De PVV wil het onderwijs op scholen terugbrengen naar basisvaardigheden, met nadruk op discipline, veiligheid en Nederlandse identiteit. Ze pleiten voor een verbod op islamitisch onderwijs, afschaffing van "woke"- en klimaatonderwijs, en willen dat op scholen uitsluitend Nederlands wordt gesproken. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals herinvoering van schoolzwemmen, harde aanpak van pesters, en het waarborgen van politieke neutraliteit van leraren.
De PVV vindt dat scholen zich moeten richten op lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis, met orde en discipline in de klas. Politieke en "woke"-onderwerpen horen volgens hen niet thuis op school; opvoeding is aan de ouders.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
“Orde, rust en gezag terug in de klas”
De PVV beschouwt islamitisch onderwijs als een bedreiging voor de Nederlandse waarden en wil dit volledig verbieden, met een beroep op de Grondwet en uitspraken van het Europees Hof.
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“Daarom stelt de PVV dat islamitisch onderwijs geen bescherming verdient onder artikel 6 of 23 van onze Grondwet en moet worden verboden.”
“We zien een explosieve groei van islamitisch onderwijs. ... Deze groei betekent dat steeds méér kinderen onderwijs krijgen waarin de sharia centraal staat in plaats van Nederlandse wetten en waarden.”
De PVV wil dat op scholen en schoolpleinen uitsluitend Nederlands wordt gesproken, om integratie en nationale identiteit te bevorderen.
De partij eist dat leraren politiek neutraal zijn en geen eigen opvattingen overdragen aan leerlingen.
De PVV wil dat scholen veilig zijn en dat pesters streng worden aangepakt, in plaats van slachtoffers te laten vertrekken.
De partij wil af van de Week van de Lentekriebels en andere vormen van "woke"- of seksuele indoctrinatie op scholen.
BBB wil scholen behouden als basisvoorziening, vooral in kleine kernen, en legt de nadruk op het versterken van basisvaardigheden en vakonderwijs. De partij pleit voor minder administratieve lasten, meer autonomie voor scholen en leraren, en bescherming van de vrijheid van onderwijs, mits deze niet leidt tot radicalisering of haatdragende denkbeelden. Praktisch en regionaal onderwijs, inclusief speciaal onderwijs, krijgt extra waardering en ondersteuning.
BBB ziet scholen als essentieel voor de leefbaarheid van dorpen en wil sluiting tegengaan, ook bij dalende leerlingaantallen. Dit moet regionale ongelijkheid voorkomen en de basisvoorzieningen op peil houden.
“BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen. De kleinescholentoeslag zetten we om naar dunbevolktheid toeslag, zonder dat de totale kosten stijgen.”
“Scholen, sportverenigingen, bibliotheken, dorps en buurthuizen en zwembaden moeten makkelijk bereikbaar zijn. Wij maken ons sterk voor het behoud van deze basisvoorzieningen...”
“Leefbaarheid begint bij basisvoorzieningen: buurtscholen, streekbussen, zorg en politieposten moeten toegankelijk en bereikbaar blijven voor iedereen.”
BBB wil dat scholen zich weer richten op lezen, schrijven, rekenen en praktische vaardigheden, en minder op randzaken of ideologische thema’s. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en de waardering voor vakmanschap vergroten.
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis.”
“Er dient daarom meer aandacht te komen voor lezen, schrijven en rekenen op basisscholen en in het voortgezet onderwijs en verankering van digitale vaardigheden in het curriculum.”
“Naast een goed primair en voortgezet onderwijs speelt het beroepsonderwijs een belangrijke rol in de regio.”
BBB vindt dat leraren te veel tijd kwijt zijn aan administratie en protocollen, wat ten koste gaat van het lesgeven. De partij wil meer vertrouwen in de professional en ruimte voor eigen onderwijsvisies en schoolidentiteit.
“Te weinig tijd voor kerntaken, volle klassen en toenemende administratieve lasten maken het vak minder aantrekkelijk en vergroten het verloop.”
“We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap. Dit maakt het vak weer aantrekkelijker.”
BBB verdedigt de vrijheid van onderwijs, maar stelt grenzen als scholen haatdragende of antidemocratische denkbeelden verspreiden. De partij is bereid artikel 23 van de Grondwet aan te passen als dit nodig blijkt.
“BBB staat pal voor de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Scholen mogen niet de ruimte krijgen om antidemocratische of haatdragende denkbeelden te verspreiden.”
“Indien dat niet zo blijkt te zijn, staat BBB open voor aanpassing om te voorkomen dat deze vrijheid onbedoeld bijdraagt aan radicalisering.”
BBB wil dat onderwijsinstellingen, inclusief scholen, regionaal gespreid blijven zodat iedereen dichtbij huis goed onderwijs kan volgen. Dit geldt ook voor speciaal en praktijkonderwijs.
“BBB wil onderwijs dichtbij huis houden, juist ook in kleine kernen. Regionale spreiding is cruciaal: elke Nederlander heeft recht op goed onderwijs. Dat vraagt om behoud van scholen, beroepsopleidingen en onderwijsstructuren in de regio en buurten...”
“BBB streeft naar een dekkend aanbod in de regio’s voor zowel theoretische als praktische opleidingen.”
BBB vindt dat speciaal onderwijs behouden moet blijven en niet als eindstation mag dienen, maar als toegangspoort naar vervolgonderwijs of werk. Financiering mag niet automatisch wegvallen bij meer verzuim.
“Behoud van het gespecialiseerd onderwijs zodat elke leerling onderwijs op maat kan krijgen.”
“Speciaal en gespecialiseerd onderwijs is geen eindstation maar een toegangspoort.”
“Financiering van het speciaal onderwijs binnen een school mag niet automatisch wegvallen wanneer leerlingen in het speciaal onderwijs verklaarbaar meer verzuimen dan 50 procent.”
De Partij voor de Dieren wil scholen kleinschaliger, inclusiever en groener maken, met meer aandacht voor het individu en minder nadruk op cijfers en commerciële invloeden. Ze pleiten voor kleinere klassen, structurele investeringen, gezonde en duurzame schoolomgevingen, en gelijke kansen voor alle leerlingen. Hun visie draait om onderwijs als recht en ontwikkeling, niet als prestatie-industrie.
De PvdD wil af van grote scholengemeenschappen en ‘plofklassen’, en investeert in kleinere klassen, vaste contracten voor personeel en meer handen in de klas. Scholen moeten ruimte krijgen voor maatwerk, persoonlijke ontwikkeling en democratisering van het schoolbeleid, zodat leerlingen, leraren en ouders meer invloed krijgen.
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen. De school gaat over de klassengrootte en de medezeggenschapsraad krijgt instemmingsrecht.”
“Fusies tot grote schoolfabrieken zijn niet meer aan de orde. Het wordt eenvoudiger voor scholen om zelfstandig te opereren, buiten het grotere verband van een scholengemeenschap.”
“Scholen worden gedemocratiseerd, waardoor leraren, leerlingen en ouders meer invloed krijgen op het schoolbeleid.”
“Iedere leerling heeft recht op onderwijs dat past bij de persoonlijke mogelijkheden en talenten, in een veilige en prettige omgeving.”
De partij wil kansenongelijkheid tegengaan door bijles en onderwijsondersteuning gratis en via scholen te organiseren, in plaats van via commerciële bureaus.
“De wildgroei aan bijlesbureaus roepen we een halt toe. Onderwijsondersteuning wordt voortaan via scholen georganiseerd en is toegankelijk en gratis voor alle middelbareschoolleerlingen.”
PvdD zet sterk in op gezonde voeding, groene schoolpleinen en duurzame gebouwen. Scholen moeten gezonde, biologische en plantaardige maaltijden aanbieden en bijdragen aan het welzijn van leerlingen.
“Net als in veel andere landen bieden scholen gezonde maaltijden aan, met 100% biologische en plantaardige inkoop.”
“We investeren in groene schoolpleinen. Buitenlessen worden gestimuleerd.”
“We investeren in duurzame onderwijshuisvesting, met een laag energieverbruik en gezond binnenklimaat.”
De partij wil af van de toetscultuur en het rendementsdenken. Scholen moeten zich richten op brede ontwikkeling, niet alleen op cognitieve prestaties.
“Scholen horen niet primair gericht te zijn op rendementen, controle, concurrentie en commerciële modellen, maar op de ontwikkeling van de individuele leerling.”
“De Onderwijsinspectie gaat minder waarde hechten aan cijfers die leerlingen halen. Zo krijgen scholen de ruimte om afscheid te nemen van de toetscultuur.”
PvdD wil dat scholen toegankelijk zijn voor leerlingen met beperkingen en dat er landelijke richtlijnen komen voor leerlingenvervoer. Ze willen discriminatie tegengaan en objectieve schooladviezen bevorderen.
“Het Rijk investeert extra in toegankelijkheid van alle scholen voor mensen met een beperking.”
“Scholen krijgen handvatten om tot een meer objectief schooladvies te komen.”
“Scholen geven voorlichting over sekse-, gender- en seksuele diversiteit.”
Scholen moeten gezonde voeding aanbieden en lespakketten over duurzaamheid, natuur en dierenwelzijn integreren in het onderwijs.
“Op scholen komt aandacht voor gezonde, diervriendelijke en duurzame voeding.”
“Kennis- en lespakketten over duurzaamheid, klimaat, voedsel, natuur- en milieu-educatie en dierenwelzijn komen ter beschikking van het onderwijs en maken deel uit van het burgerschapsonderwijs op elke school.”
FVD wil scholen meer autonomie geven, de nadruk leggen op kennisoverdracht en vakmanschap, en ideologische neutraliteit waarborgen. Ze pleiten voor kleinere klassen, hogere lerarensalarissen, behoud van keuzevrijheid en identiteit van scholen, en een verbod op wat zij zien als 'woke' en transgender-ideologie in het onderwijs. Hun visie is dat scholen zich moeten richten op kwaliteit, talentontwikkeling en een neutrale, veilige leeromgeving.
FVD vindt dat scholen meer zeggenschap moeten krijgen over hun onderwijsaanpak en identiteit, met minder invloed van onderwijskoepels en behoud van artikel 23 van de Grondwet. Ze willen differentiatie naar niveau behouden en scholen de vrijheid geven om extra vakken aan te bieden, zodat onderwijs beter aansluit bij de behoeften van leerlingen.
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren. Scholen krijgen de vrijheid om extra vakken aan te bieden en differentiatie naar niveau blijft bestaan.”
“We behouden en verruimen de keuzevrijheid van scholen om extra vakken aan te bieden, zodat leerlingen zich breder kunnen ontwikkelen en scholen kunnen differentiëren.”
FVD wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren door klassen te verkleinen, de werkdruk te verlagen en het beroep van leraar aantrekkelijker te maken met hogere salarissen en meer professionele ruimte.
“We verkleinen de klassen en verminderen de werkdruk, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
“We verhogen de salarissen van fulltime leraren, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en meer mensen voor het onderwijs kiezen.”
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
FVD wil passend onderwijs grotendeels vervangen door speciaal onderwijs, zodat kinderen met extra zorgbehoeften beter worden ondersteund. Tegelijkertijd willen ze meer ruimte voor talentvolle en excellerende leerlingen.
FVD wil scholen ideologisch neutraal houden door een wettelijk verbod op transgender-propaganda, het weren van activistische vlaggen en het stoppen van subsidies aan organisaties die volgens hen ideologische beïnvloeding nastreven.
“Dat betekent een wettelijk verbod op transgender-propaganda in scholen en media, maar ook een verbod op hormoonbehandelingen en geslachtsoperaties bij minderjarigen.”
“Ideologisch geladen vlaggen zoals regenboog- en Oekraïnevlaggen horen niet thuis op scholen of bij overheidsinstellingen: de overheid behoort neutraal te zijn.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en jeugd-tv, zodat kinderen beschermd worden tegen schadelijke ideologische beïnvloeding.”
FVD wil dat schoolbesturen weer in handen komen van ouders in plaats van beroepsbestuurders, om de betrokkenheid en zeggenschap van ouders te vergroten.
“We geven schoolbesturen zoveel mogelijk terug in handen van ouders, zodat onderwijs weer wordt geleid door mensen die betrokken zijn bij de kinderen zelf, niet door beroepsbestuurders.”
BVNL wil dat scholen zich richten op het versterken van basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, en pleit voor minder ideologische en bureaucratische inmenging. Ze willen meer regie voor ouders en scholen zelf, kleinere klassen, minder administratielast, en het recht op thuisonderwijs als alternatief voor schoolplicht.
BVNL vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op essentiële basisvaardigheden en dat politieke of ideologische beïnvloeding uit het curriculum moet verdwijnen. Ze willen het niveau van het onderwijs verhogen en middelmatigheid tegengaan.
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook.”
“We gaan leerlingen en studenten weer leren hoe ze moeten denken en niet wat ze moeten denken.”
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
BVNL wil dat scholen en ouders samen meer zeggenschap krijgen over het onderwijs, met minder invloed van de overheid en onderwijskoepels. Ze pleiten voor minder bureaucratie en administratielast.
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
“Minder bureaucratie en minder macht bij de onderwijskoepels, en besturen.”
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
BVNL wil de huidige schoolplicht vervangen door een leerrecht, zodat ouders kunnen kiezen voor thuisonderwijs als alternatief.
“De Nederlandse Leerplicht is feitelijk een schoolplicht, en dient te worden vervangen door een Nederlands leerrecht, waarmee elk kind als alternatief het recht krijgt op thuisonderwijs.”
BVNL pleit voor kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
“Kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning.”
BVNL vindt dat scholen goed bereikbaar moeten zijn en dat het verkeer rondom scholen veilig moet zijn voor alle soorten vervoer.
“Scholen moeten goed bereikbaar zijn en het moet verkeerstechnisch verantwoord zijn om kinderen af te zetten, met alle soorten van vervoer.”
BVNL wil sport op scholen stimuleren omdat dit bijdraagt aan de leerprestaties van kinderen.
“Sport moeten meer gestimuleerd worden op scholen, omdat dit bijdraagt aan de leerprestaties van kinderen.”
De ChristenUnie vindt dat scholen meer ruimte en vertrouwen moeten krijgen om hun eigen onderwijs vorm te geven, met respect voor onderwijsvrijheid en minder overheidsbemoeienis. Ze willen investeren in basisvaardigheden, gelijke kansen, levensbeschouwelijke vorming en passend onderwijs, en zijn kritisch op bureaucratie en prestatiecultuur. Concrete voorstellen zijn onder andere het waarborgen van onderwijsvrijheid, extra middelen voor scholen met achterstanden, gratis bijles op school, en structurele aandacht voor levensbeschouwelijke vorming.
De ChristenUnie pleit voor minder overheidscontrole en meer autonomie voor scholen, zodat zij zich kunnen richten op goed onderwijs en brede persoonsvorming. Ze vinden dat de overheid alleen randvoorwaarden moet stellen en niet te veel eisen moet opleggen.
“Het onderwijs staat onder druk door lerarentekorten en doordat de politiek te veel van haar eigen wensen en eisen bij de scholen neerlegt. Scholen en hoger onderwijsinstellingen ervaren te veel controle, waar juist vertrouwen gevraagd wordt. Het is van belang dat scholen rust en ruimte krijgen om hun werk te doen.”
“De overheid respecteert dat de uitvoering in handen is van scholen en stelt alleen randvoorwaarden.”
De partij staat pal voor artikel 23 van de Grondwet en wil dat scholen hun eigen inrichting, personeelsbeleid en identiteit behouden. Ze zijn tegen extra wettelijke eisen en willen extra middelen voor kleine en identiteitsgebonden scholen.
“Scholen behouden hun vrijheid in inrichting (dus niet nog meer wettelijke deugdelijkheidseisen), personeelsbeleid en financiering via lumpsum, met extra middelen voor identiteit en kleine scholen.”
De ChristenUnie wil de dalende basisvaardigheden keren door scholen ruimte te geven voor eigen invulling, maar wel te stimuleren dat goed presterende scholen hun kennis delen.
“Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden. De overheid respecteert dat de uitvoering in handen is van scholen en stelt alleen randvoorwaarden. Scholen waarvan kinderen goed presteren delen hun lessen met andere scholen.”
De partij wil ongelijkheid tegengaan door extra middelen te geven aan scholen met veel achterstanden, ouderbijdragen strikt vrijwillig te houden, en gratis bijles op school aan te bieden om schaduwonderwijs te voorkomen.
“Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
“De ouderbijdrage blijft vrijwillig en de inspectie ziet erop toe dat scholen dit respecteren, niet discrimineren, en dat het vrijwillig karakter voor iedereen duidelijk is. Komen scholen tekort, dan kunnen ze worden gecompenseerd zodat er geen onacceptabele verschillen tussen scholen ontstaan.”
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf.”
De ChristenUnie wil dat alle scholen structureel aandacht besteden aan levensbeschouwelijke vorming, zodat kinderen leren omgaan met vragen over geloof, zingeving en samenleven.
“De ChristenUnie wil dat alle scholen structureel aandacht besteden aan levensbeschouwelijke vorming.”
De partij vindt dat elk kind recht heeft op onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden, met zo min mogelijk bureaucratie. Ze willen nauwe samenwerking tussen scholen, ouders en zorg, en betere voorzieningen voor speciaal onderwijs en (hoog)begaafden.
“We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan. Voorwaarde is dat de scholen dit kunnen doen zonder bureaucratie en geschuif met budgetten.”
“Schoolgebouwen dienen beter te worden ingericht op inclusief onderwijs.”
“In het primair onderwijs komt een landsdekkend passend onderwijsaanbod voor (hoog)begaafden met een extra ondersteuningsbehoefte om schooluitval in deze groep terug te dringen.”
GroenLinks-PvdA ziet scholen als het kloppend hart van de gemeenschap en wil ongelijkheid tegengaan door te investeren in kleinere klassen, toegankelijke bijles, gezonde schoolomgevingen en inclusiviteit. Ze willen commerciële invloeden in het onderwijs terugdringen, de ouderbijdrage afschaffen, en scholen ondersteunen met structurele financiering en samenwerking. Hun visie draait om kansengelijkheid, publieke verantwoordelijkheid en het versterken van de sociale functie van scholen.
GroenLinks-PvdA wil de klassengrootte verkleinen, vooral op scholen met veel achterstanden, om meer individuele aandacht en ondersteuning te bieden. Dit moet de werkdruk voor leraren verlagen en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten. Zo krijgen zij de rust en ruimte om het vak onder de knie te krijgen en krijgt elk kind de aandacht die het verdient.”
De partij wil dat scholen zelf gratis of toegankelijke bijles aanbieden, zodat commerciële bijlesbureaus overbodig worden. Publiek gefinancierde scholen mogen niet meer samenwerken met commerciële bijlesorganisaties.
“Bedrijven die verdienen aan onderwijsachterstanden worden grotendeels overbodig omdat scholen zelf toegankelijke bijles aanbieden. Commerciële onderwijsinstituten gaan net als andere bedrijven omzetbelasting betalen.”
“Publiek gefinancierde scholen mogen niet meer samenwerken of gesponsord worden door commerciële bijlesorganisaties.”
Om gelijke toegang tot alle scholen te waarborgen, wil GroenLinks-PvdA de vrijwillige ouderbijdrage afschaffen en scholen bekostigen voor extra activiteiten zoals schoolreisjes.
“Door hoge vrijwillige ouderbijdragen te vragen, is niet elke school toegankelijk voor ieder kind. Daarom schaffen we deze af. Scholen ontvangen bekostiging voor extra activiteiten zoals schoolreisjes.”
De partij vindt een gezond en toegankelijk schoolgebouw essentieel voor een goed leerklimaat. Ze willen schoolgebouwen verduurzamen, vergroenen en toegankelijk maken voor mensen met een beperking.
“We verduurzamen en vergroenen schoolgebouwen en -pleinen. Bestaande schoolgebouwen worden daar waar kan toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking.”
GroenLinks-PvdA wil dat publiek geld in het onderwijs blijft en niet naar commerciële partijen gaat. Ze stimuleren samenwerking tussen scholen in plaats van concurrentie.
“De commercialisering in het onderwijs moet stoppen. Publiek geld moet naar het onderwijs gaan, en niet naar winsten.”
“We sturen juist aan op samenwerking tussen scholen.”
De partij streeft naar inclusief onderwijs, waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan. Scholen krijgen hiervoor voldoende ondersteuning.
“Wij streven naar inclusief onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan. Scholen ontvangen hiervoor voldoende ondersteuning.”
GroenLinks-PvdA wil dat alle kinderen op school een gezonde lunch krijgen en toegang hebben tot een breed aanbod aan activiteiten, zonder extra belasting voor leraren.
“In het programma rijke schooldag starten we met een gezonde lunch op scholen. We zorgen ervoor dat dit géén extra taak wordt voor de leraar.”
De partij wil artikel 23 moderniseren zodat scholen geen kinderen of leraren mogen weigeren op basis van geloof of achtergrond.
“Het wordt voor scholen verboden om kinderen of leraren te weigeren op basis van hun geloof of achtergrond.”
Scholen moeten zich kunnen richten op goed onderwijs, niet op het zoeken naar subsidies. Geld voor personeel, achterstanden en zorgleerlingen wordt geoormerkt.
“Scholen moeten zich bezighouden met goed onderwijs, en niet met het bij elkaar sprokkelen van subsidies voor voldoende financiering. We oormerken geld dat is bedoeld voor onderwijzend personeel, het wegwerken van onderwijsachterstanden en zorgleerlingen.”
De SP wil dat scholen goed gefinancierd, inclusief en publiek toegankelijk zijn, met kleinere klassen en meer ondersteuning voor leraren. Ze pleiten voor het afschaffen van marktwerking, het tegengaan van segregatie, en het moderniseren van artikel 23 om openbare en inclusieve scholen te bevorderen. Hun kernvisie is dat scholen plekken moeten zijn waar alle kinderen samenkomen, gelijke kansen krijgen en waar de regie bij leraren en ouders ligt.
De SP vindt dat scholen voldoende middelen moeten krijgen om goed onderwijs te bieden, vooral in wijken met extra uitdagingen. Ze willen segregatie tegengaan en kiezen voor openbare, inclusieve scholen waar afkomst, geloof of inkomen geen drempel vormen. Artikel 23 van de Grondwet moet gemoderniseerd worden om dit te waarborgen.
“Elke school moet natuurlijk goed gefinancierd zijn zodat zij haar leerlingen het best mogelijke onderwijs kan bieden. De realiteit is ook dat sommige scholen in wijken staan die extra uitdagingen met zich meebrengen. We laten hen niet in de steek, maar zorgen juist voor extra financiering en ondersteuning om kinderen uit deze wijken goed en passend onderwijs te bieden.”
“Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen. De samenleving is niet meer verzuild. Leerlingen scheiden op basis van godsdienst of levensbeschouwing is daarom achterhaald en ongewenst. We willen geen gesloten bolwerken, maar scholen die midden in de samenleving staan. Wij kiezen dan ook voor openbare en inclusieve scholen, waar afkomst, geloof of levensovertuiging geen drempel vormen.”
“We maken daarom een begin met de modernisering van artikel 23 van de grondwet. Overal in het land moet voldoende openbaar primair en voortgezet onderwijs zijn. Een openbare school die fuseert blijft openbaar.”
De SP wil de klassengrootte verlagen, te beginnen bij scholen met de grootste achterstanden, en structureel investeren in extra ondersteuning voor leraren. Dit moet de werkdruk verlagen, de kwaliteit van het onderwijs verhogen en het lerarentekort aanpakken.
“We verlagen de maximale klassengrootte, te beginnen op scholen met de grootste achterstanden. Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
“Leerkrachten verdienen meer ruimte en tijd voor goed onderwijs. Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
De SP wil de lumpsumfinanciering afschaffen zodat onderwijsgeld direct naar de klas gaat, en marktwerking in het onderwijs stoppen. Dit moet de zeggenschap terugbrengen bij leraren en ouders en zorgen voor transparantie in de besteding van middelen.
“Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas. De overheid gaat opnieuw rechtstreeks investeren in personeel, materiaal en huisvesting, op basis van transparante en controleerbare afspraken.”
“We stoppen de marktwerking in het leerlingenvervoer en stellen een maximale reistijd van 45 minuten in.”
De SP wil dat scholen geen kinderen mogen weigeren op basis van geloof, afkomst, beperking of inkomen. Ze voeren een algemene acceptatieplicht in om gelijke toegang tot onderwijs te garanderen.
“Scholen mogen geen kinderen weigeren. Elke school moet ieder kind accepteren, ongeacht geloof, afkomst, beperking of inkomen. We voeren daarom een algemene acceptatieplicht in.”
Scholen moeten meer zijn dan alleen leslocaties; ze moeten ruimte bieden voor sport, cultuur, begeleiding en zorg. De SP wil investeren in brede scholen en extra activiteiten, zoals gratis ontbijt en lunch, om de ontwikkeling en gezondheid van kinderen te bevorderen.
De SP erkent dat Nederlandse scholen tot de meest gesegregeerde ter wereld behoren en wil dit actief bestrijden door alle scholen goed te financieren en te zorgen voor kleine, gemengde klassen.
“Nederlandse scholen behoren tot de meest gesegregeerde scholen in de wereld. Zowel op klasse als op etniciteit groeien kinderen op in verschillende en ongelijke werelden. Door alle scholen goed te financieren en met beleid te zorgen voor goede, kleine en gemengde klassen komt onze toekomst elkaar weer tegen.”
De VVD wil scholen toekomstbestendig, veilig en effectief maken door multifunctioneel gebruik van gebouwen, strenge veiligheidseisen en meer focus op basisvaardigheden en bewezen effectieve lesmethoden. Gemeenten krijgen meer zeggenschap over nieuwe scholen, en er komt scherp toezicht op burgerschap, sociale veiligheid en acceptatie. De partij wil dat scholen bijdragen aan gelijke kansen, innovatie en aansluiting op de arbeidsmarkt.
De VVD wil de bouw en verbouw van scholen betaalbaar houden door multifunctioneel gebruik te stimuleren, bijvoorbeeld door woningen boven scholen te bouwen en zorgfuncties te integreren. Dit moet bijdragen aan efficiënt ruimtegebruik en het dichter bij elkaar brengen van onderwijs en zorg.
“Om de bouw en verbouw van scholen betaalbaar te houden, stimuleren we het combineren van scholen en woningen in één gebouw, bijvoorbeeld door woningen boven een school te bouwen. We stimuleren dat schoolgebouwen multifunctioneel en effectief worden ingezet, bijvoorbeeld om zorg en school dichter bij elkaar te brengen.”
“We stimuleren daarom dat (para)medici zoals logopedisten of orthodontisten ruimtes kunnen huren in schoolgebouwen.”
De VVD stelt veiligheid op scholen centraal, met een nieuwe wet, effectieve anti-pestmethodes, en een harde aanpak van wapens en vernieling. Ook wordt de rol van de onderwijsinspectie uitgebreid voor toezicht op sociale veiligheid en burgerschap.
“We introduceren de ‘Wet vrij en veilig’, zodat we beter zicht krijgen op de veiligheid. We borgen dat iedere school met effectief bewezen methodes pesten tegengaat. We tolereren in geen enkel geval wapens op school, daarvoor zetten we in op een stevige aanpak samen met de gemeenten, bijvoorbeeld via kluisjescontroles.”
“De onderwijsinspectie krijgt een explicietere rol in het toezien op deze veiligheid. Studenten en scholieren die schooleigendom vernielen worden eerder verwijderd van school. De minister moet kunnen ingrijpen door onderwijsinstellingen een aanwijzing te geven. Bij zeer ernstige veiligheidsproblemen kan de minister de bestuurders wegsturen.”
De VVD wil de wildgroei aan nieuwe (met name islamitische) scholen tegengaan door de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen te schrappen en gemeenten instemmingsrecht te geven bij de oprichting van nieuwe bekostigde scholen.
De VVD wil dat scholen zich meer richten op basisvaardigheden zoals taal en rekenen, en dat de onderwijsinspectie toeziet op het gebruik van wetenschappelijk onderbouwde en bewezen effectieve lesmethoden.
“De onderwijsinspectie focust zich meer op het handhaven van de basisvaardigheden en ziet toe of de gebruikte lesmethoden wetenschappelijk onderbouwd en bewezen effectief zijn.”
De VVD wil dat scholen geen leerlingen mogen weigeren op basis van identiteit en dat identiteitsverklaringen worden afgeschaft. Artikel 23 van de Grondwet wordt aangepast zodat vrijheid van onderwijs niet langer het gelijkheidsbeginsel ondermijnt.
“Er komt een acceptatieplicht van leerlingen in het bijzonder onderwijs. Identiteitsverklaringen schaffen we af.”
“We blijven zien dat de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, botst met het gelijkheidsbeginsel. Daarom passen we artikel 23 aan, zodat de vrijheid van onderwijs niet langer het gelijkheidsbeginsel ondermijnt.”
De VVD wil niet dat openbare scholen verplicht worden tot het inrichten van stilteruimtes of gebedsruimtes, om de neutraliteit van het openbaar onderwijs te waarborgen.
“We staan niet toe dat openbare scholen verplicht worden tot het inrichten van een stilteruimte of een gebedsruimte. Dit staat haaks op de kern van ons openbaar onderwijs.”
De VVD erkent de kwetsbaarheid van scholen op het gebied van digitale veiligheid en wil veilig internet, betere digitale vaardigheden bij personeel en samenwerking aan een stabiele ict-infrastructuur.
“Scholen zijn steeds kwetsbaarder als het gaat om hun digitale veiligheid. We borgen veilig internet op scholen en privacy in het gebruik van digitale lesmaterialen. Ook trainen we onderwijsprofessionals beter in digitale vaardigheden. We stimuleren dat schoolbesturen samenwerken aan een stabiele ict-infrastructuur.”
JA21 wil dat scholen zich richten op het bieden van kwalitatief hoogstaand onderwijs, met nadruk op basisvaardigheden, het gezag van de leraar, en het centraal stellen van Nederlandse normen en waarden. Ze pleiten voor minder administratieve lasten, strengere eisen aan leerlingen, en zijn kritisch op de groei van islamitische scholen vanwege het risico op segregatie. Concrete voorstellen zijn onder meer het herstellen van het gezag van de leraar, het beperken van administratieve taken, en het debat over modernisering van artikel 23 van de Grondwet.
JA21 vindt dat het onderwijs moet worden gegeven door vakbekwame docenten met diepgaande kennis, en dat het gezag van de leraar centraal moet staan. Ze willen dat het advies van de leraar leidend is bij doorstroming, minder administratieve lasten, en meer aandacht voor basisvaardigheden als lezen, taal en rekenen.
“Het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend laten zijn bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen.”
“Extra aandacht geven aan basisvaardigheden.”
“Beperking van de maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten (max 6%).”
“Goed onderwijs wordt gegeven door hoog opgeleide, vakbekwame en inspirerende docenten.”
JA21 wil dat scholen weer hoge en heldere eisen stellen aan leerlingen en studenten, en dat de lat niet verder wordt verlaagd. Toelating tot een onderwijsgang moet afhangen van het kunnen voldoen aan het niveau.
JA21 ziet de groei van islamitische scholen als onwenselijk vanwege het risico op segregatie en pleit voor een debat over de modernisering van artikel 23 van de Grondwet, met nadruk op het waarborgen van Nederlandse waarden.
“JA21 vindt de sterke groei van het aantal islamitische basis- en middelbare scholen een onwenselijke ontwikkeling, want dat draagt bij aan segregatie en aan het ontstaan van parallelle samenlevingen.”
“Een debat over de modernisering van artikel 23 van de Grondwet.”
“Op de korte termijn zal de inspectie streng erop moeten toezien dat Islamitische scholen een goede invulling geven aan de wet die het burgerschapsonderwijs verplicht stelt.”
JA21 wil dat scholen actief Nederlandse normen en waarden onderwijzen, zoals gelijkwaardigheid, vrijheid van meningsuiting en democratische rechtsstaat, en dat ongeoorloofde afwezigheid bij deze lessen wordt gesanctioneerd.
“Aandacht in het onderwijs voor essentiële Nederlandse waarden en vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting en gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Ongeoorloofde afwezigheid tijdens lessen die hierop betrekking hebben wordt gesanctioneerd.”
NSC wil het onderwijs op scholen verbeteren door meer autonomie en waardering voor leraren, het verhogen van basisvaardigheden, en het tegengaan van schaalvergroting en bureaucratie. Ze pleiten voor meer middelen en ondersteuning voor scholen met kwetsbare leerlingen, transparantere besteding van onderwijsgeld, en een gezondere, veiligere schoolomgeving. Concrete voorstellen zijn onder andere een fusieverbod voor te grote scholen, structurele bekostiging, huiswerkbegeleiding op school, en een dagelijks schoolontbijt voor kwetsbare kinderen.
NSC vindt dat leraren en docenten weer de inhoud van het onderwijs moeten bepalen en dat hun professionele autonomie beter beschermd moet worden. Dit moet het onderwijs verbeteren en de aantrekkelijkheid van het beroep vergroten.
“Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring.”
“Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
NSC wil voorkomen dat scholen te groot worden en onpersoonlijk raken. Ze stellen een fusieverbod in voor scholen boven een bepaalde omvang om de betrokkenheid en controle te behouden.
“Daarom stellen we een fusieverbod in voor scholen boven een bepaalde omvang, zodat schoolbesturen zicht houden op de dagelijkse gang van zaken.”
Scholen met veel kwetsbare leerlingen moeten extra middelen krijgen om onderwijsachterstanden te voorkomen en goed onderwijs te kunnen bieden.
“Scholen met het grootste aandeel kwetsbare kinderen krijgen de meeste middelen om beperkingen in onderwijsaanbod en -tijd te vermijden.”
“We zijn voorstander van stimuleringsregelingen (financieel en/of door urgentieverklaringen in huisvesting) om goede docenten te kunnen aantrekken op scholen met veel kwetsbare leerlingen.”
NSC wil dat scholen structureel worden gefinancierd in plaats van met tijdelijke potjes, en dat schoolbesturen transparant verantwoording afleggen over hun uitgaven.
“We zetten niet in op nieuwe ‘potjes’ (extra tijdelijke middelen), maar op structurele bekostiging waarmee scholen vooruit kunnen. Tegelijkertijd moet transparanter worden hoe schoolbesturen hun middelen besteden, zodat zij daarover duidelijk verantwoording kunnen afleggen.”
Om kansenongelijkheid te verkleinen, wil NSC dat huiswerkbegeleiding op school beschikbaar is, zodat alle leerlingen hiervan kunnen profiteren.
“Omdat bijles steeds gebruikelijker wordt en niet voor alle gezinnen betaalbaar is, moet huiswerkbegeleiding op school beschikbaar zijn.”
NSC pleit voor een structureel dagelijks schoolontbijt voor kwetsbare kinderen om hun leerprestaties en gezondheid te bevorderen.
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten.”
NSC wil dat scholen zelf bepalen of mobiele telefoons zijn toegestaan en dat schoolroutes veiliger worden gemaakt.
De SGP benadrukt het belang van de vrijheid van scholen om onderwijs te geven vanuit hun eigen overtuiging, met een sterke rol voor ouders in de schoolkeuze en het beleid. Ze willen minder overheidsbemoeienis, stabiele financiering, extra steun voor kleine scholen en ruimte voor scholen om hun kerntaken uit te voeren. Concrete voorstellen zijn onder meer structurele bekostiging, ondersteuning van kleine en inclusieve scholen, en het behoud van de vrijheid van onderwijs.
De SGP vindt dat scholen hun eigen identiteit en overtuiging moeten kunnen uitdragen, en dat ouders het recht moeten behouden om een school te kiezen die bij hun overtuiging past. Dit wordt gezien als essentieel voor een pluriforme samenleving en de vorming van leerlingen.
“De overheid dient zowel het recht van ouders te eerbiedigen om een school te kiezen die past bij hun overtuiging als het recht van scholen om voluit uitwerking te geven aan die overtuiging, bijvoorbeeld in het curriculum.”
“Aan de inhoud van artikel 23 van de Grondwet wordt niet gemorreld. De regels inzake het toelaten van leerlingen, het benoemen van personeel en de burgerschapsopdracht blijven ongewijzigd.”
“Scholen houden op grond van de vrijheid van onderwijs voluit de ruimte om in het burgerschapsonderwijs de wettelijke kernwaarden naar eigen overtuiging in te vullen.”
De SGP wil dat scholen maximale zekerheid krijgen over hun financiering, zodat ze stabiel personeelsbeleid kunnen voeren en zich kunnen richten op hun kerntaken. Extra bekostiging is mogelijk voor specifieke functies zoals conciërges, vooral in het basisonderwijs.
“Voor de reguliere taken van scholen wordt alleen nog structurele bekostiging verstrekt via de lumpsum zodat scholen maximale zekerheid krijgen voor het voeren van stabiel personeelsbeleid.”
“In het basisonderwijs kunnen scholen langjarige aanvullende bekostiging krijgen voor het benoemen van conciërges. Schoolleiders en leraren kunnen zich zo meer concentreren op hun kerntaak.”
Kleine scholen, vooral in dunbevolkte gebieden, krijgen extra financiële ondersteuning. De SGP wil voorkomen dat deze steun ten koste gaat van kleine scholen in grotere gemeenten en pleit voor alternatieven voor bestuurlijke fusie.
“De overheid vergroot de financiële ondersteuning van kleine scholen in dunbevolkte gebieden. Dit mag niet ten koste gaan van kleinere scholen in grotere gemeenten.”
“Het behoud van scholen in kleine kernen moet zoveel mogelijk ondersteund blijven worden vanwege de spilfunctie van de school in het dorp, bijvoorbeeld door de toeslag voor kleine scholen. Bestuurlijke alternatieven voor fusie van scholen worden meer ondersteund en onder de aandacht gebracht.”
De SGP wil dat de overheid een bescheiden rol speelt en minder in detail de inrichting van het onderwijs bepaalt. Kleine scholen en besturen moeten onder een lichter regime van regelgeving vallen.
“Het onderwijs zucht onder de groeiende last van wetten, regels en verantwoording, de versnippering van de bekostiging en de grilligheid van het beleid. Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult.”
“Kleine scholen en schoolbesturen gaan onder een lichter regime van regelgeving vallen.”
De SGP steunt scholen die willen werken aan inclusiever onderwijs, maar vindt dat er altijd een duidelijk perspectief moet blijven voor leerlingen die beter af zijn in het speciaal onderwijs.
“De overheid ondersteunt scholen die willen werken aan inclusiever onderwijs. Voor leerlingen die daarmee onvoldoende gebaat zijn, blijft de overheid echter een duidelijk perspectief op een plaats in het speciaal onderwijs bieden.”
Volt wil dat alle scholen publiek toegankelijk zijn, zonder financiële of religieuze drempels, en investeert structureel in kleinere klassen, inclusieve gebouwen en het tegengaan van werkdruk en personeelstekorten. Ze willen religieus en particulier onderwijs afschaffen, subsidies voor scholen vereenvoudigen, en inzetten op gelijke kansen en inclusiviteit voor alle leerlingen. Hun visie is dat scholen bijdragen aan kansengelijkheid, maatschappelijke verbinding en een toekomstbestendige samenleving.
Volt wil dat alle scholen toegankelijk zijn voor iedereen, zonder financiële of religieuze barrières. Ze willen privéscholen en religieus onderwijs niet langer financieren, om zo gelijke kansen te bevorderen en segregatie tegen te gaan. Hiervoor is een grondwetswijziging nodig.
“We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.”
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
“Door te stoppen met het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig.”
Volt wil structureel investeren in kleinere klassen, meer onderwijsondersteuners en toegankelijke schoolgebouwen, vooral in kansarme wijken. Dit moet de werkdruk verlagen, het lerarentekort aanpakken en inclusie bevorderen.
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners. We beginnen op scholen in kansarme wijken waar de onderwijsdruk het hoogst is.”
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen.”
Volt wil de financiering van scholen vereenvoudigen door versnipperde subsidies te vervangen door een vast basisbedrag per school. Dit moet financiële onzekerheid en administratieve lasten verminderen.
“We maken een eind aan de versnippering van subsidies voor scholen. Dit neemt veel werkdruk en financiële onzekerheid weg. Geld dat scholen nu als subsidie ontvangen, wordt onderdeel van een vast basisbedrag dat elke school elk jaar krijgt.”
Volt pleit voor structurele investeringen in onderwijsregio’s, waar scholen en andere partijen samenwerken om het lerarentekort aan te pakken via gezamenlijke werving, opleiding en professionalisering.
“We willen een structurele investering in onderwijsregio’s om zo het onderwijs beschikbaar te houden en het lerarentekort terug te dringen. In onderwijsregio’s nemen partijen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hun regionale onderwijsarbeidsmarkt.”
Volt wil dat scholen actief bijdragen aan inclusiviteit, onder meer door aandacht voor discriminatie, seksuele- en genderdiversiteit, en het bieden van begeleiding aan kinderen met beperkingen.
“Volt vindt dat er op school meer aandacht zou moeten zijn voor media, inclusieve geschiedenis (zoals over het koloniale verleden) en over racisme en discriminatie.”
“Scholen geven daarnaast inclusieve seksuele vorming en kinderen leren om respectvol om te gaan met, nu nog, gemarginaliseerde groepen.”
“We zetten in op voldoende begeleiding op scholen van kinderen met verschillende beperkingen en het vermijden van stigma’s bij kinderen met een beperking.”
Het CDA ziet scholen als meer dan onderwijsinstellingen: ze zijn gemeenschappen en ankerpunten in de wijk, waar veiligheid, ontwikkeling en kansengelijkheid centraal staan. Het CDA wil brede scholen stimuleren, de vrijheid van schoolkeuze waarborgen, het lerarentekort aanpakken (o.a. via zijinstromers en betaalbare woningen), en inzetten op gezonde, duurzame schoolgebouwen en een sterke basis in taal, rekenen en burgerschap. Speciale aandacht is er voor inclusiever onderwijs, vroege signalering van problemen, en het bevorderen van leesvaardigheid.
Het CDA wil brede scholen en gezamenlijke huisvesting van verschillende niveaus bevorderen, mits de eigenheid van leerlingen behouden blijft. Dit moet leiden tot meer diversiteit in talenten en persoonlijke ontwikkeling, zonder uniformiteit af te dwingen.
“Wij zijn voor brede scholen en gezamenlijke huisvesting van verschillende niveaus op dezelfde school in één gebouw mits dit niet ten koste gaat van de eigenheid van leerlingen. Brede scholen moeten ruimte bieden voor diversiteit in talenten, lesstof en persoonlijke ontwikkeling, zodat gezamenlijkheid niet leidt tot uniformiteit maar tot wederzijdse verrijking.”
Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs en het recht van ouders om een school te kiezen die past bij hun overtuiging, zolang de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd blijft.
“Ouders zijn vrij in de schoolkeuze van hun kinderen. Het CDA staat pal voor artikel 23 van de Grondwet.”
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA wil het lerarentekort in het funderend onderwijs terugdringen door meer mogelijkheden voor zijinstromers en door gemeenten en corporaties ruimte te geven voor betaalbare woningen voor leraren.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo. Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”
Het CDA vindt het belangrijk dat scholen gezonde en duurzame gebouwen hebben, als onderdeel van een stimulerende leeromgeving.
“Daarnaast investeren we in gezonde en duurzame schoolgebouwen.”
Het CDA wil een vast aanspreekpunt op school voor jeugdhulp en betere, vroege signalering van problemen, met behoud van onderwijs-jeugdzorgarrangementen voor kinderen die op school vastlopen.
“Wij zetten in op een vast aanspreekpunt op school voor jeugdhulp en een betere, vroege signalering van problemen. We willen de onderwijs-jeugdzorgarrangementen behouden, omdat ze onmisbaar zijn voor kinderen die op school vastlopen.”
Het CDA wil dat het primair onderwijs zich richt op een sterke basis in taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap, toegankelijk voor alle leerlingen.
“We willen dat het primair onderwijs zich richt op een sterke basis met taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap als kern, en toegankelijk voor alle leerlingen.”
Het CDA wil speciale scholen behouden voor wie dat nodig heeft, maar streeft ernaar dat in 2035 zoveel mogelijk scholen zijn overgestapt naar inclusief onderwijs.
“We willen dat speciale scholen blijven bestaan voor wie dat nodig heeft. Het doel blijft dat in 2035 zoveel mogelijk scholen in het funderend onderwijs zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, waarbij zoveel mogelijk kinderen deelnemen in het reguliere onderwijs.”
Het CDA wil laaggeletterdheid tegengaan en projecten als Bieb op school uitbreiden met een bredere aanpak gericht op lees- en taalvaardigheid.
“Projecten als Bieb op school zijn belangrijk om lees- en taalvaardigheid te blijven bevorderen en dergelijke projecten moeten aangevuld worden met een veel bredere aanpak gericht op jong en oud.”
D66 wil scholen versterken door te investeren in gelijke kansen, betere schoolgebouwen, en meer maatwerk voor leerlingen. Ze richten zich op het verkleinen van verschillen tussen scholen, het aanpakken van het lerarentekort, en het verbeteren van de basisvaardigheden. Hun visie is dat elk kind, ongeacht achtergrond, zich optimaal moet kunnen ontwikkelen in een veilige, toegankelijke en toekomstbestendige schoolomgeving.
D66 wil dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, ongeacht hun achtergrond, en dat scholen ruimte krijgen om onderwijs op maat te bieden. Ze willen later selecteren, brede brugklassen, en investeren in programma’s voor kwetsbare leerlingen.
“Tussen scholen zijn de verschillen groot: sommige scholen blinken jaar na jaar uit, andere blijven structureel achter. ... Dat doen we door te kiezen voor hoge verwachtingen, gelijke kansen en goede gebouwen om in te leren.”
“Kinderen en jongeren krijgen meer tijd om hun talent te ontdekken, doordat we later selecteren en onderwijs op maat écht laten werken.”
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken. Dat is belangrijk voor programma’s zoals de brede brugklas en de hulp voor kwetsbare leerlingen in het voortgezet onderwijs.”
D66 wil een grootschalig renovatieprogramma voor verouderde schoolgebouwen, met aandacht voor duurzaamheid, toegankelijkheid en een gezond leerklimaat.
“D66 wil een groot, landelijk plan om schoolgebouwen te renoveren of nieuw te bouwen. We beginnen met zo’n 5000 schoolgebouwen die zijn gebouwd tussen 1950 en 1990. Deze gebouwen zijn daarna ook rolstoelvriendelijk en hebben bijvoorbeeld een rustruimte. Het is de grootste vernieuwing sinds de wederopbouw.”
D66 wil het lerarentekort aanpakken door hogere salarissen, betere doorgroeimogelijkheden, en meer tijd voor bijscholing binnen scholen. Ze investeren extra in scholen met veel achterstandsleerlingen.
“D66 verhoogt de lerarensalarissen en zorgt voor betere doorgroeimogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en in het MBO. Door de status van leraren in onze samenleving te verbeteren, maken we het aantrekkelijker om in het onderwijs te werken en zal de kwaliteit van het onderwijs ook toenemen.”
“We investeren in scholen waar veel kinderen met een achterstand zitten. Juist daar is het tekort aan leraren het grootst.”
“D66 wil dat scholen de onderwijstijd zo inrichten dat er binnen de school genoeg tijd is voor bijscholing en ontwikkeling.”
D66 stimuleert dat scholen samenwerken met sportclubs, muziekverenigingen en andere lokale organisaties, zodat kinderen zich ook buiten schooltijd kunnen ontwikkelen.
“We moedigen scholen aan om samen te werken met sportclubs, muziekverenigingen en andere organisaties in de buurt. Op zo’n brede buurtschool krijgen kinderen ook na schooltijd de kans om zich te ontwikkelen.”
D66 wil dat alle kinderen leerrecht hebben, ook als ze niet vijf dagen per week naar school kunnen. Ze pleiten voor flexibele tussenvormen tussen thuis en school.
“Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn. Zo bieden we leerlingen die het moeilijk hebben, of die nu al thuis zitten, de ruimte om te leren in hun tijd, op een passende plek en met een eigen leerprogramma.”
DENK wil scholen inzetten als motor voor kansengelijkheid, diversiteit en sociale veiligheid. Ze pleiten voor meer investeringen in scholen, gratis onderwijsmateriaal, gratis maaltijden in kwetsbare wijken, en het behoud van bijzonder onderwijs. Hun visie is dat onderwijs toegankelijk, inclusief en afgestemd op de diversiteit van de samenleving moet zijn.
DENK ziet investeren in scholen, vooral in kwetsbare wijken, als essentieel om gelijke kansen te bevorderen en achterstanden tegen te gaan. Ze willen bezuinigingen terugdraaien, meer middelen voor scholen in achterstandswijken en brede brugklassen stimuleren.
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen. Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft.”
Om financiële drempels weg te nemen, wil DENK gratis onderwijsmateriaal en gratis ontbijt en lunch op scholen in kwetsbare wijken aanbieden.
DENK verdedigt het recht op bijzonder (religieus) onderwijs en wil geen extra belemmeringen voor het stichten van nieuwe scholen. Ze benadrukken de vrijheid van scholen om diversiteit en non-discriminatie naar eigen inzicht vorm te geven, binnen de wettelijke kaders.
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Op elke school wordt aandacht besteed aan non-discriminatie en diversiteit. Scholen hebben binnen de wettelijke verplichtingen de vrijheid om dit zelf in te richten, rekening houdend met de wensen van de ouders.”
DENK wil dat scholen meer aandacht besteden aan de diverse achtergronden van leerlingen, onder meer door ruimte voor meertaligheid, stilteruimtes en religieus verlof.
BIJ1 wil dat scholen actief bijdragen aan gelijke uitkomsten voor alle leerlingen, met bijzondere aandacht voor het bestrijden van discriminatie, het dekoloniseren van het curriculum en het creëren van een inclusieve, veilige leeromgeving. Ze pleiten voor structurele hervormingen zoals het aanpassen van lesmateriaal, het tegengaan van onderadvisering, extra middelen voor bijles, en het weren van Defensie uit scholen. Hun visie is radicaal gericht op gelijkwaardigheid, inclusie en het doorbreken van historische ongelijkheid binnen het onderwijs.
BIJ1 wil dat scholen stoppen met het gebruik van lesmateriaal dat koloniale misdadigers verheerlijkt en pleit voor structurele aandacht voor slavernij en koloniale geschiedenis in alle lagen van het onderwijs. Dit moet bijdragen aan een inclusieve en eerlijke representatie van geschiedenis en het tegengaan van racisme en discriminatie.
“Scholen stoppen onmiddellijk met lesmateriaal die koloniale misdadigers verheerlijken. De slavernij en koloniale geschiedenis krijgt een zichtbare plek in het lesmateriaal van het basis- en voortgezet onderwijs.”
“Scholen moeten actief verantwoordelijkheid nemen en een veilige en inclusieve omgeving creëren voor al hun leerlingen. We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis.”
BIJ1 wil dat scholen verantwoordelijkheid nemen om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie te stoppen. Ze pleiten voor aanpassingen in de selectie en toetsing van leerlingen, het stimuleren van brede brugklassen, en het gelijkstellen van normen voor leerresultaten.
“Scholen gaan verantwoordelijkheid nemen om een veilige leeromgeving te creëren voor achtergestelde groepen leerlingen. We maken wetten en regels in samenwerking met ervaringsdeskundigen en professionals om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie binnen onderwijsinstellingen te stoppen.”
“We zetten ons actief in om onderadvisering tegen te gaan. De selectie en toetsing van basisschoolleerlingen voor het voortgezet onderwijs moet anders, en op een later moment.”
“We moedigen brede brugklassen en scholengemeenschappen met verschillende schoolsoorten (vmbo, havo, vwo) aan.”
Om ongelijkheid te verminderen, wil BIJ1 dat scholen extra geld krijgen om professionele bijles voor alle leerlingen beschikbaar te maken, zodat bijles niet afhankelijk is van het inkomen van ouders.
“Scholen krijgen extra geld om professionele bijles voor alle leerlingen op school beschikbaar te maken. We geven kinderen van ouders met een laag inkomen niet meer zomaar bijlessen in de bibliotheek die niet aansluiten op specifieke lesmethoden.”
BIJ1 wil dat het ministerie van Defensie geen rol meer speelt binnen scholen, om beïnvloeding van jongeren richting het leger te voorkomen.
“Het ministerie van Defensie blijft weg uit de scholen. Wervingscampagnes gericht op jongeren stoppen we. Net als gastlessen, sportdagen en trainingen van Defensie die bedoeld zijn om beïnvloedbare jongeren enthousiast te maken voor een rol in het leger.”
50PLUS wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren door te focussen op basisvaardigheden en het tegengaan van monopolieposities van schoolbesturen. Daarnaast pleit de partij voor samenwerking tussen scholen, bedrijven en overheden, en voor het bevorderen van laagdrempelige scholing voor ouderen. Hun visie benadrukt zowel de kernfuncties van scholen voor jongeren als het belang van levenslang leren voor ouderen.
50PLUS ziet het als een probleem dat sommige schoolbesturen een monopoliepositie hebben in bepaalde regio’s, wat de keuzevrijheid en kwaliteit kan beperken. De partij wil deze monopolieposities tegengaan om diversiteit en concurrentie te bevorderen, wat uiteindelijk de kwaliteit van het onderwijs ten goede moet komen.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
De partij vindt dat scholen zich meer moeten richten op het aanleren van basisvaardigheden zoals taal en rekenen, omdat deze onder druk staan. Daarnaast wil 50PLUS betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden om het onderwijs relevanter en effectiever te maken.
50PLUS wil dat schoolzwemmen verplicht wordt tot het behalen van het A-diploma, en dat dit financieel mogelijk wordt gemaakt. Hiermee wil de partij bijdragen aan de veiligheid en gezondheid van kinderen via het schoolsysteem.
“In samenwerking met gemeenten wordt schoolzwemmen verplicht tot behalen A-diploma en financieel mogelijk gemaakt.”