NSC wil het smartphonegebruik onder jongeren sterk beperken om hun mentale gezondheid en sociale ontwikkeling te beschermen. Ze pleiten voor een minimumleeftijd voor smartphones en sociale media, en willen scholen stimuleren om mobiele telefoons alleen toe te staan als ze nodig zijn voor de les. De partij ziet een gezondere balans tussen online en offline leven als essentieel en wil duidelijke regels en alternatieven voor schermgebruik.
NSC stelt voor om een wettelijke minimumleeftijd in te voeren voor het gebruik van smartphones (12 jaar) en sociale media (15 jaar) door jongeren. Dit moet de schermverslaving en negatieve effecten op de mentale gezondheid van kinderen en tieners tegengaan, en hen beschermen tegen schadelijke invloeden van techbedrijven.
“Nieuw Sociaal Contract is voorstander van een minimumleeftijd van 12 jaar voor smartphones en van 15 jaar voor sociale media, zodat kinderen stabiel en gezond op kunnen groeien.”
De partij vindt dat scholen zelf moeten bepalen of mobiele telefoons en andere digitale communicatieapparatuur op school zijn toegestaan, en pleit ervoor dat deze alleen gebruikt worden als ze nodig zijn voor de les. Dit moet de concentratie van kinderen bevorderen en schermtijd op school beperken.
“Om kinderen te helpen zich te concentreren, bepalen scholen zelf dat mobiele telefoons en andere digitale communicatieapparatuur op school alleen zijn toegestaan als deze nodig zijn voor de les.”
NSC benadrukt het belang van minder schermtijd en meer onderling contact, met aandacht voor de negatieve gevolgen van de 'schermtijdepidemie'. Ze willen dat er meer oog is voor elkaar en minder voor de smartphone, en stimuleren alternatieven voor online omgevingen.
De SGP pleit voor een strengere regulering van smartphonegebruik onder jongeren, met als doel hen te beschermen tegen de risico’s van sociale media en digitale technologie. De partij wil onder meer een verbod op sociale media voor kinderen onder de 15 jaar, het bevorderen of verplichten van app blockers, en meer samenwerking tussen ouders en scholen om smartphonevrijheid te waarborgen. De kern van hun visie is dat kinderen en jongeren beschermd moeten worden tegen digitale verleidingen en gevaren, waarbij ouders en scholen een centrale rol spelen.
De SGP wil kinderen onder de 15 jaar weren van sociale media om hen te beschermen tegen schadelijke invloeden en verslaving. Dit moet wettelijk worden vastgelegd en ondersteund door verplichte leeftijdsverificatie op app-storeniveau.
“De SGP wil een verbod op sociale media voor kinderen jonger dan 15 jaar. Leeftijdsverificatie wordt verplicht en vindt plaats op app-storeniveau waarbij koppeling plaatsvindt van de API-systemen.”
Om smartphonegebruik te beperken en kinderen te beschermen tegen ongewenste digitale prikkels, wil de SGP het gebruik van app blockers stimuleren of verplicht stellen, naar Frans voorbeeld.
“De overheid moet, naar Frans voorbeeld, het verplichte gebruik van een zogenaamde ‘app blocker’ bevorderen dan wel verplichten.”
De SGP benadrukt het belang van samenwerking tussen ouders en scholen om smartphonevrijheid en digitale bescherming van kinderen te waarborgen. De partij ziet hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid om kinderen te vormen en te beschermen tegen digitale risico’s.
“Het is belangrijk dat school en ouders goed in verbinding staan met elkaar. De overheid dient zowel het recht van ouders te eerbiedigen om een school te kiezen die past bij hun overtuiging als het recht van scholen om voluit uitwerking te geven aan die overtuiging, bijvoorbeeld in het curriculum.”
“Kinderen en jongeren maken vrijwel dagelijks gebruik van sociale media, games en andere apps. De SGP wil hen beter beschermen tegen de risico’s en gevaren hiervan.”
De SP pleit voor het beperken van smartphonegebruik, vooral onder jongeren, en wil verslavende elementen op telefoons en sociale media verbieden. Ze stellen voor om sociale media voor kinderen onder de vijftien jaar te verbieden en het gebruik van mobiele telefoons op scholen te beperken tot ‘thuis of in de kluis’. De partij ziet digitalisering als een risico voor de geestelijke gezondheid en wil daarom duidelijke grenzen stellen aan smartphonegebruik, met name in de schoolomgeving en bij kinderen.
De SP wil kinderen beschermen tegen de negatieve effecten van sociale media en smartphonegebruik door sociale media voor kinderen onder de vijftien jaar te verbieden. Dit moet bijdragen aan een meer ‘offline’ jeugd en de geestelijke gezondheid beschermen.
“We verbieden sociale media voor kinderen onder de vijftien jaar. Leeftijdsverificatie moet plaatsvinden zonder opslag van persoonsgegevens, zodat de privacy gewaarborgd blijft.”
Om smartphonevrijheid op scholen te bevorderen, stelt de SP voor dat mobiele telefoons tijdens schooltijd, inclusief pauzes, niet gebruikt mogen worden. Dit moet de sociale interactie en concentratie bevorderen.
“Op scholen moet voor mobiele telefoons het principe gehanteerd worden van ‘thuis of in de kluis’, ook tijdens de pauzes.”
De SP wil verslavende mechanismen op smartphones en sociale media, zoals eindeloos scrollen en pushberichten, verbieden om de geestelijke gezondheid te beschermen en smartphoneverslaving tegen te gaan.
“Verbied verslavende elementen op telefoons en sociale media.”
“Sociale media maken gebruik van verslavende mechanismen om gebruikers zo lang mogelijk op hun platform te houden of terug te laten keren, zoals de eindeloze scroll, automatic play en pushberichten. Deze verslavende onderdelen moeten aangepakt worden.”
De ChristenUnie wil kinderen beschermen tegen de negatieve effecten van smartphones en sociale media door strengere regelgeving en het stimuleren van smartphonevrij opgroeien. Ze pleiten voor een wettelijk verbod op smartphones op scholen, een minimumleeftijd voor sociale media, en ondersteuning van ouderinitiatieven voor smartphonevrij opgroeien. De partij ziet het terugdringen van smartphonegebruik onder jongeren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, overheid en samenleving.
De ChristenUnie wil smartphones weren uit scholen om jongeren te beschermen tegen afleiding, verslaving en negatieve sociale invloeden. Daarnaast stimuleren ze ouderinitiatieven die gericht zijn op smartphonevrij opgroeien, omdat ze vinden dat kinderen recht hebben op een veilige en gezonde ontwikkeling, zowel offline als online.
“Smartphones worden geweerd uit scholen en ouder-initiatieven zoals ‘Smartphonevrij opgroeien’ gestimuleerd.”
De partij vindt dat de verantwoordelijkheid voor smartphonegebruik en sociale media primair bij ouders ligt, maar wil dit ondersteunen met duidelijke wettelijke kaders. Ze pleiten voor een minimumleeftijd van 14 jaar voor toegang tot sociale media en eisen adequate leeftijdsverificatie, om zo de negatieve invloed van smartphones en sociale media op kinderen te beperken.
“Dat betekent dat sociale media niet toegankelijk mogen zijn voor kinderen jonger dan 14 jaar. Adequate leeftijdsverificatie is noodzakelijk voor sociale media, platformen met expliciete content (porno, geweld), goksites, kopen van alcohol, BNPL-diensten.”
“De verantwoordelijkheid hoe om te gaan met smartphones en sociale media ligt in eerste instantie bij ouders, maar met duidelijke wettelijke omkadering.”
Het BBB-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet standpunt of concreet beleid over "smartphonevrij" onderwijs, werkplekken of publieke ruimtes. Wel benoemt BBB zorgen over schermtijd, sociale media en digitale risico’s voor jongeren, maar er worden geen voorstellen gedaan voor smartphonevrije zones of beleid dat direct op "smartphonevrij" aanstuurt. De partij focust op mediawijsheid, digitale bescherming en autonomie, maar niet op het verbieden of beperken van smartphones zelf.
BBB benoemt digitale risico’s voor jongeren en het belang van mediawijsheid, maar doet geen voorstellen voor smartphonevrije scholen, werkplekken of publieke ruimtes. De partij richt zich op digitale begeleiding, privacy en bescherming, niet op het beperken van smartphonegebruik.
“Onze kinderen en jongeren groeien op in een wereld waarin schermtijd, sociale media en online contacten een groot deel van hun leven vormen. Tegelijk neemt het aantal risico’s toe: identiteitsfraude, online pesten, verslaving, misinformatie, deepfakes en ongewenste beïnvloeding zijn reële bedreigingen. Jongeren, maar ook ouderen en kwetsbare groepen, verdienen extra bescherming én voorlichting om weerbaar te blijven.”
“Ouders, docenten en jongeren krijgen middelen en voorlichting voor digitale begeleiding en bescherming.”
GroenLinks-PvdA wil het gebruik van smartphones en sociale media onder jongeren beperken om verslaving en negatieve effecten op leren en welzijn tegen te gaan. Ze stellen voor om privételefoons in het onderwijs te verbieden en alleen door school beheerde apparaten toe te staan, en willen leeftijdsgrenzen en een digitale kijkwijzer invoeren voor sociale media met verslavende algoritmen. Hun visie is gericht op het beschermen van jongeren tegen de schadelijke impact van smartphonegebruik en het bevorderen van een gezonde digitale ontwikkeling.
GroenLinks-PvdA wil dat leerlingen op school geen privételefoons of eigen apparaten meer gebruiken, maar uitsluitend door school beheerde apparaten. Dit moet de blootstelling aan sociale media en verslavende algoritmen beperken en het leerklimaat verbeteren.
“Leerlingen gebruiken alleen door school beheerde apparaten (geen privételefoons of apparaten) zodat scholen deze optimaal kunnen inrichten voor leren en lesgeven en de blootstelling aan sociale media en verslavende algoritmes kunnen beperken.”
De partij pleit voor (gedifferentieerde) leeftijdsgrenzen voor sociale media die verslavende algoritmen gebruiken en wil een digitale kijkwijzer invoeren, inclusief adviezen voor schermtijd per leeftijdsgroep. Dit moet jongeren en ouders helpen verantwoord om te gaan met smartphones en digitale media.
“We zijn voor (gedifferentieerde) leeftijdsgrenzen voor sociale media die verslavende algoritmen gebruiken. Daarnaast voeren we een Digitale kijkwijzer in, net als de kijkwijzer voor series en films, inclusief adviezen voor schermtijd per leeftijdsgroep.”
De Partij voor de Dieren wil het gebruik van smartphones onder jongeren sterk beperken en pleit voor een smartphonevrije schoolomgeving. Ze stellen voor het bezit van smartphones tot 14 jaar te ontmoedigen, de minimumleeftijd voor sociale media te verhogen naar 16 jaar, en mobiele telefoons volledig uit scholen te weren. De partij ziet dit als noodzakelijk om kinderen te beschermen tegen digitale risico’s en om hun ontwikkeling en welzijn te bevorderen.
De PvdD wil het bezit van smartphones onder kinderen tot 14 jaar ontmoedigen en de toegang tot sociale media beperken tot 16 jaar. Dit moet kinderen beschermen tegen privacy-schendingen, verslavende algoritmen en andere digitale gevaren. De verantwoordelijkheid voor handhaving wordt bij socialmediabedrijven gelegd, niet bij de kinderen zelf.
“Het bezit van een smartphone tot 14 jaar wordt ontmoedigd. De minimumleeftijd voor het gebruiken van sociale media wordt 16 jaar. Socialmediabedrijven worden verantwoordelijk voor de handhaving. Als een kind toch een account weet te maken, krijgt het socialmediabedrijf een boete, niet het kind.”
De partij wil dat mobiele telefoons niet alleen uit de klas, maar uit de hele school worden geweerd. Dit is bedoeld om de concentratie, sociale interactie en het welzijn van leerlingen te bevorderen en de negatieve effecten van smartphonegebruik op school te minimaliseren.
“We weren de mobiele telefoon niet alleen uit de klas, maar uit de hele school.”
Volt Nederland heeft geen expliciet standpunt of concreet beleid rondom "smartphonevrij" in haar verkiezingsprogramma. Het programma benoemt wel het belang van toegang tot smartphones en digitale middelen, maar er worden geen voorstellen gedaan om smartphones te beperken of smartphonevrije zones te creëren. De focus ligt op digitale inclusie en het vergroten van digitale vaardigheden, niet op het ontmoedigen van smartphonegebruik.
Volt ziet toegang tot digitale middelen, waaronder smartphones, als essentieel voor deelname aan de samenleving. Het programma richt zich op het vergroten van deze toegang, bijvoorbeeld via onderwijsinstellingen of speciale initiatieven, en noemt smartphones expliciet als basisbehoefte. Er is geen sprake van het promoten van smartphonevrije omgevingen; juist het tegenovergestelde: Volt wil dat iedereen over een smartphone kan beschikken.
“De beschikbaarheid van digitale middelen als laptops, computers en smartphones moet omhoog. Bijvoorbeeld via onderwijsinstellingen of het instellen van zogenaamde cyberbanken (zoals in Amsterdam).”
“Dat moet in ieder geval hoog genoeg zijn om de eigen bijdrage in de zorg te kunnen betalen, je huis te verwarmen, je energierekening te betalen en een laptop en smartphone te betalen.”
BVNL noemt het begrip "smartphonevrij" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen om omgevingen of beleid smartphonevrij te maken. Wel benadrukt de partij het belang van het recht op een offline leven en het waarborgen van offline toegang tot essentiële diensten, waarmee zij impliciet ruimte laat voor mensen die (tijdelijk) zonder smartphone willen leven. Specifiek beleid gericht op smartphonevrije scholen, werkplekken of publieke ruimtes ontbreekt volledig.
BVNL vindt dat burgers altijd de keuze moeten houden om offline te leven en niet afhankelijk te zijn van digitale middelen zoals smartphones voor toegang tot essentiële diensten. Dit standpunt adresseert het risico dat digitalisering mensen dwingt tot smartphonegebruik en benadrukt het belang van keuzevrijheid en inclusie voor mensen die (deels) zonder smartphone willen functioneren.
“Dat het recht behouden blijft op een offline leven en offline toegang tot essentiële maatschappelijke diensten gewaarborgd blijft.”
Het CDA pleit voor het beperken van smartphonegebruik op middelbare scholen en wil kinderen beter leren omgaan met social media. Hun belangrijkste concrete voorstel is het instellen van heldere richtlijnen en het ondersteunen van ouders en leerkrachten om smartphonevrij onderwijs te bevorderen, met een nadruk op leeftijdsverificatie en bescherming van kinderen tegen schadelijke online invloeden.
Het CDA ziet het overmatige gebruik van smartphones op scholen als een bedreiging voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Ze benadrukken het belang van duidelijke regels en ondersteuning voor ouders en leerkrachten om smartphonevrij onderwijs te realiseren, en willen aanvullende maatregelen zoals leeftijdsverificatie voor apps.
“Op initiatief van het CDA is het gebruik van mobiele telefoons op middelbare scholen succesvol aan banden gelegd. We pleiten voor heldere richtlijnen om ouders en leerkrachten te ondersteunen met een aanpak, en willen een verplichtende leeftijdsverificatie door een ‘Kijkwijzer’-aanpak voor gebruik van specifieke apps.”
D66 wil het welzijn en de ontwikkeling van kinderen beschermen tegen de negatieve effecten van smartphonegebruik, zoals verslaving en slechtere leerprestaties. Hun belangrijkste concrete voorstel is het verbieden van smartphones in de klas en op het schoolplein, zolang grote techbedrijven niet voldoende gereguleerd zijn. Hiermee kiest D66 voor een duidelijke en beschermende maatregel in de schoolomgeving.
D66 ziet smartphonegebruik door kinderen als een risico voor hun welzijn, ontwikkeling en schoolprestaties. Om deze risico’s te beperken, pleit de partij voor een smartphonevrij beleid op school en het schoolplein, in afwachting van strengere regulering van techbedrijven. Dit is een directe en concrete maatregel gericht op het beschermen van kinderen in de onderwijsomgeving.
“We willen geen smartphones in de klas en op het schoolplein.”
De VVD vindt dat leerlingen socialer en meer gefocust zijn zonder mobiele telefoon op school en wil daarom vasthouden aan bestaande landelijke afspraken die scholen stimuleren om smartphonevrij te zijn. De partij kiest niet voor een landelijk verbod, maar handhaaft het huidige beleid waarbij scholen zelf invulling geven aan het smartphonebeleid.
De VVD ziet het beperken van mobiele telefoons op school als bevorderlijk voor sociale interactie en concentratie van leerlingen. In plaats van een nationaal verbod, wil de partij de huidige landelijke afspraken behouden, waarbij scholen zelf bepalen hoe zij omgaan met smartphones in de klas.
“Leerlingen worden socialer en zijn meer gefocust zonder mobiele telefoon op school. De landelijke afspraken hierover, waarbij scholen zelf invulling geven aan wat er wel en niet mag, werken goed. We handhaven deze bestaande afspraken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma