50PLUS wil het pensioenstelsel verbeteren met nadruk op koopkrachtbehoud, meer inspraak voor gepensioneerden en eerlijke overgang naar het nieuwe stelsel. Ze pleiten voor wettelijke verankering van koopkrachtverbetering, betere zeggenschap bij de transitie, prioriteit voor indexatie en het dichten van gaten in het nabestaandenpensioen. Hun voorstellen zijn concreet gericht op bescherming van pensioenrechten en het versterken van de positie van gepensioneerden.
50PLUS vindt dat het pensioenstelsel expliciet moet zorgen voor koopkrachtbehoud en automatische indexatie, zodat pensioenen hun waarde niet verliezen door inflatie. Ze willen dat deze waarborgen wettelijk worden vastgelegd en dat pensioenfondsen hierop sturen.
“Koopkrachtverbetering voor iedereen wordt alsnog in de nieuwe pensioenwet opgenomen.”
“Pensioenfondsen sturen verplicht op koopkracht in de uitkeringsfase.”
“Indexatie van de pensioenen krijgt een hogere prioriteit in de transitieplannen.”
“Het recht op inhaalindexatie blijft bestaan en wordt in de wet Toekomst Pensioenen opgenomen.”
50PLUS wil dat gepensioneerden en deelnemers meer invloed krijgen op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, met transparante communicatie en reële keuzemogelijkheden over hun uitkering.
“Inspraak van deelnemers en gepensioneerden voor de overgang naar het nieuwe stelsel wordt goed geregeld.”
“Het hoorrecht en de zeggenschap van gepensioneerden wordt beter ingebed én uitgebreid in het transitietraject.”
“Er komt reële zeggenschap over de keuze tussen een vaste en variabele uitkering voor gepensioneerden in de vorm van een opt-out.”
50PLUS benadrukt dat de overgang ("invaren") naar het nieuwe pensioenstelsel eerlijk, controleerbaar en met beperkte kosten moet verlopen. Ze willen dat deelnemers rechtsgeldige documenten krijgen en dat de kosten van de transitie worden begrensd.
50PLUS wil dat het nabestaandenpensioen beter wordt geregeld, zodat er geen onverwachte gaten ontstaan bij uitdiensttreding, en dat wetgeving rond pensioen bij scheiding snel wordt ingevoerd.
“De valkuilen in het nu geregelde nabestaandenpensioen (als je uit dienst gaat is nabestaandenpensioen niet meer verzekerd in het nieuwe stelsel) verdwijnen. Dus: geen gaten voor wat betreft het nabestaandenpensioen.”
“De wetgeving pensioen bij scheiding wordt zo snel mogelijk ingevoerd om de bestaande grote onzekerheid op te heffen.”
50PLUS wil dat compensatie voor het afschaffen van de doorsneesystematiek eerlijk wordt verdeeld en dat overrendementen direct worden uitgekeerd aan gepensioneerden.
FVD wil het pensioenstelsel fundamenteel hervormen door pensioenen structureel te indexeren (met terugwerkende kracht), deelnemers meer zeggenschap te geven, politieke beïnvloeding te verbieden en de nieuwe Pensioenwet in te trekken. Daarnaast pleit de partij voor verlaging van de AOW-leeftijd en meer keuzevrijheid rond doorwerken. Hun kernvisie is dat pensioenen eerlijk, transparant en uitsluitend gericht op rendement moeten zijn, zonder politieke of ideologische sturing.
FVD vindt dat pensioenen jarenlang onvoldoende zijn geïndexeerd en wil dit herstellen door structurele indexatie, inclusief terugwerkende kracht tot 2015. Dit moet de koopkracht van ouderen herstellen en recht doen aan hun opgebouwde rechten.
“Pensioenen moeten structureel worden geïndexeerd, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen eindelijk krijgen waar zij recht op hebben (en zelf voor hebben gespaard!).”
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
FVD wil dat pensioendeelnemers meer invloed krijgen in pensioenbesturen, ten koste van vakbonden en werkgevers. De partij vindt dat de belangen van deelnemers centraal moeten staan.
“Daarbij moeten deelnemers – de echte belanghebbenden – meer zeggenschap krijgen in pensioenbesturen, terwijl de macht van vakbonden en werkgeversorganisaties wordt teruggedrongen.”
“We versterken de positie van pensioendeelnemers in de besturen en beperken de macht van vakbonden en werkgevers, zodat de belangen van deelnemers écht centraal staan.”
FVD wil dat pensioenfondsen uitsluitend op rendement sturen en politieke of ideologische beleggingen, zoals duurzaamheid of klimaat, verbieden.
FVD is fel tegen de nieuwe Pensioenwet, omdat deze volgens hen solidariteit uitholt en deelnemers opzadelt met onzekerheid en risico’s. Zij willen deze wet volledig intrekken.
FVD wil de AOW-leeftijd terugbrengen naar 66 jaar en mensen met zware beroepen recht geven op AOW na 40 jaar werk. Daarnaast moet doorwerken na de AOW-leeftijd vrijwillig zijn.
FVD vindt dat pensioenfondsen te hoge kosten maken en te lage rendementen behalen. Zij willen efficiënter beheer zodat het spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.
“De Nederlandse pensioenfondsen beheren een vermogen van ongeveer 1.500 miljard euro, maar de rendementen zijn laag, de kosten zijn hoog en indexatie is jarenlang achtergebleven.”
“We zorgen voor hoger rendement en lagere uitvoeringskosten bij pensioenfondsen, zodat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.”
BVNL wil het oude pensioenstelsel behouden en pleit voor maximale keuzevrijheid en bescherming van pensioenrechten. De partij verzet zich tegen de verplichte deelname aan sectorale pensioenfondsen en wil deelnemers meer zeggenschap, transparantie en flexibiliteit geven, inclusief het recht om in het oude stelsel te blijven en zelf hun pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie te kiezen.
BVNL vindt dat deelnemers niet verplicht mogen worden over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel en wil het keuzerecht om in het oude stelsel te blijven, inclusief indexatie. Dit moet voorkomen dat mensen tegen hun wil risico’s lopen of rechten verliezen.
“Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“BVNL wil een toekomstbestendig Nederlands pensioenstelsel. BVNL wil het oude stelsel behouden, maar tegelijk willen wij geen valse verwachtingen wekken. De nieuwe pensioenwet is niet terug te draaien. Kernpunt is dat we opnieuw een keuzerecht voor de deelnemer willen introduceren om in het oude stelsel te blijven mét indexatie.”
“BVNL wil een opt-out bij invaren. Deelnemers krijgen de mogelijkheid om hun oude pensioenrechten te behouden.”
De partij wil dat deelnemers zelf hun pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie kunnen kiezen, en pleit voor afschaffing van de verplichte sectorale indeling. Dit moet leiden tot meer transparantie, lagere kosten en meer invloed voor de deelnemer.
“Vrije keuze in pensioenuitvoerder. Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
“Persoonlijke beleggingsstrategie. Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
“BVNL wil afschaffing van de sectorale indeling. De huidige sectorale indeling van pensioenfondsen is achterhaald en leidt tot onduidelijke werkingssfeerbepalingen.”
BVNL benadrukt dat pensioenrechten het eigendom zijn van de deelnemers en niet van de fondsen. De partij wil volledige nationale en internationale rechtsbescherming en transparante communicatie over de gevolgen van het nieuwe stelsel.
“BVNL wil bescherming van het eigendomsrecht, in casu volledige erkenning van pensioenrechten als onvervreemdbare Nederlandse eigendomsrechten en volledige nationale en internationale rechtsbescherming.”
“Er moet duidelijk en eerlijk uitgelegd worden wat de gevolgen zijn van de overgang naar het nieuwe stelsel en er moet een pensioenoverzicht komen waar je rechten aan kunt ontlenen.”
BVNL wil dat pensioenen worden geïndexeerd op basis van het werkelijk behaalde rendement, niet op basis van een risicovrije rente, en dat gemiste indexatie met terugwerkende kracht wordt hersteld.
“De misgelopen pensioen-indexatie wordt met terugwerkende kracht hersteld. Pensioenen moeten niet geïndexeerd worden met een risicovrije rente, maar met de werkelijk behaalde rendementen.”
De partij wil een maximumgrens voor de kosten van pensioenfondsen en persoonlijke aansprakelijkheid voor bestuurders bij risicovolle beslissingen, om belangenverstrengeling en inefficiëntie tegen te gaan.
NSC wil de koopkracht van pensioenen structureel verbeteren, met bijzondere aandacht voor aanvullende pensioenen die achterblijven bij de inflatie. Ze pleiten voor wettelijke maatregelen om beter op koopkracht te sturen, meer transparantie en lagere kosten bij pensioenfondsen, en bescherming van het Nederlandse pensioenvermogen tegen Europese belangen. De AOW blijft de basis, moet meegroeien met de welvaart, en het nieuwe pensioenstelsel moet eerlijker en eenvoudiger worden.
NSC vindt dat aanvullende pensioenen te weinig zijn meegegroeid met de inflatie, waardoor gepensioneerden koopkracht verliezen. Ze willen wettelijke maatregelen om beter op koopkracht te sturen en onderzoeken opties zoals een solidariteitsreserve.
“Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.”
“Bestaanszekerheid vraagt om een koopkrachtig pensioen. De AOW heeft haar koopkracht behouden door de koppeling aan de lonen. Maar dat geldt niet voor de aanvullende pensioenen. Gepensioneerden met een aanvullend pensioen zagen hun uitkering jarenlang niet stijgen en soms zelfs dalen. Het is hoog tijd om hun koopkracht structureel te verbeteren.”
“Nieuw Sociaal Contract wil daarom dat in wetgeving veel beter op koopkracht wordt gestuurd zodat gepensioneerden een eerlijk pensioen krijgen.”
De AOW moet de basis van het pensioenstelsel blijven en meegroeien met de welvaart. NSC wil vasthouden aan de koppeling met de lonen en aan de afgesproken geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd.
“De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart. We blijven de implementatie van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) kritisch volgen. We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord.”
NSC wil het aantal mensen dat nauwelijks of geen aanvullend pensioen opbouwt terugdringen, om zo de pensioenzekerheid te vergroten.
“We willen het aantal mensen dat nauwelijks of geen aanvullend pensioen opbouwt terugdringen.”
Het pensioenstelsel moet minder afhankelijk zijn van complexe modellen, transparanter worden over kosten, en duidelijke wettelijke grenzen stellen aan beheers- en beleggingskosten.
“De wetgeving voor aanvullende pensioenen moet simpeler en minder ‘blind’ op wiskundige modellen sturen. Geen modellenwerkelijkheid maar een realistische benadering dus: meer open normen om ook met onvoorziene omstandigheden om te gaan. Dit zorgt voor lagere kosten en een betere sturing op een goed pensioen. We maken daarom een wettelijke standaard voor het gebruik van modellen.”
“Pensioenfondsen moeten transparanter zijn en deelnemers volledig inzicht geven in de totale kosten. Na de overgang naar het nieuwe stelsel stellen we duidelijke grenzen aan hoeveel beheers- en beleggingskosten een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren.”
NSC wil niet dat Nederlandse pensioenfondsen verplicht worden te investeren in Europese projecten; de fondsen moeten zelf kunnen bepalen waar ze beleggen.
“Brussel mag de Nederlandse pensioenfondsen niet als geldmachine voor investeringen in Europa gebruiken in het kader van de Europese Spaar- en Investeringsunie. Pensioenfondsen moeten zelf de keuze houden waar ze het kapitaal van deelnemers beleggen, om rendement en een goed pensioen te kunnen beschermen.”
NSC erkent dat de huidige wetgeving rondom nabestaandenpensioen en pensioenverdeling bij scheiding tot onrechtvaardige situaties leidt en wil hier snel nieuwe wetgeving voor.
“Het nabestaandenpensioen en de pensioenverdeling bij scheiding willen we verbeteren. De vormgeving van de wetgeving rondom nabestaandenpensioen werkt grote verschillen bij pech en geluk in de hand en leidt tot onverklaarbare situaties. Ook de pensioenverdeling bij scheiding is nog niet goed geregeld, het is belangrijk dat hier snel nieuwe wetgeving voor komt.”
Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan, met het Vroegpensioenakkoord als basis.
“Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan. We zijn er trots op dat het Vroegpensioenakkoord gesloten is en beschouwen dat als basis.”
De SGP wil het pensioenstelsel toekomstbestendig, robuust en betaalbaar houden, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gepensioneerden en het beschermen van hun koopkracht. De partij pleit voor een pensioenbeleid dat zich richt op koopkrachtbehoud, verbetering van het nabestaandenpensioen, en flexibiliteit in de AOW-leeftijd. De SGP is kritisch op ideologisch beleggen door pensioenfondsen en wil deelnemers beter betrekken bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
De SGP ziet de vergrijzing als een bedreiging voor de houdbaarheid van het pensioenstelsel en wil daarom de koopkracht van gepensioneerden beschermen en het stelsel betaalbaar houden. Het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet gericht zijn op een koopkrachtig pensioen, niet op ideologische doelen.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden.”
“Bij sommige gepensioneerden bestaat de oudedagsvoorziening alleen uit een AOW-uitkering, eventueel aangevuld met een ‘klein pensioen’. Terwijl de prijzen stijgen, kunnen zij soms maar net de eindjes aan elkaar knopen. Hun koopkracht moet beschermd worden.”
“In het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal staan. Het voeren van activistisch beleid of het nastreven van ideële doelen mag daarin niet leidend zijn.”
De SGP wil het nabestaandenpensioen verbeteren door meer bescherming en inzicht te bieden, en schrijnende gevallen te voorkomen, onder andere via restitutie.
De SGP wil dat het mogelijk wordt om de AOW-uitkering later te laten ingaan (met hogere uitkering) en dat de pensioenleeftijd ook kan dalen als de levensverwachting daalt, met een sterkere koppeling tussen pensioenleeftijd en levensverwachting.
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
“Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP wil de invoering van de Wet toekomst pensioenen nauwlettend monitoren en waar nodig aanpassen, met betere inspraak voor deelnemers.
“De in- en uitvoering van de Wet toekomst pensioen wordt nauwlettend gemonitord. De SGP staat daarbij open voor noodzakelijke aanpassingen die de wet beter maken en uitvoerbaar houden.”
“Deelnemers moeten in ieder geval beter gehoord worden bij de overgang naar het nieuwe stelsel, bijvoorbeeld door verbetering van het bestaande hoorrecht.”
De SGP wil dat zelfstandigen worden aangemoedigd en gefaciliteerd om zelf pensioenvoorzieningen te treffen.
“Het treffen van eigen voorzieningen voor situaties van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensioen wordt aangemoedigd en beter gefaciliteerd.”
BBB wil dat pensioenen weer volledig in dienst staan van de deelnemers: het geld is van de mensen zelf, niet van de overheid of fondsen. Ze zijn tegen de nieuwe pensioenwet, willen meer zeggenschap voor deelnemers, lagere uitvoeringskosten en bescherming van de koopkracht van pensioenen. De AOW moet ongemoeid blijven en niet zwaarder belast worden.
BBB verzet zich tegen de invoering van de nieuwe pensioenwet en de overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van deelnemers. Zij vinden dat het pensioen van de mensen zelf is en niet van de overheid, fondsen of sociale partners.
“BBB was en blijft tegenstander van deze ingrijpende stelselwijziging en overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van de deelnemers. Pensioen is van de mensen zelf, niet van de overheid, fondsen of sociale partners.”
BBB wil dat pensioendeelnemers meer invloed krijgen op het beleggingsbeleid en dat er volledige transparantie komt over ingelegde premies, rendementen en kosten. Ze willen af van het huidige bestuursmodel met werkgevers en vakbonden.
“Pensioendeelnemers krijgen meer invloed op het beleggingsbeleid. Wie betaalt, bepaalt.”
“hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
“BBB wil af van het bestuursmodel, waarbij werkgevers en vakbonden elkaar in evenwicht moeten houden. Dat model leidt in de praktijk tot belangenverstrengeling, onduidelijkheid en gebrek aan focus op het belang van de deelnemers.”
BBB wil dat de administratie- en beleggingskosten van pensioenuitvoerders worden genormeerd en gemaximeerd, zodat er meer geld overblijft voor het pensioen van de deelnemers.
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
BBB vindt dat het behoud van koopkracht weer het uitgangspunt moet zijn bij aanvullende pensioenen. De communicatie over pensioenen moet eerlijker en duidelijker, zowel vooraf als achteraf.
“De koopkracht van aanvullende pensioenen via de werkgever wordt weer het uitgangspunt, niet een sluitpost. De nieuwe pensioenwet passen we aan zodat pensioenuitvoerders makkelijker kunnen sturen op koopkrachtbehoud.”
“De communicatie over aanvullende pensioenen moet verbeteren. Zowel vooraf: een eerlijk verhaal over verwacht pensioen, koopkrachtbehoud en de risico’s. Als achteraf: hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken? Zodat mensen weten wat er met hun geld gebeurt.”
BBB wil dat de AOW-uitkeringen niet zwaarder worden belast en dat de koppeling aan het wettelijk minimumloon blijft bestaan.
“De AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB wil onderzoeken of mensen vanaf twee jaar vóór en tot vijf jaar ná de standaard AOW-leeftijd op vrijwillige basis (deeltijd) kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.
“Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
Het CDA beschouwt de AOW als het onschendbare basispensioen en wil deze ongemoeid laten, terwijl het nieuwe pensioenstelsel transparanter en persoonlijker moet worden. Ze zetten in op het versterken van de positie van deelnemers, betere pensioenvoorlichting en het stimuleren van pensioenopbouw, vooral voor deeltijdwerkers en zelfstandigen. Het CDA wil zo zorgen voor meer zekerheid en duidelijkheid over het pensioen voor alle generaties.
Het CDA ziet de AOW als het fundament van het Nederlandse pensioenstelsel en wil hier niet aan tornen. Ze benadrukken het belang van stabiliteit en toekomstbestendigheid van de AOW, en willen het systeem vereenvoudigen door leefvormen en partnerbegrippen te uniformeren.
“De AOW blijft het basispensioen voor alle ouderen en is de afgelopen jaren al toekomstbestendig gemaakt, en laten we daarom ongemoeid.”
“We vereenvoudigen de 21 leefvormen in de AOW, zodat er geen controles aan huis meer hoeven plaats te vinden. In lijn daarmee werken we ook aan uniformering van het partnerbegrip in andere socialezekerheidswetten.”
“De AOW is en blijft het basispensioen voor alle ouderen. Zo bieden we lange termijn zekerheid.”
Het CDA steunt het nieuwe pensioenstelsel waarin collectief sparen en beleggen centraal blijft staan, maar met meer transparantie en persoonlijk inzicht voor deelnemers. Ze willen dat pensioenuitkeringen stabieler worden, jongeren meer pensioen opbouwen, en dat persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar komt.
“In het nieuwe pensioenstelsel blijven we collectief sparen en beleggen. Pensioenuitkeringen voor gepensioneerden kunnen eerder stijgen en kunnen stabieler zijn dan in het oude stelsel. Jongeren bouwen meer pensioen op en het is veel duidelijker hoeveel dat is.”
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
“We willen de positie van deelnemers versterken en wil verkennen hoe het bestuur van pensioenfondsen eruit moet zien.”
Het CDA maakt zich zorgen over de lagere pensioenopbouw van deeltijdwerkers (vooral vrouwen) en zelfstandigen. Ze willen bewustwording vergroten en stimuleren dat ook deze groepen voldoende pensioen opbouwen.
“Doordat tegenwoordig veel meer mensen deeltijd werken – dat zijn vooral vrouwen – bouwen zij minder (werkgevers)pensioen op. Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten.”
“Zelfstandigen die geen pensioen opbouwen, zijn later alleen aangewezen op AOW.”
“Zelfstandigen moeten verantwoordelijkheid nemen voor een inkomensvoorziening bij arbeidsongeschiktheid (ook voordat de Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen in werking treedt) en een toereikend pensioen.”
JA21 is kritisch over de nieuwe Wet toekomst pensioenen, maar richt zich nu op het waarborgen van een solide, transparant en rechtvaardig pensioenstelsel voor alle generaties. De partij wil streng toezicht op de uitvoering, snelle en volledige compensatie, eenvoudige regels, en de mogelijkheid om tot 10% van het pensioen ineens op te nemen. Pensioenfondsen moeten zich uitsluitend richten op een welvaartsvast pensioen zonder risicovolle, activistische beleggingen.
JA21 accepteert de invoering van de Wet toekomst pensioenen, maar wil dat de overgang zorgvuldig, transparant en eerlijk verloopt. De partij benadrukt het belang van solide compensatie, eenvoudige regels en duidelijke communicatie om het vertrouwen in het pensioenstelsel te behouden.
“Streng toezicht bij invoering en de uitvoering van de nieuwe pensioenwetgeving.”
“Zekerheid dat compensatie snel, volledig en zonder omwegen bij de juiste mensen terechtkomt.”
“Eenvoudige regels, begrijpelijke communicatie en behoud van solidariteit voor alle generaties.”
“We zetten ons in om te waarborgen dat alle deelnemers krijgen waar ze recht op hebben, met solide compensatie wanneer dat nodig is en duidelijke informatie over hun pensioen.”
JA21 wil dat werknemers bij pensionering tot 10% van hun ouderdomspensioen in één keer kunnen opnemen. Dit geeft mensen meer keuzevrijheid en flexibiliteit bij hun pensionering.
“Wij willen dat werknemers bij pensionering tot 10% van hun ouderdomspensioen in één keer kunnen opnemen (“bedrag ineens”).”
De partij vindt dat pensioenfondsen zich moeten beperken tot hun kerntaak: het realiseren van een welvaartsvast pensioen. Risicovolle of activistische beleggingen die andere belangen dienen, worden afgewezen.
“Pensioenfondsen moeten zich daarnaast richten op hun kerntaak: een welvaartsvast pensioen realiseren. Risicovolle, activistische beleggingen die andere belangen dienen, horen daar niet bij.”
JA21 wil deeltijdwerken met behoud van pensioen mogelijk maken, zodat mensen flexibeler met hun pensioenleeftijd kunnen omgaan.
“Met behoud van pensioen deeltijd werken mogelijk maken.”
BIJ1 wil dat pensioenen en de AOW hoog genoeg zijn zodat niemand na de AOW-leeftijd hoeft door te werken, met extra aandacht voor mensen in zware beroepen en ouderen met een migratieachtergrond. Ze pleiten voor het afschaffen van de RVU-heffing, een verhoging van de AOW gelijk aan het minimumloon, en het verbeteren van pensioenopbouw voor mantelzorgers en zorgverleners. Hun visie is gericht op rechtvaardigheid, toegankelijkheid en het bestrijden van ongelijkheid in het pensioenstelsel.
BIJ1 vindt dat het pensioenstelsel mensen niet mag dwingen om na de AOW-leeftijd door te werken. Ze willen dat de AOW en aanvullende pensioenen voldoende zijn voor een menswaardig bestaan, en dat arbeidsdiscriminatie op basis van leeftijd wordt aangepakt.
“Wij willen dat AOW en aanvullend pensioen van zo een niveau zijn dat niemand noodgedwongen hoeft door te werken na de AOW-leeftijd. Arbeidsdiscriminatie op basis van leeftijd pakken we keihard aan.”
“Het minimumloon verhogen we direct naar € 19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering.”
Voor mensen in zware beroepen wil BIJ1 het mogelijk maken eerder te stoppen met werken zonder fiscale boetes. Ze willen de RVU-heffing volledig afschaffen zodat cao-partijen betere afspraken kunnen maken over vervroegd pensioen.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
“Werknemers die de pensioenleeftijd naderen krijgen een ruimhartig recht op vroegpensioen, gefinancierd uit het klimaatfonds dat wordt gevuld door vermogensbelasting en afroming van fossiele winsten.”
BIJ1 wil de regels voor de Aanvullende Inkomensondersteuning Ouderen (AIO) versoepelen, omdat veel ouderen met een migratieachtergrond een AOW-gat hebben.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
BIJ1 erkent het belang van mantelzorg en onbetaald zorgwerk en wil dat deze groepen pensioenrechten opbouwen en financieel worden gecompenseerd.
“Mensen die intensief (mantel)zorg bieden, worden financieel gecompenseerd met een inkomen en opbouw van WW- en pensioenrechten.”
GroenLinks-PvdA wil pensioenen versterken door de AOW-uitkering te verhogen en deze te koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben. Ze pleiten voor verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, inclusief zelfstandigen, en willen slecht bestuur bij pensioenfondsen aanpakken. Hun visie is dat een goed pensioen een recht is voor zowel huidige als toekomstige generaties, met extra aandacht voor eerlijkheid en zekerheid.
GroenLinks-PvdA wil de AOW-uitkering verhogen en deze structureel koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen kunnen rondkomen en in rust van hun oude dag kunnen genieten. Dit moet armoede onder ouderen tegengaan en bestaanszekerheid bieden.
De partij wil dat werkgevers verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en dat zelfstandigen vanaf dag één pensioen opbouwen. Dit moet voorkomen dat groepen buiten de pensioenopbouw vallen en zorgt voor meer solidariteit tussen werkenden.
“Werkgevers moeten verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en zelfstandigen gaan ook vanaf dag één pensioen opbouwen.”
GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van een goed pensioen voor toekomstige generaties en wil slecht bestuur bij pensioenfondsen aanpakken. Hiermee willen ze het vertrouwen in het pensioenstelsel herstellen en de duurzaamheid ervan waarborgen.
“We zorgen dat een goed pensioen ook voor nieuwe generaties beschikbaar is en pakken slecht bestuur aan.”
De partij vindt dat wie langer wil doorwerken, daarvoor de mogelijkheid moet krijgen. Dit biedt flexibiliteit en houdt rekening met verschillen in wensen en mogelijkheden onder ouderen.
“Wie juist langer door wil werken, krijgt daarvoor de mogelijkheid.”
De SP wil het pensioenstelsel grondig hervormen om meer zekerheid en koopkracht te bieden aan gepensioneerden. Ze pleiten voor het terugdraaien van de huidige pensioenwet, het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar, het verhogen van de AOW en het garanderen van pensioenopbouw voor zzp’ers. Hun visie is dat iedereen na een werkzaam leven recht heeft op een goed en zeker pensioen, zonder armoede of onzekerheid.
De SP wil de huidige "casinopensioenwet" zoveel mogelijk terugdraaien en een nieuwe, eerlijkere pensioenwet invoeren. Ze willen de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar en de AOW één-op-één laten meestijgen met het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen. Dit adresseren ze als een kwestie van bestaanszekerheid en rechtvaardigheid voor mensen na hun werkende leven.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug. De AOW stijgt één-op-één mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar.”
“De uitkeringen stijgen mee. Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon. Zo krijgen gepensioneerden meer te besteden en zorgen we voor een bijstand waarmee niemand in armoede hoeft te leven.”
De SP wil dat zzp’ers collectief en publiek verzekerd worden voor pensioen en arbeidsongeschiktheid, zodat ook zij niet in armoede hoeven te leven na hun werkzame leven. Dit standpunt adresseert de groeiende groep zelfstandigen die nu vaak onvoldoende pensioen opbouwt.
“Zzp’ers hebben recht op pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkering. We moeten goed zorgen voor onze zzp’ers. Daarom gaan we collectief en publiek zorgen voor een oplossing, zodat zij zich kunnen verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en voor hun pensioen. Zo geven we zzp’ers de zekerheid dat zij niet in armoede hoeven te leven.”
De SP wil dat het nabestaandenpensioen behouden blijft, ook als iemand opnieuw gaat samenwonen of een nieuwe relatie krijgt. Dit voorkomt dat mensen bestaanszekerheid verliezen door veranderingen in hun persoonlijke situatie.
“Het nabestaandenpensioen is opgebouwd door de overledene en bedoeld als financiële zekerheid voor de partner die achterblijft. Die zekerheid moet blijven bestaan, ook als iemand besluit opnieuw samen te wonen of een nieuwe relatie krijgt. Liefde mag nooit een reden zijn om bestaanszekerheid te verliezen. Daarom zorgen wij ervoor dat het nabestaandenpensioen behouden blijft, ongeacht je leefsituatie.”
Volt wil het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig maken door het te monitoren en te verbeteren, en pleit daarnaast voor een pan-Europees pensioenstelsel als alternatief voor nationale systemen. Ze stellen een basispensioen voor alle werkenden voor, naast de AOW, en willen pensioenvermogen eerlijker belasten om vermogensongelijkheid te verkleinen.
Volt ziet voordelen in het bundelen van de beste elementen van Europese pensioenstelsels tot één pan-Europees systeem, wat mobiliteit en solidariteit binnen de EU bevordert. Ze willen het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP) verder ontwikkelen tot een volwaardig alternatief voor nationale stelsels.
“Volt streeft naar één pan-Europees pensioenstelsel waarin het beste van de verschillende Europese stelsels wordt gebundeld in één systeem. Dit is niet alleen positief voor alle werkenden en de bedrijven in de EU, maar het bevordert ook het vrije verkeer van personen en kweekt begrip en solidariteit tussen de landen. Het fundament is gelegd met het in 2022 geïntroduceerde Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP) en wat Volt betreft bouwen we dit alsnog uit tot een volwaardig alternatief voor de nationale pensioenstelsels.”
Volt wil een basispensioen invoeren voor alle werkenden, bovenop de bestaande AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners mogen aanvullend meer afspreken, zodat iedereen verzekerd is van een pensioenopbouw.
“We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners, werkgevers en beroepspensioenverenigingen mogen altijd méér afspreken dan het minimum.”
Volt erkent de recente hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel en wil deze wet actief monitoren en waar nodig verbeteren of vereenvoudigen, om te waarborgen dat de doelstellingen daadwerkelijk worden behaald.
“Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen heeft Nederland een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. Door de wet de komende jaren regelmatig te monitoren en verbeteringen en vereenvoudigingen aan te dragen, willen we er zeker van zijn dat de doelstellingen van die wet ook daadwerkelijk worden behaald.”
Volt wil pensioenvermogen eerlijker belasten, omdat vermogensongelijkheid volgens hen vooral voortkomt uit de scheve verdeling van woon- en pensioenvermogen. Ze streven naar een betere balans tussen belasting op vermogen en arbeid.
“We gaan vermogen afkomstig uit pensioenen en woningen rechtvaardiger belasten. Onderzoekers en deskundigen geven al jaren aan dat vermogensongelijkheid voornamelijk afkomstig is uit de scheve verdeling van woon- en pensioenvermogen. Met een betere belastingmix tussen vermogen en arbeid willen we ervoor zorgen dat welvaart weer iets wordt dat je zelf kan opbouwen.”
Volt erkent het belang van verplichte bedrijfstakpensioenfondsen voor het succes van het Nederlandse pensioenstelsel, maar vindt dat de verplichtstelling logisch, evenwichtig en proportioneel moet zijn, met oog voor het belang van werkgevers.
“Voor veel bedrijfstakken vindt pensioenopbouw verplicht via pensioenfondsen plaats, de zogenaamde ‘bedrijfstakpensioenfondsen’ zoals het ABP voor de overheid en PFZW voor zorg en welzijn. Deze verplichting is een belangrijke pijler onder het succes van het Nederlandse pensioenstelsel. Het belang van werkgevers moet daarbij echter niet uit het oog verloren worden. Volt vindt daarom dat verplichtstelling logisch, evenwichtig en naar verhouding moet zijn.”
De ChristenUnie wil het collectieve pensioenstelsel behouden en benadrukt het belang van solidariteit en collectiviteit, ook tijdens de transitie naar het nieuwe stelsel. Ze pleiten voor transparante communicatie, vereenvoudiging van de AOW, en fiscale voordelen voor ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen.
De ChristenUnie vindt het Nederlandse pensioenstelsel waardevol vanwege de bescherming tegen armoede voor ouderen. Ze steunen de hervorming naar het nieuwe stelsel, mits solidariteit en collectiviteit behouden blijven en er transparant wordt gecommuniceerd om het draagvlak te waarborgen.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede.”
“Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel. Voor het behoud van draagvlak tijdens de transitie is het belangrijk om transparant te communiceren en onduidelijkheden zo snel mogelijk weg te nemen.”
De partij wil de uitvoering van de AOW vereenvoudigen en de AOW verder fiscaliseren, zodat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen erop vooruitgaan. Dit moet zorgen voor meer inkomensgelijkheid tussen werkenden en gepensioneerden.
De Partij voor de Dieren wil het pensioenstelsel democratiseren en eerlijker maken, met meer zeggenschap voor werknemers en een hogere AOW-uitkering. Ze pleiten voor flexibiliteit in de pensioenleeftijd, vooral voor mensen met zware beroepen, en willen dat flexwerkers ook toegang krijgen tot pensioenopbouw. De kern van hun visie is dat pensioenen sociaal, rechtvaardig en toekomstbestendig moeten zijn, met nadruk op keuzevrijheid en solidariteit.
De PvdD vindt dat werknemers meer invloed moeten krijgen op hun pensioenfondsen, zowel qua investeringen als beloningsbeleid. Dit moet het pensioenstelsel transparanter en eerlijker maken, en voorkomen dat pensioengeld wordt belegd in maatschappelijk ongewenste sectoren.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
De partij wil dat de AOW-uitkering omhoog gaat, met extra aandacht voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen. Ze pleiten voor een flexibele pensioenleeftijd, vooral voor mensen met zware beroepen, en meer keuzevrijheid in wanneer en hoe mensen met pensioen gaan.
“De AOW wordt eerlijker. Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
De PvdD wil dat ook flexwerkers toegang krijgen tot pensioenopbouw, gefinancierd door de bedrijven die hen inhuren. Dit voorkomt dat een groeiende groep werkenden buiten het pensioenstelsel valt.
“Zolang er sprake is van flexwerk, komt er een landelijk fonds voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioenen, betaald door de bedrijven die flexwerkers inhuren.”
De VVD wil een stabiel, persoonlijk en betaalbaar pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren, met meer keuzevrijheid voor deelnemers. Ze pleiten voor een gecontroleerde invoering van het nieuwe pensioenstelsel, het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, en het aantrekkelijker maken van (door)werken na de pensioengerechtigde leeftijd.
De VVD wil het nieuwe pensioenstelsel zorgvuldig invoeren, waarbij mensen meer duidelijkheid en keuzevrijheid krijgen, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. Ze willen bescherming tegen politieke activisme en streven naar begrijpelijke en eerlijke pensioenen.
“We voeren het nieuwe stelsel gecontroleerd in. Mensen krijgen duidelijkheid over hun pensioen en keuzevrijheid, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. We beschermen tegen politieke activisme. Gepensioneerden mogen erop rekenen dat hun pensioen begrijpelijk en eerlijk blijft.”
De VVD vindt dat de pensioenleeftijd automatisch moet stijgen als de levensverwachting toeneemt, om het stelsel betaalbaar te houden. Voor zware beroepen blijft een aparte regeling bestaan.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen. We hebben oog voor de kwetsbare groepen en zware beroepen, waar een regeling voor blijft bestaan.”
De VVD wil mensen meer vrijheid geven in hoe en wanneer ze met pensioen gaan, en de mogelijkheden voor herverdeling van pensioenopbouw tussen partners verbeteren, vooral bij deeltijdwerk en zorgtaken.
“We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan. Dit doen wij door werken voor iedereen, dus ook pensioengerechtigden, aantrekkelijker te maken. We gaan de pensioenbreuk door deeltijd en zorg voor kinderen en ouderen verminderen door binnen de bestaande fiscale en juridische kaders de mogelijkheden voor herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te verbeteren en de benutting van bestaande opbouwruimte te vergemakkelijken.”
De VVD steunt het ontwikkelen van een vroegpensioenregeling voor mensen met zware beroepen, in samenwerking met vakbonden en werkgevers.
“Daarbij steunen we de inspanningen van vakbonden en werkgevers om tot een fatsoenlijke vroegpensioenregeling voor zware beroepen te komen.”
D66 wil het pensioenstelsel hervormen zodat iedereen verplicht pensioen opbouwt, met flexibiliteit voor ondernemers en keuzevrijheid voor deelnemers. Ze streven naar meer inspraak over beleggingen van pensioenfondsen en willen dat mensen na de AOW-leeftijd kunnen doorwerken als ze dat willen. De partij legt nadruk op zekerheid én keuzevrijheid voor later, met oog voor haalbaarheid en individuele omstandigheden.
D66 wil pensioenopbouw verplicht stellen voor iedereen, met speciale aandacht voor de haalbaarheid voor beginnende ondernemers. Daarnaast moet pensioenopbouw flexibeler worden, zodat mensen kunnen sparen in periodes dat het financieel uitkomt. Dit moet voorkomen dat grote groepen werkenden later onvoldoende pensioen hebben.
“Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers. Ook wil D66 dat mensen hun pensioen flexibel kunnen opbouwen, zodat je dat kunt doen in de periode van je leven waarin je daar geld voor hebt.”
D66 wil een pensioenstelsel dat zowel zekerheid als keuzevrijheid biedt. Ze maken het mogelijk om na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken en willen dat mensen meer invloed krijgen op het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds.
“D66 bouwt verder aan een pensioenstelsel dat mensen keuzevrijheid én zekerheid voor later geeft. Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
“Daarnaast verbeteren we de wijze waarop mensen mee kunnen praten over hoe hun pensioenfonds het geld belegt.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken of voorstellen over het pensioenstelsel, de pensioenleeftijd, pensioenopbouw of de positie van gepensioneerden. Het enige relevante standpunt betreft het direct afstoten van beleggingen door pensioenfondsen in “Israëlische” organisaties. Over de hoogte, zekerheid, indexatie of toekomst van pensioenen wordt niet gesproken.
DENK wil dat pensioenfondsen hun investeringen in “Israëlische” organisaties per direct beëindigen. Dit standpunt is onderdeel van een bredere politieke en ethische visie op buitenlandse inmenging en mensenrechten, en raakt aan de beleggingspraktijken van pensioenfondsen, niet aan de kern van het pensioenstelsel zelf.
“Pensioenfondsen stoten hun beleggingen in “Israëlische” organisaties per direct af.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, waarmee ze inzetten op een eerder pensioen voor Nederlanders. Verder worden er in het verkiezingsprogramma geen andere concrete voorstellen of standpunten over aanvullende pensioenen of het pensioenstelsel genoemd.
De PVV vindt dat Nederlanders eerder recht moeten hebben op hun AOW en wil de pensioenleeftijd terugbrengen naar 65 jaar. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om ouderen te ontzien en hun koopkracht te verbeteren, in het licht van stijgende kosten en een vergrijzende bevolking.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”