JA21 ziet internationale overeenkomsten vooral als instrumenten die de Nederlandse soevereiniteit, welvaart en veiligheid moeten dienen. Ze zijn kritisch op verdragen die nationale zeggenschap beperken en pleiten voor modernisering, opt-outs en het beperken van verdere overdracht van bevoegdheden aan internationale organisaties. Hun belangrijkste voorstellen zijn het moderniseren van mensenrechtenverdragen, het beperken van EU-integratie, het actief ondersteunen van handelsakkoorden die Nederland direct voordeel bieden, en het behouden van nationale controle over belangrijke besluiten.
JA21 wil internationale overeenkomsten en verdragen alleen steunen als deze aantoonbaar in het Nederlands belang zijn en nationale soevereiniteit waarborgen. Ze pleiten voor modernisering van bestaande verdragen, blokkeren verdere overdracht van bevoegdheden, en eisen opt-outs waar gezamenlijke verplichtingen niet in het belang van Nederland zijn.
“JA21 gaat deze verdragen moderniseren. Hiertoe moet Nederland in 2027 een internationale top organiseren tijdens het Nederlandse voorzitterschap van het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Tijdens deze top moeten uitgewerkte moderniseringsplannen voor het EVRM worden aangedragen.”
“Met een coalitie van Europese landen het EVRM moderniseren.”
“Toetreding van de EU tot het EVRM blokkeren.”
“Er moet juist ruimte ontstaan om bevoegdheden terug te geven aan lidstaten.”
“Geen gezamenlijke Europese schulden, in welke vorm dan ook.”
“Indien gezamenlijke Europese schulden een realiteit zouden worden, moet Nederland een opt-out bedingen.”
JA21 ziet handelsverdragen als positief mits ze direct bijdragen aan de Nederlandse economie en geopolitieke positie. Ze zijn tegen verdere EU-integratie via verdragen die bevoegdheden overdragen, en willen dat Nederland alleen instemt met EU-overeenkomsten die aantoonbaar het nationale belang dienen.
“De nadruk van het buitenlandbeleid moet liggen op het afronden van handelsakkoorden.”
“Versterking van de gemeenschappelijke markt en het sluiten van handelsverdragen om de economische en geopolitieke positie van Nederland te versterken.”
“JA21 wil dat Nederland enkel instemt met EU-standpunten die aantoonbaar bijdragen aan onze nationale belangen.”
“De Europese Unie moet via afdwingbare besluiten in de Raad bevoegdheden teruggeven aan de lidstaten.”
JA21 ondersteunt internationale overeenkomsten alleen onder strikte voorwaarden, zoals het behoud van het vetorecht, transparantie, en het centraal stellen van nationale parlementaire zeggenschap. Ze willen geen automatische instemming met internationale besluiten zonder mandaat van het parlement.
JA21 vindt dat overeenkomsten met ontwikkelingslanden vooral gericht moeten zijn op eerlijke handel en lokaal draagvlak, niet op financiële hulp of opgelegde hervormingen.
“Alleen eerlijke handelsafspraken en lokaal draagvlak voor corruptiebestrijding, overheidshervorming en onderwijsinvestering kunnen leiden tot de juiste omstandigheden voor stabiele, duurzame ontwikkeling. Dit moet niet van buitenaf opgelegd worden, dit werkt immers vaker averechts of wordt zelfs als 'neo-koloniaal' ervaren.”
FVD is fel tegen internationale overeenkomsten en verdragen die de Nederlandse beleidsvrijheid beperken. Hun kernvoorstel is het opzeggen van internationale verdragen (zoals het VN-vluchtelingenverdrag en het Klimaatakkoord van Parijs), het schrappen van grondwetsartikelen die internationale afspraken boven nationale wet stellen, en het vervangen van multilaterale door bilaterale overeenkomsten. De partij wil dat Nederland altijd zelf kan beslissen en internationale verplichtingen niet langer automatisch gelden.
FVD wil dat Nederland niet langer gebonden is aan internationale overeenkomsten die nationale soevereiniteit beperken. Ze zien verdragen als een bedreiging voor democratische controle en willen daarom verdragen opzeggen, de Grondwet aanpassen en internationale afspraken alleen nog op bilaterale basis sluiten. Dit standpunt adresseert het probleem dat internationale overeenkomsten volgens FVD te veel invloed hebben op Nederlands beleid en recht.
“We zeggen internationale verdragen op die onze beleidsvrijheid inperken, zoals het VN-vluchtelingenverdrag dat ons dwingt tot het opnemen van migranten.”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We beëindigen de directe werking van internationaal recht in het Nederlandse stelsel, zodat verdragen niet langer automatisch boven onze nationale wetten staan en rechters onze nationale wetten daar ook niet langer aan kunnen ‘toetsen’.”
“We zeggen multilaterale EU-handelsverdragen op en sluiten bilaterale verdragen, zodat Nederland zijn eigen belangen optimaal kan verdedigen.”
“We zeggen het Klimaatakkoord van Parijs op en trekken de klimaatwet in, zodat we weer ongeremd fossiele brandstoffen kunnen gebruiken en geen windturbines en zonneakkers hoeven aanleggen.”
FVD wil het monistische stelsel vervangen door een dualistisch stelsel, zodat internationale overeenkomsten niet langer automatisch gelden in Nederland. Dit is bedoeld om te voorkomen dat rechters beleid kunnen afdwingen op basis van internationale afspraken die niet democratisch zijn gelegitimeerd.
“Forum voor Democratie wil deze ondemocratische constructie beëindigen en de controle terugleggen waar die thuishoort: bij ons eigen parlement. Dat betekent dat we het monistische stelsel omzetten in een dualistisch stelsel, zoals ook geldt in landen als Duitsland en de Verenigde Staten.”
“We behouden artikel 120 van de Grondwet en verzetten ons tegen de oprichting van een constitutioneel hof, zodat rechters nooit wetten aan grondrechten kunnen toetsen en daarmee politieke macht naar zich toe trekken.”
FVD wil volledige transparantie over internationale afspraken en onderhandelingen, zodat burgers inzicht krijgen in wat er in internationaal verband wordt afgesproken. Dit is bedoeld om democratische controle te versterken en te voorkomen dat belangrijke besluiten buiten het zicht van de bevolking worden genomen.
“Transparantie staat voorop: internationale afspraken en besprekingen komen onder het bereik van de Wet Open Overheid, zodat we inzicht krijgen in wat in achterkamertjes ver weg wordt bedisseld.”
BIJ1 pleit voor het versterken van collectieve zeggenschap en democratische besluitvorming binnen bedrijven, woonsector en samenleving, zodat betrokkenen direct invloed hebben op regels, investeringen en eigendom. De partij stelt bindende rechten voor huurders, werknemers en burgers centraal, met als doel macht eerlijker te verdelen en structurele ongelijkheid te doorbreken. Concrete voorstellen zijn onder meer het verplichten van werknemerscoöperaties, bindende huurdersverenigingen en democratische ondernemingsraden.
BIJ1 wil dat werknemers en huurders niet alleen inspraak, maar ook bindende beslissingsmacht krijgen over belangrijke kwesties zoals investeringen, begrotingen en eigendom. Dit moet machtsconcentratie bij aandeelhouders en verhuurders tegengaan en collectieve overeenkomsten afdwingbaar maken.
“een vooraanstaande, bindende rol in het maken van de regels. Inclusief recht op instemmen met begrotingen en investeringen.”
“Gemeenten worden verplicht om subsidie te geven aan een onafhankelijke huurdersvereniging die huurders uit alle wijken democratisch vertegenwoordigt.”
“De democratische ondernemingsraad is een verplicht onderdeel van grote bedrijven, met een bindend mandaat in het bestuur.”
“Nieuwe bedrijven worden standaard opgericht als werknemerscoöperaties.”
“met meer dan 100 werknemers krijgen een transitieplicht: binnen 10 jaar moet het merendeel van de aandelen in handen zijn van de werknemers. Via jaarlijkse uitgifte van aandelen aan werknemersfondsen en voorkeursrecht bij emissies en overnames.”
De partij streeft naar meer directe democratie op lokaal en nationaal niveau, zodat overeenkomsten en besluiten niet top-down worden opgelegd, maar samen met betrokken burgers en groepen tot stand komen. Dit geldt voor wijkraden, burgerfora en het opnemen van mensenrechten in de Grondwet.
Het CDA ziet overeenkomsten als een belangrijk instrument om samenwerking en wederkerigheid te waarborgen, zowel nationaal als internationaal. Ze pleiten voor bindende, concrete afspraken tussen overheden, sectoren en landen om gezamenlijke doelen te bereiken, zoals migratiebeheersing, verduurzaming van industrie en regionale ontwikkeling. De nadruk ligt op afdwingbare, wederkerige en transparante overeenkomsten die bijdragen aan een fatsoenlijk en betrouwbaar beleid.
Het CDA wil dat de overheid bindende en wederkerige maatwerkafspraken maakt met bedrijven en sectoren, vooral op het gebied van verduurzaming en arbeidsmarkt. Dit moet zorgen voor duidelijke verantwoordelijkheden en het behalen van maatschappelijke doelen, waarbij afspraken afdwingbaar zijn en wederkerigheid centraal staat.
“We maken bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven om de bestaande industrie te verduurzamen en te bouwen aan een duurzame economie van de toekomst.”
“De overheid maakt bindende afspraken met sectoren om te werken aan arbeidsbesparende innovaties en verbetering van de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden.”
Het CDA zet in op het sluiten van internationale overeenkomsten, met name binnen de EU, om migratie te reguleren en onderliggende oorzaken aan te pakken. Dergelijke overeenkomsten moeten gericht zijn op grensbewaking, bestrijding van illegale migratie en samenwerking met landen aan de Europese buitengrenzen.
“We sluiten vanuit de Europese Unie met zoveel mogelijk landen aan de Europese buitengrenzen migratieovereenkomsten af, gericht op het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, grensbewaking, het bestrijden van illegale...”
Het CDA benadrukt het belang van gezamenlijke inzet en structurele afspraken tussen verschillende overheidslagen (Rijk, regio, gemeenten) om regionale ontwikkeling en beleidsuitvoering te versterken. Duidelijke, integrale en wederkerige afspraken moeten zorgen voor effectieve samenwerking en het benutten van regionale kracht.
“Wij kiezen ervoor om die unieke kwaliteiten te versterken en verschillen te benutten, zodat regio’s niet alleen ontvangen maar ook geven. Zo bouwen we samen aan een land waar elke regio telt en het geheel sterker is dan de som der delen.”
“We willen een integrale en structurele aanpak door Rijk-regio-programma’s, waarin we ook lopende programma’s samenbrengen. Wat telt is de wederkerigheid. Dat vraagt om een stevige gezamenlijke inzet van Rijk en regio op ontwikkelagenda’s, waarin provincie, gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven samen optrekken.”
Het CDA streeft naar meer uniformiteit en vereenvoudiging in regelgeving door afspraken en overeenkomsten tussen overheden en met maatschappelijke partners. Dit moet leiden tot minder verschillen tussen gemeenten en een eerlijker, eenvoudiger systeem.
“We willen daarom in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk. Ook het stimuleren van samenwerking met particulier initiatief hoort daarbij.”
“Het Rijk moet investeren in sterke interbestuurlijke samenwerking. Bij het begin van de nieuwe regeerperiode maakt het kabinet afspraken met de gemeenten, provincies en waterschappen over de uitvoering van bestaand beleid en de nieuwe plannen in het regeerakkoord.”
De PVV benadrukt in haar verkiezingsprogramma het belang van nationale soevereiniteit en het beperken van internationale en Europese overeenkomsten die volgens de partij de Nederlandse autonomie ondermijnen. De partij wil bevoegdheden terughalen uit Brussel, opt-outs afdwingen op terreinen als asiel, immigratie en natuur, en zich terugtrekken uit internationale klimaatovereenkomsten. Concrete voorstellen zijn onder meer het inzetten van vetorechten binnen de EU en het opzeggen of negeren van verdragen die de partij als nadelig voor Nederland beschouwt.
De PVV stelt dat internationale en Europese overeenkomsten te veel invloed hebben op Nederlands beleid, vooral op het gebied van asiel, immigratie, natuur en klimaat. De partij wil daarom bevoegdheden terughalen, vetorechten inzetten en opt-outs afdwingen om meer nationale controle te krijgen. Dit standpunt adresseert het probleem dat Nederland volgens de PVV te veel gebonden is aan internationale regels die niet in het nationale belang zijn.
“De PVV kiest voor een soeverein Nederland. Dat betekent: baas in eigen land, baas over eigen geld, eigen grenzen en eigen regels. ... Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen. Ook gaan we alle verdragen die”
“Net als bij ons streven om tot een opt-out voor immigratie en asiel te komen, zetten we hier ons vetorecht in.”
“Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord van Parijs; Klimaatwet intrekken”
De PVV is bereid internationale afspraken te negeren of op te zeggen als deze volgens de partij nadelig zijn voor Nederland, met name op het gebied van asiel en opvang. Dit standpunt komt voort uit de overtuiging dat Nederland niet langer het "braafste jongetje van de klas" moet zijn en zich niet moet laten binden door internationale jurisprudentie of verdragen die de partij als onrechtvaardig ervaart.
“Buurland België negeert rechterlijke uitspraken in asielzaken. België is al meer dan 10.000 keer veroordeeld voor het niet-opvangen van alleenstaande mannelijke asielzoekers, maar wordt beloond: de Nederlandse Raad van State verbiedt Nederland alleenstaande mannelijke asielzoekers naar België terug te sturen. Terwijl Nederland de regels wél braaf volgt, worden wij gestraft met méér asielzoekers. Dit is de omgekeerde wereld!”
“We sluiten onze grenzen voor alle asielzoekers en sturen Oekraïense mannen terug naar Oekraïne.”
Volt ziet overeenkomsten als essentiële instrumenten om samenwerking, transparantie en rechtszekerheid te waarborgen, vooral op het gebied van defensie, internationale samenwerking en cultuur. Ze pleiten voor duidelijke, democratisch gelegitimeerde raamovereenkomsten en collectieve afspraken die bijdragen aan stabiliteit, eerlijkheid en het beschermen van mensenrechten. Concrete voorstellen zijn onder andere het gebruik van raamovereenkomsten bij defensie-uitgaven en het stimuleren van collectieve tariefafspraken in de culturele sector.
Volt wil raamovereenkomsten inzetten om langdurige zekerheid en stabiliteit te creëren bij defensie-uitgaven, waarbij transparantie en naleving van democratische normen centraal staan. Dit moet financiële risico’s beperken en zorgen voor maatschappelijk draagvlak, vooral als sociale uitgaven onder druk staan.
“raamovereenkomsten voor zekerheid en stabiliteit op de lange termijn.”
“Alle defensie-uitgaven moeten voldoen aan democratische normen, Europese waarden en het internationaal recht. De zorgen van burgers over stijgende defensiebudgetten worden serieus genomen. We praten daar open en eerlijk over, vooral als de sociale uitgaven onder druk staan.”
Volt wil dat cultuurinstellingen collectieve tariefafspraken maken voor werknemers en zzp’ers, zodat de bestaanszekerheid van het hele creatieve team wordt versterkt. Dit moet leiden tot eerlijkere arbeidsvoorwaarden en meerjarige zekerheid binnen de sector.
“Volt wil, net als de Raad voor Cultuur, dat alle cultuurinstellingen in de basisinfrastructuur met meerjarige subsidie toewerken naar collectieve tariefafspraken voor werknemers en zzp’ers.”
Volt benadrukt het belang van heldere, eerlijke internationale overeenkomsten die mensenrechten centraal stellen. Ze verwerpen dubieuze deals met dictators en eisen dat verdragen direct worden opgeschort bij mensenrechtenschendingen.
“In ieder (bilateraal) verdrag waarin voorwaarden over migratie worden opgenomen, moet staan dat het verdrag direct wordt opgeschort op het moment dat mensenrechten geschonden worden.”
“We sluiten geen dubieuze deals met dictators van landen rondom de EU.”
“In plaats van het creëren van gevangenisachtige uitzettingscentra in een ander land, gelooft Volt in gedurfde oplossingen die overeenkomen met internationale wetgeving en mensenrechten.”
Volt wil dat geroofde kunst proactief wordt aangeboden aan rechtmatige eigenaren en dat, bij toestemming voor tentoonstelling, een bruikleenovereenkomst wordt opgesteld. Dit waarborgt eigendomsrechten en transparantie in het beheer van cultureel erfgoed.
“Als de rechtmatige eigenaar toestemming geeft om de kunst in de huidige locatie tentoon te stellen, dan moet een bruikleenovereenkomst worden opgesteld.”
De ChristenUnie ziet overeenkomsten en consensus als essentieel voor het functioneren van de samenleving, zowel nationaal als internationaal. Ze benadrukken het belang van samenwerking, het zoeken naar overeenstemming en het sluiten van internationale akkoorden, vooral op het gebied van vrede, klimaat en Europese samenwerking. Concrete voorstellen zijn onder andere het streven naar internationale afspraken (zoals het Klimaatakkoord van Parijs) en het bevorderen van consensus tussen sociale partners in Nederland.
De ChristenUnie beschouwt internationale overeenkomsten als fundament voor beleid, met name op het gebied van klimaat en vrede. Ze zien het Akkoord van Parijs en Europese doelstellingen als leidraad en streven naar internationale regulering en samenwerking om mondiale uitdagingen aan te pakken.
De partij benadrukt het belang van overeenstemming en consensus tussen sociale partners in Nederland, vooral bij grote hervormingen. Dit poldermodel wordt gezien als een krachtig middel om polarisatie tegen te gaan en gezamenlijke belangen te dienen.
“In tijden van polarisatie en verwijdering blijven we samen zoeken naar overeenstemming en het gezamenlijk algemeen belang.”
De ChristenUnie pleit voor versterking van Europese samenwerking op kerntaken, gebaseerd op gedeelde waarden en overeenkomsten tussen lidstaten. Ze zien overeenstemming over waarden als voorwaarde voor uitbreiding en verdieping van de Unie.
“Voor grote grensoverschrijdende uitdagingen is Europese samenwerking noodzakelijk: (arbeids)migratiebeleid, klimaatverandering, belastingontwijking en een eerlijke (digitale) economie.”
“Nieuwe landen die toetreden tot de Europese Unie voldoen aan de eisen die bij onze waardengemeenschap horen.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) benadrukt het belang van bindende overeenkomsten en internationale verdragen om mensenrechten, dierenrechten en duurzaamheid te waarborgen. Ze pleiten voor het respecteren en aanscherpen van bestaande mensenrechtenverdragen, het opnemen van dierenwelzijn in aanbestedingsregels, en het kritisch beoordelen van handelsverdragen op hun impact op mens, dier en milieu.
De PvdD vindt dat internationale mensenrechtenverdragen strikt moeten worden nageleefd en waar nodig aangescherpt, zodat gelijke rechten voor iedereen worden gegarandeerd. Dit geldt ook voor specifieke verdragen zoals het Kinderrechtenverdrag en het Vrouwenrechtenverdrag.
“Mensenrechtenverdragen zoals het Kinderrechtenverdrag, Vrouwenrechtenverdrag en het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap worden strikt nageleefd. Alle wet- en regelgeving wordt in lijn gebracht met deze verdragen, zodat alle mensen gelijke rechten krijgen en onnodige regeldruk, bewijslast en uitsluiting worden voorkomen.”
“De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt gerespecteerd, producenten in ontwikkelingslanden krijgen hulp om hieraan te voldoen.”
De partij wil dat overeenkomsten en aanbestedingen op nationaal en Europees niveau duurzaam, sociaal en diervriendelijk zijn. Ze willen dat bedrijven en overheden alleen nog contracten aangaan die voldoen aan strenge eisen op het gebied van milieu, mensenrechten en dierenwelzijn.
“Het Maatschappelijk Verantwoord Inkoopbeleid (MVI) wordt in lijn gebracht met de OESO-richtlijnen en gaat meer rekening houden met dierenwelzijn. Dit wordt opgenomen in de Aanbestedingswet. Ook de EU koopt uiterlijk in 2030 volledig duurzaam in en volgt de OESO-richtlijnen.”
De PvdD is kritisch op handelsverdragen die multinationals bevoordelen en wil alleen deelnemen aan verdragen die mens, dier en milieu beschermen. Ze willen uit verdragen stappen die bedrijven buiten de rechter om claims laten indienen.
“Nederland stapt uit alle verdragen die multinationals de mogelijkheid geven om miljardenclaims in te dienen buiten de normale rechter om via zogenaamde investeringsbescherming (zoals ICS of ISDS). Aan groene en rechtvaardige verdragen doen we wel mee.”
“Bescherming van welzijn en onze leefomgeving gaat voor vrijhandel.”
DENK benadrukt het belang van samenwerking en overeenkomsten, zowel nationaal als internationaal, om rechtvaardigheid, solidariteit en inclusiviteit te bevorderen. De partij pleit voor internationale samenwerking op het gebied van migratie, mensenrechten en handel, en voor structurele samenwerking tussen religieuze instellingen en de overheid. Concrete voorstellen richten zich op het sluiten van menswaardige internationale overeenkomsten en het waarborgen van samenwerking als uitgangspunt voor beleid.
DENK ziet internationale samenwerking als essentieel voor het oplossen van mondiale problemen zoals migratie, mensenhandel en armoede. Overeenkomsten met andere landen moeten altijd menswaardig zijn en mensenrechten waarborgen. Dit standpunt adresseert het belang van eerlijke en humane afspraken op internationaal niveau.
“We werken internationaal samen op migratie. We sluiten menswaardige deals met andere landen om het verdienmodel van mensenhandelaren tegen te gaan, legale mogelijkheden voor migratie te scheppen en de grondoorzaken te verminderen. Mensenrechten moeten hierbij altijd geborgd worden.”
“Bij handelsverdragen en handelsbeleid zijn fairtrade, mensenrechten en het beschermen van de natuur harde uitgangspunten.”
“Nederland moet samenwerken voor internationale rechtvaardigheid!”
DENK vindt dat samenwerking tussen religieuze instellingen en de overheid structureel en op basis van vertrouwen moet plaatsvinden. Dit bevordert maatschappelijke overeenstemming en erkent de waarde van religieuze gemeenschappen in de samenleving.
“Er wordt beter samengewerkt tussen religieuze instellingen en de overheid. Door middel van structureel overleg worden de krachten gebundeld.”
De SP wil dat overeenkomsten, zoals cao’s, uitsluitend door onafhankelijke vakbonden worden afgesloten om de positie van werknemers te beschermen en de macht van nep- of gele bonden te beperken. Ze pleiten voor wettelijke waarborgen die zorgen dat cao’s representatief zijn en dat werknemers meer zeggenschap krijgen over cruciale bedrijfsbesluiten. De kern van hun visie is dat collectieve afspraken eerlijk, transparant en in het belang van werkenden moeten zijn.
De SP vindt dat cao-overeenkomsten alleen geldig mogen zijn als ze door onafhankelijke vakbonden zijn afgesloten, om te voorkomen dat werkgevers via nep- of gele bonden afspraken maken die werknemers schaden. Dit moet de macht van werknemers versterken en de invloed van werkgevers op collectieve afspraken beperken.
“Alleen onafhankelijke vakbonden mogen een cao afsluiten. Er zijn steeds vaker nepvakbonden, de zogenaamde gele bonden, die nauwelijks leden hebben of zelfs zijn opgericht door de werkgever. Zij tekenen vaak voor achteruitgang in ruil voor geld van de werkgevers.”
“caoafspraken alleen namens werknemers gemaakt kunnen worden in een vakbond met inkomsten die voor meer dan 40 procent uit contributie afkomstig zijn. Zo sluiten we gele bonden uit en versterken we de macht van de werkende klasse.”
De SP wil dat cao’s alleen algemeen verbindend kunnen worden verklaard als de betrokken vakbond(en) een substantieel deel van de werknemers vertegenwoordigen. Dit voorkomt dat kleine vakbonden namens een hele sector afspraken maken die niet breed gedragen zijn.
“een cao alleen algemeen verbindend kan worden verklaard wanneer de betrokken vakbond(en) alleen of gezamenlijk minimaal 25 procent van de bij een vakbond aangesloten leden in de sector vertegenwoordigen. Zo wordt voorkomen dat erg kleine vakbonden beslissen wat er in een hele sector wordt afgesproken ten koste van grotere vakbonden die voor een hogere eis gaan.”
De SP wil dat werknemers via een ‘gouden aandeel’ een beslissende stem krijgen bij strategische bedrijfsbesluiten, zodat overeenkomsten over bijvoorbeeld sluiting of verplaatsing niet zonder hun instemming kunnen worden genomen.
“Werknemers krijgen een gouden aandeel in het bedrijf waar zij werken. Dit betekent dat zij een beslissende stem krijgen bij strategisch cruciale beslissingen zoals sluiting, verplaatsing en fusies.”
50PLUS benadrukt het belang van solidariteit en verbinding tussen generaties, waarbij zij zich inzetten voor het beschermen van de belangen van ouderen zonder andere groepen uit te sluiten. Hun programma onderstreept het streven naar structurele overeenkomsten en samenwerking tussen generaties, met concrete voorstellen gericht op het verbinden van jong en oud en het waarborgen van gezamenlijke rechten en voorzieningen.
50PLUS ziet het als haar missie om generaties met elkaar te verbinden en te zorgen voor structurele overeenkomsten in rechten, voorzieningen en belangenbehartiging. Dit standpunt adresseert het risico van generatieconflicten en benadrukt dat beleid niet alleen voor ouderen, maar ook voor toekomstige generaties relevant moet zijn. De partij positioneert zichzelf als bruggenbouwer en pleit voor gezamenlijke verantwoordelijkheid.
50PLUS streeft naar overeenkomsten in wettelijke rechten tussen ouderen en jongeren, specifiek op het gebied van zorg. Door te pleiten voor een Ouderenzorgwet die vergelijkbare rechten biedt als de Jeugdzorgwet, wil de partij structurele gelijkwaardigheid en solidariteit tussen leeftijdsgroepen bevorderen.
“We pleiten voor de invoering van een Ouderenzorgwet, waarin aan ouderen vergelijkbare rechten worden toegekend met de rechten van jongeren volgens de Jeugdzorgwet.”
D66 ziet het sluiten van overeenkomsten, zowel nationaal als Europees, als essentieel om samenwerking te verbeteren, regels te harmoniseren en barrières weg te nemen. De partij pleit concreet voor het ‘grens-proof’ maken van beleid, het versterken van Europese samenwerking en het sluiten van mondiale klimaatcoalities. D66 wil zo zorgen voor eerlijke toegang, gelijke behandeling en effectieve gezamenlijke oplossingen voor grensoverschrijdende uitdagingen.
D66 wil dat regels en beleid op het gebied van mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur worden afgestemd op samenwerking over de grens. Dit moet barrières wegnemen en de positie van Nederland in Europa versterken.
“Grensregio’s hebben speciale aandacht nodig. Daar kunnen we veel Europees samenwerken, maar regels zitten die samenwerking vaak in de weg. D66 wil samenwerking over de grens aanmoedigen. We maken regels en beleid op het gebied van mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur ‘grens-proof’.”
D66 streeft naar het wegnemen van barrières binnen Europa door het sluiten van overeenkomsten over regels, zodat burgers en bedrijven betere en goedkopere toegang krijgen tot bijvoorbeeld energie, transport en medicijnen.
“Overal worden erkend en verschillende regels voor verpakkingen en afvalverwerking. Door barrières weg te nemen, krijgen Europeanen goedkopere en betere toegang tot bijvoorbeeld energie, transport en medicijnen.”
D66 wil mondiale klimaatcoalities sluiten en handels- en samenwerkingsafspraken koppelen aan CO2-reductie, omdat de meeste uitstootreductie buiten Europa te behalen valt. Overeenkomsten op dit vlak zijn volgens D66 noodzakelijk voor effectieve klimaatwinst.
“We bouwen mondiale klimaatcoalities. De meeste uitstootreductie valt buiten Europa te behalen. Daarom koppelen we handels- en samenwerkingsafspraken aan CO2-reductie in die landen.”
De VVD ziet overeenkomsten als een belangrijk instrument om samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en andere partijen te versterken, met als doel stabiliteit, lagere lasten en betere uitvoering van beleid. Ze pleiten voor het sluiten van langetermijnovereenkomsten, zoals een Groei- en Ondernemersakkoord, en het bevorderen van contractering in de zorg om kwaliteit en efficiëntie te waarborgen. De nadruk ligt op concrete afspraken die zekerheid bieden en bureaucratie verminderen.
De VVD wil een structurele samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en sociale partners door het sluiten van een Groei- en Ondernemersakkoord. Dit akkoord moet zorgen voor lagere lasten, hogere lonen en meer zekerheid voor ondernemers, waarmee langdurige en stabiele afspraken worden gemaakt.
“We willen stabiliteit bieden, net als hogere lonen en lagere lasten. Hiervoor sluiten we een akkoord met sociale partners en de overheid, waarin we ernaar streven om de ondernemerslasten te verlagen, voor langere termijn zekerheid te bieden aan het bedrijfsleven, en daarnaast de lonen te verhogen.”
De VVD streeft naar het bevorderen van contracten tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars, met als doel ongecontracteerde zorg te beperken en uiteindelijk af te bouwen. Dit moet leiden tot meer grip op kwaliteit, kosten en samenwerking binnen de zorg.
“We willen ongecontracteerde zorg beperken en op termijn volledig afbouwen, waarbij er ruimte blijft voor uitzonderlijke situaties waarin contractering niet mogelijk of wenselijk is.”
“Door in samenwerking tussen deze partijen langetermijncontracten te sluiten, kan welzijn en zorg in een regio structureel worden verbeterd.”
BBB wil voorafgaande zekerheid bieden aan opdrachtgevers en zelfstandigen via sectorale modelovereenkomsten en duidelijke regels per sector, zodat de arbeidsrelatie helder is en misbruik wordt voorkomen. Ze pleiten voor vrijwillige toetsing van arbeidsrelaties en bescherming van kwetsbare zelfstandigen, met als doel een eerlijke, wendbare arbeidsmarkt zonder onnodige bureaucratie. De partij ziet overeenkomsten als instrument om duidelijkheid en zekerheid te scheppen voor zowel werkgevers als zelfstandigen.
BBB stelt voor om opdrachtgevers en zelfstandigen vooraf zekerheid te bieden over hun arbeidsrelatie door middel van vrijwillige toetsing en sectorale modelovereenkomsten. Dit moet onduidelijkheid en schijnzelfstandigheid tegengaan, terwijl bonafide ondernemers niet onnodig worden belast. Het doel is om met duidelijke, per sector vastgestelde overeenkomsten de regels transparant te maken en misbruik te voorkomen.
“Voorafgaande zekerheid voor opdrachtgevers en zelfstandigen via een vrijwillige toets of sectorale modelovereenkomsten (“Verklaring Arbeids Relatielight”).”
“Duidelijke regels per sector en richtlijnen, zodat werkgevers en werkenden van tevoren weten of er sprake is van een dienstverband.”
GroenLinks-PvdA benadrukt het belang van samenwerking boven concurrentie in sectoren als onderwijs en zorg, en wil zo gezamenlijke belangen en solidariteit centraal stellen. Ze pleiten voor het weghalen van prikkels die concurrentie stimuleren en zetten in op duidelijke afspraken en samenwerking tussen betrokken partijen. Dit moet leiden tot meer gelijkwaardigheid, betere kwaliteit en minder bureaucratie.
GroenLinks-PvdA vindt dat samenwerking in plaats van concurrentie moet worden bevorderd, omdat dit leidt tot betere resultaten en minder bureaucratie. In zowel het onderwijs als de zorg willen ze prikkels voor concurrentie uit de bekostiging halen en marktwerking terugdringen, zodat gezamenlijke belangen en kwaliteit voorop staan.
“Samenwerking boven concurrentie. We halen alle prikkels uit de bekostiging”
“Samenwerking in plaats van marktwerking. In de zorg is nog te vaak sprake van concurrentie in plaats van samenwerking. Dat is op termijn niet houdbaar, leidt tot bureaucratie en maakt preventie minder aantrekkelijk.”
NSC vindt dat overeenkomsten, zoals coalitieakkoorden en afspraken tussen partijen, vooral op hoofdlijnen moeten worden vastgelegd om flexibiliteit en democratisch debat te waarborgen. Ze pleiten voor ruimte in overeenkomsten zodat doelen niet dichtgetimmerd zijn en inspelen op veranderende omstandigheden mogelijk blijft. Concrete voorstellen zijn het beperken van coalitieakkoorden tot hoofdlijnen en het stimuleren van bindende regionale zorgafspraken.
NSC wil dat coalitieakkoorden zich beperken tot de grote lijnen en financiële kaders, zodat er ruimte blijft voor debat en aanpassing aan veranderende omstandigheden. Dit voorkomt dichtgetimmerde afspraken en bevordert transparantie en democratische controle.
“Coalitieakkoorden moeten zich beperken tot hoofdlijnen van beleid en financiële kaders. Ze leggen niet precies vast hoe de doelen bereikt worden. Er moet ruimte zijn voor debat en om in te spelen op veranderende omstandigheden; geen dichtgetimmerde afspraken dus.”
NSC vindt dat regionale zorgaanbieders, verzekeraars, welzijnswerk en overheden bindende afspraken moeten maken over zorg, om toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid te waarborgen. Zulke overeenkomsten moeten integraal zijn en verschillende zorgwetten overstijgen.
“We ondersteunen dat er een regionaal samenhangend zorgaanbod komt, waarbij zorgaanbieders, zorgverzekeraars, welzijnswerk en overheden bindende afspraken maken over de toegankelijkheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma