BBB ziet de regio als het kloppend hart van Nederland en pleit voor maatwerk, investeringen en bescherming van regionale belangen. De partij wil voorzieningen, bereikbaarheid en economische kansen in alle regio’s versterken, met nadruk op het tegengaan van achterstelling buiten de Randstad. Concreet stelt BBB onder meer een regiotoets voor beleid, structurele financiering voor regio’s, behoud van regionale voorzieningen en investeringen in regionale economie en infrastructuur.
BBB wil dat landelijk beleid altijd wordt getoetst op de gevolgen voor regio’s en het platteland, om te voorkomen dat centraal beleid regionale verschillen vergroot of regio’s benadeelt. Dit moet leiden tot beleid dat beter aansluit bij de eigenheid en behoeften van verschillende regio’s.
“Alle beleid dient een regiotoets te ondergaan die de gevolgen van beleid en de uitvoering daarvan voor regio’s en het platteland in beeld brengt.”
“De ene provincie is de andere niet, de ene regio verschilt van de andere. Ruimtelijke ordening vraagt om regionaal maatwerk afgestemd op de identiteit en behoeften van stad en platteland.”
BBB wil af van tijdelijke of concurrerende financieringsmodellen en pleit voor structurele investeringen in regio’s, met speciale aandacht voor economische ontwikkeling buiten de Randstad en in grensregio’s. Dit moet regionale achterstanden tegengaan en groeikansen benutten.
“De mogelijkheid van structurele financiering voor de regio’s (in plaats van concurrentiemodellen zoals Regio Deals) onderzoeken.”
“De rijksoverheid onderzoekt de mogelijkheden om gericht te investeren in kansrijke regionale economische clusters, zoals agrofood in Noordoost Nederland, hightech in Twente en zorginnovatie in Limburg.”
BBB vindt dat basisvoorzieningen als onderwijs, zorg, openbaar vervoer en veiligheid in alle regio’s beschikbaar moeten blijven, ook in dunbevolkte gebieden. Dit is essentieel voor leefbaarheid en het tegengaan van krimp.
“Leefbaarheid begint bij basisvoorzieningen: buurtscholen, streekbussen, zorg en politieposten moeten toegankelijk en bereikbaar blijven voor iedereen.”
“Iedere regio telt. Of je nu in een dorp of een stad woont, iedereen verdient toegang tot onderwijs, zorg, openbaar vervoer en veiligheid.”
“Zorg dichtbij verdient steun. BBB vindt dat iedereen, waar je ook woont, toegang moet houden tot goede ziekenhuiszorg in de buurt. Regionale ziekenhuizen spelen daarin een onmisbare rol.”
BBB wil investeren in regionale verbindingen en infrastructuur, zodat steden, dorpen en buitengebieden goed bereikbaar blijven. Dit voorkomt isolatie van regio’s en ondersteunt economische en sociale ontwikkeling.
Om de betrokkenheid van regio’s te vergroten en de Randstad-centrering tegen te gaan, wil BBB rijksdiensten buiten de Randstad vestigen en commissievergaderingen over regiogerelateerde onderwerpen in de regio zelf houden.
“Wanneer er een nieuwe locatie wordt gezocht voor een rijksdienst, wordt eerst buiten de Randstad gekeken naar vestigingsmogelijkheden.”
“Commissievergaderingen over regiogerelateerde onderwerpen moeten naast in Den Haag ook in de regio zelf worden gehouden om betrokkenheid en zicht op de praktijk te vergroten.”
Het CDA benadrukt het belang van sterke regio’s als motor voor Nederland en wil regionale verschillen benutten in plaats van wegwerken. Ze pleiten voor structurele samenwerking tussen Rijk en regio, investeren in regionale infrastructuur en bereikbaarheid, en geven regio’s meer zeggenschap over eigen ontwikkeling. Concrete voorstellen zijn onder meer het versterken van grensregio’s, het spreiden van rijksdiensten, en het opstellen van langjarige regionale programma’s samen met lokale partners.
Het CDA wil dat regio’s meer invloed krijgen op hun eigen ontwikkeling via structurele samenwerking met het Rijk. Ze zien wederkerigheid en maatwerk als sleutel, waarbij regionale kracht wordt benut voor nationale opgaven zoals energietransitie, woningbouw en economie.
“We willen een integrale en structurele aanpak door Rijk-regio-programma’s, waarin we ook lopende programma’s samenbrengen. Wat telt is de wederkerigheid. Dat vraagt om een stevige gezamenlijke inzet van Rijk en regio op ontwikkelagenda’s, waarin provincie, gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven samen optrekken. Zodat we recht doen aan de kansen en de kracht van de regio’s.”
“Elke regio draagt met eigen kracht bij aan de grote opgaven van Nederland: van energietransitie tot woningbouw en van natuur tot economie. Wij kiezen ervoor om die unieke kwaliteiten te versterken en verschillen te benutten, zodat regio’s niet alleen ontvangen maar ook geven.”
Het CDA erkent de specifieke uitdagingen van grensregio’s en wil belemmeringen voor wonen, werken en studeren over de grens wegnemen. Ze zetten in op betere internationale verbindingen en actieve deelname van alle ministeries aan grensoverstijgende programma’s.
“We zetten in op het vergemakkelijken van grensoverstijgend wonen en werken, studeren en stimuleren goede internationale treinverbindingen. Elk ministerie werkt minimaal mee met een grensoverstijgend programma.”
“Het CDA vergroot de kansen van de grensregio’s door grensoverstijgende samenwerking te versterken en onnodige belemmeringen op het gebied van wonen, werken, studeren en recreëren weg te nemen.”
Het CDA wil investeren in infrastructuur die regio’s onderling en met de Randstad verbindt, met aandacht voor maatwerk per regio. Ze zien bereikbaarheid als essentieel voor economische groei en leefbaarheid buiten de Randstad.
“We verbeteren de verbinding tussen de regio’s onderling en tussen de Randstad en de regio.”
“Mobiliteit vraagt om maatwerk per regio. Wat in Zeeland werkt, werkt niet per se in Gelderland. In de ene regio is dat flexibel vervoer op aanvraag, in de andere een robuuste buslijn of een extra trein.”
Het CDA wil dat het Rijk samen met regio’s langjarige plannen opstelt, en pleit voor het spreiden van overheidsinstanties over het land om regionale ontwikkeling te stimuleren.
“In het opstellen van regionale programma’s schrijft het Rijk samen met regio’s aan plannen. Hierin nemen we het Nationaal Programma Vitale Regio’s mee. Zo wisselen Rijk en provincies kennis uit en komen er langjarige plannen op maat.”
“We verspreiden overheidsinstanties over het land, zodat er een netwerk van rijkskantoren ontstaat in verschillende delen van Nederland.”
Het CDA erkent dat de behoefte aan internationale studenten en economische clusters per regio verschilt en wil beleid daarop afstemmen, zodat regionale ecosystemen worden versterkt.
“De behoefte aan internationale studenten verschilt per regio en per opleiding. In sommige regio’s zijn internationale studenten nodig om een opleiding in stand te houden, in andere regio’s is er een hoge druk op maatschappelijke voorzieningen, huisvesting en studentengemeenschappen. Wij ontwikkelen samen met het onderwijsveld een visie op aantallen internationale studenten per regio, op bekostiging en op betekenis voor regionale ecosystemen.”
“Samen met grote bedrijven, MKB en start ups en met onderwijsinstellingen laten we economische clusters groeien die de regio sterker maken.”
De ChristenUnie vindt dat de regio’s in Nederland te lang zijn achtergesteld en pleit voor meer investeringen, autonomie en erkenning van regionale identiteit. Ze willen dat elke regio telt door gerichte investeringen in voorzieningen, bereikbaarheid, onderwijs en leefbaarheid, en door het beschermen van regionale talen en culturen. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van regiodeals, het behouden van kleine scholen en opleidingen, en het verbeteren van OV en zorg in alle regio’s.
De ChristenUnie stelt dat de Rijksoverheid te lang te weinig heeft geïnvesteerd in regio’s, wat heeft geleid tot achterstanden. Ze willen dat het Rijk meer bijdraagt aan sterke regio’s door middel van regiodeals, het spreiden van uitvoeringsorganisaties, en het waarborgen van voldoende OV, zorg- en onderwijsvoorzieningen. Dit moet de leefbaarheid en economische kansen in alle regio’s verbeteren.
“De Rijksoverheid heeft de verschillende regio’s te lang aan hun lot overgelaten en soms zelfs bewust achterstanden gecreëerd. Door te weinig te investeren in werkgelegenheid, huisvesting, bereikbaarheid of het in stand houden van het voorzieningenniveau.”
“Investeringen van het Rijk moeten meer bijdragen aan sterke regio’s. Het Rijk stelt met regiodeals geld beschikbaar om de kwaliteit van leven, wonen en werken in de regio te verhogen.”
“Elke regio heeft genoeg OV, zorg- en onderwijsvoorzieningen en krijgt hiervoor geld van het Rijk. Zo houden we gebieden leefbaar. We behouden de toeslag voor kleine scholen. Hogescholen krijgen geld om kleine en kwetsbare opleidingen in de regio overeind te houden. We houden posten voor spoedeisende hulp en andere vormen van acute zorg open door het hele land.”
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat regio’s hun eigen identiteit, cultuur en taal behouden. Dit betekent bescherming van regionale talen en dialecten, en het erkennen van de waarde van lokale gemeenschappen.
“Gemeenschappen behouden hun identiteit, cultuur en taal zoals het Papiaments, Nedersaksisch en Limburgs. Het Fries als tweede rijkstaal en regionale streektalen en dialecten worden beschermd, ook voor volgende generaties.”
De partij wil het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid uitbreiden naar regio’s die nu buiten de boot vallen, om zo de leefbaarheid en kansen in deze gebieden te vergroten.
“We breiden dit programma uit naar regio’s die nu nog buiten de boot vallen, zoals Zeeuws-Vlaanderen, de Veenkoloniën, Twente en zogenaamde New Towns (voormalige groeikernen zoals Zoetermeer).”
De ChristenUnie benadrukt het belang van ruimtelijke solidariteit en het bevorderen van verbondenheid tussen stad en regio, zodat alle delen van het land profiteren van ontwikkeling en voorzieningen.
De partij wil dat er in elke regio voldoende speciaal onderwijs is, inclusief volwaardig voortgezet speciaal onderwijs op havo- en vwo-niveau.
“De overheid zorgt voor voldoende speciaal onderwijs (primair en voortgezet) in elke regio, inclusief volwaardig voortgezet speciaal onderwijs op havo- en vwo-niveau.”
De ChristenUnie wil regionale industrieclusters versterken en in elke provincie techniekhavo’s en technasia realiseren, om zo de regionale economie en het beroepsonderwijs te stimuleren.
FVD wil de positie van regio’s versterken door kleinschaligheid, bereikbaarheid en lokale autonomie centraal te stellen. Ze pleiten voor het behoud en herstel van streekvoorzieningen zoals ziekenhuizen en bushaltes, investeren in regionale infrastructuur, en geven gemeenten meer beleidsvrijheid. Hun visie is dat regionale verbondenheid, bereikbaarheid en maatwerk essentieel zijn voor een leefbaar en gelijkwaardig Nederland.
FVD wil dat regionale (streek)ziekenhuizen openblijven of heropend worden om zorg dichtbij en toegankelijk te houden. Ze keren zich tegen schaalvergroting en centralisatie, omdat dit leidt tot verlies van regionale voorzieningen en langere reistijden voor inwoners buiten de Randstad.
“We houden kleine streekziekenhuizen open, de recent gesloten ziekenhuizen gaan we heropenen, zodat zorg dichtbij en toegankelijk blijft.”
“Het sluiten van (streek)ziekenhuizen en het alsmaar opschalen van de zorg wordt stop gezet en zoveel mogelijk ongedaan gemaakt.”
“FVD kiest voor kleinschaligheid: regionale ziekenhuizen moeten worden heropend,”
FVD wil het verdwijnen van bushaltes in de regio stoppen en verdwenen haltes terugbrengen, zodat ook dorpen en buitengebieden bereikbaar blijven. Ze zien goede regionale OV-verbindingen als essentieel om ongelijkheid tussen stad en platteland te voorkomen.
“We stoppen met het schrappen van bushaltes en brengen verdwenen haltes terug in de regio, zodat ook afgelegen gebieden goed bereikbaar blijven.”
“Ook de kaalslag in de regio moet stoppen: bushaltes verdwijnen elk jaar in hoog tempo, waardoor dorpen en buitengebieden steeds moeilijker bereikbaar zijn.”
“We investeren in top-openbaar vervoer met langere treinen en meer bushaltes, ook in de regio.”
FVD wil gemeenten meer vrijheid geven om eigen beleid te voeren, inclusief op het gebied van belastingen, zodat lokaal maatwerk mogelijk wordt. Ze zijn tegen gedwongen gemeentelijke fusies en willen de menselijke maat terug in het bestuur.
FVD investeert in regionale infrastructuur, zoals het verbreden van snelwegen en het verbeteren van verbindingen buiten de Randstad, om regionale economieën te versterken en de bereikbaarheid van heel Nederland te verbeteren.
“We verbreden en optimaliseren alle snelwegen om doorstroming te verbeteren en regionale economieën te versterken.”
“We versnellen de aanleg van ontbrekende verbindingen zoals de A8-A9, maken van de N35 een volwaardige snelweg en verbreden filegevoelige trajecten in het hele land, ook buiten de Randstad.”
NSC wil de positie van regio’s versterken door meer autonomie, structurele investeringen en een eerlijker verdeling van middelen en voorzieningen buiten de Randstad. Ze pleiten voor het terugdringen van centrale sturing, het verplaatsen van rijksdiensten naar de regio, en investeren gericht in regionale economie, onderwijs, zorg en infrastructuur. De partij ziet vitale regio’s als essentieel voor brede welvaart en wil regionale ongelijkheid actief tegengaan.
NSC vindt dat decentrale overheden meer ruimte moeten krijgen voor zelfbestuur en dat beleidsrijke taken bij gemeenten of provincies horen, niet bij ondemocratische regionale samenwerkingsverbanden. Dit moet leiden tot meer democratische controle en maatwerk per regio.
“Lokale overheden verdienen meer ruimte voor zelfbestuur, in plaats van te worden gezien als verlengstuk van uitvoeringsinstanties van het Rijk.”
“Beleidsrijke taken horen bij gemeenten of provincies te liggen, zodat gemeenteraden en provinciale staten zelf integrale afwegingen kunnen maken. Dit uitgangspunt moet ook gevolgen hebben voor de relatie tussen vakdepartementen en decentrale overheden: in wetgeving en bestuur geen uitvoerende taken neerleggen bij regio’s.”
NSC wil structureel investeren in regio’s met sociale en economische achterstanden, niet als eenmalige impuls maar als onderdeel van brede welvaart. Ze steunen programma’s als het Nationaal Programma vitale regio’s.
“We pleiten voor structurele investeringen in regio’s die al jarenlang te maken hebben met sociale en economische achterstanden. Niet als eenmalige impuls, maar vanuit de overtuiging dat brede welvaart alleen mogelijk is als alle delen van het land kunnen meedoen. Het Nationaal Programma vitale regio’s is een belangrijke aanpak die steun verdient.”
Om de Randstad-focus te doorbreken, wil NSC rijksdiensten, inspecties en eventueel ministeries verplaatsen naar regio’s buiten de Randstad, met een bindende verhuisnorm. Ook investeringen in infrastructuur, economie en onderwijs moeten eerlijker over het land worden verdeeld.
“Inspecties en eventueel ook ministeries moeten verhuizen naar de regio’s buiten de Randstad. Er moet een bindende verhuisnorm komen want anders verandert er niets.”
“Investeringen in wegen en spoorlijnen moeten in balans zijn tussen de Randstad en de regio. Nederland. We kiezen voor gerichte investeringen in verbindingen buiten de Randstad om de regio bereikbaar te houden/maken en groei te bevorderen.”
“De maakindustrie in de regio is van vitaal belang voor werkgelegenheid en economische kracht buiten de Randstad.”
NSC wil dat zorg en onderwijs in alle regio’s goed bereikbaar blijven, met aandacht voor regionale spreiding van voorzieningen en reistijden. Ze keren zich tegen verdere concentratie van zorg en onderwijs in grote centra.
“Iedereen heeft recht op toegankelijke, beschikbare en betaalbare zorg, ongeacht inkomen of de regio waar iemand woont.”
“In alle regio’s moet een vmbo-techniek en mbo-techniek aanwezig zijn. Het programma Sterk Techniekonderwijs wordt uitgebreid naar het mbo.”
“In veel regio’s is de reistijd voor studenten in het (v)mbo te lang. We stimuleren de spreiding van (v)mbo-onderwijs middels regiotoeslagen.”
“We ondersteunen dat er een regionaal samenhangend zorgaanbod komt, waarbij zorgaanbieders, zorgverzekeraars, welzijnswerk en overheden bindende afspraken maken over de toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid.”
De SGP benadrukt het belang van eerlijke kansen en voorzieningen voor alle regio’s, met speciale aandacht voor gebieden buiten de Randstad en krimpregio’s. Ze pleiten voor extra investeringen in regionale infrastructuur, bereikbaarheid, economische ontwikkeling en zorg, zodat elke regio leefbaar blijft en niet achtergesteld wordt. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van openbaar vervoer, het spreiden van economische activiteiten en het versterken van regionale voorzieningen.
De SGP vindt dat regio’s buiten de Randstad meer aandacht en middelen moeten krijgen om problemen zoals krimp, bereikbaarheid en economische achterstand aan te pakken. Dit moet zorgen voor eerlijke kansen en het behoud van voorzieningen voor alle inwoners, ongeacht waar ze wonen.
“Gebieden buiten de Randstad moeten meer aandacht en middelen krijgen om problemen aan te pakken. Dat geldt zeker voor gebieden die te maken hebben met krimp en grensoverschrijdende vraagstukken, zoals Zeeland en Limburg.”
“Elke regio telt. Dit betekent dat elke regio eerlijke kansen verdient om samen met het Rijk te werken aan taken zoals veiligheid, openbaar vervoer en economische ontwikkeling.”
“Voor spreiding van economische ontwikkeling en bedrijvigheid en de leefbaarheid van het landelijk gebied zijn naast infra-investeringen in de Randstad ook investeringen in de regio nodig.”
De SGP wil dat het Rijk extra investeert in betaalbaar en voldoende openbaar vervoer en infrastructuur in de regio, zodat voorzieningen bereikbaar blijven en regio’s goed verbonden zijn. Dit is essentieel voor de leefbaarheid, economische kansen en het tegengaan van achterstand.
“Het Rijk moet extra investeren in betaalbaar en voldoende ov.”
“Ook regio’s als Zuid-Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en Noordoost-Groningen blijven zo goed verbonden.”
“Belangrijke voorzieningen zoals supermarkt en ziekenhuis zijn wat de SGP betreft goed en betaalbaar bereikbaar. Oók voor mensen zonder auto.”
De SGP pleit voor regionale spreiding van nieuwbouw en economische activiteiten, zodat niet alleen in de grote steden maar ook in de regio stevig wordt gebouwd en geïnvesteerd. Dit moet bijdragen aan het behoud van leefbaarheid en het tegengaan van leegloop in kleinere kernen.
De SGP wil dat basiszorg en acute medische zorg overal in Nederland beschikbaar blijven, met specifieke aandacht voor regio’s waar tekorten zijn aan zorgverleners of voorzieningen onder druk staan.
“In bepaalde regio’s (zoals in Zeeland) is een nijpend tekort aan tandartsen. Door gerichte acties moet dit worden tegengegaan, zoals een nieuwe opleiding in Rotterdam.”
“Basiszorg en (acute) medische zorg blijven overal in Nederland beschikbaar, ook in Limburg, Drenthe en Zeeland.”
GroenLinks-PvdA wil de regio’s in Nederland versterken door te investeren in bereikbaarheid, voorzieningen en economische ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor regionale verschillen en behoeften. Ze pleiten voor beter regionaal openbaar vervoer, meer regionale zeggenschap en een eerlijke spreiding van voorzieningen en culturele subsidies. Hun visie is dat sterke regio’s essentieel zijn voor gelijke kansen, leefbaarheid en duurzame groei in heel Nederland.
GroenLinks-PvdA ziet goed regionaal OV als cruciaal voor leefbaarheid en gelijke kansen in alle regio’s, vooral buiten de Randstad. Ze willen de regie over regionaal OV teruggeven aan provincies, investeren in nieuwe verbindingen en stations, en zorgen dat elke regio bereikbaar blijft.
“Elke regio bereikbaar. We keren de trend van afnemend, winstgedreven ov-aanbod en introduceren nieuwe buslijnen, ook in kleine dorpen.”
“Provincies worden gestimuleerd en geholpen om het regionale openbaar vervoer weer in eigen hand te nemen.”
“We breiden het aantal treinstations in Nederland fors uit door (her)opening van stations langs bestaande, nieuwe en gereactiveerde lijnen.”
“De aansluiting van het hoofdrailnet met regionale netten moet naadloos zijn, verschillende check-insystemen horen daar niet bij.”
De partij erkent de kracht van innovatieve regio’s en wil investeren in regionale economieën, met aandacht voor lokale werkgelegenheid, industrie en samenwerking tussen regio’s.
“Onze regio’s zijn de motor van de groei. De meest innovatieve regio’s van Nederland zoals Brainport en Food Valley laten zien hoe we nu en in de toekomst ons geld kunnen verdienen.”
“We stimuleren regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen, zoals directe verkoop, toerisme, onderwijs, zorg, en agroforestry.”
GroenLinks-PvdA wil dat basisvoorzieningen en culturele instellingen in alle regio’s beschikbaar blijven, zodat inwoners niet afhankelijk zijn van hun woonplaats voor toegang tot zorg, cultuur en onderwijs.
“Iedereen moet kunnen rekenen op een bus die rijdt, een leraar voor de klas, en een bibliotheek in de buurt. De basis moet op orde zijn in ons Koninkrijk, haar landen, regio’s en (speciale) gemeenten.”
“We hechten grote waarde aan regionale spreiding van culturele voorzieningen en subsidies.”
De partij wil het regionale en lokale bestuur versterken met meer middelen en democratische zeggenschap, zodat regio’s beter hun eigen problemen kunnen aanpakken.
“We versterken het lokaal, regionaal en waterschapsbestuur met extra financiële ondersteuning en een hogere vergoeding.”
De VVD benadrukt dat alle regio’s in Nederland ertoe doen en wil investeren in regionale bereikbaarheid, economie, cultuur en zorg. Ze pleiten voor beleid dat niet alleen op de Randstad is gericht, maar juist de kracht en behoeften van verschillende regio’s benut en versterkt, met concrete voorstellen voor infrastructuur, cultuurspreiding en regionale betrokkenheid bij grote projecten.
De VVD vindt dat beleid en investeringen niet alleen op dichtbevolkte gebieden moeten worden gericht, maar op alle regio’s, met oog voor hun eigen krachten en uitdagingen. Dit moet zorgen voor meer evenwichtige groei en kansen in heel Nederland.
“Alle regio’s in Nederland doen ertoe: Nederland bestaat uit uiteenlopende regio’s, met eigen krachten en uitdagingen. Die krachten benutten we. Investeringen en beleid van de overheid richten we op alle regio’s en niet alleen op dichtbevolkte regio’s.”
“We zorgen dat regio’s onderling goed verbonden blijven. Bij de totstandkoming van nieuw beleid toetsen we wat de effecten daarvan op de regio zijn.”
De VVD wil reistijden tussen regio en Randstad verkleinen, regionale bereikbaarheid verbeteren en maatwerkoplossingen bieden waar regulier OV ontbreekt. Dit moet economische kansen vergroten en de leefbaarheid in de regio versterken.
“We zetten ons in voor de verbetering van de bereikbaarheid van de regio door betere ontsluitingen te regelen en reistijden regio-randstad te verkleinen.”
“Waar regulier ov niet (meer) rijdt, blijft er wel behoefte aan verbinding. Daarom we versterken we dit met maatwerkoplossingen, slimme routes en nieuwe concessievormen.”
Bij de bouw van nieuwe kerncentrales en andere grote projecten wil de VVD afspraken maken met de betreffende regio’s om de impact te beperken en kansen te benutten. Dit moet zorgen voor draagvlak en regionale voordelen.
“Met de regio waar nieuwe kerncentrales worden gebouwd, wordt een Rijk-Regio pakket gesloten. In het Rijk-Regio pakket worden afspraken gemaakt om de impact van de bouw op de omgeving zoveel mogelijk te beperken als ook afspraken over hoe zo goed mogelijk kan worden ingespeeld op de kansen voor de regio bij de bouw van een kerncentrale(s).”
De VVD wil dat cultuurgelden eerlijker over het land worden verdeeld en meer aandacht voor volkscultuur en streektalen, zodat ook buiten Amsterdam cultuur kan bloeien en regionale identiteit wordt versterkt.
“Een groot deel van de landelijke cultuurgelden wordt enkel in Amsterdam ingezet, en dus veel minder in andere steden en provincies. We houden rekening met regionale spreiding in de verdeling van cultuurgelden.”
“Onze regio’s kennen elk verschillende manieren van cultuurbeleving, denk aan prachtige bloemencorso’s, kermissen, schuttersfeesten en carnaval. Daar houden we aandacht voor.”
De VVD wil dat bij veranderingen in de zorgorganisatie de belangen van de regio beter worden meegewogen en eenvoudige ziekenhuiszorg zoveel mogelijk regionaal blijft.
JA21 ziet een groeiende kloof tussen de Randstad en de regio en wil deze verkleinen door meer samenwerking, inspraak en investeringen buiten de Randstad. De partij pleit voor regionale maatwerkoplossingen, betere bereikbaarheid en behoud van voorzieningen, met concrete voorstellen zoals het Nationaal Programma Democratisering en Regio, investeringen in openbaar vervoer en het afstemmen van woningbouw op regionale behoeften.
JA21 wil de kloof tussen Randstad en regio verkleinen door structurele samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties en inwoners in de regio’s. Het doel is om de leefbaarheid, betrokkenheid en het perspectief van inwoners buiten de Randstad te verbeteren.
“JA21 ziet nog steeds een groeiende kloof tussen de Randstad en de regio, tussen rijke stadsdelen en arme (achterstands)wijken. In landelijke gebieden verdwijnen steeds meer voorzieningen en trekt de beroepsbevolking weg, terwijl tegelijkertijd ook de boerenbedrijven moeten sluiten.”
“JA21 wil afgehaakt Nederland weer laten aanhaken. Daarom pleit JA21 voor het Nationaal Programma Democratisering en Regio. Binnen deze aanpak zullen Rijk, gemeenten, corporaties, schoolbesturen, etcetera meerjarig in de verschillende Nederlandse regio’s moeten samenwerken, door met collectieve inspraak en inspanning heldere doelen te stellen over het herstellen van de betrokkenheid van de regio’s en achterstandswijken bij hun toekomst en het verbeteren van de leefbaarheid en het perspectief van inwoners.”
JA21 vindt goede bereikbaarheid essentieel voor de regio’s buiten de Randstad en wil investeren in infrastructuur en openbaar vervoer om verschraling tegen te gaan. Dit moet de zelfredzaamheid en economische kansen in de regio versterken.
“JA21 maakt zich sterk voor een goede bereikbaarheid in heel Nederland, niet alleen in de Randstad maar ook voor de regio’s daarbuiten.”
“Om tot een verbetering van het openbaar vervoer te komen, met name ook voor de gebieden buiten de Randstad, zal aanzienlijk meer geïnvesteerd moeten worden. Dan komen grote projecten zoals de Lelylijn en de Nedersaksenlijn in beeld.”
JA21 wil dat woningbouwbeleid rekening houdt met regionale verschillen in bevolkingsgroei, vooral buiten de grote steden, door flexibele woonoplossingen te stimuleren waar langdurige groei onzeker is.
“Na 2040 is in veel regio’s buiten de grote steden nauwelijks nog groei van het aantal huishoudens. Dit pleit voor tijdelijke of flexibele woonoplossingen op locaties waar langdurige groei niet vaststaat.”
“Dat de markt de ruimte krijgt om de woningproductie af te stemmen op de demografische trends, zowel qua woningtype, grootte en regionale verschillen.”
JA21 wil regionale onderwijsinstellingen minder afhankelijk maken van buitenlandse studenten door een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen, om zo de stabiliteit in de regio te waarborgen.
“JA21 pleit ervoor een groter deel van het budget als vaste voet toe te kennen onafhankelijk van de studenten aantallen, dit zorgt voor stabiliteit ook voor de onderwijsinstellingen in met name de regio’s die nu mede afhankelijk zijn van buitenlandse studenten aantallen.”
JA21 wil afzien van generieke landelijke maatregelen en in plaats daarvan inzetten op regionale maatwerkpakketten rondom kwetsbare natuurgebieden.
“Afzien van generieke maatregelen en inzetten op regionale maatwerkpakketten rondom de meest kwetsbare natuurgebieden.”
Volt wil regio’s structureel versterken door meer samenwerking, middelen en zeggenschap te geven aan lokale en regionale partners, met speciale aandacht voor grensregio’s en regionale ongelijkheid. Ze pleiten voor formele regio-effectentoetsen op rijksbeleid, duurzame grensoverschrijdende samenwerking, en investeren in regionale media, cultuur, onderwijs en economie. Volt ziet krachtige regio’s als essentieel voor brede welvaart, democratie en innovatie.
Volt vindt dat regio’s meer middelen, kennis en zeggenschap moeten krijgen om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en regionale ongelijkheid te voorkomen. Ze willen dat rijksbeleid vooraf wordt getoetst op regionale effecten en dat aanbevelingen voor brede welvaart in de regio’s leidend zijn voor beleid.
“Het structureel versterken van de regio’s op de lange termijn staat hierbij centraal. De Rijksoverheid werkt actief samen met lokale en regionale partners om dit te bereiken.”
“Beleidsvoorstellen van het Rijk krijgen een volwaardige en formeel vastgelegde regio-effectentoets. Daarmee wordt vooraf in kaart gebracht wat de gevolgen van het beleid zijn voor verschillende regio’s. Zo voorkomen we dat Rijksbeleid ongelijkheid tussen regio’s vergroot.”
Volt ziet krachtige grensregio’s als essentieel en wil grensoverschrijdende samenwerking structureel verankeren, belemmerende wetgeving aanpakken en investeren in permanente samenwerkingsstructuren zoals Euregio’s.
“Volt wil de grensoverstijgende samenwerking bevorderen. De Rijksoverheid moet daarin een faciliterende rol spelen, bijvoorbeeld door het delen en verspreiden van kennis en expertise, maar ook door het versterken van het EU-mechanisme voor grensoverstijgende samenwerking.”
“Daarnaast willen we dat grensoverstijgende samenwerking ook structureel wordt verankerd. Daarom investeren we in duurzame, permanente samenwerkingsstructuren - zoals de Euregio’s - met een eigen capaciteit en eigen middelen.”
Volt wil lokale en regionale media versterken, samenwerking over landsgrenzen stimuleren en zorgen voor een evenwichtige spreiding van cultuursubsidies en ondersteuning van regionale cultuurhubs.
“We zetten de komende jaren in op versterking van lokale en regionale media, waarbij zowel lokale als regionale media hun eigen karakter kunnen behouden. Volt wil daarbij de samenwerking en uitwisseling van best practices tussen lokale/regionale media uit verschillende lidstaten vergroten.”
“We zorgen voor een evenwichtige spreiding van subsidies tussen nationale en regionale instellingen. De cultuurhubs in de regio’s buiten de Randstad krijgen een vaste rol in het voordragen en ondersteunen van aanvragen bij nationale loketten, om hun stem te versterken.”
Volt investeert in onderwijsregio’s en regionale economische ecosystemen, waarbij samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheid centraal staat om personeelstekorten en regionale ontwikkeling aan te pakken.
“We willen een structurele investering in onderwijsregio’s om zo het onderwijs beschikbaar te houden en het lerarentekort terug te dringen. In onderwijsregio’s nemen partijen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hun regionale onderwijsarbeidsmarkt.”
“We moeten meer investeren in de regionale samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven, om zo de regionale economie en leefbaarheid te bevorderen.”
De SP vindt dat iedere regio in Nederland recht heeft op gelijke kansen, bereikbare voorzieningen en publieke investeringen, ongeacht economische verschillen of bevolkingsdichtheid. Ze willen zorg, openbaar vervoer en woonkansen in alle regio’s waarborgen, en pleiten voor herstel en compensatie in regio’s die zijn getroffen door mijnbouwschade. De partij zet zich in tegen het verdwijnen van essentiële voorzieningen uit de regio en wil regionale diversiteit actief beschermen.
De SP wil dat zorg, ziekenhuizen en andere essentiële voorzieningen behouden blijven of terugkeren in alle regio’s, inclusief krimpregio’s. Ze vinden dat de overheid wettelijk verplicht moet worden om een evenwichtige spreiding van toegankelijke zorg te garanderen, zodat niemand in de regio wordt benadeeld.
“Iedere regio heeft recht op zorg. Ziekenhuizen, huisartsenposten en spoedeisende hulpafdelingen blijven behouden, óók in krimpregio’s. Waar zorg verdween, brengen we die terug. De rijksoverheid krijgt de wettelijke plicht om te zorgen voor een evenwichtige spreiding van toegankelijke zorgvoorzieningen in alle regio’s.”
“Dat betekent dat we niet toestaan dat belangrijke zorg in de regio ons ontnomen wordt.”
De SP wil economische verschillen en het tekort aan voorzieningen tussen regio’s verkleinen door overheidsinstanties beter te spreiden en te investeren in nieuwe industrieën. Lokale bestuurders krijgen meer ruimte om zelf oplossingen te bedenken voor hun regio.
“Elke regio verdient gelijke woonkansen. In iedere regio een gelijke kans op een woning. Iedereen in Nederland moet kunnen rekenen op goede voorzieningen en bereikbaarheid, waar je ook woont. We verkleinen de economische verschillen en het tekort aan voorzieningen tussen regio’s door overheidsinstanties beter te spreiden en te investeren in nieuwe industrieën.”
De SP wil investeren in sterke treinverbindingen en openbaar vervoer zodat alle regio’s goed bereikbaar zijn. Ze stoppen de afbraak van het openbaar vervoer en zorgen dat iedereen, ook in kleine dorpen en buitengebieden, toegang heeft tot betaalbaar en betrouwbaar vervoer.
“We investeren in sterke binnenlandse treinverbindingen, zoals de Lelylijn, Maaslijn en Nedersaksenlijn. Zo zorgen we dat alle regio’s goed bereikbaar zijn en iedereen kan rekenen op betrouwbaar openbaar vervoer.”
“Iedere regio goed bereikbaar. We stoppen de afbraak van het openbaar vervoer en zorgen ervoor dat iedereen met de bus, tram of trein bij een ziekenhuis, school en supermarkt kan komen.”
De SP eist rechtvaardige compensatie en herstel voor regio’s die zijn getroffen door mijnbouw, zoals Groningen en Limburg. Ze willen een ruimhartige regeling met omgekeerde bewijslast en een definitieve oplossing voor bewoners.
“In Limburg wachten tienduizenden mensen al decennia op erkenning en herstel van mijnbouwschade... Net als in Groningen moet er een ruimhartige regeling komen met omgekeerde bewijslast, een vast aanspreekpunt en echte hulp van mens tot mens.”
De SP erkent de culturele diversiteit van regio’s en wil actieve steun en wettelijke bescherming voor regionale talen en cultuur, met een plek in onderwijs en bij de publieke omroep.
“De culturele rijkdom van Nederland stopt niet bij de deuren van een museum. Het leeft in de talen van onze regio’s en gemeenschappen, zoals bijvoorbeeld het Fries, Nedersaksisch, Limburgs en Papiaments. Wij kiezen voor actieve steun en wettelijke bescherming, met een passende plek in het onderwijs en bij de publieke omroep.”
D66 vindt dat welvaart, leefbaarheid en kansen in alle regio’s van Nederland gelijkwaardig moeten zijn, ongeacht waar je woont. Ze willen investeren in regio’s die extra aandacht nodig hebben, met speciale aandacht voor grensregio’s en het versterken van regionale samenwerking, bereikbaarheid en voorzieningen. De partij pleit voor actieve regie van de overheid samen met regio’s om sociaal, economisch en ruimtelijk evenwicht te herstellen.
D66 wil dat iedere regio telt en dat verschillen in kansen tussen regio’s worden verkleind. Ze willen samen met regio’s investeren in leefbaarheid, werkgelegenheid, bereikbaarheid en toegang tot kunst en cultuur, zodat iedereen – ongeacht woonplaats – gelijke kansen heeft.
“Welvaart in de breedste zin – van inkomen tot gezondheid en leefomgeving – hoort overal te groeien, in de grote steden en in de regio. Of je nu in Zeeland, Limburg, de Achterhoek, Groningen, Haarlem of Breda woont: dat moet geen verschil maken voor je kansen.”
“D66 investeert in regio’s die extra aandacht verdienen. Dat doen we met name op het vlak van leefbaarheid, werkgelegenheid, bereikbaarheid en de toegang tot kunst en cultuur.”
D66 erkent dat grensregio’s unieke uitdagingen en kansen hebben door hun ligging. Ze willen belemmerende regels voor grensoverschrijdende samenwerking aanpakken en beleid op mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur ‘grens-proof’ maken.
“Grensregio’s hebben speciale aandacht nodig. Daar kunnen we veel Europees samenwerken, maar regels zitten die samenwerking vaak in de weg. D66 wil samenwerking over de grens aanmoedigen. We maken regels en beleid op het gebied van mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur ‘grens-proof’. Zo versterken we niet alleen de regio, maar ook de plek van Nederland in Europa.”
D66 wil bij het verduurzamen van mobiliteit rekening houden met regio’s waar weinig openbaar vervoer is, zodat mensen daar niet onevenredig worden belast.
“We houden rekening met regio’s waar weinig ov is, zodat mensen daar niet onevenredig worden belast.”
D66 wil samen met regio’s, bewoners en ondernemers werken aan een groen, leefbaar en verbonden Nederland, waarbij de eigenschappen van verschillende regio’s optimaal worden benut.
“Samen met regio’s, bewoners en ondernemers bouwen we zo aan een land dat groen, leefbaar en verbonden is – van stad tot platteland, van waddenkust tot grensregio.”
“Ook maken we zo het best gebruik van de eigenschappen van verschillende regio’s voor de activiteiten die we daar doen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil de economie en publieke voorzieningen regionaliseren en versterken, met meer autonomie en middelen voor regio’s, provincies en gemeenten. Ze pleiten voor het stimuleren van lokale economische ketens, het waarborgen van regionale zorg en onderwijs, en het behouden van regionale ziekenhuizen. De kern van hun visie is dat regionale veerkracht, toegankelijkheid en gelijkwaardigheid centraal moeten staan, zodat mensen in alle regio’s kunnen rekenen op goede voorzieningen en minder afhankelijk zijn van mondiale systemen.
PvdD wil de economie minder afhankelijk maken van mondiale systemen door regionale economische structuren te stimuleren. Dit doen ze door lokale ketens, streekproducten en regionaal geldgebruik te bevorderen, zodat regio’s veerkrachtiger worden.
“We bevorderen de regionalisering van de economie door lokale ketens, streekproducten en regionaal geldgebruik te stimuleren. Zo maken we economieën veerkrachtiger en minder afhankelijk van mondiale systemen.”
De partij vindt dat zorg overal in Nederland gelijkwaardig en toegankelijk moet zijn, ongeacht de regio. Regionale ziekenhuizen moeten open blijven en regionale afstemming en publieke regie worden versterkt om samenwerking te bevorderen.
“Zorg wordt het liefst op wijk- of dorpsniveau georganiseerd en wanneer nodig opgeschaald naar regionaal of landelijk niveau.”
“We zorgen voor regionale afstemming en stevige publieke regie, zodat samenwerking wordt bevorderd en zorgcowboys geen ruimte krijgen om publieke middelen weg te sluizen.”
“Regionale ziekenhuizen blijven open en verdwijnen niet door fusies. Zo is goede zorg bereikbaar voor iedereen.”
PvdD wil dat kwetsbare leerlingen in alle regio’s kunnen rekenen op veilig en passend vervoer, en dat landelijke richtlijnen hiervoor zorgen voor gelijke kansen.
“Er komen landelijke richtlijnen voor leerlingenvervoer, zodat kwetsbare leerlingen in alle regio’s kunnen rekenen op veilig en passend vervoer.”
De partij verwerpt het idee dat vluchtelingen vooral ‘in de regio’ moeten worden opgevangen en pleit voor een eerlijke verdeling naar draagkracht.
“Meer geld voor regionale opvang alleen maakt het beleid niet rechtvaardig. Een eerlijke verdeling van vluchtelingen naar draagkracht zou het uitgangspunt moeten zijn.”
BVNL wil bestuurlijke macht en regie zoveel mogelijk terugleggen bij lokale en regionale overheden, met een duidelijke voorkeur voor kleinschaligheid en bottom-up besluitvorming. Tegelijkertijd pleit de partij voor het terugdraaien van decentralisaties in het sociaal domein, waarbij het Rijk weer meer verantwoordelijkheid krijgt voor complexe taken. Gemeenten en provincies krijgen meer autonomie waar mogelijk, maar landelijke uniformiteit wordt nagestreefd op essentiële terreinen.
BVNL vindt dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burger moeten worden genomen, bij voorkeur op gemeentelijk of regionaal niveau. Dit moet leiden tot meer betrokkenheid, minder bureaucratie en een overheid die beter aansluit bij de behoeften van verschillende regio’s.
“Het doel is om zoveel mogelijk bottom-up te regelen. Dus vanuit de gemeente, dan de provincie en als het niet anders kan nationaal, maar bij voorkeur via de vrije markt.”
“Niet alleen, maar in hun eigen gemeenschap waarbij de macht zo dicht mogelijk bij de mensen zelf ligt. In het eigen gezin, het eigen dorp of de eigen gemeente. Landelijk wordt slechts geregeld wat landelijk niet lokaal geregeld kan worden...”
BVNL wil de recente decentralisaties in zorg en onderwijs terugdraaien, omdat deze volgens de partij tot problemen en ongelijkheid tussen regio’s hebben geleid. Hoogcomplexe taken horen weer bij het Rijk, zodat kwaliteit en rechtsgelijkheid gewaarborgd blijven.
“De decentralisatie wordt teruggedraaid. Het uit huis plaatsen van kinderen is alleen incidenteel en onder uitzonderlijke situaties mogelijk, en dient vooral te worden voorkomen. Hoogcomplexe zorg voor kinderen en gezinnen gaat terug naar het Rijk.”
“Het Passend Onderwijs en de decentralisatie naar de gemeenten wordt teruggedraaid.”
BVNL wil voorkomen dat gemeenten aanvullende eisen stellen bovenop landelijke regelgeving, om zo verschillen tussen regio’s te beperken en ondernemers en burgers te beschermen tegen extra lokale lasten.
“Gemeenten kunnen geen aanvullende eisen stellen bovenop landelijke regels.”
50PLUS benadrukt het belang van regionale gelijkwaardigheid en nabijheid in beleid rond cultuur, sport, onderwijs en media. Ze willen dat sport en cultuur voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht regio, en pleiten voor het versterken van regionale omroepen en het tegengaan van monopolies van schoolbesturen in bepaalde regio’s. Ook streven ze naar een evenredige verdeling van culturele subsidies over alle regio’s.
50PLUS vindt dat sport en cultuur bereikbaar moeten zijn voor alle generaties, ongeacht waar men woont. Dit voorkomt regionale ongelijkheid en bevordert sociale samenhang. Ze willen dat culturele subsidies eerlijker over het land worden verdeeld en dat deelname aan sport en cultuur in alle regio’s wordt gestimuleerd.
De partij ziet regionale omroepen als essentieel voor de verbinding met burgers in de regio. Ze willen deze omroepen bevorderen om de lokale betrokkenheid en informatievoorziening te waarborgen.
“Regionale omroepen staan dicht bij de burger en worden bevorderd.”
50PLUS wil voorkomen dat schoolbesturen een monopolypositie krijgen in bepaalde regio’s, om keuzevrijheid en diversiteit in het onderwijs te waarborgen.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
De PVV benadrukt het belang van regionale voorzieningen en wil dat regio’s en het platteland niet worden achtergesteld, met name op het gebied van zorg, energie en openbaar vervoer. De partij stelt concrete maatregelen voor om regionale ziekenhuizen te behouden, de regio te laten meeprofiteren van mijnbouwbaten, en het streekvervoer te beschermen tegen verdere afbouw.
De PVV vindt dat essentiële zorgvoorzieningen in regionale ziekenhuizen niet mogen verdwijnen, zodat inwoners in de regio niet onnodig ver hoeven te reizen voor zorg. De partij wil dat de overheid ingrijpt bij financiële problemen en heeft hiervoor geld gereserveerd.
“De PVV heeft een groot hart voor de regionale ziekenhuizen. Deze regionale ziekenhuizen hebben belangrijke afdelingen: van een intensive care tot de spoedeisende hulp, geboortezorg of andere verpleegafdelingen. Het kan niet zo zijn dat mensen voor deze zorg onnodig lang naar een ander ziekenhuis moeten rijden. Wij vinden dat deze afdelingen nooit vanwege financiële problemen afgeschaald of gesloten mogen worden. De overheid krijgt hierover weer zeggenschap. Zodra een zorgafdeling in geldnood zit, moet de overheid wat ons betreft bijspringen. De PVV heeft hiervoor geld gereserveerd.”
De PVV wil dat regio’s waar mijnbouw plaatsvindt, direct financieel meeprofiteren van de opbrengsten. Dit moet de lasten en schade van mijnbouw eerlijker verdelen en de regio’s compenseren.
“Nieuwe winning op land en verlenging van bestaande winning indien veilig; de regio laten meeprofiteren van de baten van mijnbouw op land”
De PVV vindt dat goed openbaar vervoer ook buiten de Randstad essentieel is en wil verdere afbouw van het streekvervoer voorkomen. De partij benadrukt dat regio en platteland niet vergeten mogen worden.
BIJ1 wil de ongelijkheid tussen regio’s in Nederland verkleinen door te investeren in openbaar vervoer buiten de Randstad en de economische ontwikkeling van onderbediende regio’s te stimuleren. De partij pleit voor betere bereikbaarheid, infrastructuur en voorzieningen in deze gebieden, met speciale aandacht voor gratis en toegankelijk openbaar vervoer en het tegengaan van bezuinigingen op regionale vervoersnetwerken.
BIJ1 ziet het verbeteren van bereikbaarheid en infrastructuur in onderbediende regio’s als essentieel om regionale ongelijkheid te verminderen en economische ontwikkeling te stimuleren. De partij wil bezuinigingen op regionaal openbaar vervoer terugdraaien, nieuwe spoorlijnen aanleggen en investeren in infrastructuur buiten de grote steden.
“Met extra aandacht voor verbeterde infrastructuur buiten de Randstad - de 4 grote steden. Alle bezuinigingen op het ov draaien we direct terug. Zoals die van Vervoerregio Amsterdam, Vervoerregio Den Haag-Rotterdam en buiten de Randstad. Nog voor 2030 realiseren we de voorgestelde Lelylijn en Nedersaksenlijn.”
“Deze nieuwe spoorlijnen fungeren als aanvullende ruggengraat voor het landelijke ov-netwerk. En dragen bij aan efficiëntere mobiliteit en economische ontwikkeling in onderbediende regio’s.”
BIJ1 erkent het belang van regionale media voor representatie en diversiteit in het medialandschap. De partij wil regionale media beschermen en zorgen voor een goede bewaking van hun representativiteit.
“We zorgen voor een goede bewaking van de representativiteit van media, waarbij regionale media, lokale media en doelgroepmedia worden beschermd.”
DENK benoemt het belang van landelijke regie en normen om regionale verschillen en ongelijkheden tegen te gaan, vooral op het gebied van wonen, vergroening en mobiliteit. De partij wil dat het Rijk meer sturing neemt in plaats van beleid aan regio’s of gemeenten over te laten, om zo eerlijkere en meer gelijke kansen te waarborgen. Concrete voorstellen zijn landelijke normen voor vergroening en het bestrijden van misstanden in kwetsbare wijken.
DENK vindt dat landelijke regie noodzakelijk is om ongelijkheid tussen regio’s te voorkomen, vooral bij wonen, vergroening en leefbaarheid. Door landelijke normen en centrale sturing wil DENK voorkomen dat regionale verschillen leiden tot ongelijkheid of achterstanden, met name in kwetsbare wijken.