De PVV positioneert zich als uitgesproken voorstander van het behoud en de versterking van het platteland, met een sterke focus op het beschermen van boeren, tuinders en vissers tegen strenge milieuregels en gedwongen uitkoop. De partij wil nationale voedselproductie vooropstellen, Natura 2000-gebieden verkleinen, stikstofregels versoepelen en boerderijwinkels stimuleren. Hun kernvisie is dat het platteland niet de dupe mag worden van Europese en nationale milieuregels, en dat boeren en vissers juist ruimte en waardering verdienen.
De PVV vindt dat het platteland onnodig wordt beperkt door te veel aangewezen Natura 2000-gebieden en te strenge stikstofnormen. Ze willen deze gebieden verkleinen, de stikstofregels versoepelen en de kritische depositiewaarden uit de wet halen, zodat boeren en bouwprojecten meer ruimte krijgen.
“Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
“Tot die tijd verhogen we direct de rekenkundige ondergrens naar minimaal 1 mol en halen we de kritische depositiewaarden uit de wet.”
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels.”
De PVV is fel tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren op het platteland. Ze zien boeren als essentieel voor voedselzekerheid en cultuur, en willen hen beschermen tegen overheidsmaatregelen die hun bestaan bedreigen.
De partij wil dat boeren en tuinders meer ruimte krijgen om te produceren en innoveren, zonder onnodige regeldruk. Boerderijwinkels moeten vrijgesteld worden van registraties en btw-heffingen, zodat lokale producten makkelijker verkocht kunnen worden.
“Wij geven boeren weer ruimte om te produceren, innoveren en concurreren.”
“Boerderijwinkels – met melktap, kaasautomaat etc. – zijn goed voor de boer én stimuleren de consument om mooie, gezonde lokale producten te kopen. De PVV wil vrije verkoop voor boerderijwinkels – vrijgesteld van onnodige regeldruk, registraties en btw-heffingen.”
“Vrije verkoop voor boerderijwinkels – zonder onnodige regeldruk, registraties en btw-heffingen”
De PVV wil dat Nederland zoveel mogelijk in de eigen voedselvoorziening voorziet en dat boeren niet worden weggeconcurreerd. Ze introduceren een vrijwillig keurmerk voor Nederlandse producten en willen de nationale productie beschermen.
“Het is van groot belang dat we onze voedselvoorziening zoveel mogelijk in eigen land houden.”
“Laat boeren doen waar ze goed in zijn: gezonde producten van Nederlandse bodem maken om trots op te zijn.”
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Keurmerk Promotie van Vaderlands Voedsel (PVV) voor producten van eigen bodem”
BBB positioneert zich als de politieke stem van het platteland en pleit voor gelijkwaardige behandeling van stad en platteland, met nadruk op leefbaarheid, bereikbaarheid en bescherming van landbouwgrond. De partij wil het platteland vitaal houden door te investeren in openbaar vervoer, woningbouw, het behoud van voorzieningen en het beschermen van agrarische functies tegen industrie en grootschalige energieprojecten. BBB verzet zich tegen beleid dat het platteland benadeelt en wil dat landelijke regels aansluiten bij de realiteit van het buitengebied.
BBB ziet het behoud van bereikbaarheid en voorzieningen als essentieel voor de leefbaarheid van het platteland. De partij wil investeren in openbaar vervoer, woningbouw en ontmoetingsplekken om sociale cohesie te versterken en te voorkomen dat dorpen leeglopen.
“We vinden het belangrijk dat het platteland bereikbaar blijft, bijvoorbeeld door te zorgen voor goed werkend openbaar vervoer, zodat inwoners en bezoekers gemakkelijk kunnen reizen zonder afhankelijk te zijn van de auto.”
“Daarvoor is meer woningbouw op het platteland nodig. Dit draagt bij aan het behoud van voorzieningen en sociale cohesie in het dorp en geeft mensen de kans om in het eigen dorp te blijven wonen.”
“Het noaberschap en de leefbaarheid in de regio staan onder druk. Te lang is het beleid gericht geweest op de grote steden. Terwijl alle aandacht uitgaat naar stedelijke ontwikkeling, wordt het gebied eromheen verwaarloosd.”
BBB wil landbouwgrond beschermen tegen herbestemming voor industrie, windturbines, zonneparken en asielopvang zonder lokale steun. De partij verzet zich tegen het opofferen van vruchtbare grond en pleit voor beleid dat aansluit bij de leefwereld van het platteland.
“Wij verzetten ons tegen het opofferen van vruchtbare landbouwgrond voor industrie, windturbines of zonneparken zonder lokale steun. Dit geldt ook voor locaties die aangewezen worden voor asielopvang.”
“De regio mag geen afvoerputje worden van landelijk beleid. BBB staat voor praktisch beleid, geworteld in de werkelijkheid van mensen buiten de steden – geen regels bedacht door mensen die ver afstaan van het platteland en hun leefwereld.”
“Defensie moet de mogelijkheid krijgen om uit te breiden in natuurgebied, zodat landbouwgrond goed wordt beschermd om het agrarisch gebruik te behouden.”
BBB benadrukt dat beleid niet alleen op de stad gericht mag zijn en pleit voor gelijke kansen en voorzieningen voor plattelanders. De partij ziet stad en platteland als complementair en wil dat landelijke regels niet discriminerend uitpakken.
“BBB staat voor een verbonden Nederland, waarin stad en platteland elkaar aanvullen in plaats van tegenover elkaar staan. Dat betekent: geen beleid voor enkelen, maar eerlijk beleid voor iedereen.”
“Of je nu in Groningen woont of in Gouda, op het platteland of drie hoog achter iedereen verdient dezelfde kansen. Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
BBB pleit voor regionaal maatwerk in ruimtelijke ordening, afgestemd op de identiteit en behoeften van stad en platteland. Multifunctioneel gebruik van grond en gebouwen wordt gestimuleerd om de schaarse ruimte optimaal te benutten.
BVNL ziet het platteland als essentieel voor voedselproductie en wil boeren en vissers beschermen tegen wat zij zien als overmatige regelgeving en bureaucratie. De partij pleit voor het afschaffen van het huidige stikstofbeleid, het stoppen van uitkoop van boeren, en het terugdraaien van beperkingen op landbouw en visserij. BVNL wil meer ruimte voor agrarisch ondernemerschap en minder inmenging van de overheid, met nadruk op soevereiniteit en behoud van het Nederlandse platteland.
BVNL verwerpt het huidige stikstofbeleid en wil dat boeren op het platteland weer vrij kunnen ondernemen zonder overheidsdruk of uitkoop. De partij ziet het stikstofbeleid als een bureaucratisch probleem dat het platteland bedreigt en pleit voor het direct beëindigen ervan.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
BVNL wil minder regels en meer ruimte voor boeren op het platteland, onder andere door het aanpassen van mestnormen, het behouden van landbouwvrijstellingen, en het afschaffen van kalenderlandbouw. Dit moet de productiecapaciteit verhogen en de positie van boeren versterken.
“De landbouwvrijstelling blijft bestaan. Boeren kopen grond met geld waar ze al belasting over betaald hebben. BVNL is tegen dubbel belasten.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater.”
“Kalenderlandbouw is niet mogelijk en dient afgeschaft te worden. Agrarische ondernemers dienen zelf naar eigen inzicht te bepalen wanneer er bemest, gezaaid, gepoot en geoogst wordt.”
BVNL verzet zich tegen het gebruik van landbouw- en plattelandsgrond voor windmolens en zonneparken. De partij wil deze gronden behouden voor voedselproductie en het karakter van het platteland beschermen.
BVNL wil dat Nederland zelf bepaalt hoe het platteland wordt ingericht, zonder inmenging van de EU. De partij benadrukt voedselsoevereiniteit en het belang van een eigen koers voor landbouw en visserij.
NSC ziet het platteland als essentieel voor voedselproductie, natuurbehoud en leefbaarheid, en wil boeren perspectief bieden door grondgebonden, duurzame landbouw te stimuleren. Ze pleiten voor bescherming van landbouwgrond, regionale maatwerkoplossingen en meer zeggenschap voor lokale agrarische collectieven. Gedwongen uitkoop wordt afgewezen; innovatie, biodiversiteit en een integrale gebiedsbenadering staan centraal.
NSC wil het platteland behouden als productief en leefbaar gebied door landbouwgrond te beschermen, jonge boeren perspectief te bieden en te kiezen voor duurzame, grondgebonden landbouw. Dit moet bijdragen aan voedselzekerheid, natuurherstel en een aantrekkelijk landschap, met ruimte voor innovatie en maatschappelijke landbouw.
“Voor de akkerbouw en veeteelt wijzen we daarom geschikte gronden aan als agrarische hoofdstructuur. In dit gebied wordt landbouwgrond beschermd en krijgen innovatieve gezinsbedrijven ruimte om duurzaam te produceren voor de nationale en internationale markt.”
“Verder willen we landbouwgrond bestemmen voor maatschappelijke landbouw, met minder dieren en meer ruimte voor natuurherstel. Boeren ontvangen hiervoor een vaste vergoeding.”
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap.”
“Voor jonge boeren, duurzame boeren en bedrijven moet er een toekomst zijn; zij worden met een transitieplan ondersteund.”
NSC kiest voor een integrale, regionale benadering van plattelandsvraagstukken, waarbij leefbaarheid, landbouwperspectief en natuurdoelen samen worden afgewogen. Ze willen regionale grondmobiliteit faciliteren, zijn tegen gedwongen uitkoop en geven agrarische collectieven meer zeggenschap over natuurbeheer.
“In een regionaal gebiedsproces wegen we naast doelen op het gebied van stikstof, water, natuur en klimaat ook de leefbaarheid en het perspectief voor de landbouw mee (integrale benadering).”
“We faciliteren regionale grondmobiliteit, waarbij we de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor grondeigenaren borgen. We zijn tegen gedwongen uitkoop.”
“Er komt een ‘right to challenge’ voor agrarische collectieven om het beheer van kleinere natuurgebieden over te nemen van beheerders van natuurterreinen.”
NSC wil af van de huidige modelmatige stikstofaanpak die het platteland belemmert, en kiest voor doelsturing waarbij boeren meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze aan normen voldoen. Activiteiten met weinig uitstoot moeten niet langer onnodig worden geblokkeerd.
“Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen. Activiteiten met de geringste stikstofuitstoot krijgen nu vaak geen vergunning meer vanwege de modelmatige detailsturing in Nederland. Dit heeft een desastreus effect op agrarische bedrijven en op mensen in het landelijke gebied.”
“Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de uitstootnormen halen, op basis van doelsturing. Boeren die het goed doen, moeten een beloning krijgen.”
BIJ1 wil het platteland radicaal hervormen door de landbouw te verduurzamen, de macht van banken en agro-industrie te breken, en boeren te ondersteunen bij de overgang naar biologische, agro-ecologische landbouw. De partij pleit voor een drastische vermindering van de veestapel, het uitfaseren van kunstmest en pesticiden, en het inzetten van publieke middelen om boeren te helpen bij deze transitie. Grond wordt onttrokken aan speculanten en ingezet voor sociale doeleinden, met een focus op rechtvaardigheid voor boeren en het herstel van biodiversiteit.
BIJ1 wil het landbouwsysteem op het platteland volledig omvormen naar een biologisch, agro-ecologisch model. Dit moet natuur, klimaat en boeren beschermen, en de afhankelijkheid van de agro-industrie en banken doorbreken. Boeren krijgen ondersteuning en een gegarandeerd inkomen tijdens de transitie.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
“Het budget van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ingezet voor de transitie naar een biologisch, agro-ecologische landbouw.”
“Alle banden tussen de Wageningen Universiteit & Research (WUR) en de agro-industrie worden verbreken we. De WUR vormen we om van een universiteit en onderzoeksinstituut in dienst van agro-multinationals naar een publieke instelling die transparant onderzoek doet naar het biologische, agro-ecologische voedselsysteem van nu en de toekomst.”
Om de stikstofcrisis en milieuproblemen op het platteland aan te pakken, wil BIJ1 de veestapel fors verkleinen en het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen beëindigen. Dit moet biodiversiteit herstellen en de negatieve impact van de landbouw op het milieu verminderen.
BIJ1 wil boeren op het platteland bevrijden uit de financiële greep van banken, met name de Rabobank, door een publieke investeringsbank op te richten die schulden afkoopt en investeringen in duurzame landbouw mogelijk maakt.
“Om boeren te bevrijden uit de wurggreep van de Rabobank komt er een publieke investeringsbank die investeringen in de ecologische transitie vergemakkelijkt. Deze bank koopt schulden af van boeren die in de zogenaamde ‘groene revolutie’ gedwongen zijn tot schaalvergroting.”
BIJ1 wil landbouwgrond onttrekken aan speculanten en grote investeerders, zodat deze grond kan worden ingezet voor sociale woningbouw en duurzame landbouw, in plaats van winstbejag.
“Kostbare bouw- en landbouwgrond hoort niet in handen van speculanten zoals ASR, die 46.000 hectare oppotten en dat gebruiken om de overheid te chanteren. Deze grond pakken we terug en gebruiken we voor de bouw van sociale woningen.”
“Bij bedrijfsbeëindiging krijgt een Nationale Grondbank het 1e recht op koop van grond en van dieren- en emissierechten. Deze kunnen vervolgens aan biologische, agro-ecologische boeren verpacht worden.”
Het CDA ziet het platteland als essentieel voor voedselproductie, natuurbehoud en leefbaarheid, en wil jonge boeren perspectief bieden en de agrarische sector ondersteunen. Belangrijke voorstellen zijn het waarborgen van betaalbare grond, het stimuleren van opvolging door jonge boeren, het versnellen van vergunningverlening en het beschermen van karakteristieke landschappen. De partij pleit voor langjarig beleid, eenvoudiger regelgeving en investeringen in natuur en infrastructuur om het platteland vitaal te houden.
Het CDA wil het platteland leefbaar houden door jonge boeren te ondersteunen, opvolging te stimuleren en betaalbare grond te waarborgen. Dit moet de continuïteit van familiebedrijven en de vitaliteit van het platteland garanderen, gezien de vergrijzing en het gebrek aan opvolgers in de agrarische sector.
“Voor toekomstperspectief voor jonge boeren, zodat ze de transitie kunnen meemaken.”
“Gronden en bedrijfslocaties van boeren zonder bedrijfsopvolgers moeten met behulp van regie en stimulerende regelingen vanuit de overheid, worden verschoven naar de (jonge) boeren die door willen. Hierbij hoort langjarig structuurbeleid.”
“Er moet aandacht zijn voor een perspectief voor ( jonge) boeren door te onderzoeken hoe we drempels kunnen verlagen om als opvolger door te gaan.”
Het CDA erkent dat het platteland wordt belemmerd door trage vergunningverlening en het stikstofslot, wat woningbouw, landbouw en andere ontwikkelingen frustreert. De partij wil wettelijke doelstellingen, monitoring en snellere procedures om het platteland weer perspectief te bieden.
“Nederland moet van het stikstofslot. Voor woningbouw en andere bouwprojecten, infrastructurele projecten en landbouw is het van het grootste belang dat de vergunningverlening weer op gang komt.”
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf.”
“De nieuwe wet stelt voor dat de gemiddelde doorlooptijd minimaal wordt gehalveerd. Daarmee wordt de stapeling van processen afgebouwd en de rechtsgang versneld.”
Het CDA wil het unieke Nederlandse platteland en de biodiversiteit beschermen door zorgvuldig rentmeesterschap en langjarig beleid. Dit is nodig om de leefomgeving aantrekkelijk te houden voor huidige en toekomstige generaties.
“Deze verscheidenheid aan karakteristieke landschappen willen we langjarig beschermen. Dit landschap en de biodiversiteit koesteren we voor toekomstige generaties door zorgvuldig rentmeesterschap.”
“We streven naar beter verbonden gebieden, waarbij de bestaande oppervlakte natuur wordt gewaarborgd, de leefruimte voor flora en fauna wordt vergroot en de biodiversiteit en ecosystemen minder kwetsbaar worden voor verstoring.”
De ChristenUnie wil het platteland leefbaar houden door te investeren in vitale dorpen, het behouden van voorzieningen en het ondersteunen van boeren met toekomstbestendig beleid. Ze pleiten voor woningbouw die jongeren en starters in dorpen houdt, een eerlijker grondbeleid, en een landbouwsector die extensiever en duurzamer wordt, met meer waardering voor de rol van boeren als landschapsbeheerders. De partij benadrukt het belang van regionale identiteit en het tegengaan van achterstanden op het platteland.
De ChristenUnie ziet het behoud van voorzieningen en het bouwen van woningen voor jongeren en starters als essentieel om het platteland leefbaar te houden. Dit voorkomt leegloop en versterkt de sociale samenhang in dorpen.
“Vooral in dorpen stimuleren we uitbreidingen met ‘een buurtje erbij’, zodat jongeren en starters in hun eigen dorp kunnen blijven wonen. Dit is hard nodig om voorzieningen zoals kerken, scholen, winkels en sportverenigingen in de toekomst te behouden.”
“Tegelijk stimuleren we de leefbaarheid in álle delen van het land – van stad tot platteland – en bevorderen we ruimtelijke solidariteit tussen regio’s.”
De partij wil speculatie met landbouwgrond tegengaan en boeren perspectief bieden door ruilverkaveling en een eerlijker verdeling van grondwaardestijgingen. Dit moet bijdragen aan een duurzaam en toekomstbestendig platteland.
“Ook komt er een nieuwe ruilverkaveling om boeren toekomstperspectief te geven en landbouwgronden logischer en duurzamer in te richten.”
“Daarom zijn we voor een belasting op de winst die ontstaat als grond bouwgrond wordt (planbatenheffing), we pakken hiermee ook grondspeculatie aan.”
De ChristenUnie erkent dat het platteland en regio’s te lang zijn achtergesteld en wil investeren in werkgelegenheid, bereikbaarheid en het behoud van regionale cultuur en taal.
“De Rijksoverheid heeft de verschillende regio’s te lang aan hun lot overgelaten en soms zelfs bewust achterstanden gecreëerd. Door te weinig te investeren in werkgelegenheid, huisvesting, bereikbaarheid of het in stand houden van het voorzieningenniveau.”
“Gemeenschappen behouden hun identiteit, cultuur en taal zoals het Papiaments, Nedersaksisch en Limburgs.”
De partij wil een landbouwsector die minder intensief is, meer rekening houdt met natuur en milieu, en boeren structureel beloont voor hun rol als landschapsbeheerders. Dit is essentieel voor het behoud van het platteland als leefgebied.
De Partij voor de Dieren wil het platteland radicaal vergroenen en beschermen tegen schadelijke landbouwpraktijken, met als doel een gezonde leefomgeving voor mens en natuur. Ze pleiten voor het uitbannen van landbouwgif, het stimuleren van biologische en plantaardige landbouw, en het herstellen van biodiversiteit, waarbij de belangen van bewoners op het platteland en de natuur voorop staan. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbieden van landbouwgif, het omvormen van landbouwgrond tot natuur, en het ondersteunen van boeren bij de omschakeling naar duurzame teelten.
De PvdD stelt dat mensen op het platteland onvoldoende beschermd zijn tegen landbouwgif en dat dit hun gezondheid en vrijheid ernstig schaadt. Ze willen daarom een verbod op landbouwgif, met als doel een veilige leefomgeving voor plattelandsbewoners en herstel van biodiversiteit.
De partij wil het platteland transformeren door boeren te helpen omschakelen naar plantaardige, biologische en natuurinclusieve landbouw. Een groot deel van de landbouwgrond wordt omgevormd tot natuur, waarmee biodiversiteit wordt hersteld en de leefomgeving op het platteland verbetert.
De PvdD wil schadelijke landbouwpraktijken op het platteland beëindigen, zoals het gebruik van zware machines, intensieve grondbewerking en monoculturen, om de bodem, het water en de biodiversiteit te beschermen.
“Intensieve grondbewerking, zoals ploegen, wordt niet meer toegestaan. Zware landbouwmachines maken plaats voor kleine, lichte machines, die bovendien op elektriciteit rijden.”
“Monoculturen maken plaats voor strokenteelt of andere vormen van natuurinclusieve, regeneratieve landbouw.”
De partij wil het aantal dieren in de veehouderij drastisch verminderen, waardoor landbouwgrond vrijkomt voor natuurherstel en woningbouw, zonder dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid en het karakter van het platteland.
“Door boeren te helpen overschakelen naar plantaardige landbouw komt er veel grond vrij die we veel beter kunnen verdelen. Verreweg het grootste deel daarvan zetten we om naar natuur zodat de biodiversiteit kan herstellen.”
“Door een krimp van het aantal dieren in de veehouderij komt er landbouwgrond vrij voor natuur en woningbouw.”
De SGP wil het platteland leefbaar houden door leegstand en verpaupering tegen te gaan, landbouwgrond te beschermen en essentiële voorzieningen en bereikbaarheid te waarborgen. Ze pleiten voor herbestemming of sloop van leegstaande gebouwen, investeren in openbaar vervoer en infrastructuur, en geven gemeenten en provincies meer ruimte voor maatwerk. Hun visie is gericht op behoud van het agrarisch karakter, economische vitaliteit en goede voorzieningen voor bewoners.
De SGP ziet leegstand van stallen en schuren als een bedreiging voor het platteland, met risico’s op verpaupering en criminaliteit. Ze willen sloop of herbestemming stimuleren om het platteland aantrekkelijk en veilig te houden, en landbouwbedrijven voldoende ruimte geven om te blijven bestaan.
“Steeds meer stallen en schuren op het platteland komen leeg te staan met bijbehorende verpaupering en mogelijk criminele activiteiten als ongewenst gevolg. Daarom wil de SGP sloop of herbestemming stimuleren. Blijvende landbouwbedrijven verdienen uiteraard voldoende ruimte om door te kunnen gaan.”
De SGP vindt het behoud van vruchtbare landbouwgrond essentieel voor voedselproductie en het karakter van het platteland. Ze willen dat landbouwgrond zoveel mogelijk behouden blijft en dat zonneparken niet op vruchtbare grond komen.
De SGP maakt zich zorgen over de afname van openbaar vervoer en de bereikbaarheid van voorzieningen op het platteland. Ze willen extra investeren in OV, nieuwe stations realiseren en zorgen dat essentiële voorzieningen als supermarkten en ziekenhuizen bereikbaar blijven, ook voor mensen zonder auto.
“We maken ons grote zorgen over de verschraling van het busvervoer op onder meer het platteland: in 5 jaar tijd is dit met 10% afgenomen. Het Rijk moet daarom extra investeren in betaalbaar en voldoende ov.”
“Belangrijke voorzieningen zoals supermarkt en ziekenhuis zijn wat de SGP betreft goed en betaalbaar bereikbaar. Oók voor mensen zonder auto.”
De SGP wil dat gemeenten en provincies meer ruimte krijgen om maatwerk te leveren voor het platteland, met respect voor eigendomsrechten en lokale behoeften. Ze zijn voorstander van het principe ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’.
“Als sturingsfilosofie geldt voor ons: ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. Daarbij laten we ruimte voor initiatieven van burgers en ondernemers en respecteren we eigendomsrechten.”
De SGP vindt het belangrijk dat voorzieningen en werkgelegenheid op het platteland behouden blijven, en dat de Rijksoverheid werkgelegenheid evenrediger over de provincies verdeelt.
De SP wil het platteland leefbaar houden door te investeren in een sterke lokale economie, goede voorzieningen en een rechtvaardige transitie voor boeren richting duurzame landbouw. Ze pleiten voor het behoud van winkels, scholen en OV, het tegengaan van grondspeculatie, en het ondersteunen van jonge boeren en gezinsbedrijven. De kern van hun visie is dat het platteland niet wordt opgeofferd aan winstbejag, maar een plek blijft waar iedereen kan wonen, werken en leven.
De SP ziet een leefbaar platteland als afhankelijk van een sterke lokale economie en het behoud van basisvoorzieningen. Ze willen voorkomen dat het platteland achterblijft door winkels, scholen, buslijnen en pinautomaten te behouden, zodat bewoners toegang houden tot essentiële diensten.
“Een leefbaar platteland vraagt om een sterke lokale economie en zekerheid voor boeren. We zorgen ervoor dat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen en bieden steun in moeilijke tijden. Zo bouwen we aan een platteland waar iedereen kan blijven wonen, werken en leven.”
“Het platteland verdient een diverse en levendige economie. Winkels, scholen, buslijnen en pinautomaten blijven behouden, zodat iedereen zeker is van goede voorzieningen, waar je ook woont.”
De SP wil jonge en startende boeren beschermen tegen grondspeculatie en grote investeerders door een Publiek Landfonds op te richten. Dit fonds koopt landbouwgrond op en stelt deze beschikbaar aan jonge boeren, zodat het platteland toekomstbestendig blijft en landbouw in handen van de gemeenschap blijft.
“Er komt een Publiek Landfonds dat landbouwgrond opkoopt en beschikbaar stelt aan jonge en startende boeren die willen werken aan een circulaire en duurzame landbouw. Zo voorkomen we dat zij worden weggedrukt door grote investeerders en grondspeculanten en versterken we een landbouw die goed is voor bodem, klimaat, biodiversiteit en toekomstige generaties.”
“Speculatie op landbouwgrond door banken, pensioenfondsen en buitenlandse investeerders wordt verboden. Dit zogenoemde land grabbing maken we een einde aan, zodat grond in handen blijft van boeren en gemeenschappen.”
De SP wil boeren ondersteunen bij de omschakeling naar duurzame, natuurinclusieve landbouw, met nadruk op gezinsbedrijven en regionale kringlopen. Ze pleiten voor minder dieren per hectare, het afbouwen van kunstmest en pesticiden, en het belonen van boeren voor ecosysteemdiensten, zodat het platteland ecologisch en economisch gezond blijft.
“De omschakeling naar een boerenlandbouw staat centraal: gezinsbedrijven in plaats van megastallen, gesloten kringlopen op regionale schaal, meer biodiversiteit in plaats van monoculturen.”
“Boeren worden beloond voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals waterberging, biodiversiteit en koolstofvastlegging, naast hun voedselproductie.”
“We schakelen om naar landbouw die werkt mét de natuur. Minder kunstmest, minder gif, minder dieren per hectare.”
De SP erkent de onzekerheden waarmee boeren op het platteland te maken hebben en wil inkomensondersteuning bieden in tijden van crisis, zoals bij misoogsten door droogte of overstromingen, om de bestaanszekerheid van boeren te waarborgen.
“Boeren krijgen toegang tot inkomensondersteuning in tijden van crisis, bijvoorbeeld bij misoogsten door droogte of overstromingen, zodat zij bestaanszekerheid houden.”
FVD ziet het platteland als essentieel voor de Nederlandse identiteit en economie, en wil het beschermen tegen wat zij zien als schadelijk stikstof- en natuurbeleid. De partij pleit voor het volledig schrappen van het stikstofbeleid, het stoppen van rewilding, en het versterken van de positie van boeren om zo een bruisend en leefbaar platteland te behouden.
FVD stelt dat het huidige stikstofbeleid leidt tot kaalslag op het platteland en het bestaansrecht van boeren bedreigt. Zij willen het beleid volledig afschaffen, omdat zij menen dat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon moeten kunnen blijven boeren, zodat het platteland levendig blijft.
“De gevolgen zijn desastreus: het beleid zet druk op de voedselproductie, bedreigt het bestaansrecht van boerengezinnen en leidt tot kaalslag in het Nederlandse platteland.”
“Een nieuwe kans voor Nederland: een trots land waar boeren floreren, voedsel lokaal groeit en ons platteland bruisend blijft.”
FVD verzet zich tegen rewilding en de terugkeer van de wolf, omdat dit volgens hen niet past bij het Nederlandse cultuurlandschap en het platteland onleefbaar maakt voor veehouders. Zij willen een praktisch natuurbeleid waarin bescherming van vee en een leefbaar platteland altijd voorrang hebben.
“Voor Forum voor Democratie staat vast dat de bescherming van vee en een leefbaar platteland altijd prioriteit moeten hebben boven het gedogen van roofdieren.”
“We stoppen met rewildingprojecten die uitgaan van een mythisch oernatuurbeeld dat niet past bij het Nederlandse cultuurlandschap.”
FVD signaleert dat het verdwijnen van bushaltes en voorzieningen de ongelijkheid tussen stad en platteland vergroot. Zij willen bushaltes behouden en terugbrengen om ook afgelegen gebieden bereikbaar te houden en zo het platteland leefbaar te houden.
“Ook de kaalslag in de regio moet stoppen: bushaltes verdwijnen elk jaar in hoog tempo, waardoor dorpen en buitengebieden steeds moeilijker bereikbaar zijn. Dat maakt mensen afhankelijk van de auto en vergroot de ongelijkheid tussen stad en platteland.”
“Wij willen bushaltes behouden en terugbrengen, juist om ook afgelegen gebieden bereikbaar te houden.”
JA21 ziet het platteland als essentieel voor de Nederlandse economie, cultuur en leefbaarheid, en verzet zich tegen beleid dat het platteland schaadt, zoals gedwongen uitkoop van boeren en het verdwijnen van voorzieningen. De partij pleit voor regionale maatwerkaanpak, technologische innovatie in de landbouw, en het versterken van leefbaarheid en perspectief in landelijke gebieden. Hun visie is pragmatisch en gericht op het behouden van een vitaal, economisch sterk en leefbaar platteland.
JA21 is fel tegenstander van het gedwongen uitkopen van boeren en pleit voor realistische, op het platteland afgestemde oplossingen. Ze zien het huidige beleid als kostbaar en ineffectief, en willen in plaats daarvan inzetten op technologische innovatie en vrijwillige regelingen.
“Het lukraak uitkopen van boeren voor miljarden euro’s is waanzinnig kostbaar en doet feitelijk weinig voor onze natuur. JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs.”
“Met realistische plannen die focussen op rechtszekerheid, economische ruimte en respect voor het platteland biedt JA21 alternatieven voor de huidige stilstand.”
JA21 wil landbouwbeleid dat rekening houdt met regionale verschillen en inzet op innovatie, zodat het platteland economisch vitaal blijft en natuurdoelen haalbaar zijn zonder het karakter van het platteland te schaden.
“Het fundament van eventuele nieuwe plannen dient gericht te zijn op regionale maatwerkaanpak, agrarisch natuurbeheer, haalbare natuurdoelen en de herijking van Natura2000-gebieden.”
“Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
JA21 signaleert het verdwijnen van voorzieningen en het wegtrekken van de beroepsbevolking uit landelijke gebieden als een urgent probleem. Ze willen met een nationaal programma de leefbaarheid en het perspectief in het platteland versterken.
“In landelijke gebieden verdwijnen steeds meer voorzieningen en trekt de beroepsbevolking weg, terwijl tegelijkertijd ook de boerenbedrijven moeten sluiten.”
“Daarom pleit JA21 voor het Nationaal Programma Democratisering en Regio... het verbeteren van de leefbaarheid en het perspectief van inwoners.”
Volt wil het platteland toekomstbestendig maken door landbouw te verduurzamen, boeren perspectief te bieden en de ruimtelijke indeling van Nederland centraal te regisseren. De partij pleit voor een slimme indeling van landbouwtypes, beloning van natuurinclusieve boeren, en het afbouwen van subsidies voor grondgebruik. Volt ziet Europese samenwerking en centrale regie als essentieel om de uitdagingen van het platteland aan te pakken.
Volt wil dat niet elke vorm van landbouw overal plaatsvindt, maar dat het platteland wordt ingericht op basis van geschiktheid voor intensieve of natuurinclusieve landbouw. Centrale regie en een landschapskader moeten boeren duidelijkheid geven en het platteland toekomstbestendig maken.
“De ruimte in Nederland is beperkt. Daarom moeten we kiezen waar we wat doen. Dat geldt ook voor de landbouw. Niet iedere plek is geschikt voor elke vorm van landbouw. We willen voor de EU een nieuw landschapskader ontwikkelen: een slimme indeling van landbouwtypes. Zo komen intensieve bedrijven op plekken waar dat kan, en natuurvriendelijke boeren op locaties waar dat beter past.”
“Er komt een landschapskader dat boeren duidelijkheid biedt, door in kaart te brengen welk type landbouw in welke gebieden plaatsvindt: van zones voor duurzame, hoog-efficiënte landbouw tot gebieden die geschikter zijn voor meer extensieve, natuurinclusieve landbouw.”
Volt wil boeren op het platteland stimuleren om te verduurzamen door subsidies voor grondgebruik af te bouwen en boeren te belonen die investeren in natuurherstel, biodiversiteit en klimaatmaatregelen. Dit moet het platteland ecologisch en economisch veerkrachtig maken.
“Volt wil naar een Europees landbouwbeleid waarin we subsidies voor grondgebruik afbouwen en boeren belonen die investeren in zaken als koolstofopslag, natuurherstel, klimaatmitigatie en -adaptatie en maatregelen ter bevordering van biodiversiteit.”
“Ook worden boeren beter beloond voor natuur- en diervriendelijke keuzes zoals kruidenrijk grasland, ecologische akkerranden, agroforestry, extensivering en weidegang. Zo stimuleren we landbouw binnen de ecologische grenzen, met perspectief voor boer én natuur.”
Volt pleit voor een overgang naar circulaire en grondgebonden landbouw op het platteland, waarbij veehouderij en akkerbouw in balans zijn met de draagkracht van het land en reststromen optimaal worden benut.
“We moeten toewerken naar een zo veel mogelijk natuurinclusieve en grondgebonden landbouwcyclus, waarin gewassen zo efficiënt mogelijk verwerkt worden in de keten.”
“We werken aan grondgebonden veehouderij, waar geproduceerd wordt in balans met wat het land en omwonenden aan kunnen.”
50PLUS benoemt het platteland niet expliciet als zelfstandig thema, maar hun programma bevat enkele relevante standpunten voor landelijke gebieden, vooral gericht op landbouw, natuurbeheer en de positie van boeren. De partij pleit voor een beter perspectief voor jonge agrariërs, herziening van Natura 2000-gebieden en het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf uit Nederland. Hun visie is behoudend en gericht op het beschermen van de agrarische sector en het leefklimaat op het platteland.
50PLUS erkent het belang van de agrarische sector voor het platteland en wil jonge boeren perspectief bieden. Ze zijn trots op de Nederlandse boerenstand en willen dat boeren kunnen blijven vernieuwen, bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel, zonder dat het Nederlandse beleid strenger is dan dat van buurlanden.
“50PLUS is trots op de Nederlandse boerenstand en de geweldige sectoren die zij hebben opgebouwd. Onze hele samenleving profiteert mee van deze exportsector. Onze agrariërs hebben de hele wereld laten zien hoe je maximale productie haalt uit een minimale hoeveelheid grond. Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
“Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
De partij wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met meer focus op grote natuurgebieden en minder op kleine, en pleit voor het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf uit Nederland. Dit is direct relevant voor het platteland, waar boeren en bewoners hinder ondervinden van huidige natuur- en faunabeleid.
D66 wil het platteland leefbaar, bereikbaar en toekomstbestendig houden door te investeren in duurzame landbouw, betere infrastructuur en regionale ontwikkeling. Ze kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij natuur, landbouw en leefbaarheid in balans worden gebracht, met nadruk op samenwerking tussen overheid, regio’s en bewoners. Concrete voorstellen zijn onder meer het verduurzamen van de landbouw, investeren in mobiliteit en leefbaarheid op het platteland, en het versterken van regionale economieën.
D66 erkent dat goede mobiliteit essentieel is voor de leefbaarheid van het platteland. Ze willen investeren in openbaar vervoer en infrastructuur zodat ook mensen buiten de stad goed verbonden blijven en niet geïsoleerd raken.
“D66 kiest voor mobiliteit die werkt voor iedereen: groen, dichtbij en betaalbaar. In steden én op het platteland. Zodat niemand meer vastloopt.”
D66 ziet het platteland als essentieel voor duurzame voedselproductie en biodiversiteit. Ze willen boeren perspectief bieden door te investeren in een duurzaam verdienmodel, waarbij landbouw en natuur elkaar versterken en de regio centraal staat in de besluitvorming.
“De boer verdient nieuw perspectief voor de lange termijn... D66 maakt ruimte voor een duurzaam verdienmodel. We kiezen voor landbouw die de bodem en het landschap herstelt, bijdraagt aan voedselzekerheid, ons waterbeheer en biodiversiteit sterker maakt en dierenwelzijn serieus neemt.”
“Samen met regio’s, bewoners en ondernemers bouwen we zo aan een land dat groen, leefbaar en verbonden is – van stad tot platteland, van waddenkust tot grensregio.”
D66 wil dat welvaart, leefbaarheid en kansen niet alleen in de stad, maar ook op het platteland groeien. Ze pleiten voor extra investeringen in regio’s die achterblijven, met aandacht voor werkgelegenheid, bereikbaarheid en toegang tot voorzieningen.
“Welvaart in de breedste zin – van inkomen tot gezondheid en leefomgeving – hoort overal te groeien, in de grote steden en in de regio. Of je nu in Zeeland, Limburg, de Achterhoek, Groningen, Haarlem of Breda woont: dat moet geen verschil maken voor je kansen.”
“D66 investeert in regio’s die extra aandacht verdienen. Dat doen we met name op het vlak van leefbaarheid, werkgelegenheid, bereikbaarheid en de toegang tot kunst en cultuur.”
GroenLinks-PvdA wil het platteland levendig houden door te investeren in kleinschalige, duurzame landbouw, natuurherstel en goede voorzieningen. Ze zetten in op nieuwe verdienmodellen voor boeren, langjarige duurzame pacht, en het versterken van de leefbaarheid met voorzieningen en infrastructuur. Hun visie is dat het platteland een maatschappelijk waardevolle, groene en leefbare omgeving blijft, met eerlijke kansen voor boeren en bewoners.
GroenLinks-PvdA ziet kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven als essentieel voor het platteland en wil deze ondersteunen met nieuwe verdienmodellen zoals directe verkoop, toerisme en agroforestry. Dit moet het platteland economisch en sociaal vitaal houden en boeren toekomstperspectief bieden.
“Kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven zijn vaak van veel maatschappelijke waarde. We stimuleren regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen, zoals directe verkoop, toerisme, onderwijs, zorg, en agroforestry.”
De partij wil het platteland aantrekkelijk en leefbaar houden door te investeren in voorzieningen zoals openbaar vervoer, dorpshuizen, bibliotheken en zwembaden, en door te investeren in natuur en recreatie.
“We houden het platteland levendig met goede voorzieningen, zoals ov, dorpshuizen, bibliotheken en zwembaden. Ook investeren we in natuur en het aanleggen van fiets- en wandelpaden.”
Om boeren meer zekerheid en ruimte voor duurzame bedrijfsvoering te geven, wil GroenLinks-PvdA langjarige, duurzame pacht de standaard maken en overheden stimuleren grond te verpachten op basis van natuur- en milieuprestaties in plaats van hoogste prijs.
De VVD wil het platteland versterken door boeren en ondernemers meer vrijheid te geven, knellende regelgeving te verminderen en ruimte te bieden voor innovatie en woningbouw buiten de Randstad. De partij zet in op verduurzaming van de landbouw, het legaliseren van agrariërs die te goeder trouw hebben gehandeld, en het makkelijker maken van bouwen in het buitengebied. De kern van hun visie is dat het platteland economisch vitaal moet blijven, met ruimte voor ondernemerschap en wonen.
De VVD wil dat boeren op het platteland meer ruimte krijgen om te ondernemen, met minder knellende regels en meer duidelijkheid over hun toekomst. Dit moet investeringen en innovatie stimuleren en bijdragen aan een sterke, duurzame landbouwsector.
“Als liberalen willen we dat boeren, tuinders en vissers de vrijheid krijgen om te ondernemen. Knellende regelgeving en juridische onzekerheid leiden nu tot stilstand en dat is achteruitgang. De politiek moet daarom duidelijkheid geven over de toekomst, zodat (jonge) boeren weten waar ze aan toe zijn en kunnen investeren in hun bedrijf.”
De VVD wil dat agrariërs die zonder eigen schuld in een vergunningprobleem zijn gekomen, alsnog gelegaliseerd worden. Dit moet de onzekerheid op het platteland verminderen en boeren perspectief bieden.
“Zo worden PAS-melders en andere te goeder trouw onvergunden, ondernemers die te goeder trouw hebben gehandeld maar nu zonder vergunning zitten, gelegaliseerd met bijvoorbeeld een juridisch houdbare rekenkundige ondergrens.”
De VVD wil het mogelijk maken om in het buitengebied meerdere woningen op één erf te realiseren, om zo het woningtekort aan te pakken en het platteland leefbaar te houden.
“Ook maken we het mogelijk om in het buitengebied meerdere woningen op één erf te realiseren.”
De VVD wil provinciale en gemeentelijke regels die bouwen in het groen tegenhouden beperken, zodat er meer ruimte komt voor woningbouw op het platteland.
“Regels van provincies of gemeenten die bouwen in het groen tegenhouden, beperken we, zoals het Bijzonder Provinciaal Landschap in de Omgevingswet.”
DENK noemt het platteland niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen afzonderlijk beleid of visie specifiek gericht op het platteland. De partij richt zich vooral op landelijke thema’s als natuur, landbouw, stikstofreductie en spreiding van opvangvoorzieningen, maar zonder concrete voorstellen of aandachtspunten die exclusief het platteland betreffen.
DENK wil de uitstoot van stikstof verminderen en zet in op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, met als doel natuur en leefomgeving te beschermen. Dit raakt het platteland indirect, maar wordt niet als specifiek plattelandsbeleid gepresenteerd.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK pleit voor een eerlijke verdeling van opvang van vluchtelingen en wil investeren in langdurige, kleinschalige opvangvoorzieningen door heel het land, inclusief het platteland. Dit is het enige voorstel dat expliciet de spreiding over het hele land benoemt, maar zonder verdere uitwerking voor het platteland.
“DENK wil meer investeren in langdurige, kleinschalige opvangvoorzieningen door heel het land. De Spreidingswet moet behouden blijven.”