D66 wil Nederland en Europa minder afhankelijk maken van buitenlandse software en technologie, door te investeren in een sterke nationale en Europese ICT-sector en innovatieve softwarebedrijven. Ze pleiten voor Europese alternatieven, stimuleren start-ups en scale-ups in software, en willen dat de overheid als eerste klant optreedt om deze producten op de markt te brengen. Hun visie is gericht op digitale autonomie, veiligheid en economische kracht.
D66 ziet het versterken van de nationale en Europese softwaresector als essentieel voor digitale autonomie, veiligheid en economische groei. Ze willen minder afhankelijk zijn van grote buitenlandse techbedrijven en stimuleren innovatie door te investeren in start-ups en scale-ups in software. De overheid moet als launching customer optreden en Europese alternatieven actief kiezen.
“We investeren in innovatieve start-ups en scale-ups in software. Dat is goed voor onze veiligheid én voor een sterke positie van de Nederlandse economie.”
“We kiezen voor Europese alternatieven en helpen vanuit de overheid door als eerste klant (launching customer) om producten op de markt te brengen.”
“D66 zet vol in op een sterke nationale en Europese ICT-sector.”
D66 wil de publieke sector losmaken van grote Amerikaanse en Chinese techbedrijven, vooral bij gevoelige softwaretoepassingen zoals AI in zorg, onderwijs en overheid. Ze pleiten voor strenge aanbestedingseisen en Europese oplossingen om digitale onafhankelijkheid te waarborgen.
“Een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie krijgt onder meer de taak om het Rijk en publieke sectoren los te maken van grote techbedrijven uit Amerika en China.”
“Onder leiding van de bewindspersoon zet de overheid sterk de toon bij aanbestedingen en contracteisen van ICT, vooral in belangrijke publieke sectoren. De ontwikkeling van AI in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en overheidsdiensten is gevoelig. Daarom laten we dat niet over aan buitenlandse bedrijven die alleen uit zijn op winst en schaal.”
D66 koppelt softwarebeleid aan het bredere streven naar digitale autonomie en regie over data. Ze willen dat mensen, Nederland en de EU zelf de controle houden over software, cloud, infrastructuur en algoritmes, met nadruk op Europese waarden en handhaving.
“We zorgen voor digitale onafhankelijkheid, van de cloud en infrastructuur tot apps en algoritmes. We kiezen voor Europese oplossingen en stevige handhaving van Europese regels.”
“Digitale autonomie gaat verder dan wetten. D66 introduceert het Baas-over-eigen-bitsprincipe. Mensen krijgen zelf de regie over hun online leven.”
FVD wil dat de overheid haar digitale systemen moderniseert en pleit voor het stimuleren van innovatie en productiviteit via software, zoals kunstmatige intelligentie en blockchain. Ze zijn kritisch op bestaande privacywetgeving en willen deze vervangen door praktische regels, en ze willen anonimiteit op internet waarborgen. Hun visie is dat software-innovatie de overheid efficiënter moet maken en burgers meer vrijheid en privacy moet geven.
FVD vindt dat de digitale systemen van de overheid, zoals bij de Belastingdienst en het UWV, verouderd en onbetrouwbaar zijn. Ze willen deze systemen moderniseren en breed gebruikmaken van kunstmatige intelligentie om de productiviteit te verhogen en het aantal ambtenaren te verminderen. Software wordt hier gezien als een middel om de overheid efficiënter en betrouwbaarder te maken.
FVD ziet kansen in nieuwe software-gedreven technologieën zoals blockchain en AI, die volgens hen innovatie en financiële vrijheid vergroten. Ze willen het gebruik van deze technologieën stimuleren, vooral waar het burgers meer autonomie en privacy kan bieden.
FVD is kritisch op de huidige privacywetgeving (AVG) en wil deze vervangen door praktische regels. Ze willen anonimiteit op internet de norm maken, onder andere door het tegengaan van verplichte identiteitskoppeling aan online accounts. Softwarematige identificatie en tracking door de overheid of bedrijven wordt hiermee beperkt.
“We maken anonimiteit de norm. We verzetten ons tegen verplichte identiteitskoppeling aan accounts, zodat iedereen zonder angst kennis kan vergaren en meningen kan uiten.”
“We schaffen de AVG af en vervangen die door duidelijke en praktische privacyregels, zodat privacy echt beschermd wordt zonder onnodige bureaucratie.”
JA21 ziet digitalisering, kunstmatige intelligentie en digitale soevereiniteit als cruciale kansen en uitdagingen voor Nederland, waarbij de overheid vooral moet faciliteren en ondernemers ruimte moet geven om te innoveren. De partij pleit voor minder afhankelijkheid van buitenlandse software en technologie, investeringen in digitale vaardigheden, en het stimuleren van praktische AI-toepassingen, vooral voor het mkb. Productiviteit en economische groei staan centraal, met een duidelijke voorkeur voor eigen controle over strategische digitale infrastructuur.
JA21 maakt zich zorgen over de groeiende afhankelijkheid van buitenlandse (met name Amerikaanse en Chinese) techbedrijven en software. De partij wil investeren in strategische technologie en digitale veiligheid om de digitale soevereiniteit van Nederland en Europa te waarborgen. Dit betekent onder andere het ontwikkelen van een nationale cloud en het beperken van buitenlandse toegang tot Nederlandse data.
“Zorgen voor digitale soevereiniteit. Europa en Nederland mogen niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
“Digitale soevereiniteit. Investeer in een nationale cloud onder Nederlandse wetgeving. Geen Amerikaanse of Chinese toegang tot onze data.”
JA21 wil dat ondernemers, en met name het mkb, meer ruimte krijgen om te profiteren van digitalisering en AI. De partij vindt dat regelgeving eenvoudiger moet, beleid minder versnipperd, en dat AI-oplossingen vooral gericht moeten zijn op productiviteit en praktische meerwaarde, niet alleen op ethische kaders.
“Het gebruik van AI in de praktijk stimuleren, vooral in het mkb, door in te zetten op slimme data-analyse, automatisering en AI-oplossingen die ondernemers echt helpen. Aan ethische kaders hebben we niet genoeg, het uitgangspunt is productiviteit.”
“Ondernemers de ruimte geven om voorop te lopen in digitalisering door eenvoudige en eenduidige regelgeving.”
JA21 benadrukt het belang van investeren in digitale vaardigheden en het vergroten van kennis van AI op bestuursniveau, zodat Nederland kan meekomen in de internationale digitaliseringsgolf en toekomstige economische groei veiligstelt.
50PLUS erkent het belang van digitale veiligheid en onafhankelijkheid van buitenlandse softwareleveranciers, vooral voor ouderen. Ze pleiten voor investeringen in veilige systemen, digitale inclusie en toegankelijke digitale diensten, met speciale aandacht voor ouderen en digibeten. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van digitale vaardigheden, het bieden van alternatieven voor digitale formulieren, en het beperken van afhankelijkheid van commerciële en buitenlandse softwarepartijen.
50PLUS wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van commerciële en buitenlandse softwareleveranciers door te investeren in de veiligheid van digitale systemen. Dit moet de digitale weerbaarheid vergroten en de privacy van burgers, met name ouderen, beter beschermen.
“We willen dat er extra geïnvesteerd wordt in de veiligheid van onze systemen om onafhankelijk te worden van commerciële en buitenlandse partijen.”
De partij vindt dat digitale diensten toegankelijk moeten zijn voor iedereen, met name ouderen en mensen met beperkte digitale vaardigheden. Overheidsdiensten moeten begrijpelijk en bereikbaar blijven, ook zonder digitale middelen.
“Overheidsdiensten en facilitaire bedrijven bieden ouderen en gehandicapten die moeite hebben met digitale formulieren, een papieren alternatief.”
“Overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties (zoals DigiD, MijnOverheid, zorgportalen) zijn altijd ook bereikbaar via post, telefoon of fysieke balie.”
“Digitale cursussen voor ouderen om hun vaardigheden te verbeteren, met specifieke aandacht voor internetgebruik, online bankieren en sociale media door lokale gemeenschappen, bibliotheken en seniorenverenigingen.”
50PLUS wil dat gemeenten wettelijk verantwoordelijk worden voor de digitale zelfredzaamheid van ouderen, vergelijkbaar met hun rol in de WMO. Dit moet digitale uitsluiting tegengaan.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen. Net zoals gemeenten verantwoordelijk zijn voor de WMO, worden zij ook verantwoordelijk voor de digitale zelfredzaamheid van hun oudere inwoners.”
De SGP benoemt het belang van technologische soevereiniteit en transparantie bij digitale systemen, met bijzondere aandacht voor kunstmatige intelligentie (AI) en data-eigenaarschap. Concrete voorstellen richten zich op transparantie van algoritmes, menselijke controle over AI-besluiten, en het versterken van cyberveiligheid, maar het programma bevat geen expliciet beleid of concrete voorstellen specifiek gericht op "software" als zelfstandig onderwerp. De partij koppelt software vooral aan bredere thema’s als AI, data, en digitale infrastructuur.
De SGP wil dat algoritmes en AI-systemen transparant en controleerbaar zijn, zodat beslissingen herleidbaar blijven en de eindverantwoordelijkheid bij mensen ligt. Dit moet misbruik en ondoorzichtige besluitvorming voorkomen, en waarborgen dat software die in AI wordt gebruikt, eerlijk en veilig functioneert.
De SGP pleit voor investeringen in eigen technologische capaciteit, zoals een AI-fabriek, om afhankelijkheid van buitenlandse software en technologie te verminderen. Dit is bedoeld om de Nederlandse belangen te beschermen en de grip op kritieke digitale infrastructuur te behouden.
“Nederland heeft meer technologische soevereiniteit nodig. De SGP wil daarom investeren in regionale productiecapaciteit voor nieuwe technologieën zoals een AI-fabriek in Groningen, waarbij het Nederlands belang prevaleert boven Europees belang.”
De partij wil hogere veiligheidsstandaarden voor digitale processen en meer individueel eigenaarschap van data, zodat burgers en bedrijven meer controle krijgen over hun digitale informatie en de software die deze verwerkt.
BBB wil de afhankelijkheid van buitenlandse softwareleveranciers verminderen en kiest waar mogelijk voor Nederlandse bedrijven en open source software bij digitaliseringsprojecten van de overheid. Ze pleiten voor standaardisatie, open standaarden en het behoud van kritische IT-kennis binnen de overheid om kosten te drukken, innovatie te stimuleren en digitale soevereiniteit te versterken. De partij ziet software als strategisch voor nationale autonomie en betrouwbare publieke dienstverlening.
BBB ziet de afhankelijkheid van buitenlandse cloud- en softwareleveranciers als een risico voor privacy, autonomie en nationale veiligheid. Daarom willen ze deze afhankelijkheid stap voor stap verminderen en Nederlandse bedrijven actief betrekken bij digitaliseringsprojecten.
Om kosten te besparen, interoperabiliteit te vergroten en publieke controle te waarborgen, wil BBB dat nieuwe overheidsprojecten standaard gebruikmaken van open source software en open standaarden.
“Nieuwe overheidsprojecten maken waar mogelijk gebruik van open sourcesoftware en open standaarden om kosten te drukken en applicaties inzetbaar te maken op meerdere overheidslagen.”
BBB vindt dat de overheid zelf de regie en kennis over IT en data moet behouden, in plaats van deze uit te besteden aan externe partijen. Dit moet de betrouwbaarheid en veiligheid van digitale overheidsdiensten vergroten.
“Kritische kennis over IT en data blijft bij de overheid zelf in plaats van uitbesteed aan externe partijen.”
BVNL benadrukt het belang van een goed functionerende digitale overheid en investeringen in digitale vaardigheden, maar doet geen concrete voorstellen specifiek gericht op softwareontwikkeling of -gebruik. Hun focus ligt op het verbeteren van digitale dienstverlening, het waarborgen van privacy en cybersecurity, en het stimuleren van innovatie in digitale technologieën. Specifieke beleidsmaatregelen over software worden niet genoemd.
BVNL vindt dat de overheid haar digitale dienstverlening op orde moet hebben en ICT-projecten efficiënt moet uitvoeren, om zo het welzijn van burgers te bevorderen en belastinggeld effectief te besteden. Dit standpunt adresseert de problemen met bestaande ICT-systemen bij overheidsinstanties, maar blijft algemeen en noemt geen specifieke softwareoplossingen.
“We geloven dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft om haar digitale dienstverlening op orde te hebben zodat ze optimaal kan bijdragen aan het welzijn van de burgers. Ook moet de overheid haar ICT-projecten efficiënt en effectief uitvoeren om belastinggeld optimaal te besteden.”
BVNL wil investeren in programma’s die digitale vaardigheden bevorderen en de toegang tot technologie vergroten, zodat iedereen kan deelnemen aan de digitale samenleving. Dit raakt aan softwaregebruik in de zin van digitale geletterdheid, maar blijft op het niveau van vaardigheden en toegang, niet op softwareontwikkeling.
“We willen ervoor zorgen dat elke burger de kans krijgt om volledig deel te nemen aan de digitale samenleving. Dit betekent dat we actief programma's en initiatieven zullen bevorderen om digitale vaardigheden te ontwikkelen en toegang tot technologie te vergroten.”
BVNL zet in op een innovatievriendelijk klimaat voor bedrijven, startups en academici, met investeringen in onderzoek en ontwikkeling van digitale technologieën zoals kunstmatige intelligentie en quantumtechnologie. Dit standpunt betreft het bredere ecosysteem van digitale innovatie, waar softwareontwikkeling een rol speelt, maar wordt niet expliciet benoemd.
DENK erkent de impact van software, met name algoritmen, op fundamentele rechten en privacy. Hun belangrijkste voorstellen zijn het wettelijk reguleren van algoritmen, het verplicht stellen van transparantie via een algoritmeregister, en het versterken van toezicht op digitale technologieën. De partij wil zo misbruik, discriminatie en privacy-schendingen door software tegengaan.
DENK wil wettelijke waarborgen en transparantie eisen voor softwarematige algoritmen, om discriminatie en machtsmisbruik te voorkomen. Ze pleiten voor een algoritmewet, een verplicht algoritmeregister en een verbod op afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen. Dit alles om digitale mensenrechten te beschermen en burgers te beschermen tegen oneerlijke softwaretoepassingen.
“Er komt een algoritmewet. In deze wet worden waarborgen voor mensenrechten bij algoritmen verplicht. Het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen en risicoprofielen wordt verboden. Ook worden strenge eisen ingevoerd die verplicht stellen dat algoritmes op non discriminatoire wijze worden ontworpen, getest én gecontroleerd.”
“Algoritmes worden transparant. Er komt een verplicht algoritmeregister, dat geldt voor zowel overheden als bedrijven die algoritmen inzetten.”
DENK wil het toezicht op software die persoonsgegevens verwerkt en kunstmatige intelligentie gebruikt, aanzienlijk versterken. Ze willen de Autoriteit Persoonsgegevens meer middelen en expertise geven, en pleiten voor investeringen in digitale veiligheid en onafhankelijkheid van systemen van buitenlandse softwareleveranciers.
GroenLinks-PvdA wil softwareontwikkeling democratiseren en transparanter maken door opensourcesoftware te stimuleren en Europese digitale autonomie te vergroten. Ze pleiten voor publieke controle, het tegengaan van marktmacht van Big Tech, en het beschermen van mensenrechten bij software-export. De partij zet in op betrouwbare, controleerbare software en wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse softwareleveranciers.
GroenLinks-PvdA wil dat software transparant, controleerbaar en publiek toegankelijk is. Door opensourcesoftware te stimuleren via aanbestedingen en subsidies, willen ze de afhankelijkheid van gesloten systemen en buitenlandse techbedrijven verminderen en publieke controle vergroten.
“Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware met broncodes die iedereen kan controleren,”
De partij streeft naar meer Europese alternatieven voor software en digitale diensten, zodat Nederland en Europa minder afhankelijk zijn van Amerikaanse en Chinese leveranciers. Dit moet de digitale soevereiniteit versterken en de macht van Big Tech beperken.
“Nederland kent veel innovatieve ICT-bedrijven, maar is toch afhankelijk van Amerikaanse en Chinese leveranciers. Samen met Europese partners maken we haast met het bouwen van Europese alternatieven en het stallen van data op Europees grondgebied.”
“Europa is te afhankelijk van Amerikaanse tech-giganten. We bouwen hun macht af door te investeren in Europese digitale infrastructuur, een eigen Cloud en veilige AI.”
GroenLinks-PvdA wil voorkomen dat Nederlandse of Europese software wordt ingezet voor mensenrechtenschendingen in het buitenland, met name in de surveillance- en defensie-industrie.
“Met nieuwe Europese regelgeving voorkomen we de export van (AI)software in de surveillance- en defensie-industrie die bijdraagt aan mensenrechtenschendingen.”
NSC wil het gebruik van software, algoritmen en digitale systemen door de overheid transparanter, veiliger en beter controleerbaar maken. Ze pleiten voor verplichte wetenschappelijke standaarden, openbaarheid, periodieke toetsing en het gebruik van open standaarden, met als doel discriminatie, fouten en afhankelijkheid van techreuzen te voorkomen. De partij benadrukt het belang van privacy, soevereine technologie en het beschermen van burgers tegen negatieve gevolgen van digitalisering.
NSC wil dat software, algoritmen en rekeninstrumenten die door de overheid worden gebruikt, aan strenge, openbare en navolgbare wetenschappelijke standaarden voldoen. Dit moet misbruik, discriminatie en fouten voorkomen en het vertrouwen van burgers in digitale overheidsprocessen herstellen.
“We komen met een verplichte wetenschappelijke standaard voor het gebruik van modellen, rekeninstrumenten en algoritmen door de overheid. Deze standaard moet openbaar en navolgbaar zijn.”
“Algoritmische risicoprofilering moet periodiek onderworpen worden aan een kwalitatieve en kwantitatieve toets om te voorkomen dat mensen gediscrimineerd worden of ten onrechte als fraudeur worden aangemerkt. Vastlegging in het algoritmeregister wordt verplicht.”
Om de interoperabiliteit en veiligheid van overheidssoftware te verbeteren, wil NSC dat overheidsinstellingen verplicht meer gebruikmaken van open standaarden en generieke digitale infrastructuur. Dit moet de afhankelijkheid van gesloten systemen verminderen en de samenwerking tussen overheidsdiensten bevorderen.
“Om de systemen van overheidsinstellingen meer op elkaar aan te laten sluiten, moet er (verplicht) meer gebruik gemaakt worden van generieke digitale infrastructuur en open standaarden.”
NSC wil dat de overheid bij het inzetten van AI-toepassingen kiest voor soevereine of lokaal draaiende software, om te voorkomen dat gevoelige data bij grote buitenlandse techbedrijven terechtkomt. Dit is bedoeld om de privacy en veiligheid van burgers te waarborgen.
“De overheid moet wanneer het nuttig is zeker gebruik maken van AI-toepassingen, maar hierbij omwille van de veiligheid en privacy bij voorkeur kiezen voor soevereine of lokaal draaiende AI-modellen.”
Volt wil de afhankelijkheid van niet-Europese software verminderen door over te stappen op open source en Europese alternatieven, vooral binnen de overheid en vitale infrastructuur. Ze pleiten voor transparantie, digitale autonomie en het stimuleren van open standaarden, met als doel meer controle, veiligheid en soevereiniteit over publieke digitale systemen.
Volt vindt dat de overheid niet langer afhankelijk moet zijn van commerciële softwareleveranciers buiten de EU, zoals Microsoft, Amazon of Google. Door over te stappen op open source software en Europese alternatieven, wil Volt digitale soevereiniteit, transparantie en controle over publieke infrastructuur waarborgen.
“De Nederlandse overheid streeft scherpe en haalbare ambities na, zoals de plannen van Denemarken, om van Microsoft producten over te stappen naar open source software. Overheidsdata en publieke infrastructuur moeten niet langer draaien op commerciële platforms zoals Microsoft, Amazon of Google.”
“De overheid kan het gebruik van open source en open standaarden mogelijk maken en stimuleren. We laten ons hierbij inspireren door goede voorbeelden uit andere EU-landen zoals Denemarken en Frankrijk.”
Volt wil de afhankelijkheid van niet-Europese software en technologie inzichtelijk maken en actief verminderen. Ze stellen voor om jaarlijks te rapporteren over het gebruik van niet-EU software in publieke diensten en stimuleren de overstap naar Europese alternatieven.
“Door jaarlijks te rapporteren in hoeverre publieke diensten afhankelijk zijn van niet-EU-technologie (zoals cloudinfrastructuur of software) en welke stappen zij zetten naar open source en Europese alternatieven, maken we digitale autonomie concreet en meetbaar.”
Volt wil dat nieuwe wetgeving direct geschikt is voor vertaling naar werkende digitale systemen, zodat software voor publieke diensten eenvoudiger, begrijpelijker en effectiever wordt.
“Alle nieuwe wetgeving moet vanaf dag één ‘digital-ready’ zijn. Dit betekent dat wetgeving wordt geschreven met de publieke dienstverlening in gedachten, waarbij de afdelingen beleid, uitvoering en IT vanaf het begin samenwerken in multidisciplinaire teams. We maken alle nieuwe wetgeving digital-ready, zorgen voor heldere bewoording die direct kan worden vertaald naar werkende digitale systemen...”
De ChristenUnie wil de afhankelijkheid van buitenlandse (niet-Europese) software en digitale diensten verminderen en pleit voor meer transparantie en ethische kaders bij het gebruik van algoritmes en kunstmatige intelligentie. Ze stimuleren het gebruik van Europese alternatieven en open source software door de overheid, en willen dat algoritmes transparant en verantwoord worden ingezet, met oog voor privacy en publieke waarden.
De ChristenUnie vindt dat de overheid minder afhankelijk moet zijn van grote, niet-Europese techbedrijven en pleit daarom voor het gebruik van Europese alternatieven en open source software. Dit moet de digitale soevereiniteit vergroten en publieke waarden beter beschermen.
“De overheid zorgt ervoor dat ze zelf niet afhankelijk wordt van niet-Europese techbedrijven, door zo veel mogelijk gebruik te maken van Europese alternatieven of open source oplossingen.”
De partij benadrukt het belang van transparantie, ethische kaders en regie bij de inzet van algoritmes en kunstmatige intelligentie, zodat publieke waarden, privacy en de rechtsstaat gewaarborgd blijven. Ze willen een verplicht algoritmeregister en duidelijke overheidsregie op deze technologieën.
“Het algoritmeregister wordt uitgebreid en verplicht gesteld, zodat transparant is hoe algoritmes worden ingezet.”
“De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd, met potentieel ontwrichtende gevolgen voor onder andere de rechtsstaat. Daarom vindt de ChristenUnie dat dit duidelijke ethische kaders en regie van de overheid vraagt.”
De Partij voor de Dieren wil dat software in de publieke sector zoveel mogelijk open source is, met nadruk op privacy, digitale autonomie en transparantie. Ze pleiten voor structurele investeringen in veilige, publieke softwareprojecten en het stimuleren van open standaarden, om afhankelijkheid van Big Tech te verminderen en de digitale infrastructuur te beveiligen.
De PvdD ziet open source software als essentieel voor transparantie, digitale soevereiniteit en het verminderen van afhankelijkheid van grote techbedrijven. Ze willen dat overheden, scholen en zorginstellingen overstappen op open source, met structurele investeringen en een exitstrategie uit Big Tech-diensten.
“De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken. Dit gebeurt sowieso in publieke sectoren: overheden, scholen en zorginstellingen stappen af van Big Tech-diensten. De overheid ontwikkelt een exitstrategie en investeert in open source, non-profit en Europese alternatieven.”
Om de digitale infrastructuur te beschermen en privacy te waarborgen, wil de PvdD dat de overheid structureel investeert in softwareprojecten gericht op beveiliging en autonomie. Dit moet voorkomen dat persoonsgegevens onder buitenlandse wetgeving vallen en de controle bij burgers houden.
“De overheid gaat structureel investeren in softwareprojecten om de digitale infrastructuur beter te beveiligen.”
De partij verzet zich tegen het verplicht stellen van privacy-invasieve software, zoals meekijksoftware bij tentamens of thuiswerken, om de digitale rechten van burgers te beschermen.
“Studenten mogen weigeren meekijksoftware te installeren op hun computer voor het maken van tentamens. Meekijksoftware voor thuiswerkende werknemers wordt verboden.”
De VVD wil dat Nederland minder afhankelijk wordt van buitenlandse software en pleit voor versterking van de Europese digitale infrastructuur. Daarnaast wil de partij dat de overheid software rijksbreed en centraal inkoopt om kosten te besparen en de kwaliteit te verhogen, met als doel een efficiëntere, veiligere en meer autonome digitale overheid.
De VVD ziet de afhankelijkheid van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra als een risico voor de nationale autonomie en veiligheid. Daarom pleiten ze voor het ontwikkelen van Europese alternatieven en het versterken van de eigen digitale infrastructuur.
“Nederland en Europa moeten minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra: De VVD pleit daarom voor versterking van de Europese digitale infrastructuur en eigen technologische alternatieven (Nederlandse en Europese clouds), zodat we onze autonomie behouden, risico’s beperken en vitale processen niet in buitenlandse handen leggen.”
De VVD wil dat de overheid software centraal en rijksbreed inkoopt om betere prijzen te bedingen, verspilling tegen te gaan en de effectiviteit van ICT-projecten te vergroten. Dit moet bijdragen aan een moderne, klantgerichte en goed functionerende digitale overheid.
“We standaardiseren en centraliseren digitale inkoop, zodat de overheid goedkoper en beter software kan inkopen.”
“Er komt een nieuw rijksbreed ict-team dat los van verstikkende overheidsstructuren en –procedures eindeloze ict-projecten vlot trekt, bijvoorbeeld bij de Belastingdienst en DUO en we kopen software rijksbreed in om betere prijzen te bedingen.”
Het CDA ziet software als een essentieel onderdeel van digitale autonomie en innovatie, met een focus op het stimuleren van Europese en Nederlandse softwareontwikkeling, vooral op het gebied van AI. De partij wil minder afhankelijk zijn van Big Tech door te investeren in eigen softwaretoepassingen en ondersteunt de ontwikkeling van kritieke software-infrastructuur in Europa. Concrete voorstellen zijn het stimuleren van essentiële softwaretoepassingen, het ontwikkelen van Europese cloud-oplossingen en het ondersteunen van AI-initiatieven.
Het CDA wil de afhankelijkheid van buitenlandse (Big Tech) software verminderen door te investeren in eigen softwaretoepassingen en infrastructuur, met name op het gebied van AI en cloud. Dit moet de digitale autonomie van Nederland en Europa versterken en innovatie stimuleren.
“We stimuleren doorontwikkeling van het Nederlands ‘large language-model’ GPT-NL als basis voor AI. Ook stimuleren we de bouw van Europees-autonome datacentra. En we steunen de komst van een AI-fabriek in Noord-Nederland en essentiële softwaretoepassingen.”
“We willen minder afhankelijk worden van Big Tech buiten Europa. Daarom investeren we in digitale autonomie, bijvoorbeeld door als Europa eigen cloud-toepassingen te maken, en met gelijkgestemde landen te bouwen aan de versterking van de Europese chipsector.”
De SP wil de afhankelijkheid van buitenlandse software verminderen en pleit voor meer digitale autonomie door het gebruik van open source en interne ontwikkeling bij de overheid. Ze willen dat software voor de overheid zoveel mogelijk intern wordt ontwikkeld en dat open standaarden en open source de norm zijn, om zo leveranciersonafhankelijkheid en publieke controle te waarborgen.
De SP ziet de afhankelijkheid van Amerikaanse software en clouddiensten als een risico voor digitale autonomie en privacy. Daarom moet de overheid overstappen op open source, open standaarden en interne softwareontwikkeling, zodat publieke data veilig blijft en de overheid minder afhankelijk is van externe leveranciers.
“Overheden maken zo veel mogelijk gebruik van open source en zorgen ervoor dat hun systemen leverancier onafhankelijk zijn, onder meer door het gebruik van open standaarden. Software voor de overheid wordt zo veel mogelijk eerst intern ontwikkeld, om de afhankelijkheid van externen te beperken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma