BIJ1 wil het rendement op beleggingen en vermogen fors beperken door hoge belastingen en wettelijke maxima in te voeren, met als doel kapitaalaccumulatie en speculatie te ontmoedigen. Ze stellen voor om vermogensbelasting en winsten uit beleggingen zwaar te belasten, een limiet op vermogen in te voeren, en bedrijven te verplichten meer winst te delen met werknemers. Zo wil BIJ1 de economie radicaal eerlijker maken en de macht van kapitaal verminderen.
BIJ1 ziet het rendement op beleggingen als een bron van ongelijkheid en wil deze via hoge belastingen en wettelijke maxima beperken. Het doel is om kapitaalaccumulatie te ontmoedigen en de opbrengsten te herverdelen naar de samenleving.
“Er komt een limiet op vermogen, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt. De hoogte van deze limiet wordt democratisch besloten. Vermogens- en erfbelasting maken we drastisch hoger.”
“We bestrijden de vele brievenbusfirma’s in Nederland door belastingtarieven op vermogen te verhogen.”
“Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten. Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten.”
BIJ1 wil dat rendementen op beleggingen en bedrijfswinsten niet alleen naar aandeelhouders gaan, maar verplicht deels naar werknemers. Dit moet de ongelijkheid tussen kapitaal en arbeid verkleinen.
“Winsten moeten leiden tot hogere lonen voor de werkende mensen die de winsten hebben geproduceerd. Daarom stellen we allereerst paal en perk aan de winsten die mogen worden gemaakt (winst maximaliseren). We nemen in de wet op dat een zeker deel van alle winsten naar loonsverhogingen gaat.”
“Elk bestaand beursgenoteerd bedrijf met meer dan 100 werknemers is verplicht een werknemersfonds op te richten. Hieraan schrijven zij jaarlijks een aantal nieuwe aandelen uit, in verhouding met de jaarwinst. Het werknemersfonds wordt alleen beheerd door de werknemers van de firma die deze heeft opgericht.”
BIJ1 wil rendement op vastgoedbezit en speculatie ontmoedigen door onteigening, boetes en het terugpakken van grond en gebouwen van grote beleggers.
“We beginnen met grond en gebouwen terugpakken van de grootste private beleggers en particuliere huisjesmelkers.”
“Wie een woning onnodig leeg laat staan, betaalt een boete van 2,8% van de WOZ-waarde per maand (100% van de waarde in 3 jaar). Na 3 jaar onteigenen (terugpakken) we de woning en wijzen die toe aan mensen om te wonen.”
De Partij voor de Dieren wil het financieel aantrekkelijk maken om te investeren in duurzame, circulaire en maatschappelijk verantwoorde projecten, terwijl ze het rendement op beleggingen in fossiele industrie, speculatie en vastgoed juist ontmoedigen. Pensioenfondsen en banken krijgen een wettelijke taak om binnen ecologische grenzen te investeren, en het gebruik van vastgoed als beleggingsobject wordt fiscaal minder aantrekkelijk gemaakt. Zo wil de partij rendement op beleggingen sturen naar maatschappelijke en ecologische doelen in plaats van puur financiële winst.
De PvdD wil beleggingen en investeringen in circulaire, duurzame en maatschappelijk verantwoorde sectoren stimuleren door deze fiscaal aantrekkelijker te maken. Dit moet kapitaalstromen verschuiven van korte termijn winst naar langetermijninvesteringen met maatschappelijke waarde.
“Geduldig kapitaal, bedoeld voor langetermijn-investeringen in minder rendabele sectoren, maken we fiscaal aantrekkelijker. Financieringen en investeringen voor circulaire processen en bedrijven wordt makkelijker.”
Pensioenfondsen en banken krijgen een wettelijke taak om te investeren binnen ecologische grenzen, met een verbod op beleggingen in fossiele industrie, vee-industrie, biomassa, kernenergie en fastfoodindustrie. Dit beperkt het rendement op traditionele, vervuilende beleggingen en stuurt kapitaal naar duurzame alternatieven.
“Pensioenfondsen krijgen de wettelijke taak te investeren binnen ecologische grenzen. Ze stappen uiterlijk in 2027 in elk geval volledig uit de fossiele industrie, vee-industrie, biomassa, kernernergie, en fastfoodindustrie.”
De partij wil het rendement op beleggingen in vastgoed en speculatie verminderen door fiscale maatregelen en regelgeving. Dit moet het gebruik van woningen als beleggingsobject ontmoedigen en huizen betaalbaarder maken voor bewoners.
De PvdD wil dat banken en financiële instellingen kapitaalstromen actief sturen naar maatschappelijke doelen, onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Alleen banken die binnen ecologische grenzen opereren krijgen een vergunning, waardoor rendement op beleggingen wordt gekoppeld aan maatschappelijke waarde.
De ChristenUnie wil het belastingstelsel hervormen zodat inkomen uit arbeid en daadwerkelijk rendement op vermogen gelijkwaardiger worden belast. Ze pleiten voor een lagere belasting op arbeid, een hogere belasting op grote vermogens, en een uitzondering voor maatschappelijk waardevolle maar financieel laagrenderende beleggingen. Het doel is een eerlijker en evenwichtiger belastingdruk, waarbij ook het werkelijke rendement op beleggingen zwaarder wordt meegewogen.
De ChristenUnie vindt dat het huidige belastingstelsel inkomen uit arbeid te zwaar en rendement op vermogen te licht belast. Ze willen dat daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten uit vermogen (dus het echte rendement, niet een fictief rendement) zoveel mogelijk gelijk worden belast aan arbeid. Dit moet zorgen voor meer rechtvaardigheid en het verminderen van belastingontwijking via vermogensstructuren.
“We willen toe naar een belastingstelsel dat inkomen uit arbeid en de daadwerkelijke inkomsten uit vermogen zoveel als mogelijk op dezelfde manier belast.”
“De hoge lastendruk op arbeid verlagen we flink. Daartegenover staat dat we verschillende vormen van vermogen die nu niet of nauwelijks belast worden, beter in de heffingen betrekken.”
De ChristenUnie stelt voor om een extra vermogensbelasting in te voeren voor de grootste vermogens, maar wil beleggingen met een laag financieel rendement en een hoog maatschappelijk rendement ontzien. Hiermee erkennen ze dat niet alle beleggingen hetzelfde type rendement opleveren en dat maatschappelijke waarde ook telt.
“In het licht van de grote investeringen die nodig zijn in defensie, vragen we van de grootste vermogens een extra bijdrage met een vermogensbelasting van 1% op vermogens boven de 1 miljoen euro.”
“Vermogenscomponenten waarbij een dergelijke heffing niet geëigend is, zoals financieel laagrenderende activa met een hoog maatschappelijk rendement, worden in de vormgeving ontzien.”
De ChristenUnie wil de belasting op vastgoed in box 3 verlagen, waarmee ze erkennen dat het huidige systeem voor bepaalde beleggingen te zwaar kan uitpakken, zeker als het werkelijke rendement lager is dan het fictieve rendement waar nu van wordt uitgegaan.
“We verlagen de huidige belasting in box 3, met name voor vastgoed.”
JA21 wil het belastingstelsel rondom beleggingen en vermogen radicaal vereenvoudigen door alleen het werkelijk behaalde rendement te belasten, in plaats van uit te gaan van fictieve rendementen. Ze pleiten voor het afschaffen van box 2, het belasten van aanmerkelijk belang in box 3, en het belasten van vermogensrendement pas bij consumptie. Hun visie is dat sparen, beleggen en ondernemen eerlijker, eenvoudiger en aantrekkelijker moeten worden gemaakt.
JA21 vindt het huidige systeem van vermogensbelasting te complex en oneerlijk omdat het uitgaat van fictieve rendementen die niet aansluiten bij de realiteit. Ze willen daarom alleen het daadwerkelijk gerealiseerde rendement op beleggingen belasten, zodat sparen en beleggen aantrekkelijker en rechtvaardiger worden.
JA21 wil dat het ingelegde vermogen niet langer wordt belast, maar pas wanneer het rendement wordt geconsumeerd. Dit moet vermogensopbouw stimuleren en dubbele belasting voorkomen.
“Ingelegd vermogen niet belasten, maar alleen belasting bij consumptie van vermogensrendement.”
Om het stelsel te vereenvoudigen en ondernemerschap te stimuleren, wil JA21 box 2 volledig afschaffen en het aanmerkelijk belang voortaan in box 3 belasten.
De VVD wil dat belasting op beleggingen (box 3) alleen wordt geheven over daadwerkelijk gerealiseerd rendement, niet over fictief of niet-behaald rendement. Ze streven naar een snelle invoering van een systeem waarbij alleen werkelijk rendement wordt belast, met aftrek van kosten, en willen geen verhoging van de belastingdruk op sparen en beleggen.
De VVD vindt het onrechtvaardig dat beleggers belasting betalen over fictief rendement en niet-behaalde winsten. Ze willen daarom zo snel mogelijk overstappen op een systeem waarbij alleen het daadwerkelijk gerealiseerde rendement op beleggingen wordt belast, inclusief de mogelijkheid om kosten af te trekken. Dit moet voorkomen dat beleggers te veel belasting betalen en het systeem eerlijker maken.
“Zo snel als technisch mogelijk en juridisch verantwoord wordt overgestapt op een systeem waarbij belasting wordt geheven op enkel gerealiseerd rendement op vermogen, waarbij het streven is om de tussenstap met nog deels vermogensaanwasbelasting over te slaan.”
“We willen de wet waarmee alleen nog over werkelijk rendement belasting wordt betaald versneld invoeren, zetten ons in om alle aandelen onder de vermogenswinstbelasting te laten vallen en vinden dat de Belastingdienst alles op alles moet zetten om dat te realiseren.”
“Dat het mogelijk wordt om kosten af te trekken in de Wet tegenbewijsregeling, zodat er niet over niet-behaald rendement belasting wordt betaald.”
De VVD wil de belastingdruk op sparen en beleggen niet verhogen en streeft zelfs naar verlaging van de tarieven op termijn. Ze zijn van mening dat een te hoge belasting op vermogen leidt tot kapitaalvlucht en willen daarom de belastingdruk in balans houden.
BBB vindt dat het rendement op beleggingen bij pensioenfondsen transparant moet zijn en dat het beleggingsbeleid volledig in dienst moet staan van een goed pensioen voor deelnemers. Ze willen maximale invloed voor pensioendeelnemers, lagere kosten en een verbod op het nastreven van politieke of maatschappelijke doelen met pensioengeld, zodat het beleggingsrendement optimaal ten goede komt aan de pensioenen.
BBB wil dat deelnemers precies weten hoeveel rendement op hun ingelegde premie is behaald en welke kosten zijn afgetrokken, om zo het vertrouwen en de controle over hun pensioen te vergroten. Dit moet voorkomen dat rendementen worden uitgehold door hoge kosten of onduidelijke bestedingen.
“hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
BBB stelt dat pensioenfondsen zich niet mogen laten leiden door politieke of maatschappelijke doelen, maar uitsluitend moeten streven naar een zo hoog mogelijk beleggingsrendement ten behoeve van een goed pensioen.
“Pensioenfondsen mogen geen politieke of maatschappelijke doelen nastreven die afleiden van het doel van de pensioeninleg: een goed beleggingsresultaat dat leidt tot een goed pensioen.”
Om het rendement op beleggingen te beschermen, wil BBB de administratie- en beleggingskosten bij pensioenfondsen normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor de deelnemers.
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
BBB vindt dat pensioendeelnemers meer zeggenschap moeten krijgen over het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds, zodat het rendement op beleggingen daadwerkelijk in hun belang wordt behaald.
“Pensioendeelnemers krijgen meer invloed op het beleggingsbeleid. Wie betaalt, bepaalt.”
DENK spreekt zich in haar verkiezingsprogramma niet expliciet uit over het "rendement op beleggingen" als beleidsdoel of fiscaal onderwerp. Wel pleit de partij voor een hogere belasting voor mensen met een heel hoog vermogen en het afschaffen van belastingvoordelen die ongelijkheid vergroten, wat indirect het netto rendement op beleggingen voor vermogenden kan beïnvloeden. Concrete voorstellen over het direct belasten of reguleren van beleggingsrendementen ontbreken.
DENK wil dat mensen met een heel hoog inkomen of vermogen een extra bijdrage leveren aan het sociale stelsel, en dat belastingvoordelen die ongelijkheid vergroten worden afgeschaft. Dit raakt indirect het rendement op beleggingen, omdat hogere belastingen op vermogen of het schrappen van voordelen het netto rendement kunnen verlagen. De partij adresseert hiermee de groeiende ongelijkheid en wil dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
“Mensen met een heel hoog inkomen of vermogen kunnen een extra bijdrage leveren.”
“We verhogen de belasting op banken en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen af, zoals de expat regeling.”
“Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af.”
“Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen. Deze eerlijke bijdrage vragen wij ook van zeer grote vermogens.”
FVD vindt dat rendement op beleggingen bij pensioenfondsen altijd leidend moet zijn en verzet zich tegen investeringen op basis van politieke agenda’s zoals duurzaamheid of klimaat. Ze willen pensioenbeheer efficiënter maken, met hogere rendementen en lagere kosten, zodat het spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers. Politieke beïnvloeding van beleggingsbeleid wordt expliciet afgewezen om het pensioenvermogen optimaal te laten groeien.
FVD stelt dat pensioenfondsen uitsluitend moeten beleggen met het oog op maximaal financieel rendement, en niet op basis van politieke of ideologische doelen zoals duurzaamheid. Dit moet voorkomen dat deelnemers benadeeld worden door lagere opbrengsten en hogere risico’s, en waarborgen dat hun spaargeld optimaal rendeert.
FVD wil dat pensioenfondsen efficiënter gaan werken, met lagere uitvoeringskosten en hogere rendementen. Dit moet ervoor zorgen dat het opgebouwde pensioenvermogen maximaal ten goede komt aan de deelnemers, in plaats van te verdwijnen in kosten of suboptimale beleggingsstrategieën.
“We zorgen voor hoger rendement en lagere uitvoeringskosten bij pensioenfondsen, zodat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.”
“Nederlandse pensioenfondsen beheren een vermogen van ongeveer 1.500 miljard euro, maar de rendementen zijn laag, de kosten zijn hoog en indexatie is jarenlang achtergebleven.”
GroenLinks-PvdA wil het belastingstelsel hervormen zodat werken meer loont dan het ontvangen van inkomen uit vermogen, zoals rendement op beleggingen. Ze pleiten voor een hogere belasting op rendement uit beleggingen en het afschaffen van speciale belastingkortingen voor vermogenden, zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het doel is een eerlijkere verdeling van welvaart en het verminderen van ongelijkheid.
GroenLinks-PvdA vindt dat inkomen uit vermogen, waaronder rendement op beleggingen, zwaarder belast moet worden dan nu het geval is. Ze willen het verschil tussen belasting op arbeid en op vermogen verkleinen, zodat werken aantrekkelijker wordt en vermogensongelijkheid wordt aangepakt.
“Het is niet meer dan logisch dat je over de euro waar je hard voor hebt gewerkt, minder belasting betaalt dan over geld waar je niks voor hebt hoeven doen. Daarom gaat de belasting op werk naar beneden en verhogen we de belastingen op inkomen uit vermogen.”
“Over inkomen waarvoor je hebt gewerkt, zou je niet meer belasting moeten betalen dan over inkomen dat is aan komen waaien.”
De partij wil een einde maken aan belastingvoordelen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders, zodat het belastingstelsel eerlijker wordt en rendement op beleggingen niet langer fiscaal wordt bevoordeeld.
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals.”
“Jaarlijks deelt de Belastingdienst tientallen miljarden uit aan belastingkortingen die niet goed zijn onderbouwd. Deze belastingkortingen maken het stelsel onnodig complex en onrechtvaardig, want vooral vermogenden en grootverdieners profiteren hiervan. We gaan deze belastingkortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen.”
Volt wil het rendement op beleggingen toegankelijker maken voor een bredere groep, met nadruk op maatschappelijke en duurzame investeringen. Ze stellen concrete instrumenten voor zoals een Europees spaarproduct voor durfkapitaal en een Jongerenspringplank-beleggersrekening, zodat ook kleine spaarders en jongeren kunnen profiteren van rendement op maatschappelijk relevante beleggingen. Hun visie is dat rendement niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk en duurzaam moet zijn.
Volt wil een Europees spaarproduct introduceren waarmee ook kleinere spaarders toegang krijgen tot hogere rendementen door te investeren in durfkapitaal. Dit moet economische vooruitgang stimuleren en het financiële systeem versterken, door spaargeld effectiever te koppelen aan innovatieve Europese bedrijven.
“Daarnaast zet Volt een Europees spaarproduct voor durfkapitaal op, zodat ook kleinere spaarders hogere rendementen kunnen behalen. Zo jagen we economische vooruitgang aan, vergroten we de stabiliteit van ons financiële systeem en versterken we de internationale rol van de euro.”
Volt stelt voor om bij de geboorte van elk kind eenmalig geld te storten op een publieke beleggersrekening, beheerd door de Nationale Investeringsbank, die duurzaam wordt belegd. Dit levert jongeren op de lange termijn individueel rendement op en verbindt hen aan maatschappelijke investeringen.
“Volt wil de Jongerenspringplank onderzoeken. Dit is een beleggersrekening bij een publiek fonds onder de Nationale Investeringsbank (NIB), waar het Rijk bij de geboorte van een kind eenmalig geld inlegt. Hiermee profiteren jongeren van duurzame economische groei. De NIB belegt dit kapitaal in duurzame, maatschappelijke portefeuilles, zoals klimaat, innovatie en circulariteit. Het fonds draagt op die manier bij aan de economie van morgen, terwijl het op de lange termijn individueel rendement oplevert.”
Volt benadrukt dat niet alle investeringen direct financieel rendement opleveren, maar dat maatschappelijke en duurzame opbrengsten minstens zo belangrijk zijn. Ze willen financiële instrumenten en prikkels koppelen aan langetermijnvisie en maatschappelijke doelen.
“Verduurzaming is niet in alle gevallen een investering die op korte termijn rendeert, maar dat maakt het niet minder belangrijk.”
“Zo koppelen we financiële prikkels aan onze langetermijnvisie en kunnen ondernemers rekenen op ondersteuning.”
BVNL wil het rendement op beleggingen stimuleren door belasting op daadwerkelijk gerealiseerde winst in box 3 te heffen en een vermogensaanwasbelasting te voorkomen. Daarnaast pleit de partij voor een vlaktaks op vermogen en meer keuzevrijheid en zeggenschap over het eigen pensioenbeleggingsbeleid, zodat deelnemers direct kunnen profiteren van hun beleggingsrendement.
BVNL vindt dat belasting op beleggingen alleen geheven moet worden over daadwerkelijk gerealiseerde winst, niet over fictief rendement of vermogensaanwas. Dit moet het beleggen aantrekkelijker en eerlijker maken voor particulieren.
“Box 3 belasting wordt betaald over de gerealiseerde winst in box 3 en er komt geen vermogensaanwasbelasting in box 3.”
BVNL stelt een vlaktaks voor op arbeidsinkomen, winst uit onderneming én winst uit vermogen, met een hoge belastingvrije voet. Hiermee willen ze het huidige box 3-probleem oplossen en beleggen fiscaal aantrekkelijker maken.
“BVNL wil een vlaktaks invoeren van 25% op arbeidsinkomen, winst uit onderneming en winst uit vermogen, met een belastingvrije voet van €20.000,-. Tegelijkertijd worden alle andere belastingen en toeslagen afgeschaft. Gehate belastingen zoals de erf- en schenkbelasting en het box 3 probleem worden hiermee opgelost.”
BVNL wil dat deelnemers aan pensioenfondsen zelf invloed kunnen uitoefenen op hun beleggingsstrategie. Dit vergroot de transparantie en het directe verband tussen eigen keuzes en het rendement op beleggingen.
“Persoonlijke beleggingsstrategie. Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
Het CDA wil het rendement op beleggingen realistischer en eerlijker belasten, met name in box 3, en streeft naar een begrotingsbeleid waarin het profijt van publieke investeringen beter zichtbaar wordt. Ze willen belasting heffen op werkelijk rendement in plaats van fictief rendement, en investeren in maatschappelijke projecten ook als het directe financiële rendement lager is, mits het brede welvaart oplevert. Zo wil het CDA zowel particuliere beleggers als publieke investeringen toekomstbestendig en maatschappelijk verantwoord stimuleren.
Het CDA wil af van de belasting op fictief rendement in box 3 en overstappen naar een heffing op het werkelijke rendement op beleggingen, zodat belasting eerlijker wordt geheven en particuliere verhuur aantrekkelijk blijft.
“We houden particuliere verhuur aantrekkelijk door zo snel mogelijk een heffing in te voeren op werkelijk rendement in box 3. Zo wordt niet langer belasting geheven over waarde die vastzit in stenen.”
Het CDA wil dat het rendement van publieke investeringen (zoals infrastructuur of innovatie) expliciet wordt meegenomen in het begrotingsbeleid, zodat het maatschappelijk en economisch profijt van deze investeringen duidelijker zichtbaar wordt en investeringsbeslissingen beter onderbouwd zijn.
“Daarnaast willen we een nieuw begrotingsinstrumentarium om de baten van investeringen te ramen, zodat ook het profijt van de investering op de begroting zichtbaar wordt.”
Het CDA erkent dat sommige maatschappelijke investeringen niet direct renderen, maar op termijn brede welvaart opleveren. Daarom willen ze deze investeringen mogelijk maken via gerichte overheidssteun en een aangepast beoordelingskader.
“We evalueren hoe binnen de Maatschappelijke Kosten Batenanalyse kan worden gekeken naar welke investeringen met een onrendabele maatschappelijke top in de toekomst brede welvaart kunnen opleveren.”
De SP wil het rendement op beleggingen zwaarder belasten, zodat kapitaalinkomen gelijk wordt behandeld aan arbeidsinkomen en de rijkste Nederlanders meer bijdragen aan de samenleving. Ze pleiten voor het verhogen van de belasting op kapitaalinkomen tot het niveau van de inkomstenbelasting en voeren een miljonairsbelasting in, met als doel ongelijkheid te verkleinen en publieke voorzieningen te financieren. Speculatief en kortetermijnrendement wordt ontmoedigd via een financiële transactietaks.
De SP vindt dat het rendement op beleggingen (inkomen uit kapitaal) te laag wordt belast ten opzichte van arbeid. Door deze belasting te verhogen tot het niveau van de inkomstenbelasting, willen ze belastingontwijking tegengaan en de lasten eerlijker verdelen. Dit raakt vooral de hoogste vermogens en moet bijdragen aan het financieren van publieke voorzieningen.
“Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP stelt een extra belasting voor op het rendement van de rijkste 0,3 procent miljonairs en miljardairs, met een vrijstelling voor de eerste vijf miljoen euro. Hiermee willen ze belastingontwijking en vermogensongelijkheid aanpakken.
“Door doelgericht de vermogens van de rijkste 0,3 procent miljonairs en miljardairs te belasten tegen een fair tarief van vijf procent komt er meer dan twaalf miljard euro per jaar vrij voor publieke taken waar honderd procent van Nederland beter van wordt. Voor deze redelijke belasting is de eerste vijf miljoen euro vermogen vrijgesteld, dus 99,7 procent van Nederland zal hier niet mee te maken hebben.”
De SP wil speculatief rendement op beleggingen ontmoedigen door een belasting op financiële transacties (Tobintaks). Hiermee willen ze schadelijke speculatie beperken en financiële markten eerlijker maken.
“Wij willen daarom een kleine belasting op financiële transacties, vaak een Tobintaks genoemd. Daarbij zetten wij ons in voor het Europese voorstel voor een Financial Transaction Tax (FTT), samen met gelijkgezinde lidstaten.”
NSC wil het belastingstelsel voor beleggingen hervormen door daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten en winsten te belasten in plaats van een fictief rendement. Daarnaast benadrukt NSC dat pensioenfondsen zelf moeten kunnen kiezen waar zij beleggen om het rendement en daarmee een goed pensioen voor deelnemers te waarborgen. De partij wil zo eerlijkheid, transparantie en bescherming van het pensioenrendement bevorderen.
NSC vindt het huidige systeem van belasting op een fictief rendement oneerlijk en wil overstappen naar belasting op daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten en winsten uit vermogen. Dit moet belastingheffing eerlijker maken en sluit beter aan bij het werkelijke rendement op beleggingen.
“In box 3 gaan we daadwerkelijke inkomsten en winsten (in plaats van fictief rendement) uit vermogen eerlijk belasten.”
NSC wil voorkomen dat Europese regelgeving pensioenfondsen dwingt om in bepaalde (Europese) projecten te investeren. De partij vindt dat pensioenfondsen zelf moeten bepalen waar zij beleggen, zodat het rendement en daarmee een goed pensioen voor deelnemers beschermd blijft.
“Pensioenfondsen moeten zelf de keuze houden waar ze het kapitaal van deelnemers beleggen, om rendement en een goed pensioen te kunnen beschermen.”
De SGP vindt dat het realiseren van een koopkrachtig pensioen en het daadwerkelijk behaalde rendement op beleggingen centraal moeten staan in het beleid van pensioenfondsen en de belasting op vermogen. Ideële of activistische doelen mogen niet leidend zijn in het beleggingsbeleid, en de belasting op vermogen (box 3) moet aansluiten bij het werkelijke, liquide rendement, met oog voor inflatie. De partij wil zo de koopkracht van gepensioneerden beschermen en een rechtvaardige belastingdruk realiseren.
De SGP stelt dat het primaire doel van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen het realiseren van een koopkrachtig pensioen moet zijn, niet het nastreven van ideële of activistische doelen. Dit standpunt is bedoeld om de koopkracht van gepensioneerden te beschermen, zeker nu prijzen stijgen en veel ouderen moeite hebben rond te komen.
“In het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal staan. Het voeren van activistisch beleid of het nastreven van ideële doelen mag daarin niet leidend zijn.”
De SGP wil dat de belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement, in plaats van een fictief rendement. Dit moet zorgen voor een eerlijkere belastingdruk, vooral nu de rente laag is en het huidige systeem als te zwaar wordt ervaren in verhouding tot de opbrengst van spaargeld en beleggingen.
“De belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Door de lage rente is de huidige belastingdruk namelijk veel te hoog in relatie tot de opbrengst van bijvoorbeeld spaargeld en onroerend goed. We belasten het rendement als dat liquide is en houden zo veel mogelijk rekening met de inflatie.”
50PLUS wil dat het rendement op beleggingen in box 3 voortaan wordt belast op basis van daadwerkelijk behaald rendement, niet op een fictief rendement. Zij pleiten voor een algemene vermogenswinstbelasting en wijzen expliciet een vermogensaanwasbelasting af. Hiermee wil 50PLUS eerlijker belastingheffing realiseren voor spaarders en beleggers, vooral ouderen.
50PLUS vindt het huidige systeem van belasting op fictief rendement oneerlijk en wil overstappen naar belasting op het werkelijke rendement op beleggingen. Dit moet leiden tot een eerlijkere behandeling van spaarders en beleggers, waarbij alleen daadwerkelijk gerealiseerde winsten worden belast en niet papieren waardestijgingen.
“Het nieuwe Box 3-stelsel wordt gebaseerd op werkelijk behaald rendement, met een algemene vermogenswinstbelasting en geen vermogensaanwasbelasting.”
D66 noemt het begrip "rendement op beleggingen" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar raakt het onderwerp indirect via het beleid rond pensioenfondsen. Het belangrijkste concrete voorstel is dat deelnemers meer inspraak krijgen in hoe hun pensioenfonds het geld belegt. D66 legt verder geen directe nadruk op het verhogen of reguleren van rendementen op beleggingen, noch op fiscale behandeling van beleggingsrendementen.
D66 wil dat mensen meer zeggenschap krijgen over het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds, zodat deelnemers invloed hebben op waar en hoe hun pensioenpremies worden belegd. Dit voorstel adresseert het probleem dat deelnemers nu weinig invloed hebben op de keuzes die pensioenfondsen maken, wat relevant is voor het rendement en de maatschappelijke impact van beleggingen.
“Daarnaast verbeteren we de wijze waarop mensen mee kunnen praten over hoe hun pensioenfonds het geld belegt.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma