De Partij voor de Dieren ziet het oplossen van het woningtekort vooral in het beter benutten van bestaande gebouwen, het stimuleren van nieuwe woonvormen zoals meergeneratiewonen en cohousing, en het faciliteren van innovatieve, duurzame en kleinschalige wooninitiatieven zoals tiny houses en offgrid gemeenschappen. Semi-permanente woningen (zoals flexwoningen) worden slechts als tijdelijke oplossing geaccepteerd bij nijpend tekort, mits duurzaam en herbruikbaar. De partij pleit voor meer ruimte voor experimentele woonvormen, hofjes en groene erven, vooral door herontwikkeling van leegstaande panden en agrarische bebouwing.
PvdD accepteert semi-permanente woningen (flexwoningen) alleen als tijdelijke noodmaatregel bij een acuut tekort, en stelt strenge eisen aan duurzaamheid en herbruikbaarheid. Dit is geen structurele oplossing, maar een laatste redmiddel.
“Waar een nijpend tekort is, kunnen flexwoningen worden ingezet, mits ze duurzaam en volledig herbruikbaar zijn.”
De partij wil innovatieve, kleinschalige en zelfvoorzienende woonvormen zoals tiny houses, offgrid gemeenschappen en experimentele woonerven actief mogelijk maken. Wet- en regelgeving wordt aangepast om deze duurzame initiatieven niet te belemmeren.
“Zelfvoorzienende leefwijzen, gemeenschappen en ‘offgrid’ woontypen zoals tiny houses worden gefaciliteerd. Wet- en regelgeving die dergelijke duurzame initiatieven belemmert, wordt indien nodig aangepast.”
“Vrijgekomen parkeerplaatsen in de wijken kunnen worden omgebouwd tot extra stadstuinen en parken met tiny houses.”
“Op voormalige boerderijen kan worden geëxperimenteerd met woonvormen en -gemeenschappen, waarbij jong en oud samenleven en elkaar kunnen ondersteunen.”
PvdD stimuleert woonvormen waarbij verschillende generaties samenleven, zoals hofjes en cohousing, en wil dat een substantieel deel van de nieuwbouw hiervoor wordt bestemd. Dit bevordert sociale samenhang en ondersteunt verschillende gezinsconstructies.
“‘Meergeneratiewonen’ wordt aangemoedigd. Een substantieel deel van de nieuwbouw wordt hiervoor bestemd, net als voor andere typen woningen waarbij wonen en zorg worden gecombineerd.”
“Het moet makkelijker worden een hypotheek af te sluiten met meer dan twee mensen, en dit moet bij alle hypotheekverstrekkers kunnen. Op die manier wordt ‘cohousing’ mogelijk gemaakt en kunnen verschillende gezinsconstructies gefaciliteerd worden.”
“Goede voorbeelden zijn Cederhof in Kapelle en Knarrenhof.”
Volt erkent het tekort aan betaalbare woningen en zet in op het versneld realiseren van (semi-)permanente en innovatieve woonvormen, waaronder tijdelijke en herplaatsbare woningen, hofjes en coöperatieve woonvormen. Ze willen woningdelen en collectieve woonprojecten stimuleren, en pleiten voor flexibele regelgeving en financiële ondersteuning om deze woonvormen mogelijk te maken. Hun visie is gericht op sociale samenhang, duurzaamheid en snelle uitbreiding van de woningvoorraad, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen.
Volt wil het woningtekort aanpakken door snel meer (tijdelijke) en innovatieve woningen te realiseren, waaronder herplaatsbare prefabwoningen en groepswoningen. Dit is bedoeld voor spoedzoekers, dak- en thuislozen, studenten en andere kwetsbare groepen, zodat niemand zonder veilige huisvesting hoeft te zitten.
“We zorgen op korte termijn voor meer (tijdelijke) woningen.”
“Volt helpt mensen die dak- of thuisloos worden door extra te investeren in tijdelijke huisvesting, waar mensen kunnen verblijven tot definitieve huisvesting mogelijk is. Dit kan al dan niet met begeleiding. Het gaat om eenvoudige (groeps-)woningen, zoals duurzame herplaatsbare circulaire prefabwoningen.”
Volt stimuleert innovatieve en collectieve woonvormen, waaronder hofjes (zoals Knarrenhofjes), shared housing en wooncoöperaties, om sociale samenhang te bevorderen en het woningaanbod te diversifiëren. Ze willen regelgeving en financiering verbeteren om deze woonvormen breed mogelijk te maken.
“We investeren in innovatieve en coöperatieve leef- en woonvormen. Niet alleen voor studenten en senioren, maar voor iedereen die in meer sociale samenhang wil leven.”
“We zetten meer in op projecten zoals de Knarrenhofjes en Collectief Opdrachtgeversschap.”
“We zorgen voor een flinke financiële injectie voor een nieuw revolverend ‘Fonds Coöperatieve en Innovatieve Woonvormen’ zoals shared housing.”
Volt wil het delen van woningen eenvoudiger en aantrekkelijker maken, onder andere door het stimuleren van hospitaverhuur en het afschaffen van de kostendelersnorm. Dit moet bijdragen aan een efficiënter gebruik van de bestaande woningvoorraad en het tegengaan van eenzaamheid.
BBB wil het woningtekort aanpakken door meer ruimte te geven aan innovatieve en flexibele woonvormen zoals tijdelijke en semi-permanente woningen, bouwen op erven, en hofjesconcepten. De partij pleit voor minder regels, snellere procedures en het maximaal benutten van bestaande en nieuwe mogelijkheden voor (tijdelijke) huisvesting, met bijzondere aandacht voor familie- en gemeenschapsgericht wonen.
BBB ziet tijdelijke en semi-permanente woningen als essentieel om snel het woningtekort te verlichten, vooral voor starters, gescheiden mensen en statushouders. De partij wil procedures versnellen, fabrieksmatige en tijdelijke woningbouw stimuleren en onnodige regelgeving schrappen.
BBB wil bouwen op eigen erf en het ombouwen van bestaande panden tot woningen makkelijker maken, zodat families bij elkaar kunnen wonen en leegstand wordt tegengegaan. Dit sluit aan bij de wens om familiebanden te versterken en het platteland leefbaar te houden.
BBB ondersteunt het bouwen van hofjes en meergeneratiewoningen, met ruimte voor ontmoeting en gezamenlijke voorzieningen, om ouderen zelfstandig te laten wonen en doorstroming op de woningmarkt te bevorderen.
“Dit vraagt zowel in de dorpen als in de steden versnelde bouw van seniorenwoningen, met ruimte voor ontmoeting en gezamenlijke voorzieningen. Dit zorgt ook voor doorstroming op de woningmarkt. Denk aan Knarrenhoven of meergeneratiewoningen.”
BBB wil mensen die noodgedwongen permanent in een recreatiewoning wonen, zekerheid bieden door een gedoogregeling en transformatie naar reguliere woningen mogelijk te maken.
“Voor de mensen die nu al in een vakantiehuis wonen, wordt een gedoogregeling ingevoerd met een duidelijke ingangsdatum. Door een doordachte transformatie wordt het mogelijk gemaakt om op een vakantiepark of in een vakantiehuis te blijven wonen.”
FVD zet sterk in op het bouwen van veel nieuwe woningen, met nadruk op betaalbare koopwoningen en het stimuleren van eigendom, maar noemt nergens expliciet semi-permanente woningen, erven of hofjes als beleidsinstrument. De partij wil vooral bestaande regels versoepelen, erfpacht afschaffen en generatiewoningen stimuleren, met aandacht voor schoonheid en menselijke maat in nieuwbouw. Er is geen concreet beleid of voorstel voor semi-permanente woningen, erven of hofjes.
FVD wil het woningbezit onder Nederlanders vergroten door het bouwen van 100.000 woningen per jaar, het stimuleren van generatiewoningen en het makkelijker maken voor huurders om hun woning te kopen. Dit beleid is gericht op het versterken van het gezinsleven en het vergroten van de betrokkenheid tussen generaties, maar noemt geen semi-permanente woningen, erven of hofjes.
“We willen betaalbare koopwoningen bouwen: jaarlijks 100.000 nieuwe huizen, met voorrang voor Nederlanders.”
“Daarnaast stimuleren we generatiewoningen en geven we huurders de kans om hun woning van corporaties over te nemen zodat ook zij eigen woningbezit kunnen verwerven.”
“We stimuleren generatiewoningen, zodat families beter voor elkaar kunnen zorgen en ouderen betrokken worden bij het leven van jonge gezinnen.”
FVD wil erfpachtregelingen afschaffen en de grond schenken aan woningbezitters, zodat woningen en erven volledig eigendom worden. Dit beleid is bedoeld om financiële lasten te verlagen en eigenaarschap te versterken, maar bevat geen specifieke voorstellen voor hofjes of semi-permanente woonvormen.
“We schaffen gemeentelijke- en Rijkserfpacht-regelingen af, schenken de grond aan woning-eigenaren en schelden de resterende erfpacht kwijt, zodat grond weer echt eigendom wordt.”
FVD benadrukt dat nieuwbouw kleinschalig, mooi en met oog voor menselijke maat moet zijn, zodat steden leefbaar en aantrekkelijk blijven. Hoewel dit aansluit bij het idee van hofjes of gemeenschapsgericht bouwen, wordt dit niet expliciet genoemd of uitgewerkt.
DENK benoemt het woningtekort als een urgent probleem en zet in op het versnellen van woningbouw, het ombouwen van bestaande gebouwen tot woningen en het versoepelen van regels rond woningdelen. Specifiek beleid voor semi-permanente woningen, erven of hofjes wordt niet genoemd; de focus ligt op structurele, reguliere woningbouw en het beter benutten van bestaande woonruimte. Concrete voorstellen zijn onder meer het ombouwen van kantoorpanden, het afschaffen van belemmerende regelgeving en het stimuleren van doorstroming.
DENK wil het woningtekort oplossen door sneller en meer reguliere woningen te bouwen, met een nadruk op betaalbaarheid en het benutten van bestaande gebouwen. Er is geen specifieke aandacht voor semi-permanente woningen, erven of hofjes; de partij richt zich op structurele oplossingen en het efficiënter gebruiken van bestaande woonruimte.
“We blijven maximaal inzetten op het ombouwen van kantoorpanden of andere gebouwen naar woningen.”
“We stellen meer budget beschikbaar voor het op peil houden van de plancapaciteit voor woningbouw.”
“We bevorderen de doorstroming op de woningmarkt, door bijvoorbeeld verhuisbegeleiding en hulp aan ouderen die de behoefte hebben om kleiner te gaan wonen. Hiermee maken we effectiever gebruik van de woningruimte.”
“We schaffen de kostendelersnorm af en andere regels die woningdelen belemmeren worden ook afgeschaft. Hiermee komt er meer woningruimte beschikbaar.”
Om woningbouw te versnellen, wil DENK belemmerende regelgeving schrappen en procedures inkorten. Dit moet het mogelijk maken sneller reguliere woningen te realiseren, maar er wordt niet expliciet verwezen naar alternatieve woonvormen zoals semi-permanente woningen, erven of hofjes.
“We gaan drastisch procedures versnellen. Dat betekent dat overbodige en belemmerende regelgeving verdwijnt. Ook wordt er gekeken naar de mogelijkheden om bezwaarmogelijkheden tegen woningbouwprojecten te verminderen, de termijnen te versnellen en door middel van het vergroten van de capaciteit procedures sneller te doorlopen.”
BIJ1 zet sterk in op structurele, collectieve oplossingen voor de wooncrisis, met nadruk op permanente sociale woningbouw en collectief eigendom van grond en woningen. Het programma noemt geen expliciet beleid voor semi-permanente woningen, erven of hofjes, maar focust op het bouwen van duurzame sociale huurwoningen, het stimuleren van wooncoöperaties en het democratiseren van woonvormen. Hun kernvisie is dat wonen een basisrecht is en niet aan de markt of tijdelijke oplossingen mag worden overgelaten.
BIJ1 kiest expliciet voor permanente, kwalitatieve sociale huurwoningen via een nationaal bouwbedrijf, en wijst tijdelijke of semi-permanente oplossingen af. De partij ziet structurele, collectieve woningbouw als de enige rechtvaardige uitweg uit de wooncrisis.
“De overheid richt een nationaal publiek bouwbedrijf op dat zich volledig toelegt op de grootschalige bouw van kwalitatieve, duurzame sociale huurwoningen. Dit bouwbedrijf werkt zonder winstoogmerk en blijft permanent in publieke handen, met democratische zeggenschap van bewoners en huurdersorganisaties.”
“De prioriteit ligt bij het realiseren van passende, betaalbare woningen voor jongeren, ouderen en mensen met lage inkomens.”
In plaats van individuele of tijdelijke woonvormen zoals hofjes of erven, stimuleert BIJ1 collectieve, democratisch georganiseerde wooncoöperaties en het permanent in collectief eigendom houden van grond en woningen.
“Wonen in zelfbeheer en wooncoöperaties worden gestimuleerd. We richten democratisch georganiseerde regionale wooncoöperaties op, en stimuleren de garantstelling door derden (bijvoorbeeld gemeenten) waardoor het voor wooncoöperaties makkelijker wordt hun projecten te financieren.”
“Nieuwe woningbouw mag voortaan alleen nog plaatsvinden op publieke grond. Die grond blijft permanent in collectief eigendom en wordt beheerd onder democratische controle van bewoners en lokale volkshuisvestingsorganisaties.”
BVNL wil de woningmarkt sterk dereguleren en pleit voor meer vrijheid bij het bouwen en gebruiken van woningen, waaronder het vergunningsvrij splitsen van woningen, het toestaan van permanente bewoning van vakantiewoningen, en het bouwen van hofjes en bejaardentehuizen. De partij ziet minder regels en meer marktwerking als de sleutel tot het snel vergroten van het woningaanbod, met specifieke aandacht voor woonvormen als hofjes voor ouderen. Concrete voorstellen richten zich op het wegnemen van belemmeringen voor alternatieve en kleinschalige woonvormen.
BVNL wil het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij maken en het toevoegen van extra verdiepingen (optoppen) mogelijk maken. Dit moet direct leiden tot meer woningen zonder extra ruimtebeslag, en sluit aan bij de wens om sneller en flexibeler in te spelen op de woningnood.
“Maak het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij. Dit leidt onmiddellijk tot meer woningen, zonder dat hiervoor extra ruimte wordt gebruikt.”
“Pas landelijk bestemmingsplannen aan, zodat extra verdiepingen op bestaande gebouwen kunnen worden gebouwd (het zogenaamde optoppen) en bouw überhaupt meer in de hoogte om kostbare ruimte te besparen.”
BVNL wil dat permanente bewoning van vakantiewoningen wordt toegestaan, zodat bestaande gebouwen sneller kunnen bijdragen aan het woningaanbod. Dit is een directe maatregel om het tekort aan reguliere woningen te verlichten.
“Permanente bewoning van vakantiewoningen wordt toegestaan.”
De partij pleit expliciet voor het bouwen van hofjes en bejaardentehuizen als woonvormen voor ouderen. Hiermee wil BVNL inspelen op de groeiende behoefte aan passende, kleinschalige en sociale woonvormen voor senioren.
“Bouw bejaardentehuizen en hofjes voor ouderen.”
Het CDA wil de bouw van semi-permanente en tijdelijke woningen, zoals mantelzorgwoningen en hofjes, vergemakkelijken om de wooncrisis te verlichten en ouderen en familieleden beter te huisvesten. Ze pleiten voor verruiming van vergunningsvrije bouw op erven, een landelijk plan voor hofjes voor senioren, en het stimuleren van gemeenschapsgericht wonen. De partij ziet deze woonvormen als oplossing voor doorstroming, eenzaamheid en het versterken van sociale samenhang.
Het CDA wil het makkelijker maken om mantelzorgwoningen en andere tijdelijke woonvormen voor familie en naasten op eigen erf te bouwen, ook aan de voorkant van percelen, als antwoord op de wooncrisis. Dit moet de flexibiliteit vergroten en gezinnen ondersteunen bij mantelzorg en samenwonen.
“Vergunningsvrije bouw van mantelzorgwoningen op eigen erf moet mogelijk zijn voor minimaal tien jaar. We verruimen dit naar andere tijdelijke woonvormen voor familie en naasten. Deze vormen zijn persoonsgebonden, tijdelijk van aard en geldende voor de duur van de wooncrisis. We bezien de mogelijkheid om dit ook aan de voorkant van het perceel te verruimen, onder andere op het voorerf bij agrariërs.”
Het CDA wil een landelijk plan voor de bouw van hofjes voor senioren en mantelzorgwoningen, met één zorgaanbieder per woongemeenschap om herkenbaarheid, efficiency en het tegengaan van eenzaamheid te bevorderen. Dit bevordert gemeenschapsgericht wonen en ondersteunt ouderen.
“Er komt een landelijk plan voor de bouw van hofjes voor senioren en mantelzorgwoningen. We willen één zorgaanbieder per woongemeenschap, om herkenbaarheid en efficiency in de zorg te bevorderen en eenzaamheid tegen te gaan.”
Het CDA stimuleert gemeenschapsgericht bouwen door corporaties ruimte te geven om te investeren in woonvormen die ontmoeting en onderlinge hulp mogelijk maken, zoals hofjes en andere collectieve woonvormen. Dit draagt bij aan doorstroming, het tegengaan van eenzaamheid en het versterken van sociale netwerken.
De ChristenUnie wil het woningtekort aanpakken door meer betaalbare woningen te bouwen voor jong en oud, met bijzondere aandacht voor hofjes en geclusterde woonvormen voor ouderen. Ze stimuleren het bouwen van hofjes, het beter benutten van bestaande woningen (zoals splitsen en mantelzorgwoningen), en geven ruimte aan gemeenschappelijke woonvormen en wooncoöperaties. Semi-permanente woningen worden niet expliciet genoemd, maar er is wel aandacht voor flexibele en innovatieve woonoplossingen.
De ChristenUnie ziet het bouwen van hofjes en geclusterde woningen als een manier om ouderen passende huisvesting te bieden en doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. Dit moet ruimte creëren voor gezinnen en starters, en eenzaamheid onder ouderen tegengaan.
“Elke gemeente moet daarom ook voldoende seniorenwoningen en hofjes voor ouderen bouwen. Plannen hiervoor leggen zij vast in hun volkshuisvestingsprogramma.”
“Geclusterd wonen van ouderen met een (beginnende) zorgvraag gebeurt nog op te kleine schaal. Daarom maakt elke gemeente afspraken ... over ... de bouw van geclusterde woningen waar verpleeghuiszorg thuis geleverd kan worden.”
De partij wil bestaande woningen en erven flexibeler inzetten, bijvoorbeeld door splitsen, optoppen, of het plaatsen van mantelzorg- of familiewoningen in de tuin. Dit moet snel extra woonruimte opleveren zonder grootschalige nieuwbouw.
“Bestaande gebouwen benutten we beter, bijvoorbeeld door leegstaande kantoren en gebouwen om te bouwen tot woningen, grote woningen te splitsen of door een extra verdieping op bestaande huizen toe te voegen (optoppen). Ook maken we het makkelijker om een (pre-)mantelzorg- of familiewoning in de tuin te plaatsen of een kamer te verhuren.”
De ChristenUnie wil regelgeving versoepelen om wooncoöperaties, gemeenschappelijke woonvormen en collectief particulier opdrachtgeverschap te stimuleren. Dit bevordert sociale samenhang en biedt alternatieven voor traditionele woningbouw.
“We geven maximaal ruimte aan wooncoöperaties, gemeenschappelijke woonvormen of vormen van collectief particulier opdrachtgeverschap, door regelgeving daarvoor te vereenvoudigen.”
NSC ziet semi-permanente en flexibele woonvormen als een belangrijk instrument om de woningnood snel te verlichten, mits deze van voldoende kwaliteit zijn en langer meegaan dan nu gebruikelijk. Ze willen het plaatsen van tijdelijke woonunits bij bestaande woningen vergemakkelijken, flexwoningen stimuleren voor specifieke doelgroepen, en collectieve woonvormen zoals hofjes en wooncoöperaties actief ondersteunen in bouwplannen.
NSC wil flexwoningen en tijdelijke woonunits sneller en eenvoudiger mogelijk maken, vooral voor doelgroepen als ouderen, jongeren en mantelzorgsituaties. Ze pleiten voor een langere terugverdientijd en hogere kwaliteit van deze woningen, zodat ze niet na korte tijd weer verdwijnen.
“Voor bepaalde doelgroepen kunnen flexwoningen uitkomst bieden. Op basis van de Omgevingswet kunnen tijdelijke woningen snel worden geplaatst. Zulke woningen moeten wel voldoende kwaliteit hebben: we stellen daarom voor om de terugverdientijd voor tijdelijke woningen op te rekken van maximaal 30 naar minimaal 40 jaar.”
“Het moet eenvoudiger worden om een tijdelijke woonunit te plaatsen bij een bestaande woning. Bijvoorbeeld om voor een familielid te zorgen (en zo de zorg te ontlasten). Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen vergunningsvrij een extra woonunit bij hun koopwoning plaatsen.”
NSC ondersteunt initiatieven voor collectieve woonvormen zoals hofjes, wooncoöperaties en geclusterde woonvormen voor ouderen, omdat deze bijdragen aan sociale cohesie en het efficiënter benutten van woonruimte. Zulke initiatieven verdienen volgens NSC een plek in bouwplannen.
“In collectieve woonvormen zoals wooncoöperaties, collectief particulier opdrachtgeverschap en geclusterde woonvormen voor ouderen leven mensen samen en krijgen buurten een impuls. We juichen dit soort initiatieven van harte toe, ze verdienen een plek in de bouwplannen.”
Hoewel niet direct over semi-permanente woningen, adresseert NSC het probleem van erfpachtconstructies die wonen onzeker en duur maken. Ze willen wettelijke bescherming en voorspelbaarheid voor erfpachters.
“Erfpacht is in veel gevallen ingewikkeld, duur, onduidelijk en onvoorspelbaar. Om plotselinge en buitensporige stijgingen van de erfpacht te voorkomen en mensen meer zekerheid te geven over hun woonlasten komt er wettelijke bescherming voor erfpachters.”
De PVV wil het woningtekort aanpakken door procedures te versnellen, bouweisen te versoepelen en permanente bewoning van recreatiewoningen volledig toe te staan. Er is geen specifieke aandacht voor semi-permanente woningen, erven of hofjes, maar de partij zet in op het maximaal benutten van bestaande en nieuwe woonmogelijkheden, met nadruk op snelle realisatie en minder regels.
De PVV wil het mogelijk maken dat recreatiewoningen permanent bewoond mogen worden, als snelle en pragmatische oplossing voor het woningtekort. Dit voorstel richt zich op het direct toevoegen van woonruimte zonder nieuwe bouwprojecten, door bestaande recreatiewoningen te herbestemmen.
Om woningbouw te versnellen, wil de PVV vergunningverlening en procedures inkorten en de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tijdelijk beperken. Dit moet zorgen voor snellere realisatie van nieuwe woningen, maar er wordt niet specifiek ingegaan op semi-permanente woningen, erven of hofjes.
“Kortere en snellere vergunningverlening en procedures; tijdelijk beperken van de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen woningbouw waar een omgevingsplan vastligt”
De PVV wil het makkelijker maken om bestaande woningen uit te breiden of aan te passen, door regels voor verbouwingen en aanbouwingen te verruimen. Dit kan bijdragen aan meer woonruimte, maar er wordt niet expliciet gesproken over hofjes, erven of semi-permanente woningen.
“Verruimen van de regels (vergunningvrij) voor verbouwingen en aanbouwingen”
De SGP wil het woningaanbod snel vergroten door flexibele en innovatieve woonvormen zoals tijdelijke woningen, tiny houses, flexwoningen, en het benutten van erven voor mantelzorg- en familiewoningen. Daarnaast stimuleert de partij gevarieerde woonvormen voor ouderen, zoals hofjes en kangoeroewoningen, en pleit ze voor het versoepelen van regels om deze initiatieven mogelijk te maken. De nadruk ligt op maatwerk, lokale behoeften en het benutten van bestaande ruimte, met oog voor leefbaarheid en doorstroming.
De SGP ziet tijdelijke woningen, tiny houses en flexwoningen als een noodzakelijke oplossing voor de acute woningnood, vooral voor starters, studenten en dak- en thuislozen. Ze willen belemmerende regels schrappen en gemeenten stimuleren om deze woonvormen snel en vergunningvrij toe te staan waar mogelijk.
“Tijdelijke woningen, tiny houses en flexwoningen zijn een oplossing om op korte termijn de krapte op te vangen.”
“Op erven en in achtertuinen liggen veel mogelijkheden voor de bouw van bijvoorbeeld mantelzorg- en familiewoningen. Die kansen worden benut, zo mogelijk vergunningvrij.”
De SGP wil extra investeren in passende woonvormen voor ouderen, zoals knarrenhofjes en kangoeroewoningen, waar ouderen en jongeren samenleven en elkaar ondersteunen. Dit moet de doorstroming bevorderen en de sociale samenhang versterken.
“Er komt een gevarieerd woonaanbod van passende woonvormen voor ouderen, zoals ‘knarrenhofjes’ of ‘kangoeroewoningen’ waar ouderen en jongeren samen leven en elkaar ondersteunen. Er moet daarvoor extra budget vrijgemaakt worden.”
De SGP staat alleen onder strikte voorwaarden permanente bewoning van recreatiewoningen toe, om misbruik en negatieve effecten te voorkomen. Dit mag alleen als het noodzakelijk is voor de lokale woonbehoefte en er voldoende voorzieningen zijn.
“Permanente bewoning van recreatiewoningen wordt alleen mogelijk onder strenge voorwaarden. Zo moeten er voldoende voorzieningen aanwezig zijn en moet de permanente bewoning noodzakelijk zijn gezien de lokale woonbehoefte.”
50PLUS wil het woningaanbod voor ouderen vergroten door te investeren in levensloopbestendige woningen en het stimuleren van innovatieve woonvormen zoals kleinschalige hofjes. De partij ziet het bouwen van geschikte woningen voor ouderen als dé oplossing om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en zo ook jongeren te helpen. Concrete voorstellen zijn onder meer het realiseren van 290.000 levensloopbestendige woningen en meer aandacht voor hofjeswoningen en aanleunwoningen.
50PLUS pleit voor de bouw van levensloopbestendige woningen en het stimuleren van innovatieve woonvormen zoals kleinschalige hofjes, waar zorg, gemeenschap en zelfstandigheid worden gecombineerd. Dit moet de doorstroming op de woningmarkt bevorderen en ouderen in staat stellen langer zelfstandig te wonen, terwijl hun oude woningen vrijkomen voor andere doelgroepen.
“De doelstelling van 290.000 levensloopbestendige woningen wordt gefaseerd gerealiseerd met oog voor netcongestie en bouwcapaciteit om de doorstroming weer écht op gang te krijgen.”
“Innovatieve woonvormen worden gestimuleerd: levensloopbestendige woningen en kleinschalige woonhofjes waar zorg, gemeenschap en zelfstandigheid worden gecombineerd.”
“Meer oog voor hofjeswoningen en aanleunwoningen.”
D66 erkent het belang van diverse en toegankelijke woonvormen, waaronder hofjes en woningen voor verschillende doelgroepen, maar doet geen concrete voorstellen voor semi-permanente woningen of erven. De partij zet vooral in op levensloopbestendige woningen, het leren van hofjesconcepten, en het stimuleren van gemeenschappelijke woonvormen voor jongeren en ouderen. D66 wil zo sociale cohesie bevorderen en passende huisvesting bieden, maar blijft vaag over tijdelijke of semi-permanente oplossingen.
D66 ziet het belang van woonvormen die sociale verbinding en zorg combineren, zoals hofjes, vooral voor ouderen en mensen met een zorgbehoefte. Ze willen ervaringen met hofjes benutten om nieuwe, passende woonvormen te ontwikkelen, maar doen geen concrete toezeggingen over het grootschalig bouwen van hofjes.
D66 wil voor jongeren en studenten vooral woningen met gemeenschappelijke ruimtes realiseren, om ruimte efficiënt te benutten en sociale steun te bevorderen. Dit sluit aan bij het idee van hofjes, maar betreft geen semi-permanente woningen of erven.
“Voor jongeren en studenten bouwen we vooral huizen met gemeenschappelijke ruimtes. Zo kunnen meer mensen wonen op dezelfde plek én zulke huizen zorgen voor meer verbinding en sociale steun.”
JA21 pleit voor meer flexibiliteit en diversiteit in het woningaanbod, met nadruk op het stimuleren van moderne hofjes en flexibele woonvormen zoals modulaire tiny houses, vooral voor ouderen en kleine huishoudens. Ze willen tijdelijke en semi-permanente woningen mogelijk maken op locaties waar langdurige groei onzeker is, en bepleiten fabrieksmatige bouw om snel in de woningbehoefte te voorzien. Hun visie is gericht op het snel oplossen van de woningnood door innovatieve, schaalbare en demografisch afgestemde woonoplossingen.
JA21 ziet het stimuleren van woonconcepten rondom gemeenschappelijke hofjes als een manier om sociale cohesie te bevorderen en ouderen zelfstandig te laten wonen. Dit sluit aan bij hun streven naar meer passende woonvormen voor senioren, gericht op onderlinge hulp en zelfstandigheid.
“moderne vormen van ouderenhuisvesting te stimuleren, zoals woonconcepten waarbij senioren samenwonen rondom een gemeenschappelijk hofje gericht op onderlinge hulp, zelfstandigheid en sociale cohesie.”
JA21 erkent dat in regio’s waar de bevolkingsgroei onzeker is, tijdelijke of flexibele woonoplossingen zoals semi-permanente woningen noodzakelijk zijn. Dit voorkomt overaanbod op de lange termijn en sluit aan bij demografische trends.
“Dit pleit voor tijdelijke of flexibele woonoplossingen op locaties waar langdurige groei niet vaststaat.”
Om snel meer woningen te realiseren, wil JA21 fabrieksmatige bouw stimuleren, inclusief het importeren van modulaire tiny houses. Dit is vooral bedoeld voor één- en tweepersoonshuishoudens en biedt een snelle, schaalbare oplossing voor de woningnood.
“Fabrieksmatige bouw stimuleren ook voor woningen met name in het segment één en tweepersoonshuishoudens zonodig aangevuld met import van fabrieksmatig geproduceerde modulaire tiny houses uit het buitenland.”
De VVD wil het woningtekort aanpakken door meer flexibiliteit en minder regels bij het bouwen van woningen, waaronder ruimte voor innovatieve woonvormen zoals microwoningen in tuinen, meerdere woningen op één erf en hofjes. Ze pleiten voor het versnellen van procedures, het schrappen van belemmerende regelgeving en het stimuleren van initiatieven als knarrenhofjes en meergeneratiehofjes om doorstroming en diversiteit op de woningmarkt te bevorderen.
De VVD wil het eenvoudiger maken om kleine, (semi-)permanente woningen zoals microwoningen in tuinen te plaatsen en meerdere woningen op één erf te realiseren, ook in het buitengebied. Dit moet bijdragen aan meer flexibiliteit, snellere oplossingen voor woningzoekenden en het beter benutten van bestaande ruimte.
“Daarnaast maken we het mogelijk om een microwoning in je achtertuin te plaatsen, bijvoorbeeld voor een student, starter of mantelzorger. Ook maken we het mogelijk om in het buitengebied meerdere woningen op één erf te realiseren.”
De VVD ziet initiatieven als knarrenhofjes, thuishuizen en meergeneratiehofjes als waardevolle toevoegingen voor doorstroming en diversiteit op de woningmarkt. Door minder regels en meer centrale regie willen ze deze innovatieve woonvormen stimuleren.
“Hierbij hebben wij ook oog voor initiatieven zoals een knarrenhof, thuishuis en een meergeneratiehof.”
De VVD wil flexwoningen inzetten als tijdelijke, semi-permanente huisvesting voor statushouders, zodat zij sneller uit het azc kunnen doorstromen zonder voorrang te krijgen op reguliere woningzoekenden.
“Voor statushouders kan met flexwoningen tijdelijke woonruimte worden aangeboden om een eerste stap uit het azc te zetten.”
GroenLinks-PvdA benoemt het belang van alternatieve en collectieve woonvormen, zoals hofjes en wooncoöperaties, maar doet geen concrete voorstellen voor semi-permanente woningen of erven. Hun programma zet vooral in op het stimuleren van collectieve woonvormen voor ouderen en het ondersteunen van wooncoöperaties, met als doel meer betaalbare en toegankelijke woningen te realiseren. Specifieke beleidsmaatregelen voor semi-permanente woningen of het ontwikkelen van erven ontbreken.
GroenLinks-PvdA wil het makkelijker maken voor groepen bewoners om samen eigenaar te zijn van hun woning en stimuleert collectieve woonvormen, met bijzondere aandacht voor ouderen. Dit moet bijdragen aan meer betaalbare en toegankelijke huisvesting, en het bevorderen van gemeenschapszin.
“Er komt steun voor wooncoöperaties, waarbij een groep bewoners samen eigenaar is van de woning. Dat geldt ook voor collectieve woonvormen voor ouderen, zoals knarrenhofjes.”
De SP wil vooral investeren in betaalbare, passende en sociale woonvormen, met bijzondere aandacht voor nieuwe woonvormen zoals hofjes en gemeenschappelijke projecten. Ze pleiten voor het stimuleren van verbonden en zelfstandige woonvormen, vooral voor ouderen, en zetten zich in voor het realiseren van woningen die aansluiten bij de menselijke maat en sociale samenhang. Concrete voorstellen zijn het stimuleren van hofjes en gemeenschappelijke woonprojecten, maar er is geen expliciet beleid voor semi-permanente woningen of erven.
De SP ziet het belang van nieuwe woonvormen waarin mensen zelfstandig kunnen wonen, maar toch verbonden zijn met anderen, zoals hofjes en gemeenschappelijke projecten. Dit wordt vooral genoemd als oplossing voor ouderen die zelfstandig willen blijven wonen, maar ook behoefte hebben aan nabijheid van zorg en sociale contacten. Het doel is om eenzaamheid te voorkomen en de menselijke maat terug te brengen in het wonen.
“We stimuleren nieuwe woonvormen waar mensen zelfstandig wonen, maar toch verbonden zijn met anderen, zoals hofjes, gemeenschappelijke woonprojecten of zorgbuurthuizen in de wijk.”