JA21 pleit voor onderwijs waarin Nederlandse, seculiere waarden centraal staan en is kritisch op religieuze (met name islamitische) scholen vanwege het risico op segregatie en parallelle samenlevingen. De partij wil een debat over het moderniseren van artikel 23 van de Grondwet om de nadruk te leggen op democratische rechtsstaatwaarden en strenger toezicht op islamitisch onderwijs. JA21 verzet zich tegen ideologische of religieuze indoctrinatie op scholen en wil het onderwijs vrij houden van activisme.
JA21 vindt dat het onderwijs jonge mensen moet vormen tot weerbare burgers op basis van Nederlandse, seculiere waarden zoals gelijkwaardigheid, vrijheid van meningsuiting en religie, en de democratische rechtsstaat. Tegelijkertijd moet het onderwijs geen ideologisch of religieus opvoedingsinstituut zijn en moet indoctrinatie worden voorkomen.
“Het onderwijs moet jonge mensen vormen tot weerbare burgers die stevig in hun schoenen staan. Tegelijkertijd moet de school niet een ideologisch opvoedingsinstituut zijn met verplichte indoctrinatie over seksualiteit, religie en normen en waarden. Woke moralisme en verplicht moskeebezoek is aan JA21 niet besteed.”
“In het onderwijs moeten de Nederlandse normen en waarden zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw en gelijkgeslachtelijke relaties, het je houden aan de wet, rekening houden met de ander, de vrijheid van meningsuiting en religie, de democratische rechtstaat centraal staan.”
JA21 beschouwt de groei van islamitische scholen als onwenselijk vanwege het risico op segregatie en pleit voor een debat over het moderniseren van artikel 23 van de Grondwet. Daarbij moet de nadruk komen te liggen op het waarborgen van democratische rechtsstaatwaarden en strenger toezicht op religieus onderwijs.
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen. JA21 staat open voor een debat of in het huidige tijdsgewricht artikel 23 van de Grondwet met betrekking tot islamitisch onderwijs nog gehandhaafd kan blijven.”
“JA21 pleit voor een modernisering van artikel 23 GW waarbij eerbiediging van de waarden van de democratische rechtstaat zoals gelijkwaardigheid, vrijheid van geloof en meningsuiting en afwijzing van discriminatie, antisemitisme en haat wordt gewaarborgd.”
“Verscherpt toezicht op islamitisch onderwijs.”
JA21 wil dat het onderwijs vrij blijft van activisme en dat docenten hun persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet opdringen aan studenten. Dit geldt zowel voor religieuze als andere ideologische stromingen.
“Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn. De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen.”
“De universiteiten en HBO-instellingen moeten zorgen voor een veilige omgeving bijvoorbeeld door kaders te stellen wat betreft het ‘activisme-vrij’ zijn van de collegebanken en gebouwen, door uit te spreken dat ideologische beïnvloeding niet wordt getolereerd en bij schending tot ontslag kan leiden...”
JA21 benadrukt het belang van een strikte scheiding tussen kerk en staat, wat impliceert dat religieuze invloeden geen rol mogen spelen in het publieke domein, inclusief het onderwijs.
“Handhaving van de strikte scheiding tussen kerk en staat. Dus geen religieuze bijeenkomsten in de openbare ruimte en geen overheidsdienaren bij religieus gerelateerde bijeenkomsten.”
De PVV pleit voor een streng seculier onderwijssysteem waarin religieuze invloeden, met name het islamitisch onderwijs, worden geweerd en verboden. De partij wil onderwijs beperken tot basisvaardigheden en vaderlandse geschiedenis, met nadruk op politieke neutraliteit van leraren en het verbod op religieuze (islamitische) scholen. De kern van hun visie is dat onderwijs vrij moet zijn van religieuze en politieke indoctrinatie, en volledig gericht op Nederlandse waarden en taal.
De PVV wil islamitisch onderwijs volledig verbieden, omdat zij dit zien als een bedreiging voor de seculiere en democratische waarden van Nederland. De partij stelt dat islamitisch onderwijs niet beschermd zou moeten worden door de grondwettelijke vrijheid van onderwijs of godsdienst, omdat het volgens hen leidt tot indoctrinatie met antidemocratische ideeën.
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“Daarom stelt de PVV dat islamitisch onderwijs geen bescherming verdient onder artikel 6 of 23 van onze Grondwet en moet worden verboden.”
“We zien een explosieve groei van islamitisch onderwijs... Deze groei betekent dat steeds méér kinderen onderwijs krijgen waarin de sharia centraal staat in plaats van Nederlandse wetten en waarden.”
“De PVV wil af van het islamitisch onderwijs”
De PVV wil dat onderwijsinstellingen en leraren strikt politiek en religieus neutraal zijn. Zij verzetten zich tegen elke vorm van indoctrinatie, zowel religieus als politiek, en willen dat opvoeding en morele vorming aan de ouders wordt overgelaten. Het onderwijs moet zich beperken tot basisvaardigheden en kennisoverdracht.
“Politieke neutraliteit van de leraren”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders.”
“Leraren moeten kinderen bijbrengen hóé ze moeten denken, maar niet wát ze moeten denken en vinden.”
De ChristenUnie verzet zich expliciet tegen volledig seculier onderwijs en benadrukt het belang van levensbeschouwelijke vorming op alle scholen. Ze verdedigen krachtig de vrijheid van onderwijs (artikel 23 Grondwet), zodat ouders kunnen kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging, en willen levensbeschouwelijk onderwijs ook in het openbaar onderwijs waarborgen.
De ChristenUnie vindt dat onderwijs niet neutraal of seculier moet zijn, maar ruimte moet bieden voor levensbeschouwelijke vorming. Ze verdedigen het recht van ouders om te kiezen voor onderwijs dat aansluit bij hun (geloofs)overtuiging en willen dat alle scholen, ook openbare, structureel aandacht besteden aan levensbeschouwing. Dit wordt gezien als essentieel voor de brede ontwikkeling van kinderen en het versterken van diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijs.
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
“Levensbeschouwelijke vorming helpt hen om daarin hun weg te vinden. De ChristenUnie wil dat alle scholen structureel aandacht besteden aan levensbeschouwelijke vorming.”
“Levensbeschouwelijk onderwijs in het openbaar onderwijs wordt gewaarborgd...”
“Het grondwettelijke recht op onderwijsvrijheid maakt het mogelijk dat verschillende levensbeschouwelijke en pedagogische visies naast elkaar bestaan en versterkt de diversiteit en keuzevrijheid in het onderwijs.”
“Ouders en andere opvoeders hebben ruimte en vrijheid nodig om hun kinderen op te voeden volgens hun eigen normen, waarden en (geloofs)overtuiging. Juist ook in de keuze voor onderwijs. Onderwijsvrijheid is een fundamenteel recht dat bescherming nodig heeft.”
De ChristenUnie wil dat ook in het hoger onderwijs ruimte blijft voor levensbeschouwelijke identiteit en dat instellingen met zo'n identiteit voldoende worden gefinancierd. Dit is bedoeld om de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in onderwijs en samenleving te stimuleren, en om studenten te helpen hun identiteit te verbinden met hun beroepspraktijk.
“De theologische en andere levensbeschouwelijke universiteiten vervullen een belangrijke functie in het bestel. Zij stimuleren de ontwikkeling van levensbeschouwelijke perspectieven in het onderwijs en samenleving. We zorgen dat deze instellingen afdoende gefinancierd worden en kunnen blijven voortbestaan.”
“Ook in het hbo wordt de positie van instellingen met een levensbeschouwelijke identiteit verstevigd, waarbij in het onderwijs de levensbeschouwelijke identiteit van studenten in verband kan worden gebracht met de beroepspraktijk.”
FVD pleit niet voor seculier onderwijs, maar juist voor het behoud en de versterking van bijzonder (religieus of levensbeschouwelijk) onderwijs, met nadruk op keuzevrijheid en het recht op een eigen identiteit. Tegelijkertijd wil FVD dat scholen neutraal blijven op het gebied van ideologieën als 'woke', LGBT- en transgender-activisme, en pleit het voor een verbod op activistische uitingen en subsidies voor ideologische organisaties in het onderwijs. De kern van hun visie is: maximale vrijheid voor scholen om hun eigen identiteit te bepalen, zolang het onderwijs vrij blijft van door de overheid opgelegde ideologische beïnvloeding.
FVD verzet zich expliciet tegen de invoering van seculier onderwijs als norm en verdedigt het recht van scholen op een eigen (ook religieuze) identiteit. Ze willen artikel 23 van de Grondwet behouden, zodat bijzonder onderwijs (waaronder religieus onderwijs) zijn eigen koers kan varen en aannamebeleid mag voeren. Dit wordt gepresenteerd als essentieel voor keuzevrijheid en diversiteit in het onderwijs.
“Daarnaast staat keuzevrijheid centraal. Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren.”
“We behouden artikel 23 Grondwet, zodat scholen in het bijzonder onderwijs hun eigen identiteit en aannamebeleid kunnen behouden.”
FVD wil dat scholen neutraal zijn ten aanzien van moderne ideologieën zoals woke, LGBT- en transgender-activisme. Zij stellen voor om subsidies aan organisaties die deze agenda’s uitdragen te stoppen, activistische vlaggen te verbieden en transgender/LGBT-propaganda op scholen te verbieden. Dit wordt gepresenteerd als het waarborgen van neutraliteit en veiligheid op scholen, maar is niet gericht op religieuze neutraliteit (secularisme), maar op het weren van bepaalde hedendaagse ideologieën.
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
“Ideologisch geladen vlaggen zoals regenboog- en Oekraïnevlaggen horen niet thuis op scholen of bij overheidsinstellingen: de overheid behoort neutraal te zijn.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en jeugd-tv, zodat kinderen beschermd worden tegen schadelijke ideologische beïnvloeding.”
FVD wil de macht van grote onderwijskoepels beperken en individuele scholen meer autonomie geven, zodat beslissingen dichter bij ouders, docenten en leerlingen komen te liggen. Dit sluit aan bij hun visie op keuzevrijheid en het recht op een eigen identiteit, en is indirect relevant voor het debat over secularisme omdat het ruimte laat voor zowel religieus als niet-religieus onderwijs.
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
BIJ1 spreekt zich niet expliciet uit voor of tegen "seculier onderwijs" in de zin van het afschaffen van bijzonder (religieus) onderwijs, maar legt sterk de nadruk op inclusief, toegankelijk en gedeeld onderwijs dat ruimte biedt aan alle perspectieven en vrij is van religieuze, koloniale of racistische invloeden. Het programma focust op het dekoloniseren van het onderwijs, het tegengaan van discriminatie en het waarborgen van een veilige, neutrale leeromgeving voor iedereen. Concrete voorstellen zijn onder meer het dekoloniseren van lesmateriaal, het creëren van inclusieve scholen en het bevorderen van gelijke kansen, zonder expliciet religieus onderwijs te verbieden of af te schaffen.
BIJ1 wil dat het onderwijs vrij is van racistische, koloniale en eurocentrische invloeden en pleit voor een inclusieve, veilige leeromgeving voor alle leerlingen. Dit sluit aan bij een seculiere visie waarin geen enkele religie of ideologie dominant is, maar het programma noemt niet expliciet het afschaffen van religieus onderwijs. De nadruk ligt op het waarborgen van neutraliteit en inclusiviteit in het curriculum en de schoolomgeving.
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis. We rekenen af met de focus op Europa en lesmateriaal dat racisme in de hand werkt.”
“Scholen moeten actief verantwoordelijkheid nemen en een veilige en inclusieve omgeving creëren voor al hun leerlingen.”
“Scholen gaan verantwoordelijkheid nemen om een veilige leeromgeving te creëren voor achtergestelde groepen leerlingen. We maken wetten en regels in samenwerking met ervaringsdeskundigen en professionals om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie binnen onderwijsinstellingen te stoppen.”
Het programma benadrukt dat onderwijs toegankelijk, inclusief en gelijkwaardig moet zijn voor iedereen, ongeacht achtergrond, religie of afkomst. Dit impliceert een voorkeur voor onderwijs dat niet segregeert op basis van religie, maar het wordt niet expliciet als "seculier onderwijs" benoemd.
“Het mag niet uitmaken wie je bent, waar je vandaan komt, of wat het inkomen of de achtergrond van je ouders is: ieder mens moet zich kunnen ontwikkelen, op jonge én latere leeftijd.”
“We zetten ons in voor inclusieve en betaalbare onderwijs-, kunst-, cultuur- en mediasectoren die onze diverse samenleving weerspiegelen en ruimte bieden aan alle perspectieven.”
De SGP verzet zich tegen een seculier onderwijssysteem en verdedigt krachtig de vrijheid van onderwijs op religieuze grondslag. Zij willen dat scholen, ouders en leerlingen de ruimte behouden om onderwijs te kiezen en vorm te geven volgens hun eigen (christelijke) overtuiging, zonder inmenging van de overheid in de identiteit of het curriculum. Concrete voorstellen zijn het behouden van artikel 23 van de Grondwet, het waarborgen van religieuze invulling van burgerschapsonderwijs, en het afwijzen van verplichte seculiere lesmethoden.
De SGP vindt dat onderwijs niet neutraal of seculier hoeft te zijn, maar juist ruimte moet bieden aan religieuze overtuigingen van ouders en scholen. Zij zien de vrijheid van onderwijs als essentieel voor een pluriforme samenleving en verzetten zich tegen pogingen om het onderwijs te uniformeren of te seculariseren.
“De vrijheid van onderwijs is goed voor heel de samenleving.”
“De overheid dient zowel het recht van ouders te eerbiedigen om een school te kiezen die past bij hun overtuiging als het recht van scholen om voluit uitwerking te geven aan die overtuiging, bijvoorbeeld in het curriculum.”
“Aan de inhoud van artikel 23 van de Grondwet wordt niet gemorreld. De regels inzake het toelaten van leerlingen, het benoemen van personeel en de burgerschapsopdracht blijven ongewijzigd.”
De SGP wil dat scholen de wettelijke kernwaarden in het burgerschapsonderwijs naar eigen (religieuze) overtuiging mogen invullen, en verzet zich tegen een verplichte seculiere invulling.
“Scholen houden op grond van de vrijheid van onderwijs voluit de ruimte om in het burgerschapsonderwijs de wettelijke kernwaarden naar eigen overtuiging in te vullen.”
De SGP is tegen verplichte deelname aan seculiere lesmethoden of begeleiding door organisaties als Rutgers of de GGD, en wil dat subsidie beschikbaar is voor alle erkende lesmethoden, inclusief religieuze.
“Subsidie moet beschikbaar zijn voor alle erkende lesmethoden over seksualiteit en relaties, zonder verplichte scholing en begeleiding van Rutgers of de GGD.”
DENK verwerpt het idee van seculier onderwijs en verdedigt krachtig het recht op religieus en bijzonder onderwijs, met expliciete steun voor artikel 23 van de Grondwet. De partij wil geen extra belemmeringen voor het stichten van religieuze scholen, geen overheidscontrole op religieus onderwijs, en pleit voor meer ruimte voor religieuze expressie binnen het onderwijs. DENK ziet religie als een waardevol onderdeel van de samenleving en het onderwijs, en verzet zich tegen pogingen tot secularisering van het onderwijsstelsel.
DENK positioneert zich expliciet tegen seculier onderwijs door het recht op religieus en bijzonder onderwijs te verdedigen en artikel 23 onaangetast te laten. De partij wil geen extra belemmeringen voor het stichten van nieuwe religieuze scholen en ziet religie als een verrijking van het onderwijs, niet als iets dat eruit geweerd moet worden.
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK verzet zich tegen overheidsbemoeienis en toezicht op religieus onderwijs, en wil bestaande controlemechanismen intrekken. Dit standpunt is een direct antwoord op pogingen om religieus onderwijs te reguleren of te beperken vanuit een seculier perspectief.
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
In plaats van secularisering, wil DENK juist meer ruimte voor religieuze beleving en erkenning van religieuze diversiteit op scholen. Dit uit zich in voorstellen voor stilteruimtes, religieus verlof en het vermijden van tentamens op religieuze feestdagen.
“Stilteruimtes op scholen en het recht op religieus verlof voor leerlingen én medewerkers. Tentamens worden niet meer ingepland tijdens belangrijke religieuze feestdagen.”
De SP kiest duidelijk voor seculier, openbaar en inclusief onderwijs waarin afkomst, geloof of levensovertuiging geen rol spelen bij toelating of onderwijsinhoud. De partij wil een algemene acceptatieplicht invoeren, het scheiden van kinderen op basis van religie of levensbeschouwing beëindigen, en een begin maken met de modernisering van artikel 23 van de Grondwet om het openbaar onderwijs te versterken.
De SP vindt het achterhaald en ongewenst dat kinderen op basis van godsdienst of levensbeschouwing gescheiden worden. Zij willen dat alle scholen ieder kind accepteren, ongeacht achtergrond, en dat scholen geen gesloten bolwerken zijn maar midden in de samenleving staan. Dit moet leiden tot meer verbinding en gelijkwaardigheid tussen kinderen.
“Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen. De samenleving is niet meer verzuild. Leerlingen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing is daarom achterhaald en ongewenst. We willen geen gesloten bolwerken, maar scholen die midden in de samenleving staan. Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
“Scholen mogen geen kinderen weigeren. Elke school moet ieder kind accepteren, ongeacht geloof, afkomst, beperking of inkomen. We voeren daarom een algemene acceptatieplicht in.”
“Geen scholen die kinderen scheiden.”
De SP wil artikel 23 van de Grondwet moderniseren om het openbaar onderwijs te versterken en te zorgen dat overal voldoende openbaar primair en voortgezet onderwijs is. Dit is bedoeld om het seculiere karakter van het onderwijs te waarborgen en te voorkomen dat religieuze of levensbeschouwelijke scheidslijnen het onderwijs bepalen.
“We maken daarom een begin met de modernisering van artikel 23 van de grondwet. Overal in het land moet voldoende openbaar primair en voortgezet onderwijs zijn. Een openbare school die fuseert blijft openbaar.”
Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs en verdedigt het recht van ouders om scholen te kiezen die passen bij hun overtuiging, inclusief religieuze scholen. Het programma noemt nergens expliciet "seculier onderwijs" en doet geen voorstellen om het onderwijs te ontkerkelen of te seculariseren; in plaats daarvan benadrukt het CDA het belang van diversiteit en de bescherming van de eigenheid van scholen, zolang de kwaliteit en voorbereiding op de democratische rechtsstaat gewaarborgd blijven. Concrete beleidsvoorstellen over het bevorderen van seculier onderwijs ontbreken volledig.
Het CDA verdedigt krachtig het bestaande systeem van vrijheid van onderwijs, waarbij ouders scholen kunnen kiezen op basis van hun levensbeschouwelijke overtuiging, inclusief religieuze scholen. Dit standpunt adresseert direct het debat over seculier versus bijzonder (religieus) onderwijs, en positioneert het CDA duidelijk tegen het verplicht seculier maken van het onderwijs.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
Het CDA doet geen voorstellen om het onderwijs seculier te maken of religieuze invloeden te beperken. In plaats daarvan wordt de diversiteit van scholen juist als verrijking gezien, zolang de basiswaarden van de democratische rechtsstaat worden gerespecteerd. Dit betekent dat het CDA geen beleid voert richting meer seculier onderwijs, maar juist de bestaande pluriformiteit wil behouden.
“Brede scholen moeten ruimte bieden voor diversiteit in talenten, lesstof en persoonlijke ontwikkeling, zodat gezamenlijkheid niet leidt tot uniformiteit maar tot wederzijdse verrijking.”
D66 benoemt het belang van gelijke kansen en inclusiviteit in het onderwijs, maar het verkiezingsprogramma bevat geen expliciete of concrete voorstellen voor het bevorderen van seculier onderwijs of het beperken van religieuze invloeden op scholen. De partij richt zich vooral op het samenbrengen van kinderen van verschillende achtergronden en het bouwen aan één publieke voorziening voor alle kinderen, zonder onderscheid te maken op basis van religie. Er zijn geen directe beleidsmaatregelen of standpunten die specifiek het thema "seculair onderwijs" adresseren.
D66 doet in het verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken of voorstellen over het bevorderen van seculier onderwijs, het beperken van religieuze scholen, of het scheiden van onderwijs en religie. De partij legt de nadruk op gelijke kansen, inclusiviteit en het samenbrengen van kinderen, maar zonder expliciet het seculiere karakter van het onderwijs te benoemen of te bepleiten.
“We bouwen aan één publieke voorziening voor alle kinderen van 1 tot 15 jaar. Daarin kan ieder kind, in eigen tempo en vanuit de eigen achtergrond, groeien.”
“D66 wil dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school kunnen gaan. Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn.”
“Waar je geboren bent en opgroeit, mag niet bepalen welke verwachtingen het onderwijs van je heeft. We doorbreken hardnekkige patronen van lage verwachtingen. We werken vanuit hoge verwachtingen van ieder kind, ongeacht je achtergrond.”
GroenLinks-PvdA pleit voor modernisering van artikel 23 van de Grondwet om discriminatie op basis van geloof of achtergrond in het onderwijs te verbieden, waarmee zij de basis leggen voor een meer seculier onderwijssysteem. De partij wil dat alle scholen, ongeacht hun grondslag, toegankelijk zijn voor iedereen en dat onderwijsinstellingen geen leerlingen of leraren mogen weigeren vanwege religie. Hiermee beogen zij gelijke kansen en inclusiviteit in het onderwijs te bevorderen.
GroenLinks-PvdA wil artikel 23 moderniseren zodat scholen geen leerlingen of leraren meer mogen weigeren op basis van geloof of achtergrond. Dit is een directe ingreep op de vrijheid van bijzonder (religieus) onderwijs en beoogt het onderwijs seculairder en inclusiever te maken. Het adresseren van discriminatie op religieuze gronden wordt gezien als essentieel voor gelijke kansen en een open samenleving.
“We moderniseren artikel 23. Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
“Iedereen mag meedoen. We moderniseren artikel 23. Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
De partij wil optreden tegen informele (vaak religieus geïnspireerde) weekendscholen die lesgeven op een manier die strijdig is met Nederlandse normen en waarden. Dit voorstel raakt aan de wens om onderwijs, ook buiten het reguliere systeem, in lijn te brengen met seculiere en democratische principes.
“Helaas zijn er te veel voorbeelden van weekendscholen waar les wordt gegeven op een manier die indruist tegen Nederlandse waarden en normen. Waar dit gebeurt pakken we dit aan. We bezien hoe we effectief ondermijning van onze normen en waarden tegen kunnen gaan.”
De VVD wil het onderwijs in Nederland sterker seculier maken door de vrijheid van onderwijs te beperken waar deze botst met gelijkheid en inclusiviteit. Ze pleiten voor het moderniseren van artikel 23 van de Grondwet, het invoeren van een acceptatieplicht voor bijzondere scholen, het afschaffen van identiteitsverklaringen, en het tegengaan van de groei van orthodoxe (met name islamitische) scholen. Gemeenten krijgen meer zeggenschap over nieuwe scholen en openbare scholen hoeven geen gebedsruimtes te faciliteren.
De VVD vindt dat de vrijheid van onderwijs niet langer mag leiden tot uitsluiting of discriminatie. Ze willen artikel 23 van de Grondwet aanpassen, een acceptatieplicht voor bijzondere scholen invoeren en identiteitsverklaringen afschaffen, zodat alle leerlingen toegang hebben tot alle scholen ongeacht hun achtergrond.
“We blijven zien dat de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, botst met het gelijkheidsbeginsel. Daarom passen we artikel 23 aan, zodat de vrijheid van onderwijs niet langer het gelijkheidsbeginsel ondermijnt. De vrijheid van onderwijs mag nooit een vrijbrief vormen voor uitsluiting. Er komt een acceptatieplicht van leerlingen in het bijzonder onderwijs. Identiteitsverklaringen schaffen we af.”
De VVD wil de groei van orthodoxe (vooral islamitische) scholen beperken door de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen te schrappen en gemeenten instemmingsrecht te geven bij het oprichten van nieuwe bekostigde scholen. Dit moet segregatie en vervreemding tegengaan en de invloed van religie op het onderwijs beperken.
“Geen wildgroei aan nieuwe orthodoxe scholen: Met de komst van de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen is er in ons land een flink aantal bijzondere, en met name Islamitische scholen, bijgekomen... Daarom schrappen we de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen en geven we de gemeenteraad instemmingsrecht bij het oprichten van nieuwe bekostigde scholen.”
De VVD stelt dat openbare scholen niet verplicht mogen worden om gebeds- of stilteruimtes in te richten, omdat dit indruist tegen het seculiere karakter van openbaar onderwijs.
“We staan niet toe dat openbare scholen verplicht worden tot het inrichten van een stilteruimte of een gebedsruimte. Dit staat haaks op de kern van ons openbaar onderwijs.”
BBB staat pal voor de vrijheid van onderwijs zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, en verdedigt daarmee het recht op religieus én seculier onderwijs. Tegelijkertijd wil BBB voorkomen dat deze vrijheid leidt tot het verspreiden van antidemocratische of haatdragende denkbeelden, en is bereid artikel 23 aan te passen als dat nodig blijkt. BBB kiest dus niet expliciet voor seculier onderwijs, maar voor een pluralistisch stelsel met strikte grenzen aan extremisme.
BBB verdedigt het bestaande systeem waarin scholen – zowel religieus als seculier – hun eigen onderwijsvisie en identiteit mogen bepalen. De partij ziet vrijheid van onderwijs als een kernwaarde, maar stelt hier duidelijke grenzen aan wanneer het gaat om antidemocratische of haatdragende ideeën.
“BBB staat pal voor de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Scholen mogen niet de ruimte krijgen om antidemocratische of haatdragende denkbeelden te verspreiden. De overheid moet deze vrijheid beschermen en bewaken. De komende tijd wordt bezien of dit binnen de grenzen van artikel 23 kan. Indien dat niet zo blijkt te zijn, staat BBB open voor aanpassing om te voorkomen dat deze vrijheid onbedoeld bijdraagt aan radicalisering.”
BBB wil een stop op de oprichting van nieuwe islamitische scholen, met als argumentatie problemen rond integratie, buitenlandse invloeden en onderwijskwaliteit. Dit is een uitzondering op de algemene steun voor onderwijsvrijheid en raakt direct aan het debat over seculier versus religieus onderwijs.
“Met het oog op de grote problemen bij islamitische scholen vanwege gebrekkige integratie, buitenlandse invloeden, onderwijskwaliteit, radicalisering en anti westerse opvattingen moet er een stop komen op nieuwe islamitische scholen.”
BVNL pleit voor een strikt seculiere staat en wil dat het onderwijs volledig gevrijwaard blijft van politieke en religieuze indoctrinatie. De partij stelt dat opvoeding primair bij de ouders ligt en dat scholen zich moeten richten op basisvaardigheden, zonder ideologische of religieuze beïnvloeding. Concrete voorstellen zijn het waarborgen van neutraliteit in het onderwijs en het beperken van de invloed van de staat en religie op scholen.
BVNL wil dat het onderwijs, van basisschool tot universiteit, volledig neutraal is en geen politieke of religieuze vorming bevat. Dit standpunt is gebaseerd op het idee dat opvoeding de verantwoordelijkheid van ouders is en dat scholen zich moeten beperken tot het overbrengen van kennis en basisvaardigheden. Hiermee adresseert BVNL het probleem van ideologische beïnvloeding in het onderwijs en bepleit zij een strikt seculiere benadering.
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
BVNL benadrukt dat de staat seculier moet zijn en dat overheid en religie strikt gescheiden blijven. Dit principe wordt doorgetrokken naar het onderwijs, waar wetgeving en beleid gebaseerd moeten zijn op neutrale, niet-religieuze principes. Hiermee wil BVNL voorkomen dat religieuze instellingen invloed uitoefenen op het onderwijsbeleid.
“BVNL wil dat de staat seculier is. Overheid en religie blijven strikt gescheiden, de overheid bemoeit zich niet met religieuze aangelegenheden en religieuze instellingen hebben geen invloed op het overheidsbeleid. Wetgeving, rechtspraak en bestuur worden gebaseerd op neutrale, niet-religieuze principes.”
NSC erkent expliciet de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke grondslag te kiezen, maar stelt duidelijke grenzen aan misbruik van deze vrijheid, met name tegen fundamentalistische invloeden. Het programma benadrukt respect voor artikel 23 van de Grondwet, maar wil toezicht en transparantie waarborgen om te voorkomen dat religieuze of buitenlandse invloeden het onderwijs ondermijnen. Seculier onderwijs wordt niet als expliciet doel genoemd, maar de partij zet zich in voor bescherming van mensenrechten, naleving van het curriculum en transparantie in financiering.
NSC ondersteunt de vrijheid van onderwijs en het recht op een eigen levensbeschouwelijke grondslag, maar stelt dat deze vrijheid niet mag worden misbruikt. De partij wil dat scholen voldoen aan het reguliere curriculum en de wet, en dat de Onderwijsinspectie hierop toeziet. Er wordt een grens getrokken tegen fundamentalistische stromingen en buitenlandse beïnvloeding, met verplichte transparantie over financiering van religieuze instellingen.
“We erkennen de vrijheid van ouders en scholen om een eigen levensbeschouwelijke grondslag te kiezen als basis voor de opvoeding en vorming van kinderen. Hierbij moet worden voldaan aan het reguliere curriculum en aan de wet. De Onderwijsinspectie moet hierop kunnen toezien. We hechten aan artikel 23 van de Grondwet, maar de vrijheid van onderwijs mag niet worden misbruikt.”
“We trekken een duidelijke grens ten aanzien van fundamentalistische stromingen die de vrijheden en mensenrechten aantasten. En aan beïnvloeding door buitenlandse regimes. Nederlanders met een migratieachtergrond moeten worden beschermd tegen ongewenste bemoeienis door de regering van hun land van herkomst. Religieuze instellingen worden verplicht om transparant te zijn over hoe ze worden gefinancierd. En we accepteren geen praktijken die haaks staan op onze waarden en vrijheden,”
De Partij voor de Dieren pleit voor onderwijs dat vrij is van discriminatie en religieuze dogma’s, en wil de vrijheid van onderwijs beperken waar deze leidt tot uitsluiting of discriminatie. Ze stellen voor om artikel 23 van de Grondwet aan te passen zodat scholen geen religieuze of andere overtuigingen mogen gebruiken om te discrimineren, en benadrukken dat onderwijs inclusief, objectief en seculier moet zijn.
De PvdD vindt dat de vrijheid van onderwijs niet gebruikt mag worden om te discrimineren op basis van religie, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Ze willen dat scholen seculier en inclusief zijn, en dat religieuze dogma’s geen reden mogen zijn voor uitsluiting. Dit wordt geconcretiseerd door het voorstel om artikel 23 van de Grondwet aan te passen.
“De vrijheid van onderwijs mag niet misbruikt worden om te discrimineren. Intentieverklaringen die homoseksualiteit en genderdiversiteit afwijzen zijn onacceptabel. Artikel 23 van de Grondwet wordt daarom aangepast.”
De partij benadrukt dat onderwijs objectief, inclusief en vrij van religieuze of ideologische beïnvloeding moet zijn. Dit betekent dat scholen een representatieve weerspiegeling van de samenleving moeten bieden en dat diversiteit en emancipatie centraal staan in het lesmateriaal.
“Samenstellers van leermethoden zorgen bij ieder vak voor een representatieve weerspiegeling van de samenleving in hun lesmateriaal. Er worden hierover afspraken gemaakt met uitgeverijen. Diversiteit, inclusie en emancipatie zijn hierbij een aandachtspunt.”
Volt kiest expliciet voor seculier onderwijs door te stoppen met de financiering van religieus onderwijs en pleit voor aanpassing van artikel 23 van de Grondwet. Hun belangrijkste voorstel is dat alle scholen publiek toegankelijk en neutraal moeten zijn, zodat kinderen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten en van elkaar leren. Hiermee wil Volt segregatie tegengaan en gelijke kansen bevorderen.
Volt wil een einde maken aan het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen. Dit moet leiden tot meer ontmoeting tussen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen en een open, inclusieve samenleving. Hiervoor is een grondwetswijziging nodig.
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig.”
Volt wil dat alle scholen publiek toegankelijk zijn zonder financiële drempels en schaft privéscholen en speciale regelingen af. Dit bevordert gelijke kansen en voorkomt uitsluiting op basis van religie of financiële achtergrond.
“We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.”
50PLUS doet in haar verkiezingsprogramma geen expliciete uitspraken over seculier onderwijs of de scheiding tussen religie en onderwijs. Het programma richt zich vooral op het voorkomen van monopolieposities van schoolbesturen en het verbeteren van basisvaardigheden, zonder onderscheid te maken tussen openbaar, bijzonder of religieus onderwijs. Concrete voorstellen over het bevorderen van seculier onderwijs ontbreken volledig.
Het verkiezingsprogramma van 50PLUS bevat geen concrete of expliciete standpunten, voorstellen of beleidsmaatregelen met betrekking tot seculier onderwijs. Er wordt niet gesproken over de scheiding van kerk en staat in het onderwijs, het beperken van religieuze invloeden, of het bevorderen van openbaar/seculier onderwijs ten opzichte van bijzonder (religieus) onderwijs. De enige relevante passage betreft het voorkomen van monopolieposities van schoolbesturen, maar deze is niet specifiek gericht op seculariteit.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”