50PLUS wil het pensioensparen beschermen en verbeteren door meer zeggenschap en transparantie voor gepensioneerden te eisen, kosten te begrenzen en indexatie te waarborgen. Ze pleiten voor concrete aanpassingen in de Wet Toekomst Pensioenen, zoals het recht op inhaalindexatie, keuzevrijheid tussen vaste en variabele uitkeringen, en het oplossen van valkuilen in het nabestaandenpensioen. Hun visie is gericht op eerlijkheid, koopkrachtbehoud en het voorkomen van nadelige gevolgen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
50PLUS vindt dat gepensioneerden en deelnemers meer inspraak en controle moeten krijgen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit moet voorkomen dat hun belangen worden geschaad en dat het proces eerlijk en transparant verloopt.
“Inspraak van deelnemers en gepensioneerden voor de overgang naar het nieuwe stelsel wordt goed geregeld.”
“Pensioenfondsen verstrekken deelnemers en gepensioneerden rechtsgeldige documenten waarmee zij kunnen controleren of het invaren correct en eerlijk verloopt.”
“Het hoorrecht en de zeggenschap van gepensioneerden wordt beter ingebed én uitgebreid in het transitietraject.”
50PLUS wil dat de kosten van de Wet Toekomst Pensioenen worden begrensd en dat indexatie van pensioenen prioriteit krijgt, zodat de koopkracht van gepensioneerden behouden blijft.
50PLUS pleit voor reële keuzevrijheid tussen vaste en variabele pensioenuitkeringen en het recht op inhaalindexatie, zodat gepensioneerden niet worden benadeeld door het nieuwe stelsel.
“Er komt reële zeggenschap over de keuze tussen een vaste en variabele uitkering voor gepensioneerden in de vorm van een opt-out.”
“Het recht op inhaalindexatie blijft bestaan en wordt in de wet Toekomst Pensioenen opgenomen.”
“Het overrendement voor gepensioneerden wordt in één jaar uitgekeerd en niet uitgesmeerd over meerdere jaren.”
50PLUS wil dat het nieuwe stelsel geen gaten laat vallen in het nabestaandenpensioen en dat wetgeving rond pensioen bij scheiding snel wordt ingevoerd om onzekerheid weg te nemen.
“De valkuilen in het nu geregelde nabestaandenpensioen (als je uit dienst gaat is nabestaandenpensioen niet meer verzekerd in het nieuwe stelsel) verdwijnen. Dus: geen gaten voor wat betreft het nabestaandenpensioen.”
“De wetgeving pensioen bij scheiding wordt zo snel mogelijk ingevoerd om de bestaande grote onzekerheid op te heffen.”
FVD wil het Nederlandse pensioensysteem behouden als een solide, transparant en eerlijk stelsel, waarbij het rendement voor deelnemers centraal staat en politieke beïnvloeding wordt uitgesloten. Ze pleiten voor het intrekken van de nieuwe Pensioenwet, meer zeggenschap voor deelnemers, het structureel indexeren van pensioenen en het verbieden van politieke beleggingen door pensioenfondsen. De partij verzet zich tegen verplichte pensioenopbouw voor ZZP’ers en wil dat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.
FVD wil de nieuwe Pensioenwet intrekken omdat deze volgens hen solidariteit uitholt en deelnemers opzadelt met onzekerheid en risico’s. Ze willen het huidige stelsel behouden om stabiliteit en zekerheid te waarborgen.
FVD vindt dat de belangen van pensioendeelnemers centraal moeten staan. Ze willen de macht van vakbonden en werkgevers beperken en deelnemers meer invloed geven in pensioenbesturen.
“We versterken de positie van pensioendeelnemers in de besturen en beperken de macht van vakbonden en werkgevers, zodat de belangen van deelnemers écht centraal staan.”
“Daarbij moeten deelnemers – de echte belanghebbenden – meer zeggenschap krijgen in pensioenbesturen, terwijl de macht van vakbonden en werkgeversorganisaties wordt teruggedrongen.”
FVD wil dat pensioenen structureel worden geïndexeerd aan de inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
“Pensioenen moeten structureel worden geïndexeerd, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen eindelijk krijgen waar zij recht op hebben (en zelf voor hebben gespaard!).”
FVD wil dat pensioenfondsen uitsluitend beleggen voor maximaal rendement en niet op basis van politieke agenda’s zoals duurzaamheid of klimaat.
FVD wil dat pensioenfondsen efficiënter worden beheerd, met lagere uitvoeringskosten en hoger rendement, zodat het spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.
“We zorgen voor hoger rendement en lagere uitvoeringskosten bij pensioenfondsen, zodat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.”
FVD is tegen verplichte pensioenregelingen voor ZZP’ers en wil dat zij zelf kunnen beslissen hoe ze hun geld besteden.
“We dwingen ZZP’ers niet om pensioen- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen af te sluiten, zodat ze zelf kunnen beslissen hoe ze hun geld besteden.”
BVNL wil maximale keuzevrijheid en flexibiliteit in het pensioensparen: deelnemers moeten zelf kunnen kiezen of ze in het oude of nieuwe stelsel blijven, hun pensioenuitvoerder selecteren en hun beleggingsstrategie bepalen. Het huidige verplichte, sectorale systeem wordt als achterhaald gezien; BVNL pleit voor individuele zeggenschap, transparantie en bescherming van pensioenrechten. De partij wil een opt-out bij de transitie naar het nieuwe stelsel en volledige erkenning van pensioenrechten als eigendom.
BVNL vindt dat het huidige pensioenstelsel te weinig keuzevrijheid biedt en te veel risico’s bij deelnemers legt zonder voldoende zeggenschap. Ze willen dat mensen zelf kunnen kiezen tussen het oude en nieuwe stelsel, hun pensioenuitvoerder selecteren en invloed hebben op hun beleggingsbeleid. Dit moet het systeem eerlijker, transparanter en toekomstbestendiger maken.
“Meer keuzevrijheid en flexibiliteit. Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Vrije keuze in pensioenuitvoerder. Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
“Persoonlijke beleggingsstrategie. Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
BVNL beschouwt de verplichte deelname aan sectorale pensioenfondsen als achterhaald en wil deze verplichtstelling opheffen. Ze vinden dat het huidige systeem te veel in het belang van de sector is en niet van de deelnemers en ondernemers.
“De huidige Wet toekomst pensioenen (Wtp) voert geen echte hervorming door en houdt de achterhaalde verplichtstelling aan sector-pensioenfondsen in stand.”
“Wij pleiten voor een systeem waarin deelnemers niet verplicht zijn deel te nemen aan een quasi beleggingsfonds waarin ze alle risico's dragen maar nauwelijks zeggenschap hebben.”
“BVNL wil afschaffing van de sectorale indeling. De huidige sectorale indeling van pensioenfondsen is achterhaald en leidt tot onduidelijke werkingssfeerbepalingen.”
BVNL wil dat pensioenrechten volledig worden erkend als onvervreemdbare eigendomsrechten, met nationale en internationale rechtsbescherming. Ze eisen transparante communicatie over de gevolgen van de stelselwijziging en een opt-out bij het overzetten van oude rechten.
“BVNL wil bescherming van het eigendomsrecht, in casu volledige erkenning van pensioenrechten als onvervreemdbare Nederlandse eigendomsrechten en volledige nationale en internationale rechtsbescherming.”
“BVNL wil een opt-out bij invaren. Deelnemers krijgen de mogelijkheid om hun oude pensioenrechten te behouden.”
“Er moet duidelijk en eerlijk uitgelegd worden wat de gevolgen zijn van de overgang naar het nieuwe stelsel en er moet een pensioenoverzicht komen waar je rechten aan kunt ontlenen.”
JA21 wil dat het Nederlandse pensioenstelsel zich richt op zekerheid, eenvoud en solidariteit, waarbij risicovolle en activistische beleggingen worden uitgesloten. Ze pleiten voor streng toezicht op de nieuwe pensioenwetgeving, snelle en volledige compensatie bij veranderingen, en de mogelijkheid om een deel van het pensioen ineens op te nemen.
JA21 is kritisch over de nieuwe pensioenwet, maar wil nu vooral zorgen voor een betrouwbare uitvoering, duidelijke communicatie en snelle compensatie voor deelnemers. Het doel is een rechtvaardig, toekomstbestendig stelsel met behoud van solidariteit tussen generaties.
“Streng toezicht bij invoering en de uitvoering van de nieuwe pensioenwetgeving.”
“Zekerheid dat compensatie snel, volledig en zonder omwegen bij de juiste mensen terechtkomt.”
“Eenvoudige regels, begrijpelijke communicatie en behoud van solidariteit voor alle generaties.”
“We zetten ons in om te waarborgen dat alle deelnemers krijgen waar ze recht op hebben, met solide compensatie wanneer dat nodig is en duidelijke informatie over hun pensioen.”
“Wij zien erop toe dat invaarplannen zorgvuldig zijn en dat het stelsel betrouwbaar blijft voor huidige en toekomstige generaties.”
JA21 vindt dat pensioenfondsen zich uitsluitend moeten richten op het realiseren van een welvaartsvast pensioen en niet op risicovolle of activistische beleggingen die andere belangen dienen.
“Pensioenfondsen moeten zich daarnaast richten op hun kerntaak: een welvaartsvast pensioen realiseren. Risicovolle, activistische beleggingen die andere belangen dienen, horen daar niet bij.”
JA21 wil deelnemers meer keuzevrijheid geven door het mogelijk te maken tot 10% van het ouderdomspensioen in één keer op te nemen en deeltijdpensioen te faciliteren.
NSC wil het Nederlandse pensioensysteem versterken door de koopkracht van pensioenen beter te beschermen, het aantal mensen zonder aanvullend pensioen te verkleinen en de wetgeving rondom aanvullende pensioenen te vereenvoudigen. Ze pleiten voor meer transparantie, lagere kosten en een realistischere benadering van pensioenbeheer, met bijzondere aandacht voor inflatierisico en het belang van een solide AOW als basis. NSC is kritisch op Europese inmenging en wil dat pensioenfondsen zelf bepalen waar ze beleggen.
NSC vindt dat de koopkracht van aanvullende pensioenen onvoldoende beschermd is tegen inflatie, waardoor gepensioneerden in de praktijk steeds minder te besteden hebben. Ze willen wettelijke maatregelen om de koopkracht van pensioenen beter te waarborgen en het aantal mensen zonder aanvullend pensioen terugdringen.
“Bestaanszekerheid vraagt om een koopkrachtig pensioen. De AOW heeft haar koopkracht behouden door de koppeling aan de lonen. Maar dat geldt niet voor de aanvullende pensioenen. Gepensioneerden met een aanvullend pensioen zagen hun uitkering jarenlang niet stijgen en soms zelfs dalen. Het is hoog tijd om hun koopkracht structureel te verbeteren.”
“Nieuw Sociaal Contract wil daarom dat in wetgeving veel beter op koopkracht wordt gestuurd zodat gepensioneerden een eerlijk pensioen krijgen.”
“We willen het aantal mensen dat nauwelijks of geen aanvullend pensioen opbouwt terugdringen.”
NSC erkent inflatie als een groot risico voor gepensioneerden en wil dat het nieuwe pensioenstelsel hier beter op stuurt, onder meer door het inzetten van een solidariteitsreserve.
“Inflatierisico is één van de grootste risico’s voor gepensioneerden. Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve.”
NSC wil af van een te wiskundige en complexe benadering van pensioenbeheer. Ze pleiten voor simpelere wetgeving, meer open normen, transparantie over kosten en wettelijke grenzen aan beheers- en beleggingskosten.
“De wetgeving voor aanvullende pensioenen moet simpeler en minder ‘blind’ op wiskundige modellen sturen. Geen modellenwerkelijkheid maar een realistische benadering dus: meer open normen om ook met onvoorziene omstandigheden om te gaan.”
“Pensioenfondsen moeten transparanter zijn en deelnemers volledig inzicht geven in de totale kosten. Na de overgang naar het nieuwe stelsel stellen we duidelijke grenzen aan hoeveel beheers- en beleggingskosten een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren.”
NSC verzet zich tegen Europese plannen om Nederlandse pensioenfondsen te gebruiken voor investeringen elders in Europa. Ze willen dat fondsen zelf bepalen waar ze beleggen, in het belang van rendement en een goed pensioen.
“Brussel mag de Nederlandse pensioenfondsen niet als geldmachine voor investeringen in Europa gebruiken in het kader van de Europese Spaar- en Investeringsunie. Pensioenfondsen moeten zelf de keuze houden waar ze het kapitaal van deelnemers beleggen, om rendement en een goed pensioen te kunnen beschermen.”
BBB vindt dat pensioensparen primair in dienst moet staan van een goed pensioen voor de deelnemers, zonder afleiding door politieke of maatschappelijke doelen. Ze willen meer transparantie, lagere uitvoeringskosten, meer invloed voor deelnemers en onafhankelijk bestuur bij pensioenfondsen, en zijn tegen de huidige stelselwijziging waarbij pensioenrechten zonder instemming worden overgedragen.
BBB stelt dat het doel van pensioensparen een goed pensioen is, en dat pensioenfondsen zich niet moeten laten leiden door politieke of maatschappelijke agenda’s. Ze willen dat het beleggingsbeleid uitsluitend gericht is op rendement voor de deelnemers.
“Pensioenfondsen mogen geen politieke of maatschappelijke doelen nastreven die afleiden van het doel van de pensioeninleg: een goed beleggingsresultaat dat leidt tot een goed pensioen.”
BBB wil dat deelnemers precies kunnen zien wat er met hun pensioengeld gebeurt, en dat de kosten van pensioenuitvoerders worden beperkt zodat er meer geld overblijft voor het pensioen zelf.
“hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
BBB wil dat pensioendeelnemers meer invloed krijgen op het beleggingsbeleid en dat pensioenfondsen bestuurd worden door onafhankelijke vakmensen, niet door werkgevers en vakbonden.
“Pensioendeelnemers krijgen meer invloed op het beleggingsbeleid. Wie betaalt, bepaalt.”
“Pensioenfondsen worden voortaan bestuurd door onafhankelijke vakmensen met kennis van zaken. BBB wil af van het bestuursmodel, waarbij werkgevers en vakbonden elkaar in evenwicht moeten houden.”
BBB is tegen de huidige stelselwijziging waarbij pensioenrechten zonder instemming van de deelnemers worden overgedragen, en benadrukt dat pensioen van de mensen zelf is.
“BBB was en blijft tegenstander van deze ingrijpende stelselwijziging en overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van de deelnemers. Pensioen is van de mensen zelf, niet van de overheid, fondsen of sociale partners.”
Het CDA wil het collectieve karakter van pensioensparen behouden binnen het nieuwe pensioenstelsel, met meer transparantie en een sterkere positie voor deelnemers. Ze zetten in op betere informatievoorziening, persoonlijk pensioenadvies via werkgevers, en bewustwording over pensioenopbouw, vooral voor jongeren, deeltijdwerkers en zelfstandigen.
Het CDA kiest ervoor om het collectieve sparen en beleggen in het nieuwe pensioenstelsel te behouden, met als doel stabielere en eerder stijgende uitkeringen en meer transparantie voor deelnemers. Ze willen dat jongeren meer pensioen opbouwen en dat het duidelijker wordt hoeveel pensioen iemand opbouwt.
“In het nieuwe pensioenstelsel blijven we collectief sparen en beleggen. Pensioenuitkeringen voor gepensioneerden kunnen eerder stijgen en kunnen stabieler zijn dan in het oude stelsel. Jongeren bouwen meer pensioen op en het is veel duidelijker hoeveel dat is.”
Het CDA wil dat mensen beter geïnformeerd worden over hun pensioen, onder andere door persoonlijk pensioenadvies via de werkgever en informatiecampagnes. Dit moet mensen helpen bij keuzes over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken, en vooral jongeren en deeltijdwerkers bewust maken van hun pensioenopbouw.
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
“Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten. Zo stimuleren we dat mensen al op jonge leeftijd bewust worden van het inkomen nu en later, en zo ook later financieel weerbaar worden.”
Het CDA wil de positie van deelnemers binnen pensioenfondsen versterken en onderzoekt hoe het bestuur van pensioenfondsen eruit moet zien, zodat deelnemers meer invloed krijgen op hun eigen pensioensparen.
“Het CDA wil de positie van deelnemers versterken en wil verkennen hoe het bestuur van pensioenfondsen eruit moet zien.”
D66 wil pensioenopbouw verplicht stellen voor alle werkenden, met speciale aandacht voor de haalbaarheid voor beginnende ondernemers. Daarnaast pleit de partij voor meer flexibiliteit in het opbouwen van pensioen en meer inspraak van deelnemers in het beleggingsbeleid van pensioenfondsen.
D66 constateert dat veel werkenden onvoldoende pensioen opbouwen en wil daarom pensioenopbouw verplicht stellen, met oog voor de positie van beginnende ondernemers. Dit moet voorkomen dat mensen later te weinig inkomen hebben en de solidariteit in het pensioenstelsel versterken.
“Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers.”
“Op dit moment bouwt een grote groep werkende mensen niet genoeg pensioen op om later van te kunnen rondkomen. Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers.”
D66 wil dat mensen hun pensioen flexibeler kunnen opbouwen, zodat ze kunnen sparen in periodes dat het financieel uitkomt. Daarnaast moeten deelnemers meer invloed krijgen op het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds.
De VVD wil mensen meer keuzevrijheid en duidelijkheid geven over hun pensioen, met nadruk op een persoonlijk en eerlijk pensioenstelsel. Ze pleiten voor het gecontroleerd invoeren van het nieuwe pensioenstelsel, het aantrekkelijker maken van doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd, en het vergemakkelijken van pensioenopbouw, vooral bij deeltijdwerk en zorgverantwoordelijkheden. Daarnaast wil de VVD geen belastingverhogingen op spaargeld, waaronder pensioensparen, en streven ze naar belasting op alleen daadwerkelijk gerealiseerd rendement.
De VVD vindt dat mensen meer vrijheid moeten krijgen in de inrichting van hun pensioen en wanneer ze met pensioen willen gaan. Ze willen het nieuwe pensioenstelsel gecontroleerd invoeren, zorgen voor begrijpelijkheid en eerlijkheid, en het aantrekkelijker maken om door te werken na de pensioengerechtigde leeftijd. Ook willen ze pensioenbreuken door deeltijdwerk en zorgtaken verminderen door herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te vergemakkelijken.
“Mensen krijgen duidelijkheid over hun pensioen en keuzevrijheid, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. ... We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan. Dit doen wij door werken voor iedereen, dus ook pensioengerechtigden, aantrekkelijker te maken. We gaan de pensioenbreuk door deeltijd en zorg voor kinderen en ouderen verminderen door binnen de bestaande fiscale en juridische kaders de mogelijkheden voor herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te verbeteren en de benutting van bestaande opbouwruimte te vergemakkelijken.”
De VVD wil geen belastingverhogingen op spaargeld, waaronder pensioensparen, omdat hierover al belasting is betaald. Ze streven naar een belastingstelsel waarin alleen werkelijk gerealiseerd rendement wordt belast, en willen dat kosten kunnen worden afgetrokken zodat er niet over niet-behaald rendement belasting wordt geheven.
“Geen belastingverhogingen op spaargeld: Omdat er al belasting betaald is over geld waarvoor gewerkt is, wil de VVD geen verhogingen van de belastingen op sparen, beleggingen en overige bezittingen (box 3)...”
“We willen de wet waarmee alleen nog over werkelijk rendement belasting wordt betaald versneld invoeren...”
“We willen dat het mogelijk wordt om kosten af te trekken in de Wet tegenbewijsregeling, zodat er niet over niet-behaald rendement belasting wordt betaald.”
Volt wil het Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP) uitbouwen tot een volwaardig alternatief voor nationale pensioenstelsels en streeft uiteindelijk naar één pan-Europees pensioenstelsel. Daarnaast pleit Volt voor een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht, en wil het pensioenstelsel regelmatig monitoren en verbeteren om toekomstbestendigheid te waarborgen.
Volt ziet het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP) als een belangrijke stap richting een pan-Europees pensioenstelsel, dat het vrije verkeer van personen bevordert en solidariteit tussen landen vergroot. Volt wil PEPP verder ontwikkelen tot een volwaardig alternatief voor bestaande nationale pensioenregelingen.
“Het fundament is gelegd met het in 2022 geïntroduceerde Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP) en wat Volt betreft bouwen we dit alsnog uit tot een volwaardig alternatief voor de nationale pensioenstelsels.”
“Volt streeft naar één pan-Europees pensioenstelsel waarin het beste van de verschillende Europese stelsels wordt gebundeld in één systeem.”
Volt wil een basispensioen invoeren voor alle werkenden, aanvullend op de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners mogen bovenop dit minimum extra afspraken maken. Dit voorstel is bedoeld om de pensioenopbouw eerlijker en toegankelijker te maken voor iedereen op de arbeidsmarkt.
“We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners, werkgevers en beroepspensioenverenigingen mogen altijd méér afspreken dan het minimum.”
Volt erkent de recente hervormingen van het Nederlandse pensioenstelsel en wil deze de komende jaren actief monitoren en waar nodig verbeteren of vereenvoudigen. Dit moet ervoor zorgen dat het stelsel daadwerkelijk toekomstbestendig is en de beoogde doelen behaalt.
“Door de wet de komende jaren regelmatig te monitoren en verbeteringen en vereenvoudigingen aan te dragen, willen we er zeker van zijn dat de doelstellingen van die wet ook daadwerkelijk worden behaald.”
BIJ1 wil dat het pensioenstelsel zo wordt ingericht dat niemand na de AOW-leeftijd hoeft door te werken, met bijzondere aandacht voor mensen in zware beroepen en ouderen met een migratieachtergrond. Ze pleiten voor hogere AOW en aanvullende pensioenen, het afschaffen van de RVU-heffing voor eerder uittreden, en soepelere regels voor inkomensondersteuning bij een AOW-gat. De kern van hun visie is een rechtvaardig en toegankelijk pensioen voor iedereen, zonder dat mensen noodgedwongen moeten blijven werken.
BIJ1 vindt dat het pensioen en de AOW hoog genoeg moeten zijn zodat niemand na de pensioengerechtigde leeftijd hoeft te blijven werken. Dit moet armoede onder ouderen voorkomen en mensen in staat stellen waardig met pensioen te gaan.
“Wij willen dat AOW en aanvullend pensioen van zo een niveau zijn dat niemand noodgedwongen hoeft door te werken na de AOW-leeftijd.”
Voor mensen in zware beroepen wil BIJ1 het makkelijker maken om eerder te stoppen met werken door de RVU-heffing volledig af te schaffen. Dit erkent dat mensen in fysiek zware beroepen gemiddeld korter leven en eerder met pensioen moeten kunnen.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
BIJ1 wil dat ouderen met een migratieachtergrond makkelijker aanvullende inkomensondersteuning (AIO) kunnen krijgen als zij een AOW-gat hebben, om zo armoede in deze groep te bestrijden.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
De ChristenUnie wil het collectieve pensioenstelsel behouden en benadrukt het belang van solidariteit en collectiviteit bij de hervorming van het pensioenstelsel. Ze pleiten voor transparantie tijdens de transitie naar het nieuwe stelsel en willen de uitvoering van de AOW waar mogelijk vereenvoudigen.
De ChristenUnie vindt het Nederlandse pensioenstelsel waardevol vanwege de bescherming tegen armoede die het biedt, en wil dat solidariteit en collectiviteit de basis blijven vormen bij de hervormingen. Ze zien transparante communicatie als essentieel om het draagvlak te behouden tijdens de overgang naar het nieuwe stelsel.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede.”
“Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel. Voor het behoud van draagvlak tijdens de transitie is het belangrijk om transparant te communiceren en onduidelijkheden zo snel mogelijk weg te nemen.”
De ChristenUnie wil de uitvoering van de AOW eenvoudiger maken, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen, om zo het systeem toegankelijker en begrijpelijker te maken.
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
GroenLinks-PvdA wil pensioensparen voor iedereen toegankelijk en verplicht maken, met bijzondere aandacht voor zelfstandigen. Ze pleiten voor een verplicht pensioen vanaf dag één voor zelfstandigen en willen werkgevers verplichten een goede pensioenregeling aan te bieden, zodat iedereen verzekerd is van een fatsoenlijk pensioen.
GroenLinks-PvdA wil dat zelfstandigen vanaf het begin pensioen opbouwen en dat werkgevers verplicht worden een goede pensioenregeling aan te bieden. Dit moet voorkomen dat mensen zonder voldoende pensioen komen te zitten en zorgt voor meer zekerheid op de oude dag, ook voor nieuwe generaties.
“Werkgevers moeten verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en zelfstandigen gaan ook vanaf dag één pensioen opbouwen.”
Naast aanvullend pensioensparen wil GroenLinks-PvdA de AOW-uitkering verhogen en koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben, ook als hun pensioenopbouw beperkt is geweest.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
De partij benadrukt het belang van een goed pensioen voor toekomstige generaties en wil slecht bestuur bij pensioenfondsen aanpakken om de zekerheid van pensioensparen te waarborgen.
“We zorgen dat een goed pensioen ook voor nieuwe generaties beschikbaar is en pakken slecht bestuur aan.”
De Partij voor de Dieren wil het pensioensysteem democratiseren en flexibeler maken, met meer zeggenschap voor werknemers over hun pensioenpremies en meer keuzevrijheid rond de pensioenleeftijd. Daarnaast pleit de partij voor een verhoging van de AOW-uitkering, vooral ten gunste van mensen met een klein of geen aanvullend pensioen. Hun visie is gericht op eerlijkere, transparantere en meer toegankelijke oudedagsvoorzieningen.
De PvdD vindt dat werknemers meer invloed moeten krijgen op hoe hun pensioenpremies worden belegd en op het beloningsbeleid van pensioenbeheerders. Dit moet het pensioensysteem transparanter en democratischer maken, zodat het beter aansluit bij de wensen en waarden van deelnemers.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
De partij wil de AOW eerlijker en flexibeler maken, met een lagere instapleeftijd voor mensen met zware beroepen en de mogelijkheid om eerder of in deeltijd met pensioen te gaan. Ook wordt de AOW-uitkering verhoogd, vooral om mensen zonder aanvullend pensioen beter te beschermen tegen armoede.
“De AOW wordt eerlijker. Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
De SGP vindt dat pensioensparen vooral gericht moet zijn op het waarborgen van koopkracht en financiële zekerheid voor ouderen, zonder dat pensioenfondsen zich laten leiden door ideologische doelen. Ze willen het treffen van eigen pensioenvoorzieningen stimuleren, vooral voor zelfstandigen, en pleiten voor een robuust, betaalbaar en toekomstbestendig pensioenstelsel.
De SGP benadrukt dat het beleggingsbeleid van pensioenfondsen primair gericht moet zijn op het realiseren van een koopkrachtig pensioen, niet op ideologische of activistische doelen. Dit moet de financiële positie van gepensioneerden beschermen, zeker nu de prijzen stijgen en het stelsel onder druk staat.
“In het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal staan. Het voeren van activistisch beleid of het nastreven van ideële doelen mag daarin niet leidend zijn.”
De SGP wil dat zelfstandigen (zzp’ers) worden aangemoedigd en gefaciliteerd om zelf voorzieningen te treffen voor pensioen, in plaats van uitsluitend te vertrouwen op collectieve regelingen. Dit biedt zelfstandigen meer keuzevrijheid en sluit aan bij hun specifieke situatie.
“Het treffen van eigen voorzieningen voor situaties van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensioen wordt aangemoedigd en beter gefaciliteerd.”
De SGP vindt dat het pensioenstelsel toekomstbestendig, robuust en betaalbaar moet blijven, gezien de vergrijzing en de druk op de oudedagsvoorziening. Ze willen verbeteringen die de koopkracht van gepensioneerden beschermen en schrijnende gevallen voorkomen.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden.”
De SP wil het pensioenstelsel grondig hervormen en de recente "casinopensioenwet" zoveel mogelijk terugdraaien, zodat iedereen na het werkende leven kan rekenen op een goed pensioen. De partij pleit voor een collectieve en publieke oplossing voor pensioensparen, vooral voor zzp’ers, en wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, waarbij de AOW meestijgt met het minimumloon.
De SP vindt dat het huidige pensioenstelsel mensen onvoldoende zekerheid biedt en wil daarom een nieuwe, eerlijkere pensioenwet invoeren. De partij wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar en de AOW koppelen aan het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen. Dit moet zorgen voor meer bestaanszekerheid na het werkende leven.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug. De AOW stijgt éénopéén mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar.”
De SP signaleert dat zzp’ers vaak onvoldoende pensioen opbouwen en wil daarom een collectieve, publieke regeling voor hun pensioensparen en arbeidsongeschiktheid. Dit moet voorkomen dat zelfstandigen na hun loopbaan in armoede belanden.
“Zzp’ers hebben recht op pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkering. We moeten goed zorgen voor onze zzp’ers. Daarom gaan we collectief en publiek zorgen voor een oplossing, zodat zij zich kunnen verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en voor hun pensioen. Zo geven we zzp’ers de zekerheid dat zij niet in armoede hoeven te leven.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma