De PVV positioneert zich sterk voor het beschermen van de seculiere Nederlandse rechtsstaat en samenleving, waarbij zij islamitische invloeden als bedreiging ziet. De partij wil islamitisch onderwijs verbieden, religieuze uitingen in de publieke ruimte beperken en benadrukt dat seculiere wetgeving altijd boven religieuze regels moet staan. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbod op islamitisch onderwijs, religieuze kleding en uitingen in overheidsgebouwen, en het tegengaan van de sharia.
De PVV stelt dat islamitisch onderwijs niet verenigbaar is met de seculiere kernwaarden van Nederland en wil dit daarom verbieden. Zij zien de sharia als strijdig met de democratische rechtsstaat en willen voorkomen dat kinderen hiermee worden opgevoed.
“De PVV wil af van het islamitisch onderwijs... Daarom stelt de PVV dat islamitisch onderwijs geen bescherming verdient onder artikel 6 of 23 van onze Grondwet en moet worden verboden.”
“70% van de moslims in Nederland vindt de eigen religieuze regels, de sharia, belangrijker dan onze seculiere wetgeving. De sharia leidt tot onderdrukking, discriminatie en het verdwijnen van vrijheden.”
De PVV wil religieuze uitingen, met name islamitische, uit het publieke domein weren om de seculiere aard van de overheid en samenleving te waarborgen. Dit betreft onder andere kleding, taal en rituelen in overheidsgebouwen en op straat.
“Verbod op het dragen van islamitische hoofddoekjes in alle overheidsgebouwen inclusief de Staten-Generaal”
“Verbod op het afleggen van de eed op Allah voor overheidspersoneel en militairen”
“Verbod op Arabische en andere niet-westerse teksten in onze (winkel)straten”
“Verbod op gezichtsbedekkende kleding en gebruik van het Arabisch en andere niet-westerse talen bij demonstraties”
“Verbod op de islamitische gebedsoproep”
De PVV benadrukt dat in Nederland altijd de seculiere wetgeving leidend moet zijn, en dat religieuze regels, zoals de sharia, daar nooit boven mogen staan.
JA21 pleit voor een strikte scheiding tussen kerk en staat en wil het onderwijs en de publieke sector seculier houden, zonder religieuze of ideologische beïnvloeding. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals het verbieden van religieuze uitingen door overheidsdienaren, verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs, en het moderniseren van artikel 23 van de Grondwet om seculiere waarden te waarborgen. JA21 benadrukt dat Nederlandse (westerse) waarden leidend moeten zijn en verzet zich tegen religieuze segregatie en parallelle samenlevingen.
JA21 wil dat de overheid en publieke functies volledig seculier zijn, zonder religieuze inmenging of symboliek. Dit betekent geen religieuze bijeenkomsten in de openbare ruimte, geen overheidsdienaren bij religieuze activiteiten, en geen religieuze uitingen bij politie of andere publieke functies. Het doel is om neutraliteit en gelijkheid te waarborgen in de publieke sector.
“Handhaving van de strikte scheiding tussen kerk en staat. Dus geen religieuze bijeenkomsten in de openbare ruimte en geen overheidsdienaren bij religieus gerelateerde bijeenkomsten.”
“Geen hoofddoekjes of andere religieuze uitingen bij politie, boa’s en andere overheidsdienaren die een publieke functie bekleden.”
JA21 verzet zich tegen religieuze en ideologische beïnvloeding in het onderwijs en wil dat scholen Nederlandse seculiere waarden centraal stellen. De partij is kritisch op de groei van islamitische scholen en wil artikel 23 van de Grondwet moderniseren om seculiere kernwaarden te waarborgen.
“Tegelijkertijd moet de school niet een ideologisch opvoedingsinstituut zijn met verplichte indoctrinatie over seksualiteit, religie en normen en waarden. Woke moralisme en verplicht moskeebezoek is aan JA21 niet besteed.”
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen.”
“JA21 staat open voor een debat of in het huidige tijdsgewricht artikel 23 van de Grondwet met betrekking tot islamitisch onderwijs nog gehandhaafd kan blijven. JA21 pleit voor een modernisering van artikel 23 GW waarbij eerbiediging van de waarden van de democratische rechtstaat zoals gelijkwaardigheid, vrijheid van geloof en meningsuiting en afwijzing van discriminatie, antisemitisme en haat wordt gewaarborgd.”
JA21 wil actief toezicht op islamitisch onderwijs en religieuze instellingen om te voorkomen dat deze bijdragen aan segregatie of anti-seculiere waarden verspreiden. De partij stelt voor om buitenlandse financiering van moskeeën te verbieden en instellingen te sluiten die aanzetten tot geweld.
“Verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs.”
“De bron van radicalisering wegnemen: verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën, sluiten van instellingen waar wordt aangezet tot geweld waaronder bijvoorbeeld bepaalde moskeeën en informele islamitische onderwijsinstellingen.”
“Streng toezicht op informele islamitische onderwijsinstellingen”
DENK verwerpt een strikt seculiere benadering van de samenleving en pleit juist voor een actieve erkenning en bescherming van religieuze uitingen in het publieke domein. De partij verdedigt het recht op religieus onderwijs, religieuze feestdagen, stilteruimtes en bescherming van religieuze praktijken, en verzet zich tegen overheidsbemoeienis die religieuze instellingen of uitingen beperkt. DENK ziet religie als een waardevolle bijdrage aan het maatschappelijk weefsel en wil dat de overheid deze rol faciliteert in plaats van neutraliseert.
DENK verzet zich tegen een seculiere onderwijsbenadering en verdedigt het recht op religieus onderwijs, zonder extra belemmeringen of overheidscontrole. De partij ziet religieus onderwijs als essentieel voor diversiteit en ouderlijke keuzevrijheid, en wil artikel 23 van de Grondwet onaangetast laten.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK verwerpt een strikt seculiere publieke ruimte en pleit voor wettelijke bescherming en erkenning van religieuze praktijken, zoals stilteruimtes, religieuze feestdagen en voedselvoorschriften. De partij wil dat religieuze diversiteit zichtbaar en beschermd is in publieke instellingen.
“Stilteruimtes in publieke instellingen. In gebouwen met een publieke functie en binnen het onderwijs worden stilteruimtes verplicht gesteld, zodat mensen hun geloof kunnen belijden of tot rust kunnen komen.”
“Erkenning van de diverse religieuze feestdagen. Naast de bestaande christelijke feestdagen moeten ook feestdagen van andere religies wettelijk erkend worden: Waaronder het Ramadanfeest (Eid ul-Fitr), Holi, Diwali, Jom Kipoer, Vaisakhi en het Offerfeest (Eid ul Adha).”
“Bescherming van religieuze voedselvoorschriften. De mogelijkheid om halal of koosjer vlees te eten blijft altijd gewaarborgd. De productie van vlees volgens religieuze richtlijnen wordt wettelijk beschermd.”
DENK verzet zich tegen een seculiere, controlerende overheid en wil dat religieuze instellingen met vertrouwen worden benaderd, zonder knellende regels of bemoeizucht. De partij ziet religieuze instellingen als waardevolle maatschappelijke partners.
“Religieuze instellingen worden met vertrouwen benaderd. Knellende regels die de maatschappelijke activiteiten van religieuze instellingen belemmeren worden afgeschaft en de overheidsbemoeizucht bij religieuze instellingen verdwijnt.”
BVNL pleit voor een strikt seculiere staat waarin overheid en religie volledig gescheiden zijn. Dit betekent dat religieuze uitingen en invloeden geen plaats hebben in het overheidsbeleid, overheidsgebouwen of publieke ruimte. Concreet wil BVNL onder meer religieuze symbolen in overheidsgebouwen verbieden, religieuze diensten uit de publieke ruimte weren en religieuze instellingen geen invloed geven op beleid.
BVNL vindt dat de overheid neutraal en niet-religieus moet zijn, zonder inmenging van religieuze instellingen of uitingen in het beleid of de publieke ruimte. Dit standpunt is bedoeld om neutraliteit en gelijke behandeling te waarborgen, en om te voorkomen dat religieuze overtuigingen invloed uitoefenen op wetgeving, bestuur en rechtspraak.
“BVNL wil dat de staat seculier is. Overheid en religie blijven strikt gescheiden, de overheid bemoeit zich niet met religieuze aangelegenheden en religieuze instellingen hebben geen invloed op het overheidsbeleid. Wetgeving, rechtspraak en bestuur worden gebaseerd op neutrale, niet-religieuze principes.”
“De staat is seculier. Dat betekent dat, zoals in Frankrijk, in overheidsgebouwen geen hoofddoeken of anderszins zijn toegestaan.”
“Geen religieuze diensten en geen azan in de publieke ruimte.”
“Overheidsdiensten organiseren geen iftars.”
“Ambtenaren in functie bezoeken geen religieuze diensten anders dan voor de handhaving van de orde.”
BVNL wil religieus geïnspireerde praktijken en symbolen actief weren uit het publieke domein en overheidsinstellingen. Dit betreft onder andere het verbieden van onverdoofd ritueel slachten en het weren van religieuze kleding en rituelen uit overheidsgebouwen en -activiteiten, om de neutraliteit van de staat te waarborgen.
“Onverdoofd ritueel slachten wordt verboden.”
De VVD benadrukt het belang van een seculiere samenleving waarin religie en overheid strikt gescheiden zijn, met nadruk op neutraliteit van publieke instellingen en bescherming van vrije waarden. De partij wil religieuze invloed in het onderwijs en bij de politie beperken, en stelt concrete maatregelen voor zoals het verbieden van religieuze symbolen bij de politie, het tegengaan van orthodoxe scholen, en het waarborgen van neutraal openbaar onderwijs. De kern van hun visie is dat individuele vrijheid en gelijkheid voorop staan, en religieuze dogma’s geen belemmering mogen vormen voor integratie of gelijke behandeling.
De VVD wil dat politie en buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) volledig neutraal zijn en geen zichtbare religieuze of levensbeschouwelijke symbolen dragen. Dit moet de neutraliteit van de overheid waarborgen en voorkomen dat religieuze uitingen de seculiere samenleving ondermijnen.
“hoort een uniform voor politieambtenaren en buitengewone opsporingsambtenaren neutraal te zijn, zonder zichtbare symbolen van geloofs- of levensovertuigingen. Het in uniform actief deelnemen aan religieuze bijeenkomsten die zich niet verhouden tot de vrije en seculiere samenleving passen niet bij de neutraliteit die de politie en boa’s uit dienen te dragen.”
De VVD wil de groei van orthodoxe (met name islamitische) scholen tegengaan, acceptatieplicht invoeren in bijzonder onderwijs, identiteitsverklaringen afschaffen, en openbare scholen beschermen tegen religieuze verplichtingen. Dit alles om segregatie te voorkomen en de seculiere, vrije waarden in het onderwijs te waarborgen.
“Geen wildgroei aan nieuwe orthodoxe scholen: Met de komst van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen is er in ons land een flink aantal bijzondere, en met name Islamitische scholen, bijgekomen.”
“Er komt een acceptatieplicht van leerlingen in het bijzonder onderwijs. Identiteitsverklaringen schaffen we af.”
“We staan niet toe dat openbare scholen verplicht worden tot het inrichten van een stilteruimte of een gebedsruimte. Dit staat haaks op de kern van ons openbaar onderwijs.”
De VVD stelt expliciet dat orthodoxe religieuze wetten, zoals de sharia, geen leidend uitgangspunt mogen zijn in Nederland. Nieuwkomers moeten de seculiere rechtsstaat en mensenrechten onderschrijven, en religieuze dogma’s mogen geen belemmering vormen voor integratie of gelijke behandeling.
“Voor nieuwkomers die de shariawetgeving aanhangen is geen plek in Nederland: Wij willen dat nieuwkomers expliciet verklaren dat zij de Nederlandse rechtsstaat en de bijbehorende mensenrechten respecteren. Orthodoxe religieuze wetten, zoals de Sharia, mogen daarbij geen leidend uitgangspunt zijn.”
“Wij kiezen voor een samenleving waarin onze vrijheden bovengeschikt zijn aan het zogenaamde recht om je niet beledigd te voelen. [...] Want we buigen niet voor kwalijke ideologieën en religieuze dogma’s die de emancipatie van LHBTIQ+’ers en vrouwen honderd jaar terug in de tijd duwen.”
Het CDA erkent de maatschappelijke waarde van religieuze instellingen en wil deze ruimte en erkenning blijven geven, maar stelt duidelijke grenzen aan religieuze invloed die de seculiere rechtsstaat kan ondermijnen. Het CDA pleit voor transparantie en beperkingen op buitenlandse financiering van religieuze instellingen, en treedt op tegen misbruik van godsdienstvrijheid voor het creëren van parallelle samenlevingen of het bevorderen van haat.
Het CDA wil voorkomen dat niet-seculiere invloeden via buitenlandse financiering de Nederlandse samenleving en rechtsstaat ondermijnen. Daarom pleiten zij voor verplichte transparantie en een verbod op financiering uit onvrije landen, tenzij volledige toetsing plaatsvindt. Dit moet de invloed van niet-seculiere, vaak onvrije regimes op religieuze en maatschappelijke organisaties beperken.
“We introduceren een wettelijke meldplicht voor buitenlandse giften aan stichtingen en religieuze instellingen, met verplichte publicatie van donateurs, bedragen en bestedingsdoelen.”
“We stellen een verbod in op buitenlandse financiering van maatschappelijke of religieuze instellingen uit landen die op de Freedom House-lijst als onvrij staan, tenzij volledige transparantie en toetsing vooraf plaatsvinden.”
Het CDA erkent de positieve rol van religieuze gemeenschappen, maar keurt het af als godsdienstvrijheid wordt misbruikt om niet-seculiere, parallelle samenlevingen te creëren of haat te zaaien. De partij staat pal voor godsdienstvrijheid, zolang deze niet botst met de seculiere rechtsstaat en maatschappelijke samenhang.
“Kerken, moskeeën en andere geloofsgemeenschappen vormen voor velen een bron van zingeving, verbondenheid en zorg voor elkaar. Deze maatschappelijke waarde verdient blijvend erkenning en ruimte.”
“We staan pal voor godsdienstvrijheid, we geloven in de kracht van saamhorigheid, maar keuren het af als die vrijheid wordt misbruikt om haat, verdeeldheid of parallelle samenlevingen te bevorderen.”
“We bestrijden uitingsvormen van een parallelle samenleving, zoals religieuze huwelijken zonder voorafgaand burgerlijk huwelijk. Haatpredikers zijn niet welkom in Nederland.”
FVD pleit voor een neutrale, niet-ideologische overheid en onderwijs, waarbij religieuze of activistische invloeden worden geweerd uit het publieke domein. Het programma benadrukt het belang van neutraliteit op scholen en bij overheidsinstellingen, en stelt concrete maatregelen voor om ideologische of religieuze indoctrinatie te voorkomen. De kern is dat FVD publieke instellingen seculier en vrij van activisme wil houden.
FVD wil dat scholen en overheidsinstellingen neutraal zijn en geen religieuze of ideologische boodschappen uitdragen. Dit betekent het verbieden van activistische vlaggen, het stoppen van subsidies aan organisaties met een ideologische agenda, en het weren van indoctrinatie rond seksualiteit en gender. Het doel is een seculiere, veilige en neutrale publieke ruimte waarin kinderen en burgers niet worden blootgesteld aan activistische of religieuze invloeden.
“We verbieden het gebruik van activistische vlaggen door overheid en onderwijs, zodat de publieke ruimte neutraal blijft.”
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
“Ideologisch geladen vlaggen zoals regenboog- en Oekraïnevlaggen horen niet thuis op scholen of bij overheidsinstellingen: de overheid behoort neutraal te zijn.”
“We stoppen subsidies aan organisaties zoals Rutgers, zodat belastinggeld niet langer naar ideologische beïnvloeding gaat.”
FVD stelt voor om alle vormen van ideologische of religieuze propaganda op scholen te verbieden, zodat het onderwijs seculier en neutraal blijft.
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en jeugd-tv, zodat kinderen beschermd worden tegen schadelijke ideologische beïnvloeding.”
NSC erkent expliciet de historische wortels van Nederland in het christendom en humanisme, maar neemt geen uitgesproken seculier standpunt in. De partij benadrukt de vrijheid van levensbeschouwing en religie, zolang deze niet botst met democratische waarden en mensenrechten. Concrete voorstellen richten zich op het beschermen van deze vrijheden, het waarborgen van transparantie bij religieuze instellingen, en het stellen van grenzen aan fundamentalistische invloeden.
NSC erkent de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke (dus ook seculiere) grondslag te kiezen, zolang het reguliere curriculum en de wet worden nageleefd. De partij hecht aan artikel 23 van de Grondwet (vrijheid van onderwijs), maar stelt duidelijke grenzen aan misbruik en fundamentalistische invloeden. Dit standpunt adresseert de balans tussen religieuze/seculiere vrijheid en bescherming van democratische waarden.
“We erkennen de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke grondslag te kiezen als basis voor de opvoeding en vorming van kinderen. Hierbij moet worden voldaan aan het reguliere curriculum en aan de wet.”
“We hechten aan artikel 23 van de Grondwet, maar de vrijheid van onderwijs mag niet worden misbruikt.”
“We trekken een duidelijke grens ten aanzien van fundamentalistische stromingen die de vrijheden en mensenrechten aantasten. En aan beïnvloeding door buitenlandse regimes.”
“Religieuze instellingen worden verplicht om transparant te zijn over hoe ze worden gefinancierd. En we accepteren geen praktijken die haaks staan op onze waarden en vrijheden,”
NSC positioneert de Nederlandse identiteit als gevormd door zowel het christendom als het humanisme, waarmee het seculiere en religieuze tradities erkent als fundament van de samenleving. Dit is geen pleidooi voor een seculiere staat, maar een expliciete erkenning van beide bronnen van waarden en normen.
“Erkennen dat de Nederlandse identiteit is gevormd door onze geschiedenis geworteld in het christendom en humanisme met de daarbij behorende waarden en normen, cultuur, tradities en gemeenschappen.”
BBB kiest niet expliciet voor een seculiere staat, maar benadrukt vrijheid van onderwijs en religie zolang deze niet leidt tot antidemocratische of haatdragende uitingen. De partij wil nieuwe islamitische scholen verbieden vanwege zorgen over integratie en buitenlandse beïnvloeding, en pleit voor het verbieden van versterkte gebedsoproepen en groepsbidden in de openbare ruimte. BBB stelt de bescherming van seculiere waarden en individuele vrijheden centraal, vooral waar religieuze invloeden als problematisch worden gezien.
BBB staat pal voor de vrijheid van onderwijs, maar wil deze beperken als scholen antidemocratische of haatdragende denkbeelden verspreiden. De partij is bereid artikel 23 van de Grondwet aan te passen als dit nodig is om radicalisering te voorkomen. Dit standpunt adresseert de spanning tussen religieuze vrijheid en seculiere, democratische waarden.
“Scholen mogen niet de ruimte krijgen om antidemocratische of haatdragende denkbeelden te verspreiden. De overheid moet deze vrijheid beschermen en bewaken. De komende tijd wordt bezien of dit binnen de grenzen van artikel 23 kan. Indien dat niet zo blijkt te zijn, staat BBB open voor aanpassing om te voorkomen dat deze vrijheid onbedoeld bijdraagt aan radicalisering.”
BBB wil een stop op nieuwe islamitische scholen vanwege zorgen over integratie, buitenlandse invloeden en radicalisering. Daarnaast wil de partij versterkte gebedsoproepen en groepsbidden in de openbare ruimte verbieden. Dit is een expliciete keuze voor het beschermen van de seculiere openbare ruimte en het tegengaan van religieuze beïnvloeding in het publieke domein.
“Met het oog op de grote problemen bij islamitische scholen vanwege gebrekkige integratie, buitenlandse invloeden, onderwijskwaliteit, radicalisering en anti westerse opvattingen moet er een stop komen op nieuwe islamitische scholen.”
“We willen versterkte gebedsoproepen en groepsbidden in de openbare ruimte verbieden.”
BBB wil verregaande maatregelen tegen ongewenste buitenlandse beïnvloeding, met name via religieuze instellingen zoals Koranscholen en moskeeën. Dit standpunt is gericht op het waarborgen van de autonomie van de Nederlandse samenleving en het beschermen van seculiere waarden tegen externe religieuze invloeden.
“Daarom willen we verregaande maatregelen tegen ongewenste buitenlandse beïnvloeding en inmenging, bijvoorbeeld via Koranscholen of moskeeën.”
De ChristenUnie verzet zich expliciet tegen een volledig seculiere inrichting van de samenleving en overheid. Zij benadrukt het belang van christelijke waarden als fundament voor de rechtsstaat en pleit voor structurele ruimte voor religie en levensbeschouwing in onderwijs, samenleving en beleid. Concrete voorstellen zijn het beschermen van onderwijsvrijheid, het waarborgen van levensbeschouwelijke vorming op alle scholen, en het erkennen van kerken als volwaardige partners van de overheid.
De ChristenUnie ziet de democratische rechtsstaat als geworteld in christelijke waarden en verzet zich daarmee tegen een strikt seculiere benadering van overheid en samenleving. Zij benadrukt dat vrijheid, gelijkwaardigheid en naastenliefde hun oorsprong vinden in het christendom en dat deze waarden richtinggevend moeten blijven.
“De basis van onze samenleving is de democratische rechtsstaat, gefundeerd op waarden die in het christendom geworteld zijn, zoals menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, vrijheid, verantwoordelijkheid, naastenliefde en ruimte voor verschil.”
De partij verdedigt krachtig het recht op bijzonder (religieus) onderwijs en levensbeschouwelijke vorming, en verzet zich tegen pogingen tot secularisering van het onderwijs. Zij ziet diversiteit in levensbeschouwing als verrijking en wil dat ouders kunnen kiezen voor onderwijs dat past bij hun overtuiging.
“Het grondwettelijke recht op onderwijsvrijheid maakt het mogelijk dat verschillende levensbeschouwelijke en pedagogische visies naast elkaar bestaan en versterkt de diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijs.”
“De ChristenUnie wil dat alle scholen structureel aandacht besteden aan levensbeschouwelijke vorming.”
De ChristenUnie verzet zich tegen een seculiere overheid die religieuze organisaties uitsluit of marginaliseert. Zij wil dat kerken en geloofsgemeenschappen erkend worden als essentiële partners in het sociale domein en dat de overheid actief ruimte voor hen creëert.
“Kerken en geloofsgemeenschappen zijn volwaardige partners van de overheid. Ze spelen een cruciale rol in het ondersteunen van mensen in armoede en het voorkomen van eenzaamheid en sociale uitsluiting, juist op plekken waar de overheid vaak geen rol heeft.”
D66 kiest voor een seculiere samenleving waarin vrijheid van religie en levensovertuiging samengaat met een neutrale overheid en gelijke behandeling, ongeacht geloof. De partij verzet zich tegen discriminatie op basis van religie en pleit voor individuele autonomie, waarbij morele keuzes niet door religieuze dogma’s maar door redelijkheid en mededogen worden bepaald. Concrete voorstellen zijn onder meer het bestrijden van haat en geweld tegen religieuze minderheden en het waarborgen van zelfbeschikking op medisch-ethisch gebied.
D66 wil dat iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht geloof, en verzet zich tegen discriminatie op basis van religie. De partij benadrukt het belang van een inclusieve samenleving waarin religieuze minderheden worden beschermd en de overheid neutraal is.
“D66 wil alle vormen van uitsluiting, racisme en discriminatie doorbreken: of het nu gaat om afkomst of geloof (jodenhaat of moslimhaat), huidskleur (zoals anti-zwart of anti-Aziatisch racisme), leeftijd, armoede, beperking, neurodiversiteit (zoals ADHD of autisme), seksuele oriëntatie of genderidentiteit (queerhaat) of omdat iemand een vrouw is.”
“Haat en geweld tegen mensen vanwege hun geloof, afkomst, seksuele oriëntatie of genderidentiteit neemt toe. Dat moet stoppen. We investeren in gespecialiseerde rechercheurs en betere training bij de politie. We nemen extra beveiligingsmaatregelen waar dat nodig is, zoals bij moskeeën en synagogen.”
D66 pleit voor individuele autonomie bij medisch-ethische kwesties en verwerpt regels gebaseerd op religieuze dogma’s. De partij wil dat keuzes over leven, dood en gezondheid worden gemaakt op basis van redelijkheid, mededogen en het recht op zelfbeschikking.
De SGP verzet zich expliciet tegen een seculiere samenleving en pleit voor een overheid die zich baseert op christelijke waarden en normen, ook in het publieke domein. De partij waarschuwt voor de risico’s van zowel seculier-liberale als islamitische radicalisering en wil dat christelijke deugden en tradities een centrale rol blijven spelen in beleid en samenleving. Concreet stelt de SGP voor om in het onderwijs en overheidsbeleid ruimte te geven aan geloof, hoop en liefde, en waarschuwt zij voor een overheid die zich te neutraal of seculier opstelt.
De SGP vindt dat de overheid niet neutraal of seculier moet zijn, maar zich actief moet laten leiden door christelijke waarden en normen. Zij ziet de secularisatie van het publieke domein als een bedreiging en pleit voor het behoud van christelijke tradities in beleid, onderwijs en samenleving.
“De klassiek christelijke traditie staat in onze samenleving echter van verschillende kanten onder druk. Aan de ene kant is dat de inzet van radicale liberalen die vrijheid prediken, maar die de Bijbel het zwijgen willen opleggen in de publieke ruimte.”
“De overheid moet alert zijn op radicalisering in zowel de seculier-liberale als de islamitische beweging.”
“Terwijl menigeen vindt dat de overheid zich neutraler moet opstellen, is diezelfde overheid steeds actiever met het uitrollen van regenboogpaden, het deelnemen aan protesten en meevaren bij de Gaypride.”
“In het burgerschapsonderwijs moeten bij de uitwerking van de wettelijke kernwaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit ook de deugden geloof, hoop en liefde aan bod komen.”
BIJ1 benoemt het begrip "seculier" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct gericht zijn op het bevorderen van een seculiere staat of het scheiden van religie en overheid. Wel zijn er enkele standpunten die raken aan religieuze neutraliteit en gelijke behandeling, met name rond het opheffen van religieus getinte verboden en het bestrijden van discriminatie op basis van religie. Specifiek beleid om de overheid seculier(er) te maken ontbreekt echter.
BIJ1 wil wetten en regels die religieuze minderheden benadelen, zoals het verbod op gezichtsbedekkende kleding en het hoofddoekverbod voor bepaalde beroepen, direct opheffen. Dit standpunt is gericht op het waarborgen van gelijke behandeling ongeacht religie, maar is niet expliciet gemotiveerd vanuit een seculier principe, eerder vanuit antidiscriminatie.
“Het gedeeltelijke verbod op gezichtsbedekkende kleding (in de volksmond “niqab-verbod”) heffen we direct op. Ook het verbod op een hoofddoek dragen voor rechters, griffiers en bij de politie”
“Wetten en regels die moslims onterecht koppelen aan onveiligheid trekken we in.”
“Onnodige, repressieve verplichtingen en verboden, zoals de verplichting een ID te kunnen tonen en het verbod op gezichtsbedekkende kleding, worden afgeschaft.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een seculiere benadering van het onderwijs en de samenleving, waarbij gelijke behandeling en het tegengaan van religieuze uitsluiting centraal staan. De partij wil artikel 23 moderniseren zodat scholen niemand mogen weigeren op basis van geloof of achtergrond, en pakt informeel onderwijs aan dat indruist tegen Nederlandse seculiere waarden. Hiermee beoogt GroenLinks-PvdA een inclusieve, neutrale publieke sfeer waarin religie geen reden mag zijn voor uitsluiting of discriminatie.
GroenLinks-PvdA wil het onderwijsstelsel seculierder maken door te voorkomen dat scholen leerlingen of leraren weigeren op basis van religie. Dit adresseren ze door artikel 23 van de Grondwet te moderniseren, zodat gelijke toegang en inclusie voorop staan, ongeacht religieuze achtergrond.
“We moderniseren artikel 23. Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
“Iedereen mag meedoen. We moderniseren artikel 23. Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
De partij erkent dat informeel onderwijs (zoals weekendscholen) waardevol kan zijn, maar grijpt in wanneer daar onderwijs wordt gegeven dat strijdig is met Nederlandse seculiere normen en waarden. Dit standpunt is gericht op het beschermen van een neutrale, inclusieve samenleving.
“Helaas zijn er te veel voorbeelden van weekendscholen waar les wordt gegeven op een manier die indruist tegen Nederlandse waarden en normen. Waar dit gebeurt pakken we dit aan. We bezien hoe we effectief ondermijning van onze normen en waarden tegen kunnen gaan.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt het belang van een seculiere samenleving waarin religieuze uitingen in het publieke domein worden gerespecteerd, maar niet worden opgelegd. Ze pleiten voor gelijke behandeling van alle religies en levensbeschouwingen, en beschermen individuele vrijheid om al dan niet religieus te zijn, zonder religieuze dwang vanuit de overheid.
De PvdD vindt dat de overheid neutraal moet zijn ten opzichte van religie en levensbeschouwing, en dat iedereen vrij moet zijn om zijn of haar religie of overtuiging te uiten, zolang dit niet leidt tot discriminatie of uitsluiting. Dit standpunt adresseert het probleem van religieuze discriminatie en waarborgt een seculiere, inclusieve samenleving.
De SP kiest duidelijk voor een seculiere benadering van het onderwijs: scholen moeten kinderen niet scheiden op basis van geloof of levensovertuiging. Ze willen openbare en inclusieve scholen, en pleiten voor modernisering van artikel 23 van de Grondwet om dit te waarborgen. Het doel is om onderwijs te gebruiken als verbindende factor in de samenleving, zonder religieuze of levensbeschouwelijke barrières.
De SP vindt het scheiden van leerlingen op basis van godsdienst of levensbeschouwing achterhaald en ongewenst. Ze willen dat alle kinderen samen opgroeien op openbare scholen, ongeacht hun achtergrond, en willen daarom artikel 23 van de Grondwet moderniseren. Dit standpunt adresseert het probleem van verzuiling en religieuze segregatie in het onderwijs en bepleit een seculiere, inclusieve benadering.
“Leerlingen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing is daarom achterhaald en ongewenst. We willen geen gesloten bolwerken, maar scholen die midden in de samenleving staan. Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
“We maken daarom een begin met de modernisering van artikel 23 van de grondwet.”
Volt kiest expliciet voor een seculiere samenleving door te pleiten voor het stopzetten van de financiering van religieus onderwijs. Hun belangrijkste concrete voorstel is het beëindigen van bekostiging van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, waarvoor een grondwetswijziging nodig is. Volt ziet dit als essentieel om kinderen met verschillende achtergronden samen te brengen en zo een open, inclusieve samenleving te bevorderen.
Volt wil dat de overheid geen religieus onderwijs meer financiert, omdat dit segregatie in de hand werkt en ontmoeting tussen kinderen van verschillende overtuigingen belemmert. Door de bekostiging van religieuze scholen te beëindigen, wil Volt bijdragen aan een seculiere, open samenleving waarin kinderen van diverse achtergronden samen opgroeien. Hiervoor is een aanpassing van artikel 23 van de Grondwet noodzakelijk.
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma