De PVV kiest op het gebied van dierenwelzijn voor strengere handhaving tegen dierenmishandeling en meer transparantie en betaalbaarheid in de dierenzorg, maar neemt afstand van de meer activistische koers van de Partij voor de Dieren. In het onderwijs wil de PVV terug naar basisvaardigheden, afschaffing van 'woke' en genderonderwijs, en een verbod op islamitisch onderwijs. De partij positioneert zich expliciet tegen linkse en progressieve invloeden in beide domeinen.
De PVV wil dierenmishandeling hard aanpakken, ritueel slachten verbieden en dierenzorg betaalbaarder maken, maar zonder de radicale toon van de Partij voor de Dieren. De partij legt de nadruk op handhaving, transparantie en steun voor kwetsbare groepen, en distantieert zich van activistische dierenrechtenpolitiek.
“Dierenmishandelaars, illegale handelaren, malafide broodfokkers etc. keihard aanpakken”
“Dieren onomkeerbaar bedwelmen vóórdat ze worden geslacht”
“Verbod op ritueel slachten”
“Openbaarheid van dierenartstarieven, gespecificeerde kostenramingen, landelijk vergelijkingsportaal”
“Financiële steun aan ouderen met een laag inkomen voor dierenartskosten”
De PVV wil het onderwijs ontdoen van wat zij ziet als linkse indoctrinatie, zoals gender- en klimaatonderwijs, en pleit voor een focus op basisvaardigheden en vaderlandse geschiedenis. Daarnaast wil de partij islamitisch onderwijs verbieden en politieke neutraliteit van leraren waarborgen.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“Politieke neutraliteit van de leraren”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
“Les in vaderlandse geschiedenis”
De SP kiest voor een sterke inzet op dierenwelzijn en een sociaal, inclusief onderwijssysteem. Op het gebied van dierenwelzijn pleit de partij voor strengere normen, betaalbare zorg voor huisdieren en het afschaffen van de bio-industrie, terwijl het onderwijsbeleid gericht is op gelijke kansen, kleinere klassen en het tegengaan van segregatie. De kern van hun visie is dat zowel dieren als mensen bescherming, respect en gelijke kansen verdienen, met concrete maatregelen om dit te realiseren.
De SP wil dieren beschermen tegen uitbuiting en mishandeling, met strengere welzijnsnormen, betaalbare dierenartszorg en het verbieden van winstgedreven praktijken. Dit beleid adresseert het probleem van dierenleed en de hoge kosten van dierenzorg, en sluit aan bij de visie dat dieren geen handelswaar zijn.
“Wij voeren vaste, lage maximumtarieven in voor dierenartsbehandelingen. Net zoals dat nu al geldt voor tandartsen en taxi’s. Spoedzorg mag geen verdienmodel zijn. Ook pleiten we voor het verlagen van het btwtarief op dierenartszorg van 21 procent naar 9 procent.”
“We verbieden de overname van dierenartsenpraktijken door private equity en commerciële ketens.”
“De SP scherpt de dierenwelzijnsnormen aan. Niet alleen in de veehouderij, maar ook voor winkels, markten en tentoonstellingen.”
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij.”
“Dieren zijn geen handelswaar, maar levende wezens met recht op een goed leven. Ze verdienen bescherming en respect, in plaats van uitbuiting voor winst.”
De SP streeft naar een inclusief onderwijssysteem zonder scheiding op basis van afkomst of religie, met kleinere klassen, meer ondersteuning voor leraren en het afschaffen van de ouderbijdrage. Dit beleid is gericht op het tegengaan van kansenongelijkheid en het bevorderen van samenleven en solidariteit.
“Geen scholen die kinderen scheiden. Scholen zijn dé plek waar kinderen samen opgroeien, van elkaar leren en een gezamenlijke toekomst opbouwen.”
“We verlagen de maximale klassengrootte, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
“Ouderbijdrage afgeschaft. Elk kind verdient gelijke kansen. Daarom schaffen we de vrijwillige ouderbijdrage volledig af.”
“Onderwijshervormingen met inspraak van docenten en studenten. Grote onderwijshervormingen worden nooit meer topdown over de hoofden van docenten en scholieren doorgevoerd.”
De SP erkent het belang van voldoende en goed ondersteunde professionals, zowel in de dierenzorg als in het onderwijs. Door te investeren in opleiding, beloning en werkdrukvermindering wil de partij de kwaliteit en toegankelijkheid van beide sectoren waarborgen.
“We investeren in het vak van dierenarts. De werkdruk is hoog en het tekort aan dierenartsen neemt toe. Terwijl hun inzet op veel plekken hard nodig is.”
“We pakken het lerarentekort aan. Ieder kind verdient een goede, bevoegde leerkracht voor de klas. We verbeteren de arbeidsomstandigheden van leraren door de klassen kleiner te maken en zorgen voor goede beloning en ondersteuning.”
De Partij voor de Dieren wil het onderwijs structureel verbeteren met nadruk op gelijke kansen, duurzaamheid, dierenwelzijn en inclusiviteit. Ze pleiten voor het volledig dierproefvrij maken van onderwijs, het integreren van duurzaamheid en dierenwelzijn in het curriculum, en het investeren in toegankelijke, gezonde en duurzame schoolomgevingen. Hun visie is dat onderwijs niet alleen kennisoverdracht is, maar ook bijdraagt aan een rechtvaardige, diervriendelijke en duurzame samenleving.
De PvdD wil een wettelijk verbod op het gebruik van dieren in het onderwijs en directe alternatieven voor studenten die dierproeven weigeren. Dit standpunt komt voort uit hun fundamentele visie op dierenrechten en het streven naar een samenleving waarin dieren niet worden gebruikt voor menselijke doeleinden, ook niet in het onderwijs.
“Het gebruik van dieren in het middelbaar en hoger onderwijs, in snijpractica, bij demonstraties en bij proeven moet worden beëindigd.”
“Er komt een wettelijk verbod op het gebruik van dieren in het middelbaar en hoger onderwijs.”
“Zolang dit nog niet gerealiseerd is, waarborgt de overheid het recht van studenten en leerlingen om het gebruik van dieren voor onderwijsdoeleinden te weigeren, ook in het middelbaar onderwijs. Voor hen dienen alternatieven beschikbaar te worden gesteld.”
De partij wil dat scholen structureel aandacht besteden aan duurzaamheid, dierenwelzijn en gezonde, diervriendelijke voeding. Dit moet bijdragen aan bewustwording en gedragsverandering bij leerlingen en leraren, en zo een duurzamere en diervriendelijkere samenleving bevorderen.
“Op scholen komt aandacht voor gezonde, diervriendelijke en duurzame voeding.”
“Kennis- en lespakketten over duurzaamheid, klimaat, voedsel, natuur- en milieu-educatie en dierenwelzijn komen ter beschikking van het onderwijs en maken deel uit van het burgerschapsonderwijs op elke school. Dat geldt ook voor de opleiding van leraren.”
“Lesmateriaal afkomstig van de fossiele industrie, van jagers, hengelaars of andere vervuilende, dieronvriendelijke of ontwrichtende sectoren wordt geweerd uit het onderwijs.”
De PvdD wil structureel investeren in het onderwijs, met nadruk op gelijke kansen, inclusiviteit en gezonde, duurzame schoolgebouwen. Ze zien goed onderwijs als een basisrecht en willen dat het onderwijs vrij blijft van commerciële invloeden.
“De Partij voor de Dieren staat voor een onderwijssector met voldoende en tevreden leerkrachten, gelijke kansen voor alle leerlingen en gezonde en duurzame huisvesting voor scholen.”
“We investeren extra in toegankelijkheid van alle scholen voor mensen met een beperking.”
“We investeren in duurzame onderwijshuisvesting, met een laag energieverbruik en gezond binnenklimaat.”
“We hebben hierbij speciale aandacht voor inclusie en houden het onderwijs vrij van commerciële invloeden.”
Forum voor Democratie (FVD) erkent dierenwelzijn als belangrijk, maar benadert dit pragmatisch en zonder de landbouwsector te belasten, in tegenstelling tot de Partij voor de Dieren. Op het gebied van onderwijs pleit FVD voor kennisoverdracht, keuzevrijheid, het weren van ideologie (zoals woke en gender), en het versterken van praktijkonderwijs. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals strengere straffen voor dierenmishandeling en het verbieden van transgender-propaganda op scholen.
FVD vindt dierenwelzijn belangrijk als onderdeel van een humane samenleving, maar wil dit niet inzetten als middel om boeren te belasten. De partij pleit voor strengere straffen bij dierenmishandeling en een effectievere aanpak van misstanden, met een duidelijke nadruk op pragmatisme en bescherming van de landbouwsector.
“Forum voor Democratie vindt dat dierenwelzijn serieus moet worden genomen, niet als middel om boeren of ondernemers te belasten, maar als vanzelfsprekend onderdeel van een humane samenleving.”
“We verhogen de maximale gevangenisstraf voor ernstige mishandeling of verwaarlozing van dieren van drie naar vijf jaar.”
“We geven personen die dieren ernstig mishandelen of verwaarlozen een levenslang verbod op het houden van dieren.”
FVD wil het onderwijs depolitiseren en focussen op kennisoverdracht, kleinere klassen, keuzevrijheid en het weren van ideologische invloeden zoals woke en gender-ideologie. De partij benadrukt het belang van Nederlands als voertaal, het behoud van bijzonder onderwijs, en het versterken van praktijk- en beroepsonderwijs.
“Goed onderwijs vormt de basis van een gezonde samenleving. Kinderen moeten de fundamenten van taal, rekenen en beschaafde omgang meekrijgen, maar de nadruk is de laatste decennia te veel verschoven naar sociale projecten en te weinig naar kennisoverdracht.”
“We behouden artikel 23 Grondwet, zodat scholen in het bijzonder onderwijs hun eigen identiteit en aannamebeleid kunnen behouden.”
“We verbieden transgender-propaganda op scholen en in jeugd-tv, en maken geslachtsveranderingsoperaties, hormoontherapie en puberteitsremmers voor minderjarigen onmogelijk.”
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vak-opleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
FVD positioneert zich expliciet tegen het ideologische dierenbeleid zoals dat van de Partij voor de Dieren, en kiest voor een praktische benadering waarbij de belangen van boeren, jagers en ondernemers centraal staan.
“Wij zijn geen Partij voor de Dieren, maar kiezen voor een nuchter en praktisch natuurbeleid waarin boeren, jagers, beheerders, burgers en ondernemers samen zorgen voor een mooi, leefbaar en menselijk landschap.”
De VVD kiest in haar verkiezingsprogramma voor een pragmatische benadering van dierenwelzijn en onderwijs, waarbij wetenschappelijke inzichten en werkbaarheid centraal staan. Op het gebied van dierenwelzijn wil de VVD duidelijke, op wetenschap gebaseerde richtlijnen en een verdere verbetering van de veehouderij, terwijl in het onderwijs de nadruk ligt op basisvaardigheden, veiligheid, en het tegengaan van discriminatie. De partij positioneert zich hiermee duidelijk anders dan de Partij voor de Dieren, door dierenwelzijn vooral te benaderen vanuit innovatie en sectorafspraken, en onderwijs te richten op effectiviteit en liberale waarden.
De VVD wil dierenwelzijnsnormen baseren op wetenschappelijke inzichten en sectorafspraken, met ruimte voor innovatie en een werkbaar tijdpad. De partij benadrukt het belang van een dierwaardige veehouderij, maar kiest niet voor de radicale koers van de Partij voor de Dieren; het accent ligt op haalbaarheid en samenwerking met de sector.
“dierenwelzijnsnormen in de wetgeving worden zoveel mogelijk vervangen door duidelijke richtlijnen op basis van wetenschappelijke inzichten. De sectorpartijen zijn aan de slag met een verdere verbetering van de wijze waarop dieren worden gehouden.”
“Het fokken van plofkippen, het couperen van varkensstaarten en het doden van eendagskuikens is niet meer van deze tijd.”
“Het aantal dierproeven brengen we omlaag: Dankzij nieuwe onderzoeksmethoden en innovatieve alternatieven zoals de inzet van AI kunnen dierproeven vervangen, verminderd of verfijnd worden.”
De VVD legt in het onderwijs de nadruk op basisvaardigheden, effectieve lesmethoden, veiligheid en het tegengaan van discriminatie. De partij wil artikel 23 moderniseren om het gelijkheidsbeginsel te waarborgen en stelt duidelijke grenzen aan religieuze en ideologische invloeden op scholen.
“We blijven zien dat de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, botst met het gelijkheidsbeginsel. Daarom passen we artikel 23 aan, zodat de vrijheid van onderwijs niet langer het gelijkheidsbeginsel ondermijnt.”
“Er komt een acceptatieplicht van leerlingen in het bijzonder onderwijs. Identiteitsverklaringen schaffen we af.”
“Er komt een verbod op lesmaterialen die leerlingen aanzetten tot haat, geweld of discriminatie. De inspectie krijgt de wettelijke verplichting om hierop te controleren.”
“De acceptatie van LHBTIQ+’ers op scholen stimuleren we door initiatieven zoals Paarse Vrijdag te ondersteunen en door in te zetten op relationele en seksuele voorlichting in alle lagen van het onderwijs...”
De VVD erkent het belang van het verminderen van dierproeven in het onderwijs en onderzoek, maar benadrukt dat dierproeven soms noodzakelijk blijven als er geen alternatieven zijn.
“Het aantal dierproeven brengen we omlaag: Dankzij nieuwe onderzoeksmethoden en innovatieve alternatieven zoals de inzet van AI kunnen dierproeven vervangen, verminderd of verfijnd worden. We erkennen dat dierproeven nodig blijven als dat de enige manier is...”
Volt kiest voor een sterke wettelijke bescherming van dierenwelzijn, vergelijkbaar met de Partij voor de Dieren, maar combineert dit met een Europese en pragmatische benadering. Op onderwijsgebied zet Volt in op inclusiviteit, kwaliteit en gelijke kansen, met nadruk op structurele investeringen, digitale vaardigheden en het tegengaan van segregatie. Er is geen directe koppeling tussen dierenwelzijn en onderwijs in het programma; beide thema’s worden afzonderlijk en concreet uitgewerkt.
Volt wil dierenwelzijn als staatsdoelstelling in de grondwet opnemen en streeft naar strengere Europese dierenwelzijnsregels. Het welzijn van dieren moet centraal staan, met concrete maatregelen voor huisvesting, transport en het uitfaseren van dieronvriendelijke praktijken.
“Net als in België neemt Nederland dierenwelzijn als staatsdoelstelling op in de grondwet. Er wordt hiermee vastgelegd dat de overheid actief moet werken aan het beschermen en bevorderen van dierenwelzijn.”
“Nederland maakt zich sterk voor een aanscherping van de Europese dierenwelzijnsregels waarin het positief welzijn van dieren leidend is.”
“Huisvestingssystemen dienen te worden aangepast naar de gedragsbehoeftes van het dier.”
“Het houden van diersoorten in dierentuinen waarbij het positief dierenwelzijn niet geborgd kan worden, moet worden uitgefaseerd.”
Volt wil structureel investeren in kleinere klassen, meer onderwijsondersteuners en toegankelijke kinderopvang. Het onderwijs moet inclusief zijn, met aandacht voor digitale vaardigheden, burgerschap en het tegengaan van segregatie.
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners.”
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen.”
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs.”
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
D66 erkent dierenwelzijn als een moreel kompas en wil dit stevig verankeren in beleid, onder meer door de rechtspositie van dieren in de Grondwet vast te leggen en dieronwaardige praktijken in de landbouw af te schaffen. Op het gebied van onderwijs zet D66 in op gelijke kansen, passend onderwijs voor ieder kind en investeringen in leraren en schoolgebouwen. Er is geen directe koppeling tussen dierenwelzijn en onderwijs, maar beide thema’s worden als fundamenteel voor een vooruitstrevende samenleving gepositioneerd.
D66 beschouwt dieren als levende wezens met gevoel en wil hun welzijn wettelijk beschermen, onder andere door dieronwaardige praktijken te verbieden en de rechtspositie van dieren in de Grondwet vast te leggen. Dit standpunt adresseert het structurele probleem van dierenleed in de landbouw en bio-industrie, en positioneert D66 als partij die dierenrechten centraal stelt.
“D66 staat voor een samenleving die dieren erkent als levende wezens met gevoel. Dierenwelzijn is voor ons geen bijzaak, maar een moreel en maatschappelijk kompas.”
“Om een dierwaardig bestaan voor alle dieren te waarborgen leggen we de rechtspositie van dieren vast in onze Grondwet.”
“We schaffen dieronwaardige praktijken af en pakken dieronvriendelijk transport aan, zoals het gesleep met jonge kalveren. We stoppen met internationaal transport van vee voor de slacht, naar Zwitsers voorbeeld.”
D66 wil gelijke kansen in het onderwijs bevorderen door te investeren in het aanpakken van onderwijsachterstanden, het versterken van het lerarencorps en het bieden van passend onderwijs voor alle kinderen. Dit standpunt richt zich op het tegengaan van ongelijkheid en het creëren van een inclusieve leeromgeving, zonder directe relatie tot dierenwelzijn.
“We investeren in gelijke kansen op school. Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken.”
“D66 wil dat kinderen zoveel mogelijk samen naar school kunnen gaan. Onderwijs moet voor ieder kind passend zijn.”
“We versterken het vmbo en geven extra steun aan de groep kwetsbare leerlingen, vooral in de basisberoepsgerichte leerweg.”
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen.”
JA21 onderscheidt zich van de Partij voor de Dieren door dierenwelzijn te benaderen vanuit een pragmatisch, economisch en cultureel perspectief, waarbij dierenwelzijn belangrijk is maar altijd in balans wordt gebracht met landbouw, veiligheid en menselijke belangen. In het onderwijs pleit JA21 voor het centraal stellen van Nederlandse normen en waarden, het tegengaan van activisme en het verbeteren van basisvaardigheden, zonder ruimte voor ideologische beïnvloeding of "woke" moralisme.
JA21 erkent dierenwelzijn als belangrijk, maar plaatst het binnen de context van een sterke landbouwsector en de bescherming van mensen en hun dieren. De partij verzet zich tegen wat zij ziet als "romantisch wensdenken" over wilde dieren zoals de wolf, en kiest voor een praktische benadering waarbij dierenwelzijn wordt bevorderd zonder de belangen van boeren en burgers uit het oog te verliezen.
“JA21 ziet dierenwelzijn als een morele plicht, niet als een bijkomstigheid. Jaarlijks sterven er duizenden dieren onderweg naar het slachthuis, terwijl anderen zwaar gewond raken tijdens het transport. Dat moet anders.”
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“Wij geloven niet dat het op de lange termijn houdbaar is om wolven in onze samenleving te integreren... Beheer van de wolf is noodzakelijk voor ons land en daarom kiest JA21 klip-en-klaar voor de bescherming van mensen en hun dieren.”
JA21 wil het onderwijs vrij houden van ideologische beïnvloeding en activisme, en stelt het belang van Nederlandse normen en waarden, basisvaardigheden en het gezag van de docent voorop. De partij verzet zich tegen "woke moralisme", verplichte indoctrinatie en segregatie door bijvoorbeeld islamitisch onderwijs.
“Het onderwijs moet zorgen voor mensen die onze veiligheid waarborgen, voor de kennis en vaardigheden die nodig zijn om in dit land te participeren (burgerschap) en voor voldoende expertise in de verschillende economische sectoren.”
“Het universitaire en HBO onderwijs moet een plek zijn waar kennis wordt opgedaan, waar geleerd wordt na te denken en waar de student zich breed kan ontwikkelen. Daar past geen beïnvloeding bij door activisme of intimidatie onder invloed van ideologische stromingen. Ons onderwijs hoort vrij van activisme te zijn.”
“In het onderwijs moeten de Nederlandse normen en waarden zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw en gelijkgeslachtelijke relaties, het je houden aan de wet, rekening houden met de ander, de vrijheid van meningsuiting en religie, de democratische rechtstaat centraal staan. Deze moeten worden onderwezen, maar vooral ook in het onderwijsprogramma zijn geïncorporeerd en door de schoolleiding en de docent worden gedoceerd.”
“Woke moralisme en verplicht moskeebezoek is aan JA21 niet besteed.”
De SGP erkent dierenwelzijn als een waardevol aspect binnen landbouw en samenleving, maar benadert dit primair vanuit een christelijke verantwoordelijkheid en economische haalbaarheid, niet vanuit een activistische invalshoek zoals de Partij voor de Dieren. Op het gebied van onderwijs legt de SGP sterk de nadruk op vrijheid van onderwijs, ouderlijke keuzevrijheid en het beperken van overheidsbemoeienis, zonder expliciete koppeling tussen dierenwelzijn en onderwijs. Concrete voorstellen richten zich op het terugdringen van proefdiergebruik, het stimuleren van kringlooplandbouw en het beschermen van de vrijheid van onderwijs.
De SGP vindt dat dierenwelzijn belangrijk is, maar wil voorkomen dat er onhaalbare of eenzijdig opgelegde eisen komen. De partij ziet een rol voor overheid en sector om samen te werken aan verbeteringen, zolang deze economisch en praktisch uitvoerbaar zijn.
“Overheid en ketenpartijen zorgen ervoor dat investeringen in verbetering van dierenwelzijn terugverdiend kunnen worden. Het Convenant Dierwaardige Veehouderij speelt wat de SGP betreft een belangrijke rol bij de uitwerking van de regelgeving onder de Wet Dieren. Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden voorkomen.”
“Het aantal proefdieren moet echt omlaag.”
“Dieren zijn geschapen door God, hebben een eigen intrinsieke waarde en verdienen daarom zorg en bescherming. Dat is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van dierhouders en de samenleving.”
De SGP benadrukt het belang van vrijheid van onderwijs en ouderlijke keuzevrijheid, waarbij de overheid zich terughoudend moet opstellen en scholen ruimte moeten krijgen om hun eigen overtuiging uit te dragen. Er is geen expliciete koppeling tussen dierenwelzijn en onderwijs in het programma.
“De overheid dient zowel het recht van ouders te eerbiedigen om een school te kiezen die past bij hun overtuiging als het recht van scholen om voluit uitwerking te geven aan die overtuiging, bijvoorbeeld in het curriculum.”
“De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen.”
De SGP kiest voor kringlooplandbouw en verantwoord natuurbeheer, waarbij dierenwelzijn en milieubelangen worden meegenomen, maar altijd in samenhang met economische haalbaarheid en boerenbelang.
“Kringlooplandbouw is niet nieuw. We gaan voor kringlopen als werkwoord. Dat betekent werken aan minder grondstoffengebruik, minder verliezen naar het milieu en beter gebruik van reststromen, zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
BIJ1 pleit voor fundamentele dierenrechten en een proefdiervrije samenleving, met een sterke nadruk op het opnemen van dierenrechten in de grondwet en het beëindigen van dierenfokkerijen. In het onderwijs zet BIJ1 in op toegankelijkheid, inclusiviteit en het dekoloniseren van het curriculum, maar er is geen directe koppeling tussen dierenbeleid en onderwijs. De partij onderscheidt zich door radicale voorstellen voor dierenwelzijn en structurele hervormingen in het onderwijssysteem, maar verbindt deze thema’s niet expliciet aan elkaar.
BIJ1 wil dierenrechten fundamenteel verankeren en streeft naar een samenleving waarin dieren niet langer voor menselijk gebruik worden gehouden of gefokt. Dit standpunt adresseert dierenwelzijn als een op zichzelf staand recht, los van menselijke belangen, en pleit voor een transitie naar proefdiervrije wetenschap.
“We nemen dierenrechten op in de grondwet. We verbieden dierenfokkerijen en handhaven op illegale verkoop en mishandeling van dieren.”
“Niet-medische producten in onze winkels en drogisterijen zijn proefdiervrij. Ondertussen investeren we in een transitie naar een proefdiervrije wetenschap.”
Het onderwijsbeleid van BIJ1 richt zich op het creëren van gelijke uitkomsten, het dekoloniseren van het curriculum en het toegankelijk maken van onderwijs voor iedereen, ongeacht achtergrond of beperking. Er is geen expliciete koppeling met dierenrechten of dierenwelzijn binnen het onderwijsbeleid.
“Wij zetten niet in op gelijke kansen - wij eisen de kans op een gelijke uitkomst op voor iedereen.”
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis.”
“Het mbo maken we sterker en breder, en er komen meer kleinschalige vakscholen. De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker.”
BVNL neemt afstand van ideologisch en politiek-gedreven onderwijs en pleit voor een terugkeer naar basisvaardigheden, waarbij ouders meer regie krijgen over de opvoeding en het curriculum. Op het gebied van dierenwelzijn benoemt BVNL vooral de hippische sector, met aandacht voor dierenwelzijn binnen de paardenhouderij, maar zonder brede dierenrechtenstandpunten zoals bij de Partij voor de Dieren. De partij positioneert zich duidelijk tegen ideologische beïnvloeding in het onderwijs en kiest voor een pragmatische, traditionele benadering.
BVNL wil het onderwijs vrijwaren van politieke en ideologische invloeden, in tegenstelling tot partijen als de Partij voor de Dieren die vaak pleiten voor meer aandacht voor dierenrechten en duurzaamheid in het curriculum. De partij vindt dat de opvoeding primair bij de ouders hoort en dat scholen zich moeten richten op basisvaardigheden.
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
“We gaan leerlingen en studenten weer leren hoe ze moeten denken en niet wat ze moeten denken.”
BVNL pleit voor meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum. Dit betekent minder ruimte voor onderwerpen als dierenrechten of duurzaamheid, die door de Partij voor de Dieren juist worden benadrukt.
“Het onderwijs moet weer terug naar de basis. Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum.”
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
BVNL benoemt dierenwelzijn specifiek in de context van de paardenhouderij, met aandacht voor kwaliteit en professionaliteit, maar zonder brede dierenrechtenagenda. Dit onderscheidt zich van de Partij voor de Dieren, die dierenwelzijn als overkoepelend thema voert.
“De Nederlandse paardenhouderij onderscheidt zich door kwaliteit, de grote aandacht voor dierenwelzijn en professionaliteit.”
DENK richt zich in haar onderwijsbeleid vooral op kansengelijkheid, diversiteit en het behoud van bijzonder (waaronder religieus) onderwijs, met veel aandacht voor culturele en religieuze diversiteit. Op het gebied van dierenwelzijn en natuur in relatie tot onderwijs zijn er geen concrete voorstellen; de partij voor de dieren wordt niet genoemd en dierenwelzijn wordt niet direct gekoppeld aan onderwijs. De kern van DENK’s visie is het versterken van inclusief, cultuursensitief onderwijs en het beschermen van de vrijheid van onderwijs, zonder expliciete link met dierenrechten of dierenwelzijn in het onderwijs.
DENK verdedigt krachtig het recht op bijzonder en religieus onderwijs en wil geen extra belemmeringen voor het stichten van nieuwe scholen. Dit standpunt is vooral gericht op het beschermen van diversiteit en ouderlijke keuzevrijheid binnen het onderwijsstelsel.
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Volledig behoud van bijzonder en religieus onderwijs. DENK verdedigt zonder voorbehoud het recht op religieus en bijzonder onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet blijft onaangetast.”
DENK wil dat het onderwijs een afspiegeling is van de samenleving en pleit voor meer aandacht voor diversiteit, non-discriminatie en verschillende culturele achtergronden in het curriculum. Dit is bedoeld om gelijke kansen te bevorderen en discriminatie tegen te gaan.
DENK verzet zich tegen extra toezicht op informeel (religieus) onderwijs en wil bestaande wetgeving hierover intrekken. Dit standpunt is onderdeel van hun bredere visie op vrijheid van onderwijs en het beperken van overheidsbemoeienis.
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
NSC benoemt dierenwelzijn en verduurzaming in de landbouw als belangrijk, maar koppelt dit niet expliciet aan het onderwijs. Op het gebied van onderwijs richt NSC zich vooral op basisvaardigheden, kansengelijkheid en het versterken van de positie van de leraar. Er zijn geen concrete voorstellen die dierenwelzijn of Partij voor de Dieren-thema’s direct verbinden aan het onderwijsbeleid.
NSC zet in op strengere eisen voor dierenwelzijn en verduurzaming in de landbouw, met nadruk op EU-niveau en het stimuleren van diervriendelijkere veehouderij. Dit beleid staat los van het onderwijsdomein en wordt niet geïntegreerd in onderwijsvoorstellen.
“Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat.”
“De overheid geeft in eigen restaurants en bij het inhuren van catering het goede voorbeeld door te kiezen voor duurzaam en regionaal geproduceerd voedsel.”
Het onderwijsbeleid van NSC richt zich op het verbeteren van basisvaardigheden, het vergroten van kansengelijkheid en het ondersteunen van kwetsbare leerlingen. Er is geen expliciete koppeling met dierenwelzijn, duurzaamheid of Partij voor de Dieren-thema’s binnen het onderwijs.
“Het niveau van basisvaardigheden zoals lezen, rekenen en schrijven moet drastisch omhoog.”
“We willen de kansen vergroten van leerlingen die van huis uit minder meekrijgen, met een achterstand beginnen of gewoon laatbloeier zijn.”
“We zetten ons in om een dagelijks schoolontbijt structureel mogelijk te maken voor kwetsbare kinderen, zodat ieder kind de dag gezond en vol energie kan starten.”
50PLUS richt zich in haar verkiezingsprogramma vooral op het verbeteren van basisvaardigheden en het bevorderen van levenslang leren, met bijzondere aandacht voor ouderen. Er is geen expliciete relatie of samenwerking met de Partij voor de Dieren of hun onderwijsidealen; dierenwelzijn en onderwijs worden volledig los van elkaar behandeld. De concrete voorstellen van 50PLUS voor onderwijs zijn gericht op basisvaardigheden, samenwerking met het bedrijfsleven en laagdrempelige scholing voor ouderen.
50PLUS ziet goed onderwijs als fundament van de samenleving, maar constateert dat eerdere hervormingen onvoldoende resultaat hebben opgeleverd. De partij wil prioriteit geven aan taal en rekenen, samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en het faciliteren van doorlopende scholing voor ouderen. Dit alles is vooral gericht op het vergroten van zelfredzaamheid en betrokkenheid van ouderen, niet op dierenwelzijn of ecologische thema’s binnen het onderwijs.
“Topprioriteit voor het aanleren van de basisvaardigheden rekenen en taal.”
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
“Betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden.”
BBB ziet dieren als waardevol voor educatie en wil het gebruik van dieren in het onderwijs niet onnodig beperken. In het onderwijs pleit BBB voor minder ideologische invulling en meer focus op basisvaardigheden, vakmanschap en het respecteren van de professionele autonomie van leraren. De partij keert zich tegen extremistische dierenorganisaties en benadrukt een pragmatische, praktijkgerichte benadering zonder onnodige verboden.
BBB vindt dat dieren een belangrijke rol spelen in educatie en wil het gebruik van dieren in het onderwijs niet onnodig beperken. De partij verzet zich tegen verboden en pleit voor praktische houderijvoorschriften in plaats van restricties.
“(Huis)dieren horen bij het leven. Voor gezelschap, zorg, sport en educatie. Gebruik van dieren niet onnodig beperken. Ook niet in de zorg, onderwijs, dierentuinen, politie of defensie.”
BBB wil geen invloed van extremistische dierenorganisaties op het beleid, met name waar het de agrarische sector betreft. Dit standpunt is relevant omdat het zich afzet tegen de ideologie van de Partij voor de Dieren, die vaak kritisch is op dierengebruik in onderwijs en samenleving.
“Er is geen plek aan de beleidstafel voor organisaties die via extremistische uitingen of terreur de agrarische en visserijsector aanvallen. Ook organisaties die dierenextremisten steunen zijn geen gesprekspartner op het ministerie van LVVN.”
BBB wil dat het onderwijs zich richt op basisvaardigheden en vakmanschap, en minder op ideologische thema’s of programma’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen. Dit is een duidelijke tegenstelling met partijen die meer aandacht willen voor dierenrechten of ideologische onderwerpen in het curriculum.
“Kostbare onderwijstijd gaat verloren aan verplichte programma’s zoals de Week van de Lentekriebels, overmatig burgerschapsonderwijs of ideologische thema’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van basisvaardigheden. BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis.”
BBB benadrukt het belang van vertrouwen in de vakkennis van onderwijspersoneel en het verminderen van administratieve lasten en ideologische invulling. Dit sluit aan bij hun bredere visie op onderwijs als praktijkgericht en vrij van externe ideologische druk.
“Onderwijspersoneel staat dagelijks voor de klas en weet wat er speelt. Toch wordt hun vakkennis te vaak overvleugeld door papierwerk, protocollen, controle of ideologische invulling.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van dierenwelzijn in de landbouw en ziet het als een morele plicht om goed met dieren om te gaan, maar koppelt dit niet direct aan het onderwijs. Op het gebied van onderwijs ligt de focus op onderwijsvrijheid, persoonsvorming en het versterken van basisvaardigheden, zonder expliciete verbinding met dierenrechten of dierenwelzijn in het curriculum. Er zijn geen concrete voorstellen om dierenwelzijn of dierenrechten structureel in het onderwijs te integreren, zoals de Partij voor de Dieren dat bepleit.
De ChristenUnie wil dat boeren geholpen en gestimuleerd worden om aan wettelijke dierenwelzijnseisen te voldoen, met aandacht voor natuurlijk gedrag, stalbranden, antibiotica, transport en slachthuizen. Dit is een moreel en praktisch standpunt, maar wordt niet gekoppeld aan onderwijsbeleid.
“Mensen hebben de verantwoordelijkheid en de plicht om op een goede manier met dieren om te gaan. Voor de dierhouderij betekent dit dat er eisen worden gesteld (en gehandhaafd) aan dierenwelzijn met betrekking tot het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag. Boeren worden bij dit traject naar het voldoen aan de (wettelijke) verplichting, geholpen met voorlichting en met financiële prikkels.”
“Er is ook aandacht voor weidegang, het voorkomen van stalbranden, het terugdringen van het gebruik van antibiotica, regels rond transport van dieren en het naleven van de regels in slachthuizen.”
De ChristenUnie legt in het onderwijs de nadruk op onderwijsvrijheid, persoonsvorming en basisvaardigheden, zonder expliciete aandacht voor dierenrechten of dierenwelzijn als onderwijsthema. Dit onderscheidt zich duidelijk van de Partij voor de Dieren, die dierenwelzijn wel als onderwijsonderwerp wil agenderen.
“Onderwijs is meer dan leren lezen en schrijven. Onderwijs helpt leerlingen vormen als persoon, hun talenten ontwikkelen en hun plek in de samenleving te vinden.”
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
Het CDA ziet onderwijs als een fundament voor de samenleving en benadrukt de vrijheid van onderwijs, waarbij ouders scholen kunnen kiezen die passen bij hun overtuiging, zolang de kwaliteit gewaarborgd blijft. Op het gebied van dierenwelzijn en natuur kiest het CDA voor bescherming van boeren en vee, en zet het in op een evenwicht tussen natuur, landbouw en veiligheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het actief beheren van de wolvenpopulatie en het onderschrijven van het Convenant Dierwaardige Veehouderij.
Het CDA verdedigt de vrijheid van onderwijs, zodat ouders scholen kunnen kiezen die aansluiten bij hun overtuiging, mits dit niet ten koste gaat van de kwaliteit en voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat. Dit standpunt is bedoeld om diversiteit en ouderbetrokkenheid te stimuleren, maar stelt duidelijke grenzen aan de onderwijskwaliteit.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
Het CDA kiest expliciet voor de veiligheid van mens en dier, en voor bescherming van boeren en vee, bijvoorbeeld bij de terugkeer van de wolf. Dit betekent dat dierenwelzijn wordt afgewogen tegen de belangen van landbouw en veiligheid, en dat actief beheer van dierenpopulaties wordt voorgesteld.
“De wolf is terug in ons land. Wij kiezen voor veiligheid van mens en dier en voor de bescherming van boeren en vee. We zetten in op actief beheer en beperking van de populatie.”
Het CDA onderschrijft het Convenant Dierwaardige Veehouderij en wil een onafhankelijke autoriteit oprichten, maar koppelt dit niet direct aan het onderwijs. De focus ligt op het verbeteren van dierenwelzijn binnen de agrarische sector, niet op onderwijs over dierenrechten.
“We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ en het oprichten van de onafhankelijke autoriteit.”
GroenLinks-PvdA koppelt dierenwelzijn en natuur vooral aan landbouw en milieu, en onderwijs aan kansengelijkheid en kwaliteit, maar verbindt deze thema’s niet expliciet zoals de Partij voor de Dieren dat doet. In het verkiezingsprogramma zijn er geen concrete voorstellen die dierenwelzijn direct integreren in het onderwijsbeleid. De partij focust op het verbeteren van onderwijskansen en het aanpakken van de industriële veehouderij, maar zonder een expliciete link tussen dierenrechten en onderwijs.
GroenLinks-PvdA wil de industriële veehouderij beëindigen en het aantal megastallen verminderen, vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en natuur. Dit standpunt is relevant voor kiezers die dierenrechten belangrijk vinden, maar het wordt niet gekoppeld aan onderwijsbeleid.
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
Het onderwijsbeleid van GroenLinks-PvdA richt zich op kansengelijkheid, onderwijskwaliteit en het tegengaan van segregatie, zonder expliciete aandacht voor dierenwelzijn of dierenrechten in het curriculum of schoolbeleid.
“We investeren in de toekomst van onze kinderen en daarmee in de toekomst van onze maatschappij. GroenLinks-PvdA wil voor alle kinderen een goede start. We zetten in op onderwijskwaliteit en kansengelijkheid, gaan segregatie en de diplomakloof tegen en zorgen voor een prettige werkomgeving voor leraren en schoolleiders.”