te zetten tegen EU-beleid. De kern van hun visie is dat Nederlandse belangen en economische ontwikkeling niet langer ondergeschikt moeten zijn aan Europese milieuregels.
De PVV stelt dat de Nederlandse natuur niet op omvallen staat door stikstof en dat de huidige regels, vooral door Europese druk, te streng zijn. Ze willen minder Natura 2000-gebieden, soepelere stikstofnormen en directe versoepeling van de regelgeving om bouw en landbouw weer mogelijk te maken.
“We moeten af van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan. Te veel – of juist te weinig – stikstof kan de natuur veranderen, en dat is helemaal niet erg. Het is absurd dat vrijwel het hele landbouw- en natuurbeleid ondergeschikt is gemaakt aan stikstof.”
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels. Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
De PVV wil de Nederlandse vetorechten in de EU actief inzetten om soepeler natuur- en stikstofbeleid af te dwingen. Ze zijn tegen verdere overdracht van bevoegdheden aan Brussel en willen juist meer nationale zeggenschap over milieubeleid.
“Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de EU-begroting, om zo een opt-out op asiel en immigratie en soepeler natuur- en stikstofbeleid te dwingen en de EU van binnenuit op de schop te nemen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) pleit voor een radicale vermindering van stikstofuitstoot in Nederland, met een sterke nadruk op Europese samenwerking en naleving van EU-natuurwetgeving. Ze willen dat Nederland zich strikt houdt aan Europese natuurbeschermingsregels, pleiten voor strengere Europese emissienormen voor industrie en veehouderij, en willen Europese subsidies voor de vee-industrie afschaffen. De kern van hun visie is dat zowel nationaal als Europees beleid gericht moet zijn op het drastisch terugdringen van stikstof en het beschermen van natuur en biodiversiteit.
PvdD vindt dat Nederland zich strikt moet houden aan bestaande en nieuwe Europese natuurbeschermingswetten, en waar nodig zelfs verder moet gaan. Ze zien Europese regelgeving als essentieel om de stikstofcrisis en biodiversiteitsverlies aan te pakken.
“Nederland houdt zich voortaan aan Europese natuurbeschermingswetten, zoals de Habitatrichtlijn, de Vogelrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Natuurherstelwet. Waar nodig nemen we extra maatregelen om de natuur te beschermen.”
De partij wil dat Europese miljardensteun voor de vee-industrie en schadelijke landbouwpraktijken wordt afgeschaft, zodat deze middelen ingezet kunnen worden voor een plantaardig en ecologisch voedselsysteem. Dit is direct gericht op het verminderen van stikstofuitstoot op Europees niveau.
“De circa 300 miljard euro aan Europese miljardensubsidies voor de vee-industrie en voor andere schadelijke landbouwpraktijken worden afgeschaft. De vrijgekomen middelen worden ingezet voor een transitie naar een agro-ecologisch en plantaardig voedselsysteem.”
PvdD wil dat Nederland zich in de EU inzet voor de strengst mogelijke eisen aan industriële installaties en intensieve veehouderijen, om stikstofuitstoot en andere milieuschade te beperken.
“Nederland pleit er in de EU voor dat de Richtlijn industriële emissies de strengst mogelijke eisen stelt aan industriële installaties en intensieve veehouderijen, om dierenwelzijn, de gezondheid van mens en dier en de leefomgeving te beschermen.”
De partij wil dat Europese noodfondsen niet langer de fossiele industrie en vee-industrie ondersteunen, en dat de EU stopt met het subsidiëren van vlees- en zuivelreclames.
“De fossiele industrie en de vee-industrie krijgen geen steun vanuit Europese noodfondsen. Daarnaast stopt de EU met het subsidiëren van vlees-en zuivelreclames.”
DENK erkent het belang van het terugdringen van stikstofuitstoot om de natuur te beschermen en staat voor handhaving van de bestaande doelen, met nadruk op vrijwillige uitkoop in de landbouw. Op Europees niveau is DENK pragmatisch voorstander van samenwerking, maar wil nationale soevereiniteit behouden en pleit voor hervorming van de EU, zonder overdracht van zeggenschap over beleid zoals stikstof.
DENK vindt het noodzakelijk om de stikstofuitstoot te verminderen ter bescherming van natuur en leefomgeving. Ze willen de bestaande doelen handhaven en inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij gedwongen uitkoop als uiterste middel niet wordt uitgesloten.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK is voor Europese samenwerking als dat effectiever is, maar wil nationale zeggenschap behouden, ook bij milieubeleid. Ze pleiten voor hervorming van de EU met meer democratische controle en zijn tegen het overdragen van nationale bevoegdheden.
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”