BVNL wil het pensioenstelsel radicaal hervormen door deelnemers maximale keuzevrijheid te geven: mensen moeten kunnen kiezen tussen het oude en nieuwe stelsel, hun eigen pensioenuitvoerder selecteren en invloed hebben op hun beleggingsstrategie. De partij verzet zich tegen de verplichte deelname aan sectorale pensioenfondsen en pleit voor individuele zeggenschap, transparantie, bescherming van eigendomsrechten en een rechtvaardige transitie. Kern is dat het belang van de deelnemer centraal moet staan, niet dat van de sector.
BVNL vindt dat deelnemers niet verplicht mogen worden over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel en wil dat iedereen het recht krijgt om in het oude stelsel te blijven, inclusief indexatie. Dit moet valse verwachtingen voorkomen en het eigendomsrecht van deelnemers beschermen.
“Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Kernpunt is dat we opnieuw een keuzerecht voor de deelnemer willen introduceren om in het oude stelsel te blijven mét indexatie.”
“BVNL wil een opt-out bij inva-ren. Deelnemers krijgen de mogelijkheid om hun oude pensioenrechten te behouden.”
De partij wil dat deelnemers zelf hun pensioenuitvoerder kunnen kiezen en invloed krijgen op hun persoonlijke beleggingsbeleid, zodat ze niet langer verplicht zijn deel te nemen aan een collectief fonds waar ze geen zeggenschap over hebben.
BVNL wil de verplichte aansluiting bij sectorale pensioenfondsen afschaffen, omdat deze indeling achterhaald is en leidt tot onduidelijkheid en onvrijwillige deelname.
“De huidige Wet toekomst pensioenen (Wtp) voert geen echte hervorming door en houdt de achterhaalde verplichtstelling aan sector-pensioenfondsen in stand.”
“BVNL wil afschaffing van de sectorale indeling. De huidige sectorale indeling van pensioenfondsen is achterhaald en leidt tot onduidelijke werkingssfeerbepalingen.”
BVNL benadrukt dat pensioenrechten het eigendom zijn van de deelnemers en wil volledige nationale en internationale rechtsbescherming, met transparante communicatie over de gevolgen van de stelselwijziging.
“BVNL wil bescherming van het eigendomsrecht, in casu volledige erkenning van pensioenrechten als onvervreemdbare Nederlandse eigendomsrechten en volledige nationale en internationale rechtsbescherming.”
“Er moet duidelijk en eerlijk uitgelegd worden wat de gevolgen zijn van de overgang naar het nieuwe stelsel en er moet een pensioenoverzicht komen waar je rechten aan kunt ontlenen.”
De partij wil strengere eisen aan bestuurders, een maximum aan kosten en persoonlijke aansprakelijkheid bij risicovolle beslissingen, om belangenverstrengeling en inefficiëntie te voorkomen.
BVNL wil dat pensioenen worden geïndexeerd op basis van werkelijk behaalde rendementen, niet op basis van een risicovrije rente.
“Pensioenen moeten niet geïndexeerd worden met een risicovrije rente, maar met de werkelijk behaalde rendementen.”
50PLUS wil het pensioenstelsel verbeteren door meer zeggenschap en koopkracht voor gepensioneerden te waarborgen, en door scherpe eisen te stellen aan de uitvoering van het nieuwe pensioenstelsel. Ze pleiten voor wettelijke verankering van koopkracht, betere inspraak bij de transitie, begrenzing van kosten, en concrete maatregelen zoals het recht op inhaalindexatie en een opt-out voor vaste of variabele uitkeringen. Hun visie is gericht op eerlijkheid, transparantie en bescherming van opgebouwde rechten voor alle deelnemers en gepensioneerden.
50PLUS vindt dat het nieuwe pensioenstelsel alleen acceptabel is als koopkracht voor iedereen wettelijk wordt vastgelegd en deelnemers en gepensioneerden echte inspraak krijgen bij de overgang. Dit moet onzekerheid en verlies van koopkracht voorkomen en het vertrouwen in het stelsel herstellen.
“Koopkrachtverbetering voor iedereen wordt alsnog in de nieuwe pensioenwet opgenomen.”
“Inspraak van deelnemers en gepensioneerden voor de overgang naar het nieuwe stelsel wordt goed geregeld.”
“Pensioenfondsen sturen verplicht op koopkracht in de uitkeringsfase.”
“Het hoorrecht en de zeggenschap van gepensioneerden wordt beter ingebed én uitgebreid in het transitietraject.”
50PLUS wil dat de kosten van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel (Wet Toekomst Pensioenen) worden begrensd en dat deelnemers en gepensioneerden volledige transparantie krijgen over het proces. Dit voorkomt dat kosten uit de hand lopen en beschermt tegen oneerlijke verdeling van pensioenvermogen.
50PLUS eist dat gepensioneerden reële zeggenschap krijgen over hun pensioenuitkering (vast of variabel), het recht op inhaalindexatie behouden blijft, en dat compensatie voor afschaffing van de doorsneesystematiek eerlijk wordt verdeeld. Dit beschermt opgebouwde rechten en voorkomt dat gepensioneerden benadeeld worden door de transitie.
“Er komt reële zeggenschap over de keuze tussen een vaste en variabele uitkering voor gepensioneerden in de vorm van een opt-out.”
“Het recht op inhaalindexatie blijft bestaan en wordt in de wet Toekomst Pensioenen opgenomen.”
“Compensatie voor de doorsneesystematiek wordt in een redelijke verhouding ten laste gebracht van de premies en het pensioenvermogen.”
50PLUS wil dat de valkuilen in het nabestaandenpensioen verdwijnen en dat wetgeving rond pensioen bij scheiding snel wordt ingevoerd. Dit voorkomt dat mensen onverwacht zonder dekking komen te zitten en biedt zekerheid bij levensgebeurtenissen.
“De valkuilen in het nu geregelde nabestaandenpensioen (als je uit dienst gaat is nabestaandenpensioen niet meer verzekerd in het nieuwe stelsel) verdwijnen. Dus: geen gaten voor wat betreft het nabestaandenpensioen.”
“De wetgeving pensioen bij scheiding wordt zo snel mogelijk ingevoerd om de bestaande grote onzekerheid op te heffen.”
FVD wil het pensioenstelsel fundamenteel hervormen door de AOW-leeftijd te verlagen, pensioenen structureel te indexeren (met terugwerkende kracht), en de macht van vakbonden en werkgevers in pensioenbesturen te beperken. Ze pleiten voor meer zeggenschap voor deelnemers, verbieden politieke beleggingen door pensioenfondsen, en willen de nieuwe Pensioenwet intrekken om solidariteit en zekerheid te behouden. Hun visie draait om eerlijkheid, transparantie en maximale opbrengst voor de deelnemers.
FVD vindt dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig is, vooral voor mensen met zware beroepen. Ze willen de AOW-leeftijd terugbrengen naar 66 jaar en een regeling invoeren waarbij mensen na 40 jaar zwaar werk recht hebben op AOW.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 66 jaar en geven mensen met fysiek zware beroepen recht op AOW na 40 jaar werk.”
“De verhoging van de AOW-leeftijd heeft ervoor gezorgd dat ook mensen met fysiek zware beroepen moeten doorwerken tot op hoge leeftijd, zonder dat er een goede regeling bestaat voor wie al vroeg is begonnen met zwaar werk. Forum voor Democratie wil dit herstellen: iedereen moet recht hebben op AOW na veertig jaar zwaar werk, en de algemene AOW-leeftijd moet weer terug naar 66 jaar.”
FVD stelt dat pensioenen jarenlang niet zijn geïndexeerd en dat dit ten koste is gegaan van de koopkracht van ouderen. Ze willen structurele indexatie op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
“Pensioenen moeten structureel worden geïndexeerd, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen eindelijk krijgen waar zij recht op hebben (en zelf voor hebben gespaard!).”
FVD vindt dat de belangen van pensioendeelnemers onvoldoende centraal staan. Ze willen de macht van vakbonden en werkgeversorganisaties in pensioenbesturen beperken en de zeggenschap van deelnemers vergroten.
“We versterken de positie van pensioendeelnemers in de besturen en beperken de macht van vakbonden en werkgevers, zodat de belangen van deelnemers écht centraal staan.”
“Daarbij moeten deelnemers – de echte belanghebbenden – meer zeggenschap krijgen in pensioenbesturen, terwijl de macht van vakbonden en werkgeversorganisaties wordt teruggedrongen.”
FVD wil dat pensioenfondsen zich uitsluitend richten op rendement en niet op politieke doelen zoals duurzaamheid. Ze willen politieke beleggingen verbieden en het beheer efficiënter maken.
“We zorgen voor hoger rendement en lagere uitvoeringskosten bij pensioenfondsen, zodat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.”
“We verbieden pensioenfondsen om te investeren op basis van politieke agenda’s zoals duurzaamheid of klimaat, zodat rendement leidend is.”
“Politieke hobby’s zoals ‘groene’ beleggingen mogen geen rol spelen: rendement moet altijd leidend zijn.”
FVD is fel tegen de nieuwe Pensioenwet, omdat deze volgens hen solidariteit uitholt en deelnemers opzadelt met onzekerheid en risico’s. Ze willen deze wet volledig intrekken.
NSC wil het pensioenstelsel eenvoudiger, transparanter en meer gericht op het behouden van koopkracht voor gepensioneerden. Ze pleiten voor wettelijke normen voor het gebruik van modellen, strengere kostenbeheersing bij pensioenfondsen, en betere bescherming tegen inflatie. De AOW blijft de basis, moet meegroeien met de welvaart, en er komt meer aandacht voor mensen zonder aanvullend pensioen.
NSC vindt dat de wetgeving rond aanvullende pensioenen te complex is en te veel leunt op wiskundige modellen. Ze willen meer open normen, lagere kosten en betere sturing op een goed pensioen, met wettelijke standaarden voor modelgebruik en transparantie over kosten.
“De wetgeving voor aanvullende pensioenen moet simpeler en minder ‘blind’ op wiskundige modellen sturen. Geen modellenwerkelijkheid maar een realistische benadering dus: meer open normen om ook met onvoorziene omstandigheden om te gaan.”
“We maken daarom een wettelijke standaard voor het gebruik van modellen.”
“Pensioenfondsen moeten transparanter zijn en deelnemers volledig inzicht geven in de totale kosten.”
“Na de overgang naar het nieuwe stelsel stellen we duidelijke grenzen aan hoeveel beheers- en beleggingskosten een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren.”
NSC ziet het verlies aan koopkracht bij gepensioneerden als een groot probleem en wil dat het pensioenstelsel beter beschermt tegen inflatie. Ze willen wettelijke sturing op koopkracht, verkennen het gebruik van een solidariteitsreserve, en eisen dat de AOW meegroeit met de welvaart.
“Nieuw Sociaal Contract wil daarom dat in wetgeving veel beter op koopkracht wordt gestuurd zodat gepensioneerden een eerlijk pensioen krijgen.”
“De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart.”
“Inflatierisico is één van de grootste risico’s voor gepensioneerden. Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.”
NSC wil dat mensen met zware beroepen eerder met pensioen kunnen gaan en dat het nabestaandenpensioen en de pensioenverdeling bij scheiding worden verbeterd.
“Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan.”
“Het nabestaandenpensioen en de pensioenverdeling bij scheiding willen we verbeteren. De vormgeving van de wetgeving rondom nabestaandenpensioen werkt grote verschillen bij pech en geluk in de hand en leidt tot onverklaarbare situaties. Ook de pensioenverdeling bij scheiding is nog niet goed geregeld, het is belangrijk dat hier snel nieuwe wetgeving voor komt.”
NSC wil voorkomen dat Nederlandse pensioenfondsen verplicht worden te investeren in Europese projecten en vindt dat fondsen zelf moeten bepalen waar ze beleggen.
“Brussel mag de Nederlandse pensioenfondsen niet als geldmachine voor investeringen in Europa gebruiken in het kader van de Europese Spaar- en Investeringsunie. Pensioenfondsen moeten zelf de keuze houden waar ze het kapitaal van deelnemers beleggen, om rendement en een goed pensioen te kunnen beschermen.”
NSC wil het aantrekkelijk maken voor pensioenfondsen om te investeren in Nederlandse woningen, zodat ze bijdragen aan maatschappelijk rendement voor hun deelnemers.
“Het wordt aantrekkelijk voor pensioenfondsen in Nederland om langjarig in woningen te investeren. Op deze wijze kunnen zij bijdragen aan maatschappelijk rendement voor hun verzekerden.”
De SGP wil het pensioenstelsel toekomstbestendig, robuust en betaalbaar houden, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gepensioneerden en het beschermen van hun koopkracht. Ze pleiten voor een zorgvuldige invoering van het nieuwe pensioenstelsel, meer inspraak voor deelnemers, en aanpassingen zoals het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting. Daarnaast willen ze het nabestaandenpensioen verbeteren en het beleggingsbeleid van pensioenfondsen richten op koopkrachtbehoud.
De SGP erkent dat het pensioenstelsel onder druk staat door vergrijzing en wil daarom verbeteringen die het stelsel robuust en betaalbaar houden. Ze willen de koopkracht van gepensioneerden beschermen, vooral voor mensen met alleen AOW of een klein pensioen.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden.”
“Bij sommige gepensioneerden bestaat de oudedagsvoorziening alleen uit een AOW-uitkering, eventueel aangevuld met een ‘klein pensioen’. Terwijl de prijzen stijgen, kunnen zij soms maar net de eindjes aan elkaar knopen. Hun koopkracht moet beschermd worden.”
De SGP wil de invoering van de Wet toekomst pensioenen nauwlettend monitoren en staat open voor noodzakelijke aanpassingen. Ze vinden dat deelnemers beter gehoord moeten worden bij de overgang naar het nieuwe stelsel en dat politieke ambtsdragers snel onder het nieuwe stelsel moeten vallen.
“De in- en uitvoering van de Wet toekomst pensioen wordt nauwlettend gemonitord. De SGP staat daarbij open voor noodzakelijke aanpassingen die de wet beter maken en uitvoerbaar houden.”
“Deelnemers moeten in ieder geval beter gehoord worden bij de overgang naar het nieuwe stelsel, bijvoorbeeld door verbetering van het bestaande hoorrecht.”
“Politieke ambtsdragers gaan zo snel mogelijk onder het nieuwe stelsel vallen.”
De SGP wil dat het mogelijk wordt de AOW-uitkering later te laten ingaan, met hogere uitkeringen later, en dat de pensioenleeftijd ook kan dalen als de levensverwachting daalt. Ze willen de pensioenleeftijd sterker koppelen aan de levensverwachting.
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
“Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP vindt dat het beleggingsbeleid van pensioenfondsen primair gericht moet zijn op het realiseren van een koopkrachtig pensioen, en niet op ideële of activistische doelen.
“In het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal staan. Het voeren van activistisch beleid of het nastreven van ideële doelen mag daarin niet leidend zijn.”
De SGP wil het nabestaandenpensioen verbeteren door meer bescherming en inzicht te bieden, en schrijnende gevallen te voorkomen, onder andere door een vorm van restitutie in te voeren.
“Het nabestaandenpensioen moet verbeterd worden. Er komt meer bescherming voor nabestaanden en meer inzicht in de opgebouwde rechten. Ook moeten schrijnende gevallen gerichter voorkomen worden, omdat nabestaanden bijvoorbeeld niet weten dat ze niet meer verzekerd zijn of dat hun afgedragen pensioenpremies opeens niet meer voor hen beschikbaar zijn. Daarom wordt er onder andere een vorm van restitutie ingevoerd in het nabestaandenpensioen.”
De SGP wil dat mensen met zware beroepen via een gerichte en afgebakende regeling (RVU) eerder kunnen stoppen met werken.
“Door aanpassing van werkzaamheden of omscholing wordt ingespeeld op de situatie van werkenden met een zwaar beroep, die daardoor niet tot hun pensioen hetzelfde werk kunnen blijven uitoefenen. Ook blijft de mogelijkheid bestaan om vroegtijdig te stoppen met werk, via de regeling voor vervroegd uittreden (RVU), mits deze gericht en afgebakend vormgegeven wordt.”
BBB verzet zich tegen de nieuwe pensioenwet en wil het pensioenstelsel behouden als eigendom van de deelnemers, met meer transparantie, invloed en professioneel bestuur. De partij pleit voor het beschermen van de AOW, het beperken van uitvoeringskosten en het waarborgen van koopkrachtbehoud bij aanvullende pensioenen. BBB wil dat pensioenfondsen zich uitsluitend richten op een goed pensioenresultaat, zonder politieke of maatschappelijke doelen.
BBB is uitgesproken tegenstander van de nieuwe pensioenwet en de overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van deelnemers. Zij vinden dat het pensioen van de mensen zelf is en niet van overheid, fondsen of sociale partners.
“BBB was en blijft tegenstander van deze ingrijpende stelselwijziging en overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van de deelnemers. Pensioen is van de mensen zelf, niet van de overheid, fondsen of sociale partners.”
BBB wil dat pensioendeelnemers meer inzicht en invloed krijgen op hun pensioen, met een transparant overzicht van inleg, rendement en kosten. Besturen moeten bestaan uit onafhankelijke vakmensen, niet uit werkgevers en vakbonden.
“Pensioendeelnemers krijgen meer invloed op het beleggingsbeleid. Wie betaalt, bepaalt.”
“Pensioenfondsen worden voortaan bestuurd door onafhankelijke vakmensen met kennis van zaken. BBB wil af van het bestuursmodel, waarbij werkgevers en vakbonden elkaar in evenwicht moeten houden.”
“hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
BBB wil dat pensioenfondsen zich uitsluitend richten op het behalen van een goed pensioenresultaat, zonder afleiding door politieke of maatschappelijke doelen. Uitvoeringskosten moeten worden genormeerd en gemaximeerd.
“Pensioenfondsen mogen geen politieke of maatschappelijke doelen nastreven die afleiden van het doel van de pensioeninleg: een goed beleggingsresultaat dat leidt tot een goed pensioen.”
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
BBB wil de AOW beschermen tegen extra belasting en de koppeling aan het minimumloon behouden. Ook wil de partij onderzoeken of deeltijd-AOW mogelijk kan worden gemaakt.
“De AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
“Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
BBB wil dat het behoud van koopkracht weer het uitgangspunt wordt bij aanvullende pensioenen en dat de nieuwe pensioenwet hierop wordt aangepast.
“De koopkracht van aanvullende pensioenen via de werkgever wordt weer het uitgangspunt, niet een sluitpost. De nieuwe pensioenwet passen we aan zodat pensioenuitvoerders makkelijker kunnen sturen op koopkrachtbehoud.”
JA21 is kritisch over de nieuwe Wet toekomst pensioenen, maar richt zich nu op het waarborgen van een solide, transparant en rechtvaardig pensioenstelsel voor alle generaties. De partij wil streng toezicht op de invoering van de nieuwe wet, snelle en volledige compensatie voor gedupeerden, eenvoudige regels en communicatie, en het mogelijk maken van deeltijdwerken met behoud van pensioen. Pensioenfondsen moeten zich uitsluitend richten op een welvaartsvast pensioen en geen risicovolle, activistische beleggingen doen.
JA21 accepteert de nieuwe pensioenwet, ondanks eerdere tegenstand, en wil nu vooral dat de uitvoering eerlijk, transparant en solide verloopt. De partij benadrukt het belang van toezicht, heldere communicatie en het waarborgen van solidariteit tussen generaties.
“Streng toezicht bij invoering en de uitvoering van de nieuwe pensioenwetgeving.”
“Wij zien erop toe dat invaarplannen zorgvuldig zijn en dat het stelsel betrouwbaar blijft voor huidige en toekomstige generaties. Met heldere regels, transparante uitvoering en oog voor solidariteit bouwen we aan een nieuw pensioenstelsel dat rechtvaardig en toekomstbestendig is.”
“Eenvoudige regels, begrijpelijke communicatie en behoud van solidariteit voor alle generaties.”
JA21 wil dat eventuele compensatie als gevolg van de stelselwijziging snel, volledig en zonder omwegen bij de juiste mensen terechtkomt. Transparante en begrijpelijke informatie voor deelnemers is essentieel.
De partij vindt dat pensioenfondsen zich moeten beperken tot hun kerntaak: het realiseren van een welvaartsvast pensioen. Risicovolle of activistische beleggingen die andere belangen dienen, worden afgewezen.
“Pensioenfondsen moeten zich daarnaast richten op hun kerntaak: een welvaartsvast pensioen realiseren. Risicovolle, activistische beleggingen die andere belangen dienen, horen daar niet bij.”
JA21 wil meer flexibiliteit voor deelnemers, zoals de mogelijkheid om bij pensionering tot 10% van het ouderdomspensioen in één keer op te nemen en deeltijdwerken met behoud van pensioen.
Het CDA steunt het nieuwe pensioenstelsel waarin collectief sparen en beleggen centraal blijft staan, met meer transparantie en een sterkere positie voor deelnemers. De partij wil de AOW ongemoeid laten als basispensioen en zet in op betere informatievoorziening, persoonlijk pensioenadvies en bewustwording, vooral voor jongeren en deeltijdwerkers.
Het CDA ondersteunt het nieuwe pensioenstelsel waarin collectief sparen en beleggen behouden blijft, maar met meer transparantie en duidelijkheid over de opbouw. Ze willen dat jongeren meer pensioen opbouwen en dat de positie van deelnemers wordt versterkt. Ook wordt bewustwording over pensioenopbouw gestimuleerd, vooral bij deeltijdwerkers en jongeren.
“In het nieuwe pensioenstelsel blijven we collectief sparen en beleggen. Pensioenuitkeringen voor gepensioneerden kunnen eerder stijgen en kunnen stabieler zijn dan in het oude stelsel. Jongeren bouwen meer pensioen op en het is veel duidelijker hoeveel dat is.”
“We willen de positie van deelnemers versterken en wil verkennen hoe het bestuur van pensioenfondsen eruit moet zien.”
“Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten. Zo stimuleren we dat mensen al op jonge leeftijd bewust worden van het inkomen nu en later, en zo ook later financieel weerbaar worden.”
Het CDA beschouwt de AOW als het fundament van het pensioenstelsel en wil deze regeling ongemoeid laten. Ze benadrukken het belang van eenvoud en toekomstbestendigheid van de AOW, en willen de leefvormen vereenvoudigen om onnodige controles te voorkomen.
Het CDA wil dat mensen beter geïnformeerd worden over hun pensioenkeuzes, onder andere via persoonlijk pensioenadvies bij de werkgever. Daarnaast stimuleren ze vrijwillig langer doorwerken na de pensioendatum.
D66 wil het pensioenstelsel hervormen zodat het meer keuzevrijheid en zekerheid biedt, met verplichte pensioenopbouw voor iedereen, inclusief zelfstandigen. Ze pleiten voor flexibiliteit in opbouwmomenten en meer inspraak over beleggingen van pensioenfondsen. Het doel is dat iedereen voldoende pensioen opbouwt om later van te kunnen rondkomen.
D66 wil dat iedereen verplicht pensioen opbouwt, omdat nu veel werkenden te weinig pensioen opbouwen. Hierbij houden ze rekening met de haalbaarheid voor beginnende ondernemers. Dit moet voorkomen dat mensen later onvoldoende inkomen hebben.
“Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers.”
“Op dit moment bouwt een grote groep werkende mensen niet genoeg pensioen op om later van te kunnen rondkomen. Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers.”
D66 wil dat mensen hun pensioen flexibeler kunnen opbouwen, zodat ze dit kunnen doen in periodes waarin ze daar geld voor hebben. Ook willen ze dat mensen meer inspraak krijgen over het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds.
“Ook wil D66 dat mensen hun pensioen flexibel kunnen opbouwen, zodat je dat kunt doen in de periode van je leven waarin je daar geld voor hebt.”
“Daarnaast verbeteren we de wijze waarop mensen mee kunnen praten over hoe hun pensioenfonds het geld belegt.”
“D66 bouwt verder aan een pensioenstelsel dat mensen keuzevrijheid én zekerheid voor later geeft.”
D66 wil het mogelijk maken dat mensen na hun AOW-leeftijd (gedeeltelijk) kunnen blijven doorwerken, als zij dat willen. Dit vergroot de keuzevrijheid rond pensionering.
“Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
BIJ1 wil het pensioenstelsel socialer en eerlijker maken, zodat niemand na de AOW-leeftijd noodgedwongen hoeft door te werken en mensen met zware beroepen eerder kunnen stoppen. Ze pleiten voor hogere AOW en aanvullende pensioenen, afschaffing van de RVU-heffing voor zware beroepen, en soepelere regels voor ouderen met een migratieachtergrond. Hun visie is gericht op bestaanszekerheid en het bestrijden van ongelijkheid in het pensioenstelsel.
BIJ1 vindt dat het pensioenstelsel mensen voldoende bestaanszekerheid moet bieden, zodat niemand na de AOW-leeftijd hoeft door te werken. Ze willen de AOW en aanvullende pensioenen verhogen en koppelen aan het minimumloon, zodat deze meestijgen met de lonen.
BIJ1 erkent dat mensen in zware beroepen gemiddeld korter leven en wil hen de mogelijkheid geven eerder te stoppen met werken. Ze willen de RVU-heffing volledig afschaffen, zodat cao’s betere afspraken kunnen maken over vroegpensioen.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
BIJ1 wil de regels voor de aanvullende inkomensondersteuning (AIO) versoepelen, zodat ouderen met een migratieachtergrond minder last hebben van het AOW-gat.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
BIJ1 wil dat mensen die intensief mantelzorg verlenen of ander onbetaald werk doen, ook pensioenrechten opbouwen, om zo hun sociale waarde te erkennen.
“Mensen die intensief (mantel)zorg bieden, worden financieel gecompenseerd met een inkomen en opbouw van WW- en pensioenrechten.”
De SP wil het pensioenstelsel grondig hervormen door de recente "casinopensioenwet" zoveel mogelijk terug te draaien en een nieuwe, eerlijkere pensioenwet in te voeren. Ze pleiten voor een lagere AOW-leeftijd (65 jaar), koppeling van de AOW aan het minimumloon, en collectieve pensioenoplossingen voor zzp’ers. De kern van hun visie is dat iedereen na een werkzaam leven recht heeft op een goed en zeker pensioen, zonder armoede of onzekerheid.
De SP vindt het huidige pensioenstelsel oneerlijk en wil de recente hervormingen (de "casinopensioenwet") grotendeels terugdraaien. Ze willen een nieuwe pensioenwet die zekerheid en koopkracht voor gepensioneerden garandeert. Dit adresseren ze als een fundamenteel probleem van bestaanszekerheid na het werkende leven.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug.”
De SP wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar en deze koppelen aan het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen en niemand in armoede hoeft te leven. Dit is bedoeld om de bestaanszekerheid van ouderen te vergroten en de koopkracht van gepensioneerden te versterken.
De SP wil dat zzp’ers recht krijgen op een collectief en publiek pensioen, zodat ook zij niet in armoede hoeven te leven na hun werkzame leven. Dit standpunt adresseert de groeiende groep zelfstandigen zonder pensioenopbouw.
“Zzp’ers hebben recht op pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkering. We moeten goed zorgen voor onze zzp’ers. Daarom gaan we collectief en publiek zorgen voor een oplossing, zodat zij zich kunnen verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en voor hun pensioen.”
De SP wil dat het nabestaandenpensioen behouden blijft, ook als iemand opnieuw gaat samenwonen of een nieuwe relatie krijgt. Dit voorkomt dat mensen bestaanszekerheid verliezen door veranderingen in hun persoonlijke situatie.
“Het nabestaandenpensioen is opgebouwd door de overledene en bedoeld als financiële zekerheid voor de partner die achterblijft. Die zekerheid moet blijven bestaan, ook als iemand besluit opnieuw samen te wonen of een nieuwe relatie krijgt.”
De VVD wil het nieuwe pensioenstelsel gecontroleerd invoeren, met meer keuzevrijheid en duidelijkheid voor deelnemers. Ze benadrukken een stabiel en betaalbaar pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren, met aandacht voor zware beroepen en het verminderen van pensioenbreuken door deeltijd en zorgtaken. De partij wil daarnaast dat de pensioenleeftijd meegroeit met de levensverwachting en dat gepensioneerden kunnen rekenen op een eerlijk en begrijpelijk pensioen.
De VVD wil het nieuwe pensioenstelsel zorgvuldig invoeren, zodat mensen duidelijkheid krijgen over hun pensioen en meer keuzevrijheid, bijvoorbeeld door de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. Ze willen bescherming tegen politieke activisme en streven naar een begrijpelijk en eerlijk pensioen voor gepensioneerden. Ook willen ze de pensioenbreuk door deeltijdwerk en zorgtaken verminderen door herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te vergemakkelijken.
“We voeren het nieuwe stelsel gecontroleerd in. Mensen krijgen duidelijkheid over hun pensioen en keuzevrijheid, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. We beschermen tegen politieke activisme. Gepensioneerden mogen erop rekenen dat hun pensioen begrijpelijk en eerlijk blijft. We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan.”
“We gaan de pensioenbreuk door deeltijd en zorg voor kinderen en ouderen verminderen door binnen de bestaande fiscale en juridische kaders de mogelijkheden voor herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te verbeteren en de benutting van bestaande opbouwruimte te vergemakkelijken.”
De VVD vindt dat de pensioenleeftijd moet meestijgen met de levensverwachting om het stelsel betaalbaar te houden. Tegelijkertijd willen ze oog houden voor kwetsbare groepen en zware beroepen, waarvoor een aparte regeling blijft bestaan.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen. We hebben oog voor de kwetsbare groepen en zware beroepen, waar een regeling voor blijft bestaan.”
“De VVD staat pal voor een stabiel pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren. En dat ook op lange termijn betaalbaar is door mee te stijgen met de levensverwachting. Daarbij steunen we de inspanningen van vakbonden en werkgevers om tot een fatsoenlijke vroegpensioenregeling voor zware beroepen te komen.”
De VVD wil dat zelfstandigen (zzp’ers) verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen pensioenvoorziening, met behoud van keuzevrijheid.
“Zzp’ers houden hun vrijheid, maar nemen ook verantwoordelijkheid door een voorziening voor pensioen en arbeidsongeschiktheid te treffen, met keuzevrijheid voor iedereen.”
Volt wil het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig maken door enerzijds te bouwen aan een pan-Europees pensioenstelsel als alternatief voor nationale systemen, en anderzijds het Nederlandse stelsel te monitoren en te verbeteren. Ze pleiten voor een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW en vinden de verplichtstelling van bedrijfstakpensioenfondsen belangrijk, mits deze eerlijk en evenwichtig is. Hun visie is gericht op solidariteit, eenvoud en grensoverschrijdende mobiliteit binnen Europa.
Volt ziet voordelen in een Europees pensioenstelsel dat het beste van nationale systemen combineert, om mobiliteit en solidariteit binnen de EU te bevorderen. Ze willen het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP) verder uitbouwen tot een volwaardig alternatief voor nationale stelsels.
“Volt streeft naar één pan-Europees pensioenstelsel waarin het beste van de verschillende Europese stelsels wordt gebundeld in één systeem. Dit is niet alleen positief voor alle werkenden en de bedrijven in de EU, maar het bevordert ook het vrije verkeer van personen en kweekt begrip en solidariteit tussen de landen. Het fundament is gelegd met het in 2022 geïntroduceerde Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP) en wat Volt betreft bouwen we dit alsnog uit tot een volwaardig alternatief voor de nationale pensioenstelsels.”
Volt erkent de recente hervormingen in Nederland en wil deze actief monitoren en waar nodig verbeteren, zodat de doelstellingen van de Wet toekomst pensioenen daadwerkelijk worden behaald.
“Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen heeft Nederland een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. Door de wet de komende jaren regelmatig te monitoren en verbeteringen en vereenvoudigingen aan te dragen, willen we er zeker van zijn dat de doelstellingen van die wet ook daadwerkelijk worden behaald.”
Volt stelt voor om een basispensioen voor alle werkenden in te voeren, aanvullend op de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners mogen bovenop dit minimum extra afspraken maken.
“We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners, werkgevers en beroepspensioenverenigingen mogen altijd méér afspreken dan het minimum.”
Volt erkent het belang van verplichte deelname aan bedrijfstakpensioenfondsen voor het succes van het Nederlandse stelsel, maar vindt dat de verplichtstelling logisch, evenwichtig en proportioneel moet zijn, met oog voor het belang van werkgevers.
“Voor veel bedrijfstakken vindt pensioenopbouw verplicht via pensioenfondsen plaats, de zogenaamde ‘bedrijfstakpensioenfondsen’ zoals het ABP voor de overheid en PFZW voor zorg en welzijn. Deze verplichting is een belangrijke pijler onder het succes van het Nederlandse pensioenstelsel. Het belang van werkgevers moet daarbij echter niet uit het oog verloren worden. Volt vindt daarom dat verplichtstelling logisch, evenwichtig en naar verhouding moet zijn.”
Volt wil de belasting op pensioenvermogen eerlijker maken, omdat vermogensongelijkheid volgens hen vooral uit woon- en pensioenvermogen voortkomt.
“We gaan vermogen afkomstig uit pensioenen en woningen rechtvaardiger belasten. Onderzoekers en deskundigen geven al jaren aan dat vermogensongelijkheid voornamelijk afkomstig is uit de scheve verdeling van woon- en pensioenvermogen.”
De Partij voor de Dieren wil het pensioenstelsel democratiseren door werknemers meer zeggenschap te geven over pensioenfondsen en investeringen. Daarnaast pleit de partij voor een eerlijkere en flexibelere AOW, met een hogere uitkering en meer keuzevrijheid in pensioenleeftijd, vooral voor mensen met zware beroepen of een klein aanvullend pensioen.
De PvdD vindt dat werknemers meer invloed moeten krijgen op hoe hun pensioenpremies worden belegd en op het beloningsbeleid van pensioenbeheerders. Dit moet het pensioenstelsel democratischer en transparanter maken, en zorgen dat pensioengelden maatschappelijk verantwoord worden beheerd.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
De partij wil dat de AOW wordt aangepast zodat mensen met zware beroepen vanaf 65 jaar AOW kunnen ontvangen, en dat er meer keuzevrijheid komt voor een flexibele pensioenleeftijd of deeltijdpensioen. Ook moet de AOW-uitkering omhoog, vooral ten gunste van mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.
“De AOW wordt eerlijker. Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
De PvdD wil dat flexwerkers toegang krijgen tot pensioenopbouw via een landelijk fonds, gefinancierd door de bedrijven die flexwerkers inhuren. Dit moet de ongelijkheid tussen vaste en flexibele arbeidskrachten op pensioengebied verkleinen.
“Zolang er sprake is van flexwerk, komt er een landelijk fonds voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioenen, betaald door de bedrijven die flexwerkers inhuren.”
De ChristenUnie wil het collectieve pensioenstelsel behouden en steunt de hervormingen uit de Wet toekomst pensioenen, mits solidariteit en collectiviteit centraal blijven staan. Ze benadrukken het belang van transparante communicatie tijdens de transitie en willen de uitvoering van de AOW vereenvoudigen. Daarnaast pleiten ze voor het strenger handhaven van de Wet normering topinkomens bij pensioenfondsen.
De ChristenUnie vindt het Nederlandse pensioenstelsel waardevol vanwege de bescherming tegen armoede voor ouderen. Ze steunen de hervorming naar het nieuwe stelsel, zolang solidariteit en collectiviteit de basis blijven, en willen dat de overgang transparant en duidelijk verloopt om draagvlak te behouden.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede. Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel. Voor het behoud van draagvlak tijdens de transitie is het belangrijk om transparant te communiceren en onduidelijkheden zo snel mogelijk weg te nemen.”
De partij wil de uitvoering van de AOW eenvoudiger maken, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen, om zo het systeem toegankelijker en minder bureaucratisch te maken.
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
De ChristenUnie wil dat de Wet normering topinkomens (Wnt) strenger wordt gehandhaafd en ook van toepassing wordt op pensioenfondsen en -uitvoerders, om buitensporige beloningen te voorkomen.
“De Wet normering topinkomens (Wnt) moet strakker gehandhaafd worden en ook van toepassing worden op semi-publieke sectoren zoals pensioenfondsen (en -uitvoerders), overheidsbedrijven, de gehele gezondheidszorg en alle staatsdeelnemingen.”
GroenLinks-PvdA wil het pensioenstelsel versterken door de AOW-uitkering te verhogen en deze te koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben. Daarnaast willen ze dat werkgevers verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en dat zelfstandigen vanaf dag één pensioen opbouwen. Het doel is een eerlijk en toekomstbestendig pensioen voor iedereen, met speciale aandacht voor goed bestuur en het tegengaan van misstanden.
GroenLinks-PvdA wil de bestaanszekerheid van ouderen verbeteren door de AOW-uitkering te verhogen en deze te koppelen aan het minimumloon. Hiermee willen ze voorkomen dat ouderen in armoede raken en zorgen voor een onbezorgde oude dag.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
De partij vindt dat iedereen recht heeft op een goed pensioen, ongeacht het type werk. Daarom moeten werkgevers verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en moeten zelfstandigen vanaf het begin pensioen opbouwen. Dit moet het pensioenstelsel eerlijker en toekomstbestendiger maken.
“Werkgevers moeten verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en zelfstandigen gaan ook vanaf dag één pensioen opbouwen.”
Om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herstellen en te behouden, wil GroenLinks-PvdA slecht bestuur bij pensioenfondsen aanpakken. Dit moet ervoor zorgen dat het pensioenstelsel ook voor toekomstige generaties goed blijft functioneren.
“We zorgen dat een goed pensioen ook voor nieuwe generaties beschikbaar is en pakken slecht bestuur aan.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen of uitspraken over het pensioenstelsel zelf. Er worden geen standpunten ingenomen over de opbouw, hoogte, hervorming of toekomst van het pensioenstelsel, noch over pensioengerechtigde leeftijd, pensioenfondsen (behalve eenmalig over beleggingen), of de positie van gepensioneerden. Het pensioenstelsel wordt niet inhoudelijk behandeld.
Het enige dat in de buurt komt van het pensioenstelsel betreft een oproep aan pensioenfondsen om beleggingen in Israëlische organisaties af te stoten. Dit is geen standpunt over het pensioenstelsel zelf, maar over het beleggingsbeleid van pensioenfondsen.
“Pensioenfondsen stoten hun beleggingen in 'Israëlische' organisaties per direct af.”
Het PVV-verkiezingsprogramma bevat geen concrete voorstellen of standpunten over het pensioenstelsel zelf. Het enige relevante voorstel betreft het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar, waarmee de partij zich uitspreekt voor een eerdere toegang tot het staatspensioen. Over het bredere pensioenstelsel, aanvullende pensioenen of hervormingen daarvan wordt niet gesproken.
De PVV wil de AOW-leeftijd weer verlagen naar 65 jaar, zodat mensen eerder recht krijgen op het staatspensioen. Dit voorstel is bedoeld om ouderen tegemoet te komen en hen niet langer te laten doorwerken tot een hogere leeftijd. Over andere onderdelen van het pensioenstelsel, zoals aanvullende pensioenen of het pensioenfondsensysteem, wordt geen standpunt ingenomen.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”