BVNL wil het oude pensioenstelsel behouden en keuzevrijheid voor deelnemers, ondanks de invoering van de nieuwe pensioenwet. De partij pleit voor individuele keuzevrijheid, transparantie, bescherming van pensioenrechten als eigendom, en het recht om zelf een pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie te kiezen.
BVNL vindt dat deelnemers niet verplicht mogen worden tot het nieuwe stelsel en wil dat iedereen kan kiezen om in het oude stelsel te blijven, inclusief indexatie. Dit moet eenvoudig mogelijk zijn via bestaande wetgeving. De partij benadrukt dat het pensioengeld van de deelnemer is en niet van de fondsen.
“Iedereen krijgt de keuze om in het oude stelsel te blijven. Dit kan via de zogenaamde ‘pensioenbewaarder’ (artikel 124a PW) eenvoudig worden gerealiseerd.”
“Kernpunt is dat we opnieuw een keuzerecht voor de deelnemer willen introduceren om in het oude stelsel te blijven mét indexatie.”
“Geef mensen dan ook de mogelijkheid om te kiezen!”
BVNL wil dat deelnemers zelf hun pensioenuitvoerder en beleggingsstrategie kunnen kiezen. Dit vergroot de zeggenschap van deelnemers en ondernemers en vermindert de macht van sectorale pensioenfondsen.
“Deelnemers krijgen het recht om zelf hun pensioenuitvoerder te kiezen.”
“Deelnemers kunnen zelf invloed uitoefenen op hun beleggingsbeleid.”
“BVNL wil afschaffing van de sectorale indeling. De huidige sectorale indeling van pensioenfondsen is achterhaald en leidt tot onduidelijke werkingssfeerbepalingen.”
BVNL beschouwt pensioenrechten als onvervreemdbare Nederlandse eigendomsrechten en wil volledige nationale en internationale rechtsbescherming. De partij wil transparante communicatie over de gevolgen van de overgang naar het nieuwe stelsel.
“BVNL wil dat er sprake is van transparante communicatie. Er moet duidelijk en eerlijk uitgelegd worden wat de gevolgen zijn van de overgang naar het nieuwe stelsel en er moet een pensioenoverzicht komen waar je rechten aan kunt ontlenen.”
“BVNL wil bescherming van het eigendomsrecht, in casu volledige erkenning van pensioenrechten als onvervreemdbare Nederlandse eigendomsrechten en volledige nationale en internationale rechtsbescherming.”
BVNL wil dat deelnemers bij de overgang naar het nieuwe stelsel (invaren) de mogelijkheid krijgen hun oude pensioenrechten te behouden (opt-out).
“BVNL wil een opt-out bij invaren. Deelnemers krijgen de mogelijkheid om hun oude pensioenrechten te behouden.”
BVNL wil dat pensioenen worden geïndexeerd op basis van werkelijk behaalde rendementen, niet op basis van een risicovrije rente. Ook wil de partij dat misgelopen indexatie met terugwerkende kracht wordt hersteld.
“De misgelopen pensioen-indexatie wordt met terugwerkende kracht hersteld. Pensioenen moeten niet geïndexeerd worden met een risicovrije rente, maar met de werkelijk behaalde rendementen.”
BVNL wil een maximum stellen aan de kosten van pensioenfondsen en bestuurders persoonlijk aansprakelijk maken voor risicovolle beslissingen.
FVD wil het pensioenstelsel en de AOW fundamenteel hervormen door de AOW-leeftijd te verlagen naar 66 jaar, recht op AOW te geven na 40 jaar zwaar werk, en pensioenen structureel te indexeren met terugwerkende kracht tot 2015. Ze willen meer zeggenschap voor deelnemers, politieke invloeden uit pensioenfondsen weren, en de nieuwe Pensioenwet intrekken. De partij positioneert zich hiermee als voorvechter van zekerheid, koopkracht en keuzevrijheid voor gepensioneerden.
FVD vindt de huidige verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig, vooral voor mensen met zware beroepen. Ze willen de AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar en een aparte regeling voor wie 40 jaar zwaar werk heeft verricht. Dit moet de sociale rechtvaardigheid herstellen en mensen perspectief bieden op een fatsoenlijk pensioen.
FVD wil dat pensioenen structureel worden geïndexeerd op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015. Hiermee willen ze het koopkrachtverlies van ouderen herstellen en zorgen dat gepensioneerden krijgen waar ze recht op hebben.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
“Pensioenen moeten structureel worden geïndexeerd, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen eindelijk krijgen waar zij recht op hebben (en zelf voor hebben gespaard!).”
FVD wil dat pensioendeelnemers meer invloed krijgen in pensioenbesturen, ten koste van vakbonden en werkgevers. Dit moet ervoor zorgen dat de belangen van de deelnemers centraal staan en niet die van instituties of politieke agenda’s.
“We versterken de positie van pensioendeelnemers in de besturen en beperken de macht van vakbonden en werkgevers, zodat de belangen van deelnemers écht centraal staan.”
“Daarbij moeten deelnemers – de echte belanghebbenden – meer zeggenschap krijgen in pensioenbesturen, terwijl de macht van vakbonden en werkgeversorganisaties wordt teruggedrongen.”
FVD wil dat pensioenfondsen niet langer beleggen op basis van politieke of duurzame agenda’s, maar uitsluitend op rendement. Dit moet het pensioenvermogen beschermen en maximaliseren.
FVD is fel tegen de nieuwe Pensioenwet, omdat deze volgens hen solidariteit uitholt en deelnemers opzadelt met onzekerheid en risico’s. Ze willen deze wet volledig intrekken.
FVD wil dat pensioenfondsen efficiënter gaan werken, met lagere uitvoeringskosten en hogere rendementen, zodat het spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.
“We zorgen voor hoger rendement en lagere uitvoeringskosten bij pensioenfondsen, zodat spaargeld maximaal ten goede komt aan de deelnemers.”
“Nederlandse pensioenfondsen beheren een vermogen van ongeveer 1.500 miljard euro, maar de rendementen zijn laag, de kosten zijn hoog en indexatie is jarenlang achtergebleven.”
50PLUS beschouwt het pensioen als een kernpunt van bestaanszekerheid en wil het huidige pensioenstelsel verbeteren, met nadruk op koopkrachtbehoud, inspraak van gepensioneerden en bescherming van het nabestaandenpensioen. De partij pleit voor wettelijke verankering van koopkrachtverbetering, meer zeggenschap voor gepensioneerden bij de overgang naar het nieuwe stelsel, en concrete maatregelen zoals het recht op vervroegde uitkering voor mensen met zware beroepen of een lang arbeidsverleden. Hun visie is gericht op zekerheid, transparantie en rechtvaardigheid voor ouderen in het pensioenstelsel.
50PLUS wil dat koopkrachtverbetering voor gepensioneerden wettelijk wordt vastgelegd en dat pensioenfondsen verplicht sturen op koopkracht in de uitkeringsfase. Dit moet voorkomen dat pensioenen achterblijven bij de inflatie en het welvaartsniveau, en biedt ouderen meer zekerheid over hun inkomen.
50PLUS vindt dat gepensioneerden en deelnemers meer inspraak en controle moeten krijgen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit moet zorgen voor transparantie, eerlijkheid en het voorkomen van nadelige gevolgen bij de transitie.
De partij wil de valkuilen in het nabestaandenpensioen aanpakken en pleit voor snelle invoering van wetgeving rond pensioen bij scheiding, om onzekerheid en financiële gaten voor nabestaanden te voorkomen.
“De valkuilen in het nu geregelde nabestaandenpensioen (als je uit dienst gaat is nabestaandenpensioen niet meer verzekerd in het nieuwe stelsel) verdwijnen. Dus: geen gaten voor wat betreft het nabestaandenpensioen.”
“De wetgeving pensioen bij scheiding wordt zo snel mogelijk ingevoerd om de bestaande grote onzekerheid op te heffen.”
50PLUS wil dat mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer recht krijgen op een vervroegde uitkering (AOW-light), om recht te doen aan hun vaak zwaardere loopbaan en lagere levensverwachting.
BBB wil het pensioenstelsel beschermen tegen verdere versobering en onzekerheid, met nadruk op het behoud van koopkracht en zeggenschap voor deelnemers. De partij verzet zich tegen de nieuwe pensioenwet, wil de AOW ongemoeid laten, en pleit voor meer transparantie, lagere kosten en meer invloed voor pensioendeelnemers.
BBB vindt dat de AOW niet verder mag worden versoberd of zwaarder belast, en wil de koppeling aan het minimumloon behouden. Dit moet de bestaanszekerheid van ouderen waarborgen.
“Handen af van de AOW. De AOWuitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB is tegenstander van de nieuwe pensioenwet en de verplichte overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van deelnemers. De partij vindt dat pensioen van de mensen zelf is, niet van fondsen of overheid.
“BBB was en blijft tegenstander van deze ingrijpende stelselwijziging en overdracht van opgebouwde pensioenrechten zonder instemming van de deelnemers. Pensioen is van de mensen zelf, niet van de overheid, fondsen of sociale partners.”
BBB wil dat het behoud van koopkracht weer het uitgangspunt wordt bij aanvullende pensioenen, en dat de nieuwe pensioenwet hierop wordt aangepast.
“De koopkracht van aanvullende pensioenen via de werkgever wordt weer het uitgangspunt, niet een sluitpost. De nieuwe pensioenwet passen we aan zodat pensioenuitvoerders makkelijker kunnen sturen op koopkrachtbehoud.”
BBB pleit voor betere communicatie over pensioenen, lagere uitvoeringskosten, en meer invloed voor deelnemers op het beleggingsbeleid. Onafhankelijk bestuur moet belangenverstrengeling tegengaan.
“De communicatie over aanvullende pensioenen moet verbeteren. Zowel vooraf: een eerlijk verhaal over verwacht pensioen, koopkrachtbehoud en de risico’s. Als achteraf: hoeveel premie is er ingelegd, hoeveel beleggingsrendement is daarop op behaald en welke kosten zijn ervan afgetrokken?”
“De administratie en beleggingskosten die pensioenuitvoerders maken willen we normeren en maximeren, zodat er meer geld overblijft voor pensioen.”
“Pensioendeelnemers krijgen meer invloed op het beleggingsbeleid. Wie betaalt, bepaalt.”
“Pensioenfondsen worden voortaan bestuurd door onafhankelijke vakmensen met kennis van zaken. BBB wil af van het bestuursmodel, waarbij werkgevers en vakbonden elkaar in evenwicht moeten houden.”
BBB wil dat pensioenfondsen zich uitsluitend richten op het behalen van een goed beleggingsresultaat voor een goed pensioen, en niet op politieke of maatschappelijke doelen.
“Pensioenfondsen mogen geen politieke of maatschappelijke doelen nastreven die afleiden van het doel van de pensioeninleg: een goed beleggingsresultaat dat leidt tot een goed pensioen.”
Het CDA beschouwt de AOW als het onschendbare basispensioen en wil deze ongemoeid laten. In het nieuwe pensioenstelsel zet het CDA in op collectief sparen, meer transparantie, versterking van de positie van deelnemers en betere pensioenopbouw voor deeltijdwerkers en zelfstandigen. Het CDA wil pensioenadvies toegankelijker maken en bewustwording over pensioen vergroten, met speciale aandacht voor groepen die nu minder pensioen opbouwen.
Het CDA ziet de AOW als het fundament van het pensioenstelsel en wil daar niet aan tornen. Dit biedt ouderen zekerheid en stabiliteit, en voorkomt onzekerheid over hun inkomen na pensionering.
Het CDA ondersteunt het nieuwe pensioenstelsel waarin collectief sparen en beleggen centraal staan. Ze willen dat pensioenuitkeringen eerder kunnen stijgen, jongeren meer pensioen opbouwen, en dat het voor iedereen duidelijker wordt hoeveel pensioen men opbouwt.
“In het nieuwe pensioenstelsel blijven we collectief sparen en beleggen. Pensioenuitkeringen voor gepensioneerden kunnen eerder stijgen en kunnen stabieler zijn dan in het oude stelsel. Jongeren bouwen meer pensioen op en het is veel duidelijker hoeveel dat is.”
Het CDA wil dat mensen beter geïnformeerd zijn over hun pensioenmogelijkheden, met name over keuzes rond eerder stoppen of langer doorwerken. Ook moet er meer bewustzijn komen bij groepen die nu minder pensioen opbouwen, zoals deeltijdwerkers en zelfstandigen.
“We willen persoonlijk pensioenadvies beter beschikbaar maken via de werkgever om besluiten over eerder stoppen, langer doorwerken of minder werken inzichtelijker te maken.”
“Samen met werkgevers en pensioenfondsen organiseert de Rijksoverheid informatiecampagnes om de bewustwording te vergroten. Zo stimuleren we dat mensen al op jonge leeftijd bewust worden van het inkomen nu en later, en zo ook later financieel weerbaar worden.”
Het CDA erkent dat zelfstandigen en deeltijdwerkers vaak minder pensioen opbouwen en wil maatregelen nemen om dit te verbeteren. Zelfstandigen moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun pensioen, en er komt meer voorlichting en handhaving op schijnzelfstandigheid.
“Zelfstandigen die geen pensioen opbouwen, zijn later alleen aangewezen op AOW.”
“Zelfstandigen moeten verantwoordelijkheid nemen voor een inkomensvoorziening bij arbeidsongeschiktheid (ook voordat de Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen in werking treedt) en een toereikend pensioen.”
“Doordat tegenwoordig veel meer mensen deeltijd werken – dat zijn vooral vrouwen – bouwen zij minder (werkgevers)pensioen op.”
De SGP wil het pensioenstelsel toekomstbestendig, robuust en betaalbaar houden, met extra aandacht voor kwetsbare gepensioneerden en het behoud van koopkracht. Ze pleiten voor flexibiliteit in de AOW-leeftijd, betere bescherming van nabestaanden en een focus op een koopkrachtig pensioen, zonder dat ideologische doelen het beleggingsbeleid van pensioenfondsen bepalen.
De SGP erkent dat het pensioenstelsel onder druk staat door vergrijzing en wil daarom verbeteringen die het stelsel robuust en betaalbaar houden. Kwetsbare gepensioneerden met alleen AOW of een klein pensioen moeten extra beschermd worden tegen koopkrachtverlies.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden.”
“Bij sommige gepensioneerden bestaat de oudedagsvoorziening alleen uit een AOW-uitkering, eventueel aangevuld met een ‘klein pensioen’. Terwijl de prijzen stijgen, kunnen zij soms maar net de eindjes aan elkaar knopen. Hun koopkracht moet beschermd worden.”
De SGP wil meer flexibiliteit in het moment van pensioneren, zowel eerder als later, en een sterkere koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, inclusief de mogelijkheid om de pensioenleeftijd te verlagen als de levensverwachting daalt.
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
“Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP vindt dat het beleggingsbeleid van pensioenfondsen gericht moet zijn op het realiseren van een koopkrachtig pensioen, en niet op ideële of activistische doelen.
“In het beleggingsbeleid van pensioenfondsen moet het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal staan. Het voeren van activistisch beleid of het nastreven van ideële doelen mag daarin niet leidend zijn.”
De SGP wil het nabestaandenpensioen verbeteren door meer bescherming en inzicht te bieden, en schrijnende gevallen te voorkomen, onder andere via restitutie.
“Het nabestaandenpensioen moet verbeterd worden. Er komt meer bescherming voor nabestaanden en meer inzicht in de opgebouwde rechten. Ook moeten schrijnende gevallen gerichter voorkomen worden, omdat nabestaanden bijvoorbeeld niet weten dat ze niet meer verzekerd zijn of dat hun afgedragen pensioenpremies opeens niet meer voor hen beschikbaar zijn. Daarom wordt er onder andere een vorm van restitutie ingevoerd in het nabestaandenpensioen.”
De SGP wil de uitvoering van de Wet toekomst pensioenen nauwlettend volgen en waar nodig aanpassen, met betere inspraak voor deelnemers en snelle overgang van politieke ambtsdragers naar het nieuwe stelsel.
“De in- en uitvoering van de Wet toekomst pensioen wordt nauwlettend gemonitord. De SGP staat daarbij open voor noodzakelijke aanpassingen die de wet beter maken en uitvoerbaar houden. Deelnemers moeten in ieder geval beter gehoord worden bij de overgang naar het nieuwe stelsel, bijvoorbeeld door verbetering van het bestaande hoorrecht. Politieke ambtsdragers gaan zo snel mogelijk onder het nieuwe stelsel vallen.”
De SGP wil dat langdurige mantelzorgers pensioen kunnen opbouwen en beschermd worden tegen financiële achterstand op lange termijn.
“Langdurige mantelzorgers moeten pensioen kunnen opbouwen en worden beschermd tegen financiële achterstand op lange termijn.”
JA21 is kritisch over de nieuwe Wet toekomst pensioenen, maar richt zich nu op het waarborgen van een solide, transparant en rechtvaardig pensioenstelsel voor alle generaties. Ze willen streng toezicht op de uitvoering, snelle en volledige compensatie, eenvoudige regels, en de mogelijkheid om tot 10% van het pensioen ineens op te nemen. Risicovolle, activistische beleggingen door pensioenfondsen worden afgewezen; het pensioen moet welvaartsvast blijven.
JA21 accepteert de invoering van de Wet toekomst pensioenen, maar wil dat de overgang zorgvuldig en eerlijk verloopt. Ze benadrukken het belang van streng toezicht, duidelijke communicatie en snelle, volledige compensatie voor deelnemers die nadeel ondervinden. Het doel is een betrouwbaar en toekomstbestendig stelsel met behoud van solidariteit.
“Streng toezicht bij invoering en de uitvoering van de nieuwe pensioenwetgeving.”
“Zekerheid dat compensatie snel, volledig en zonder omwegen bij de juiste mensen terechtkomt.”
“Eenvoudige regels, begrijpelijke communicatie en behoud van solidariteit voor alle generaties.”
“We zetten ons in om te waarborgen dat alle deelnemers krijgen waar ze recht op hebben, met solide compensatie wanneer dat nodig is en duidelijke informatie over hun pensioen.”
JA21 wil dat werknemers bij pensionering tot 10% van hun ouderdomspensioen in één keer kunnen opnemen. Dit geeft mensen meer flexibiliteit en keuzevrijheid bij het besteden van hun pensioenvermogen.
“Wij willen dat werknemers bij pensionering tot 10% van hun ouderdomspensioen in één keer kunnen opnemen (“bedrag ineens”).”
JA21 vindt dat pensioenfondsen zich moeten richten op hun kerntaak: het realiseren van een welvaartsvast pensioen. Ze zijn tegen risicovolle en activistische beleggingen die andere belangen dienen dan het pensioen van deelnemers.
“Pensioenfondsen moeten zich daarnaast richten op hun kerntaak: een welvaartsvast pensioen realiseren. Risicovolle, activistische beleggingen die andere belangen dienen, horen daar niet bij.”
JA21 wil het mogelijk maken om met behoud van pensioen deeltijd te werken, zodat mensen flexibeler hun pensioenleeftijd en werk kunnen combineren.
“Met behoud van pensioen deeltijd werken mogelijk maken.”
NSC wil het pensioenstelsel koopkrachtiger en eerlijker maken, met behoud van de AOW als basis en meer sturing op koopkracht in aanvullende pensioenen. Ze pleiten voor eenvoudiger wetgeving, transparantie over kosten, en bescherming tegen inflatie. De partij wil dat het pensioenstelsel beter aansluit bij de welvaartsgroei en dat gepensioneerden niet langer achterblijven in koopkracht.
NSC ziet de AOW als fundament van het pensioenstelsel en wil deze laten meegroeien met de welvaart, zodat ouderen niet achterblijven in koopkracht. Dit moet bestaanszekerheid bieden en voorkomen dat gepensioneerden financieel in de knel komen.
“De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart.”
“We handhaven de koppeling van AOW en andere uitkeringen met het minimumloon zodat deze ook meegroeien met de gemiddelde stijging van de contractlonen.”
“Een koopkrachtig pensioen voor ouderen en indexatie AOW.”
NSC wil dat aanvullende pensioenen beter beschermd worden tegen inflatie en dat wetgeving gericht wordt op het behouden van koopkracht voor gepensioneerden. Ze willen minder afhankelijkheid van wiskundige modellen en meer ruimte voor realistische, flexibele benaderingen.
“Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.”
“De wetgeving voor aanvullende pensioenen moet simpeler en minder ‘blind’ op wiskundige modellen sturen. Geen modellenwerkelijkheid maar een realistische benadering dus: meer open normen om ook met onvoorziene omstandigheden om te gaan.”
NSC wil dat pensioenfondsen transparanter zijn over kosten en dat er wettelijke grenzen komen aan beheers- en beleggingskosten, zodat deelnemers beter inzicht krijgen en het rendement op hun pensioen beschermd blijft.
“Pensioenfondsen moeten transparanter zijn en deelnemers volledig inzicht geven in de totale kosten. Na de overgang naar het nieuwe stelsel stellen we duidelijke grenzen aan hoeveel beheers- en beleggingskosten een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren.”
Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan, zodat het pensioenstelsel rechtvaardig blijft voor mensen met fysiek of mentaal belastend werk.
“Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan.”
De VVD wil een stabiel, persoonlijk en betaalbaar pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren, met meer keuzevrijheid en duidelijkheid voor deelnemers. De partij ondersteunt een gecontroleerde invoering van het nieuwe pensioenstelsel, het laten meestijgen van de pensioenleeftijd met de levensverwachting, en het verbeteren van pensioenopbouw voor mensen met deeltijdwerk of zorgtaken. De VVD benadrukt keuzevrijheid, bescherming tegen politiek activisme en het aantrekkelijker maken van werken na de pensioengerechtigde leeftijd.
De VVD kiest voor een pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen, perspectief voor jongeren en op lange termijn betaalbaar blijft. Ze willen mensen meer keuzevrijheid geven, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen, en duidelijkheid over hun pensioen. De partij beschermt het pensioen tegen politiek activisme en wil het nieuwe stelsel gecontroleerd invoeren.
“▶ Een zeker en persoonlijk pensioen: Wie gewerkt heeft verdient rust en een goed pensioen; geen onzekerheid. De VVD staat pal voor een stabiel pensioenstelsel dat zekerheid biedt voor ouderen en perspectief voor jongeren. En dat ook op lange termijn betaalbaar is door mee te stijgen met de levensverwachting.”
“We voeren het nieuwe stelsel gecontroleerd in. Mensen krijgen duidelijkheid over hun pensioen en keuzevrijheid, zoals de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen. We beschermen tegen politieke activisme. Gepensioneerden mogen erop rekenen dat hun pensioen begrijpelijk en eerlijk blijft.”
De VVD vindt dat de pensioenleeftijd moet meestijgen met de levensverwachting om het stelsel betaalbaar te houden. Voor mensen met zware beroepen blijft een aparte vroegpensioenregeling bestaan.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen. We hebben oog voor de kwetsbare groepen en zware beroepen, waar een regeling voor blijft bestaan.”
“Daarbij steunen we de inspanningen van vakbonden en werkgevers om tot een fatsoenlijke vroegpensioenregeling voor zware beroepen te komen.”
De VVD wil de pensioenbreuk door deeltijdwerk en zorgtaken verminderen door herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te vergemakkelijken binnen bestaande kaders.
“We gaan de pensioenbreuk door deeltijd en zorg voor kinderen en ouderen verminderen door binnen de bestaande fiscale en juridische kaders de mogelijkheden voor herverdeling van pensioenopbouw tussen partners te verbeteren en de benutting van bestaande opbouwruimte te vergemakkelijken.”
De VVD wil het aantrekkelijker maken voor mensen om door te werken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, onder andere door meer vrijheid te bieden in de inrichting van het pensioen.
“We geven mensen meer vrijheid bij de inrichting van hun pensioen en om te kiezen wanneer ze met pensioen willen gaan. Dit doen wij door werken voor iedereen, dus ook pensioengerechtigden, aantrekkelijker te maken.”
De SP wil het pensioenstelsel grondig hervormen door de recente "casinopensioenwet" zoveel mogelijk terug te draaien, de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar en de AOW direct te koppelen aan het minimumloon. Hiermee wil de partij zorgen voor meer koopkracht en bestaanszekerheid voor gepensioneerden, en een eerlijker pensioen voor iedereen, inclusief zzp’ers. De SP kiest voor collectieve, publieke oplossingen en benadrukt het recht op een goed pensioen na een werkzaam leven.
De SP wil de huidige pensioenwetgeving vervangen door een eerlijker stelsel, waarbij de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar gaat en de AOW meestijgt met het minimumloon. Dit moet zorgen voor meer koopkracht en bestaanszekerheid voor gepensioneerden, en het recht om na 65 te stoppen met werken. De partij keert zich expliciet tegen de "casinopensioenwet" en wil deze zoveel mogelijk terugdraaien.
“We maken een nieuwe en veel eerlijkere pensioenwet. Na afloop van je werkende leven moet je kunnen genieten van een goed pensioen. Daarom draaien we de casinopensioenwet zoveel mogelijk terug. De AOW stijgt éénopéén mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar.”
De SP wil dat zzp’ers collectief en publiek verzekerd worden voor pensioen en arbeidsongeschiktheid, zodat ook zij niet in armoede hoeven te leven na hun werkzame leven. Dit is een duidelijke breuk met het huidige systeem, waarin veel zzp’ers geen pensioen opbouwen.
“Zzp’ers hebben recht op pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkering. We moeten goed zorgen voor onze zzp’ers. Daarom gaan we collectief en publiek zorgen voor een oplossing, zodat zij zich kunnen verzekeren voor arbeidsongeschiktheid en voor hun pensioen.”
De SP wil dat het nabestaandenpensioen altijd behouden blijft, ook als de partner van de overledene opnieuw gaat samenwonen of een nieuwe relatie krijgt. Hiermee wil de partij bestaanszekerheid voor nabestaanden waarborgen.
“Daarom zorgen wij ervoor dat het nabestaandenpensioen behouden blijft, ongeacht je leefsituatie.”
“Het nabestaandenpensioen is opgebouwd door de overledene en bedoeld als financiële zekerheid voor de partner die achterblijft. Die zekerheid moet blijven bestaan, ook als iemand besluit opnieuw samen te wonen of een nieuwe relatie krijgt.”
BIJ1 wil dat pensioenen, inclusief de AOW, hoog genoeg zijn zodat niemand na de AOW-leeftijd hoeft door te werken. Ze pleiten voor het afschaffen van de RVU-heffing voor zware beroepen en willen dat het minimumloon, de AOW en het aanvullend pensioen gelijktijdig stijgen. Hun visie is gericht op bestaanszekerheid en eerlijkheid voor ouderen, met extra aandacht voor mensen in zware beroepen en ouderen met een migratieachtergrond.
BIJ1 vindt dat het pensioenstelsel zo moet zijn ingericht dat niemand na de AOW-leeftijd hoeft door te werken. Ze willen de AOW en het aanvullend pensioen verhogen en deze koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben om van te leven.
Voor mensen met zware beroepen, die gemiddeld korter leven, wil BIJ1 de RVU-heffing volledig afschaffen. Dit moet het mogelijk maken om eerder met pensioen te gaan zonder fiscale boete, zodat werknemers via cao’s betere afspraken kunnen maken over vervroegd uittreden.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
BIJ1 wil de regels voor de aanvullende inkomensondersteuning (AIO) versoepelen voor ouderen met een migratieachtergrond, zodat zij minder last hebben van het AOW-gat.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
GroenLinks-PvdA wil het pensioenstelsel versterken door de AOW-uitkering te verhogen (gekoppeld aan het minimumloon) en werkgevers te verplichten een goede pensioenregeling aan te bieden, ook voor zelfstandigen. Hun visie is dat iedereen, jong en oud, recht heeft op een fatsoenlijk pensioen en bestaanszekerheid op latere leeftijd. Ze willen slecht bestuur aanpakken en zorgen dat het pensioenstelsel ook voor toekomstige generaties houdbaar blijft.
GroenLinks-PvdA vindt dat ouderen moeten kunnen rondkomen en in rust van hun oude dag moeten genieten. Daarom willen ze de AOW-uitkering verhogen en deze koppelen aan het minimumloon, zodat het pensioen voor iedereen toereikend blijft.
Om te zorgen dat iedereen een goed pensioen opbouwt, wil GroenLinks-PvdA werkgevers verplichten een goede pensioenregeling aan te bieden en zelfstandigen vanaf dag één pensioen laten opbouwen.
“Werkgevers moeten verplicht een goede pensioenregeling aanbieden en zelfstandigen gaan ook vanaf dag één pensioen opbouwen.”
De partij wil slecht bestuur binnen pensioenfondsen aanpakken en het pensioenstelsel ook voor nieuwe generaties beschikbaar houden.
“We zorgen dat een goed pensioen ook voor nieuwe generaties beschikbaar is en pakken slecht bestuur aan.”
De Partij voor de Dieren wil het pensioenstelsel democratiseren, werknemers meer zeggenschap geven over hun pensioen, en pensioenfondsen verplichten duurzaam te investeren. Daarnaast pleit de partij voor een eerlijkere en hogere AOW, met meer flexibiliteit rondom de pensioenleeftijd, vooral voor mensen met zware beroepen. De kern van hun visie is dat pensioenen sociaal, duurzaam en rechtvaardig moeten zijn, met meer keuzevrijheid en zeggenschap voor deelnemers.
De PvdD vindt dat werknemers meer invloed moeten krijgen op hun pensioen en op het beleid van pensioenfondsen. Dit moet leiden tot meer transparantie, rechtvaardigheid en duurzaamheid in het beheer van pensioengelden.
“We democratiseren de pensioenfondsen. Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar hun pensioenpremies in worden geïnvesteerd en over het beloningsbeleid van pensioenbeheerders.”
De partij wil dat pensioenfondsen verplicht worden om hun investeringen binnen ecologische grenzen te houden en uit schadelijke sectoren te stappen. Dit moet bijdragen aan een duurzamere economie en samenleving.
“Pensioenfondsen krijgen de wettelijke taak te investeren binnen ecologische grenzen. Ze stappen uiterlijk in 2027 in elk geval volledig uit de fossiele industrie, vee-industrie, biomassa, kernernergie, en fastfoodindustrie.”
De PvdD wil de AOW verhogen, eerder toegankelijk maken voor mensen met zware beroepen, en meer keuzevrijheid bieden in wanneer en hoe mensen met pensioen gaan. Dit moet zorgen voor een rechtvaardiger pensioenstelsel, vooral voor mensen met een laag of geen aanvullend pensioen.
“De AOW wordt eerlijker. Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
Volt wil het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig maken door het te monitoren en waar nodig te verbeteren, en streeft daarnaast naar een pan-Europees pensioenstelsel als alternatief. Ze introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW en benadrukken het belang van verplichte pensioenopbouw via bedrijfstakpensioenfondsen, mits deze verplichting evenwichtig is.
Volt ziet voordelen in het bundelen van Europese pensioenstelsels en wil het Pan-Europees Persoonlijk Pensioenproduct (PEPP) uitbouwen tot een volwaardig alternatief voor nationale stelsels. Dit moet het vrije verkeer van personen bevorderen en solidariteit tussen landen vergroten.
“Volt streeft naar één pan-Europees pensioenstelsel waarin het beste van de verschillende Europese stelsels wordt gebundeld in één systeem. Dit is niet alleen positief voor alle werkenden en de bedrijven in de EU, maar het bevordert ook het vrije verkeer van personen en kweekt begrip en solidariteit tussen de landen. Het fundament is gelegd met het in 2022 geïntroduceerde Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP) en wat Volt betreft bouwen we dit alsnog uit tot een volwaardig alternatief voor de nationale pensioenstelsels.”
Volt wil een basispensioen invoeren voor alle werkenden, aanvullend op de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners mogen bovenop dit minimum extra afspraken maken.
“We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners, werkgevers en beroepspensioenverenigingen mogen altijd méér afspreken dan het minimum.”
Volt erkent het belang van verplichte pensioenopbouw via bedrijfstakpensioenfondsen voor het succes van het Nederlandse pensioenstelsel, maar vindt dat de verplichtstelling logisch en evenwichtig moet zijn.
“Voor veel bedrijfstakken vindt pensioenopbouw verplicht via pensioenfondsen plaats, de zogenaamde ‘bedrijfstakpensioenfondsen’ zoals het ABP voor de overheid en PFZW voor zorg en welzijn. Deze verplichting is een belangrijke pijler onder het succes van het Nederlandse pensioenstelsel. Het belang van werkgevers moet daarbij echter niet uit het oog verloren worden. Volt vindt daarom dat verplichtstelling logisch, evenwichtig en naar verhouding moet zijn.”
Volt wil de nieuwe Wet toekomst pensioenen actief monitoren en waar nodig verbeteren of vereenvoudigen om de doelstellingen daadwerkelijk te behalen.
“Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen heeft Nederland een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel. Door de wet de komende jaren regelmatig te monitoren en verbeteringen en vereenvoudigingen aan te dragen, willen we er zeker van zijn dat de doelstellingen van die wet ook daadwerkelijk worden behaald.”
De ChristenUnie wil het collectieve pensioenstelsel behouden en versterken, met nadruk op solidariteit en transparantie tijdens de transitie naar het nieuwe stelsel. Ze pleiten voor het verbeteren van de positie van ouderen door de AOW te fiscaliseren en de belastingkorting voor gepensioneerden gelijk te trekken met die van werkenden, zodat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen erop vooruitgaan.
De ChristenUnie vindt het Nederlandse pensioenstelsel waardevol vanwege de bescherming tegen armoede voor ouderen en wil de fundamenten van solidariteit en collectiviteit behouden. Transparante communicatie en het wegnemen van onduidelijkheden zijn essentieel tijdens de overgang naar het nieuwe stelsel.
“Ons collectieve pensioenstelsel is het waard om te behouden. Mede door het stelsel van AOW als eerste pijler en aanvullend pensioen als tweede pijler, zijn ouderen in Nederland goed beschermd tegen armoede. Met de Wet toekomst pensioenen is het besluit genomen om het pensioenstelsel te hervormen waarbij solidariteit en collectiviteit de fundamenten blijven van het pensioenstelsel.”
“Voor het behoud van draagvlak tijdens de transitie is het belangrijk om transparant te communiceren en onduidelijkheden zo snel mogelijk weg te nemen.”
De ChristenUnie wil de belastingheffing voor ouderen en werkenden gelijk trekken en de AOW verder fiscaliseren. Dit moet ervoor zorgen dat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen er financieel op vooruitgaan.
“Wij willen dat ouderen ook gaan profiteren van de volledige basiskorting (dus geen lagere algemene heffingskorting, zoals nu het geval is). De AOW wordt geleidelijk verder gefiscaliseerd. Ouderen met alleen AOW of met een klein aanvullend pensioen gaan erop vooruit.”
D66 wil pensioenopbouw verplicht stellen voor alle werkenden, met aandacht voor de haalbaarheid voor beginnende ondernemers en meer flexibiliteit in opbouw. Ze streven naar een pensioenstelsel dat keuzevrijheid en zekerheid biedt, en willen dat mensen meer inspraak krijgen in het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds.
D66 vindt dat te veel werkenden onvoldoende pensioen opbouwen en wil daarom pensioenopbouw verplichten, met oog voor de situatie van beginnende ondernemers. Daarnaast pleiten ze voor flexibiliteit, zodat mensen hun pensioen kunnen opbouwen wanneer het financieel uitkomt.
“Pensioenopbouw wordt daarom verplicht, met oog voor wat haalbaar is voor beginnende ondernemers. Ook wil D66 dat mensen hun pensioen flexibel kunnen opbouwen, zodat je dat kunt doen in de periode van je leven waarin je daar geld voor hebt.”
D66 wil een pensioenstelsel dat zowel zekerheid als keuzevrijheid biedt, inclusief de mogelijkheid om na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) door te werken. Ze willen ook dat mensen meer zeggenschap krijgen over het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds.
“D66 bouwt verder aan een pensioenstelsel dat mensen keuzevrijheid én zekerheid voor later geeft. Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
“Daarnaast verbeteren we de wijze waarop mensen mee kunnen praten over hoe hun pensioenfonds het geld belegt.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar en zet zich in voor een beter pensioen voor Nederlanders, waarbij ze zich duidelijk afzetten tegen het huidige beleid en zich profileren als alternatief voor partijen als JA21. Hun belangrijkste concrete voorstel is het terugbrengen van de AOW-leeftijd, waarmee ze ouderen eerder zekerheid en financiële rust willen bieden.
De PVV vindt dat Nederlanders recht hebben op een fatsoenlijk pensioen op een eerder moment dan nu het geval is. Door de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar, wil de partij ouderen eerder financiële zekerheid geven en hen waarderen voor hun bijdrage aan de samenleving. Dit standpunt onderscheidt zich van partijen als JA21, die doorgaans vasthouden aan de huidige of een hogere AOW-leeftijd.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma