BBB ziet speciaal onderwijs niet als eindstation, maar als een toegangspoort die leerlingen moet voorbereiden op vervolgonderwijs, werk of een passende toekomst. Ze pleiten voor behoud en goede financiering van gespecialiseerd onderwijs, gelijke kansen voor leerlingen in het speciaal onderwijs, en betere ondersteuning zoals leerlingenvervoer. De partij wil dat passend onderwijs en maatwerk centraal staan, zodat ieder kind onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden.
BBB vindt dat speciaal onderwijs leerlingen dezelfde kansen moet bieden als regulier onderwijs en hen moet voorbereiden op een vervolgopleiding of werk. Het doel is dat speciaal onderwijs niet het eindpunt is, maar een opstap naar een passende toekomst.
“Speciaal onderwijs moet kinderen dezelfde kansen bieden als regulier onderwijs. Speciaal en gespecialiseerd onderwijs is geen eindstation maar een toegangspoort. Dat kan door ernaar te streven de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een vervolgopleiding, werk of een andere passende toekomst invulling.”
BBB wil het gespecialiseerd onderwijs behouden en zorgen dat de financiering niet automatisch vervalt bij veelvuldig verzuim, zodat elk kind onderwijs op maat kan krijgen. Dit voorkomt dat scholen financieel worden benadeeld door de specifieke uitdagingen van deze doelgroep.
“Behoud van het gespecialiseerd onderwijs zodat elke leerling onderwijs op maat kan krijgen.”
“Financiering van het speciaal onderwijs binnen een school mag niet automatisch wegvallen wanneer leerlingen in het speciaal onderwijs verklaarbaar meer verzuimen dan 50 procent.”
BBB vindt dat leerlingen met een beperking zoveel mogelijk dichtbij huis onderwijs moeten kunnen volgen, met goed en betrouwbaar leerlingenvervoer als vangnet. Ze willen af van extreem lange reistijden voor deze kinderen.
“Leerlingen met beperkingen moeten zoveel mogelijk dichtbij huis onderwijs kunnen volgen, met goed en betrouwbaar leerlingenvervoer als vangnet waar dat niet lukt. De kwaliteit van dit vervoer moet beter. We willen af van de extreem lange reistijd voor deze kinderen.”
BBB benadrukt het belang van passend onderwijs met ruimte voor maatwerk en ondersteuning die aansluit bij de mogelijkheden van het kind, zodat ieder kind optimaal kan ontwikkelen.
“Passend onderwijs is nodig voor ieder kind, met ruimte voor maatwerk en ondersteuning die aansluit bij de mogelijkheden van het kind.”
GroenLinks-PvdA erkent het belang van speciaal onderwijs en wil dit behouden, maar streeft tegelijkertijd naar meer inclusiviteit en betere ondersteuning voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Ze stellen concrete maatregelen voor zoals hogere salarissen en minder administratielast voor leraren in het speciaal onderwijs, het behoud van speciaal onderwijs naast meer tussenvormen, en verbeteringen in leerlingenvervoer. Hun visie is gericht op gelijke kansen, inclusie en praktische ondersteuning voor zowel leerlingen als leraren.
GroenLinks-PvdA wil het speciaal onderwijs behouden, maar tegelijkertijd meer mogelijkheden creëren voor tussenvormen en inclusiever onderwijs. Hiermee willen ze beter inspelen op de diverse ondersteuningsbehoeften van leerlingen en streven ze naar meer gezamenlijke scholing van kinderen met en zonder beperking.
“Speciaal onderwijs blijft bestaan, maar we maken ruimte voor meer tussenvormen. Leraren leren in hun opleiding hoe ze kinderen met een ondersteuningsbehoefte het beste onderwijs kunnen bieden.”
“Wij streven naar inclusief onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan. Scholen ontvangen hiervoor voldoende ondersteuning. Speciaal onderwijs blijft bestaan, maar we maken ruimte voor meer tussenvormen.”
De partij erkent de extra uitdagingen voor leraren in het speciaal onderwijs en wil hen ondersteunen met hogere salarissen, meer bijscholingsmogelijkheden en minder administratieve lasten. Dit moet het vak aantrekkelijker maken en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.
“Leraren in het speciaal onderwijs ontvangen meer salaris, bijscholingsmogelijkheden en de administratielast gaat naar beneden.”
GroenLinks-PvdA wil jongeren de mogelijkheid bieden om ook na hun twintigste speciaal onderwijs te volgen, zodat zij langer ondersteund kunnen worden in hun ontwikkeling.
“Jongeren krijgen de mogelijkheid om ook na hun twintigste speciaal onderwijs te volgen.”
De partij ziet goed vervoer als essentieel voor toegang tot onderwijs, vooral voor kinderen in het speciaal onderwijs. Ze willen dat de overheid meer regie neemt en samen met betrokken partijen knelpunten aanpakt.
“Het recht op onderwijs houdt ook in dat het vervoer van en naar school op orde is, ook voor kinderen in het speciaal onderwijs. Daarom willen we dat de overheid meer regie neemt en samen met gemeenten, scholen en belangenorganisaties voor leerlingen en ouders de knelpunten in kaart brengt en aan de slag gaat met een ambitieus plan.”
De ChristenUnie vindt dat elk kind recht heeft op passend onderwijs, waarbij de behoefte van het kind centraal staat en niet het label of de indicatie. Speciaal onderwijs blijft volgens de partij noodzakelijk en moet in elke regio voldoende beschikbaar zijn, inclusief op havo- en vwo-niveau, met aandacht voor soepele doorstroming naar regulier onderwijs. De partij zet in op nauwe samenwerking tussen onderwijs, ouders en zorg, en wil schoolgebouwen beter inrichten op inclusief onderwijs.
De ChristenUnie erkent het blijvende belang van speciaal onderwijs en wil dat de overheid zorgt voor voldoende aanbod in elke regio, inclusief op hoger niveau. Dit moet bijdragen aan gelijke kansen en het voorkomen van schooluitval bij kinderen met extra ondersteuningsbehoefte.
“De overheid zorgt voor voldoende speciaal onderwijs (primair en voortgezet) in elke regio, inclusief volwaardig voortgezet speciaal onderwijs op havo- en vwo-niveau.”
De partij wil af van bureaucratie en het toekennen van labels; de ondersteuning moet uitgaan van wat het kind nodig heeft. Dit vraagt om samenwerking tussen onderwijs, ouders en zorg, en om gecombineerde financieringsstromen.
“Er wordt gekeken naar wat een kind nodig heeft om tot leren te komen en niet naar labels en indicaties. Dit vraagt nauwe samenwerking tussen onderwijs, ouders, jeugdhulpverlening en zorg, met bijbehorende gecombineerde financieringsstromen.”
De ChristenUnie streeft naar meer inclusief onderwijs, waarbij kinderen zoveel mogelijk samen naar school gaan, maar met blijvende aandacht voor soepele terugkeer en doorstroming tussen speciaal en regulier onderwijs.
NSC keert zich tegen het streven om alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs te plaatsen en wil het speciaal onderwijs versterken. Ze pleiten voor meer plekken in het speciaal onderwijs, een onafhankelijker bekostigingssysteem, en kortere reistijden voor leerlingen die specialistische begeleiding nodig hebben.
NSC vindt dat het streven naar volledige inclusiviteit in het onderwijs is doorgeschoten en leidt tot overbelasting van leraren en onvoldoende aandacht voor reguliere leerlingen. Ze willen het speciaal onderwijs versterken door meer plekken te creëren en het bekostigingssysteem te hervormen zodat regulier en speciaal onderwijs minder afhankelijk zijn van elkaars leerlingaantallen.
“We keren ons tegen het doorgeschoten streven naar inclusiviteit, waarbij alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs worden geplaatst. Dit leidt tot overbelasting van leerkrachten, te weinig aandacht voor de begeleidingsbehoefte van ‘reguliere’ leerlingen en een verschraling van de middelen voor passend onderwijs.”
“We pleiten voor een bekostigingssysteem waarin regulier en speciaal onderwijs minder afhankelijk zijn van elkaars leerlingaantallen.”
NSC wil dat er in meer regio’s voldoende plekken zijn in het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Ook moet de reistijd naar een school maximaal 45 minuten zijn, en het leerlingenvervoer voor kwetsbare kinderen gegarandeerd blijven.
“Het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, moet in een aantal regio’s meer plekken krijgen.”
“Te grote reisafstanden dragen niet bij aan het welzijn van leerlingen. Een school moet binnen 45 minuten reistijd te bereiken zijn. We willen een evaluatie van het leerlingenvervoer; het vervoer van kwetsbare kinderen moet gegarandeerd zijn en mag niet lijden onder de tekortkomingen van gemeentelijke aanbestedingen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) vindt dat ieder kind recht heeft op passend, toegankelijk en inclusief onderwijs, waarbij ook kinderen in het speciaal onderwijs niet mogen achterblijven. De partij wil meer maatwerk, extra middelen en betere begeleiding voor leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs, en pleit voor het tegengaan van omstreden therapieën zoals ABA. Concrete voorstellen zijn onder andere extra nazorg, betere overstapmogelijkheden en het ontmoedigen van bepaalde therapieën.
De PvdD wil dat leerlingen in het speciaal onderwijs meer maatwerk en ondersteuning krijgen, zodat zij niet uitvallen en beter kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs waar mogelijk. Dit omvat extra scholingsmogelijkheden, persoonlijke nazorg en het verbeteren van de overstap naar andere onderwijsniveaus.
“De bestaande subsidieregeling gericht op het versoepelen van de overstap van vmbo naar mbo of havo wordt ook opengesteld voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs.”
“Scholen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs krijgen, net zoals in het mbo nu al mogelijk is, extra middelen om persoonlijke nazorg voor hun oud-leerlingen mogelijk te maken.”
“Er komen meer mogelijkheden om te voorzien in persoonlijke zorg- en onderwijsbehoeften door te experimenteren met maatwerk, en met een samenwerking tussen jeugdzorg en gespecialiseerd onderwijs. Dit gebeurt in overleg met leerlingen en ouders.”
De PvdD spreekt zich expliciet uit tegen het gebruik van ABA (Applied Behavior Analysis) en afgeleide therapieën in het speciaal onderwijs, vanwege zorgen over de effectiviteit en mogelijke risico’s voor kinderen.
“Gemeenten en speciaal onderwijs worden ontraden ABA en afgeleide therapieën in te zetten en financieren. Wanneer ABA toch wordt aangeboden, worden de risico's vooraf in beeld gebracht.”
De VVD erkent het belang van speciaal onderwijs en wil dit blijven verbeteren, met als doel passend onderwijs te bieden dat aansluit bij de vaardigheden en behoeften van elk kind. De partij wil onnodige barrières in het reguliere onderwijs wegnemen, maar benadrukt dat wanneer te veel leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte in één reguliere klas zitten, dit ten koste gaat van het leerproces. De VVD zet in op maatwerk en een passende plek voor alle kinderen, inclusief die met extra ondersteuningsbehoefte.
De VVD wil het speciaal onderwijs verder verbeteren en tegelijkertijd inzetten op passend onderwijs dat aansluit bij de individuele vaardigheden van elk kind. Ze erkennen dat het reguliere onderwijs niet altijd geschikt is voor alle leerlingen, vooral als er te veel kinderen met extra ondersteuningsbehoefte in één klas zitten. Het doel is dat elk kind, ongeacht zijn of haar behoeften, een plek krijgt waar het wordt uitgedaagd en ondersteund.
“We blijven het speciaal onderwijs verbeteren. Onnodige barrières in het reguliere onderwijs halen we weg, bijvoorbeeld voor leerlingen met een lichamelijke beperking. We zetten ons in voor passend onderwijs dat aansluit bij de vaardigheden van elk individueel kind.”
“Wanneer veel leerlingen die extra aandacht nodig hebben in één reguliere klas zitten, gaat dat ten koste van het leerproces van alle leerlingen en van leraren.”
“Ook kinderen met bijzondere talenten of behoeften verdienen een passende plek. Of het nu gaat om topsporters, hoogbegaafde leerlingen of kinderen die extra ondersteuning nodig hebben – het onderwijs moet hen uitdagen én ondersteunen.”
De VVD wil meer professionals uit de praktijk inzetten als leraren in het voortgezet speciaal onderwijs, door voldoende praktijklerarenopleidingen en bijscholingsaanbod te bieden. Dit moet zorgen voor een betere aansluiting tussen praktijk en onderwijs, ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs.
“Er zijn veel professionals uit de praktijk die in het vmbo, praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor de klas willen staan. We zorgen voor voldoende praktijklerarenopleidingen door een goed bijscholingsaanbod.”
De SP vindt dat het huidige passend onderwijs tekortschiet en wil het speciaal onderwijs versterken en toegankelijk houden. Ze pleiten voor kleinere klassen, meer begeleiding, ruimte voor nieuwe scholen en het eenvoudiger maken van speciale voorzieningen binnen reguliere scholen, zodat ieder kind de juiste ondersteuning krijgt.
De SP stelt dat het huidige passend onderwijs niet werkt voor veel kinderen en wil het speciaal onderwijs verbeteren door kleinere klassen, meer begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen. Ze willen het makkelijker maken om speciale voorzieningen binnen reguliere scholen op te richten als dat in het belang van het kind is.
“Het huidige passend onderwijs faalt: het beloofde maatwerk is voor veel kinderen knellend geworden. Grote klassen, hoge werkdruk en te weinig ondersteuning maken dat veel leerlingen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Wij zetten het kind weer centraal. Het speciaal onderwijs blijft toegankelijk en wordt versterkt met kleinere klassen, voldoende begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen.”
“Ook wordt het eenvoudiger om speciale voorzieningen binnen reguliere scholen op te richten als dat in het belang is van het kind.”
“We stoppen de marktwerking in het leerlingenvervoer en stellen een maximale reistijd van 45 minuten in. Elk kind krijgt een leerrecht, zodat het niet langer tussen wal en schip valt door ruzie tussen schoolbesturen. Ook zorgen we dat leerlingen in het speciaal onderwijs tegelijk hun examenuitslag ontvangen met andere scholieren. Geen kind mag buitengesloten worden. Goed onderwijs is er voor iedereen.”
BIJ1 wil het speciaal onderwijs zoveel mogelijk vervangen door inclusief onderwijs, waarbij kinderen met een handicap deelnemen aan het reguliere onderwijs. Ze pleiten voor volledige toegankelijkheid van scholen, extra ondersteuning en budget, en het recht op thuisstudie voor wie dat nodig heeft.
BIJ1 streeft ernaar dat kinderen met een handicap niet langer apart in het speciaal onderwijs zitten, maar zoveel mogelijk meedoen in het reguliere onderwijs. Ze willen scholen volledig toegankelijk maken en extra ondersteuning en budget beschikbaar stellen om dit mogelijk te maken.
“Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een handicap en we maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen. We vormen het onderwijs zo om dat zoveel mogelijk kinderen met een handicap aan het reguliere onderwijs kunnen meedoen.”
Voor leerlingen die niet fysiek naar school kunnen of extra ondersteuning nodig hebben, wil BIJ1 het recht op thuisstudie wettelijk vastleggen en meer onafhankelijke ondersteuning bieden, bijvoorbeeld via online colleges.
“We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning, zodat mensen met een handicap beter en naar eigen wensen kunnen studeren. Bijvoorbeeld door online colleges te faciliteren.”
D66 wil dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school gaan en streeft naar inclusief onderwijs, waarbij speciaal onderwijs alleen wordt ingezet als het echt niet anders kan. Ze pleiten voor passend onderwijs voor ieder kind, met voldoende leraren, ondersteuners en kennis, en zoeken naar flexibele oplossingen voor leerlingen die niet volledig naar school kunnen.
D66 vindt dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school moeten gaan, ongeacht hun achtergrond of ondersteuningsbehoefte. Speciaal onderwijs wordt niet expliciet genoemd als aparte voorziening, maar het beleid is gericht op het versterken van regulier onderwijs zodat minder kinderen naar het speciaal onderwijs hoeven. Het doel is om onderwijs voor ieder kind passend te maken, met voldoende ondersteuning en maatwerk.
“D66 wil dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school kunnen gaan. Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn. Dat vraagt om genoeg leraren, ondersteuners, kennis en ruimte. Daar wil D66 sneller voor zorgen.”
“Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn. Zo bieden we leerlingen die het moeilijk hebben, of die nu al thuis zitten, de ruimte om te leren in hun tijd, op een passende plek en met een eigen leerprogramma.”
FVD wil het huidige beleid van passend onderwijs grotendeels vervangen door een terugkeer naar speciaal onderwijs, waarbij kinderen met speciale zorgbehoeften weer in aparte voorzieningen worden ondersteund. Ze pleiten voor de herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’) om deze ondersteuning mogelijk te maken. Het doel is dat ieder kind de aandacht krijgt die het nodig heeft, met meer differentiatie en keuzevrijheid voor scholen.
FVD vindt dat het huidige systeem van passend onderwijs tekortschiet en wil terug naar een duidelijk onderscheid tussen regulier en speciaal onderwijs. Door het leerlinggebonden budget opnieuw in te voeren, moeten kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed ondersteund worden in een passende onderwijsomgeving. Dit moet de werkdruk verlagen en zorgen dat ieder kind de juiste aandacht krijgt.
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
“Ook willen we de werkdruk drastisch verlagen door bureaucratie te schrappen en passend onderwijs grotendeels te vervangen door speciaal onderwijs, zodat ieder kind de aandacht krijgt die het nodig heeft.”
JA21 wil dat leerlingen met ernstige gedragsproblemen die het reguliere onderwijs verstoren, direct toegang krijgen tot uitgebreidere voorzieningen binnen het speciaal (cluster 4) onderwijs. Het doel is om de rust in reguliere klassen te herstellen en docenten te ontlasten, door het speciaal onderwijs uit te breiden zodat er altijd voldoende plek is voor deze leerlingen.
JA21 vindt dat leerlingen die herhaaldelijk ernstig orde- en grensoverschrijdend gedrag vertonen in het reguliere onderwijs, niet langer in reguliere klassen thuishoren. Door deze leerlingen direct te plaatsen in het cluster 4 speciaal onderwijs en deze voorzieningen uit te breiden, wil JA21 zowel de onderwijskwaliteit als de rust in de klas waarborgen.
“JA21 is van mening dat er voor leerlingen, die in het reguliere onderwijs het onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grens-overschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs.”
“JA21 wil die voorzieningen grondig uitbreiden zodat er altijd plaats is voor leerlingen en zij in deze vorm de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. Zo keert in de klas de rust terug die leerlingen nodig hebben voor het opdoen van kennis, vaardigheden en inzicht.”
De SGP erkent het blijvende belang van speciaal onderwijs voor leerlingen die onvoldoende gebaat zijn bij inclusief onderwijs. De partij wil dat de overheid een duidelijk perspectief op een plek in het speciaal onderwijs blijft bieden en investeert in de mogelijkheid voor leerlingen om op hun eigen school examen te doen.
De SGP vindt dat niet alle leerlingen voldoende geholpen zijn met inclusief onderwijs en dat er daarom altijd een duidelijk perspectief op speciaal onderwijs moet blijven bestaan. Dit standpunt adresseert het risico dat sommige leerlingen tussen wal en schip vallen als de focus te eenzijdig op inclusie ligt.
“Voor leerlingen die daarmee onvoldoende gebaat zijn, blijft de overheid echter een duidelijk perspectief op een plaats in het speciaal onderwijs bieden.”
De SGP wil dat leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs vaker op hun eigen school examen kunnen doen. Dit moet de toegankelijkheid en het succes van deze leerlingen vergroten, door onnodige overstappen of extra drempels te voorkomen.
“De overheid werkt eraan dat steeds meer leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs op hun eigen school examen kunnen doen”
Volt kiest nadrukkelijk voor inclusief onderwijs en wil het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief implementeren, met extra begeleiding en toegankelijke schoolgebouwen. Speciaal onderwijs als aparte voorziening wordt niet expliciet genoemd; Volt focust op het versterken van begeleiding binnen reguliere scholen en het voorkomen van stigmatisering.
Volt wil dat kinderen met een beperking zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs kunnen deelnemen, door het recht op inclusieve educatie daadwerkelijk te realiseren. Dit betekent investeren in begeleiding en het toegankelijk maken van schoolgebouwen, met als doel segregatie en stigma te voorkomen.
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen. Wij zetten in op voldoende begeleiding op scholen van kinderen met verschillende beperkingen en het vermijden van stigma’s bij kinderen met een beperking.”
Volt benadrukt dat onderwijs moet aansluiten bij de behoeften van elk kind, met het kind centraal. Dit impliceert een voorkeur voor maatwerk binnen het reguliere onderwijs, in plaats van aparte voorzieningen zoals speciaal onderwijs.
“Volt wil passend onderwijs voor ieder individu, waarbij de ontplooiing van karakter, talent en mentale capaciteit van elk kind het uitgangspunt moet zijn. Het kind komt centraal te staan in ons onderwijsmodel, waarbij we inzetten op een inclusieve en stimulerende omgeving voor iedereen.”
BVNL noemt "speciaal onderwijs" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar neemt wel een duidelijk standpunt in tegen het huidige beleid van Passend Onderwijs en de decentralisatie naar gemeenten. BVNL wil deze ontwikkelingen terugdraaien, waarmee zij impliciet pleiten voor een herwaardering van het traditionele speciaal onderwijs en meer centrale regie. Concrete voorstellen over de inrichting of financiering van speciaal onderwijs ontbreken verder.
BVNL is kritisch op het huidige Passend Onderwijs-beleid, dat beoogt kinderen met extra ondersteuningsbehoeften zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs te plaatsen. De partij wil deze ontwikkeling terugdraaien en de verantwoordelijkheid weer centraliseren, waarmee zij impliciet ruimte willen geven aan het speciaal onderwijs als aparte voorziening. Dit standpunt adresseert de zorgen over de effectiviteit en uitvoerbaarheid van Passend Onderwijs en de gevolgen van decentralisatie voor kwetsbare leerlingen.
“Het Passend Onderwijs en de decentralisatie naar de gemeenten wordt teruggedraaid.”
Het CDA wil dat speciale scholen blijven bestaan voor leerlingen die dat nodig hebben, maar streeft ernaar dat in 2035 zoveel mogelijk scholen zijn overgestapt naar inclusief onderwijs. Speciaal onderwijs blijft dus beschikbaar, maar de focus verschuift op termijn naar het regulier onderwijs waar mogelijk.
Het CDA erkent het belang van speciaal onderwijs voor kinderen die dit nodig hebben, maar ziet inclusief onderwijs als het uiteindelijke doel. De partij wil dat speciale scholen beschikbaar blijven zolang er behoefte aan is, terwijl ze toewerken naar een situatie waarin zoveel mogelijk kinderen in het reguliere onderwijs kunnen deelnemen.
“We willen dat speciale scholen blijven bestaan voor wie dat nodig heeft. Het doel blijft dat in 2035 zoveel mogelijk scholen in het funderend onderwijs zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, waarbij zoveel mogelijk kinderen deelnemen in het reguliere onderwijs.”
DENK wil investeren in het speciaal onderwijs om jongeren die extra aandacht nodig hebben de best mogelijke begeleiding te bieden. Tegelijkertijd is het uitgangspunt dat leerlingen zoveel mogelijk passende begeleiding krijgen binnen het reguliere onderwijs, met extra investeringen in zowel speciaal onderwijs als leerlingenvervoer. De partij legt de nadruk op kwaliteit, inclusie en het bieden van gelijke kansen voor alle leerlingen.
DENK pleit voor meer investeringen in het speciaal onderwijs, zodat jongeren die bijzondere aandacht nodig hebben begeleiding van de hoogste kwaliteit krijgen. Daarnaast wil de partij investeren in kwalitatief hoogwaardig leerlingenvervoer en benadrukt zij dat het streven is om leerlingen zoveel mogelijk binnen het reguliere onderwijs passende begeleiding te bieden, met extra investeringen in deze ondersteuning.
“Investeringen in het speciaal onderwijs. Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen. Wij gaan ook meer investeren in kwalitatief hoogwaardig leerlingenvervoer. Het uitgangspunt is dat leerlingen zo veel mogelijk passende begeleiding krijgen binnen het reguliere onderwijssysteem. Ook in deze begeleiding wordt meer geïnvesteerd.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma