De SP kiest voor een radicaal dierenwelzijnsbeleid dat dierenrechten centraal stelt en winstbejag in de dierenzorg en veehouderij bestrijdt. De partij wil vaste maximumtarieven voor dierenartszorg, verbiedt private equity in dierenartsenpraktijken, schaft de bio-industrie af, en stelt strenge welzijnsnormen en verplichte weidegang in. Hiermee positioneert de SP zich als een partij die opkomt voor dierenbelangen, vergelijkbaar met de Partij voor de Dieren, maar met een sterke nadruk op sociale rechtvaardigheid en betaalbaarheid voor mensen.
De SP wil dierenzorg betaalbaar maken door vaste, lage maximumtarieven voor dierenartsbehandelingen in te voeren en het btw-tarief te verlagen. Dit voorkomt dat mensen vanwege hoge kosten moeten kiezen tussen hun huisdier en hun portemonnee.
De SP verbiedt de overname van dierenartsenpraktijken door private equity en commerciële ketens om te voorkomen dat winst boven dierenwelzijn gaat.
De SP wil de bio-industrie afschaffen, dierenwelzijnsnormen aanscherpen, en systemen die dieren opsluiten of africhten voor winst of vermaak beëindigen. Dieren moeten hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen.
“De bio-industrie wordt afgeschaft. Dieren krijgen ruimte voor natuurlijk gedrag, verminkingen worden verboden en boeren krijgen een eerlijk inkomen voor dierwaardige veehouderij.”
“De SP scherpt de dierenwelzijnsnormen aan. Niet alleen in de veehouderij, maar ook voor winkels, markten en tentoonstellingen.”
“We bevorderen vrije uitloop en stoppen met systemen die dieren opsluiten of africhten voor winst of vermaak.”
De SP stelt verplichte weidegang in voor koeien en andere grazende dieren, zodat zij buiten kunnen lopen en natuurlijk gedrag kunnen vertonen, met voldoende schaduwrijke plekken in verband met hetere zomers.
De SP wil dierenmishandeling harder bestraffen, inspectiediensten versterken, en de dierenpolitie meer middelen geven.
“Overtreding van welzijnsregels en dierenmishandeling wordt harder bestraft. In ernstige gevallen kan een houdverbod worden opgelegd.”
“Inspectiediensten en dierenpolitie krijgen de middelen en bevoegdheden om dierenleed daadkrachtig aan te pakken.”
“De capaciteit en bevoegdheden van de NVWA worden uitgebreid om dieren welzijnsregels effectief te handhaven, inclusief hogere boetes bij overtredingen.”
De SP verbiedt slachten zonder verdoving en veetransporten langer dan acht uur of verder dan vijfhonderd kilometer.
De SP wil dierproeven tot een absoluut minimum beperken en het fokken en doden van dieren voor bont of veren verboden houden.
De Partij voor de Dieren plaatst het welzijn van dieren, natuur en mensen structureel boven economische belangen en streeft naar wettelijke verankering van dierenrechten. Hun belangrijkste voorstellen zijn het opnemen van dierenrechten in de Grondwet, het beëindigen van de vee-industrie en jacht, en het structureel ondersteunen van dierenopvang. De partij onderscheidt zich door een radicaal andere visie waarin het belang van álle levende wezens centraal staat, met concrete maatregelen voor dierenwelzijn en een rechtvaardige samenleving.
De PvdD wil dat dierenrechten in de Grondwet worden opgenomen en dat de intrinsieke waarde van dieren wettelijk wordt beschermd, zodat economische belangen niet langer voorrang krijgen. Dit moet structureel dierenleed voorkomen en zorgen dat dieren niet langer afhankelijk zijn van politieke willekeur.
“De rechten van dieren worden in de Grondwet erkend en vastgelegd.”
“De Wet dieren wordt een échte dierenbeschermingswet, waarbij de intrinsieke waarde van het dier en het natuurlijk gedrag van dieren niet meer opzij kunnen worden geschoven voor economische belangen.”
“Hun welzijn en leven hangen dan niet meer af van partijen die beweren voor dieren op te komen, maar dat ‘vergeten’ zodra ze aan een kabinet kunnen deelnemen.”
De partij wil een samenleving waarin zo min mogelijk dieren worden gebruikt, met een verbod op de vee-industrie, jacht en handel in dieren en hun producten. Totdat deze verboden zijn, pleit de partij voor strenger toezicht en betere voorlichting.
“We zetten ons in tegen de vee-industrie, tegen de jacht en tegen de handel in dieren en hun producten. Totdat deze verboden zijn komt er scherper toezicht en betere voorlichting.”
“Faunabeheereenheden (jagersclubs) worden afgeschaft.”
“Het vangen van dieren uit het wild of het uitzetten van dieren ten behoeve van de jacht en de illegale jacht worden aangepakt met meer veldtoezicht en strengere straffen.”
De PvdD wil dat de overheid verantwoordelijkheid neemt voor de opvang en medische zorg van huis- en wilde dieren, met structurele financiering voor dierenasiels, wildopvangcentra en dierenambulances.
De partij stelt dat dierenwelzijn leidend moet zijn in alle relevante kabinetsbesluiten en dat economische groei niet langer het hoofddoel mag zijn. Dierenrechten moeten de basis vormen bij EU-afspraken over landbouw, visserij en natuur.
De PvdD wil dat dierenmishandeling en -verwaarlozing streng worden bestraft, met een levenslang houdverbod voor daders en meer prioriteit bij politie en justitie.
“De Partij voor de Dieren wil dat dierenmishandeling en -verwaarlozing hard worden aangepakt. Wie dieren mishandelt, mag geen dieren meer houden.”
“De Partij voor de Dieren wil dat politie en justitie meer prioriteit geven aan het opsporen en bestraffen van dierenmishandeling en -verwaarlozing en dat er een officier van justitie voor dieraangelegenheden komt.”
De PVV profileert zich als een partij die dierenwelzijn belangrijk vindt, maar plaatst dit duidelijk in het kader van streng optreden tegen dierenmishandeling en het beschermen van huisdieren, met enkele concrete voorstellen zoals een verbod op ritueel slachten en financiële steun voor ouderen met huisdieren. Tegelijkertijd kiest de PVV nadrukkelijk de kant van boeren en vissers, waarbij dierenrechten ondergeschikt lijken aan economische belangen en traditionele praktijken. De partij onderscheidt zich van de Partij voor de Dieren door dierenwelzijn vooral te benaderen vanuit handhaving en pragmatisme, niet vanuit een fundamentele dierenrechtenvisie.
De PVV wil hard optreden tegen dierenmishandeling en illegale dierenhandel, en stelt voor om dieren beter te beschermen via strengere handhaving, een nationale dierenambulance en financiële steun voor kwetsbare groepen met huisdieren. Dit beleid is vooral gericht op het welzijn van gezelschapsdieren en het bestraffen van misstanden, niet op het verminderen van diergebruik in de landbouw.
De PVV wil een verbod op ritueel slachten en eist dat dieren onomkeerbaar bedwelmd worden vóór de slacht. Dit standpunt is ingegeven door dierenwelzijnsoverwegingen, maar ook door een bredere afwijzing van religieuze uitzonderingen, en verschilt fundamenteel van de Partij voor de Dieren, die alle slacht kritisch benadert.
De PVV kiest expliciet voor het beschermen van de belangen van boeren en vissers, zelfs als dit ten koste gaat van dierenrechten of natuur. Dierenwelzijn wordt hier ondergeschikt gemaakt aan economische en culturele argumenten, wat haaks staat op de kern van de Partij voor de Dieren.
“Laat boeren en tuinders doen waar zij goed in zijn; zet onze nationale voedselvoorziening op 1!”
“Laat vissers vissen; geen krimp van de vloot!”
“Versoepeling van de Brusselse regels; verminderen van het aantal natuurgebieden met Natura 2000-status en/of verkleinen van gebieden”
BIJ1 neemt een uitgesproken standpunt in voor dierenrechten en dierenwelzijn, met voorstellen die verder gaan dan de meeste partijen. Ze willen dierenrechten in de grondwet, een verbod op dierenfokkerijen, sluiting van dolfinaria en dierentuinen, en een drastische halvering van de veestapel. Hun visie is radicaal: dieren zijn er voor zichzelf, niet voor mensen, en de partij pleit voor een fundamentele omslag in de omgang met dieren in Nederland.
BIJ1 wil dierenrechten wettelijk verankeren en dierenfokkerijen verbieden om dieren structureel te beschermen tegen uitbuiting en mishandeling. Dit standpunt adresseert het probleem van structureel dierenleed en het ontbreken van fundamentele rechten voor dieren.
“We nemen dierenrechten op in de grondwet. We verbieden dierenfokkerijen en handhaven op illegale verkoop en mishandeling van dieren.”
De partij wil een einde maken aan het gebruik van dieren voor vermaak en entertainment, omdat dit volgens hen niet in het belang van het dier is. Ze pleiten voor opvang van deze dieren in rustiger omgevingen.
“We sluiten dolfinaria, en sluiten op termijn alle dierentuinen. Eisen voor het welzijn van dieren op de kinderboerderij worden strenger. Dieren uit de entertainmentindustrie worden opgevangen en krijgen een rustige verblijfplaats.”
BIJ1 wil het doden en exploiteren van dieren voor luxeproducten en plezier verbieden, omdat dit volgens hen onnodig dierenleed veroorzaakt.
“Hobbyjacht wordt verboden, en mishandeling van wilde dieren wordt gestraft volgens de richtlijnen voor strafvordering dierenmishandeling. We verbieden fokkerijen voor bont en de import van bont. Er wordt gehandhaafd op het foie gras-verbod.”
De partij pleit voor een drastische reductie van de veestapel en een overgang naar diervriendelijkere, biologische en agro-ecologische landbouw, om dierenwelzijn te verbeteren en milieuproblemen aan te pakken.
BIJ1 wil dierproeven uitfaseren en proefdiervrije alternatieven stimuleren, om onnodig dierenleed in wetenschap en industrie te voorkomen.
“Niet-medische producten in onze winkels en drogisterijen zijn proefdiervrij. Ondertussen investeren we in een transitie naar een proefdiervrije wetenschap.”
De partij wil wilde dieren actief beschermen en het doden van beschermde soorten zoals de wolf strafbaar houden, met ondersteuning voor boeren om hun vee te beschermen zonder dieren te doden.
“We behouden de zeer beschermde status van de wolf, en het doden van wolven blijft strafbaar. Veehouders en boeren krijgen voorlichting over het beschermen van hun dieren zonder wolven te doden. Voor preventieve maatregelen zoals wolfwerende hekken komt subsidie waar dat nodig is.”
Volt erkent dierenwelzijn als een fundamenteel belang en wil dit als staatsdoelstelling in de grondwet opnemen, vergelijkbaar met de Partij voor de Dieren. De partij pleit voor strengere Europese dierenwelzijnsregels, het uitfaseren van dieronvriendelijke dierentuinen, en het beperken van diertransport. Volt kiest voor een brede, Europese aanpak gericht op structurele bescherming van dierenrechten en het bevorderen van proefdiervrije innovatie.
Volt wil dat dierenwelzijn een centrale plaats krijgt in de Nederlandse wetgeving door het als staatsdoelstelling in de grondwet op te nemen. Dit moet de belangen van dieren structureel beschermen en versterken in beleid en rechtspraak.
“Net als in België neemt Nederland dierenwelzijn als staatsdoelstelling op in de grondwet. Er wordt hiermee vastgelegd dat de overheid actief moet werken aan het beschermen en bevorderen van dierenwelzijn.”
“We leggen in de grondwet vast dat de overheid actief werkt aan het beschermen en verbeteren van dierenwelzijn.”
Volt streeft naar strengere en uitgebreidere Europese dierenwelzijnsregels, met specifieke normen voor meer diergroepen. Dit moet het welzijn van dieren in de veehouderij en andere sectoren verbeteren.
“Nederland maakt zich sterk voor een aanscherping van de Europese dierenwelzijnsregels waarin het positief welzijn van dieren leidend is. Er komen specifieke welzijnsnormen voor meer diergroepen, zoals voor konijnen, geiten, schapen, eenden, ganzen en kweekvis.”
Volt wil het houden van diersoorten in dierentuinen uitfaseren als het welzijn van deze dieren niet gegarandeerd kan worden.
“Het houden van diersoorten in dierentuinen waarbij het positief dierenwelzijn niet geborgd kan worden, moet worden uitgefaseerd.”
Volt wil het transport van levende dieren zoveel mogelijk beperken en stelt strengere eisen aan het resterende transport, waaronder kortere vervoersduur, lagere maximumtemperaturen en een verbod op transport buiten de EU.
“We streven naar zo min mogelijk transport van levende dieren. Waar mogelijk wordt dit transport vervangen door enkel het vervoer van vlees of zaad/embryo’s.”
“De maximale temperatuur waarbij transport van dieren is toegestaan gaat van 35 naar 30 graden Celsius. Transport van en naar landen buiten de EU wordt verboden.”
Volt zet in op het stimuleren van proefdiervrije innovatie en wil internationaal erkenning en toepassing van proefdiervrije onderzoeks- en testmethoden bevorderen.
“Nederland streeft ernaar voorloper te zijn op het gebied van proefdiervrije innovatie en zet zich in Europees verband in voor de internationale erkenning en toepassing van proefdiervrije onderzoeks- en testmethoden.”
D66 erkent dieren als levende wezens met gevoel en ziet dierenwelzijn als een moreel kompas, niet als bijzaak. De partij wil dieronwaardige praktijken in de veehouderij afschaffen, de rechtspositie van dieren in de Grondwet vastleggen, en streeft naar een landbouw die niet ten koste gaat van dieren. D66 kiest voor concrete maatregelen zoals het stoppen van dieronvriendelijk transport, investeren in alternatieven voor dierproeven, en het verbeteren van leefomstandigheden voor dieren.
D66 beschouwt dierenwelzijn als een fundamentele waarde en wil dat dieren worden erkend als wezens met gevoel. De partij heeft de wet aangescherpt om dieren rechten te geven en wil deze rechten in de Grondwet vastleggen. D66 streeft naar betere leefomstandigheden voor dieren en een zorgvuldige uitvoering van dierenwelzijnsregels.
“D66 staat voor een samenleving die dieren erkent als levende wezens met gevoel. Dierenwelzijn is voor ons geen bijzaak, maar een moreel en maatschappelijk kompas.”
“Daarom hebben we in 2024 de wet aangescherpt: dieren hebben recht op vrijheid van honger, dorst, pijn, angst en ongemak, én op natuurlijk gedrag, goede leefomstandigheden en een positieve emotionele toestand.”
“Om een dierwaardig bestaan voor alle dieren te waarborgen leggen we de rechtspositie van dieren vast in onze Grondwet.”
D66 wil een einde maken aan dieronwaardige praktijken in de bio-industrie en het transport van dieren. De partij kiest voor strengere regels en het stoppen van internationaal veetransport voor de slacht.
“De bio-industrie past niet in een voedselsysteem dat rekening houdt met dier, natuur en gezondheid. We schaffen dieronwaardige praktijken af en pakken dieronvriendelijk transport aan, zoals het gesleep met jonge kalveren. We stoppen met internationaal transport van vee voor de slacht, naar Zwitsers voorbeeld.”
D66 wil dierenleed in de wetenschap verminderen door te investeren in alternatieven voor dierproeven en innovatieve methoden.
“We investeren in alternatieven voor dierproeven en innovaties die dierenleed overbodig maken.”
D66 kiest voor respectvolle en realistische omgang met wilde dieren, met nadruk op diervriendelijke oplossingen bij conflicten, zoals met de wolf.
“Ook bij wilde dieren kiezen we voor respect en realisme. We leren samenleven met soorten die terugkeren, zoals de wolf. Dat gaat niet altijd vanzelf: zeker de wolf zorgt in verschillende regio’s voor vervelende gebeurtenissen. Lokale bestuurders krijgen genoeg ondersteuning en middelen om hiermee om te gaan. We kiezen waar mogelijk voor diervriendelijke oplossingen.”
JA21 erkent dierenwelzijn als een morele plicht en wil de veehouderij diervriendelijker maken, maar verzet zich tegen wat zij zien als symboolpolitiek en onrealistische maatregelen van andere partijen, zoals de Partij voor de Dieren. De partij kiest voor pragmatische, haalbare stappen zoals betere controle op veetransport, brandveiligheid in stallen en een duidelijk wolvenbeleid, waarbij de bescherming van mensen en hun dieren voorop staat. JA21 positioneert zich expliciet tegenover partijen die volgens hen te idealistisch zijn over dierenrechten, en kiest voor een balans tussen dierenwelzijn, landbouw en veiligheid.
JA21 benadrukt dierenwelzijn, maar verwerpt de idealistische en volgens hen onrealistische benadering van partijen als de Partij voor de Dieren. Ze willen concrete verbeteringen in de veehouderij en transport, zonder de landbouwsector onnodig te belasten of te romantiseren.
“JA21 ziet dierenwelzijn als een morele plicht, niet als een bijkomstigheid.”
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“Wij willen kortere vervoersafstanden, betere controles en hardere straffen voor misstanden.”
“Investeren in brandveiligheid mag geen discussiepunt zijn. Wie met dieren werkt, draagt de verantwoordelijkheid om hun welzijn serieus te nemen.”
JA21 verzet zich tegen het toelaten van de wolf in Nederland en bekritiseert partijen die volgens hen vasthouden aan een "romantisch" en onrealistisch dierenbeleid, waarmee ze zich duidelijk afzetten tegen de Partij voor de Dieren.
“Terwijl boeren en burgers met lede ogen moeten aanzien hoe hun dieren worden verscheurd, houden een aantal partijen hardnekkig vast aan de romantiek van de wilde wolf.”
“Wij willen een punt zetten achter het wensdenken en bestuurlijke verstoppertje spelen. Beheer van de wolf is noodzakelijk voor ons land en daarom kiest JA21 klip-en-klaar voor de bescherming van mensen en hun dieren.”
BBB positioneert zich duidelijk tegenover de Partij voor de Dieren door dierenwelzijn te waarborgen zonder onnodige beperkingen op het gebruik van dieren, en door zich uit te spreken tegen strengere regels en extremistische dierenrechtenorganisaties. De partij wil ruimte behouden voor verantwoord dierengebruik in sport, zorg en recreatie, en verzet zich tegen extra nationale regels bovenop EU-wetgeving. BBB benadrukt het belang van innovatie en vertrouwen in boeren, en wijst streng dierenactivisme en verboden op dierenhouderij af.
BBB verzet zich tegen het beperken van het gebruik van dieren voor gezelschap, zorg, sport en educatie, en tegen verboden zoals de positieflijst. In plaats daarvan wil de partij houderijvoorschriften om dierenwelzijn te waarborgen, en ruimte behouden voor evenementen en sport met dieren. Dit is een duidelijke tegenstelling tot de Partij voor de Dieren, die juist meer restricties en verboden wil.
“Gebruik van dieren niet onnodig beperken. Ook niet in de zorg, onderwijs, dierentuinen, politie of defensie.”
“Positieflijst van tafel. In plaats van een verbod op (huis)dieren, komen er houderijvoorschriften om dierenwelzijn van hobbydieren beter te waarborgen.”
“Evenementen en wedstrijden met dieren blijven mogelijk. Vergunningen voor evenementen en wedstrijden met paarden en andere dieren moeten mogelijk blijven.”
BBB vindt dat dieren in de Nederlandse veehouderij het goed hebben en ziet geen noodzaak voor aanvullende regels op het gebied van dierwaardigheid, tenzij politiek onvermijdelijk. De partij koppelt eventuele nieuwe regels aan economische haalbaarheid en behoud van dieraantallen, in tegenstelling tot de Partij voor de Dieren die juist strengere eisen stelt.
“Aanvullende regels op het gebied van dierwaardigheid zijn wat ons betreft niet nodig. Mocht dit politiek onvermijdelijk zijn, dan voeren we de regels alleen in als deze: economisch haalbaar zijn, het verdienvermogen niet in gevaar komt, de vergunningverlening op orde is en als gegarandeerd is dat dieraantallen op individuele bedrijven op minimaal hetzelfde niveau blijven.”
BBB wil organisaties die dierenextremisme steunen uitsluiten van overleg en werkt aan strengere bestraffing van dierenextremisme. Dit is een duidelijke afwijzing van de activistische koers van de Partij voor de Dieren en haar bondgenoten.
“Er is geen plek aan de beleidstafel voor organisaties die via extremistische uitingen of terreur de agrarische en visserijsector aanvallen. Ook organisaties die dierenextremisten steunen zijn geen gesprekspartner op het ministerie van LVVN. BBB werkt aan een wetsvoorstel om dierenextremisme strenger te kunnen bestraffen.”
BVNL positioneert zich expliciet tégen de koers van de Partij voor de Dieren en verwante organisaties, door te pleiten voor minder strenge dieren- en natuurbeschermingsregels en meer ruimte voor boeren, vissers en de hippische sector. De partij verzet zich tegen activistische dieren- en milieuclubs, wil het afschieten van de wolf toestaan, en benadrukt het belang van economische belangen boven activistische dierenrechten.
BVNL keert zich tegen de invloed van organisaties als de Partij voor de Dieren en andere activistische clubs op het Nederlandse beleid. Zij willen subsidies en ANBI-status voor deze organisaties afschaffen en hun invloed op beleid minimaliseren, omdat zij deze als belemmerend en ideologisch gedreven zien.
“NGO’s en activistische clubs zoals Greenpeace, Milieu Defensie, Extinction Rebellion en organisaties die mensenhandel stimuleren en/of procederen tegen de Nederlandse Staat krijgen geen subsidie meer en verliezen hun ANBI status.”
BVNL vindt dat natuurbeschermingsregels te ver zijn doorgeschoten en pleit voor actief beheer, inclusief het toestaan van jacht op dieren als de wolf en exoten. Zij stellen dat huidige regels de leefbaarheid en economische belangen schaden.
“De wolf is een bedreiging voor mens en dier en mag worden afgeschoten, als dat noodzakelijk is.”
“De ganzen- en predatorenproblematiek moet grondig worden aangepakt. Exoten moeten we bejagen en andere soorten beheren en bejagen totdat hun aantallen per soort, de ecologische draagbaarheid van de natuurgebieden waar ze voorkomen, niet overstijgen.”
BVNL benadrukt het belang van de hippische sector en stelt dat dierenwelzijn belangrijk is, maar binnen een kader van economische ontwikkeling en minder strenge regelgeving. Zij willen dat hippische bedrijven onder landbouwvrijstelling vallen en hekelen te strenge mestnormen.
“De Nederlandse paardenhouderij onderscheidt zich door kwaliteit, de grote aandacht voor dierenwelzijn en professionaliteit.”
“Belang Van Nederland vindt dat hippische bedrijven onder de landbouwvrijstelling moeten vallen en gebruik moeten kunnen maken van innovatieregelingen uit de landbouw. Daarnaast dient gedegen onderzoek gedaan te worden naar de forfaitaire mestnormen. Deze zijn onjuist en pertinent te hoog.”
De ChristenUnie erkent het belang van dierenwelzijn en ziet het als een morele plicht om goed met dieren om te gaan, maar kiest niet voor een radicale koers zoals de Partij voor de Dieren. De partij zet in op het stellen en handhaven van wettelijke eisen aan dierenwelzijn, ondersteuning van boeren bij de transitie, en het stimuleren van natuurlijk gedrag bij dieren. Concrete voorstellen zijn gericht op verbetering van dierenwelzijn binnen de bestaande landbouwpraktijk, niet op het beëindigen van veehouderij of het volledig schrappen van dierlijke productie.
De ChristenUnie wil dat boeren voldoen aan wettelijke verplichtingen rond dierenwelzijn, met aandacht voor natuurlijk gedrag, en biedt daarbij voorlichting en financiële prikkels. Het beleid is gericht op verbetering binnen de sector, niet op het beëindigen ervan, en benadrukt de verantwoordelijkheid van mensen om goed met dieren om te gaan.
“Voor de dierhouderij betekent dit dat er eisen worden gesteld (en gehandhaafd) aan dierenwelzijn met betrekking tot het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag. Boeren worden bij dit traject naar het voldoen aan de (wettelijke) verplichting, geholpen met voorlichting en met financiële prikkels.”
“Mensen hebben de verantwoordelijkheid en de plicht om op een goede manier met dieren om te gaan.”
De partij wil boeren structureel belonen voor extra prestaties op het gebied van dierenwelzijn, als onderdeel van een duurzamere landbouw. Dit is een positieve stimulans, maar blijft binnen het bestaande systeem van dierlijke productie.
“Boeren worden structureel beloond voor de extra prestaties op het gebied van milieu en dierenwelzijn.”
De ChristenUnie benoemt concrete problemen zoals stalbranden, antibioticagebruik, transport en slachthuizen, en wil deze aanpakken via regelgeving en handhaving. Dit is een pragmatische benadering gericht op het verminderen van dierenleed, niet op het beëindigen van dierhouderij.
Forum voor Democratie (FVD) erkent dierenwelzijn als een belangrijk onderdeel van een humane samenleving, maar benadert dit thema pragmatisch en niet ideologisch. De partij wil strenger optreden tegen dierenmishandeling, het fokken van dieren met erfelijke aandoeningen tegengaan, en dierproeven beperken waar mogelijk, maar verzet zich tegen beleid dat boeren onnodig belast. FVD onderscheidt zich van de Partij voor de Dieren door dierenwelzijn te koppelen aan menselijk nut en traditie, en niet als primair doel op zich.
FVD vindt dat de huidige wetgeving en handhaving rond dierenmishandeling tekortschieten en wil daarom de straffen verhogen en een levenslang houdverbod invoeren voor ernstige gevallen. Dit is bedoeld om dieren beter te beschermen, maar altijd vanuit het perspectief dat dierenwelzijn niet mag worden ingezet om boeren te belasten.
FVD wil het fokken van dieren met erfelijke aandoeningen, zoals doorgefokte honden, voortvarend en effectief bestrijden. Dit standpunt richt zich op het voorkomen van onnodig dierenleed door onverantwoordelijke fokpraktijken.
“We bestrijden het fokken van dieren met erfelijke aandoeningen, zoals doorgefokte honden, voortvarend en effectief.”
De partij streeft ernaar dierproeven waar mogelijk te beperken om onnodig lijden te voorkomen, maar zonder een absoluut verbod te bepleiten.
“We beperken dierproeven waar mogelijk, zodat onnodig lijden wordt voorkomen.”
FVD benadrukt dat dierenwelzijn belangrijk is, maar verzet zich tegen het inzetten van dierenrechten als instrument om boeren of ondernemers te belasten. Dit onderscheidt hun benadering van die van de Partij voor de Dieren, die dierenrechten vaak als doel op zich stelt.
“Forum voor Democratie vindt dat dierenwelzijn serieus moet worden genomen, niet als middel om boeren of ondernemers te belasten, maar als vanzelfsprekend onderdeel van een humane samenleving.”
NSC neemt dierenwelzijn serieus, maar kiest voor een pragmatische, economisch-realistische benadering waarbij dierenwelzijn wordt verbeterd binnen het bestaande landbouw- en voedselsysteem. De partij zet in op strengere EU-regels voor dierenwelzijn, verduurzaming van de veehouderij, en een meer grondgebonden, circulaire landbouw, maar pleit niet voor een radicale omslag zoals de Partij voor de Dieren. Concrete voorstellen zijn het beperken van megastallen, het stimuleren van plantaardige teelt, en het aanscherpen van dierenwelzijnseisen op EU-niveau.
NSC wil dierenwelzijn verbeteren door op EU-niveau strengere eisen te stellen aan veehouderij, stalinrichting, transport en het gebruik van antibiotica. De partij ziet dit als noodzakelijk voor een diervriendelijkere en duurzamere sector, maar blijft binnen het huidige landbouwmodel en kiest niet voor een fundamentele afbouw van de veehouderij.
“Nederland moet op EU-niveau streven naar een aanscherping van de eisen met betrekking tot dierenwelzijn, veilige stalinrichting, voorkomen van dierziekten en transport van dieren, zodat in de gehele EU een diervriendelijkere en duurzamere veehouderij ontstaat.”
“We streven op EU-niveau naar meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en een verdere vermindering van antibioticagebruik bij dieren.”
NSC wil de omvang van de veestapel beperken, vooral in de intensieve veehouderij, en geen nieuwe megastallen toestaan. De focus ligt op een meer grondgebonden, circulaire landbouw die beter aansluit bij de milieugebruiksruimte en dierenwelzijn.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap.”
“Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid. In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
NSC stimuleert de teelt van plantaardige eiwitten en vezelgewassen als alternatief verdienmodel voor de landbouw, wat indirect bijdraagt aan dierenwelzijn door minder afhankelijkheid van dierlijke productie.
“Ook stimuleren we de teelt en toepassing van plantaardig eiwit en vezelgewassen in eigen land. Dit levert grondstoffen op voor onder meer de bouw en de textielsector, en een nieuw verdienmodel voor de landbouw.”
De SGP erkent dierenwelzijn als een belangrijke verantwoordelijkheid, geworteld in christelijke waarden, maar kiest voor een pragmatische benadering waarbij het belang van de agrarische sector en haalbaarheid voorop staan. De partij wil investeren in dierenwelzijn en alternatieven voor dierproeven, maar verzet zich tegen eenzijdige, onhaalbare eisen en benadrukt de rol van dierhouders en sector zelf. Concrete voorstellen zijn onder meer het terugdringen van proefdieren, het ondersteunen van alternatieven voor het doden van eendagshaantjes, en het voorkomen van massaal doden van vee bij dierziekten.
De SGP vindt dat dieren intrinsieke waarde hebben en dat dierenwelzijn bevorderd moet worden, maar wil voorkomen dat er onrealistische of eenzijdig opgelegde eisen komen. De partij ziet een belangrijke rol voor convenanten en samenwerking met de sector, en benadrukt dat investeringen in dierenwelzijn terugverdiend moeten kunnen worden.
“Dieren zijn geschapen door God, hebben een eigen intrinsieke waarde en verdienen daarom zorg en bescherming. Dat is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van dierhouders en de samenleving. De overheid zorgt er samen met de sector voor dat er geen plaats is voor misstanden en dierenwelzijn bevorderd wordt.”
“Overheid en ketenpartijen zorgen ervoor dat investeringen in verbetering van dierenwelzijn terugverdiend kunnen worden. Het Convenant Dierwaardige Veehouderij speelt wat de SGP betreft een belangrijke rol bij de uitwerking van de regelgeving onder de Wet Dieren. Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden voorkomen.”
De SGP wil het aantal proefdieren daadwerkelijk verminderen en investeert in alternatieven, waarbij ook juridische ruimte wordt geboden om deze alternatieven toe te passen.
“Het aantal proefdieren moet echt omlaag. Er wordt geïnvesteerd in alternatieven en juridisch ruimte gegeven om die alternatieven toe te passen.”
De partij wil samen met de pluimveesector en ketenpartijen werken aan alternatieven voor het doden van eendagshaantjes en de afname van de betreffende eieren.
“De overheid maakt samen met de pluimveehouderij en ketenpartijen werk van alternatieven voor het doden van eendagshaantjes en de afname van de betreffende eieren.”
De SGP wil dat Nederland zich in Brussel inzet om te voorkomen dat bij uitbraken van dierziekten vee massaal wordt gedood en vlees vernietigd om economische redenen.
“Nederland maakt zich in Brussel sterk voor het voorkomen van het massaal doden van vee en vernietigen van vlees (om economische redenen) bij uitbraken van dierziekten.”
De VVD erkent het belang van dierenwelzijn, maar kiest voor een pragmatische, op wetenschap gebaseerde benadering waarbij sectorpartijen en ondernemers veel verantwoordelijkheid krijgen. De partij wil dierenwelzijnsnormen vervangen door duidelijke, werkbare richtlijnen, stimuleert innovatie in de veehouderij en verbiedt enkele dieronvriendelijke praktijken. Tegelijkertijd stelt de VVD economische belangen, zoals woningbouw, soms nadrukkelijk boven natuurbescherming of dierenbelangen.
De VVD wil dierenwelzijnsnormen in de wet vervangen door duidelijke, op wetenschap gebaseerde richtlijnen en vertrouwt op sectorpartijen voor verdere verbetering. De partij ondersteunt het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’ en stimuleert deelname van alle sectoren, met een faciliterende rol voor de overheid. Praktijken als het fokken van plofkippen, couperen van varkensstaarten en doden van eendagskuikens worden afgewezen, en er komen strengere regels voor diertransport en slacht.
“dierenwelzijnsnormen in de wetgeving worden zoveel mogelijk vervangen door duidelijke richtlijnen op basis van wetenschappelijke inzichten. De sectorpartijen zijn aan de slag met een verdere verbetering van de wijze waarop dieren worden gehouden. Vanzelfsprekend met een werkbaar tijdpad voor pilots en investeringen. Hierbij volgen we het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over de toekomst.”
“Het fokken van plofkippen, het couperen van varkensstaarten en het doden van eendagskuikens is niet meer van deze tijd. We verlagen de maximumtemperaturen van diertransporten in overeenstemming met Europese richtlijnen. We verbieden het onverdoofd koken en slachten van dieren.”
De VVD wil dierenmishandeling aanpakken met heldere kaders en effectief toezicht, inclusief cameratoezicht in slachthuizen. Voor huisdieren komen er kwaliteitscriteria voor fokkers, een landelijke database en een chipplicht voor katten, met aandacht voor bijtincidenten door risicohonden.
“Dierenmishandeling pakken we aan met heldere kaders en effectief toezicht. We willen direct uitleesbaar cameratoezicht in slachthuizen. Met kwaliteitscriteria voor fokkers en een landelijke database helpen we baasjes van honden en katten bij aankoop een geïnformeerde keuze te maken, waarbij dierenwelzijn en gezondheid leidend zijn in plaats van raszuiverheid of uiterlijke kenmerken. Net als bij honden komt er een chipplicht voor katten. Het aantal bijtincidenten door risicohonden pakken we aan en wordt bijgehouden in een landelijk registratiesysteem en daar waar passend wordt strafrechtelijk opgetreden tegen de eigenaar van de hond.”
De VVD stelt economische belangen, zoals woningbouw, expliciet boven natuurbescherming of het belang van dieren wanneer deze belangen botsen.
“Een eigen woning voor iedereen is simpelweg belangrijker dan de aanwezigheid van een salamander of een hagedis.”
Het CDA kiest niet voor een dierenrechtenbenadering zoals de Partij voor de Dieren, maar legt de nadruk op een balans tussen natuur, landbouw en dierenwelzijn, met prioriteit voor veiligheid, beheer en economische belangen. Concrete voorstellen zijn onder meer actief beheer van de wolvenpopulatie, het onderschrijven van het Convenant Dierwaardige Veehouderij, en het verruimen van de wildlijst voor structureel wildbeheer. De kern van hun visie is pragmatisch: dierenwelzijn telt mee, maar altijd in samenhang met landbouw, veiligheid en economische haalbaarheid.
Het CDA kiest expliciet voor het beperken van de wolvenpopulatie om de veiligheid van mens en vee te waarborgen, in tegenstelling tot een puur beschermende benadering van wilde dieren. Dit standpunt adresseert het spanningsveld tussen natuurontwikkeling en de belangen van boeren en dierenhouders.
“De wolf is terug in ons land. Wij kiezen voor veiligheid van mens en dier en voor de bescherming van boeren en vee. We zetten in op actief beheer en beperking van de populatie.”
Het CDA onderschrijft het Convenant Dierwaardige Veehouderij, maar plaatst dit binnen een bredere context van voedselproductie en economische haalbaarheid. Dierenwelzijn wordt erkend, maar niet als hoogste prioriteit; het is onderdeel van een evenwichtige keten.
“We onderschrijven het ‘Convenant Dierwaardige Veehouderij’ en het oprichten van de onafhankelijke autoriteit.”
Het CDA pleit voor structureel wildbeheer, inclusief het verruimen van de wildlijst, waarmee het afschot van bepaalde diersoorten makkelijker wordt. Dit is een duidelijk verschil met de Partij voor de Dieren, die juist pleit voor bescherming van in het wild levende dieren.
“Het CDA kiest voor structureel en verantwoord wildbeheer en wil daarvoor de wildlijst waar mogelijk verruimen.”
GroenLinks-PvdA neemt een uitgesproken standpunt in voor het verbeteren van dierenwelzijn en het beëindigen van de industriële veehouderij, met concrete maatregelen die verder gaan dan veel andere partijen behalve de Partij voor de Dieren. Ze pleiten voor strengere dierenwelzijnsnormen, het afbouwen van megastallen en industriële veehouderij, en het invoeren van hogere keurmerken voor dierlijke producten. Hun visie is gericht op een fundamentele omslag naar meer respect voor dieren en natuur, met duidelijke stappen richting een diervriendelijker landbouwsysteem.
GroenLinks-PvdA wil het dierenwelzijn fors verbeteren door strengere eisen te stellen aan de huisvesting en behandeling van landbouwdieren. Ze stellen concrete normen, zoals het verplichten van het Beter Leven-keurmerk en het stimuleren van natuurlijk gedrag bij dieren. Dit sluit aan bij de kernpunten van de Partij voor de Dieren, maar GroenLinks-PvdA koppelt het aan volksgezondheid en duurzaamheid.
“Alle huisvesting voor landbouwdieren moet voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Melkveehouderijen krijgen alleen een vergunning als koeien een deel van het jaar naar buiten mogen, en uiteindelijk moeten alle dieren naar buiten kunnen. Er worden geen nieuwe stallen gebouwd waarin dieren permanent binnen worden opgesloten. We stimuleren het ‘kalf bij de koe’ principe. In slachthuizen komt verplicht cameratoezicht en de maximale slachtsnelheid wordt verlaagd, net als de maximale duur en temperatuur bij veetransporten. Producten die in Nederland worden verkocht of verwerkt moeten een Beter Leven-keurmerk halen van minimaal 2 sterren, en vanaf 2040 zijn dat er 3. Dierenbeulen worden hard aangepakt en mogen geen dieren meer houden.”
De partij kiest expliciet voor het beëindigen van de industriële veehouderij en het uitfaseren van megastallen. Dit is een van de meest radicale voorstellen onder de grote partijen en komt inhoudelijk dicht bij de Partij voor de Dieren, hoewel GroenLinks-PvdA het koppelt aan bredere thema’s als milieu en volksgezondheid.
“Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.”
GroenLinks-PvdA wil de veestapel verkleinen, desnoods met dwingende maatregelen, en intensieve veehouders rondom kwetsbare natuurgebieden uitkopen. Dit is een structurele maatregel die dierenwelzijn, natuur en stikstofproblematiek combineert.
“Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur. Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
50PLUS profileert zich niet als een partij voor dierenbelangen, maar neemt wel een concreet standpunt in tegen de aanwezigheid van gevaarlijke dieren zoals de wolf in Nederland. Hun focus ligt primair op de bescherming van mensen in een dichtbevolkt land, niet op dierenrechten of dierenwelzijn.
50PLUS wil gevaarlijke dieren zoals de wolf weren uit Nederland, met als belangrijkste argument de veiligheid van mensen in een dichtbevolkt land. Dit standpunt wijkt duidelijk af van de visie van de Partij voor de Dieren, die juist inzet op bescherming van wilde dieren. 50PLUS kiest hier expliciet voor het belang van menselijke veiligheid boven het belang van het dier.
“Het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf uit ons dichtbevolkt land.”
DENK noemt de Partij voor de Dieren niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen standpunten die direct op deze partij gericht zijn. Wel bevat het programma enkele concrete voorstellen rond dierenwelzijn en natuur, maar deze zijn algemeen en niet specifiek in relatie tot de Partij voor de Dieren. De focus ligt op strengere regels voor dierwaardige bedrijven en investeringen in natuur, zonder directe verwijzing naar of vergelijking met de Partij voor de Dieren.
DENK wil strengere regels en meer investeringen om bedrijven dierwaardiger te maken, als onderdeel van bredere natuur- en landbouwmaatregelen. Dit standpunt adresseert dierenwelzijn, maar zonder expliciete verwijzing naar de Partij voor de Dieren of haar beleid.
“Wij staan ook voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven.”