De SP vindt dat investeren in mensen en publieke voorzieningen noodzakelijk is, maar benadrukt dat dit verantwoord moet gebeuren met een gezonde overheidsbegroting. De partij wil het overheidstekort beperken door eerlijkere belastingheffing, het aanpakken van bureaucratie en het voorkomen van kosten op de lange termijn, bijvoorbeeld door armoede en gezondheidsproblemen te bestrijden. Alle plannen zijn volgens de SP financieel gedekt, maar ze erkennen dat niet alles tegelijk kan en dat keuzes nodig zijn.
De SP stelt dat al haar plannen financieel zijn gedekt en benadrukt het belang van een gezonde overheidsbegroting. Ze willen investeren in publieke voorzieningen, maar erkennen dat niet alles tegelijk kan vanwege beperkte uitvoeringscapaciteit en het belang van een verantwoorde begroting.
De SP ziet het voorkomen van maatschappelijke problemen als een manier om toekomstige overheidsuitgaven en het tekort te beperken. Investeren in preventie, armoedebestrijding en gezondheid levert volgens hen op termijn besparingen op.
De SP wil het overheidstekort terugdringen door hogere belastingen op grote vermogens en het invoeren van een vertrekbelasting voor miljonairs, zodat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en er structureel meer inkomsten zijn voor de begroting.
“Wij doen wat nodig is en zijn zuinig op het geld van Nederland. We moeten investeren in onze mensen en economie, maar de rekening hiervan moet niet langer alleen op de schouders van de werkende klasse terechtkomen.”
“Hiervoor voeren we een vermogensplafond in, waarmee we het vermogen bóven 50 miljoen euro kunnen inzetten voor beter onderwijs, onderzoek, infrastructuur, zorg, politie en al die andere zaken waarmee we Nederland tot de top van de wereld laten behoren.”
“De vertrekbelasting. Sommige miljonairs en miljardairs dreigen dat zij met hun vermogen willen vertrekken wanneer hier belasting over wordt geheven. Dit is het ontduiken van belasting, terwijl we dat hard nodig hebben om te investeren in onze economie en welvaartsstaat.”
De SP wil het overheidstekort beperken door te besparen op bureaucratie, managementlagen en dure consultants, en door het belasting- en toeslagenstelsel te versimpelen.
“Door te zorgen dat niemand meer in armoede leeft, kunnen we de kosten hiervan fors terugdringen voor mens en samenleving.”
“Door het belastingstelsel grondig te herzien kunnen we de lasten eerlijk verdelen en snijden in bureaucratie in de overheid en de private sector.”
“We zetten in op een overheid die werkelijk successen boekt voor mensen, en minder in de papieren werkelijkheid leeft.”
Het CDA wil het overheidstekort beperken door vast te houden aan solide, trendmatig begrotingsbeleid en verantwoord om te gaan met overheidsfinanciën. Ze pleiten voor het benutten van de Europese begrotingsregels, het maken van onderscheid tussen investeringen en consumptieve uitgaven, en het voorkomen van het doorschuiven van schulden naar toekomstige generaties. Concrete voorstellen zijn onder meer het realiseren van een kleinere en efficiëntere overheid en het waarborgen van gezonde overheidsfinanciën door prudent beleid.
Het CDA benadrukt het belang van houdbare overheidsfinanciën en wil het overheidstekort beperken door zich te houden aan Europese begrotingsregels en trendmatig begrotingsbeleid. Ze maken onderscheid tussen investeringen en consumptieve uitgaven en willen voorkomen dat schulden worden doorgeschoven naar volgende generaties. Dit standpunt adresseert direct het probleem van een te hoog overheidstekort en de risico’s daarvan voor toekomstige generaties en economische stabiliteit.
“Het CDA staat voor houdbare overheidsfinanciën. Juist door op korte termijn meer ruimte te zoeken, kunnen we de keuzes maken die op lange termijn tot gezondere overheidsfinanciën leiden.”
“We willen een daadkrachtig en solide financieel beleid, waarbij we ons houden aan de Europese begrotingsregels en de ruimte daarbinnen benutten, met name ten behoeve van uitgaven aan defensie.”
“We houden vast aan het zogenaamde ‘trendmatig begrotingsbeleid’. Dit brengt rust in de Nederlandse overheidsfinanciën, zo laat ook onze historisch lage staatsschuld zien.”
“Solide, toekomstgerichte overheidsfinanciën zijn juist daarom en juist nu essentieel. Het CDA wil verantwoord, zuinig en netjes omgaan met de overheidsfinanciën. Het is geld van ons allemaal. Als we goed met onze overheidsfinanciën omgaan, voorkomen we dat we de rekening onnodig doorschuiven naar een volgende generatie. Schulden van vandaag zijn de lasten van morgen.”
“Recente crises hebben laten zien dat prudent, trendmatig begrotingsbeleid loont. Dan heb je vet op de botten als de crisis uitbreekt en kan de overheid bijspringen zonder dat de overheidsschuld onverantwoord oploopt.”
Het CDA wil het overheidstekort ook terugdringen door de overheid te verkleinen en efficiënter te maken, onder andere via minder regels, lagere uitvoeringslasten en het schrappen van overbodige administratieve lasten. Dit moet leiden tot lagere structurele uitgaven en een kleinere kans op een oplopend tekort.
“Een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid.”
“We zetten rigoureus het mes in de regelgeving: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere verantwoording. Zo versnellen we besluitvorming. Waar minder regels zijn en waar meer vertrouwen is, kan de overheid krimpen.”
“We bouwen een overheid die levert: ... Een overheid die uitvoering en mensen ruimte geeft, is ook een kleinere overheid.”
Het CDA wil expliciet onderscheid maken tussen investeringen die het toekomstig verdienvermogen versterken en herverdelende of consumptieve uitgaven. Dit moet voorkomen dat investeringen worden wegbezuinigd bij het terugdringen van het tekort, terwijl consumptieve uitgaven kritisch worden bekeken.
“Daarom voegen we nadrukkelijk onderscheid toe tussen (a) investeringen in structuurversterking en toekomstig verdienvermogen, (b) herverdelende uitgaven zoals sociale zekerheid en zorg, en (c) consumptieve uitgaven.”
“Investeringen kunnen zich op termijn terugverdienen en zo versterken de overheidsfinanciën juist.”
De Partij voor de Dieren noemt het overheidstekort niet expliciet, maar kiest duidelijk voor het verhogen van publieke uitgaven op terreinen als zorg, onderwijs, cultuur en bestaanszekerheid, en wil deze bekostigen door hogere belastingen voor bedrijven en vermogenden en het terugdraaien van eerdere bezuinigingen. De partij verwerpt bezuinigingen als oplossing voor het overheidstekort en kiest voor herverdeling en vergroening van het belastingstelsel. Hun visie is dat investeren in publieke voorzieningen en bestaanszekerheid belangrijker is dan het streven naar een laag overheidstekort.
De PvdD wijst bezuinigingen als antwoord op tekorten af en pleit juist voor het verhogen van publieke uitgaven, vooral in sectoren waar eerdere bezuinigingen volgens hen schade hebben aangericht. Ze willen bestaanszekerheid, zorg, onderwijs en cultuur versterken, ook als dat betekent dat het overheidstekort niet direct wordt teruggedrongen.
“De harde bezuinigingen van de afgelopen decennia brengen de bestaanszekerheid en de toegankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed in gevaar.”
“Bezuinigingen op politie en justitie hebben geleid tot een tekort aan agenten, overbelasting bij rechters en officieren van justitie, en een beperkte toegang tot het recht.”
“Gemeenten krijgen voldoende middelen om sociaal werk van goede kwaliteit en continuïteit te kunnen garanderen, zonder te hoeven bezuinigen.”
“De bezuinigingen op de CAK-regeling en de subsidieregeling voor zorg aan onverzekerden (sov) worden teruggedraaid.”
“De overheid heeft de noodzakelijke bescherming van ons water tientallen jaren verzaakt en echte maatregelen voor zich uitgeschoven.”
Om de gewenste investeringen te financieren, kiest de PvdD voor het verhogen van belastingen op bedrijven, grote vermogens en vervuilers, en het afschaffen van belastingvoordelen voor het grootkapitaal. Dit moet de ruimte bieden voor hogere overheidsuitgaven zonder te bezuinigen op publieke voorzieningen.
“We draaien cadeautjes aan het grootkapitaal van het vorige kabinet terug. Inkoop van eigen aandelen door bedrijven wordt belast. De versoepeling van de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting wordt teruggedraaid.”
“We voeren een progressieve winstbelasting in waarbij de tarieven afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot, in lijn met de Groene Belastinggids. Zo worden buitensporige winsten afgeroomd.”
“Er komt een vermogensplafond van 10 miljoen euro. Met een vertrekbelasting zorgen we ervoor dat superrijken ons land niet zomaar inruilen voor een ander belastingparadijs.”
“Nederland sluit daarom zijn deuren als belastingparadijs. Belastingontwijking door multinationals wordt aangepakt, alle belastingdeals worden openbaar en Nederland legt sancties op aan landen die als belastingparadijs fungeren.”
De PvdD verwerpt het idee dat economische groei of een laag overheidstekort leidend moet zijn voor beleid. In plaats daarvan willen ze brede welvaart en welzijn centraal stellen, ook als dat betekent dat het overheidstekort tijdelijk hoger uitvalt.
“In plaats van het Bruto Binnenlands Product (BBP) maken we de Monitor Brede Welvaart leidend in beleid. De overheid stopt met rapporteren van economische groei.”
BVNL wil het overheidstekort terugdringen door het overheidsapparaat fors te verkleinen, structureel te bezuinigen op overheidsuitgaven en belastingen te verlagen. De partij pleit voor een directe en substantiële krimp van het aantal ambtenaren, een jaarlijkse kostenreductie bij overheidsdiensten en het afschaffen van subsidies en fondsen zonder financiële dekking. BVNL ziet een kleinere, efficiëntere overheid als de sleutel om het overheidstekort structureel aan te pakken.
BVNL stelt dat het overheidstekort vooral wordt veroorzaakt door een te grote en inefficiënte overheid. Door het aantal ambtenaren drastisch te verminderen en externe inhuur te stoppen, wil de partij structurele besparingen realiseren. Dit moet leiden tot een kleinere overheid die minder geld uitgeeft en zo het tekort terugdringt.
“Het overheidsapparaat wordt gesaneerd en 30% van de Rijksambtenaren moet zo spoedig mogelijk afvloeien. Er komt een onmiddellijke aannamestop. Externe inhuur door de overheid wordt zo spoedig mogelijk gestopt.”
“We willen een groot deel van alle zittende Rijksambtenaren laten afvloeien zodat zij beschikbaar komen voor de echte economie. Externe inhuur bij de overheid wordt drastisch beperkt.”
“Iedere overheidsdienst wordt jaarlijks verplicht tot 5% kostenreductie, zonder automatische groei van ambtelijke staf of budgetten.”
Naast het verkleinen van het ambtenarenapparaat wil BVNL structureel bezuinigen door subsidies af te schaffen, fondsen te beëindigen en alleen beleid te voeren met volledige financiële dekking. Hiermee wil de partij voorkomen dat het overheidstekort verder oploopt door ongedekte uitgaven.
“Subsidies worden afgeschaft.”
“Er wordt een einde gemaakt aan het gebruik van fondsen, zoals het stikstoffonds en het klimaatfonds. Alle bedragen moeten via de Rijksbegroting lopen en onderworpen zijn aan parlementaire controle. Zonder deugdelijke financiële dekking wordt er geen beleid gemaakt.”
Om het overheidstekort te beheersen, wil BVNL bestuurders en topambtenaren persoonlijk verantwoordelijk maken voor budgetoverschrijdingen. Dit moet leiden tot zorgvuldiger financieel beheer en het voorkomen van tekorten.
“Politici, bestuurders en topambtenaren worden hoofdelijk aansprakelijk bij structurele budgetoverschrijding of inefficiëntie.”
“Budgetoverschrijding van meer dan 10% zonder parlementaire toestemming leidt automatisch tot: terugbetalingsplicht, ontslag uit de functie, uitsluiting van herbenoemingen en opname in een openbaar register.”
BVNL wil de belastingdruk fors verlagen en het toeslagenstelsel afschaffen, zodat de overheid minder geld rondpompt en de uitgaven beperkt blijven. Dit draagt volgens de partij bij aan het terugdringen van het overheidstekort.
“De belastingen moeten fors worden verlaagd en er moet substantieel gesneden worden in het overheidsapparaat. Minder ambtenaren, minder regels en lagere belastingen.”
“Het toeslagenstelsel afschaffen waardoor de Belastingdienst weer gewoon een organisatie wordt die belastingen int en geen uitkeringsorganisatie meer is.”
NSC wil het overheidstekort terugdringen door streng te sturen op gezonde overheidsfinanciën, het beperken van uitgaven en het schrappen van ondoelmatige regelingen. Ze pleiten voor een kleinere, efficiëntere overheid, minder externe inhuur en meer betrouwbare begrotingen. De partij benadrukt dat investeringen in bestaanszekerheid en weerbaarheid alleen verantwoord zijn als het huishoudboekje op orde blijft.
NSC vindt dat het overheidstekort niet verder mag oplopen en dat Nederland zich aan strikte begrotingsregels moet houden. Ze willen voorkomen dat toekomstige generaties worden opgezadeld met schulden en benadrukken het belang van transparantie en realisme in de begroting.
“We staan voor een degelijk, transparant en realistisch financieel beleid. Het huishoudboekje van Nederland moet op orde zijn. We moeten investeren in maatschappelijke opgaven. De kosten spreiden we eerlijk omdat iedereen baat heeft bij een weerbaar Nederland.”
“We handhaven de spelregels voor een gezond begrotingsbeleid en schuiven geen rekeningen door.”
Om het overheidstekort te beperken, wil NSC het aantal rijksambtenaren verminderen (met uitzondering van uitvoerende diensten), de externe inhuur fors terugdringen en de bureaucratie verkleinen. Dit moet leiden tot lagere structurele uitgaven en meer efficiëntie.
“We streven naar een vermindering van het aantal rijksambtenaren. Tussen 2018 en 2024 is hun aantal met ruim 40.000 ambtenaren (fte) toegenomen, terwijl steeds minder van hen betrokken zijn bij de kernwerkzaamheden van de overheid. We ontzien hierbij expliciet de uitvoerende organisaties.”
“Het aantal ambtenaren bij departementen wordt verminderd. Ook het aantal voorlichters en woordvoerders gaat verder omlaag. Hierbij worden uitvoerende organisaties en inspecties zoveel mogelijk ontzien.”
“We willen minder externe inhuur. Deze overschrijdt jaarlijks de norm van 10% van de totale personeelskosten; in 2024 was dat ruim 15,4% (circa € 3 miljard).”
NSC wil het overheidstekort terugdringen door fiscale regelingen die weinig effect hebben, maar veel geld kosten, te schrappen of te versoberen. Dit levert structurele besparingen op en maakt de begroting houdbaarder.
“Slechte financiële regels gaan op de schop. Nederland kent nog te veel (fiscale) regelingen die niet doelmatig zijn maar wel veel geld kosten. We maken keuzes op basis van de uitgevoerde doorlichtingen van fiscale regelingen, waarbij we scherp kijken naar effectiviteit en doelmatigheid (rapporten ‘Aanpak Fiscale Regelingen’ en ‘Kansen voor lagere tarieven en beter beleid’).”
“We schrappen en versoberen ondoelmatige fiscale regelingen”
NSC signaleert dat onbetrouwbare ramingen het begrotingsproces ondermijnen en het overheidstekort onnodig kunnen vergroten. Ze willen daarom betere, realistischere ramingen en tussentijdse rapportages om grip te houden op inkomsten en uitgaven.
“Te vaak bleken begrotingen achteraf niet betrouwbaar, met als gevolg dat belangrijke investeringen onnodig werden uitgesteld. Daarom nemen we maatregelen voor meer transparantie, betrouwbaarheid en slagkracht in de overheidsfinanciën.”
“We voeren daarom de aanbevelingen uit onze initiatiefnota Realistisch Ramen en van de Expertgroep Realistisch Ramen uit. Met name de ramingen van de vennootschapsbelasting kloppen meestal niet. We willen daarom dat er tussentijdse rapportages komen die een beter beeld geven van de inkomstenkant.”
BIJ1 benoemt het overheidstekort niet expliciet, maar kiest voor een beleid van forse publieke investeringen in sociale voorzieningen, openbaar vervoer, onderwijs en woningbouw, gefinancierd door hogere belastingen op vermogen en het nationaliseren van essentiële sectoren. De partij stelt dat besparingen vooral worden gezocht door het versimpelen van bureaucratie en het afschaffen van subsidies aan de rijken, niet door bezuinigingen op publieke diensten. BIJ1 ziet het overheidstekort niet als primair probleem, maar als gevolg van politieke keuzes, en pleit voor herverdeling en publieke investeringen boven begrotingsdiscipline.
BIJ1 kiest voor het terugdraaien van bezuinigingen en het fors investeren in publieke voorzieningen, ongeacht het effect op het overheidstekort. De partij ziet investeren in onderwijs, openbaar vervoer en sociale zekerheid als noodzakelijk voor een rechtvaardige samenleving en economische stabiliteit.
Om de publieke investeringen te financieren, wil BIJ1 de belasting op vermogen fors verhogen, een limiet op vermogen invoeren, en essentiële sectoren nationaliseren. Zo verschuift de partij de lasten van de overheid niet naar bezuinigingen, maar naar vermogenden en bedrijven.
“We verlagen de inkomstenbelasting. Zodat mensen direct meer geld overhouden. Daartegenover maken we de vermogensbelasting voor de vermogenden flink hoger. Er komt een limiet op vermogen, waarboven een marginaal belastingtarief van 100% geldt.”
“De belangrijke sectoren van de economie komen daarom volledig in publieke handen. Zoals banken, energiebedrijven, netbeheerders, het onderwijs, de zorg en het ov.”
“Onredelijke winsten van bedrijven gaan we zwaar belasten. Er komen wettelijke maximummarges op alle levensmiddelen voor bedrijven in de hele keten. Er wordt een substantiële windfall tax ingesteld.”
BIJ1 stelt dat besparingen vooral te behalen zijn door het versimpelen van bureaucratische systemen en het afschaffen van subsidies aan de rijken, niet door te snijden in publieke voorzieningen.
De SGP wil het overheidstekort beperken door streng vast te houden aan Europese begrotingsregels, zoals de tekortnorm van maximaal 3% van het BBP, en door groei van de overheidsuitgaven kritisch te beoordelen. Ze pleiten voor een kleinere, efficiëntere overheid, minder subsidies en het vermijden van financieel jojobeleid, zodat toekomstige generaties niet worden opgezadeld met hoge schulden.
De SGP vindt het essentieel dat Nederland zich houdt aan de Europese begrotingsregels, waaronder de tekortnorm van maximaal 3% van het BBP en de schuldnorm van 60%. Dit moet voorkomen dat het overheidstekort te hoog oploopt en toekomstige generaties met schulden worden belast. Ze wijzen financieel jojobeleid af en willen dat in goede jaren wordt gespaard.
“De begrotingsregels, zoals de schuldnorm van 60% van het BBP en de tekortnorm van maximaal 3% van het BBP, moeten nageleefd worden zodat het financieel beleid degelijk en houdbaar is.”
“Het is niet meer dan logisch dat het belastinggeld op een doelmatige en doeltreffende manier ingezet moet worden, zodat overheidsbeleid niet alleen financieel degelijk, maar ook financieel rechtmatig is.”
“Het financieel beleid ook vertrouwen wekken, financieel jojobeleid past daar niet bij.”
“In goede jaren wordt gespaard voor magere jaren. Het zou namelijk heel onrechtvaardig zijn om toekomstige generaties met een torenhoge schuld op te zadelen. Dat gaan we dus ook niet doen.”
De SGP wil het overheidstekort terugdringen door kritisch te kijken naar overheidsuitgaven, vooral bij zorg, sociale zekerheid en de overheid zelf. Ze pleiten voor minder subsidies, minder overheidsbemoeienis en een kleinere, daadkrachtige overheid die zich op kerntaken richt.
“Wij willen dat er goed gekeken wordt hoe de groei van de overheidsuitgaven beperkt kan worden, zeker nu de Defensie-investeringen gaan stijgen. De SGP kijkt daarom kritisch naar de uitgaven aan (onnodige) zorg, sociale zekerheid en de uitgaven bij de overheid zelf.”
“Dit betekent: snoeien in het woud van regels, minder subsidies en minder overheidsbemoeienis. Om de overheidsuitgaven te kunnen beteugelen, is een kleinere en daadkrachtige overheid nodig.”
“De overheid moet zich richten op haar kerntaken en efficiënt werken.”
DENK vindt dat overheidstekorten in eerste instantie moeten worden opgevangen door doelmatiger overheidsuitgaven, zonder te bezuinigen op sociale zekerheid, zorg en onderwijs. Indien nodig is het volgens DENK acceptabel om het overheidstekort en de staatsschuld te laten oplopen voor investeringen in publieke diensten en brede welvaart, mits dit verantwoord gebeurt en niet op de lange termijn wordt doorgeschoven naar volgende generaties. Extra inkomsten wil DENK halen uit hogere belastingen voor grote bedrijven en superrijken.
DENK stelt dat bij optredende begrotingstekorten de voorkeur uitgaat naar een efficiëntere overheid, waarbij essentiële uitgaven aan sociale zekerheid, zorg en onderwijs worden ontzien. Dit standpunt benadrukt dat bezuinigingen niet ten koste mogen gaan van de meest kwetsbaren.
“Tot slot heeft bij optredende begrotingstekorten het altijd eerst de voorkeur om in te zetten op een doelmatigere overheid, waarbij de uitgaven voor de sociale zekerheid, de zorg en het onderwijs worden ontzien en altijd op peil blijven.”
DENK vindt het acceptabel dat het overheidstekort en de staatsschuld oplopen als dat nodig is voor investeringen in publieke diensten, brede welvaart en klimaatbeleid. Dit mag echter niet leiden tot onverantwoorde schulden voor toekomstige generaties.
“Binnen de bestaande Europese begrotingsregels is het dan ook bespreekbaar voor ons om de staatsschuld te laten oplopen, om investeringen in onze samenleving mogelijk te maken.”
“Nu er op defensiegebied uitzonderingen op de begrotingsregels gemaakt worden, willen wij deze uitzonderingen ook voor investeringen in bijvoorbeeld publieke diensten die de brede welvaart van de samenleving vergroten en in het klimaatbeleid.”
“Wij willen onze maatregelen op een goede manier financieren. Dat betekent dat wij niet toestaan dat rekeningen op een onverantwoorde manier doorgeschoven worden naar komende generaties.”
Om overheidstekorten te dekken, wil DENK hogere belastingen voor grote bedrijven, superrijken en vervuilende bedrijven, en het afschaffen van ondoelmatige belastingvoordelen.
“Op fiscaal gebied kan dekking worden gerealiseerd door een eerlijkere bijdrage uit de winsten van grote bedrijven en van de superrijken. Wij verhogen daarom de winstbelasting voor grote bedrijven en schaffen ondoelmatige belastingvoordelen die de ongelijkheid vergroten af.”
“Binnen de inkomstenbelasting zorgen wij voor een rechtvaardigere verdeling door van superrijken een eerlijke bijdrage te vragen. Deze eerlijke bijdrage vragen wij ook van zeer grote vermogens. De grote vervuilende bedrijven moeten ook hun eerlijke deel bijdragen, volgens het principe dat de vervuiler betaalt.”
JA21 wil het overheidstekort beperken door begrotingsdiscipline, structurele uitgaven alleen te doen bij structurele dekking, en zich strikt te houden aan Europese begrotingsregels. De partij pleit voor een kleinere overheid, lagere lasten, en het beperken van de staatsschuld om toekomstige financiële ruimte te waarborgen. Investeringen zijn alleen toegestaan als ze duidelijk rendement opleveren, en tegenvallers mogen niet automatisch leiden tot lastenverhogingen.
JA21 vindt dat structurele uitgaven van de overheid alleen mogen plaatsvinden als daar structurele dekking tegenover staat, om zo het overheidstekort te beperken. Dit voorkomt dat incidentele meevallers of tijdelijke inkomsten worden gebruikt voor permanente uitgaven, wat het tekort zou vergroten.
“Structurele uitgaven alleen bij structurele dekking.”
“Begroten doen we op basis van gezond verstand en met een sterk besef dat je een euro maar een keer kan uitgeven. Investeringen mogen tijdelijk leiden tot extra uitgaven, maar alleen met een duidelijk rendement of economisch nut.”
JA21 benadrukt het belang van begrotingsdiscipline en het strikt naleven van Europese begrotingsregels om het overheidstekort onder controle te houden. Dit betekent een houdbare staatsschuld en een tekort onder de Europese norm, zodat er bij crises voldoende ruimte is om in te grijpen.
“Ons houden aan de Europese begrotingsregels. Dat betekent een houdbare staatsschuld onder de 60% van het bbp zodat er bij crises voldoende begrotingsruimte is om in te grijpen, en een begrotingstekort dat onder de 3% blijft.”
“Begrotingsdiscipline staat voorop. De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
JA21 wil dat financiële tegenvallers niet automatisch worden opgevangen door het verhogen van lasten, maar door het versoberen van niet-essentiële uitgaven. Dit voorkomt dat het overheidstekort wordt bestreden met belastingverhogingen, wat de economie zou kunnen schaden.
“Dat tegenvallers niet automatisch lastenverhoging betekenen. Begrotingsdiscipline staat voorop. De eerste stap is het versoberen of temporiseren van niet-kernuitgaven.”
De partij stelt dat een kleinere overheid en lagere collectieve lasten essentieel zijn om het overheidstekort te beheersen. Door het aantal ambtenaren structureel terug te brengen en de uitgaven te beperken, wil JA21 de overheidsfinanciën gezond houden.
“Lagere lasten en een kleine overheid. We willen de hoge collectieve lastendruk verlagen en het aantal ambtenaren structureel terugbrengen.”
De PVV wil het overheidstekort terugdringen door fors te bezuinigen op uitgaven aan asielopvang, ontwikkelingshulp, de Europese Unie, ambtenaren en klimaatbeleid, en door het schrappen van diverse subsidies. De partij stelt dat hun voorstellen worden gedekt door deze besparingen en benadrukt dat belastinggeld vooral aan Nederlanders besteed moet worden. Grote investeringen in bijvoorbeeld zorg en koopkracht worden gefinancierd door deze herprioritering van uitgaven.
De PVV wil het overheidstekort verminderen door miljarden te besparen op asielopvang, ontwikkelingshulp, EU-afdrachten, ambtenaren en subsidies. Volgens de partij zijn deze uitgaven verspilling en moeten ze worden gestopt of fors beperkt, zodat het geld aan Nederlanders kan worden besteed en het tekort wordt teruggedrongen.
“We dekken onze voorstellen door elders de uitgaven te beperken. We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne. Alleen al dit jaar besteden we € 6 miljard aan de asielopvang en € 3 miljard aan de opvang van Oekraïners.”
“De PVV stopt ook met ontwikkelingshulp. Elk jaar maken we vele miljarden over naar Afrika. Ook willen we miljarden minder afdragen aan de Europese Unie.”
“Verder zetten we het mes in het uitdijende ambtenarenapparaat. Het aantal rijksambtenaren is van 100.000 fte (in 2012) doorgegroeid naar 150.000. Dat kan met zoveel minder. Ook snijden we fors in de vele ondoelmatige fiscale subsidies voor het bedrijfsleven.”
“Verder stoppen we met de NPO, met de oneerlijke expatregeling en met de export van uitkeringen en toeslagen. Dat geld blijft in Nederland.”
“We schrappen alle uitgaven uit het Klimaatfonds.”
De PVV stelt dat het overheidstekort niet moet worden opgelost door lastenverzwaring, maar door het stoppen van 'verspilling' en het besteden van belastinggeld aan Nederlandse burgers. De partij benadrukt dat de miljarden die nu naar het buitenland gaan, in Nederland moeten blijven.
“Stop met de verspilling van onze zuurverdiende belastingcenten. Stop met de export van onze miljarden. Besteed het geld in Nederland, aan de Nederlanders. Het is tenslotte úw geld!”
50PLUS wil het overheidstekort beheersen door kritisch te besparen op overheidsuitgaven, fraude en belastingverspilling, en door het begrotingsbeleid strikt binnen Europese afspraken te houden. Ze pleiten voor een breed consolidatiepakket, effectiviteitsonderzoeken en een behoedzaam tekortbeleid dat rekening houdt met de economische cyclus. Hun visie is gericht op financiële degelijkheid zonder onnodige lastenverzwaring voor burgers.
50PLUS vindt dat de overheid te veel geld verspilt aan inefficiënte uitgaven, fraude en ondoelmatige belastingfaciliteiten. Ze willen een topteam inzetten om minimaal 10 miljard euro aan verspilling op te sporen en 5 miljard te besparen op belastingfaciliteiten. Dit moet het overheidstekort structureel verlagen.
“Een topteam ambtenaren en ondernemers onderzoekt alle overheidsuitgaven van alle ministeries op effectiviteit met als doel ten minste 10 miljard euro aan fraude, verspilling en ondoelmatigheden op te sporen aan de uitgavenkant van de collectieve sector.”
“Besparing van, per saldo, 5 miljard op fraude, verspilling en ondoelmatigheden binnen het woud van belastingfaciliteiten.”
50PLUS wil het overheidstekort strikt binnen de Europese begrotingsregels houden en het begrotingsbeleid afstemmen op de economische cyclus. Ze kiezen voor een behoedzame aanpak om financiële stabiliteit te waarborgen en inflatie te beteugelen.
“Een behoedzame ontwikkeling van het begrotingstekort binnen de grenzen van de Europese begrotingsafspraken.”
“Een begrotingsbeleid dat rekening houdt met de economische cyclus.”
“Een zuiniger uitgavenbeleid om de ECB te helpen de inflatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen.”
D66 wil het overheidstekort beheersen door verantwoord te investeren binnen de Europese begrotingsregels, met een nadruk op brede welvaart en lange termijn effecten. Ze pleiten voor een andere manier van begroten waarbij maatschappelijke kosten en baten worden meegewogen, en beloven dat hun plannen het overheidstekort niet laten ontsporen. D66 kiest voor investeringen in de toekomst zonder te bezuinigen op onderwijs en het sociale vangnet.
D66 wil af van de traditionele, korte termijn benadering van het overheidstekort en pleit voor een begrotingssystematiek die maatschappelijke kosten en baten en de gevolgen van niet-ingrijpen meeneemt. Dit moet leiden tot verstandige investeringen die het tekort beheersbaar houden en de samenleving versterken.
“En we gaan anders begroten: op basis van de maatschappelijke kosten en baten van beleid, zodat we verstandig investeren in de toekomst van Nederland.”
“Goed begroten is belangrijk om verstandig met de overheidsuitgaven om te gaan. Maar hoe de overheid nu begrotingen opstelt, heeft een paar grote nadelen. Ten eerste weegt de overheid de maatschappelijk kosten én baten van beleid vaak niet mee. Ten tweede weegt de overheid vaak niet mee wat de kosten zullen zijn, als de overheid nu niets doet. D66 verandert dit, door te begroten voor de brede welvaart.”
D66 belooft dat hun plannen het overheidstekort niet laten ontsporen en binnen de Europese begrotingsruimte blijven. Ze willen verantwoord investeren in de toekomst, zonder te bezuinigen op essentiële publieke voorzieningen.
“De plannen van D66 blijven binnen de door Europa gestelde begrotingsruimte, zodat Nederland verantwoord investeert in de toekomst.”
“Veiligheid en defensie zijn cruciaal, maar mogen nooit ten koste gaan van de samenleving die we juist willen beschermen. Daarom gaat er geen euro minder naar het onderwijs en het sociale vangnet.”
“Dat betekent dat we eerlijk zijn over de kosten van onze ambities en duidelijk maken hoe we hiervoor betalen.”
GroenLinks-PvdA kiest voor een ruimhartig begrotingsbeleid waarbij investeren in publieke voorzieningen en brede welvaart belangrijker is dan het strikt naleven van korte termijn overheidstekorten. Ze willen het begrotingsbeleid richten op de lange termijn, duurzame investeringen mogelijk maken (ook door uitzonderingen op het tekort toe te staan), en bezuinigingen vermijden, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
GroenLinks-PvdA vindt dat het begrotingsbeleid zich moet richten op de lange termijn en niet op het begrotingssaldo op de korte termijn. Ze willen ruimte maken voor investeringen die de samenleving en economie versterken, en kiezen voor een verantwoord tijdpad bij het oplossen van budgettaire opgaven.
“Bij het begrotingsbeleid kijken we vooral naar de lange termijn, niet naar het begrotingssaldo op de korte termijn. Voor het oplossen van budgettaire opgaven kiezen we een verantwoord tijdpad, en voor eenmalige uitdagingen gebruiken we ruimte in de schuld.”
“Wie denkt dat harde bezuinigingen op de korte termijn verstandig zijn, heeft het mis. Onze verworvenheden zijn juist het beschermen waard.”
De partij is voorstander van het toestaan van uitzonderingen op het overheidstekort, met name voor duurzame investeringen en defensie-uitgaven. Ze steunen nieuwe Europese begrotingsregels die meer nadruk leggen op investeringen en hervormingen.
“De mogelijkheid om uitgaven voor defensie tijdelijk uit te zonderen van het tekort, juichen we toe en zetten we nationaal in.”
“We zijn voorstander van de vernieuwing van de Europese begrotingsregels, waarbij meer nadruk komt te liggen op duurzame investeringen en hervormingen.”
Om ruimte te maken voor investeringen en het overheidstekort beheersbaar te houden, wil GroenLinks-PvdA hogere bijdragen van topinkomens, vermogenden en winstgevende bedrijven.
“We maken ruimte voor de grote uitgaven door een eerlijke bijdrage te vragen aan de topinkomens, vermogenden en meest winstgevende bedrijven. Voor ons geldt altijd: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.”
De ChristenUnie wil het overheidstekort beperken door consumptieve uitgaven niet met extra schuld te financieren en te kiezen voor investeringen die zichzelf terugverdienen. Ze benadrukken het belang van houdbare overheidsfinanciën en laten hun plannen doorrekenen door het CPB voor transparantie. Grote investeringen in bijvoorbeeld woningbouw en infrastructuur worden gezien als verantwoord, mits deze bijdragen aan de toekomstige bloei van Nederland.
De ChristenUnie vindt dat de overheid niet meer moet uitgeven aan lopende uitgaven dan er binnenkomt, en wil alleen investeren in zaken die het land structureel sterker maken. Dit standpunt adresseert het overheidstekort direct door te pleiten voor begrotingsdiscipline en het vermijden van extra schulden voor consumptieve uitgaven.
“In tegenstelling tot het huidige kabinet gaan we geen consumptieve uitgaven financieren met meer schuld, maar stoppen we juist geld in investeringen die zich terugverdienen, zoals woningbouw, infrastructuur en energienetten.”
“Solide en houdbare overheidsfinancien zijn een randvoorwaarde voor de duurzame bloei van ons land.”
De partij wil dat alle financiële keuzes transparant zijn en laat haar programma doorrekenen door het CPB, zodat de effecten op het overheidstekort en andere financiële indicatoren inzichtelijk zijn. Dit moet zorgen voor budgettaire degelijkheid en vertrouwen bij de kiezer.
“De ChristenUnie staat voor transparante en verstandige politiek. Daarom laten we onze keuzes in kaart brengen door de onafhankelijke experts van het CPB.”
“In deze doorrekening is gedetailleerd te zien wat de gevolgen zijn van ons programma voor zaken als de overheidsfinanciën, het overheidstekort, de lasten voor huishoudens en bedrijven en de werkgelegenheid.”
FVD vindt het huidige begrotingsbeleid te beperkt en pleit voor een kleinere overheid met structureel lagere uitgaven om het overheidstekort terug te dringen. Ze willen jaarlijks 3% bezuinigen op de rijksuitgaven, het belastingstelsel radicaal vereenvoudigen en het klimaatbeleid volledig schrappen om miljarden te besparen. Volgens FVD moet visie boven technocratische kwartaalbegrotingen staan, zodat Nederland financieel gezond en toekomstbestendig wordt.
FVD stelt voor om de uitgaven van de rijksoverheid verplicht jaarlijks met 3% te laten dalen. Dit moet het overheidstekort structureel terugdringen en de overheid slanker en efficiënter maken. De partij ziet een kleinere overheid als essentieel om lasten te verlagen en economische groei te stimuleren.
“De Rijksoverheidsuitgaven moeten verplicht ieder jaar 3% krimpen, zodat de overheid niet groter maar kleiner wordt.”
FVD stelt dat het volledig stoppen met het klimaatbeleid een enorme besparing op de overheidsfinanciën oplevert, wat direct het overheidstekort zou verminderen. Ze bekritiseren dat het CPB deze besparing niet doorrekent vanwege juridische en verdragsrechtelijke beperkingen, maar benadrukken dat het schrappen van klimaatbeleid volgens hun visie essentieel is voor een gezonde begroting.
“Aangezien de kosten van dit beleid worden geraamd op circa 1.000 miljard, zou het schrappen hiervan ons een vergelijkbaar bedrag opleveren.”
“Het CPB antwoordde dat men dit niet kon berekenen, omdat er rechterlijke uitspraken en internationale verdragen zijn die zich tegen het schrappen van het klimaatbeleid verzetten.”
FVD verwerpt het idee dat begrotingsbeleid alleen binnen de bestaande kaders en kwartaalbegrotingen moet worden gevoerd. Ze vinden dat visie en lange termijn keuzes belangrijker zijn dan het sec optimaliseren van het overheidstekort op korte termijn.
“Het is een vorm van huishoudkunde die nuttig kan zijn wanneer je de kwartaalbegroting opstelt - maar die we niet moeten verwarren met de visie, de hoofdrichting die we als land op willen.”
De VVD wil het overheidstekort terugdringen door de overheid kleiner en efficiënter te maken, vooral door te bezuinigen op ambtenaren en overhead in plaats van belastingen te verhogen. Hun kernvoorstel is om overheidsuitgaven niet harder te laten groeien dan de economie, met concrete besparingsdoelen en verspillingsaudits per ministerie. De partij kiest expliciet voor minder uitgaven boven lastenverhoging, zodat de rekening niet bij burgers of ondernemers terechtkomt.
De VVD kiest ervoor het overheidstekort aan te pakken door minder uit te geven in plaats van belastingen te verhogen. De partij wil dat de groei van de overheidsuitgaven wordt beperkt tot maximaal de groei van de economie, zodat het tekort niet verder oploopt en burgers worden ontzien.
“Om dat te kunnen betalen, kiest de VVD voor minder uitgeven in plaats van hogere belastingen. Zo leggen we de rekening niet bij hardwerkende Nederlanders of ondernemers neer, maar bij de overheid zelf. We willen dat overheidsuitgaven niet harder groeien dan de economie.”
De VVD wil het overheidstekort terugdringen door het aantal ambtenaren en de overhead fors te verminderen. Dit moet gebeuren via een extra bezuinigingsronde, concrete besparingsdoelen per ministerie en regelmatige verspillingsaudits.
“Er komt een extra bezuinigingsronde op het overheidsapparaat met concrete besparingsdoelen per ministerie, zodat de norm van maximaal een vierde overhead gehaald wordt. Ministeries gaan regelmatig verspillingsaudits doen, dit kan ook op verzoek van de Tweede Kamer.”
Door het schrappen van onnodige regels en het efficiënter maken van de overheid wil de VVD kosten besparen en zo het overheidstekort terugdringen. De partij stelt dat een kleinere, effectievere overheid noodzakelijk is om de financiën op orde te houden.
BBB wil het overheidstekort terugdringen door structureel te bezuinigen op de overheidsapparaat, met uitzondering van uitvoerende diensten, en door een nullijn voor rijksambtenaren in te stellen. De partij benadrukt het belang van financiële degelijkheid en stelt dat de overheid zelf ook moet bijdragen aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën. BBB kiest voor een sobere, efficiënte overheid met minder bureaucratie en meer focus op kerntaken.
BBB stelt voor om het overheidstekort aan te pakken door structurele apparaatskortingen op ministeries en andere overheidsorganisaties, behalve op uitvoerende diensten zoals politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties. Dit moet leiden tot minder bureaucratie, meer digitalisering en aanzienlijke besparingen, waarmee het overheidstekort wordt teruggedrongen.
“Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie, inspecties en uitvoeringsorganisaties. De groei van beleidsmedewerkers, managementlagen en externe inhuur heeft geleid tot bureaucratisering zonder betere dienstverlening. Door het rijk te dwingen tot herprioritering en digitalisering, verbeteren we de uitvoerbaarheid én besparen we structureel honderden miljoenen, zo niet vele miljarden euro’s.”
“BBB stelt een structurele bezuiniging (apparaatskorting) voor op ministeries met uitzondering van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook willen wij een structurele apparaatskorting op andere overheidsorganisaties, met uitzondering van uitvoerende diensten zoals, politie,”
Om het overheidstekort verder te beperken, wil BBB in 2028 een nullijn voor rijksambtenaren en ambtsdragers invoeren, wat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen plaatsvinden. Dit wordt gepresenteerd als een noodzakelijke bijdrage van de overheid zelf aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën.
“In 2028 stellen we een nullijn in voor rijksambtenaren, inclusief ambtsdragers. Dat betekent dat er dat jaar geen loonstijgingen worden doorgevoerd. In een tijd waarin we scherpe keuzes maken om de overheidsfinanciën op orde te brengen, hoort ook een bijdrage van het Rijk zelf. Deze onderstreept onze inzet voor financiële degelijkheid en een efficiënte overheid.”
Volt wil het overheidstekort structureel aanpakken door gemeenten en de rijksdienst financieel sterker te maken, zodat zij hun taken goed kunnen uitvoeren zonder tekorten. De partij pleit voor een eerlijker en toekomstbestendig begrotingsbeleid, waarbij investeringen en uitgaven transparant en duurzaam worden gepland. Volt richt zich op het voorkomen van tekorten door structurele financiering, het afschaffen van ondoelmatige regelingen en het spreiden van kosten voor grote transities.
Volt vindt dat gemeenten en de rijksdienst structureel voldoende middelen moeten krijgen om hun wettelijke taken en eigen keuzes te kunnen uitvoeren, zodat begrotingstekorten worden voorkomen. Dit moet de financiële positie van decentrale overheden versterken en hun afhankelijkheid van incidentele middelen verminderen.
“Het Rijk stelt de gemeenten geen grote tekorten meer in het vooruitzicht, maar stelt hen juist structureel in staat om een begroting te maken waarmee ze niet alleen hun wettelijke taken kunnen uitvoeren, maar als volwaardige medeoverheid ook eigen keuzes kunnen maken.”
Volt wil dat de overheid bij het begroten rekening houdt met toekomstige kosten, zoals klimaatschade, en pleit voor het spreiden van investeringen over een langere periode. Dit moet voorkomen dat grote uitgaven ineens drukken op het overheidstekort en zorgt voor een stabieler financieel beleid.
“We zetten in op groen begroten om de kosten van klimaatverandering mee te nemen in overheidsfinanciën en zo sturing te geven aan de keuzes van onze overheid. Hierbij worden de financiële gevolgen van toekomstige klimaatschade meegewogen bij begrotingskeuzes van ministeries. Zo zal spreiding van de kosten over een langere periode van groene projecten de investeringsdrempel voor de energietransitie verlagen.”
Volt wil het overheidstekort terugdringen door inefficiënte en verouderde fiscale regelingen af te schaffen, zodat de overheidsfinanciën doelmatiger worden ingezet.
“We schaffen op termijn alle ondoelmatige en ondoeltreffende fiscale regelingen af of fiscale regelingen die niet meer van deze tijd of zeer schadelijk zijn.”