Het CDA benadrukt het belang van samenwerking met andere partijen als essentieel voor effectief beleid, zowel nationaal als internationaal. Ze stellen concrete voorstellen voor zoals gezamenlijke programma’s tussen Rijk en regio, samenwerking over domeinen heen in de zorg, en internationale coalities op het gebied van veiligheid en ontwikkeling. De partij ziet samenwerking als middel om slagkracht te vergroten, kennis te delen en maatschappelijke uitdagingen beter aan te pakken.
Het CDA pleit voor structurele samenwerking tussen verschillende bestuurslagen (Rijk, regio, gemeenten, provincies) en maatschappelijke partners om grote opgaven zoals energietransitie, woningbouw en economie aan te pakken. Ze willen wederkerigheid en gezamenlijke inzet, waarbij kennis wordt uitgewisseld en langjarige plannen op maat worden gemaakt.
“Wij kiezen ervoor om die unieke kwaliteiten te versterken en verschillen te benutten, zodat regio’s niet alleen ontvangen maar ook geven. Zo bouwen we samen aan een land waar elke regio telt en het geheel sterker is dan de som der delen.”
“Dat vraagt om een stevige gezamenlijke inzet van Rijk en regio op ontwikkelagenda’s, waarin provincie, gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven samen optrekken.”
“In het opstellen van regionale programma’s schrijft het Rijk samen met regio’s aan plannen. Hierin nemen we het Nationaal Programma Vitale Regio’s mee. Zo wisselen Rijk en provincies kennis uit en komen er langjarige plannen op maat.”
Het CDA wil meer samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders om integrale zorg te bevorderen. Dit moet het makkelijker maken om succesvolle pilots landelijk uit te rollen en tot betere, passende zorg te komen.
“Wij willen meer samenwerking over domeinen heen tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders. Het wordt makkelijker om pilots over domeinen heen uit te voeren en, indien succesvol, landelijk uit te rollen.”
“Zoveel mogelijk medisch specialisten komen in loondienst om samenwerking binnen ziekenhuizen te stimuleren en tot beter passende zorg te komen.”
Het CDA ziet internationale samenwerking als noodzakelijk voor het aanpakken van mondiale uitdagingen zoals veiligheid, handel, innovatie en mensenrechten. Ze willen coalities vormen met gelijkgestemde landen en samenwerking zoeken met het mondiale zuiden.
“Nederland steunt het Internationaal Strafhof en de multilaterale organisaties krachtig en trekt samen met gelijkgestemde landen op om deze instellingen waar nodig te hervormen.”
“In een geopolitiek kantelmoment is het essentieel dat we bouwen aan stevige bondgenootschappen met gelijkgestemde landen, zoals Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Japan en Zuid-Korea.”
“Het mondiale zuiden speelt een steeds grotere rol op het wereldtoneel. We zoeken waar mogelijk meer samenwerking.”
Het CDA wil het overleg met sociale partners (vakbonden, werkgevers) en het maatschappelijk middenveld vernieuwen, met een centrale rol voor de SER. Dit moet leiden tot aantrekkelijkere cao’s en innovatieve vormen van arbeidsmarktbeleid.
“We maken samen met vakbonden en werkgevers het cao-stelsel aantrekkelijker, ook voor nieuwe sectoren zodat er meer werknemers onder een cao vallen.”
“We willen nieuwe vormen van overleg, met het maatschappelijk middenveld, de sociale partners en de overheid opnieuw vormgeven. De Sociaal-Economische Raad (SER) speelt hierin een verbindende rol.”
Het CDA onderstreept het belang van grensoverschrijdende samenwerking, vooral in grensregio’s, om wonen, werken en studeren over de grens te vergemakkelijken en internationale verbindingen te stimuleren.
“Grensoverstijgende samenwerking is belangrijk, zeker voor de inwoners die in de vele grensregio’s wonen. We zetten in op het vergemakkelijken van grensoverstijgend wonen en werken, studeren en stimuleren goede internationale treinverbindingen.”
“Elk ministerie werkt minimaal mee met een grensoverstijgend programma.”
Het CDA stimuleert regionale ecosystemen en gezamenlijke innovatieprogramma’s tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen om technologische vernieuwing en economische groei te bevorderen.
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, grote bedrijven, beginnende start-ups, lokale overheden en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.”
“Defensie en Economische Zaken maken een gezamenlijk innovatieprogramma met het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen.”
Voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG’s) acht het CDA nauwe samenwerking met ontwikkelingsorganisaties, bedrijfsleven, wetenschap en financiële sector noodzakelijk.
“Dat is niet alleen een overheidszaak, maar eist nauwe samenwerking – hier en op het zuidelijk halfrond – met ontwikkelingsorganisaties, het bedrijfsleven, de wetenschap en de financiële sector.”
De ChristenUnie ziet samenwerking met andere partijen als essentieel, mits deze gericht is op het algemeen belang, duidelijke rolverdeling en het respecteren van democratische waarden. Ze benadrukken samenwerking op verschillende niveaus: binnen Nederland (tussen maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven), in het Koninkrijk en op Europees niveau, maar stellen daarbij heldere voorwaarden en grenzen. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van Europese samenwerking op kerntaken, het zoeken naar alternatieve samenwerkingsvormen buiten EU-lidmaatschap, en het bevorderen van lokale en maatschappelijke samenwerking met duidelijke verantwoordelijkheden.
De ChristenUnie ondersteunt Europese samenwerking waar dit noodzakelijk is voor grensoverschrijdende uitdagingen, maar stelt dat bevoegdheden helder moeten zijn en dat toetreding tot de EU aan strikte voorwaarden moet voldoen. Ze zijn kritisch op uitbreiding en zoeken alternatieven voor landen die niet voldoen.
“Voor grote grensoverschrijdende uitdagingen is Europese samenwerking noodzakelijk: (arbeids)migratiebeleid, klimaatverandering, belastingontwijking en een eerlijke (digitale) economie.”
“Nieuwe landen die toetreden tot de Europese Unie voldoen aan de eisen die bij onze waardengemeenschap horen... Als op basis van die criteria toetreding in de nabije toekomst niet in de rede ligt, is de Europese Unie daar helder over en zoekt ze naar andere betekenisvolle vormen van samenwerking.”
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat.”
De partij benadrukt het belang van wederzijdse samenwerking binnen het Koninkrijk der Nederlanden, met respect voor eigenheid en gericht op versterking van democratische rechtsstaat en veiligheid.
“De wederzijdse verbondenheid in het Koninkrijk betekent dat landen elkaar bijstaan, met respect voor de eigen taal, cultuur en tradities, en blijven investeren in wederzijds vertrouwen en invoelingsvermogen... en versterkte samenwerking met Caribische overheden bij veiligheid en maritieme dreigingen.”
“Nederland gaat samen met de CAS-landen in overleg om het democratisch tekort bij wetten die het gehele Koninkrijk aangaan op te lossen...”
Samenwerking met maatschappelijke organisaties en vrijwilligers wordt gewaardeerd, maar de ChristenUnie waarschuwt voor het afschuiven van verantwoordelijkheden en pleit voor heldere taakverdeling.
“Samenwerken is goed, maar het mag geen afschuiven worden naar de vrijwilliger. De rolverdeling moet duidelijk zijn zodat iedereen weet wat hij kan verwachten en de professional verantwoordelijk blijft.”
De ChristenUnie wil dat gemeenten samenwerkingsafspraken maken met maatschappelijke organisaties, kerken en woningcorporaties om zorg en huisvesting voor ouderen te verbeteren.
“Daarom maakt elke gemeente afspraken met zorg- en welzijnsorganisaties, kerken, woningcorporaties en verenigingen over huisvesting, zinvolle dagbesteding, bestrijding van eenzaamheid en de invulling van zorg en ondersteuning.”
De partij waardeert de Nederlandse traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers als basis voor grote hervormingen en het gezamenlijk zoeken naar het algemeen belang.
“Ons land kent een lange traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers. In de befaamde Nederlandse polder zijn werkgevers en werknemers belangrijke partners bij grote hervormingsbesluiten over de arbeidsmarkt en sociale zekerheid.”
“In tijden van polarisatie en verwijdering blijven we samen zoeken naar overeenstemming en het gezamenlijk algemeen belang.”
Volt ziet samenwerking met andere partijen als essentieel voor het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken, zowel nationaal als internationaal. Ze pleiten voor gelijkwaardige samenwerking over partijgrenzen heen, met nadruk op co-creatie, regionale en grensoverschrijdende samenwerking, en het versterken van bestuurlijke samenwerking tussen verschillende overheden en maatschappelijke partners. Concrete voorstellen zijn onder meer het bevorderen van parlementaire samenwerking, co-creatieprocessen met alle betrokken partijen, en het faciliteren van grensoverschrijdende initiatieven.
Volt wil dat samenwerking tussen politieke partijen en andere betrokkenen leidt tot breed gedragen en uitvoerbare plannen. Ze zien co-creatie en dialoog als middel om begrip te krijgen voor elkaars perspectieven en zo tot betere oplossingen te komen.
“Zo bevorderen we samenwerking over partijgrenzen heen, terwijl we onze politieke diversiteit behouden.”
“Volt stelt voor om hiervoor een gestructureerd co-creatieproces in te zetten, waarin alle betrokken partijen, zoals veehouders, banken, veevoerbedrijven, zuivelcoöperaties, natuur- en milieuorganisaties, gezondheidszorg en verschillende overheden, gelijkwaardig deelnemen.”
Volt wil een onderzoek naar een regeringsmodel dat strategisch machtsspel vermindert en samenwerking tussen partijen structureel bevordert, om politieke versnippering bestuurbaar te maken.
“Volt pleit ervoor dat er tijdens de volgende regeerperiode een breed en goed onderbouwd onderzoek komt naar een nieuw regeringsmodel. Dit model moet strategisch machtsspel verminderen, samenwerking versterken, politieke versnippering bestuurbaar maken, verantwoordelijkheid eerlijk verdelen en burgers actief betrekken als de politiek vastloopt.”
Volt ziet samenwerking over lands- en regiogrenzen als noodzakelijk voor het aanpakken van grensregio-problemen en het versterken van brede welvaart. Ze willen dat het Rijk een faciliterende rol speelt en grensoverschrijdende burgerberaden mogelijk maakt.
“De Rijksoverheid werkt actief samen met lokale en regionale partners om dit te bereiken. Voor de grensregio’s zal die samenwerking grensoverstijgend zijn. Volt pleit ervoor dat het Rijk een faciliterende rol voor die samenwerking speelt.”
“We verkennen bovendien, in samenwerking met Duitsland en België, de opties voor het mogelijk maken van grensoverstijgende burgerberaden in de grensregio’s.”
Volt benadrukt het belang van samenwerking tussen verschillende overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, zoals veiligheid en jeugdzorg.
“De veiligheidsregio’s worden versterkt met regionale weerbaarheidsraden waarin ook maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen meedoen.”
“Volt zet zich in om samenwerking te vergemakkelijken door meer regulatie van de marktwerking toe te laten en regels die in de weg zitten te schrappen.”
Volt kiest voor internationale samenwerking die gericht is op gedeelde resultaten en het afstemmen van plannen tussen ontwikkelingsorganisaties, bedrijven en overheden.
“Ontwikkelingsorganisaties stemmen hun plannen beter op elkaar af en werken samen aan gedeelde resultaten.”
“Volt stimuleert samenwerking tussen Europese en lokale bedrijven, zolang die samenwerking mensenrechten en brede welvaart ondersteunt.”
JA21 ziet samenwerking met andere partijen vooral als functioneel en beperkt: op Europees niveau willen ze economische samenwerking, maar verzetten zich tegen verdere politieke integratie en overdracht van bevoegdheden. In internationale context steunen ze handelsverdragen en samenwerking als het de Nederlandse belangen dient, maar zijn ze kritisch op gezamenlijke schulden en compromissen die nationale belangen schaden. Hun kernvoorstel is: samenwerking alleen als het concreet voordeel oplevert voor Nederland, met behoud van nationale soevereiniteit.
JA21 wil dat de Europese Unie zich weer beperkt tot economische samenwerking en respect voor de soevereiniteit van lidstaten. Ze zijn tegen verdere politieke integratie, gezamenlijke schulden en overdracht van bevoegdheden, en willen dat Nederland alleen instemt met EU-standpunten die aantoonbaar in het nationale belang zijn.
“De Europese Unie is een samenwerkingsverband dat zichzelf moet leren beperken. JA21 pleit voor een Unie die zich weer richt op haar oorspronkelijke kracht: economische samenwerking en respect voor de soevereiniteit van lidstaten.”
“JA21 wil dat Nederland enkel instemt met EU-standpunten die aantoonbaar bijdragen aan onze nationale belangen.”
“Er moet juist ruimte ontstaan om bevoegdheden terug te geven aan lidstaten.”
“Indien gezamenlijke Europese schulden een realiteit zouden worden, moet Nederland een opt-out bedingen.”
JA21 steunt internationale handelsverdragen en samenwerking met andere landen als dit de Nederlandse welvaart en geopolitieke positie versterkt. Ze zijn kritisch op ontwikkelingshulp en willen dat samenwerking gebaseerd is op eerlijke handelsafspraken en lokaal draagvlak.
“Versterking van de gemeenschappelijke markt en het sluiten van handelsverdragen om de economische en geopolitieke positie van Nederland te versterken.”
“Deze handelsverdragen bieden Nederland de mogelijkheid haar welvaart te versterken en toeleveringsketens te diversifiëren waarmee geopolitieke schokken beter geabsorbeerd kunnen worden.”
“Alleen eerlijke handelsafspraken en lokaal draagvlak voor corruptiebestrijding, overheidshervorming en onderwijsinvestering kunnen leiden tot de juiste omstandigheden voor stabiele, duurzame ontwikkeling.”
JA21 is bereid politieke steun te mobiliseren binnen de EU voor Nederlandse sectoren, maar altijd vanuit het eigen belang en niet als doel op zich.
“Politieke steun mobiliseren om pulsvisserij opnieuw op de agenda van de EU te zetten als realistisch en milieuvriendelijk alternatief.”
De VVD ziet samenwerking met andere partijen vooral als een pragmatisch middel om Nederlandse belangen te dienen, zowel nationaal als Europees. Ze pleiten voor flexibele en selectieve samenwerking met gelijkgezinde landen binnen de EU, strategische partnerschappen buiten de EU, en gezamenlijke akkoorden met sociale partners en het bedrijfsleven. Concrete voorstellen richten zich op coalities binnen Europa, gezamenlijke aanpak van ontwikkelingssamenwerking, en nationale akkoorden voor economische groei.
De VVD wil dat Europese samenwerking pragmatisch en flexibel is, waarbij Nederland samenwerkt met landen die dezelfde belangen delen, vooral op het gebied van veiligheid, economie en innovatie. Ze verzetten zich tegen een federale EU en willen nationale bevoegdheden behouden.
“Europese samenwerking moet flexibel genoeg zijn om met coalities van gelijkgezinde landen vooruit te gaan.”
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
De VVD wil ontwikkelingssamenwerking zoveel mogelijk via de EU organiseren, met nadruk op gezamenlijke Europese programma’s en het Nederlandse belang. Ze plaatsen vraagtekens bij versnipperde nationale programma’s en willen effectiviteit en zichtbaarheid vergroten door samenwerking.
“Wat ons betreft gaat ontwikkelingssamenwerking (OS) in de toekomst zoveel mogelijk via de EU. We zetten vol in op een gezamenlijke Europese aanpak, waarbij de EU Global Gateway wordt uitgebouwd tot een krachtig, realistisch alternatief voor Chinese projecten zoals het ‘Belt and Road Initiative’.”
“Als VVD plaatsen we al jaren vraagtekens bij de effectiviteit van 27 verschillende ontwikkelingsprogramma’s in de EU. Wat ons betreft gaat ontwikkelingssamenwerking (OS) in de toekomst zoveel mogelijk via de EU. We zetten vol in op een gezamenlijke Europese aanpak...”
De VVD vindt het belangrijk dat Nederland nauw samenwerkt met het VK, vooral op het gebied van veiligheid en defensie, ook na de Brexit. Ze willen het VK actief betrekken bij Europese samenwerking.
“Het is van groot belang voor Nederland dat het Verenigd Koninkrijk nauw betrokken blijft bij Europese samenwerking, vooral op het gebied van veiligheid en defensie. Nederland en het VK delen vaak belangen en een vergelijkbare visie. De VVD pleit ervoor dat het VK wordt uitgenodigd bij de Europese...”
De VVD wil structurele samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en sociale partners om economische stabiliteit, lagere lasten en hogere lonen te realiseren. Dit moet leiden tot langetermijnzekerheid en een beter ondernemersklimaat.
“We willen stabiliteit bieden, net als hogere lonen en lagere lasten. Hiervoor sluiten we een akkoord met sociale partners en de overheid, waarin we ernaar streven om de ondernemerslasten te verlagen, voor langere termijn zekerheid te bieden aan het bedrijfsleven, en daarnaast de lonen te verhogen.”
De VVD wil samenwerking tussen verschillende zorgpartijen stimuleren om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg te verbeteren. Ze pleiten voor langetermijncontracten en het opschudden van bestaande structuren om ketensamenwerking mogelijk te maken.
“Door in samenwerking tussen deze partijen langetermijncontracten te sluiten, kan welzijn en zorg in een regio structureel worden verbeterd.”
“We consolideren en stimuleren samenwerking in de zorg: De lappendeken van de zorg met vier organiserende principes... moet daarnaast worden opgeschud, omdat deze historisch gegroeide indeling ketensamenwerking en innovatie onmogelijk maakt.”
BVNL is kritisch over samenwerking met andere partijen en stelt duidelijke grenzen: internationale samenwerking is alleen acceptabel als het de Nederlandse soevereiniteit niet aantast, en binnenlands wordt samenwerking vooral gezocht met private partijen of op lokaal niveau. Concrete voorstellen zijn onder meer het beperken van samenwerking binnen de EU tot economische samenwerking, het bevorderen van publiek-private samenwerking bij infrastructuur, en internationale samenwerking uitsluitend waar noodzakelijk, zoals bij cybercrime.
BVNL accepteert samenwerking met andere landen of de EU alleen als het strikt economisch is en de Nederlandse soevereiniteit behouden blijft. Politieke of beleidsmatige integratie wordt afgewezen, en Nederland moet opt-outs kunnen nemen.
“Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrijhandel is een groot goed. Maar de overdracht van soevereiniteit naar de EU moet stoppen en we moeten de mogelijkheid krijgen tot opt-ins en opt-outs.”
“Indien Nederland niet meer zeggenschap krijgt over het asielbeleid en het stikstofbeleid dan kunnen we het EU-lidmaatschap verruilen voor een associatieverdrag.”
BVNL erkent het belang van internationale samenwerking uitsluitend op terreinen waar grensoverschrijdende problemen spelen, zoals cybercriminaliteit, maar blijft kritisch op internationale verplichtingen en organisaties.
“Aangezien cybercriminaliteit geen grenzen kent, is internationale samenwerking van essentieel belang. De overheid werkt daarom samen met andere landen om informatie uit te wisselen en gezamenlijk op te treden tegen cyberdreigingen.”
“Geen internationaal gezondheidsbeleid met mandaat voor ondemocratische organisaties zoals de WHO en verplichtingen voor lidstaten en nationale overheden.”
BVNL ziet samenwerking met private partijen als essentieel voor innovatie en infrastructuur, en wil deze publiek-private samenwerkingen stimuleren in plaats van alles door de overheid te laten uitvoeren.
“Infrastructurele werken worden bij voorkeur op basis van publiek private samenwerkingen gebouwd en gefinancierd.”
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
BVNL wil binnen de zorgsector vooral samenwerken met zorgverleners om verspilling en inefficiëntie aan te pakken, en is kritisch op samenwerking met grote bureaucratische organisaties.
“Samen met zorgverleners wordt bekeken waar verspilling zit, waar wet- en regelgeving efficiëntie in de weg staat en waar deregulering mogelijk is.”
D66 ziet samenwerking met andere partijen als essentieel voor het oplossen van grote maatschappelijke en internationale vraagstukken, zoals veiligheid, klimaat, innovatie en migratie. De partij pleit voor concrete, structurele samenwerking binnen Europa en met internationale partners, waarbij gezamenlijke investeringen, gedeelde infrastructuur en eerlijke verdeling van verantwoordelijkheden centraal staan. D66 benadrukt dat samenwerking niet vrijblijvend is, maar noodzakelijk om slagkracht, innovatie en gedeelde waarden te waarborgen.
D66 beschouwt samenwerking binnen Europa als cruciaal om gezamenlijke uitdagingen zoals defensie, energie en technologische innovatie effectief aan te pakken. Door gezamenlijke investeringen en het delen van middelen wil D66 de slagkracht vergroten en kosten besparen.
“Om Europees een vuist te maken, is samenwerking essentieel. We moeten gezamenlijk voorraden aanleggen, trainen en investeren in innovatie. Gezamenlijk materieel inkopen en meer standaardiseren. Door onze krachten te bundelen zijn we samen slagvaardiger en besparen we kosten.”
“Nederland neemt het voortouw voor een sterk Europees energiesysteem. We willen samen met andere landen stroomnetwerken delen en energieopslag organiseren. Ook werken we samen aan wind op zee, groene waterstof en betrouwbare netwerken onder de Noordzee.”
D66 wil internationale samenwerking vernieuwen door duidelijke keuzes te maken in partnerschappen en langdurige investeringen te stimuleren, met speciale aandacht voor mensenrechten en democratisering.
“We organiseren internationale samenwerking (ontwikkelingssamenwerking) anders, zodat we langdurige investeringen en sterke impact mogelijk maken. We maken duidelijke keuzes over de gebieden waarin we investeren en met welke internationale partners we dat doen.”
“Over de hele wereld krijgen kritische burgers, journalisten en mensenrechtenorganisaties steeds minder ruimte. Dat beschadigt de rechtsstaat en de democratie. Daarom wil D66 dat Nederland organisaties die werken aan democratisering, goed bestuur en vrije media ondersteunt.”
D66 ziet samenwerking tussen EU-lidstaten als noodzakelijk voor een eerlijk, humaan en werkend asielsysteem, met nadruk op regie en eerlijke verdeling van verantwoordelijkheden.
“Het pact biedt regie op migratie en versterkt samenwerking tussen lidstaten. Daarbij pleiten we voor een eerlijke verdeling tussen de verschillende lidstaten.”
D66 wil belemmeringen voor samenwerking in grensregio’s wegnemen om mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur te versterken, en zo de positie van Nederland in Europa te verbeteren.
“Grensregio’s hebben speciale aandacht nodig. Daar kunnen we veel Europees samenwerken, maar regels zitten die samenwerking vaak in de weg. D66 wil samenwerking over de grens aanmoedigen.”
D66 koppelt internationale samenwerking aan klimaatdoelen door mondiale klimaatcoalities te bouwen en handelsafspraken te verbinden aan CO2-reductie buiten Europa.
“We bouwen mondiale klimaatcoalities. De meeste uitstootreductie valt buiten Europa te behalen. Daarom koppelen we handels- en samenwerkingsafspraken aan CO2-reductie in die landen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet samenwerking met andere partijen vooral als middel om maatschappelijke, internationale en Europese uitdagingen aan te pakken, mits deze samenwerking bijdraagt aan sociale of ecologische vooruitgang. Ze zijn kritisch over samenwerking die vooral economische belangen dient, en pleiten voor samenwerking gebaseerd op gelijkwaardigheid, solidariteit en democratische controle.
De PvdD is bereid tot samenwerking met andere landen en partijen, maar alleen als dit leidt tot sociale of ecologische vooruitgang en democratische controle gewaarborgd is. Ze zijn kritisch op publiek-private samenwerkingen en handelsverdragen die vooral economische belangen dienen.
“De Partij voor de Dieren beoordeelt Europese voorstellen op deze beleidsterreinen daarom kritisch, maar we zijn constructief wanneer plannen daadwerkelijk zorgen voor sociale of ecologische vooruitgang.”
“Nederland neemt een kritische houding aan tegenover publiek-private partnerschappen (PPP) in”
“Dit samenwerkingsverband werkt op basis van het internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit en is gericht op verdediging, vrede, veiligheid en wederzijdse ontwapening.”
De PvdD erkent het belang van samenwerking met andere Europese landen op het gebied van defensie, maar benadrukt dat dit niet ten koste mag gaan van natuur en rechtvaardige vrede. Internationale samenwerking wordt gezien als essentieel voor stabiliteit, mits gericht op vredesopbouw en duurzaamheid.
“Samenwerking op het gebied van (bestaande) oefenlocaties in Europa en het aankopen van defensiematerieel met andere Europese landen is daarom cruciaal.”
“Veiligheid is veel breder dan defensie. Deze tijd vraagt om een veiligheidsstrategie waarin rechtvaardige vrede, samenwerking, vredesopbouw en de-escalatie zijn opgenomen.”
De PvdD pleit voor nauwere samenwerking tussen verschillende onderwijssectoren om de overstapmogelijkheden voor studenten te verbeteren en het onderwijs toekomstbestendig te maken.
“Door nauwere samenwerking tussen het voortgezet onderwijs, mbo, hbo en wo verbeteren we de mogelijkheden voor studenten om van richting te wisselen en elders in te stromen.”
De partij stimuleert samenwerking tussen lokale partijen, zoals milieustraten en kringloopbedrijven, om hergebruik te bevorderen en circulariteit te versterken.
“Alle milieustraten werken samen met kringloopbedrijven om zoveel mogelijk complete producten te hergebruiken in plaats van de materialen te recyclen.”
DENK ziet internationale en Europese samenwerking als essentieel, mits deze de nationale soevereiniteit respecteert en gericht is op mensenrechten, rechtvaardigheid en solidariteit. De partij is voor pragmatische samenwerking op Europees niveau, vooral waar gezamenlijke aanpak effectiever is, en pleit voor internationale deals op migratie en ontwikkelingssamenwerking. DENK benadrukt ook het belang van samenwerking met religieuze instellingen en het verbeteren van relaties met landen waarmee Nederland historische banden heeft.
DENK ondersteunt Europese samenwerking als dit meerwaarde biedt, maar wil dat Nederland zeggenschap houdt over eigen beleid en inzet van militairen. De partij pleit voor hervorming van de EU om het democratische gehalte te vergroten en strengere handhaving van de rechtsstaat.
“Wij zijn pragmatische voorstanders van de EU: als wij uitdagingen beter in Europees verband kunnen aanpakken, dan zijn wij daar een voorstander van. Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
“Wij zijn een voorstander van Europese defensiesamenwerking, maar geen voorstander van een Europees leger. Wij moeten altijd zelf blijven bepalen of onze militairen worden ingezet.”
DENK wil internationale samenwerking om migratie menswaardig te reguleren en ontwikkelingssamenwerking te versterken, met nadruk op mensenrechten en het tegengaan van mensenhandel.
“We werken internationaal samen op migratie. We sluiten menswaardige deals met andere landen om het verdienmodel van mensenhandelaren tegen te gaan, legale mogelijkheden voor migratie te scheppen en de grondoorzaken te verminderen. Mensenrechten moeten hierbij altijd geborgd worden.”
“DENK pleit voor effectieve ontwikkelingssamenwerking om internationale solidariteit te versterken. Als welvarend land heeft Nederland de verantwoordelijkheid om andere landen te ondersteunen.”
DENK wil structureel overleg en samenwerking tussen overheid en religieuze instellingen om hun maatschappelijke bijdrage te versterken en wederzijds vertrouwen te bevorderen.
“Er wordt beter samengewerkt tussen religieuze instellingen en de overheid. Door middel van structureel overleg worden de krachten gebundeld.”
DENK streeft naar nauwere diplomatieke en economische samenwerking met landen waarmee Nederland historische en culturele banden heeft, en wil de betrokkenheid van Nederlandse gemeenschappen bij deze relaties vergroten.
“Nederland gaat specifiek diplomatiek beleid voeren voor het bevorderen van de diplomatieke en economische betrekkingen met bindingslanden. De gemeenschappen in Nederland worden hierbij betrokken.”
FVD is uitgesproken kritisch over samenwerking met andere politieke partijen, vooral met betrekking tot het zogeheten 'partijkartel' en internationale samenwerkingsverbanden. De partij pleit voor het doorbreken van gesloten politieke netwerken, het beëindigen van multilaterale verdragen en het herstellen van nationale soevereiniteit, waarbij samenwerking alleen op bilaterale basis of met volledige transparantie plaatsvindt. FVD wil dat Nederland zelfstandig zijn koers bepaalt en afrekent met gevestigde belangen en achterkamertjespolitiek.
FVD verzet zich tegen de gesloten samenwerking tussen gevestigde partijen, die volgens hen leidt tot machtsconcentratie, uitsluiting van nieuwe ideeën en het in stand houden van een kleine bestuurlijke elite. De partij wil deze gesloten netwerken openbreken om vernieuwing en echte democratie mogelijk te maken.
“In ons land vormen de gevestigde partijen een gesloten partijkartel. Een kleine groep bestuurders rouleert al decennia in dezelfde functies, schuift elkaar baantjes toe en schermt de macht af voor nieuw talent en frisse ideeën.”
“We breken het partijkartel open, stoppen partijpolitieke benoemingen en zorgen dat nieuwe ideeën en talenten weer een kans krijgen.”
FVD is tegen samenwerking in multilaterale verbanden zoals de EU, omdat dit volgens hen leidt tot verlies van nationale beleidsvrijheid en ondergeschiktheid aan de belangen van andere landen. De partij kiest voor bilaterale samenwerking en het opzeggen van verdragen die de Nederlandse autonomie beperken.
“Nederland heeft belang bij internationale samenwerking en een open economie, maar niet bij multilaterale verdragen die door de EU worden uitonderhandeld.”
“We zeggen multilaterale EU-handelsverdragen op en sluiten bilaterale verdragen, zodat Nederland zijn eigen belangen optimaal kan verdedigen.”
“We zeggen internationale verdragen op die onze beleidsvrijheid inperken, zoals het VN-vluchtelingenverdrag dat ons dwingt tot het opnemen van migranten.”
FVD eist volledige transparantie bij internationale samenwerking en afspraken, om te voorkomen dat besluiten in achterkamertjes worden genomen zonder democratische controle.
“Transparantie staat voorop: internationale afspraken en besprekingen komen onder het bereik van de Wet Open Overheid, zodat we inzicht krijgen in wat in achterkamertjes ver weg wordt bedisseld.”
GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van samenwerking met andere partijen als alternatief voor marktwerking en concurrentie, vooral in sectoren als zorg, onderwijs en op internationaal niveau. Ze willen structurele samenwerking stimuleren tussen publieke en maatschappelijke organisaties, Europese toezichthouders en met andere landen, om gezamenlijke maatschappelijke uitdagingen effectiever aan te pakken. Hun visie is dat samenwerking leidt tot meer solidariteit, efficiëntie en betere publieke dienstverlening.
GroenLinks-PvdA kiest expliciet voor samenwerking tussen instellingen en organisaties in plaats van marktwerking en concurrentie, omdat dit volgens hen leidt tot betere publieke dienstverlening en minder bureaucratie. Ze willen prikkels voor concurrentie uit het systeem halen en samenwerking structureel bevorderen.
“Samenwerking boven concurrentie. We halen alle prikkels uit de bekostiging”
“Samenwerking in plaats van marktwerking. In de zorg is nog te vaak sprake van concurrentie in plaats van samenwerking. Dat is op termijn niet houdbaar, leidt tot bureaucratie en maakt preventie minder aantrekkelijk. We pakken de doorgeschoten marktwerking aan en passen het zorgstelsel aan”
De partij wil de samenwerking met andere Europese toezichthouders versterken, met name op het gebied van digitale technologie en toezicht op algoritmes. Daarnaast streven ze naar nauwere samenwerking tussen Nederland en de Caribische landen om gezamenlijke uitdagingen zoals sociale ongelijkheid, veiligheid en klimaatverandering aan te pakken.
“algoritmetoezichthouder en faciliteren samenwerking met andere Europese toezichthouders.”
“We willen dat Nederland en de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten beter met elkaar gaan samenwerken om de belangrijke uitdagingen die er onder andere zijn op het gebied van sociale ongelijkheid, veiligheid en klimaatverandering aan te gaan.”
GroenLinks-PvdA wil structurele samenwerking tussen overheden, maatschappelijke partners en andere publieke instellingen stimuleren om maatschappelijke problemen effectiever aan te pakken en kennisdeling te bevorderen.
“wordt samengewerkt met ouders en met maatschappelijke partners binnen de domeinen armoede, jeugd, zorg, sport, cultuur en de wijk.”
“We stimuleren het delen van kennis en expertise tussen gemeenten en provincies, zodat ook lokale overheden minder afhankelijk worden van detacheringsbureaus.”
De SGP ziet samenwerking met andere partijen als noodzakelijk, maar stelt duidelijke grenzen: samenwerking moet de nationale soevereiniteit respecteren en mag niet leiden tot overdracht van macht aan supranationale instellingen zoals de EU. De partij benadrukt effectieve samenwerking tussen overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties, mits iedere partij zijn eigen rol behoudt en de regie bij het Rijk blijft. Internationale samenwerking is gewenst, maar altijd met behoud van Nederlandse belangen en zonder onnodige afhankelijkheid van Brussel.
De SGP erkent het belang van samenwerking met andere landen, vooral binnen Europa, maar verzet zich tegen verdere overdracht van bevoegdheden aan de EU. De partij wil dat de EU dienstbaar is aan de lidstaten en niet uitgroeit tot een ideologisch project.
“Samenwerking met andere landen betekent voor de SGP niet dat er steeds meer macht naar Brussel moet. Integendeel. De SGP kiest voor een Europese Unie die ten dienste staat van de lidstaten, ruimte biedt voor verschillen en respect heeft voor de nationale soevereiniteit.”
De SGP vindt samenwerking tussen verschillende overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties essentieel voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, maar benadrukt dat iedere partij zijn eigen rol moet behouden en dat het Rijk de regie voert.
“De woningbouwopgave vereist een goede en effectieve samenwerking tussen overheden, woningcorporaties en bedrijfsleven. Elk met hun eigen rol. De SGP vindt dat de Rijksoverheid regie moet hebben, maar provincies en gemeenten houden nadrukkelijk ruimte voor zelfstandige afwegingen, waarbij provincies ruimhartig faciliteren.”
De SGP ondersteunt internationale samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en ontwikkelingssamenwerking, maar wil dit altijd doen vanuit het Nederlandse belang en zonder afhankelijkheid van supranationale instanties.
“Grensoverschrijdende criminaliteit vraagt internationale samenwerking, zonder afhankelijk te zijn van Brussel. Afspraken met (buur)landen volstaan.”
“We staan sterker als we samenwerken met buurlanden en bondgenoten. Dit draagt bij aan een sterke economie, bloeiende handelsrelaties en de bescherming van onze vrijheid.”
De SGP vindt samenwerking tussen het Rijk en regio’s noodzakelijk voor het uitvoeren van belangrijke taken, met aandacht voor eerlijke kansen en voldoende middelen voor alle regio’s.
“Overheden hebben elkaar hard nodig om belangrijke opgaven zoals woningbouw, asielbeleid en zorg te kunnen uitvoeren. Daarom is goede samenwerking onontbeerlijk, maar ook duidelijkheid en toereikende financiering voor de taken van mede-overheden. Dat geldt ook voor de samenwerking in regio’s.”
De SP ziet samenwerking met andere partijen vooral als middel om maatschappelijke problemen op te lossen die landsgrenzen of sectoren overstijgen, zoals klimaat, migratie en economie. Ze benadrukken internationale samenwerking binnen de EU en Europa, maar onder strikte voorwaarden van soevereiniteit en sociale rechtvaardigheid. Concrete voorstellen zijn onder meer samenwerking binnen Europa voor eerlijke handel, productie en duurzaamheid, en het sluiten van akkoorden met vakbonden en werkgevers op nationaal niveau.
De SP erkent dat sommige problemen, zoals klimaatverandering, migratie en belastingontwijking, alleen effectief aangepakt kunnen worden door samenwerking met andere landen binnen de EU. Tegelijkertijd willen ze dat deze samenwerking niet ten koste gaat van nationale soevereiniteit en sociale rechten.
“In de EU werken we samen om problemen aan te pakken die de landsgrenzen overstijgen. Klimaatverandering, migratie, veiligheid, belastingontwijking en consumentenbescherming kunnen in een geglobaliseerde wereld het best met samenwerking worden aangepakt.”
“Je kunt als land niet alles zelf organiseren, bijvoorbeeld door gebrek aan grondstoffen. Daarom blijven we ons inzetten voor gelijkwaardige handel en samenwerking die goed is voor mens, dier en milieu.”
“We werken in Europa samen om onze economie eerlijker en duurzamer te maken. We pleiten voor Europese regels die producten reparatievriendelijk en duurzaam maken, met strengere kwaliteitseisen en een recht op reparatie in alle lidstaten zodat we niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden.”
Op nationaal niveau zoekt de SP samenwerking met vakbonden en werkgevers om sociale en economische doelen te bereiken, zoals het inhalen van loonachterstanden en het versterken van werknemersrechten.
“We sluiten een akkoord met de vakbonden en de werkgevers om de loonachterstand van de afgelopen decennia voor alle werknemers in te halen, onder andere door winstdeling.”
De SP wil op Europees niveau samenwerken om strategische productie, zoals medicijnen, binnen Europa te houden en zo afhankelijkheid van andere werelddelen te verminderen.
“In Europa werken we samen om de productie zo veel mogelijk in Europa te laten plaatsvinden. Zo zorgen we ervoor dat onze medicijnen weer in de”
50PLUS ziet samenwerking met andere partijen vooral als noodzakelijk op Europees niveau, met name rond klimaat, economie en migratie, omdat nationale maatregelen volgens hen vaak ineffectief zijn. Ze pleiten voor gezamenlijke Europese afspraken en beleid, en benadrukken het belang van samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden. Concrete voorstellen zijn onder meer het bevorderen van gezamenlijk klimaatbeleid op Europees niveau en betere samenwerking in het beroepsonderwijs.
50PLUS vindt dat samenwerking met andere landen, vooral binnen Europa, essentieel is om effectief beleid te voeren op het gebied van klimaat, economie en migratie. Ze wijzen nationale solo-maatregelen af en willen dat Nederland zich houdt aan Europese afspraken, omdat alleen gezamenlijke actie effectief en eerlijk is.
“Gezamenlijk klimaatbeleid op Europees of wereldwijd niveau, anders is het niet effectief.”
“Dezelfde regels voor iedereen binnen Europa. Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“We willen een gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarbij de buitengrenzen worden versterkt en opvang in de regio de regel wordt.”
Op het gebied van onderwijs pleit 50PLUS voor meer samenwerking tussen verschillende partijen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Dit moet leiden tot betere kansen voor ouderen en jongeren op de arbeidsmarkt.
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
BBB ziet samenwerking met andere partijen vooral als praktisch en noodzakelijk, met nadruk op grensoverschrijdende samenwerking (zoals met Duitsland en België) en samenwerking tussen lokale partijen (zoals boeren, gemeenten en waterschappen) voor concrete doelen als waterbeheer en ruimtelijke ordening. De partij benadrukt dat samenwerking gericht moet zijn op het algemeen belang, met behoud van regionale zeggenschap en transparantie. Internationale en regionale samenwerking wordt vooral ingezet om praktische problemen op te lossen, niet als doel op zich.
BBB vindt samenwerking met buurlanden essentieel om grensoverschrijdende problemen zoals overstromingen en ruimtelijke plannen (bijvoorbeeld windturbines) effectief aan te pakken. Dit voorkomt conflicten en bevordert duurzame, breed gedragen oplossingen.
“Samenwerking met Duitsland en België is noodzakelijk om overstromingen in de grensregio’s te voorkomen en te beperken. Door gezamenlijk waterbeheer en vroegtijdige waarschuwingen kunnen risico’s beter worden beheerst.”
“Er moet nauw worden samengewerkt met buurlanden bij ruimtelijke plannen, zoals de plaatsing van windturbines, om een goede afstemming en gezamenlijke besluitvorming te waarborgen.”
BBB benadrukt het belang van samenwerking tussen boeren, waterschappen en gemeenten bij waterbeheer, om tot gedragen en effectieve oplossingen te komen.
“Waterbeheer vindt altijd plaats in samenspraak met boeren, waterschappen en gemeenten.”
BBB steunt samenwerking binnen de EU als deze het nationale belang en maatschappelijke meerwaarde dient, maar wil minder geld naar de EU sturen en streng toezicht op uitgaven.
“Samenwerken binnen de EU steunen we. BBB wil dat Nederland minder geld naar de EU stuurt en eist streng toezicht op Europese uitgaven.”
NSC vindt samenwerking met andere partijen essentieel, maar wil dat dit op een open, transparante en inhoudelijke manier gebeurt, waarbij ook oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties worden betrokken. Ze pleiten voor minder dichtgetimmerde coalitieakkoorden, meer debat in het parlement, en samenwerking met Europese en buurlanden op basis van gelijkwaardigheid en nationale soevereiniteit. Concrete voorstellen zijn onder andere het zoeken van steun buiten de coalitie, het beperken van coalitieakkoorden tot hoofdlijnen, en het versterken van samenwerking binnen Europa zonder nationale bevoegdheden op te geven.
NSC wil dat samenwerking in de politiek niet beperkt blijft tot coalitiepartijen, maar dat ook oppositiepartijen actief worden betrokken bij het debat en de besluitvorming. Dit moet leiden tot meer openheid, inhoudelijke discussies en betere oplossingen voor maatschappelijke problemen.
“De regering regeert en zoekt steun voor voorstellen in een constructieve en open discussie met het parlement, die verder gaat dan alleen de coalitiepartijen. Ook oppositiepartijen moeten actief bij het debat in de Kamer betrokken worden.”
NSC vindt dat coalitieakkoorden niet dichtgetimmerd moeten zijn, zodat er ruimte blijft voor debat, samenwerking en inspelen op veranderende omstandigheden. Dit voorkomt dat samenwerking alleen binnen de coalitie plaatsvindt en stimuleert bredere politieke samenwerking.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC erkent het belang van samenwerking met andere Europese landen, maar wil dat Nederland een stevige, realistische en constructieve positie inneemt, waarbij nationale bevoegdheden behouden blijven en samenwerking alleen plaatsvindt als het daadwerkelijk meerwaarde heeft.
“Binnen Europa bepleiten we een stevige opstelling van Nederland, constructief maar realistisch. Taken, bevoegdheden en budgetten blijven van ons, deze nationale soevereiniteit bewaken we. Lidstaten moeten achter ambities blijven staan die ze samen uitspreken, samenwerken in de uitvoering en zich ervan verzekeren dat alle lidstaten de gemaakte afspraken nakomen.”
NSC wil de samenwerking met buurlanden en aangrenzende regio’s versterken, met concrete doelen zoals betere infrastructuur en afspraken over sociale zekerheid en belastingen voor grensarbeiders.
“We blijven werken aan een goede verstandhouding met onze buurlanden Duitsland, België/Luxemburg (Benelux) en ook met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. We hechten aan de bijzondere samenwerking met Vlaanderen vanwege de gemeenschappelijke taal en culturele wortels, alsook met de aangrenzende Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen. Niet alleen het kabinet, maar ook de Kamer moet in de relatie met buurlanden investeren. Grensoverschrijdende samenwerking moet tot concrete resultaten leiden, zoals goede treinverbindingen en afspraken over sociale zekerheid en belastingen voor grensarbeiders.”
De PVV staat kritisch tegenover samenwerking met supranationale organisaties zoals de Europese Unie, en pleit voor het behoud van nationale soevereiniteit. Samenwerking met andere landen is volgens de PVV prima zolang het bilateraal en in het Nederlands belang is, maar de partij verzet zich fel tegen verdere integratie of machtsoverdracht aan de EU. De PVV wil vetorechten actief inzetten om ongewenste Europese besluiten te blokkeren en pleit voor het terughalen van bevoegdheden uit Brussel.
De PVV wil geen verdere overdracht van macht aan de Europese Unie en verzet zich tegen een Europese superstaat. De partij accepteert samenwerking met andere landen, maar alleen op basis van gelijkwaardigheid en nationale belangen, en is tegen het overhevelen van bevoegdheden of geld naar Brussel. Dit standpunt adresseert het probleem van verminderde nationale zeggenschap en de groeiende invloed van de EU.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels. Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“De PVV wil onze nationale soevereiniteit en identiteit behouden. Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De PVV wil bestaande vetorechten behouden, herstellen en actief inzetten om ongewenste Europese besluiten te blokkeren, met name op het gebied van asiel en immigratie. Dit standpunt richt zich op het beschermen van Nederlandse belangen binnen de EU door samenwerking te beperken tot wat strikt noodzakelijk is en nationale autonomie te waarborgen.
“Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de...”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen.”
BIJ1 staat kritisch tegenover samenwerking met gevestigde politieke en economische machten, maar zoekt wél actieve samenwerking met radicaal linkse partijen en sociale bewegingen in Europa om progressieve doelen te bereiken. Hun visie op samenwerking is selectief, gericht op gelijkwaardigheid, solidariteit en het doorbreken van neoliberale structuren, met concrete voorstellen voor internationale en Europese samenwerking buiten traditionele machtsblokken.
BIJ1 wil alleen samenwerken met andere partijen als deze dezelfde radicaal linkse, anti-neoliberale en democratische waarden delen. Ze verwerpen samenwerking met gevestigde economische belangen en streven naar coalities die gericht zijn op het vergroten van democratische controle en het tegengaan van liberalisering binnen Europa.
“We kaarten alle Europese wetten en regels aan die zorgen voor liberalisering en die de ruimte voor democratisch ingrijpen van de overheid in de economie beperkt. In samenwerking met andere radicaal linkse politieke partijen en sociale bewegingen in Europa.”
BIJ1 pleit voor internationale samenwerking op basis van solidariteit, maar expliciet buiten traditionele machtsblokken als de NAVO en de EU. Ze willen een alternatief netwerk van solidaire landen opbouwen, gericht op noodhulp en vrede, onder democratische controle en zonder militair mandaat.
“Nederland investeert in een internationaal netwerk van solidaire landen voor noodhulp, rampenopvang en civiele vredesinterventies, buiten NAVO en EU om — onder democratische controle, zonder militair mandaat.”