JA21 doet geen concrete voorstellen om de pensioenleeftijd te verlagen of te verhogen, noch wordt een specifieke pensioenleeftijd genoemd. Hun focus ligt op het verbeteren van het pensioenstelsel, het mogelijk maken van flexibel pensioen opnemen, en het faciliteren van doorwerken na de AOW-leeftijd zonder belemmeringen. De partij wil vooral zekerheid, transparantie en keuzevrijheid voor werknemers rond hun pensioen.
JA21 wil werknemers meer regie geven over hun pensioenmoment en -vorm, zonder direct te sleutelen aan de wettelijke pensioenleeftijd. Ze pleiten voor het mogelijk maken van eenmalige opname van een deel van het pensioen en het faciliteren van deeltijdpensioen. Daarnaast willen ze doorwerken na de AOW-leeftijd zonder fiscale of financiële belemmeringen mogelijk maken. Dit alles moet bijdragen aan een rechtvaardig en toekomstbestendig pensioenstelsel.
JA21 richt zich op het waarborgen van rechten en zekerheid voor alle generaties bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, zonder expliciet in te gaan op de pensioenleeftijd zelf. Ze willen strenge controle op compensatie en heldere communicatie.
De VVD vindt dat de pensioenleeftijd moet meestijgen met de levensverwachting om het pensioenstelsel betaalbaar te houden. Tegelijkertijd wil de partij uitzonderingen mogelijk houden voor mensen met zware beroepen en meer keuzevrijheid geven over het moment van pensioneren. De VVD benadrukt het belang van duidelijkheid, eerlijkheid en flexibiliteit in het pensioenstelsel.
De VVD stelt dat de pensioenleeftijd automatisch moet stijgen als de levensverwachting toeneemt, om het pensioenstelsel op lange termijn betaalbaar te houden. Dit beleid is bedoeld om de vergrijzing op te vangen en te zorgen dat er voldoende mensen blijven werken.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen.”
“De VVD staat pal voor een stabiel pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren. En dat ook op lange termijn betaalbaar is door mee te stijgen met de levensverwachting.”
De VVD erkent dat niet iedereen even lang kan doorwerken en wil daarom een fatsoenlijke vroegpensioenregeling voor mensen met zware beroepen behouden. Dit voorkomt dat kwetsbare groepen onevenredig worden geraakt door de stijgende pensioenleeftijd.
De VVD wil mensen meer vrijheid geven om zelf te bepalen wanneer ze met pensioen gaan, bijvoorbeeld door het aantrekkelijker te maken om door te werken na de pensioengerechtigde leeftijd en door flexibele opname van pensioen mogelijk te maken.
“We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan.”
FVD wil de pensioenleeftijd verlagen door de AOW-leeftijd terug te brengen naar 66 jaar en mensen met fysiek zware beroepen recht te geven op AOW na 40 jaar werk. Daarnaast pleit de partij voor meer keuzevrijheid om na de AOW-leeftijd door te werken en voor structurele indexatie van pensioenen. Hun visie is gericht op het herstellen van rechtvaardigheid voor ouderen en het vergroten van individuele keuzevrijheid rond pensionering.
FVD wil de algemene AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar, omdat zij vinden dat de verhoging van de AOW-leeftijd mensen met zware beroepen onrechtvaardig treft. Dit moet de toegankelijkheid van het pensioenstelsel verbeteren en recht doen aan mensen die lang en zwaar hebben gewerkt.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 66 jaar en geven mensen met fysiek zware beroepen recht op AOW na 40 jaar werk.”
“De verhoging van de AOW-leeftijd heeft ervoor gezorgd dat ook mensen met fysiek zware beroepen moeten doorwerken tot op hoge leeftijd, zonder dat er een goede regeling bestaat voor wie al vroeg is begonnen met zwaar werk. Forum voor Democratie wil dit herstellen: iedereen moet recht hebben op AOW na veertig jaar zwaar werk, en de algemene AOW-leeftijd moet weer terug naar 66 jaar.”
FVD vindt dat mensen die na hun AOW-leeftijd willen blijven werken, daartoe de mogelijkheid moeten hebben. Dit benadrukt hun focus op individuele keuzevrijheid in de levensfase rond pensionering.
“We geven mensen de mogelijkheid vrijwillig door te werken na de AOW-leeftijd, zodat wie wil blijven werken daartoe de kans krijgt.”
“Tegelijkertijd vinden wij dat wie wíl doorwerken na bereiken van de AOW-leeftijd, daartoe de mogelijkheid moet hebben. Vrijheid en individuele keuze horen ook in dit levensfasebeleid centraal te staan.”
50PLUS wil de pensioenleeftijd bevriezen en pleit voor meer flexibiliteit rondom het pensioen, met bijzondere aandacht voor mensen met zware beroepen of een lang arbeidsverleden. De partij stelt voor dat de AOW-leeftijd de komende kabinetsperiode gelijk blijft en wil een recht op vervroegde uitkering (AOW-light) voor specifieke groepen. Hun visie is dat ouderen zelf moeten kunnen kiezen wanneer zij met pensioen gaan, zonder dat dit leidt tot financiële onzekerheid.
50PLUS vindt dat de pensioenleeftijd niet verder mag stijgen en wil deze gedurende de komende kabinetsperiode gelijk houden. Dit standpunt is bedoeld om zekerheid te bieden aan ouderen en om te voorkomen dat mensen langer moeten doorwerken dan zij aankunnen.
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
De partij wil dat mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer eerder met pensioen kunnen via een vervroegde uitkering (AOW-light). Hiermee wil 50PLUS recht doen aan mensen die fysiek of mentaal zwaar werk hebben verricht en voor wie langer doorwerken niet haalbaar is.
BIJ1 vindt dat niemand na het bereiken van de AOW-leeftijd noodgedwongen moet doorwerken en wil de pensioenvoorzieningen verhogen zodat dit mogelijk is. Ze pleiten voor het afschaffen van de RVU-heffing om eerder stoppen met werken voor mensen in zware beroepen makkelijker te maken. Hun visie is gericht op een rechtvaardig en toegankelijk pensioenstelsel, met extra aandacht voor mensen met een migratieachtergrond en zware beroepen.
BIJ1 wil dat de AOW en het aanvullend pensioen hoog genoeg zijn zodat mensen niet verplicht zijn om na hun pensioenleeftijd door te werken. Dit is bedoeld om armoede onder ouderen te voorkomen en mensen de vrijheid te geven om na hun pensioen te stoppen met werken.
“Wij willen dat AOW en aanvullend pensioen van zo een niveau zijn dat niemand noodgedwongen hoeft door te werken na de AOW-leeftijd.”
Voor mensen in zware beroepen, die gemiddeld korter leven, wil BIJ1 het makkelijker maken om eerder te stoppen met werken. Ze willen de RVU-heffing volledig afschaffen zodat cao-afspraken over eerder pensioen of hogere uitkeringen mogelijk worden.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
BIJ1 erkent dat veel ouderen met een migratieachtergrond te maken hebben met een AOW-gat en wil de regels voor aanvullende inkomensondersteuning versoepelen, zodat deze groep niet extra wordt benadeeld.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
Het CDA wil de huidige pensioenleeftijd ongemoeid laten en ziet de AOW als een solide basis voor het pensioenstelsel. Ze leggen de nadruk op het toekomstbestendig houden van de AOW, het stimuleren van vrijwillig langer doorwerken na de pensioendatum, en het verbeteren van pensioenadvies zodat mensen bewuster keuzes kunnen maken rond hun pensioenleeftijd.
Het CDA kiest ervoor om de AOW-leeftijd niet te veranderen en beschouwt de AOW als een stabiele basis voor het pensioen. Ze stellen dat de AOW al toekomstbestendig is gemaakt en willen hier de komende jaren niet aan tornen.
“De AOW blijft het basispensioen voor alle ouderen en is de afgelopen jaren al toekomstbestendig gemaakt, en laten we daarom ongemoeid.”
Het CDA wil mensen stimuleren om op vrijwillige basis langer door te werken na hun pensioendatum, maar zonder verplichting. Ze zien dit als een manier om ouderen actief te houden en de arbeidsmarkt te ondersteunen, terwijl ze ook inzetten op het lichter maken van zwaar werk en het faciliteren van baanwisselingen.
“We stimuleren dat mensen ook na hun pensioendatum op vrijwillige basis langer doorwerken. We steunen de aanpak om zwaar werk lichter te maken en de inzet om, onder andere via een leven lang ontwikkelen, in te zetten op een verandering van baan.”
Het CDA wil dat werknemers beter geïnformeerd worden over de mogelijkheden rond eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken, zodat zij bewuste keuzes kunnen maken over hun pensioenleeftijd.
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
De ChristenUnie doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen over het verhogen, verlagen of bevriezen van de pensioenleeftijd. Het programma benadrukt het belang van het collectieve pensioenstelsel en de AOW, maar noemt nergens expliciet de pensioenleeftijd of aanpassingen daarvan. De partij focust vooral op solidariteit, transparantie en het verbeteren van het pensioenstelsel, zonder de pensioenleeftijd als beleidsinstrument te benoemen.
De ChristenUnie wil het huidige collectieve pensioenstelsel behouden en benadrukt het belang van solidariteit en transparantie tijdens de hervormingen. Er wordt niet gesproken over het aanpassen van de pensioenleeftijd, maar wel over het versterken van het draagvlak en het vereenvoudigen van de uitvoering van de AOW.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede.”
“Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel.”
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
De SGP wil de pensioenleeftijd weer sterker koppelen aan de levensverwachting, zodat deze ook kan dalen als de levensverwachting daalt. Daarnaast pleit de partij voor meer flexibiliteit rond het moment van AOW-uitkering en aandacht voor mensen met zware beroepen die eerder willen stoppen met werken. De kern van hun visie is een rechtvaardig en toekomstbestendig pensioenstelsel dat rekening houdt met verschillen in levensverwachting en arbeidsbelasting.
De SGP vindt dat de pensioenleeftijd niet automatisch moet blijven stijgen, maar flexibel moet meebewegen met de levensverwachting, ook naar beneden. Dit moet zorgen voor meer rechtvaardigheid, vooral als de levensverwachting stagneert of daalt.
“Na jarenlange stijging groeit de levensverwachting de laatste jaren minder snel. Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP wil dat mensen de mogelijkheid krijgen hun AOW later te laten ingaan (met hogere uitkering) of eerder te stoppen bij zware beroepen, bijvoorbeeld via de RVU-regeling. Dit biedt maatwerk en houdt rekening met verschillen in arbeidsbelasting en persoonlijke situatie.
“Ook blijft de mogelijkheid bestaan om vroegtijdig te stoppen met werk, via de regeling voor vervroegd uittreden (RVU), mits deze gericht en afgebakend vormgegeven wordt.”
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
De SP wil de pensioenleeftijd verlagen naar 65 jaar, zodat iedereen het recht heeft om vanaf die leeftijd te stoppen met werken. Daarnaast koppelt de partij de AOW aan het minimumloon en wil zij de huidige pensioenwet vervangen door een eerlijker systeem, waarbij ook mensen met zware beroepen eerder kunnen stoppen.
De SP vindt dat de verhoging van de pensioenleeftijd onhoudbaar is voor de werkende klasse en wil deze terugbrengen naar 65 jaar. Dit moet mensen de mogelijkheid geven om op een gezonde manier van hun oude dag te genieten, zeker na een lang arbeidsleven. Werknemers mogen na hun 65ste doorwerken als ze dat willen, en voor zware beroepen blijft een regeling voor vervroegd pensioen bestaan.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar. Werknemers krijgen het recht om ook na hun 65ste (in deeltijd) door te kunnen werken, als ze daar zelf bewust voor kiezen. De regeling voor mensen met zware beroepen moet blijven bestaan en versterkt worden, zodat mensen kunnen stoppen na 40 jaar werken.”
“De afgelopen jaren verhoogden regeringen de pensioenleeftijd en maakten zij arbeid steeds onzekerder. Dit beleid is structureel onhoudbaar voor de werkende klasse.”
De SP wil de huidige pensioenwet grotendeels terugdraaien en vervangen door een eerlijker systeem. De AOW moet één-op-één meestijgen met het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen en hun koopkracht behouden blijft.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug. De AOW stijgt één-op-één mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
Volt doet geen concrete uitspraken over het verhogen of verlagen van de pensioenleeftijd. In plaats daarvan richt Volt zich op het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel, het monitoren van de Wet toekomst pensioenen, en het ontwikkelen van een basispensioen en pan-Europees pensioenproduct als alternatieven of aanvullingen op het huidige systeem. De partij noemt de pensioenleeftijd niet expliciet als beleidsinstrument.
Volt adresseert het belang van een toekomstbestendig pensioenstelsel en wil de bestaande wetgeving (Wet toekomst pensioenen) monitoren en waar nodig verbeteren, maar doet geen uitspraken over het aanpassen van de pensioenleeftijd. De focus ligt op het versterken van het stelsel en het bieden van alternatieven, niet op het verhogen of verlagen van de pensioenleeftijd zelf.
“Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen heeft Nederland een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. Door de wet de komende jaren regelmatig te monitoren en verbeteringen en vereenvoudigingen aan te dragen, willen we er zeker van zijn dat de doelstellingen van die wet ook daadwerkelijk worden behaald.”
“We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht.”
“Volt streeft naar één pan-Europees pensioenstelsel waarin het beste van de verschillende Europese stelsels wordt gebundeld in één systeem.”
BBB wil de pensioenleeftijd niet verhogen en pleit voor het behoud van de huidige AOW-leeftijd, met ruimte voor vrijwillige, flexibele instroom rond deze leeftijd. Ze willen de AOW-uitkering beschermen, de koppeling aan het minimumloon behouden en onderzoeken of mensen eerder of later (deeltijd) met pensioen kunnen gaan, afhankelijk van hun beroep en levensloop.
BBB is tegen het verhogen van de pensioenleeftijd en wil de huidige standaard AOW-leeftijd handhaven. Ze willen dat mensen kunnen rekenen op een fatsoenlijk pensioen na een leven van werken en vinden dat de overheid niet moet tornen aan de bestaande rechten. Dit standpunt is ingegeven door het belang van bestaanszekerheid en het vertrouwen in het pensioenstelsel.
“Handen af van de AOW. De AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB wil onderzoeken of mensen vrijwillig eerder of later (deeltijd) met pensioen kunnen gaan, afhankelijk van hun beroep en levensloop. Dit voorstel erkent verschillen in zwaarte van beroepen en persoonlijke omstandigheden, en beoogt maatwerk mogelijk te maken rond de pensioenleeftijd.
“Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
D66 wil de pensioenleeftijd flexibeler maken door mensen de mogelijkheid te geven om na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) door te werken als zij dat willen. Tegelijkertijd stelt D66 voor om de AOW-uitkering netto minder snel te laten stijgen dan het minimumloon, waarmee ze de koppeling tussen AOW en minimumloon deels loslaten. Hun visie draait om keuzevrijheid en financiële houdbaarheid van het pensioenstelsel.
D66 vindt dat mensen zelf moeten kunnen kiezen of ze na hun AOW-leeftijd (gedeeltelijk) willen blijven werken. Dit vergroot de keuzevrijheid en sluit aan bij de wens van sommige ouderen om actief te blijven. Het voorstel adresseert de veranderende arbeidsmarkt en de vergrijzing, en biedt ruimte aan wie langer wil doorwerken.
“Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
Om de sociale zekerheid financieel houdbaar te houden, wil D66 de AOW-uitkering netto minder snel laten stijgen dan het minimumloon. Dit betekent dat de automatische koppeling tussen AOW en minimumloon wordt afgezwakt, wat gevolgen kan hebben voor de koopkracht van AOW’ers.
“Om onze plannen voor sociale zekerheid verantwoord te kunnen behalen, laten we de AOW netto minder snel stijgen dan normaal bij een verhoging van het minimumloon.”
GroenLinks-PvdA doet in het verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het verhogen of verlagen van de pensioenleeftijd. De partij richt zich vooral op het verbeteren van de AOW-uitkering en het waarborgen van een goed pensioen voor iedereen, zonder de pensioenleeftijd expliciet te noemen of te willen aanpassen. Hun visie draait om bestaanszekerheid en een fatsoenlijk inkomen voor ouderen, maar een standpunt over de pensioenleeftijd ontbreekt.
GroenLinks-PvdA wil de AOW-uitkering verhogen en deze koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben na hun pensionering. Dit voorstel is bedoeld om armoede onder ouderen te voorkomen en een onbezorgde oude dag te garanderen, maar het zegt niets over de pensioenleeftijd zelf.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
De partij benoemt dat mensen die langer willen doorwerken, daartoe de mogelijkheid moeten krijgen. Dit is een keuzevrijheid, geen verplichting, en impliceert geen wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd.
“Wie juist langer door wil werken, krijgt daarvoor de mogelijkheid.”
NSC wil de pensioenleeftijd geleidelijk laten meestijgen met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord. Tegelijkertijd pleit de partij voor maatwerk voor mensen met zware beroepen, zodat zij eerder met pensioen kunnen gaan. De AOW blijft de basis van het pensioenstelsel en moet meegroeien met de welvaart.
NSC ondersteunt het principe dat de AOW-leeftijd geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, in lijn met het bestaande Pensioenakkoord. Dit wordt gezien als een manier om het pensioenstelsel betaalbaar en toekomstbestendig te houden.
“We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord.”
Voor mensen met zware beroepen wil NSC dat het mogelijk blijft om eerder met pensioen te gaan. Dit erkent dat niet iedereen even lang gezond kan doorwerken en biedt ruimte voor maatwerk.
“Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan. We zijn er trots op dat het Vroegpensioenakkoord gesloten is en beschouwen dat als basis.”
De Partij voor de Dieren wil de pensioenleeftijd flexibeler maken en de AOW eerlijker inrichten. Ze pleiten voor een flexibele pensioenleeftijd, een lagere AOW-leeftijd voor mensen met zware beroepen, en meer keuzevrijheid om eerder of in deeltijd met pensioen te gaan. Werknemers krijgen daarnaast meer zeggenschap over hun pensioenfondsen.
De PvdD wil dat mensen zelf kunnen kiezen wanneer ze met pensioen gaan, met een lagere AOW-leeftijd voor mensen met zware beroepen en de mogelijkheid tot deeltijdpensioen. Dit moet zorgen voor meer rechtvaardigheid en keuzevrijheid, vooral voor mensen die fysiek zwaar werk hebben gedaan.
“Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
De partij vindt dat werknemers meer invloed moeten krijgen op hun pensioenfondsen, zowel qua investeringen als beloningsbeleid. Dit raakt indirect aan de pensioenleeftijd, omdat het de betrokkenheid en autonomie van werknemers bij hun pensioen vergroot.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
BVNL doet geen concrete voorstellen om de pensioenleeftijd te verlagen of te verhogen, maar erkent het probleem van het pensioengat voor militairen door de verhoging van de AOW-leeftijd en wil dit fatsoenlijk oplossen. Verder richt het programma zich vooral op keuzevrijheid binnen het pensioenstelsel, bescherming van pensioenrechten en herstel van gemiste indexatie, maar noemt geen algemene beleidsmaatregelen specifiek gericht op de pensioenleeftijd voor alle Nederlanders.
BVNL erkent dat de verhoging van de AOW-leeftijd een pensioengat veroorzaakt voor militairen en wil dit specifiek voor deze groep oplossen. Dit is het enige expliciete standpunt in het programma dat direct ingaat op de gevolgen van de verhoging van de pensioenleeftijd.
“Het pensioengat voor militairen ten gevolge van de verhoging van de AOW-leeftijd wordt op een fatsoenlijke manier opgelost.”
De PVV wil de pensioenleeftijd (AOW-leeftijd) verlagen naar 65 jaar. Dit voorstel is bedoeld om ouderen eerder van hun pensioen te laten genieten en hun koopkracht te verbeteren, als reactie op de gestegen kosten van levensonderhoud en de huidige verhoging van de pensioenleeftijd.
De PVV stelt voor om de AOW-leeftijd terug te brengen naar 65 jaar. Hiermee wil de partij ouderen tegemoetkomen die nu langer moeten doorwerken en vaak moeite hebben om rond te komen. Dit voorstel wordt gepresenteerd als een concrete maatregel om de koopkracht van ouderen te verbeteren en hen meer rust en zekerheid te bieden.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma