BIJ1 wil staatssteun inzetten als instrument om publieke belangen, sociale rechtvaardigheid en democratische zeggenschap te bevorderen, in plaats van het ondersteunen van grote bedrijven of vermogenden. Staatssteun wordt gericht op coöperatieven, publieke voorzieningen, sociale woningbouw, cultuur, en kwetsbare groepen, met nadruk op democratische controle en het tegengaan van ongelijkheid. BIJ1 is kritisch op onvoorwaardelijke steun aan multinationals en pleit voor het afschaffen van subsidies voor de rijken.
BIJ1 wil staatssteun inzetten om coöperatieven, publieke banken en essentiële sectoren te versterken, en zo democratische zeggenschap en publieke belangen te waarborgen. De partij keert zich tegen het subsidiëren van grote bedrijven en wil staatssteun vooral richten op collectieve, niet-commerciële initiatieven.
“het duurzaam oprichten van publieke banken en investeringsfondsen die alleen in dienst staan van coöperatieven.”
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“We investeren fors in het (financieel) ondersteunen van de opzet van energiecoöperaties en andere lokale initiatieven waar bewoners eigenaarschap en zeggenschap hebben over hun energievoorziening.”
BIJ1 wil dat staatssteun bij bedrijfsfaillissementen wordt ingezet om werknemerscoöperaties mogelijk te maken, niet om aandeelhouders of bestuurders te redden. De overheid ondersteunt werknemers financieel als zij hun bedrijf willen overnemen en democratiseren.
“Bij faillissement helpt de overheid werknemers als een democratiserende overkoop gewenst is. Wanneer mogelijk ook met geld.”
Staatssteun wordt volgens BIJ1 gericht op sociale woningbouw, coöperatieve woonvormen en het circulair renoveren van bestaande huurwoningen. Tegelijkertijd wil de partij subsidies voor vermogenden afschaffen en alleen inzetten voor mensen met een laag of middeninkomen.
BIJ1 wil staatssteun inzetten om armoede in de kunst- en cultuursector te bestrijden, voorwaarden voor subsidies te versoepelen en kleinere instellingen en onafhankelijke makers beter te ondersteunen.
Tijdens crises zoals pandemieën of bankencrises wil BIJ1 dat staatssteun niet alleen naar grote instellingen gaat, maar ook ruimhartig beschikbaar is voor zzp’ers, flexwerkers en makers zonder vaste subsidie.
“Bij toekomstige crises, zoals een bankencrisis of een pandemie, worden zzp-ers, flexwerkers, makers en instellingen die weinig of geen subsidie krijgen net zo ruimhartig gecompenseerd als de instellingen die onder de basisinfrastructuur vallen.”
BIJ1 wil dat gemeenten verplicht worden om subsidie te geven aan onafhankelijke huurdersverenigingen en dat er een gemeentelijk fonds komt voor de onteigening van leegstaande woningen, uitsluitend voor maatschappelijke bestemmingen.
“Gemeenten worden verplicht om subsidie te geven aan een onafhankelijke huurdersvereniging die huurders uit alle wijken democratisch vertegenwoordigt.”
“Er komt een door de overheid gesubsidieerd gemeentelijk fonds voor de onteigening van leegstaande woningen. Onteigende objecten mogen vervolgens alleen worden ingezet voor een maatschappelijke bestemming.”
BIJ1 wil investeren in onderwijs door bezuinigingen terug te draaien, onderwijs gratis te maken en kinderopvang volledig te subsidiëren.
De partij wil staatssteun inzetten om energiearmoede te bestrijden via een Noodfonds Energie en het toegankelijk maken van energie en water als basisrecht.
De SGP is kritisch over staatssteun en pleit voor selectieve, doelgerichte ondersteuning die marktverstoringen voorkomt en effectiviteit waarborgt. Staatssteun wordt vooral ingezet om Nederlandse bedrijven te beschermen tegen oneerlijke buitenlandse concurrentie en om innovatie, verduurzaming en regionale ontwikkeling te stimuleren. Tegelijkertijd wil de SGP misbruik en afhankelijkheid van subsidies tegengaan en pleit zij voor transparantie en strikte voorwaarden.
De SGP wil Nederlandse bedrijven beschermen tegen oneerlijke concurrentie door buitenlandse staatssteun, met name in sectoren als de scheepsbouw. Staatssteun wordt hier gezien als noodzakelijk om een gelijk speelveld te behouden en strategische industrieën te beschermen.
“Om Nederlandse scheepswerven te beschermen tegen buitenlandse werven met een voorsprong door staatssteun, keert de garantieregeling scheepsbouw terug.”
De SGP ondersteunt staatssteun in de vorm van subsidies en garantieregelingen voor innovatie, verduurzaming en het versterken van de maakindustrie, mits deze effectief en transparant zijn. De partij benadrukt het belang van private financiering en wil afhankelijkheid van subsidies verminderen.
“Bedrijven worden (financieel) gestimuleerd duurzame en eerlijke keuzes te maken en te investeren in de lange termijn, door middel van fiscale aanpassingen en verruiming van subsidies.”
“De overheid gaat private financiering lostrekken en verbreedt het palet aan publieke en private financiering. Er komen verbeterde garantiestellingen voor kleine kredieten en grote financiers, zoals pensioenfondsen, worden gestimuleerd hun geld hierin te steken.”
“Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw dat ondernemers middels investeringssteun, omschakelvergoedingen en garantstellingen helpt bij verduurzaming wordt versterkt.”
De SGP wil dat subsidies niet leiden tot afhankelijkheid of misbruik. Subsidieontvangers mogen geen staatssteun gebruiken voor procedures tegen de overheid of voor lobbyactiviteiten, en subsidies aan organisaties met banden met terreur worden direct stopgezet.
“Het maatschappelijk middenveld moet minder afhankelijk worden van subsidieverlening door de overheid. Private financiering wordt gestimuleerd. Doelmatigheid en transparantie van de financiering wordt bevorderd. Subsidieontvangers mogen met dat geld niet gaan procederen tegen de staat of lobbyactiviteiten organiseren.”
“Nationale en Europese subsidies aan organisaties die bewezen banden met terreur hebben, stoppen we onmiddellijk.”
De SGP pleit voor gerichte staatssteun aan regionale economieën, publiek-private samenwerkingen en sectoren als de maakindustrie, om innovatie en werkgelegenheid te stimuleren.
De SGP ondersteunt staatssteun voor het behoud van cultureel erfgoed en maatschappelijk waardevolle instellingen, mits deze niet commercieel zijn.
Het CDA ziet staatssteun als een instrument om structurele investeringen in de economie, innovatie en maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken, mits deze bijdragen aan toekomstig verdienvermogen of maatschappelijk belang. Staatssteun wordt selectief ingezet, bijvoorbeeld via investeringsfondsen, ondersteuning van onrendabele maatschappelijke projecten en een nationale investeringsbank, met nadruk op transparantie, effectiviteit en het voorkomen van onnodige schulden.
Het CDA maakt expliciet onderscheid tussen investeringen die de economische structuur versterken en herverdelende uitgaven. Staatssteun wordt vooral gerechtvaardigd voor groeibevorderende publieke kapitaalgoederen, met het oog op langetermijnwelvaart en het zichtbaar maken van baten op de begroting.
“Daarom voegen we nadrukkelijk onderscheid toe tussen (a) investeringen in structuurversterking en toekomstig verdienvermogen, (b) herverdelende uitgaven zoals uitkeringen en subsidies en (c) uitgaven aan bestuur en rechtsstaat.”
“Zulke investeringen doen we zo nodig ten laste van de staatsschuld, omdat deze uiteindelijk de staatsschuld zullen verlagen. Het gaat met name om investeringen in publieke kapitaalgoederen, die groeibevorderend zijn: bijvoorbeeld in het stroomnet, in de aanleg en het onderhoud van infrastructuur of in grootschalige onderzoekfaciliteiten.”
“Meevallers zetten we automatischer in voor vooraf vastgestelde investeringen. Daarnaast willen we een nieuw begrotingsinstrumentarium om de baten van investeringen te ramen, zodat ook het profijt van de investering op de begroting zichtbaar wordt.”
Het CDA wil staatssteun inzetten voor projecten met aantoonbaar maatschappelijk belang die financieel niet rendabel zijn, bijvoorbeeld sociale woningbouw of regionale OV, door het dekken van de onrendabele top via bestaande financieringsstromen en een beleidskader voor selectie.
“Projecten met aantoonbaar maatschappelijk belang – zoals het versterken van sociale cohesie, het verbeteren van de leefbaarheid in de regio of het waarborgen van betaalbare en toegankelijke basisvoorzieningen zoals betaalbare woningen – kunnen ondersteuning krijgen van overheden bij het dekken van de onrendabele top.”
“Dat is mogelijk via het gericht inzetten van bestaande financieringsstromen, zoals groene subsidies, lagere grondprijzen voor nieuwbouw of ondersteuning bij het opzetten van publiek-private samenwerkingen en het aanpassen van administratieve regels.”
“Er komt een beleidskader om vast te stellen welke investeringen zich kwalificeren voor een onrendabele maatschappelijke top.”
Het CDA stelt voor om een Nationale Investeringsbank op te richten als krachtige overheidsinvesteringspartner, gericht op het stimuleren van private investeringen in risicovolle, innovatieve bedrijven, met name in de vroege fase.
“Ondernemend Nederland (RVO) door tot een Nationale Investeringsbank: één sterke overheidsinvesteringspartner, een brede nationale financierings- en ontwikkelingsinstelling met slagkracht en kapitaal. Daarmee stimuleren we ook private investeerders om in de meest risicovolle vroege fase van veelbelovende techbedrijven te investeren.”
Het CDA benadrukt dat staatssteun alleen verantwoord is bij solide overheidsfinanciën, om toekomstige generaties niet te belasten en om in crisistijd effectief te kunnen bijspringen.
“Solide, toekomstgerichte overheidsfinanciën zijn juist daarom en juist nu essentieel. Het CDA wil verantwoord, zuinig en netjes omgaan met de overheidsfinanciën. Het is geld van ons allemaal.”
“Recente crises hebben laten zien dat prudent, trendmatig begrotingsbeleid loont. Dan heb je vet op de botten als de crisis uitbreekt en kan de overheid bijspringen zonder dat de overheidsschuld onverantwoord oploopt.”
De Partij voor de Dieren is kritisch op staatssteun aan vervuilende bedrijven en grootkapitaal, en wil deze afschaffen of sterk beperken. Staatssteun moet volgens de partij uitsluitend worden ingezet voor publieke belangen zoals duurzaamheid, innovatie, sociale woningbouw, kunst en cultuur, en niet voor het ondersteunen van vervuiling of winstmaximalisatie. De partij pleit voor het ombuigen van bestaande subsidies en fiscale voordelen naar groene en sociale doelen.
De PvdD wil een einde maken aan staatssteun voor grote vervuilers en bedrijven die niet bijdragen aan een duurzame samenleving. Zij vinden dat belastinggeld niet gebruikt mag worden om schadelijke activiteiten te subsidiëren, en dat bestaande voordelen voor het grootkapitaal moeten worden teruggedraaid.
“We stoppen met het subsidiëren van de grootste vervuilers. De vervuiler gaat betalen en de opbrengsten gebruiken we voor toekomstbestendige ondernemingen en groene innovatie.”
“De onderhandelingen over maatwerkafspraken met één van de grootste vervuilers van Nederland, het staalbedrijf Tata Steel, worden per direct gestopt. Dat betekent geen miljardensubsidie.”
“We draaien cadeautjes aan het grootkapitaal van het vorige kabinet terug. Inkoop van eigen aandelen door bedrijven wordt belast. De versoepeling van de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting wordt teruggedraaid.”
“Er moeten geen miljarden naar fossiele bedrijven, er moet meer geld naar de kunst- en cultuursector.”
Staatssteun moet volgens de PvdD uitsluitend worden ingezet voor publieke belangen zoals sociale woningbouw, kunst, cultuur, en verduurzaming. De partij wil subsidies en financiële steun richten op maatschappelijke meerwaarde en het algemeen belang.
“Het budget voor kunst, cultuur en erfgoed wordt verhoogd om de toegankelijkheid ervan voor alle inwoners van Nederland te vergroten.”
“We verlagen de winstbelasting voor woningcorporaties en geven hen extra financiële steun. Hierdoor kunnen woningcorporaties huren bevriezen om wonen betaalbaar te houden en nieuwe sociale huurwoningen te bouwen.”
“We investeren extra geld in onderzoek dat bijdraagt aan een groene, gezonde, sociale en rechtvaardige maatschappij.”
“We verhogen subsidies en verduurzamingsleningen die ervoor zorgen dat de maandelijkse lasten gelijk blijven.”
De PvdD wil dat ontwikkelingssamenwerking niet langer wordt gebruikt als verkapte staatssteun voor het Nederlandse bedrijfsleven, tenzij het belang van mens, dier en milieu centraal staat.
“Nederland stopt daarom met het subsidiëren van het Nederlandse bedrijfsleven uit het ontwikkelingsbudget wanneer de belangen van mens, dier en milieu in het desbetreffende land niet onbetwistbaar leidend zijn.”
D66 ziet staatssteun als een instrument om grote maatschappelijke transities, innovatie en verduurzaming te versnellen, maar wil deze steun gericht, transparant en toekomstgericht inzetten. Ze pleiten voor een Nationale Investeringsbank voor grote transities, het sneller afbouwen van fossiele subsidies, en toegankelijke subsidies voor verduurzaming van het mkb. Staatssteun moet bijdragen aan brede welvaart, innovatie en een gelijk speelveld, zonder dat publieke middelen onnodig bij gevestigde belangen terechtkomen.
D66 wil een publieke investeringsbank oprichten die staatssteun inzet voor strategische, duurzame en innovatieve projecten. Hiermee willen ze de energietransitie, technologische innovatie en economische onafhankelijkheid versnellen, met oog voor het hele Koninkrijk en het mkb.
“We willen een Nationale Investeringsbank voor grote transities. Deze publieke instelling krijgt meer middelen en een breed mandaat. Het Nationaal Groeifonds, dat we hervormen, wordt onderdeel van de Nationale Investeringsbank. Ook mkb’ers krijgen toegang.”
“De bank investeert in wat Nederland vooruithelpt: van verzwaring van het elektriciteitsnet tot warmtenetten in dorpen en steden, van circulaire productie tot herstel van bodem en water. Ook ondersteunt de bank de opschaling van bijvoorbeeld groene waterstof, digitale autonomie, duurzame defensiecapaciteit en technologische innovatie.”
D66 wil staatssteun aan vervuilende industrieën en fossiele energie versneld afbouwen. Ze bepleiten een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven en het inzetten van fiscale prikkels om vergroening te stimuleren.
“D66 wil fossiele subsidies sneller afbouwen en geeft ruimte aan duurzame innovatie. Dit bespaart miljarden euro’s en zorgt voor een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven.”
“Om de fossiele subsidies sneller af te bouwen wordt een vlaktaks voor energiebelasting op aardgas en elektriciteit ingevoerd. Dit ter vervanging van het degressieve stelsel van energiebelasting.”
D66 wil staatssteun inzetten om het mkb te helpen verduurzamen, met toegankelijke subsidies, voorspelbare regels en snellere procedures. Zo moet ook het mkb de stap kunnen zetten naar een groen bedrijfsmodel.
“We zorgen voor toegankelijke subsidies, zekerheid voor investeringen en snellere procedures voor beroep en bezwaar. Zo kunnen ondernemers sneller door en kan ook het mkb de stap zetten naar een groen bedrijfsmodel.”
D66 ziet een actieve rol voor de overheid als eerste klant (launching customer) om innovatie te stimuleren en nieuwe markten te openen, in plaats van alleen traditionele subsidies.
“Door zelf de eerste klant te zijn (launching customer), kan de overheid invloed hebben op innovatie, het goede voorbeeld geven, nieuwe markten openen en de impact van investeringen groter maken.”
D66 wil voorkomen dat staatssteun vooral bij gevestigde belangen of inefficiënte bedrijven terechtkomt. Ze pleiten voor scherpe selectie en het stellen van duidelijke grenzen aan wie steun ontvangt.
“D66 kiest daarom scherp: wie kan vergroenen met een houdbaar verdienmodel, moet dat ook doen. Een gezonde economie bestraft vervuiling en beloont werk. De overheid helpt waar dat nodig is, met slimme prikkels, infrastructuur en minder papierwerk.”
“Om te voorkomen dat dit geld vooral bij vastgoedondernemers terechtkomt, krijgen gemeenten meer ruimte om zelf grond te kopen en te ontwikkelen.”
BBB is kritisch over grootschalige, inefficiënte staatssteun en wil deze beperken tot gerichte, transparante en regionaal verankerde investeringen. De partij pleit voor het afschaffen van grote subsidieprogramma’s zoals de SDE++ en het Corona Herstelfonds, en stelt voor om een Nationale Investeringsbank op te richten die staatssteun inzet voor innovatie, mkb en regionale ontwikkeling. Staatssteun moet volgens BBB bijdragen aan strategische autonomie, regionale economie en concrete maatschappelijke doelen, zonder bureaucratie of verspilling.
BBB wil af van grote, kostbare subsidieprogramma’s die volgens hen leiden tot verspilling en onvoldoende maatschappelijk rendement. Ze zijn kritisch op bestaande fondsen en pleiten voor een zuiniger en doelgerichter gebruik van belastinggeld.
“Stoppen met de SDE++-subsidies vanaf 2026. De subsidieregeling SDE++ kost miljarden per jaar en leidt tot dure megaprojecten op zee, op land en in landbouwgebied.”
“Het oordeel van de Europese Rekenkamer over de wantoestanden bij de besteding van honderden miljarden euro uit het Corona Herstelfonds toont aan dat er zuiniger en verantwoordelijker met ons belastinggeld moet worden omgegaan. BBB wil niet meer van dit soort fondsen.”
BBB wil staatssteun centraliseren via een Nationale Investeringsbank die gericht investeert in mkb, innovatie en regionale projecten, en bestaande gefragmenteerde fondsen vervangt. Dit moet staatssteun effectiever, transparanter en minder bureaucratisch maken.
“De oprichting van een Nationale Investeringsbank onderzoeken die: Vermogen van de overheid koppelt aan landelijke en regionale projecten; Investeert in mkb, innovatie en infrastructuur; Marktpartijen cofinanciert via garantstellingen en leningen; De rol overneemt van de huidige gefragmenteerde en niet goed werkende fondsen zoals het Groeifonds en InvestNL die daarmee kunnen worden opgeheven.”
“We onderzoeken de oprichting van een Nationale Investeringsbank (NIB) in Nederland. Deze NIB krijgt een duidelijke taak in het beschikbaar stellen van risicodragend kapitaal voor innovatieve bedrijven in deeptech, agrotech, energietechniek en industriële toepassingen die bijdragen aan strategische autonomie en werkgelegenheid in de maakindustrie in Nederland.”
BBB wil staatssteun inzetten voor het versterken van strategische sectoren, regionale economieën en innovatie, met nadruk op concrete maatschappelijke en economische doelen.
“Het economisch beleid van de rijksoverheid richt zich nog te vaak op de Randstad en een paar grote kennisclusters. [...] BBB vindt dat elke regio moet kunnen bouwen op zijn eigen kracht.”
“Investeren via een Nationale Investeringsbank. We stimuleren innovatie door nationale investe”
“Behoud Tata Steel als strategisch anker. BBB steunt de verduurzaming van Tata Steel en wil het bedrijf behouden als cruciale staalproducent binnen Europa.”
FVD is kritisch over staatssteun en wil deze beperken tot strikt noodzakelijke gevallen, waarbij subsidies vooral gericht moeten zijn op het behoud van erfgoed en innovatie in de landbouw. Staatssteun aan activistische, ideologische of niet-gouvernementele organisaties wordt expliciet afgewezen, terwijl steun voor innovatie en cultuurbehoud selectief wordt toegestaan. De partij pleit voor een kleinere overheid en minder bemoeienis met de economie.
FVD verzet zich tegen het verstrekken van staatssteun aan organisaties die zich bezighouden met activisme, ideologie of het voeren van proefprocessen tegen de staat. De partij ziet dit als verspilling van belastinggeld en wil dat subsidies alleen nog naar strikt publieke belangen gaan.
“We stoppen alle subsidies voor organisaties die proefprocessen voeren tegen de staat. Ook niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) krijgen geen subsidie meer.”
“We stoppen subsidies aan organisaties zoals Rutgers, zodat belastinggeld niet langer naar ideologische beïnvloeding gaat.”
FVD wil subsidies beperken tot het conserveren en restaureren van erfgoed en het stimuleren van innovatie in de landbouw, en niet voor modieuze, ideologische of activistische projecten. Staatssteun wordt dus selectief ingezet voor cultureel en economisch behoud, niet voor maatschappelijke sturing.
“Subsidies moeten gericht zijn op het conserveren en restaureren van erfgoed en het uitdragen van onze cultuur, niet op modieuze of ideologische projecten.”
“We geven subsidies voor precisielandbouw, zodat boeren modern en duurzaam kunnen werken zonder extra bureaucratie.”
“We bieden meer subsidies voor innovatieve landbouw...”
FVD is tegen het gebruik van belastinggeld voor het uitkopen of onteigenen van boeren, omdat zij de agrarische sector willen behouden en staatssteun voor uitkoop als ongewenst zien.
“We verzetten ons tegen gedwongen onteigening en ook tegen ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld; behoud van de agrarische sector staat voorop.”
“We gaan nooit over tot gedwongen onteigening van boeren en ook niet tot ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld, zodat de agrarische sector in Nederland behouden blijft.”
GroenLinks-PvdA ziet staatssteun als een instrument om publieke belangen te waarborgen, vooral op het gebied van volkshuisvesting en maatschappelijke voorzieningen. Ze willen staatssteun inzetten via belastingvoordelen, gunstige leningen en subsidies om betaalbare woningen te realiseren en maatschappelijke sectoren te ondersteunen, maar zijn kritisch op prijsopdrijvende of winstgedreven subsidies. De partij benadrukt dat staatssteun gericht moet zijn op brede welvaart en het tegengaan van speculatie en marktverstoring.
GroenLinks-PvdA wil staatssteun inzetten om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren, onder andere door belastingvrijstellingen, gunstige leningen en subsidies. Hiermee willen ze het tekort aan betaalbare woningen aanpakken en de investeringsruimte voor woningcorporaties vergroten.
“De Woningcorporaties Nieuwe Stijl betaalt geen winstbelasting. De wet passen we daarvoor aan. Daarmee ontstaat extra investeringsruimte voor de bouw van nieuwe woningen, renovatie en verduurzaming.”
“Net als in Oostenrijk gaat het Rijk gunstige leningen verstrekken voor de bouw van extra betaalbare huurwoningen. Dat zijn bijvoorbeeld leningen met een lage rente van 1% voor een deel van de bouwkosten.”
“We zorgen voor extra investeringsruimte door gunstige leningen voor de bouw van tienduizenden woningen met een huur tot maximaal 1.200 euro per maand. Op korte termijn kan dat als het Rijk en gemeenten garantstaan voor deze leningen, zoals Rotterdam gaat doen.”
“Daarom stellen we object- en projectsubsidies beschikbaar. Gemeenten krijgen een nieuwbouw-premie als ze woningen bouwen.”
De partij wil staatssteun beperken waar deze leidt tot prijsopdrijving of het bevoordelen van speculanten en private partijen zonder maatschappelijk rendement. Ze pleiten voor het afbouwen van dergelijke subsidies en het heroriënteren van steun op publieke belangen.
“Voor de financiering van jaarlijks terugkerende uitgaven kijken we naar het afromen van speculatiewinsten, het versoberen van belastingkortingen voor grondbezitters en het afbouwen van prijsopdrijvende subsidies.”
GroenLinks-PvdA wil staatssteun inzetten om maatschappelijke sectoren zoals cultuur, sport en publieke voorzieningen te ondersteunen, met het oog op brede welvaart en regionale spreiding.
“We investeren in de culturele en creatieve sector, niet alleen via het Rijk, maar ook via gemeenten en provincies. Cultuurparticipatie, amateurkunst, muziekverenigingen en kleine productiehuizen ondersteunen we extra.”
“Sportclubs krijgen steun bij verduurzaming en schoolgebouwen gaan we opknappen.”
Volt wil staatssteun en overheidssteun veel gerichter inzetten: oude, vervuilende industrieën verliezen hun steun, terwijl innovatieve, duurzame en maatschappelijk relevante sectoren juist meer (Europese) steun en investeringen krijgen. Staatssteun wordt gekoppeld aan strenge voorwaarden, zoals duurzaamheid en lange termijn impact, en moet transparanter en effectiever worden ingezet via onder andere een Nationale Investeringsbank. Volt pleit daarnaast voor versoepeling van Europese staatssteunregels voor huisvesting en het afbouwen van steun aan sectoren zonder groeiperspectief.
Volt wil alle overheidssteun aan oude, niet-duurzame industrieën beëindigen en deze middelen uitsluitend inzetten voor sectoren met groeiperspectief. Dit moet leiden tot een efficiëntere, groenere economie en ruimte op de arbeids- en energiemarkt.
“We staken alle overheidssteun aan de oude industrie en besteden onze tijd, aandacht en ons geld nog uitsluitend aan sectoren met groeiperspectief.”
Staatssteun wordt selectief ingezet voor innovatieve bedrijven en projecten die bijdragen aan een duurzame en sociale economie. Overheidssteun is bedoeld om risico’s voor investeerders te verlagen en innovatie te versnellen, met strikte voorwaarden zoals naleving van klimaatplannen en een minimale terugverdientijd.
“Om innovatie te bevorderen, moeten startende en groeiende bedrijven makkelijker financiële steun krijgen... Daarom zorgen we dat de overheid bijspringt. Zij draagt een deel van het risico om in deze bedrijven te investeren...”
“Wanneer het klimaatplan niet wordt nageleefd, moeten verstrekte subsidies worden terugbetaald.”
“We willen bij subsidiëring meer focus op projecten die op de langere termijn maatschappelijk relevant, duurzaam en rendabel zijn, maar nu niet kunnen opstarten door tekort aan fondsen en ook niet op een andere wijze gefinancierd kunnen worden.”
Volt wil een Nationale Investeringsbank (NIB) oprichten die met publieke middelen en staatsgaranties investeert in innovatieve en duurzame projecten. De NIB moet onafhankelijk opereren en toegang bieden tot Europese en nationale fondsen, met een breed mandaat voor de Nederlandse investeringsopgave.
“We richten een Nationale Investeringsbank (NIB) op met voldoende publieke middelen, toegang tot de kapitaalmarkt middels staatsgarantie en een breed mandaat om de Nederlandse investeringsopgave te kunnen realiseren.”
“De overheid neemt een leidende en sturende rol op zich in de ontwikkeling van een volwassen start-upklimaat door niet alleen gerichter maar ook méér te investeren in start-ups. Dit doet de overheid zowel via de Nationale Investeringsbank, zogenaamde incubators en innovatiehubs.”
Volt pleit voor meer ruimte binnen de Europese staatssteunregels om overheidsfinanciering van woningbouwprojecten mogelijk te maken. Dit moet het voor Nederland en woningcorporaties makkelijker maken om betaalbare woningen te realiseren.
“Om meer overheidsfinanciering bij woonprojecten mogelijk te maken, dringt Nederland er bij de Europese Commissie op aan dat de staatssteunregels voor huisvesting worden versoepeld.”
BVNL is fel tegen staatssteun en overheidsinterventie in de economie. Zij willen alle subsidies en staatssteun afschaffen, omdat zij vinden dat dit leidt tot marktverstoring, inefficiëntie en het in stand houden van falend beleid. BVNL kiest voor een kleine overheid, ondernemersvrijheid en het stoppen van het rondpompen van belastinggeld.
BVNL wil alle vormen van subsidies en staatssteun beëindigen, omdat zij geloven dat dit leidt tot oneerlijke concurrentie, het in stand houden van niet-levensvatbare organisaties en het verspillen van belastinggeld. Zij zien staatssteun als een vorm van marktverstoring en pleiten voor een economie waarin bedrijven en burgers zelf verantwoordelijk zijn, zonder overheidsbemoeienis.
“Subsidies worden afgeschaft.”
“Geen subsidies voor falend beleid en als compensatie voor inactiviteit...”
“BVNL is principieel tegen het subsidiëren van belangen- en protestorganisaties.”
“De subsidie aan de NPO wordt stopgezet.”
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen tegen de Nederlandse Staat krijgen geen subsidie meer...”
BVNL wil een einde maken aan het gebruik van speciale staatsfondsen (zoals het stikstof- en klimaatfonds) en eist dat alle uitgaven via de Rijksbegroting lopen, zodat er volledige parlementaire controle is en geen geld zonder dekking wordt uitgegeven. Dit voorkomt volgens BVNL ondoorzichtige staatssteun en politieke willekeur.
“Er wordt een einde gemaakt aan het gebruik van fondsen, zoals het stikstoffonds en het klimaatfonds. Alle bedragen moeten via de Rijksbegroting lopen en onderworpen zijn aan parlementaire controle. Zonder deugdelijke financiële dekking wordt er geen beleid gemaakt.”
De SP vindt dat staatssteun selectief en doelgericht moet worden ingezet om strategische sectoren, het mkb en verduurzaming te ondersteunen, maar is fel tegen ongerichte subsidies en belastingvoordelen voor grote bedrijven en miljardairs. Staatssteun mag alleen met maatschappelijke tegenprestaties, zoals zeggenschap, duurzaamheid en sociale voorwaarden. De partij wil bestaande steun aan grote bedrijven en vermogenden fors inperken en heroriënteren op publieke belangen.
De SP wil alleen staatssteun geven aan cruciale sectoren als daar directe maatschappelijke zeggenschap en voorwaarden tegenover staan, zoals invloed op prijzen, arbeidsomstandigheden en verduurzaming. Dit moet voorkomen dat staatssteun leidt tot woekerwinsten of vervuiling, en de afhankelijkheid van buitenlandse partijen verkleinen.
“In ruil voor het steunen van cruciale sectoren krijgen wij zeggenschap. Hierdoor hebben we directe invloed op de prijzen en stellen we voorwaarden aan arbeidsomstandigheden en verduurzaming. Zo kunnen we tekorten en woekerwinsten voorkomen en vervuiling tegengaan.”
De SP wil staatssteun en investeringen vooral richten op het mkb, innovatie, verduurzaming en lokale economieën, met publieke investeringsbanken en steun voor duurzame landbouwtransitie. Staatssteun moet niet naar banken of grote bedrijven vloeien, maar direct naar ondernemers, boeren en lokale initiatieven.
“Met een Nationale Investeringsbank voor het mkb kunnen kleine en startende bedrijven, evenals bedrijven die hun succesvolle diensten willen opschalen, gemakkelijker lenen.”
“Landbouwsubsidies worden volledig ingezet voor omschakeling naar duurzame en biologische landbouw. Omschakelaars krijgen de eerste jaren financiële steun.”
De SP is uitgesproken tegen het verstrekken van staatssteun, subsidies en belastingvoordelen aan grote bedrijven, miljonairs en miljardairs. Zij vinden dat deze vormen van steun ongelijkheid vergroten en publieke middelen verspillen, en willen deze daarom afschaffen of fors beperken.
“Stop de subsidie voor miljardairs.”
“We stoppen met subsidies voor miljardairs.”
“Er worden tientallen miljarden belastinggeld uitgegeven aan subsidies en belastingvoordelen die gaan naar grote en vervuilende bedrijven en miljonairs en miljardairs. Dat vergroot de ongelijkheid en doet uitgaven aan klimaatverbetering weer teniet.”
DENK is voorstander van gerichte staatssteun om maatschappelijke ongelijkheid te verkleinen en publieke voorzieningen te versterken, met nadruk op investeringen in sociale huur, publieke diensten en ondersteuning van ondernemers die buiten de reguliere markt vallen. Staatssteun wordt ingezet waar de markt tekortschiet, zoals bij woningcorporaties, kleine ondernemers en publieke sectoren als zorg en onderwijs. Tegelijkertijd wil DENK staatssteun selectief inzetten, gericht op het vergroten van bestaanszekerheid en het tegengaan van ongelijkheid.
DENK wil dat de overheid actief investeert in sociale huurwoningen en woningcorporaties ondersteunt door het afschaffen van heffingen en het verruimen van inkomensgrenzen. Hiermee wil DENK de woningnood aanpakken en betaalbaar wonen voor meer mensen mogelijk maken, vooral waar de markt faalt.
“Wij willen meer investeren in sociale huur. Dat betekent dat woningcorporaties meer budget krijgen. Heffingen voor woningcorporaties, zoals de ATAD, worden afgeschaft. Meer mensen komen in aanmerking voor een sociale huurwoning. De inkomensgrenzen worden verruimd.”
DENK pleit voor het oprichten van een publieke kredietbank die eerlijke leningen verstrekt aan kleine ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen. Dit is een vorm van staatssteun die ondernemerschap stimuleert waar commerciële banken tekortschieten.
“We richten een publieke kredietbank op voor kleine ondernemers. Die verstrekt eerlijke leningen aan ondernemers die bij gewone banken geen kans krijgen.”
DENK wil structureel meer staatssteun voor publieke sectoren zoals onderwijs, zorg, openbaar vervoer en armoedebestrijding. De partij ziet dit als noodzakelijk om maatschappelijke ongelijkheid te verkleinen en de bestaanszekerheid te versterken.
“Wij zetten in op een overheid die de maatschappelijke ongelijkheid de komende periode fors verkleint. Wij staan daarom voor meer geld voor het onderwijs, voor betaalbare woningen, voor het openbaar vervoer, voor de zorg en voor andere publieke voorzieningen.”
DENK is voorstander van gerichte overheidsinvesteringen in verduurzaming, bijvoorbeeld in de luchtvaart en woningbouw, om maatschappelijke doelen te bereiken die de markt onvoldoende oppakt.
JA21 is kritisch over staatssteun en pleit voor een drastische afbouw van subsidies en overheidsinterventies die markten verstoren of innovatie belemmeren. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor strategische sectoren of investeringen met aantoonbaar economisch nut. De partij wil dat de overheid zich beperkt tot faciliteren en alleen ondersteunt waar dit rendabel is.
JA21 vindt dat staatssteun en subsidies vaak marktverstorend werken en innovatie belemmeren. De partij wil een einde maken aan het sturen van de economie door de overheid en pleit voor het herstellen van marktwerking. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals strategische sectoren of als investeringen aantoonbaar renderen, is steun gerechtvaardigd.
“Drastische afbouw van subsidies die markten verstoren en innovatie belemmeren. Er komt een einde aan het sturen van de economie vanuit de overheid.”
“Duurzaamheid en circulaire economie alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Het grote aantal subsidieregelingen tot een minimum beperken.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
Hoewel JA21 kritisch is op staatssteun, maakt de partij een uitzondering voor strategische sectoren die essentieel zijn voor de Nederlandse economie en veiligheid. Deze sectoren kunnen op gerichte ondersteuning rekenen om onafhankelijkheid en leveringszekerheid te waarborgen.
“Strategische sectoren en kritieke productieketens behouden en waar nodig terughalen naar Nederland. We ondersteunen deze sectoren zodat Nederland kan beschikken over essentiële goederen en technologieën zonder te veel afhankelijk te zijn van politiek instabiele landen.”
NSC vindt staatssteun in uitzonderlijke gevallen acceptabel, mits het nationaal belang of strategische sectoren op het spel staan en de overheid voldoende zeggenschap houdt. Ze pleiten voor versoepeling van Europese staatssteunregels voor woningbouw, maar zijn verder terughoudend met subsidies en eisen strikte voorwaarden bij steun aan bedrijven.
NSC accepteert staatssteun uitsluitend als het nationaal belang of strategische sectoren in het geding zijn, en eist dan dat de overheid zeggenschap en financieel belang veiligstelt. Ze willen voorkomen dat bedrijven na steun vertrekken en zijn kritisch op onvoorwaardelijke steun.
“Er zijn situaties waarin de staat tijdelijk ingrijpt in private bedrijven, met het oog op het nationaal belang of strategische betekenis van een bedrijf of cluster voor onze economie. Denk aan de steun voor Damen, Volksbank, IHC of ABN-AMRO. In alle gevallen moeten dan ook de zeggenschap en het financiële belang van de staat geborgd zijn via aandelen, converteerbare obligaties of golden shares. Situaties waarbij een bedrijf profiteert van Nederlandse steun en kort daarna vertrekt naar het buitenland, moeten worden voorkomen.”
NSC wil dat de Europese regels rond staatssteun worden verruimd om investeringen in middenhuur en woningbouw mogelijk te maken. Dit moet bijdragen aan het oplossen van het woningtekort en het stimuleren van betaalbare huisvesting.
“Daarnaast willen we het voor corporaties weer mogelijk maken om lage- en midden- huurwoningen te bouwen. Dit onder heldere voorwaarden en met garanties van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en verruimde Europese staatssteunregels.”
“Daarom willen we een Europese uitzondering op staatssteunregels voor midden-huur (vergelijkbaar met de vrijstelling voor sociale diensten van algemeen economisch belang DAEB) en een Europees Woningfonds.”
NSC is kritisch op het verstrekken van subsidies en wil deze beperken tot gevallen waar ze echt nodig zijn, zoals bij innovatiepilots en verduurzamingsprojecten. Ze benadrukken het belang van marktwerking en het voorkomen van onnodige staatssteun.
“We handhaven de belastingvoordelen voor innovatie en de aftrek voor milieu-investeringen en zijn terughoudend met subsidies. Bijzondere aandacht moet er zijn voor de risicovolle beginfase, het doorgroeien naar een volwaardig bedrijf en het voorkomen van weglekken van kennis en bedrijvigheid.”
“Ook geven we ruimte aan innovatiepilots, vooral bij verduurzamingsprojecten die de meeste prikkels nodig hebben om op gang te komen.”
De PVV is kritisch op staatssteun en wil deze beperken tot strikt noodzakelijke gevallen, waarbij de nadruk ligt op het schrappen van ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven en het versoepelen van Europese regels om woningcorporaties meer ruimte te geven. Staatssteun wordt alleen overwogen als het direct ten goede komt aan Nederlandse burgers, zoals bij woningbouw of zorg. De partij verzet zich tegen brede of internationale vormen van staatssteun en wil het geld vooral in Nederland besteden.
De PVV vindt dat veel staatssteun aan bedrijven inefficiënt is en wil fors snijden in deze subsidies. Het doel is om verspilling van belastinggeld tegen te gaan en middelen vrij te maken voor Nederlandse burgers.
“Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
De PVV wil de Europese regels voor staatssteun versoepelen zodat woningcorporaties ook middenhuurwoningen kunnen bouwen. Dit moet het woningtekort aanpakken en meer betaalbare woningen voor Nederlanders mogelijk maken.
“Dat kan: door vereenvoudiging van de Europese regels voor staatssteun kunnen corporaties aan de slag met 67.000 nieuwe middenhuurwoningen.”
Staatssteun wordt door de PVV alleen overwogen als het noodzakelijk is om essentiële publieke voorzieningen te waarborgen, zoals het compenseren van woningcorporaties of het ondersteunen van regionale ziekenhuizen.
De VVD erkent dat staatssteun wereldwijd toeneemt en pleit voor een gelijk speelveld binnen Europa, waarbij Nederland en de EU zich moeten wapenen tegen buitenlandse staatssteun en industriepolitiek. De partij is terughoudend met directe staatssteun aan bedrijven, kiest voor het stimuleren van een goed ondernemersklimaat en investeert liever in innovatie en groeisectoren dan in structurele steunmaatregelen.
De VVD ziet dat andere landen steeds vaker staatssteun inzetten als economisch machtsmiddel en wil dat Nederland en Europa hiertegen opgewassen zijn door regels te harmoniseren en de Europese interne markt te versterken. Het doel is oneerlijke concurrentie door buitenlandse staatssteun te voorkomen, zonder zelf grootschalige staatssteun te normaliseren.
“Steeds meer landen bieden staatssteun aan bedrijven en voeren een actieve industriepolitiek. Economie wordt ingezet als machtsmiddel. Het antwoord op deze ontwikkeling schuilt voor Nederland in het makkelijker maken van zakendoen in Europa en over de grens. Door als Nederland en Europa sterk te zijn, zijn we beter opgewassen tegen andere landen en kunnen we de spelregels bepalen. Dat betekent in de Europese Unie het gelijktrekken van regels...”
De VVD kiest ervoor om via investeringen in innovatie, infrastructuur en groeisectoren het ondernemersklimaat te versterken, in plaats van bedrijven structureel met staatssteun overeind te houden. Staatssteun wordt niet als standaardinstrument gezien, maar als uitzondering, met de nadruk op het stimuleren van concurrentiekracht en toekomstbestendige groei.
“We focussen op de topsectoren waarin Nederland onderscheidend is, en waarin we onderscheidend willen zijn. We richten daarnaast een investeringsmaatschappij op die is gericht op start- en scale-ups, zodat zij het geld hebben om op te schalen.”
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie. Met de logica dat ongeveer iedere euro die door de overheid wordt geïnvesteerd in innovatie leidt tot twee euro aan investeringen door de markt.”
De VVD wil de afhankelijkheid van overheidssubsidies in de culturele sector verminderen en stimuleert eigen inkomsten, waarmee structurele staatssteun wordt teruggedrongen.
“We stimuleren zo veel mogelijk eigen inkomsten in plaats van subsidies. Daarmee maken we de culturele sector minder afhankelijk van overheidssubsidies.”
De ChristenUnie pleit voor duidelijke, eerlijke en transparante kaders rond staatssteun, met een focus op een gelijk Europees speelveld en maatschappelijk verantwoord ondernemen als voorwaarde voor overheidssteun. Ze willen dat staatssteun alleen wordt verleend binnen strikte, handhaafbare Europese regels en eisen dat bedrijven die staatssteun ontvangen voldoen aan internationale normen voor verantwoord ondernemen.
De ChristenUnie ziet oneerlijke concurrentie door uiteenlopende staatssteunregels als een probleem en pleit voor duidelijke, handhaafbare Europese ondergrenzen en kaders. Dit moet voorkomen dat landen elkaar beconcurreren met staatssteun en belastingvoordelen, en zorgt voor een eerlijk speelveld voor Nederlandse bedrijven.
“Nederlandse bedrijven ervaren momenteel geen gelijk Europees speelveld, bijvoorbeeld als het gaat om staatssteun of Nederlandse nettarieven die hoger zijn dan in buurlanden.”
“Er komen Europese ondergrenzen en een vergelijkbaar én mondiaal aantrekkelijk Europees (fiscaal) speelveld met duidelijke en handhaafbare kaders voor nationale staatssteun.”
De ChristenUnie wil dat bedrijven die staatssteun ontvangen, verplicht worden de OESO-normen voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen te onderschrijven en na te leven. Dit koppelt staatssteun aan ethisch en duurzaam ondernemerschap.
“Het uitgangspunt wordt dat bedrijven die van overheidssteun gebruikmaken, de OESO-normen rond internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen onderschrijven en naleven.”
50PLUS is kritisch over staatssteun en pleit voor het stoppen van actieve industriepolitiek en nationale steunmaatregelen, behalve in uitzonderlijke gevallen voor militaire doelen. Zij vinden dat staatssteun vaak leidt tot verspilling en pleiten voor een terughoudend beleid waarbij alleen op Europees niveau gezamenlijk wordt opgetreden.
50PLUS wil af van nationale en Europese staatssteun aan bedrijven, omdat dit volgens hen zelden effectief is en vaak tot verspilling leidt. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk voor kritieke militair-industriële doelen. Zij bepleiten een gelijk speelveld binnen Europa en willen geen nationale uitzonderingen of extra regels.
“Stoppen met actieve industriepolitiek op nationaal en op Europees niveau, omdat dit beleid altijd eindigt in tranen. Hierbij kunnen tijdelijk uitzonderingen gelden voor kritieke militair-industriële doelen.”
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”