BIJ1 verwerpt het idee dat rendement (winstmaximalisatie) het leidende principe moet zijn in economie en samenleving. Ze willen rendement niet langer centraal stellen, maar productie en winst democratiseren en inzetten voor hogere lonen, publieke doelen en sociale rechtvaardigheid. Hun belangrijkste voorstellen zijn het wettelijk beperken van winsten, het verplichten van winstuitkering aan werknemers, en het stimuleren van coöperatieve en publieke eigendomsvormen.
BIJ1 vindt dat rendement (winst) niet langer het hoofddoel van bedrijven mag zijn, maar ten goede moet komen aan de mensen die het werk doen. Ze willen wettelijke plafonds op winsten en verplichten dat een deel van de winst naar loonsverhogingen gaat. Dit is een fundamentele breuk met het idee van aandeelhoudersrendement als hoogste doel.
BIJ1 wil het rendement van bedrijven democratiseren door coöperaties te stimuleren en werknemers structureel meer zeggenschap en eigendom te geven. Zo wordt rendement niet langer geprivatiseerd, maar collectief gedeeld.
“De coöperatie van werknemers wordt de standaard eigendomsstructuur voor nieuw opgerichte rechtspersoonlijkheden.”
“Elk bestaand beursgenoteerd bedrijf met meer dan 100 werknemers is verplicht een werknemersfonds op te richten. Hieraan schrijven zij jaarlijks een aantal nieuwe aandelen uit, in verhouding met de jaarwinst.”
BIJ1 wil essentiële sectoren onttrekken aan het streven naar rendement en volledig in publieke handen brengen, zodat rendement niet langer leidend is in bijvoorbeeld zorg, energie en vervoer.
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
BBB vindt dat beleid en investeringen niet alleen op korte termijn financieel rendement beoordeeld moeten worden, maar vooral op hun maatschappelijke en economische meerwaarde op de lange termijn. Zij pleiten voor beleid dat alleen wordt voortgezet als het maatschappelijk rendement oplevert, en willen betere rekenmodellen die recht doen aan deze bredere waarde. Concreet wil BBB onder andere pensioenrendementen transparanter maken en uitvoeringskosten beperken zodat deelnemers meer overhouden.
BBB wil dat overheidsbeleid en investeringen niet puur boekhoudkundig worden beoordeeld, maar dat het maatschappelijk rendement centraal staat. Zij keren zich tegen beleid dat geld kost zonder maatschappelijke meerwaarde en pleiten voor een bredere kijk op rendement dan alleen financiële cijfers.
“We stoppen met beleid dat geld kost als dat geen maatschappelijk rendement levert.”
“Investeringen in onderwijs, ziektepreventie, kinderopvang of sociale zekerheid worden op korte termijn als kosten geboekt, terwijl hun maatschappelijke én economische rendement op de lange termijn juist zeer groot is.”
BBB wil dat pensioendeelnemers inzicht krijgen in het behaalde beleggingsrendement en dat uitvoeringskosten worden beperkt, zodat het rendement voor deelnemers maximaal is. Dit moet zorgen voor meer vertrouwen en eerlijkheid in het pensioenstelsel.
“Hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
GroenLinks-PvdA wil het belastingstelsel hervormen zodat werken meer loont dan het ontvangen van rendement op vermogen, en pleit voor een hogere belasting op niet-arbeidsinkomen. Ze willen belastingvoordelen voor vermogenden en aandeelhouders afschaffen en streven naar een eerlijkere verdeling van rendementen tussen werkenden en kapitaalbezitters. De kern van hun visie is dat rendement uit vermogen en speculatie meer ten goede moet komen aan de samenleving en minder aan een kleine groep.
GroenLinks-PvdA vindt dat inkomen uit vermogen (zoals rendement op aandelen, speculatie of erfenissen) zwaarder belast moet worden dan inkomen uit arbeid. Dit moet de ongelijkheid verkleinen en ervoor zorgen dat werken meer loont dan het ontvangen van rendement zonder inspanning.
“Het is niet meer dan logisch dat je over de euro waar je hard voor hebt gewerkt, minder belasting betaalt dan over geld waar je niks voor hebt hoeven doen. Daarom gaat de belasting op werk naar beneden en verhogen we de belastingen op inkomen uit vermogen.”
“We maken een einde aan speciale belastingkortingen voor de rijkste Nederlanders en aandeelhouders van multinationals.”
De partij wil dat rendementen uit speculatie, zoals grondspeculatie, niet langer vooral naar individuen gaan, maar deels terugvloeien naar de samenleving. Dit moet bijdragen aan publieke doelen zoals woningbouw.
“Speculatiewinsten naar de samenleving. Zonder iets te hoeven doen, verdienen grondspeculanten veel geld als landbouwgrond een woonbestemming krijgt. ... We vinden dat deze speculatiewinsten ten goede moeten komen aan de samenleving.”
GroenLinks-PvdA streeft naar een hogere arbeidsinkomensquote, zodat een groter deel van het rendement van economische groei bij werkenden terechtkomt in plaats van bij aandeelhouders.
“Van iedere euro die wordt verdiend gaat een steeds kleiner deel naar werkenden (de zogeheten ‘arbeidsinkomensquote’). We streven op korte termijn naar een verdeling waarbij de opbrengst voor werkenden minimaal tachtig procent is, zoals vroeger normaal was.”
JA21 wil het belastingstelsel rondom vermogen en rendement fundamenteel hervormen door alleen werkelijk gerealiseerd rendement te belasten in plaats van fictieve berekeningen. Ze pleiten voor het afschaffen van box 2 en het belasten van aanmerkelijk belang in box 3, en willen dat duurzaamheid en circulaire economie alleen worden ondersteund als ze daadwerkelijk rendement opleveren. De kern van hun visie is dat belasting eerlijker en eenvoudiger moet zijn, en dat investeringen en innovatie alleen gestimuleerd moeten worden als ze aantoonbaar renderen.
JA21 vindt het huidige systeem van fictief rendement in box 3 oneerlijk en te complex. Ze willen alleen belasting heffen over daadwerkelijk gerealiseerd rendement, zodat sparen, beleggen en ondernemen aantrekkelijker en begrijpelijker worden. Dit moet leiden tot een eerlijker en eenvoudiger belastingstelsel dat ondernemerschap stimuleert.
JA21 ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie uitsluitend als deze aantoonbaar rendement opleveren. Ze willen voorkomen dat middelen worden ingezet voor projecten die geen financieel of maatschappelijk rendement hebben, en richten zich op investeringen die daadwerkelijk bijdragen aan welvaart.
De SP vindt dat rendement uit vermogen en kapitaal eerlijker moet worden belast, zodat niet alleen werkenden maar ook de allerrijksten bijdragen aan de samenleving. Ze willen het rendement op vermogen gelijk belasten aan arbeid, een miljonairsbelasting invoeren en subsidies voor miljardairs stoppen. Zo wil de SP publieke voorzieningen versterken, lonen verhogen en de inkomstenbelasting verlagen.
De SP stelt dat het rendement op vermogen nu amper wordt belast of zelfs gesubsidieerd, wat leidt tot ongelijkheid. Ze willen het inkomen uit kapitaal (rendement) gelijk belasten aan het inkomen uit arbeid, zodat de allerrijksten meer bijdragen en publieke voorzieningen kunnen worden versterkt.
“vermogens worden amper belast of zelfs gesubsidieerd. Daarom verhogen we de belasting voor het inkomen uit kapitaal naar het niveau van de inkomstenbelasting, voeren we een miljonairsbelasting in voor vermogens boven 5 miljoen euro en stoppen we met subsidies voor miljardairs.”
De SP wil dat extreem hoge vermogens (en het rendement daarop) verplicht worden ingezet voor het algemeen belang, door een vermogensplafond en investeringen in publieke voorzieningen. Zo wordt rendement niet alleen privéwinst, maar komt het ten goede aan de hele samenleving.
“De allerrijksten gaan hun vermogen boven de 50 miljoen euro verplicht gebruiken om onze economie en samenleving te versterken. We investeren gezamenlijk in beter onderwijs, onderzoek, infrastructuur, zorg, politie en al die andere zaken waarmee we Nederland en Nederlanders tot de top van de wereld laten behoren.”
Om te voorkomen dat rendement uit vermogen wordt weggesluisd naar het buitenland, voert de SP een vertrekbelasting (exittaks) in. Zo blijft het rendement dat in Nederland is opgebouwd, beschikbaar voor toekomstige generaties.
“Voor de superrijken die 50 miljoen euro’s niet genoeg vinden en dreigen ons land aan haar lot over te laten door met de buit te vertrekken, voeren we een vertrekbelasting in.”
“De vertrekbelasting. Sommige miljonairs en miljardairs dreigen dat zij met hun vermogen willen vertrekken wanneer hier belasting over wordt geheven. Dit is het ontduiken van belasting, terwijl we dat hard nodig hebben om te investeren in onze economie en welvaartsstaat.”
BVNL vindt dat rendement centraal moet staan bij het pensioenstelsel: pensioenen moeten geïndexeerd worden op basis van werkelijk behaalde rendementen, niet op een risicovrije rente. Ze willen deelnemers meer keuzevrijheid geven in hun pensioenopbouw en beleggingsstrategie, zodat het rendement directer ten goede komt aan de deelnemers zelf. Het doel is een eerlijker, transparanter en toekomstbestendig pensioenstelsel waarin het belang en het rendement van de deelnemer voorop staan.
BVNL stelt dat pensioenen niet langer geïndexeerd moeten worden op basis van een risicovrije rente, maar op het daadwerkelijke rendement dat pensioenfondsen behalen. Dit moet zorgen voor een eerlijkere uitkering aan gepensioneerden en voorkomt dat zij benadeeld worden door conservatieve rekenmethodes.
“Pensioenen moeten niet geïndexeerd worden met een risicovrije rente, maar met de werkelijk behaalde rendementen.”
BVNL wil dat deelnemers zelf invloed kunnen uitoefenen op hun beleggingsbeleid en pensioenuitvoerder, zodat zij directer kunnen profiteren van het rendement op hun pensioenvermogen. Dit vergroot de transparantie en het eigenaarschap over het eigen pensioenrendement.
Het CDA erkent dat sommige maatschappelijk waardevolle investeringen niet direct financieel rendement opleveren, maar toch belangrijk zijn voor brede welvaart. Daarom wil de partij gericht overheidssteun inzetten voor projecten met een onrendabele maatschappelijke top, mits deze aantoonbaar bijdragen aan maatschappelijke doelen. Het CDA pleit voor een beleidskader en evaluatie binnen de Maatschappelijke Kosten Batenanalyse om te bepalen welke investeringen hiervoor in aanmerking komen.
Het CDA ziet dat bepaalde projecten met groot maatschappelijk belang niet vanzelf tot voldoende financieel rendement leiden, waardoor ze zonder overheidssteun niet van de grond komen. Om toch brede welvaart te stimuleren, wil het CDA deze investeringen ondersteunen via bestaande financieringsstromen en een duidelijk beleidskader. Dit moet ervoor zorgen dat publieke middelen alleen naar projecten gaan die aantoonbaar bijdragen aan maatschappelijke doelen en waar het rendement vooral maatschappelijk, niet financieel, is.
“Projecten met aantoonbaar maatschappelijk belang – zoals het versterken van sociale cohesie, het verbeteren van de leefbaarheid in de regio of het waarborgen van betaalbare en toegankelijke basisvoorzieningen zoals betaalbare woningen – kunnen ondersteuning krijgen van overheden bij het dekken van de onrendabele top. Dat is mogelijk via het gericht inzetten van bestaande financieringsstromen, zoals groene subsidies, lagere grondprijzen voor nieuwbouw of ondersteuning bij het opzetten van publiek-private samenwerkingen en het aanpassen van administratieve regels.”
“Er komt een beleidskader om vast te stellen welke investeringen zich kwalificeren voor een onrendabele maatschappelijke top.”
“We evalueren hoe binnen de Maatschappelijke Kosten Batenanalyse kan worden gekeken naar welke investeringen met een onrendabele maatschappelijke top in de toekomst brede welvaart kunnen opleveren.”
FVD stelt dat rendement centraal moet staan bij het beheer van pensioengelden en verwerpt politieke sturing op beleggingen door pensioenfondsen. Zij willen dat het financiële rendement voor deelnemers leidend is, en pleiten voor het beëindigen van de discussie over fictief rendement in de belastingheffing op spaargeld.
FVD wil dat pensioenfondsen uitsluitend beleggen op basis van financieel rendement en niet op basis van politieke of ideologische motieven zoals duurzaamheid. Dit moet zorgen voor een maximaal financieel voordeel voor de deelnemers en lagere uitvoeringskosten.
FVD wil de belasting op spaargeld (Box 3) volledig afschaffen en daarmee ook het systeem van belastingheffing op fictief rendement beëindigen. Dit moet sparen aantrekkelijker maken en belastingheffing eerlijker.
“We heffen de spaarderstaks op, zodat deugdelijk sparen weer wordt aangemoedigd. Tevens beëindigen we hiermee de discussie over fictief rendement.”
NSC wil dat rendement op vermogen eerlijker wordt belast en dat investeringen van pensioenfondsen bijdragen aan maatschappelijk rendement voor deelnemers. Ze pleiten voor het belasten van daadwerkelijk gerealiseerd rendement in box 3 en willen pensioenfondsen stimuleren om te investeren in woningen voor maatschappelijk rendement.
NSC vindt het onrechtvaardig dat vermogen wordt belast op basis van een fictief rendement. Ze willen overstappen naar een systeem waarin alleen daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten en winsten worden belast, met oog voor situaties waarin winsten nog niet verzilverd zijn. Dit moet leiden tot een eerlijker belastingstelsel en minder ontwijking.
“In box 3 gaan we daadwerkelijke inkomsten en winsten (in plaats van fictief rendement) uit vermogen eerlijk belasten. We houden hierbij rekening met de problematiek rondom de nog niet verzilverde papieren winsten van zogeheten ‘incourante vermogensbestanddelen’, zoals grond en panden.”
NSC wil pensioenfondsen stimuleren om te investeren in woningen, zodat het rendement niet alleen financieel is, maar ook maatschappelijk bijdraagt aan de samenleving en de deelnemers. Dit moet een aantrekkelijk en verantwoord investeringsklimaat creëren.
De VVD wil belasting op vermogen en beleggingen uitsluitend heffen over daadwerkelijk gerealiseerd rendement, niet over fictieve of niet-behaalde winsten. Ze streven naar een eerlijker en eenvoudiger belastingstelsel waarbij alleen werkelijk rendement wordt belast, en willen dit versneld invoeren om spaarders en beleggers te ontzien.
De VVD vindt het onrechtvaardig dat mensen belasting betalen over niet-gerealiseerd of fictief rendement. Ze willen daarom zo snel mogelijk overstappen op een systeem waarin alleen werkelijk gerealiseerd rendement wordt belast, inclusief de mogelijkheid om kosten af te trekken. Dit moet voorkomen dat spaargeld en vermogen naar het buitenland verdwijnt en zorgt voor een eerlijkere behandeling van spaarders en beleggers.
“Zo snel als technisch mogelijk en juridisch verantwoord wordt overgestapt op een systeem waarbij belasting wordt geheven op enkel gerealiseerd rendement op vermogen, waarbij het streven is om de tussenstap met nog deels vermogensaanwasbelasting over te slaan.”
“We willen de wet waarmee alleen nog over werkelijk rendement belasting wordt betaald versneld invoeren, zetten ons in om alle aandelen onder de vermogenswinstbelasting te laten vallen en vinden dat de Belastingdienst alles op alles moet zetten om dat te realiseren.”
“We willen dat het mogelijk wordt om kosten af te trekken in de Wet tegenbewijsregeling, zodat er niet over niet-behaald rendement belasting wordt betaald.”
Volt ziet rendement vooral als een middel om maatschappelijke doelen te bereiken, niet als een doel op zich. Ze willen investeren in duurzame en sociale projecten, ook als deze op korte termijn minder financieel rendement opleveren, en pleiten voor publieke investeringen die op lange termijn zowel individueel als maatschappelijk rendement genereren. Concrete voorstellen zijn onder meer het bieden van risicovrije leningen voor verduurzaming en het opzetten van een Jongerenspringplank-fonds dat duurzaam rendement voor jongeren oplevert.
Volt erkent dat verduurzaming niet altijd direct financieel rendeert, maar vindt het belangrijk om ondernemers toch te stimuleren en ondersteunen. Door risicovrije leningen en financiële prikkels te bieden, willen ze duurzame investeringen aantrekkelijker maken, ook als het rendement pas op langere termijn zichtbaar wordt.
“Verduurzaming is niet in alle gevallen een investering die op korte termijn rendeert, maar dat maakt het niet minder belangrijk. Daarom creëren wij leenmogelijkheden tegen risicovrije rente bij de overheid voor ondernemers die willen verduurzamen.”
“We creëren een financieel beloningsinstrument voor ondernemers die willen verduurzamen.”
Volt stelt voor om via een publiek fonds te investeren in duurzame maatschappelijke portefeuilles, zodat jongeren op de lange termijn individueel rendement ontvangen en tegelijkertijd bijdragen aan maatschappelijke doelen.
“De NIB belegt dit kapitaal in duurzame, maatschappelijke portefeuilles, zoals klimaat, innovatie en circulariteit. Het fonds draagt op die manier bij aan de economie van morgen, terwijl het op de lange termijn individueel rendement oplevert.”
De ChristenUnie wil het belastingstelsel hervormen zodat niet alleen financieel rendement, maar ook maatschappelijk rendement wordt gewaardeerd. Ze pleiten voor een hogere belasting op grote vermogens, maar willen investeringen met een hoog maatschappelijk rendement ontzien. Zo streven ze naar een eerlijkere verdeling van lasten en stimuleren ze investeringen die bijdragen aan de samenleving.
De ChristenUnie stelt voor om grote vermogens zwaarder te belasten, maar maakt een uitzondering voor activa met een laag financieel rendement en een hoog maatschappelijk rendement. Hiermee willen ze investeringen stimuleren die niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk waardevol zijn.
“Vermogenscomponenten waarbij een dergelijke heffing niet geëigend is, zoals financieel laagrenderende activa met een hoog maatschappelijk rendement, worden in de vormgeving ontzien.”
De partij wil inkomen uit arbeid en daadwerkelijk rendement uit vermogen zoveel mogelijk gelijk belasten, om zo het belastingstelsel eerlijker te maken en oneigenlijke belastingvoordelen te beperken.
“We willen toe naar een belastingstelsel dat inkomen uit arbeid en de daadwerkelijke inkomsten uit vermogen zoveel als mogelijk op dezelfde manier belast.”
DENK benoemt het begrip "rendement" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, noch wordt het als beleidsdoel of -criterium genoemd. Het programma richt zich vooral op het beperken van financiële prikkels en winstoogmerk in publieke sectoren zoals de zorg, en op het tegengaan van het streven naar financieel rendement door commerciële partijen waar dit volgens DENK ten koste gaat van het algemeen belang.
DENK wil het streven naar financieel rendement door commerciële partijen in de zorg aan banden leggen, omdat dit volgens de partij leidt tot onwenselijke winsten en het onttrekken van middelen aan de zorgsector. Het doel is om zorggeld zoveel mogelijk in te zetten voor betere zorg en niet voor winstuitkeringen of commerciële activiteiten.
“Met een uitbreiding van het winstverbod zorgen wij ervoor dat geld beschikbaar blijft voor de zorg. We gaan ook de activiteiten van commerciële partijen beperken die de zorg alleen maar gebruiken om geld te verdienen.”
“We leggen de winsten van zorgverzekeraars wettelijk aan banden, gaan bonussen voor bestuurders tegen en willen dat reserves meer ingezet worden voor premieverlagingen.”
De Partij voor de Dieren verwerpt het idee dat onderwijs primair gericht moet zijn op rendement, controle en concurrentie. In plaats daarvan pleit de partij voor een onderwijsbenadering die de brede ontwikkeling van leerlingen centraal stelt, waarbij cijfers en meetbare prestaties minder belangrijk zijn dan persoonlijke groei en welzijn.
De PvdD vindt dat scholen zich niet moeten laten leiden door rendementsdenken, maar zich moeten richten op de ontwikkeling van de individuele leerling. Het huidige accent op cijfers, controle en concurrentie wordt gezien als beperkend en niet in het belang van goed onderwijs.
“Scholen horen niet primair gericht te zijn op rendementen, controle, concurrentie en commerciële modellen, maar op de ontwikkeling van de individuele leerling.”
“De Onderwijsinspectie gaat minder waarde hechten aan cijfers die leerlingen halen. Zo krijgen scholen de ruimte om afscheid te nemen van de toetscultuur.”
De SGP pleit voor een rechtvaardige belasting op vermogen gebaseerd op daadwerkelijk behaald rendement, om zo spaarders en beleggers eerlijker te behandelen. Daarnaast wil de partij het rendement voor verhuurders in de huursector verhogen door aanpassingen in de belasting op vermogen en regelgeving, met als doel een gezondere huursector en meer aanbod. De kern van hun visie is dat rendement fiscaal eerlijk moet worden behandeld en moet bijdragen aan een robuuste economie en woningmarkt.
De SGP vindt dat de huidige belasting op vermogen (box 3) te hoog is in verhouding tot het werkelijke rendement, vooral bij lage rente. Ze willen daarom dat de belasting wordt geheven op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement, met oog voor liquiditeit en inflatie, zodat spaarders en beleggers eerlijker worden behandeld.
“De belasting op vermogen (box 3) wordt gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. Door de lage rente is de huidige belastingdruk namelijk veel te hoog in relatie tot de opbrengst van bijvoorbeeld spaargeld en onroerend goed. We belasten het rendement als dat liquide is en houden zo veel mogelijk rekening met de inflatie.”
De SGP signaleert dat de middenhuursector onder druk staat en wil het rendement voor verhuurders verhogen door aanpassingen in de belasting op vermogen of verbeteringen in de verhuurregelgeving. Dit moet zorgen voor een gezondere huursector en een ruimer woningaanbod.
“Dit kan door de rendementen te verhogen door aanpassingen in de belasting op vermogen. Of door verbeteringen in de verhuurregelgeving.”
50PLUS wil dat belasting op vermogen gebaseerd wordt op het daadwerkelijk behaalde rendement, niet op een fictief of verwacht rendement. Ze pleiten voor een algemene vermogenswinstbelasting in plaats van een vermogensaanwasbelasting, zodat alleen het werkelijke rendement wordt belast en niet het bezit zelf.
50PLUS vindt dat het nieuwe Box 3-stelsel moet aansluiten bij het daadwerkelijke rendement op vermogen, om zo eerlijker belasting te heffen en onrechtvaardige lasten op spaarders en beleggers te voorkomen. Dit standpunt adresseert het probleem dat mensen nu belasting betalen over een verondersteld rendement dat zij vaak niet daadwerkelijk behalen.
“Het nieuwe Box 3-stelsel wordt gebaseerd op werkelijk behaald rendement, met een algemene vermogenswinstbelasting en geen vermogensaanwasbelasting.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma