De Partij voor de Dieren noemt "Rijkswaterstaat" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert wel thema’s die raken aan het werkterrein van Rijkswaterstaat, zoals waterbeheer, dijkversterking en het prioriteren van natuur en drinkwater boven economische belangen. De partij pleit voor een radicaal andere koers waarbij natuur en waterkwaliteit centraal staan, met strengere regelgeving en meer centrale regie vanuit het Rijk.
De PvdD wil dat de landelijke overheid (en dus impliciet Rijkswaterstaat) meer verantwoordelijkheid neemt voor waterkwaliteit, dijkversterking en het halen van Europese normen. Ze bekritiseren het uitblijven van daadkrachtige maatregelen en willen dat natuur en drinkwater altijd prioriteit krijgen boven economische belangen.
“De overheid heeft de noodzakelijke bescherming van ons water tientallen jaren verzaakt en echte maatregelen voor zich uitgeschoven. De Europese deadline van 2027 mag niet overschreden worden.”
“We zorgen voor echt schoon en voldoende water in Nederland. Er komen extra maatregelen om de Kaderrichtlijn Water nog in 2026 te halen.”
“Dijkversterking is van groot belang, maar moet verstandig gebeuren. Klimaatmodellen worden geactualiseerd om te bepalen wat er nodig is.”
“De Partij voor de Dieren wil dat bij de verdeling van water de prioriteit ligt bij maximale bescherming en behoud van natuur en drinkwaterbronnen.”
De partij wil de invloed van sectorale belangen in het waterbeheer terugdringen door de geborgde zetels in waterschapsbesturen af te schaffen, zodat deze organen democratischer worden en minder door economische belangen worden gestuurd.
“De geborgde zetels in de waterschapsbesturen, die nu nog gereserveerd zijn voor boeren en beheerorganisaties, worden afgeschaft, zodat waterschappen een daadwerkelijk democratische zetelverdeling krijgen.”
“De geborgde zetels in de waterschapsbesturen, die nu nog gereserveerd zijn voor boeren en beheerorganisaties, worden afgeschaft, zodat waterschappen een daadwerkelijk democratische zetelverdeling krijgen.”
De PvdD wil af van het kunstmatig laag houden van waterpeilen ten gunste van landbouw en pleit voor een natuurlijker waterbeheer, waarbij natuur en drinkwater altijd voorrang krijgen boven landbouw en industrie.
“Grondwaterstanden kunnen bovendien niet langer structureel te laag worden gehouden voor de landbouw, omdat dit leidt tot verdroging van de natuur.”
“Een zo natuurlijk mogelijk waterpeil wordt leidend bij beslissingen over de gebruiksfunctie. Grondwaterstanden worden niet langer kunstmatig verlaagd ten gunste van de landbouw.”
“Bij ernstige droogte wordt de verdeling van het water zo georganiseerd dat natuur prioriteit krijgt boven landbouw en natuurinclusieve, biologische voedselteelten boven gangbare. Drinkwater krijgt altijd prioriteit, sierteelt nooit.”
FVD noemt "rijkswaterstaat" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar hun standpunten over infrastructuur, wegenaanleg en mobiliteit impliceren een fundamentele heroriëntatie van de taken en prioriteiten van Rijkswaterstaat. De partij wil minder bureaucratie, snellere aanleg en verbreding van wegen, en het afschaffen van milieuzones en stikstofregels die Rijkswaterstaat momenteel uitvoert. Hun visie is gericht op maximale mobiliteit, minder regulering en het schrappen van milieugerelateerde beperkingen.
FVD wil dat Rijkswaterstaat zich richt op het versnellen van de aanleg en verbreding van wegen, met minder bureaucratie en zonder milieubeperkingen. Dit moet de bereikbaarheid verbeteren en Nederland weer "mobiel" maken. De partij ziet de huidige regelgeving en stikstofbeleid als belemmeringen voor de kerntaken van Rijkswaterstaat.
“We versnellen de aanleg van de A8-A9, maken van de N35 een volwaardige snelweg en verbreden alle filetrajecten, zodat de bereikbaarheid van heel Nederland verbetert.”
“De aanleg van wegen wordt versneld door bureaucratie te verminderen.”
“We verbreden en optimaliseren alle snelwegen om doorstroming te verbeteren en regionale economieën te versterken.”
FVD wil dat Rijkswaterstaat stopt met het uitvoeren van milieuzones, stikstofregels en het gebruik van rekenmodellen zoals AERIUS. Volgens de partij zijn deze maatregelen onnodig en belemmeren ze infrastructuurprojecten.
“We schaffen milieuzones af en weigeren invoering van een kilometerheffing, zodat vrijheid van mobiliteit wordt beschermd.”
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
FVD wil dat Rijkswaterstaat zich weer beperkt tot haar klassieke taken zoals infrastructuur, en pleit voor minder overheid en lagere lasten. Grote projecten en internationale agenda’s moeten plaatsmaken voor ouderwetse publieke taken.
“Wij kiezen ervoor, te investeren in gewone, ouderwetse publieke taken: veiligheid, woningbouw, infrastructuur, onderwijs, zorg en voorzieningen voor de oude dag.”
De VVD noemt Rijkswaterstaat niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar adresseert wel thema’s die traditioneel tot het takenpakket van Rijkswaterstaat behoren, zoals hoogwaterbescherming, infrastructuur en waterbeheer. De partij wil investeren in infrastructuur, versimpeling van vergunningverlening en een realistische aanpak van waterkwaliteit en -beschikbaarheid. De nadruk ligt op het versnellen van procedures en het waarborgen van veiligheid en bereikbaarheid, met oog voor economische groei en maatschappelijke draagvlak.
De VVD ziet betrouwbare infrastructuur als fundament voor economische groei en veiligheid, en wil daarom investeren in aanleg en onderhoud van (water)wegen, bruggen en viaducten. Dit sluit aan bij de kerntaken van Rijkswaterstaat, zoals het beheer van hoofdwegen en waterwegen.
“We investeren met de investeringsagenda voor nationale groei in onze infrastructuur en daarmee de bereikbaarheid van woonwijken, zodat we nieuwe auto-, spoor- en waterwegen kunnen aanleggen en bestaande verbindingen goed kunnen onderhouden.”
“Op dit moment zijn er (spoor)wegen, viaducten en bruggen die nog kampen met achterstallig onderhoud, maar waar mogelijk wel militair materieel over vervoerd moet worden. Daarom gaat de VVD investeren in infrastructuur, zodat iedereen goedkoop, snel en veilig op het werk kan komen of familie kan bezoeken en nieuwe woonwijken bereikbaar zijn.”
De VVD wil vergunningverlening voor infrastructuurprojecten en drinkwatervoorzieningen versnellen, om vertragingen te voorkomen en grote maatschappelijke opgaven mogelijk te maken. Dit raakt direct aan de uitvoeringspraktijk van Rijkswaterstaat.
De VVD kiest voor een realistische uitvoering van Europese waterkwaliteitsregels en wil bij ruimtelijke ontwikkeling rekening houden met waterbeschikbaarheid en -kwaliteit. Dit betreft klassieke Rijkswaterstaat-domeinen als waterveiligheid en waterkwaliteit.
“We houden ons aan Europese regels op het gebied van waterkwaliteit. We kiezen hierbij voor een realistische aanpak door het uitvoeren van noodzakelijke maatregelen zonder daarbij het maatschappelijk draagvlak uit het oog te verliezen en houden een gelijk speelveld met onze buurlanden.”
“We houden bij de bouw van nieuwe wijken of bedrijventerreinen rekening met de kwaliteit van de bodem en beschikbaarheid van water.”
Het SP-verkiezingsprogramma noemt "Rijkswaterstaat" niet expliciet en doet geen concrete voorstellen die direct op deze organisatie gericht zijn. Wel pleit de SP voor investeringen in publieke infrastructuur, waterbeheer, dijken en vaarwegen, maar zonder specifieke verwijzing naar Rijkswaterstaat als uitvoerende instantie. De partij legt de nadruk op publieke regie, versterking van inspectiediensten en het terugbrengen van essentiële taken in publieke handen.
De SP wil dat essentiële infrastructuur, zoals waterbeheer, dijken en vaarwegen, onder publieke regie blijft en voldoende wordt gefinancierd. Dit is bedoeld om Nederland beter te beschermen tegen klimaatverandering en om duurzaamheid en veiligheid te waarborgen. Hoewel Rijkswaterstaat traditioneel deze taken uitvoert, wordt de organisatie niet bij naam genoemd; de voorstellen zijn gericht op het publieke belang en niet op marktwerking.
“Waterschappen krijgen voldoende financiering voor de uitvoering van hun wettelijke taken en voor het versterken en verhogen van de dijken ter voorbereiding op de zeespiegelstijging.”
“We stimuleren de binnenvaart. ... Daarom verbeteren we vaarwegen en verstrekken we subsidie voor elektrisch of op waterstof varen.”
“We investeren in klimaatadaptatie. Dat betekent bescherming tegen hitte, droogte en overstromingen. Met sterke dijken, meer groen in steden en een gezond waterbeheer.”
De SP wil publieke taken zoals afvalinzameling en inspectie terughalen naar de overheid en investeren in inspectiediensten. Dit is bedoeld om maatschappelijke belangen boven winst te stellen en de handhaving van regels te verbeteren, wat indirect raakt aan taken die Rijkswaterstaat deels uitvoert.
BIJ1 noemt "Rijkswaterstaat" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op deze organisatie gericht zijn. Wel pleit de partij voor een fundamenteel andere aanpak van infrastructuur en mobiliteit, waarbij de nadruk ligt op het stoppen van snelwegverbredingen, het investeren in openbaar vervoer en het beschermen van natuur, wat indirect raakt aan taken van Rijkswaterstaat. De partij wil dat infrastructuurprojecten niet langer ten koste gaan van natuur en dat de focus verschuift van autoverkeer naar duurzame mobiliteit.
BIJ1 wil geen snelwegverbredingen meer uitvoeren en alleen nieuwe wegen aanleggen als deze bijdragen aan bereikbaarheid zonder schade aan natuurgebieden. Dit standpunt raakt direct aan de kerntaken van Rijkswaterstaat, die verantwoordelijk is voor aanleg en beheer van rijkswegen.
“We voeren geen snelwegverbredingen meer uit. Nieuwe wegen leggen we alleen aan als deze de bereikbaarheidsnorm bevorderen en niet ten koste gaan van natuurgebieden.”
“We staken de toevoeging van rijstroken aan de snelwegen A15 en A27 onmiddellijk, gezien de hoge kosten, natuurschade en het beperkte nut van deze maatregel.”
BIJ1 verschuift de prioriteit van autoverkeer naar openbaar vervoer en duurzame mobiliteit. Dit betekent minder investeringen in traditionele rijkswegen en meer in alternatieven, wat de rol van Rijkswaterstaat als beheerder van het hoofdwegennet raakt.
“Daarom verminderen we met ons Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) het autobezit, door te investeren in openbaar vervoer en het stimuleren van flex- en thuiswerken.”
“Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) wordt een bereikbaarheidsfonds met als doel niet alleen het financieren van beter openbaar vervoer, maar ook (lokale) voorzieningen voor fietsen en deelvervoer.”
D66 noemt "rijkswaterstaat" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct op deze uitvoeringsorganisatie gericht zijn. Wel pleit D66 voor een sterkere regierol van het Rijk en samenwerking tussen overheden op het gebied van waterbeheer, klimaatadaptatie en infrastructuur, wat indirect raakt aan de taken van Rijkswaterstaat. De partij wil dat water en bodem leidend worden bij ruimtelijke keuzes en dat de overheid sneller en effectiever samenwerkt aan oplossingen voor watertekort en waterkwaliteit.
D66 wil dat het Rijk, samen met provincies en gemeenten, actief de regie voert op ruimtelijke ordening, waarbij water en bodem sturend zijn. Dit raakt direct aan het werkveld van Rijkswaterstaat, hoewel de organisatie niet expliciet wordt genoemd. Het doel is om Nederland beter te beschermen tegen klimaatverandering en watertekorten.
D66 wil dat het Rijk en provincies sneller samenwerken aan oplossingen voor drinkwatertekorten en waterkwaliteit. Dit impliceert een coördinerende rol voor landelijke uitvoeringsorganisaties zoals Rijkswaterstaat, zonder deze expliciet te noemen.
JA21 erkent de grote investeringen van Rijkswaterstaat in waterkwaliteit en infrastructuur, maar stelt dat Europese normen voor waterkwaliteit (KRW) vaak onrealistisch zijn voor Nederland. De partij pleit voor het aanpassen of uitstellen van deze doelen waar ze aantoonbaar onhaalbaar zijn en vraagt om een herijking van de normen op EU-niveau, met een pragmatische benadering gericht op haalbaarheid en efficiëntie.
JA21 vindt dat de huidige Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)-doelen te streng en onrealistisch zijn voor een dichtbevolkt en verstedelijkt land als Nederland, ondanks miljardeninvesteringen door onder andere Rijkswaterstaat. De partij wil daarom gebruikmaken van juridische ruimte om deze doelen aan te passen of uit te stellen en pleit voor een herijking van de normen op EU-niveau.
“Waterbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat) hebben miljarden geïnvesteerd in het verbeteren van de rioolwaterzuivering en het natuurlijker maken van de inrichting van onze watersystemen. Ondanks al deze maatregelen haalt Nederland, net als meer dan de helft van alle EU-waterlichamen, de KRW-doelen niet...”
“Dat Nederland gebruikmaakt van de juridische ruimte in de KRW om doelen aan te passen of uit te stellen waar deze aantoonbaar onhaalbaar zijn.”
“Een herijking van de KRW-normen op EU-niveau, zodat deze beter aansluiten bij de ruimtelijke realiteit van dichtbevolkte lidstaten als Nederland.”
NSC benadrukt het belang van goed beheer en onderhoud van de Nederlandse infrastructuur, waaronder vaarwegen, bruggen en sluizen, wat traditioneel tot het takenpakket van Rijkswaterstaat behoort. Ze willen meer prioriteit geven aan onderhoud, veiligheid en het gebruik van bewezen veilige bouwmaterialen bij nieuwe projecten. De partij pleit voor strengere toetsing van waterkeringen en het vasthouden aan veiligheid als hoogste prioriteit bij waterbeheer.
NSC vindt dat het beheer en onderhoud van vaarwegen, bruggen en sluizen meer prioriteit moet krijgen, om de betrouwbaarheid en veiligheid van de infrastructuur te waarborgen. Dit raakt direct aan de kerntaken van Rijkswaterstaat, die verantwoordelijk is voor deze objecten. De partij koppelt dit aan het aantrekkelijk houden van de binnenvaart en het belang van goede faciliteiten voor schippers.
“Het beheer en onderhoud van vaarwegen, bruggen en sluizen verdient meer prioriteit.”
NSC wil dat bij nieuwe wegenbouwprojecten alleen bouwmaterialen worden gebruikt die bewezen veilig zijn voor het milieu. Dit standpunt is relevant voor Rijkswaterstaat als uitvoerder van grote infrastructurele projecten, waarbij de partij expliciet verwijst naar het gebruik van omstreden materialen zoals Beaumix.
“Bij de aanleg van nieuwe wegenbouwprojecten kijken we kritisch naar de toepassing van nieuwe bouwmaterialen die gebaseerd zijn op industriële afvalstromen. Zoals bijvoorbeeld bij de toepassing van het omstreden Beaumix bij de verbreding van de A2. We willen dat stoffen bewezen veilig zijn, voordat ze worden toegepast in het milieu.”
NSC wil dat de sterkte van primaire waterkeringen (zoals dijken) vaker wordt getoetst, namelijk elke 5 jaar in plaats van elke 12 jaar. Dit is een directe aanscherping van het toezicht op waterveiligheid, een kerntaak van Rijkswaterstaat. Veiligheid tegen overstroming krijgt altijd prioriteit boven andere belangen.
“Nu wordt de sterkte daarvan elke 12 jaar getoetst, we willen dat vaker doen (om de 5 jaar). Veiligheid tegen overstroming heeft altijd prioriteit boven andere functie-eisen.”
BBB erkent het belang van een goed functionerende Rijkswaterstaat als uitvoerende dienst voor infrastructuur en waterbeheer, en wil deze organisatie ontzien bij bezuinigingen op de overheid. De partij pleit voor minder bureaucratie en meer focus op kerntaken, waarbij uitvoerende diensten zoals Rijkswaterstaat worden beschermd tegen apparaatskortingen. BBB ziet Rijkswaterstaat als essentieel voor de veiligheid, bereikbaarheid en het waterbeheer van Nederland.
BBB wil structurele bezuinigingen op ministeries en overheidsorganisaties, maar maakt expliciet een uitzondering voor uitvoerende diensten zoals Rijkswaterstaat. De partij vindt dat bureaucratie en managementlagen moeten worden teruggedrongen, maar dat uitvoerende taken zoals die van Rijkswaterstaat cruciaal zijn voor de uitvoering van beleid en de veiligheid van Nederland.
“BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties.”
“De groei van beleidsmedewerkers, managementlagen en externe inhuur heeft geleid tot bureaucratisering zonder betere dienstverlening. Door het rijk te dwingen tot herprioritering en digitalisering, verbeteren we de uitvoerbaarheid én besparen we structureel honderden miljoenen, zo niet vele miljarden euro’s. Minder regels, meer resultaat.”
Het CDA benadrukt het belang van goed onderhoud, vervanging en renovatie van de Nederlandse infrastructuur, waaronder bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen, die traditioneel onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat vallen. Hun belangrijkste voorstel is om te investeren in het op orde brengen van deze basisinfrastructuur, met prioriteit voor projecten van militair, maatschappelijk en economisch belang. De partij ziet toekomstbestendige infrastructuur als essentieel voor de bereikbaarheid en veiligheid van Nederland.
Het CDA maakt zich zorgen over de veroudering van vitale infrastructuur en wil daarom investeren in onderhoud, vervanging en renovatie van bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen. Dit is direct relevant voor Rijkswaterstaat, die deze objecten beheert. De partij vindt dat deze basis op orde moet zijn om Nederland bereikbaar en veilig te houden, en wil prioriteit geven aan projecten met brede maatschappelijke waarde.
“We investeren in de basis op orde. Veel bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en spoorwegen naderen het einde van hun technische levensduur. Onderhoud, vervanging en renovatie daarvan is van groot belang om Nederland in beweging te houden.”
Het CDA wil infrastructuur en logistiek toekomstbestendig maken door samen te werken met regio’s en buurlanden, zodat Nederland kan blijven profiteren van Europese subsidies. Dit raakt aan de strategische rol van Rijkswaterstaat in het plannen en realiseren van grote infrastructurele projecten.
“We kiezen ervoor om onze infrastructuur en logistiek toekomstbestendig te maken: door met de regio’s en buurlanden grensoverstijgend samen te werken, kunnen we zo ook aanspraak maken op Europese subsidies.”
De PVV noemt "rijkswaterstaat" niet expliciet, maar hun standpunten over mobiliteit en waterbeheer raken direct aan het werkterrein van Rijkswaterstaat. De partij wil meer investeren in asfalt, wegverbredingen en verkeersveiligheid, en pleit voor actualisering van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hun visie is gericht op minder klimaatmaatregelen en meer nadruk op traditionele infrastructuur en waterveiligheid.
De PVV wil dat middelen uit de motorrijtuigenbelasting direct worden ingezet voor wegen, asfalt en verkeersveiligheid, taken die traditioneel onder Rijkswaterstaat vallen. Hiermee willen ze de bereikbaarheid verbeteren en de automobilist centraal stellen.
“Provinciale opcenten worden een doelheffing: dit geld moet worden uitgegeven aan meer asfalt, wegverbredingen, verkeersveiligheid etc.”
De partij verwerpt klimaatmitigatie en wil zich richten op klimaatadaptatie, met name via bestaande Rijkswaterstaat-programma’s als Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit betekent een focus op praktische waterveiligheid in plaats van nieuwe klimaatmaatregelen.
“Geen klimaatmitigatie, maar klimaatadaptatie: actualisering van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma”
De SGP vindt dat Rijkswaterstaat achterloopt met het onderhoud van bruggen, viaducten en sluizen, wat leidt tot grotere risico’s op storingen en stremmingen. De partij pleit voor meer budget, snellere uitvoering en standaardisatie bij onderhoud en vernieuwing van de infrastructuur, zodat de veiligheid en bereikbaarheid van Nederland gewaarborgd blijven.
De SGP signaleert dat Rijkswaterstaat de onderhoudsopgave niet kan bijbenen, waardoor de kans op storingen en stremmingen toeneemt. Ze willen dat het meerjarenplan voor instandhouding voortvarend en met extra budget wordt uitgevoerd, en dat er meer aandacht komt voor standaardisatie en samenwerking om procedures te versnellen en kosten te besparen.
“Rijkswaterstaat kan de onderhoudsopgave niet bijbenen, waardoor de risico’s op storingen en stremmingen sterk toenemen. Op initiatief van de SGP is er een meerjarenplan instandhouding gekomen. De uitvoering moet voortvarend en met meer budget opgepakt worden.”
“Bij dijkversterking en andere waterbouwprojecten wordt teveel geld uitgegeven aan procedures in plaats van de bouw zelf. Er komt een programmatische aanpak voor standaardisatie en project-overstijgende samenwerking, zodat bedrijven van profiteren.”
BVNL wil dat Rijkswaterstaat weer een vak-ministerie wordt met eigen expertise om projecten te beoordelen en te begeleiden. Ze pleiten voor het herstellen van de inhoudelijke deskundigheid binnen Rijkswaterstaat, zodat deze zelfstandig en deskundig grote infrastructurele projecten kan uitvoeren en beoordelen.
BVNL vindt dat Rijkswaterstaat haar eigen inhoudelijke expertise moet terugkrijgen, zodat het ministerie zelfstandig projecten kan beoordelen en begeleiden. Hiermee wil BVNL de afhankelijkheid van externe partijen verminderen en de kwaliteit en efficiëntie van infrastructuurprojecten verhogen.
“Rijkswaterstaat wordt weer een vak-ministerie, dat zelf expertise heeft om projecten te beoordelen en te begeleiden.”
De ChristenUnie noemt Rijkswaterstaat slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma, vooral in relatie tot stikstofbeleid en de verdeling van stikstofruimte. Het belangrijkste concrete voorstel is het beschermen van boerenbedrijven tegen het opkopen van stikstofruimte door grote spelers zoals Rijkswaterstaat. Verder zijn er geen diepgaande of onderscheidende standpunten over Rijkswaterstaat als organisatie of haar kerntaken.
De ChristenUnie wil voorkomen dat grote partijen zoals Rijkswaterstaat stikstofruimte opkopen ten koste van boerenbedrijven. Dit standpunt adresseert het probleem dat boeren in de knel kunnen komen door concurrentie om stikstofruimte, met name bij infrastructurele projecten. De partij kiest voor een beleid waarbij boeren beschermd worden tegen deze “jacht” op stikstofruimte door grote spelers.
“Daarnaast zorgt het onderscheiden van NOx en NH3 in het beleid voor bescherming van boerenbedrijven tegen de jacht naar stikstofruimte door grote spelers als Schiphol en Rijkswaterstaat.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma