De Partij voor de Dieren beschouwt passend, toegankelijk en inclusief onderwijs als een kernwaarde en wil dat elk kind onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn of haar persoonlijke mogelijkheden en behoeften. Ze pleiten voor meer maatwerk, extra ondersteuning voor leerlingen met bijzondere behoeften, structurele investeringen in expertise en kleinere klassen, en betere samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. De partij wil zo voorkomen dat leerlingen uitvallen omdat het onderwijs niet aansluit, en streeft naar gelijke kansen voor iedereen.
De PvdD wil dat elk kind onderwijs krijgt dat past bij zijn of haar persoonlijke mogelijkheden, met speciale aandacht voor leerlingen die nu uitvallen door gebrek aan passend aanbod. Ze pleiten voor meer scholingsmogelijkheden voor hoogbegaafde kinderen en kinderen met een beperking, en investeren in kleinere klassen en meer expertise op scholen.
“Iedere leerling heeft recht op onderwijs dat past bij de persoonlijke mogelijkheden en talenten, in een veilige en prettige omgeving.”
“Dat wil ook zeggen dat er (meer) scholingsmogelijkheden komen voor bijvoorbeeld zeer hoogbegaafde kinderen of kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperking. Deze kinderen vallen nu vaak uit omdat scholen hen niet kunnen bieden wat ze nodig hebben.”
“We investeren in meer handen in de klas, kleinere klassen, meer expertise op scholen en meer aandacht voor de leerling als individu.”
De partij wil zorgteams op scholen uitbreiden en beter toerusten, zodat zij tijdig passende ondersteuning kunnen bieden aan leerlingen met uiteenlopende behoeften. Ook wordt de samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en jeugdzorg versterkt om maatwerk mogelijk te maken.
“Zorgteams op scholen zijn groot genoeg en beschikken over de juiste expertise, middelen en netwerken van experts om de (veelheid aan) onderwerpen aan te kunnen die komen kijken bij onderwijs op maat.”
“De verbinding tussen onderwijs, gemeenten en jeugdzorg wordt versterkt en gefaciliteerd, zodat leerlingen tijdig passende ondersteuning kunnen krijgen.”
“Er komen meer mogelijkheden om te voorzien in persoonlijke zorg- en onderwijsbehoeften door te experimenteren met maatwerk, en met een samenwerking tussen jeugdzorg en gespecialiseerd onderwijs.”
De PvdD wil dat scholen fysiek en sociaal toegankelijk zijn voor alle leerlingen, met extra investeringen in aanpassingen en landelijke richtlijnen voor passend leerlingenvervoer.
“Het Rijk investeert extra in toegankelijkheid van alle scholen voor mensen met een beperking.”
“Er komen landelijke richtlijnen voor leerlingenvervoer, zodat kwetsbare leerlingen in alle regio’s kunnen rekenen op veilig en passend vervoer.”
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
Het CDA wil dat elk kind een passende onderwijsplek krijgt, met speciale aandacht voor inclusief onderwijs en het behoud van speciale scholen voor wie dat nodig heeft. Ze streven naar meer brede scholen die ruimte bieden aan diversiteit in talenten en persoonlijke ontwikkeling, en willen onderwijs-jeugdzorgarrangementen behouden voor kinderen die vastlopen. Het CDA benadrukt het belang van vroege signalering en ondersteuning, zodat passend onderwijs daadwerkelijk voor iedereen toegankelijk wordt.
Het CDA streeft naar een onderwijssysteem waarin zoveel mogelijk kinderen deelnemen aan regulier onderwijs, maar erkent dat speciale scholen voor sommige leerlingen noodzakelijk blijven. Ze willen dat in 2035 zoveel mogelijk scholen zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, zonder het belang van speciale scholen uit het oog te verliezen.
“We willen dat speciale scholen blijven bestaan voor wie dat nodig heeft. Het doel blijft dat in 2035 zoveel mogelijk scholen in het funderend onderwijs zijn overgestapt naar inclusief onderwijs, waarbij zoveel mogelijk kinderen deelnemen in het reguliere onderwijs.”
Het CDA pleit voor brede scholen en gezamenlijke huisvesting van verschillende niveaus, mits dit niet ten koste gaat van de eigenheid van leerlingen. Brede scholen moeten ruimte bieden voor diversiteit in talenten, lesstof en persoonlijke ontwikkeling, zodat gezamenlijkheid niet leidt tot uniformiteit.
“Kinderen moeten zoveel mogelijk samen opgroeien. Wij zijn voor brede scholen en gezamenlijke huisvesting van verschillende niveaus op dezelfde school in één gebouw mits dit niet ten koste gaat van de eigenheid van leerlingen. Brede scholen moeten ruimte bieden voor diversiteit in talenten, lesstof en persoonlijke ontwikkeling, zodat gezamenlijkheid niet leidt tot uniformiteit maar tot wederzijdse verrijking.”
Het CDA vindt het essentieel dat kinderen die op school vastlopen passende ondersteuning krijgen via onderwijs-jeugdzorgarrangementen. Ze willen deze arrangementen behouden vanwege hun onmisbare rol voor kinderen met extra ondersteuningsbehoefte.
“We willen de onderwijs-jeugdzorgarrangementen behouden, omdat ze onmisbaar zijn voor kinderen die op school vastlopen.”
Het CDA wil een vast aanspreekpunt op school voor jeugdhulp en betere, vroege signalering van problemen, zodat kinderen tijdig passende ondersteuning krijgen en niet buiten de boot vallen.
“Wij zetten in op een vast aanspreekpunt op school voor jeugdhulp en een betere, vroege signalering van problemen.”
Voor statushouders zet het CDA in op zoveel mogelijk passende routes in het onderwijs, met een vroege taalstart en verplichte voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van statushouders, zodat zij niet met een achterstand beginnen.
“Wij zetten in op zoveel mogelijk passende routes voor statushouders, zodat de kansen voor inburgeraars zo groot mogelijk zijn.”
“We verplichten voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van statushouders die nog inburgeringsplichtig zijn, zodat jonge kinderen niet met een taalachterstand op school hoeven te beginnen en de ouders kunnen inburgeren.”
GroenLinks-PvdA streeft naar inclusief en passend onderwijs, waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan en ieder kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft. Ze willen het speciaal onderwijs behouden, maar meer tussenvormen creëren en leraren beter toerusten om met diverse ondersteuningsbehoeften om te gaan. Het doel is gelijke kansen en een toegankelijke school voor elk kind, ongeacht achtergrond of beperking.
GroenLinks-PvdA wil dat kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan, met voldoende ondersteuning voor passend onderwijs. Speciaal onderwijs blijft bestaan, maar er komt meer ruimte voor tussenvormen en leraren worden beter opgeleid om kinderen met ondersteuningsbehoeften te begeleiden. Dit moet leiden tot meer gelijke kansen en minder segregatie.
“Wij streven naar inclusief onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking samen naar school gaan. Scholen ontvangen hiervoor voldoende ondersteuning. Speciaal onderwijs blijft bestaan, maar we maken ruimte voor meer tussenvormen. Leraren leren in hun opleiding hoe ze kinderen met een ondersteuningsbehoefte het beste onderwijs kunnen bieden.”
“Daarom kijken we met een brede blik naar veilig opgroeien en de samenhang tussen zaken als stress, armoede, huisvestingsproblemen, bestaanszekerheid en passend onderwijs.”
De partij erkent het belang van speciaal onderwijs en wil de positie van leraren in deze sector versterken door hogere salarissen, minder administratie en meer bijscholing. Ook krijgen jongeren langer toegang tot speciaal onderwijs.
“Leraren in het speciaal onderwijs ontvangen meer salaris, bijscholingsmogelijkheden en de administratielast gaat naar beneden. Jongeren krijgen de mogelijkheid om ook na hun twintigste speciaal onderwijs te volgen.”
Om passend onderwijs mogelijk te maken, moeten schoolgebouwen toegankelijk zijn voor mensen met een beperking en moet het leerlingenvervoer, vooral voor het speciaal onderwijs, goed geregeld zijn.
“Bestaande schoolgebouwen worden daar waar kan toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking.”
“Het recht op onderwijs houdt ook in dat het vervoer van en naar school op orde is, ook voor kinderen in het speciaal onderwijs.”
De SP vindt dat het huidige systeem van passend onderwijs tekortschiet en wil het kind weer centraal stellen door het speciaal onderwijs te versterken, kleinere klassen te realiseren en meer ondersteuning te bieden. De partij pleit voor toegankelijk en versterkt speciaal onderwijs, eenvoudiger speciale voorzieningen binnen reguliere scholen, en het afschaffen van marktwerking in het leerlingenvervoer. Hun visie is gericht op gelijke kansen en maatwerk voor ieder kind, zonder uitsluiting.
De SP stelt dat passend onderwijs nu faalt en wil het speciaal onderwijs versterken met kleinere klassen, meer begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen. Het doel is dat kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, deze daadwerkelijk krijgen, en dat het speciaal onderwijs toegankelijk blijft als volwaardig alternatief.
“Het huidige passend onderwijs faalt: het beloofde maatwerk is voor veel kinderen knellend geworden. Grote klassen, hoge werkdruk en te weinig ondersteuning maken dat veel leerlingen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Wij zetten het kind weer centraal. Het speciaal onderwijs blijft toegankelijk en wordt versterkt met kleinere klassen, voldoende begeleiding en ruimte voor nieuwe scholen.”
De SP wil het eenvoudiger maken om speciale voorzieningen binnen reguliere scholen op te richten als dat in het belang van het kind is. Dit moet maatwerk en inclusie bevorderen, zodat kinderen niet tussen wal en schip vallen.
“Ook wordt het eenvoudiger om speciale voorzieningen binnen reguliere scholen op te richten als dat in het belang is van het kind.”
De partij wil de marktwerking in het leerlingenvervoer stoppen en een maximale reistijd instellen, zodat passend onderwijs ook praktisch bereikbaar is voor alle kinderen.
“We stoppen de marktwerking in het leerlingenvervoer en stellen een maximale reistijd van 45 minuten in.”
De SP wil een leerrecht voor elk kind, zodat geen enkel kind buiten de boot valt door conflicten tussen schoolbesturen. Dit moet garanderen dat ieder kind passend onderwijs krijgt.
“Elk kind krijgt een leerrecht, zodat het niet langer tussen wal en schip valt door ruzie tussen schoolbesturen.”
De partij erkent dat sommige scholen extra uitdagingen hebben en wil daarom extra financiering en ondersteuning bieden om passend onderwijs voor kinderen uit deze wijken mogelijk te maken.
“We laten hen niet in de steek, maar zorgen juist voor extra financiering en ondersteuning om kinderen uit deze wijken goed en passend onderwijs te bieden.”
50PLUS noemt "passend onderwijs" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct onder deze term vallen. De partij legt de nadruk op basisvaardigheden, het voorkomen van monopolies bij schoolbesturen en het bevorderen van levenslang leren, vooral gericht op ouderen. Specifiek beleid voor passend onderwijs zoals ondersteuning voor leerlingen met extra behoeften ontbreekt.
50PLUS richt zich op het verbeteren van basisvaardigheden (taal en rekenen) en het stimuleren van laagdrempelige scholing voor ouderen, maar noemt geen specifieke maatregelen voor passend onderwijs voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. De partij ziet onderwijs vooral als fundament voor de samenleving en benadrukt het belang van blijvende ontwikkeling, met name voor ouderen.
“Topprioriteit voor het aanleren van de basisvaardigheden rekenen en taal.”
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
50PLUS wil de monopoliepositie van schoolbesturen in bepaalde regio’s tegengaan, maar verbindt dit niet expliciet aan passend onderwijs of aan ondersteuning van leerlingen met specifieke behoeften. Het standpunt lijkt vooral gericht op keuzevrijheid en diversiteit in het onderwijsaanbod.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
BBB vindt dat passend onderwijs noodzakelijk is voor ieder kind, met ruimte voor maatwerk en ondersteuning die aansluit bij de mogelijkheden van het kind. De partij wil dat speciaal onderwijs geen eindstation is, maar een toegangspoort naar vervolgopleidingen of werk, en pleit voor behoud en financiering van gespecialiseerd onderwijs zodat elk kind onderwijs op maat kan krijgen.
BBB benadrukt dat passend onderwijs voor ieder kind nodig is, waarbij maatwerk en ondersteuning centraal staan om aan te sluiten bij de individuele mogelijkheden. Hiermee wil de partij voorkomen dat kinderen buiten de boot vallen en ervoor zorgen dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen.
“Passend onderwijs is nodig voor ieder kind, met ruimte voor maatwerk en ondersteuning die aansluit bij de mogelijkheden van het kind.”
BBB ziet speciaal onderwijs niet als eindpunt, maar als een voorbereiding op een passende toekomst, zoals vervolgonderwijs of werk. Dit vergroot volgens BBB de kansen van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften.
“Speciaal en gespecialiseerd onderwijs is geen eindstation maar een toegangspoort. Dat kan door ernaar te streven de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een vervolgopleiding, werk of een andere passende toekomst invulling.”
BBB wil het gespecialiseerd onderwijs behouden en zorgen dat de financiering niet automatisch vervalt bij meer verzuim, zodat elk kind onderwijs op maat kan blijven krijgen, ook als er sprake is van beperkingen of extra ondersteuningsbehoefte.
“Behoud van het gespecialiseerd onderwijs zodat elke leerling onderwijs op maat kan krijgen.”
“Financiering van het speciaal onderwijs binnen een school mag niet automatisch wegvallen wanneer leerlingen in het speciaal onderwijs verklaarbaar meer verzuimen dan 50 procent.”
De ChristenUnie vindt dat passend onderwijs moet uitgaan van de behoeften van het kind, niet van labels of bureaucratie, en streeft naar inclusiever onderwijs waar samenwerking tussen onderwijs, ouders en zorg centraal staat. Ze willen een landelijk dekkend aanbod voor (hoog)begaafden met extra ondersteuningsbehoefte en voldoende speciaal onderwijs in elke regio. De partij pleit voor minder bureaucratie, meer samenwerking en soepele overgangen tussen regulier en speciaal onderwijs.
De ChristenUnie wil dat passend onderwijs zich richt op wat een kind nodig heeft om te leren, in plaats van te focussen op labels en indicaties. Dit vraagt om nauwe samenwerking tussen onderwijs, ouders en zorg, met gecombineerde financiering en minder bureaucratie. Het doel is om kinderen zoveel mogelijk samen naar school te laten gaan en de ondersteuning dichtbij te organiseren.
“Er wordt gekeken naar wat een kind nodig heeft om tot leren te komen en niet naar labels en indicaties. Dit vraagt nauwe samenwerking tussen onderwijs, ouders, jeugdhulpverlening en zorg, met bijbehorende gecombineerde financieringsstromen.”
“Ieder kind, ongeacht thuissituatie, achtergrond of leerproblemen, heeft recht op goed onderwijs dat bijdraagt aan een brede ontwikkeling, met ondersteuning die aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. De behoefte van het kind staat centraal. We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan.”
De partij wil een landelijk dekkend passend onderwijsaanbod voor (hoog)begaafden met extra ondersteuningsbehoefte en voldoende speciaal onderwijs op alle niveaus in elke regio. Hiermee willen ze schooluitval voorkomen en zorgen dat ook deze groepen passend onderwijs krijgen.
“De overheid zorgt voor voldoende speciaal onderwijs (primair en voortgezet) in elke regio, inclusief volwaardig voortgezet speciaal onderwijs op havo- en vwo-niveau. In het primair onderwijs komt een landsdekkend passend onderwijsaanbod voor (hoog)begaafden met een extra ondersteuningsbehoefte om schooluitval in deze groep terug te dringen.”
De ChristenUnie wil soepele terugkeer en doorstroming tussen regulier en speciaal onderwijs, waarbij het leerrecht van kinderen even belangrijk is als de leerplicht. Ook pleiten ze voor later selecteren om kansen eerlijker te maken.
“Er wordt aandacht besteed aan soepele terugkeer en doorstroming naar regulier onderwijs, waarbij het leerrecht van kinderen even centraal staat als de leerplicht. Door in te zetten op later selecteren zal de overgang van PO naar VO soepeler verlopen en worden de kansen voor ieder kind eerlijker.”
Volt pleit voor passend onderwijs dat uitgaat van de individuele behoeften en talenten van elk kind, met bijzondere aandacht voor inclusiviteit en ondersteuning van kinderen met beperkingen. Ze willen structureel investeren in kleinere klassen, meer onderwijsondersteuners, toegankelijke schoolgebouwen en begeleiding voor kinderen met verschillende beperkingen. Volt streeft naar een onderwijsmodel waarin het kind centraal staat en waarin niemand wordt buitengesloten.
Volt vindt dat onderwijs moet aansluiten bij de unieke ontwikkeling van elk kind, waarbij karakter, talent en mentale capaciteit centraal staan. Dit betekent investeren in kleinere klassen, meer ondersteuning en het creëren van een inclusieve en stimulerende leeromgeving, zodat elk kind zich optimaal kan ontplooien.
“Volt wil passend onderwijs voor ieder individu, waarbij de ontplooiing van karakter, talent en mentale capaciteit van elk kind het uitgangspunt moet zijn. Het kind komt centraal te staan in ons onderwijsmodel, waarbij we inzetten op een inclusieve en stimulerende omgeving voor iedereen.”
Volt wil het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking daadwerkelijk realiseren. Dit houdt in: schoolgebouwen toegankelijk maken, voldoende begeleiding bieden en het tegengaan van stigmatisering, zodat kinderen met beperkingen volwaardig kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs.
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen. Wij zetten in op voldoende begeleiding op scholen van kinderen met verschillende beperkingen en het vermijden van stigma’s bij kinderen met een beperking.”
Volt erkent dat sommige leerlingen langdurig uitvallen en thuiszitten. Zij willen deze jongeren begeleiden bij het vinden van passend onderwijs of werk, en hen ondersteunen in hun verdere ontwikkeling, ook als dat buiten het reguliere diploma-traject valt.
“Voor leerlingen die in de afgelopen tien jaar thuiszitter zijn geworden of zijn geweest, moet worden onderzocht of er emotionele of sociale schade is ontstaan. Deze jongeren worden, indien zij dit wensen, geholpen zich alsnog verder te ontwikkelen om actief aan de samenleving te kunnen deelnemen. Hiervoor wordt begeleiding gegeven bij het vinden van passend onderwijs of passend werk.”
“Leerlingen die langdurig uitvallen in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs en daardoor thuiszitten, moeten de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van het budget dat voor hen ingezet zou worden om een school te kunnen bezoeken. Dan kunnen zij dit bedrag via het samenwerkingsorgaan besteden aan onderwijs dat niet noodzakelijkerwijs leidt tot een diploma, maar wel hun verdere ontwikkeling mogelijk maakt.”
JA21 vindt dat passend onderwijs vooral betekent dat leerlingen onderwijs en zorg krijgen die aansluiten bij hun behoeften, maar zonder dat dit ten koste gaat van de onderwijskwaliteit en de tijd van de leraar. Ze willen leerlingen met ernstige gedragsproblemen sneller naar gespecialiseerde voorzieningen verwijzen, zodat de rust in de klas terugkeert en docenten zich kunnen richten op het primaire onderwijsproces.
JA21 stelt dat passend onderwijs niet mag betekenen dat een kleine groep leerlingen met gedragsproblemen onevenredig veel tijd en aandacht van docenten opeist, waardoor de rest van de klas en de onderwijskwaliteit hieronder lijden. Ze willen dat leerlingen die het onderwijsleerproces ernstig verstoren direct een plek krijgen in het cluster 4 onderwijs, met uitbreiding van deze voorzieningen zodat altijd plaats is.
“Maar ook wordt een belangrijk deel van de werktijd van docenten geclaimd door een kleine groep leerlingen met gedragsproblemen. Dit gaat ten koste van de lestijd voor de rest van de klas. Dit moet stoppen. JA21 is van mening dat er voor leerlingen, die in het reguliere onderwijs het onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grensoverschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs.”
“JA21 wil die voorzieningen grondig uitbreiden zodat er altijd plaats is voor leerlingen en zij in deze vorm de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. Zo keert in de klas de rust terug die leerlingen nodig hebben voor het opdoen van kennis, vaardigheden en inzicht.”
JA21 wil dat leerlingen met gedragsproblemen passende zorg krijgen via een aparte jeugdvoorziening, zodat dit niet ten koste gaat van de tijd en aandacht van de leraar voor de rest van de klas.
“Een jeugdvoorziening waardoor leerlingen met gedragsproblemen passende zorg krijgen zonder dat dit de leraar tijd kost.”
NSC keert zich tegen het streven om alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs te plaatsen en wil het passend onderwijs anders inrichten. Ze pleiten voor een bekostigingssysteem waarbij regulier en speciaal onderwijs minder afhankelijk zijn van elkaars leerlingaantallen, en willen meer plekken in het speciaal onderwijs voor leerlingen die intensieve begeleiding nodig hebben.
NSC vindt dat het streven naar volledige inclusiviteit in het regulier onderwijs is doorgeschoten en leidt tot overbelasting van leerkrachten en onvoldoende aandacht voor reguliere leerlingen. Ze willen dat passend onderwijs niet ten koste gaat van de kwaliteit en middelen in het reguliere onderwijs.
“We keren ons tegen het doorgeschoten streven naar inclusiviteit, waarbij alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs worden geplaatst. Dit leidt tot overbelasting van leerkrachten, te weinig aandacht voor de begeleidingsbehoefte van ‘reguliere’ leerlingen en een verschraling van de middelen voor passend onderwijs.”
NSC wil dat de financiering van regulier en speciaal onderwijs minder afhankelijk wordt van elkaars leerlingaantallen, zodat beide vormen van onderwijs beter kunnen inspelen op de behoeften van hun doelgroep.
“We pleiten voor een bekostigingssysteem waarin regulier en speciaal onderwijs minder afhankelijk zijn van elkaars leerlingaantallen.”
NSC stelt dat er in sommige regio’s meer plekken moeten komen in het speciaal onderwijs, ook voor hoogbegaafde leerlingen, zodat leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, passende ondersteuning krijgen.
“Het speciaal onderwijs voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben, moet in een aantal regio’s meer plekken krijgen. Dit geldt ook voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen.”
De PVV noemt "passend onderwijs" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen die direct onder deze term vallen. Hun onderwijsvisie richt zich primair op het terugdraaien van onderwijsvernieuwingen, het herstellen van basisvaardigheden en het waarborgen van orde, rust en veiligheid in de klas, zonder specifieke aandacht voor maatwerk of inclusiviteit voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften.
De PVV wil af van onderwijsvernieuwingen en richt zich op gestructureerd onderwijs met nadruk op basisvaardigheden als rekenen, taal en geschiedenis. Er is geen aandacht voor maatwerk of individuele ondersteuning, wat kenmerkend is voor passend onderwijs; de nadruk ligt op uniformiteit en discipline.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren.”
“Orde, rust en gezag terug in de klas”
De SGP erkent het belang van passend onderwijs, maar benadrukt dat inclusiever onderwijs niet voor alle leerlingen geschikt is en dat speciaal onderwijs een volwaardig alternatief moet blijven. Ze pleiten voor een financiële impuls in de onderwijshuisvesting om passend onderwijs goed uit te kunnen voeren en willen dat de organisatie van onderwijsregio’s aan het onderwijsveld wordt overgelaten.
De SGP vindt dat scholen ondersteund moeten worden bij het realiseren van inclusiever onderwijs, maar dat voor leerlingen die daar onvoldoende baat bij hebben, het speciaal onderwijs beschikbaar moet blijven. Dit standpunt adresseert het spanningsveld tussen inclusie en maatwerk voor kwetsbare leerlingen.
“De overheid ondersteunt scholen die willen werken aan inclusiever onderwijs. Voor leerlingen die daarmee onvoldoende gebaat zijn, blijft de overheid echter een duidelijk perspectief op een plaats in het speciaal onderwijs bieden.”
De partij stelt dat goede onderwijshuisvesting essentieel is om passend onderwijs daadwerkelijk te kunnen bieden. Hiermee wordt het praktische probleem van onvoldoende of ongeschikte faciliteiten voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften geadresseerd.
“Een stevige financiële impuls in onderwijshuisvesting is nodig. Onder andere om passend onderwijs goed uit te kunnen voeren en om voldoende rekening te houden met bouwtechnische ontwikkelingen.”
De SGP wil dat de wijze van organiseren en inrichten van onderwijsregio’s niet door de overheid wordt opgelegd, maar aan het onderwijsveld zelf wordt overgelaten. Dit moet ruimte bieden voor maatwerk en het benutten van goede lokale praktijken, wat relevant is voor de uitvoering van passend onderwijs.
“De overheid dient de wijze van organiseren en de inrichting van de onderwijsregio’s aan het onderwijsveld over te laten. Goede praktijken zoals samen opleiden moeten kunnen blijven bestaan.”
De VVD wil dat passend onderwijs beter aansluit bij de individuele vaardigheden en behoeften van elk kind, waarbij zowel extra ondersteuning als uitdaging centraal staan. Ze pleiten voor het verbeteren van het speciaal onderwijs, het wegnemen van onnodige barrières in het reguliere onderwijs en het bieden van maatwerk voor kinderen met bijzondere talenten of ondersteuningsbehoeften. De partij benadrukt dat elk kind, ongeacht beperking of begaafdheid, een passende plek en ondersteuning in het onderwijs verdient.
De VVD vindt dat passend onderwijs moet aansluiten bij de vaardigheden van elk individueel kind, zodat zowel kinderen met extra ondersteuningsbehoeften als met bijzondere talenten optimaal worden uitgedaagd en ondersteund. Ze willen onnodige barrières in het reguliere onderwijs wegnemen en het speciaal onderwijs verder verbeteren, zodat het leerproces van alle leerlingen en leraren niet onnodig wordt belast.
“We zetten ons in voor passend onderwijs dat aansluit bij de vaardigheden van elk individueel kind. Ook kinderen met bijzondere talenten of behoeften verdienen een passende plek. Of het nu gaat om topsporters, hoogbegaafde leerlingen of kinderen die extra ondersteuning nodig hebben – het onderwijs moet hen uitdagen én ondersteunen.”
“Wanneer veel leerlingen die extra aandacht nodig hebben in één reguliere klas zitten, gaat dat ten koste van het leerproces van alle leerlingen en van leraren. We blijven het speciaal onderwijs verbeteren. Onnodige barrières in het reguliere onderwijs halen we weg, bijvoorbeeld voor leerlingen met een lichamelijke beperking.”
De VVD onderkent dat hoogbegaafde kinderen vaak een andere onderwijsaanpak nodig hebben en wil daarom in elke regio voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs en een plusklas dichtbij realiseren. Er komt een landelijke handreiking voor de invulling van plusklassen en extra vakken.
“Er moet altijd een plusklas dichtbij zijn en elke regio biedt voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs aan. Er komt een landelijke handreiking voor invulling van plusklassen en extra vakken.”
BIJ1 pleit voor inclusief en toegankelijk onderwijs waarin zoveel mogelijk kinderen met een handicap kunnen deelnemen aan regulier onderwijs. Ze willen scholen volledig toegankelijk maken, extra ondersteuning bieden en het recht op thuisstudie vastleggen om passend onderwijs voor iedereen te realiseren.
BIJ1 wil het onderwijs zo inrichten dat kinderen met een handicap zoveel mogelijk kunnen meedoen in het reguliere onderwijs. Ze zien toegankelijkheid en ondersteuning als essentieel om uitsluiting te voorkomen en gelijke kansen te bevorderen.
“Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een handicap en we maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen. We vormen het onderwijs zo om dat zoveel mogelijk kinderen met een handicap aan het reguliere onderwijs kunnen meedoen.”
Naast fysieke toegankelijkheid wil BIJ1 meer (onafhankelijke) ondersteuning bieden en het recht op thuisstudie wettelijk vastleggen. Dit moet maatwerk en flexibiliteit mogelijk maken voor mensen die niet altijd fysiek aanwezig kunnen zijn.
“We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning, zodat mensen met een handicap beter en naar eigen wensen kunnen studeren. Bijvoorbeeld door online colleges te faciliteren.”
D66 vindt dat onderwijs voor ieder kind passend moet zijn, zodat alle kinderen samen naar school kunnen en niemand buiten de boot valt. Ze willen meer leraren, ondersteuners en flexibiliteit om maatwerk te bieden, en pleiten voor alternatieven voor kinderen die niet volledig naar school kunnen. D66 zet in op een leerrecht voor elk kind en investeert in middelen om passend onderwijs daadwerkelijk mogelijk te maken.
D66 stelt dat elk kind recht heeft op passend onderwijs, zodat niemand wordt buitengesloten en zoveel mogelijk kinderen samen naar school kunnen. Ze willen voldoende leraren, ondersteuners en kennis beschikbaar maken om dit te realiseren, en benadrukken het belang van maatwerk en flexibiliteit voor kinderen die niet volledig naar school kunnen. Het doel is om te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten en om leerrecht voor iedereen te waarborgen.
“Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn. Dat vraagt om genoeg leraren, ondersteuners, kennis en ruimte. Daar wil D66 sneller voor zorgen.”
“Wij vinden dat alle kinderen en jongeren leerrecht hebben. Als je niet vijf dagen in de week naar school kunt, vinden we andere mogelijkheden, zoals een flexibele tussenvorm tussen thuis en op school zijn. Zo bieden we leerlingen die het moeilijk hebben, of die nu al thuis zitten, de ruimte om te leren in hun tijd, op een passende plek en met een eigen leerprogramma.”
DENK vindt dat passend onderwijs zoveel mogelijk binnen het reguliere onderwijssysteem moet plaatsvinden, met extra investeringen in begeleiding en speciaal onderwijs waar nodig. Het doel is dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, kwalitatief hoogwaardige begeleiding krijgen, zodat iedereen gelijke kansen heeft binnen het onderwijs.
DENK wil dat leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zoveel mogelijk passende begeleiding krijgen binnen het reguliere onderwijs. Dit moet voorkomen dat kinderen onnodig buiten het reguliere systeem vallen en draagt bij aan inclusiviteit en gelijke kansen.
“Het uitgangspunt is dat leerlingen zo veel mogelijk passende begeleiding krijgen binnen het reguliere onderwijssysteem. Ook in deze begeleiding wordt meer geïnvesteerd.”
Voor jongeren die niet binnen het reguliere onderwijs passen, wil DENK investeren in kwalitatief hoogwaardig speciaal onderwijs en goed leerlingenvervoer. Hiermee wordt beoogd dat ook deze groep optimale ontwikkelingskansen krijgt.
“Investeringen in het speciaal onderwijs. Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen. Wij gaan ook meer investeren in kwalitatief hoogwaardig leerlingenvervoer.”
FVD is kritisch over het huidige passend onderwijs en wil dit grotendeels vervangen door speciaal onderwijs, zodat kinderen met extra zorgbehoeften beter worden ondersteund. Ze pleiten voor herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’) en willen de bureaucratische druk op leraren verminderen. De partij ziet passend onderwijs als te bureaucratisch en onvoldoende effectief voor kinderen die speciale aandacht nodig hebben.
FVD vindt dat passend onderwijs te veel bureaucratie en werkdruk veroorzaakt en niet voldoende aansluit bij de behoeften van kinderen die extra zorg nodig hebben. Door terug te keren naar speciaal onderwijs en het leerlinggebonden budget, wil FVD dat ieder kind de juiste ondersteuning krijgt en leraren worden ontlast.
“passend onderwijs grotendeels te vervangen door speciaal onderwijs, zodat ieder kind de aandacht krijgt die het nodig heeft.”
“We zetten in op herinvoering van het leerlinggebonden budget (‘het rugzakje’), zodat kinderen die speciale zorg nodig hebben weer goed worden ondersteund.”
BVNL is kritisch over het huidige systeem van passend onderwijs en wil het volledig terugdraaien, samen met de decentralisatie naar gemeenten. Zij pleiten voor meer regie bij scholen en ouders, minder invloed van de overheid, en een focus op basisvaardigheden in het onderwijs.
BVNL vindt dat het huidige systeem van passend onderwijs en de bijbehorende decentralisatie naar gemeenten niet werkt en wil deze maatregelen ongedaan maken. Zij zien centralisatie als noodzakelijk om de kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs voor alle leerlingen te waarborgen.
“Het Passend Onderwijs en de decentralisatie naar de gemeenten wordt teruggedraaid.”