De Partij voor de Dieren wil een volledig verbod op het gebruik van pesticiden en landbouwgif in de Nederlandse land- en tuinbouw, met als doel de gezondheid van mens, dier en natuur te beschermen. Totdat zo’n verbod is gerealiseerd, pleit de partij voor strenge tussenmaatregelen zoals een giftaks, afstandsnormen en een verbod op gebruik nabij kwetsbare locaties. De kern van hun visie is dat landbouw zonder gif mogelijk en noodzakelijk is voor biodiversiteit, volksgezondheid en een duurzame toekomst.
De PvdD streeft naar een totale omschakeling naar gifvrije landbouw, waarbij het gebruik van pesticiden en landbouwgif in de land- en tuinbouw volledig wordt verboden. Dit is volgens de partij noodzakelijk vanwege de schadelijke effecten op biodiversiteit, bodem, water en volksgezondheid.
“Er komt een verbod op landbouwgif. De land- en tuinbouw worden gifvrij.”
“De land- en tuinbouw worden gifvrij.”
“Er komt een verbod op landbouwgif. De land- en tuinbouw worden gifvrij.”
“We maken de land- en tuinbouw gifvrij en beschermen daarmee de gezondheid van boeren, omwonenden en consumenten.”
Totdat een totaalverbod op landbouwgif is ingevoerd, wil de PvdD stevige tussenmaatregelen zoals een giftaks op landbouwgif, afstandsnormen tot gevoelige locaties, en een verbod op gebruik op weilanden en nabij woningen, scholen en natuurgebieden.
“Totdat landbouwgif verboden is, komt er een giftaks: hoe groter de bijkomende schade door het gif is, hoe hoger de taks.”
“Totdat het gebruik van landbouwgif is gestopt, wordt het direct verboden in de buurt van woningen en scholen (minstens 500 meter afstand), openbare wegen, fiets- en wandelpaden en plekken waar mensen werken, kinderen spelen, dieren verblijven en natuurgebieden aanwezig zijn.”
“Er komt een verbod op het gebruik van landbouwgif op weilanden.”
De PvdD wil dat landbouwgif en andere chemicaliën die in Nederland verboden zijn, ook niet meer geëxporteerd mogen worden naar andere landen.
“Ook landbouwgif en andere chemicaliën die hier verboden zijn, mogen niet meer worden geëxporteerd.”
De partij benoemt expliciet het beëindigen van de reguliere, giftige sierteelt en het verbieden van de verkoop van bestrijdingsmiddelen aan particulieren.
FVD wil dat Nederlandse boeren dezelfde gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) mogen gebruiken als hun buitenlandse concurrenten, en verzet zich tegen strengere nationale of Europese beperkingen. Ze pleiten ervoor dat reeds goedgekeurde middelen beschikbaar blijven en dat het Europese beleid (zoals de Green Deal) dat het gebruik van bepaalde middelen beperkt, wordt afgeschaft. Het uitgangspunt is een "level playing field" voor Nederlandse boeren, zodat zij niet op achterstand worden gezet.
FVD vindt dat Nederlandse boeren niet strenger mogen worden gereguleerd dan hun buitenlandse collega's en dat zij toegang moeten houden tot alle gewasbeschermingsmiddelen die elders zijn toegestaan. Dit moet voorkomen dat Nederlandse boeren op achterstand worden gezet en hun concurrentiepositie wordt geschaad. Het partijprogramma verzet zich expliciet tegen het intrekken van goedkeuringen voor bestaande middelen en tegen Europese regelgeving die het gebruik van bepaalde pesticiden beperkt.
“Wanneer buitenlandse producten met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten op onze markt, moeten Nederlandse boeren die middelen ook kunnen gebruiken.”
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) die reeds zijn goedgekeurd, blijven goedgekeurd, zodat Nederlandse boeren competitief blijven.”
“We zorgen dat Nederlandse boeren niet zwaarder gereguleerd worden dan collega’s in buurlanden. Wanneer buitenlandse producten met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten op onze markt, moeten Nederlandse boeren die middelen ook kunnen gebruiken.”
“We stoppen met EU-beperkingen zoals de Green Deal ... en zorgen voor een gelijk speelveld, zodat Nederlandse boeren met dezelfde gewasbeschermingsmiddelen kunnen werken als hun buitenlandse collega’s.”
“Gewasbeschermingsmiddelen moeten toegankelijk blijven.”
FVD wil Europese regelgeving zoals de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, omdat deze volgens de partij de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen onnodig beperkt en de concurrentiepositie van Nederlandse boeren schaadt.
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal die de boerenstand kortwiekt, zolang het bestaat wordt het in Nederland niet gehandhaaft - inclusief het CO2-handelssysteem (ETS).”
“De Green Deal, de EU-Nitraatrichtlijn, vangstbeperkingen en verboden op innovatie zoals pulsvisserij hebben geleid tot een ongelijk speelveld. Buitenlandse producten mogen wél met bepaalde middelen en methodes worden geproduceerd en vervolgens op onze markt belanden, terwijl Nederlandse boeren diezelfde middelen wordt ontzegd.”
“Dat betekent dat we de Green Deal en de EU-Natuurherstelwet afschaffen, dat we exportvrijheid zonder Brusselse beperkingen herstellen...”
Volt wil het gebruik van chemische pesticiden en landbouwgif sterk terugdringen en uiteindelijk vervangen door veilige, natuurlijke alternatieven. Ze pleiten voor een verbod op glyfosaat en andere giftige bestrijdingsmiddelen, het invoeren van een belasting op schadelijke chemicaliën, en het stimuleren van geïntegreerde en biologische plaagbestrijding. Hun visie is gericht op een landbouw die veilig is voor mens, natuur en milieu, met strenge voorzorgsmaatregelen en innovatie als kern.
Volt wil het gebruik van glyfosaat en andere giftige bestrijdingsmiddelen verbieden, uit voorzorg voor de volksgezondheid en het milieu. Ze willen dat Nederland zich in Europa actief verzet tegen het afgeven van nieuwe vergunningen voor deze middelen.
“Volt is daarom tegen het gebruik van glyfosaat en andere giftige bestrijdingsmiddelen. We willen dat Nederland tegen het afgeven van een Europese vergunning stemt.”
“De veiligheid van boeren en tuinders en de bodem- en waterkwaliteit moeten leidend zijn. Volt is daarom tegen het gebruik van glyfosaat en andere giftige bestrijdingsmiddelen. We willen dat Nederland tegen het afgeven van een Europese vergunning stemt.”
Volt wil dat het voorzorgsprincipe wordt toegepast op alle (nieuwe én bestaande) bestrijdingsmiddelen: alleen stoffen die bewezen veilig zijn mogen worden toegelaten of behouden.
“We willen dat het toepassen van een voorzorgsprincipe (eerst moet iets veilig zijn, dan mag het de markt op) voor alle stoffen. Niet alleen bij het op de markt brengen van, maar ook voor de huidige loos- en uitstootvergunningen. Dit geldt ook voor bestrijdingsmiddelen.”
Volt pleit voor een belasting op het gebruik van schadelijke pesticiden, om het gebruik ervan financieel te ontmoedigen en schade aan biodiversiteit te beprijzen.
“We voeren een Afrekenbare StoffenBalans in als beleidsinstrument voor emissiereductie door doelsturing... We willen toe naar een belasting op bepaalde broeikasgassen (zoals onder meer CO₂ en methaan) en op het gebruik van (schadelijke) chemicaliën. Veel schade wordt nu nog niet belast, zoals het gebruik van pesticiden. Dit veroorzaakt schade aan de biodiversiteit en zou zo veel mogelijk moeten worden teruggebracht.”
Volt wil geïntegreerde bestrijding (IPM) en biologische/natuurlijke alternatieven de standaard maken, zodat afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen minimaal wordt.
“Geïntegreerde bestrijding van ziekten en plagen (integrated pest management) maakt de teelt van gezonde gewassen zo duurzaam mogelijk en wordt daarom de norm. De voordelen voor mens en natuur zijn talrijk: geen, of een minimale, afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen, verbetering van natuur en biodiversiteit, vermindering van pesticidenresten op voedsel, minder kans op resistentie van ziekteverwekkers tegen pesticiden en lagere teeltkosten.”
“We zetten in op innovaties die de omschakeling naar biologische en natuurinclusieve landbouw stimuleren, zoals biopesticiden.”
“De Rijksoverheid helpt boeren en tuinders door het delen van kennis, innovatie en het opzetten van coöperaties op het gebied van alternatieven voor bestrijdingsmiddelen zoals natuurlijke gewasbescherming en groene middelen...”
Volt wil dat natuurlijke alternatieven voor chemische bestrijdingsmiddelen sneller worden beoordeeld en toegelaten, zodat boeren makkelijker kunnen overstappen.
“Het aanbod van natuurlijke alternatieven wordt vergroot door een snelle afhandeling, beoordeling en toelating van aanvragen op Europees en nationaal niveau.”
BBB vindt dat boeren effectieve en innovatieve gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) moeten kunnen blijven gebruiken zolang er geen volwaardige en betaalbare alternatieven zijn. De partij wil dat toelating en toezicht gebaseerd worden op landbouwkundige noodzaak, wetenschappelijke beoordeling en gezond verstand, met ruimte voor innovatie en versnelde toelating van groene en biologische middelen. BBB is tegen het voortijdig verbieden van bestaande middelen en pleit voor maatwerk en een praktische benadering.
BBB stelt dat boeren hun gewassen moeten kunnen beschermen tegen ziekten en plagen, en dat daarvoor een breed scala aan gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk is. De partij wil dat landbouwkundige noodzaak wordt meegewogen bij toelating en ontheffingen, en dat bestaande middelen niet worden verboden zonder volwaardige alternatieven.
“Boeren, tuinders en telers moeten hun gewassen kunnen blijven beschermen tegen ziekten, plagen en andere bedreigingen. Daarom is een goed gevulde gereedschapskist met effectieve én innovatieve middelen essentieel.”
“De ‘landbouwkundige noodzaak’ moet voortaan meewegen in het verlenen van toelating en ontheffingen.”
“In de EU toegestane middelen worden niet verboden zolang er geen volwaardig en betaalbaar alternatieven zijn.”
BBB wil innovatie stimuleren door de toelating van nieuwe biologische en groene gewasbeschermingsmiddelen te versnellen. Dit moet boeren meer milieuvriendelijke opties bieden zonder hun productiviteit in gevaar te brengen.
“Er komt een versnelde toelating van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen en zogenoemde groene middelen.”
De partij pleit voor het inzetten van nieuwe technieken zoals precisietechniek, zaadcoating en gentechniek om de milieu-impact van gewasbescherming te verlagen. Hierdoor kan het gebruik van chemische middelen efficiënter en mogelijk minder worden.
BBB vindt dat het oordeel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) leidend moet zijn bij de toelating van middelen, boven andere instanties.
“Het oordeel van de Ctgb is leidend boven dat van instanties als de NVWA.”
De SGP vindt dat het gebruik van pesticiden (landbouwgif) noodzakelijk blijft voor een adequate gewasbescherming, maar wil minder afhankelijk worden van chemische middelen door te investeren in weerbare teeltsystemen, precisietechnieken en snellere toelating van groene alternatieven. Verboden op middelen zonder goede alternatieven wijst de partij af; besluitvorming moet gebaseerd zijn op gedegen onderzoek en praktijkervaring. De SGP pleit voor een praktijkgerichte, risicogebaseerde toelating en meer ruimte voor boeren om corrigerende middelen in te zetten als het echt nodig is.
De SGP stelt dat het verbieden van steeds meer gewasbeschermingsmiddelen zonder goede alternatieven te bieden, teelten in gevaar brengt. Ze willen dat boeren voldoende middelen tot hun beschikking houden, waarbij niet-chemische alternatieven worden gestimuleerd, maar chemische middelen beschikbaar blijven als vangnet.
“Teelten staan onder druk omdat het ene na het andere gewasbeschermingsmiddel verboden wordt en goede alternatieven uitblijven. Inzet op een weerbaar teeltsysteem door goed bodembeheer, functionele agrobiodiversiteit en weerbare gewassen is broodnodig, maar heeft tijd nodig. De SGP vindt dat adequate gewasbescherming mogelijk moet blijven.”
“De gewenste verduurzaming wordt niet bereikt door het verbieden van het ene na het andere middel, maar door weerbare teeltsystemen en inzet van precisietechnieken.”
De SGP wil dat de toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd. Daarnaast moet het Europese toelatingsbeleid niet uitgaan van potentieel gevaar, maar van risico’s in de praktijk, met oog voor beschikbare alternatieven en gevolgen voor geïntegreerde gewasbescherming.
“De toelatingsprocedure voor groene gewasbeschermingsmiddelen wordt versneld en vereenvoudigd.”
“Brussel moet niet kijken naar het potentiële gevaar van een werkzame stof, maar naar de risico’s in de praktijk. Bij de beoordeling van werkzame stoffen en middelen wordt beter rekening gehouden met beschikbare alternatieven en de gevolgen voor geïntegreerde gewasbescherming en teelten.”
Boeren die inzetten op weerbare teeltsystemen en niet-chemische gewasbescherming moeten volgens de SGP meer ruimte krijgen om, indien nodig, alsnog corrigerende (chemische) middelen te gebruiken. Nederland moet sneller vrijstellingen of ontheffingen verlenen als teelten in gevaar komen.
“Telers die werk maken van een weerbaar teeltsysteem met niet-chemische gewasbescherming en toepassing van precisietechnieken krijgen meer ruimte voor inzet van corrigerende middelen mocht de nood aan de man komen. Nederland verleent net als in omringende landen eerder een vrijstelling of ontheffing als teelten in gevaar komen.”
De SGP benadrukt dat besluiten over het gebruik van pesticiden gebaseerd moeten zijn op gedegen onderzoek en praktijkervaring, niet op onderbuikgevoelens of emotie.
“De SGP pleit daarbij voor besluitvorming op basis van gedegen onderzoek in plaats van onderbuikgevoelens.”
Hoewel de SGP het gebruik van chemische middelen wil behouden als vangnet, is het uiteindelijke doel om minder afhankelijk te worden van landbouwgif door te investeren in duurzame alternatieven en innovatie.
“Met minder afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest en import van sojaschroot, zonder een hek om Nederland te zetten.”
De SP wil het gebruik van pesticiden en landbouwgif sterk terugdringen om de gezondheid van boeren, omwonenden en het milieu te beschermen. Ze pleiten voor een verbod op glyfosaat, het versneld afbouwen van chemische bestrijdingsmiddelen, en het ondersteunen van boeren bij de overstap naar milieuvriendelijke teeltmethoden. De partij legt de verantwoordelijkheid voor de transitie deels bij banken en ketenpartijen, die moeten stoppen met het financieren van pesticidengebruik.
De SP wil glyfosaat volledig verbieden en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zo snel mogelijk afbouwen vanwege gezondheidsrisico’s en milieuschade. Ze baseren zich op internationale onderzoeken die een verband aantonen tussen pesticiden en beroepsziekten, en willen directe maatregelen in risicogebieden. Boeren krijgen steun om over te stappen op milieuvriendelijke teeltmethoden.
“Glyfosaat wordt verboden. Internationale onderzoeken hebben een verband aangetoond tussen het gebruik van pesticiden en beroepsziekten zoals Parkinson. Er moeten directe maatregelen komen in gebieden waar dit speelt.”
“Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt zo snel mogelijk afgebouwd. Glyfosaat wordt verboden.”
“Boeren krijgen steun om over te stappen op milieuvriendelijke teeltmethoden. Zo zorgen we voor gezond voedsel en houden we onze bodem, het water en de natuur schoon.”
De SP wil dat banken en institutionele beleggers wettelijk verplicht worden om hun financiering van pesticiden af te bouwen en financieel bij te dragen aan schadeherstel voor natuur, klimaat, boeren en gezondheid.
“Banken en institutionele beleggers bouwen financiering van kunstmest, pesticiden en intensieve veehouderijen af. Zij worden wettelijk verplicht een transitieplan met duidelijke reductiedoelen te publiceren en financieel bij te dragen aan schadeherstel voor natuur, klimaat, boeren en gezondheid.”
De SP wil drinkwaterbronnen beschermen door lozingen van pesticiden in bodem en water te verbieden.
“Geen lozingen van drugsafval, pesticiden of andere gifstoffen in bodem en water.”
De SP wil onderzoek naar de gezondheidseffecten van pesticiden, met nadruk op het cumulatieve effect van meerdere middelen.
GroenLinks-PvdA wil het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) in de landbouw sterk beperken en uiteindelijk verbieden, met directe verboden op de meest schadelijke stoffen zoals glyfosaat en PFAS-houdende middelen. Hun visie is dat voedselproductie gezond moet zijn voor mens en natuur, en dat landbouw zonder schadelijke pesticiden mogelijk en noodzakelijk is. Ze pleiten voor strenge regels, directe verboden op specifieke middelen, en een omschakeling naar biologische en natuurvriendelijke landbouw.
GroenLinks-PvdA wil een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu, met directe verboden op glyfosaat, PFAS-houdende middelen en gebruik in kwetsbare gebieden. Dit moet de gezondheid van mensen en de natuur beschermen en de waterkwaliteit verbeteren.
“Verbod op landbouwgif. Voedsel van het land moet gezond zijn. Daarom komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. We verbieden per direct glyfosaat, PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij lelieteelt. Ook komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen in en rondom natuur- en waterwingebieden.”
“Er komt een verbod op de kankerverwekkende stof PFAS en op het gebruik van landbouwgif.”
Naast directe verboden wil de partij het algemene gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest tot een minimum beperken en strenge regels invoeren, als onderdeel van een bredere transitie naar circulaire en biologische landbouw.
“Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest wordt tot een minimum beperkt.”
“Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
“We verbieden het lozen van gif en er komen strengere normen voor luchtvervuiling, microplastics en pesticiden.”
De partij ziet biologische landbouw als het alternatief voor landbouw met pesticiden en wil boeren ondersteunen bij de omschakeling, met eerlijke vergoedingen en stimulering van biologische producten.
“Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap.”
Het CDA erkent het belang van gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden) voor voedselproductie, maar wil het gebruik ervan zorgvuldiger en duurzamer maken. Ze pleiten voor snellere toelating van biologische alternatieven, meer ruimte voor geïntegreerde gewasbescherming en investeringen om de afhankelijkheid van chemische middelen te verminderen. Het CDA vertrouwt op wetenschappelijke toetsing en wil innovatie stimuleren om het gebruik van landbouwgif terug te dringen.
Het CDA wil dat goed geteste biologische beschermingsmiddelen sneller worden toegelaten en dat geïntegreerde gewasbescherming meer ruimte krijgt. Hiermee willen ze de afhankelijkheid van chemische pesticiden verminderen en boeren ondersteunen in de transitie naar duurzamere landbouw.
Het CDA benadrukt het belang van onafhankelijke, wetenschappelijke beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en respecteert de bestaande Europese en nationale wetgeving. Ze zien deze toetsing als waarborg voor een gezonde leefomgeving en veilige voedselproductie.
“We vertrouwen op de wetenschappelijke en onafhankelijke beoordelingen van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb en respecteren hun analyses en methoden, die zijn verankerd in Europese en nationale wetgeving.”
Het CDA erkent dat normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater een probleem zijn en pleit voor een meer gebiedsgerichte aanpak, met regionale samenwerking tussen boeren, waterschappen en adviseurs.
“Om normoverschrijdingen van gewasbescherming in het oppervlaktewater terug te dringen is een meer gebiedsgerichte aanpak nodig, vanwege de diversiteit aan emissieroutes. Door regionale samenwerking tussen boeren, waterschappen en adviseurs.”
De ChristenUnie wil het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) fors verminderen en stelt samen met de sector een reductiedoel vast. Ze pleiten voor snellere toelating van groene alternatieven, strengere toelatingseisen die rekening houden met natuur, water en volksgezondheid, en een gericht verbod op glyfosaat voor grasland en groenbemesters.
De ChristenUnie erkent de schadelijke effecten van pesticiden op biodiversiteit, bodem en volksgezondheid en wil daarom het gebruik ervan sterk terugdringen. Ze stellen samen met de sector een reductiedoel op, willen snellere toelating van groene alternatieven en koppelen de toelating van middelen aan strengere normen. Specifiek wordt een verbod op glyfosaat voor grasland en groenbemesters voorgesteld.
“We zetten in op fors minder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en stellen daarom met de sector een reductiedoel op. Groene middelen moeten sneller beschikbaar komen.”
“De toelating van gewasbeschermingsmiddelen door het Ctgb wordt in lijn gebracht met kwaliteitsnormen voor de natuur, water en volksgezondheid.”
“We willen een gericht verbod op het gebruik van glyfosaat voor grasland en groenbemesters.”
De partij erkent dat klimaatverandering en afnemende resistentie tot hardnekkige plagen kunnen leiden, en wil daarom inzetten op realistische reductie van middelengebruik via precisietechnieken, maar ook bescherming bieden aan kleinschalige en vollegrondsgroenteteelt.
“Hardnekkige uitbraken van ziekten en plagen vanwege afnemende resistentie door klimaatverandering vragen om realistisch beleid. Dat betekent enerzijds een sterke reductie van gewasbeschermingsmiddelen door bijvoorbeeld precisietechnieken. Anderzijds verdienen kleinschalige teelten en de oer-Hollandse vollegrondsgroenteteelt bescherming.”
NSC erkent de noodzaak om het gebruik van pesticiden (landbouwgif) in de landbouw en sierteelt fors terug te dringen vanwege risico’s voor biodiversiteit, insecten en volksgezondheid. De partij wil dat de sector overstapt op milieuvriendelijkere alternatieven en pleit voor strengere afspraken over het verminderen van uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen naar het water.
NSC wil dat de sierteelt en akkerbouwsectoren stevige stappen zetten om het gebruik van pesticiden te verminderen en te vervangen door middelen die minder schadelijk zijn voor insecten en volksgezondheid. Dit is onderdeel van een bredere verduurzamingsslag in de landbouw, waarbij innovatie en alternatieven worden gestimuleerd.
“De sierteelt moet de komende jaren stevige stappen zetten op het terugdringen van pesticidengebruik en deze vervangen door middelen die vriendelijker zijn voor insecten en minder risico voor de volksgezondheid opleveren.”
“We steunen de sector bij innovaties om met minder water, energie, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen een goede productie te halen.”
“We streven op EU-niveau naar meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen...”
NSC benoemt specifiek het probleem van uitspoeling van pesticiden (gewasbeschermingsmiddelen) naar oppervlakte- en grondwater en wil dat dit verder wordt teruggedrongen, mede om de waterkwaliteit te verbeteren.
“Ook de uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater moet worden verminderd.”
De VVD wil het gebruik van chemische pesticiden (“landbouwgif”) in de landbouw terugdringen door innovatie en versnelde toelating van groene, biologische en laag-risico gewasbeschermingsmiddelen te stimuleren. De partij kiest voor het stellen van meetbare doelen op bedrijfsniveau in plaats van strikte middelvoorschriften, zodat boeren meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoe zij aan milieudoelen voldoen. De VVD ziet technologische innovatie en doelsturing als de kern van verduurzaming, met minder nadruk op dwingende regelgeving.
De VVD wil dat chemische gewasbeschermingsmiddelen worden teruggedrongen door sneller groene, biologische en laag-risico alternatieven toe te laten. Dit moet innovatie stimuleren en boeren praktische alternatieven bieden voor traditionele pesticiden.
“We willen tevens Europese goedkeuring voor andere innovaties zoals duurzame vangsttechnieken in de visserij, RENURE en versnelde toelating van groene (biologische en laag-risico) gewasbeschermingsstoffen en -middelen, zodat chemie kan worden teruggedrongen.”
De VVD wil af van gedetailleerde voorschriften over het gebruik van middelen (zoals pesticiden) en in plaats daarvan sturen op meetbare doelen voor bodemvruchtbaarheid en waterkwaliteit. Boeren krijgen zo meer ruimte om zelf te bepalen hoe zij deze doelen bereiken, wat innovatie en ondernemerschap bevordert.
“Daarvoor zijn middelvoorschriften, zoals verplichte oogstdata, makkelijk voor de overheid, maar die beperken ondernemerschap. We gaan de handen ineenslaan met het bedrijfsleven om over te gaan op afrekenbare doelen en metingen op bedrijfsniveau.”
“Op het moment dat doelsturing aantoonbaar tot resultaat leidt, schaffen we middelvoorschriften af.”
De VVD wil het gebruik van gevaarlijke stoffen (waaronder landbouwgif) in de bodem terugdringen via een Europese aanpak, om een gelijk speelveld te behouden voor Nederlandse boeren.
“We zorgen voor een schone bodem door het gebruik van gevaarlijke stoffen terug te dringen. Door een Europese aanpak houden we een gelijk speelveld.”
D66 wil het gebruik van milieubelastende pesticiden en landbouwgif sterk terugdringen vanwege de bewezen schadelijke effecten op natuur, biodiversiteit en volksgezondheid. Ze pleiten voor een verbod op PFAS, het stoppen van milieubelastende bestrijdingsmiddelen op termijn, en het aanscherpen van normen op basis van wetenschappelijk bewijs. De partij koppelt deze maatregelen aan het herstel van natuur, schoon water en een gezonde leefomgeving.
D66 streeft naar een volledig verbod op PFAS en wil het gebruik van milieubelastende bestrijdingsmiddelen in de landbouw op termijn beëindigen. Dit beleid is ingegeven door zorgen over de volksgezondheid en de negatieve impact op het milieu.
“D66 wil PFAS zo snel mogelijk verbieden. Het gebruik van milieubelastende bestrijdingsmiddelen stopt op termijn.”
D66 erkent het wetenschappelijk bewijs dat sommige bestrijdingsmiddelen ernstige gezondheidsrisico’s veroorzaken, zoals een verhoogde kans op parkinson. Daarom willen ze het gebruik van deze middelen die het milieu belasten actief terugdringen.
“Er is wetenschappelijk sterk bewijs dat sommige bestrijdingsmiddelen de kans op ziektes zoals parkinson vergroten. We dringen het gebruik van bestrijdingsmiddelen die het milieu belasten terug.”
D66 wil de kwaliteit van oppervlaktewater verbeteren door vervuiling bij de bron aan te pakken, waaronder het verminderen van schadelijke bestrijdingsmiddelen in de landbouw.
“We pakken de vervuiling aan bij de bron. Dat betekent: minder lozingen door de industrie, minder mest en minder schadelijke bestrijdingsmiddelen.”
BIJ1 wil het gebruik van chemische pesticiden en landbouwgif volledig uitfaseren en vanaf 2030 verbieden, als onderdeel van een bredere transitie naar biologische en agro-ecologische landbouw. Ze zien het gebruik van deze middelen als schadelijk voor natuur, klimaat en grondstoffen, en pleiten voor een landbouwsysteem zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Boeren krijgen tijdens deze transitieperiode een gegarandeerd inkomen vanuit de overheid.
BIJ1 streeft naar een landbouw zonder chemische pesticiden en kunstmest, omdat deze middelen schadelijk zijn voor natuur, klimaat en biodiversiteit. Ze willen dat deze middelen uiterlijk in 2030 volledig worden afgeschaft, om zo de landbouw te verduurzamen en de ecologische schade te beperken.
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
De partij koppelt het verbod op pesticiden direct aan een bredere omschakeling naar biologische en agro-ecologische landbouw. Boeren worden ondersteund met een gegarandeerd inkomen tijdens deze overgang, zodat de transitie sociaal rechtvaardig verloopt.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
JA21 wil het gebruik van pesticiden en landbouwgif niet verder beperken dan strikt noodzakelijk en zet in op technologische innovatie en snellere toelating van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. De partij pleit voor een voorspelbaar landbouwbeleid dat voedselzekerheid waarborgt en biologische landbouw stimuleert, maar benadrukt vooral het belang van snelle toelating van nieuwe middelen via het Ctgb.
JA21 vindt dat boeren de ruimte moeten krijgen om te investeren in gewasteelt en innovatie. De partij wil dat het Ctgb extra middelen krijgt zodat nieuwe gewasbeschermingsmiddelen (waaronder pesticiden) sneller kunnen worden toegelaten, waarmee zij inzet op technologische oplossingen in plaats van strengere beperkingen.
“Extra middelen voor de beoordelingscapaciteit bij het Ctgb, zodat nieuwe gewasbeschermingsmiddelen sneller kunnen worden toegelaten.”
Hoewel JA21 technologische innovatie en snelle toelating van nieuwe middelen centraal stelt, wil de partij ook biologische landbouw stimuleren als alternatief voor gangbare landbouw met pesticiden.
“Biologische landbouw stimuleren.”
BVNL vindt het gebruik van goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) noodzakelijk voor het realiseren van hoge landbouwopbrengsten en wil geen verdere beperkingen opleggen zolang deze middelen zijn goedgekeurd. De partij verzet zich tegen strengere regelgeving of het voortijdig verbieden van bestaande middelen, en benadrukt het belang van boerenautonomie en productiviteit boven extra milieuregels.
BVNL stelt dat gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden/landbouwgif) essentieel zijn voor de landbouw en dat zolang deze middelen officieel zijn goedgekeurd, ze zonder extra beperkingen gebruikt moeten kunnen worden. De partij ziet deze middelen als noodzakelijk voor hoge opbrengsten en verzet zich tegen het voortijdig intrekken van toelatingen of het opleggen van strengere regels dan wettelijk vereist.
“Gewasbeschermingsmiddelen (GBM), die goedgekeurd zijn, blijven voorlopig goedgekeurd. Naast mechanische onkruidbestrijding zijn gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk om hoge opbrengsten te realiseren.”
DENK wil het gebruik van schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, waaronder landbouwgif en pesticiden, sneller verbieden om de natuur te beschermen. Hun belangrijkste voorstel is het versneld verbieden van schadelijke stoffen zoals PFAS en bestrijdingsmiddelen in de landbouw, als onderdeel van een bredere inzet op vergroening en natuurbehoud.
DENK erkent de negatieve impact van landbouwgif en pesticiden op natuur en gezondheid en pleit daarom voor strengere regels en een versneld verbod op deze stoffen. Dit beleid is onderdeel van hun bredere visie op natuurbehoud en het verduurzamen van de landbouw.
“Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma