DENK richt zich in het onderwijsbeleid sterk op kansengelijkheid, diversiteit en het bestrijden van discriminatie, met bijzondere aandacht voor leerlingen en leraren in kwetsbare wijken. De partij wil investeren in het onderwijs, onder meer door hogere salarissen voor leraren, kleinere klassen, gratis onderwijsmateriaal en meer aandacht voor diversiteit en religieuze vrijheid. DENK positioneert zich als de partij voor mensen in het onderwijs die sociale rechtvaardigheid, inclusiviteit en gelijke kansen centraal willen stellen.
DENK wil het onderwijs inzetten als motor voor gelijke kansen en sociale rechtvaardigheid, met extra investeringen in scholen en leraren, vooral in kwetsbare wijken. Het terugdraaien van bezuinigingen, hogere salarissen voor leraren en kleinere klassen zijn kernpunten om de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren.
“Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Hogere salarissen voor leraren in de kwetsbare wijken.”
“Een maximale klassengrootte, zodat er meer tijd en aandacht is voor begeleiding.”
“Het terugdringen van het lerarentekort door voorrang op woningen, goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren.”
“Versterken van de professionele autonomie van leraren, onder andere in curriculumkeuzes, toetsbeleid en schoolorganisatie.”
DENK wil financiële drempels in het onderwijs wegnemen door gratis onderwijsmateriaal, gratis maaltijden op scholen in kwetsbare wijken en een wettelijk recht op stagevergoeding. Dit moet ervoor zorgen dat afkomst of inkomen geen belemmering vormen voor onderwijskansen.
DENK benadrukt het belang van een onderwijsomgeving die de diversiteit van de samenleving weerspiegelt, met aandacht voor het koloniaal verleden, meertaligheid, religieuze feestdagen en het behoud van bijzonder onderwijs. De partij wil geen extra belemmeringen voor religieus onderwijs en streeft naar meer ruimte voor religieuze en culturele identiteit op school.
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
“Stilteruimtes op scholen en het recht op religieus verlof voor leerlingen én medewerkers. Tentamens worden niet meer ingepland tijdens belangrijke religieuze feestdagen.”
“Meertaligheid stimuleren, door het aanbieden van lessen in veel gesproken talen in Nederland zoals het Turks, Marokkaans Arabisch en Pools.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
“Geen controle op religieus onderwijs. De wet toezicht op informeel onderwijs wordt zo snel mogelijk ingetrokken.”
DENK wil discriminatie in het onderwijs en op de stageplek krachtig bestrijden, onder meer door mysteryguest-onderzoeken, sancties en naming & shaming. Dit moet zorgen voor een veiligere en eerlijkere leer- en werkomgeving voor iedereen.
“Stagediscriminatie keihard aanpakken, met mysteryguest onderzoeken, sancties voor bedrijven en naming & shaming bij bewezen discriminatie.”
DENK wil het hoger onderwijs betaalbaar en toegankelijk maken, onder andere door het afschaffen van rente op studieschulden, volledige compensatie voor de pechgeneratie en het aanpakken van selectieprocedures die ongelijkheid veroorzaken.
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Volledige compensatie voor de pechgeneratie. Gedeeltelijke compensatie doet geen recht aan het onrecht.”
“Hbo en wo-instellingen worden verplicht om hun selectie-instrumenten te toetsen op bias en ongelijkheid. Selectieprocedures die ongelijkheid in de hand werken worden afgeschaft.”
BVNL vindt dat het onderwijs terug moet naar de basis, met meer aandacht voor basisvaardigheden, minder politieke en ideologische beïnvloeding, en meer autonomie voor scholen en ouders. Ze willen minder bureaucratie, kleinere klassen, een sterke focus op rekenen, lezen en schrijven, en een drastische beperking van de invloed van de overheid. Leraren moeten meer verdienen en de administratielast moet omlaag, terwijl het onderwijs vrij blijft van politieke stromingen.
BVNL wil het onderwijs richten op basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, en het curriculum ontdoen van politieke of ideologische invloeden. Ze vinden dat opvoeding primair bij ouders hoort en dat scholen zich moeten richten op kennisoverdracht en kritisch denken, niet op het aanleren van politieke overtuigingen.
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“We gaan leerlingen en studenten weer leren hoe ze moeten denken en niet wat ze moeten denken.”
“Meer aandacht voor basisvaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven, vermindering van de taalachterstand, meer aandacht voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en biologie en minder tijd voor ideologisch gedreven curriculum.”
BVNL wil de administratieve lasten voor leraren drastisch verminderen en de regie over het onderwijs meer bij scholen en ouders leggen, met minder invloed van de overheid en onderwijskoepels.
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
“Minder bureaucratie en minder macht bij de onderwijskoepels, en besturen.”
BVNL pleit voor kleinere klassen en meer ondersteuning in het onderwijs om de kwaliteit te verbeteren en beter aan te sluiten bij de behoeften van leerlingen.
“Kleinere klassen en meer onderwijsondersteuning.”
BVNL wil dat docenten, net als andere essentiële publieke beroepen, structureel substantieel meer gaan verdienen, met een eenmalige extra loonsverhoging van 10% voor mensen in de lagere loonschalen.
“Essentiële ambtenaren zoals militairen, politieagenten, docenten en zorgmedewerkers moeten structureel substantieel meer gaan verdienen. Dat kunnen we doen door een eenmalige extra loonsverhoging van 10%, voor mensen die zich in de lagere loonschalen bevinden.”
BVNL wil het aantal buitenlandse studenten sterk beperken om de kansen voor Nederlandse studenten op een opleidingsplek en studentenwoning te vergroten.
“Minder buitenlandse studenten, waardoor Nederlandse studenten meer kans krijgen op een opleidingsplek of een studentenkamer.”
“Door een sterke beperking van het aantal buitenlandse studenten, krijgen Nederlandse studenten veel meer kans op een studentenwoning.”
“Scholen en universiteiten zetten in op minder buitenlandse studenten die met Nederlandse studenten concurreren voor een opleidingsplek en studentenkamer.”
BVNL is tegen het verlagen van het onderwijsniveau en wil geen nivellering of inflatie van diploma’s; middelmatigheid mag niet de norm zijn.
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
“BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en geen inflatie van diploma’s. Daarom moeten we stoppen het onderwijsniveau naar beneden bij te stellen.”
BVNL wil de leerplicht vervangen door een leerrecht, zodat thuisonderwijs een volwaardig alternatief wordt.
“De Nederlandse Leerplicht is feitelijk een schoolplicht, en dient te worden vervangen door een Nederlands leerrecht, waarmee elk kind als alternatief het recht krijgt op thuisonderwijs.”
BVNL wil dat het hoger onderwijs zich richt op waarheidsvinding, kritisch denken en vrijheid van meningsuiting, zonder woke-isme of ideologische indoctrinatie.
“Woke-isme en ideologische indoctrinatie moet verdwijnen uit het hoger onderwijs, waar waarheidsvinding, kritisch nadenken, discussie en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel moeten staan.”
De Partij voor de Dieren kiest in het onderwijs voor structurele investeringen, kleinere klassen, betere beloning en meer zeggenschap voor leraren, leerlingen en ouders. Ze willen af van commerciële invloeden, flexcontracten en vroege selectie, en zetten in op inclusief, kindgericht onderwijs met aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en gelijke kansen. Hun visie is dat onderwijsprofessionals meer vertrouwen en ruimte verdienen, en dat het onderwijs toegankelijk, duurzaam en vrij van discriminatie moet zijn.
De PvdD wil structureel investeren in het onderwijs, met als doel het lerarentekort aan te pakken, werkdruk te verlagen en de kwaliteit te verbeteren. Dit betekent meer handen in de klas, kleinere klassen en hogere salarissen, zodat leraren hun vak met plezier kunnen uitoefenen en leerlingen beter begeleid worden.
“De Partij voor de Dieren wil structureel in het onderwijs investeren en leraren beter belonen. We ontzorgen ze en geven leerkrachten de ruimte te doen wat ze het liefste doen: goede lessen geven en leerlingen zo goed mogelijk begeleiden.”
“We willen af van ‘plofklassen’ en werken toe naar kleinere klassen van maximaal 21 leerlingen.”
“Er komen extra klassenassistenten en ondersteunend personeel. Hiermee verlagen we de werkdruk van leraren.”
“Het aantal lesuren dat een leraar voor de klas moet staan gaat op termijn omlaag.”
De partij pleit voor meer democratisering binnen scholen, zodat leraren, leerlingen en ouders meer invloed krijgen op het beleid. Daarnaast willen ze af van flexcontracten en tijdelijke aanstellingen, zodat onderwijspersoneel meer zekerheid en zeggenschap krijgt.
“Scholen worden gedemocratiseerd, waardoor leraren, leerlingen en ouders meer invloed krijgen op het schoolbeleid.”
“We willen af van flexcontracten en tijdelijke aanstellingen op scholen. Onderwijspersoneel dient zicht te hebben op een vaste aanstelling.”
De PvdD wil de kansenongelijkheid in het onderwijs tegengaan door commerciële bijlesbureaus te weren, gratis onderwijsondersteuning via scholen te bieden en de financiering structureel te maken. Ook willen ze discriminatie en onbewuste vooroordelen in schooladviezen actief bestrijden.
“De wildgroei aan bijlesbureaus roepen we een halt toe. Onderwijsondersteuning wordt voortaan via scholen georganiseerd en is toegankelijk en gratis voor alle middelbareschoolleerlingen.”
“Onderwijsdiscriminatie, waarbij leerlingen ongelijk worden behandeld op basis van bijvoorbeeld hun huidskleur of het inkomen van hun ouders, en stagediscriminatie worden tegengegaan en actief bestreden.”
“De huidige manier van financieren van het onderwijs, met telkens incidentele subsidies, zorgt ervoor dat scholen geen langetermijnbeleid kunnen maken en houdt structurele verbeteringen tegen.”
De partij wil af van de nadruk op cijfers en vroege selectie, en pleit voor brede brugklassen, meer maatwerk en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Het onderwijs moet inclusief zijn, met ruimte voor leerlingen met verschillende behoeften en achtergronden.
“We stoppen met vroege selectie. We stimuleren middelbare scholen om brede brugklassen aan te bieden en pas na twee tot drie jaar klassen in te delen in specifieke onderwijsrichtingen.”
“De Onderwijsinspectie gaat minder waarde hechten aan cijfers die leerlingen halen. Zo krijgen scholen de ruimte om afscheid te nemen van de toetscultuur.”
“Leren is een recht. Kinderen krijgen leerrecht om zich op een school te ontwikkelen, inclusief het recht op maatwerk.”
“We investeren in meer handen in de klas, kleinere klassen, meer expertise op scholen en meer aandacht voor de leerling als individu.”
De PvdD wil dat het onderwijs een representatieve afspiegeling van de samenleving biedt, met aandacht voor diversiteit, inclusie, dekolonisatie en LHBTIQA+-acceptatie. Discriminatie wordt actief bestreden en docentenopleidingen besteden hier expliciet aandacht aan.
“Samenstellers van leermethoden zorgen bij ieder vak voor een representatieve weerspiegeling van de samenleving in hun lesmateriaal. Er worden hierover afspraken gemaakt met uitgeverijen. Diversiteit, inclusie en emancipatie zijn hierbij een aandachtspunt.”
“Scholen geven voorlichting over sekse-, gender- en seksuele diversiteit. Vaardigheden om LHBTIQA+-acceptatie te bevorderen worden onderdeel van docentenopleidingen.”
“De vrijheid van onderwijs mag niet misbruikt worden om te discrimineren. Intentieverklaringen die homoseksualiteit en genderdiversiteit afwijzen zijn onacceptabel. Artikel 23 van de Grondwet wordt daarom aangepast.”
FVD vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op kennisoverdracht, vakmanschap en keuzevrijheid, en wil minder ideologie en bureaucratie. Ze pleiten voor kleinere klassen, hogere salarissen voor leraren, meer autonomie voor scholen en een verbod op 'woke' en genderideologie in het onderwijs. Hun kernvisie is dat onderwijs neutraal, kwalitatief hoogstaand en gericht op talentontwikkeling moet zijn, met respect voor traditie en individuele keuze.
FVD wil het leraarschap aantrekkelijker maken door kleinere klassen, hogere salarissen voor fulltime leraren en minder bureaucratie. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en meer mensen motiveren om voor het onderwijs te kiezen.
“We verkleinen de klassen en verminderen de werkdruk, zodat leraren meer tijd en aandacht hebben voor hun leerlingen.”
“We verhogen de salarissen van fulltime leraren, zodat het beroep aantrekkelijker wordt en meer mensen voor het onderwijs kiezen.”
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
FVD wil dat scholen en leraren meer vrijheid krijgen in het onderwijsaanbod en het aannamebeleid, met behoud van artikel 23 van de Grondwet. Ze zijn tegen centralisatie en willen schoolbesturen terug in handen van ouders.
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
“Artikel 23 van de Grondwet moet behouden blijven, zodat bijzonder onderwijs de eigen identiteit kan bewaken en eigen aannamebeleid mag voeren.”
“We geven schoolbesturen zoveel mogelijk terug in handen van ouders, zodat onderwijs weer wordt geleid door mensen die betrokken zijn bij de kinderen zelf, niet door beroepsbestuurders.”
FVD wil een verbod op wat zij zien als ideologische indoctrinatie, zoals 'woke', LGBT- en transgender-onderwerpen, in het onderwijs. Ze willen scholen neutraal houden en subsidies aan organisaties die deze agenda uitdragen stopzetten.
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
“We verbieden cancel culture, diversity officers en safe spaces, zodat universiteiten weer plekken zijn voor vrij debat en scherpe ideeën.”
“Dat betekent een wettelijk verbod op transgender-propaganda in scholen en media, maar ook een verbod op hormoonbehandelingen en geslachtsoperaties bij minderjarigen.”
FVD wil het beroepsonderwijs versterken door meer nadruk op vakmanschap, praktische leerwegen en samenwerking met bedrijven. Ze willen ambachtstitels herinvoeren en het aanzien van vakopleidingen verhogen.
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vak-opleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
FVD wil strengere toelatingseisen, minder internationale studenten en het Nederlands als voertaal in het hoger onderwijs. Ze willen af van output-financiering en universiteiten weer richten op kwaliteit en Nederlandse studenten.
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
“We herstellen het Nederlands als hoofdtaal in het wetenschappelijk onderwijs, zodat studenten zich allereerst in hun eigen taal op hoog niveau leren uitdrukken.”
De PVV richt zich in haar onderwijsstandpunten sterk op het terugdraaien van onderwijsvernieuwingen en het herstellen van traditionele basisvaardigheden, met nadruk op orde, discipline en politieke neutraliteit in de klas. De partij verzet zich expliciet tegen onderwijs over gender, klimaat en wat zij “linkse indoctrinatie” noemt, en wil islamitisch onderwijs verbieden. Leraren worden geacht zich te beperken tot het aanleren van basisvaardigheden en geen politieke of ideologische standpunten over te brengen.
De PVV wil af van moderne onderwijsvernieuwingen en pleit voor een terugkeer naar traditioneel, gestructureerd onderwijs met nadruk op basisvaardigheden als lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis. De partij ziet het huidige onderwijs als te veel beïnvloed door “linkse indoctrinatie” en wil dat leraren zich richten op uitleg, begeleiding en controle, zonder inmenging van politieke of ideologische onderwerpen.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
“Les in vaderlandse geschiedenis”
De PVV stelt dat leraren politiek neutraal moeten zijn en zich niet mogen bezighouden met onderwerpen als gender, klimaat of seksuele diversiteit, die zij als “woke-indoctrinatie” bestempelt. Opvoeding over deze thema’s is volgens de partij aan ouders, niet aan scholen. De partij wil expliciet de Week van de Lentekriebels afschaffen en verbiedt onderwijs over gender en klimaat.
“Structuur, rust en discipline worden in de klas weer de norm – met politiek neutrale leraren. Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders.”
“Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
“De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
De PVV wil islamitisch onderwijs volledig verbieden en stelt dat dit geen bescherming verdient onder de Grondwet. De partij ziet islamitisch onderwijs als onverenigbaar met de Nederlandse kernwaarden en als een bedreiging voor de vrijheid.
De PVV benadrukt het belang van orde, rust en gezag in het onderwijs en wil dat scholen veilig zijn voor leerlingen en leraren. Pesten moet hard worden aangepakt, en alleen bevoegde leraren mogen voor de klas staan.
De PVV wil dat op school en op het schoolplein alleen Nederlands wordt gesproken, bacheloropleidingen volledig in het Nederlands worden gegeven en het aantal buitenlandse studenten maximaal wordt beperkt.
GroenLinks-PvdA richt zich in het onderwijsbeleid sterk op het verbeteren van de positie van leraren en het vergroten van kansengelijkheid voor leerlingen. Ze willen investeren in betere arbeidsvoorwaarden, minder werkdruk en meer professionele ruimte voor onderwijspersoneel, met speciale aandacht voor scholen in kwetsbare wijken. Daarnaast pleiten ze voor het terugdringen van commercialisering en het waarborgen van publieke belangen in het onderwijs.
GroenLinks-PvdA wil het beroep van leraar aantrekkelijker maken door betere arbeidsvoorwaarden, minder administratieve lasten, meer tijd voor professionalisering en snellere vaste contracten. Dit moet het lerarentekort tegengaan en de kwaliteit van het onderwijs verhogen, vooral in achterstandswijken.
“We keren de trend door leraren weer vrij baan te geven en ze te laten doen wat ze het beste kunnen: lesgeven. Leraren krijgen het vertrouwen en voldoende tijd om les te geven.”
“In achterstandswijken waar de grootste uitdagingen liggen krijgen leraren meer salaris.”
“Bij goed functioneren snel een vast contract moet de norm zijn in het onderwijs. Het aantal flexibele arbeidscontracten moet overal naar beneden. Leraren en leerlingen verdienen stabiliteit.”
“We zorgen dat docenten standaard meer tijd krijgen om zich te professionaliseren. Er worden binnen de sector duidelijke afspraken gemaakt over doorgroeimogelijkheden.”
“We maken het met goede arbeidsvoorwaarden en ontwikkelmogelijkheden aantrekkelijk voor deze groep om terug te keren naar het onderwijs.”
“We streven ernaar [administratie] te halveren, door leraren meer vertrouwen te geven en verantwoording te versimpelen.”
De partij wil ongelijk investeren voor gelijke kansen, met extra middelen en ondersteuning voor scholen en leraren in kwetsbare wijken. Dit moet de kansenongelijkheid verkleinen en de basis op orde brengen voor alle leerlingen.
“We investeren ongelijk voor gelijke kansen & helpen leraren die lesgeven in de meest kwetsbare wijken.”
“We werken toe naar kleine klassen, te beginnen bij scholen waar veel leerlingen een leerachterstand hebben, en voor beginnende docenten.”
“Op scholen komen medewerkers (brugfunctionarissen) die de speciale taak hebben om in het belang van het kind de verbinding te leggen tussen ouders, school, jeugdzorg en armoedebestrijding. Dit ondersteunt kinderen in hun ontwikkeling en welzijn, en ontzorgt leraren.”
“We oormerken geld dat is bedoeld voor onderwijzend personeel, het wegwerken van onderwijsachterstanden en zorgleerlingen.”
GroenLinks-PvdA wil dat publiek geld in het onderwijs blijft en niet verdwijnt naar commerciële partijen. Ze keren zich tegen commerciële bijlesbureaus, dure detacheringsbureaus en private equity in het onderwijs.
“De commercialisering in het onderwijs moet stoppen. Publiek geld moet naar het onderwijs gaan, en niet naar winsten.”
“Commerciële onderwijsinstituten gaan net als andere bedrijven omzetbelasting betalen.”
“Wij helpen scholen om samen te werken en gezamenlijke invalpools op te richten, met leraren die inspringen bij ziekte of uitval, zodat we de dure inhuur via commerciële uitzendbureaus of zzp’ers kunnen voorkomen.”
“In de zorg, het onderwijs, de kinderopvang en het openbaar vervoer moet het algemeen belang voorop staan, niet de winst voor investeerders.”
De SP vindt dat mensen in het onderwijs vooral moeten stemmen op een partij die de zeggenschap, autonomie en arbeidsvoorwaarden van leraren centraal stelt, en die onderwijs ziet als een publieke taak zonder marktwerking of bureaucratie. De partij wil kleinere klassen, directe investeringen in personeel en materiaal, afschaffing van lumpsumfinanciering, meer inspraak voor docenten en studenten, en het onderwijs volledig gratis maken. Hun visie draait om vertrouwen in onderwijsprofessionals, eerlijk gefinancierde scholen en het tegengaan van ongelijkheid en segregatie.
De SP wil dat beslissingen over onderwijs weer bij leraren en schoolleiders komen te liggen, in plaats van bij grote besturen of externe partijen. Dit moet het vak aantrekkelijker maken, de werkdruk verlagen en het lerarentekort tegengaan.
“Zo brengen we de zeggenschap terug bij leraren en ouders en maken we een einde aan de onzichtbare geldstromen waar niemand verantwoording over hoeft af te leggen.”
“Beslissingen over geld en beleid moeten weer dicht bij de werkvloer genomen worden. Geef leraren de ruimte en de regie over hun onderwijs.”
“We steunen leraren en schoolleiders. Leraren weten het beste hoe hun vak eruit moet zien. Daarom staat hun autonomie en medezeggenschap voor ons centraal bij de inrichting van het onderwijs, de lerarenopleiding en een professionele werkomgeving.”
“Onderwijshervormingen met inspraak van docenten en studenten. Grote onderwijshervormingen worden nooit meer topdown over de hoofden van docenten en scholieren doorgevoerd. We regelen formele inspraak en instemming via de medezeggenschap, zodat onderwijsvernieuwing altijd gedragen wordt door de mensen in de klas.”
De SP wil het lumpsumsysteem afschaffen zodat onderwijsgeld weer direct naar de klas en het personeel gaat, in plaats van naar reserves, managementlagen of kantoorpanden.
“Wij schaffen de lumpsumfinanciering af en zorgen ervoor dat onderwijsgeld weer daar terechtkomt waar het hoort: in de klas. De overheid gaat opnieuw rechtstreeks investeren in personeel, materiaal en huisvesting, op basis van transparante en controleerbare afspraken.”
De partij zet in op structureel kleinere klassen, betere begeleiding van startende docenten, vaste contracten en betaalbare huisvesting voor leraren, om het vak aantrekkelijker te maken en het lerarentekort op te lossen.
“We verbeteren de arbeidsomstandigheden van leraren door de klassen kleiner te maken en zorgen voor goede beloning en ondersteuning.”
“Ons doel: binnen enkele jaren maximaal 21 leerlingen per klas in het basis en voortgezet onderwijs.”
“Goede docenten moeten eerder een vast contract krijgen en niet gedwongen worden steeds een nieuwe school te zoeken. Onze voorstellen voor betaalbare woningbouw voor middeninkomens zorgen er ook voor dat leraren in de steden kunnen wonen waar nu de grootste tekorten zijn.”
De SP wil meer ondersteunend personeel in de klas en minder bureaucratie, zodat leraren zich kunnen richten op hun kerntaak: goed onderwijs geven.
“Leerkrachten verdienen meer ruimte en tijd voor goed onderwijs. Daarom zorgen we voor extra ondersteuning in de klas, bijvoorbeeld via conciërges en onderwijsassistenten.”
“We investeren niet in bureaucratie of externe bureaus, maar in wat écht werkt: tijd, aandacht en vertrouwen in de klas.”
De partij wil dat onderwijs op alle niveaus – van mbo tot universiteit – volledig gratis wordt, inclusief het afschaffen van het lesgeld en het verhogen van de basisbeurs.
De SP wil dat studenten en onderwijsmedewerkers maximale inspraak krijgen in het bestuur van onderwijsinstellingen, met een democratisch bestuursmodel.
“We willen maximale inspraak van studenten en (onderwijs)medewerkers. Dat kan met een meer democratisch bestuursmodel: kleinschalige instellingen met een dienstbare schoolleiding.”
“We maken werk van een democratische universiteit, waar studenten en (onderwijs)medewerkers meer te zeggen krijgen over het onderwijs.”
De ChristenUnie benadrukt dat onderwijs meer is dan kennisoverdracht: het draait om persoonsvorming, talentontwikkeling en het vinden van een plek in de samenleving. Ze pleiten voor meer onderwijsvrijheid, minder politieke bemoeienis en meer vertrouwen in onderwijsprofessionals, met concrete voorstellen zoals het aanpakken van het lerarentekort, het versterken van basisvaardigheden en het waarborgen van levensbeschouwelijke vorming. De partij wil scholen rust en ruimte geven, ouders keuzevrijheid bieden en investeren in gelijke kansen en passend onderwijs.
De ChristenUnie vindt dat scholen meer autonomie moeten krijgen en dat de overheid zich moet beperken tot randvoorwaarden. Ze willen dat ouders vrij kunnen kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging en dat scholen minder last hebben van overheidscontrole en extra eisen.
“Het onderwijs staat onder druk door lerarentekorten en doordat de politiek te veel van haar eigen wensen en eisen bij de scholen neerlegt. Scholen en hoger onderwijsinstellingen ervaren te veel controle, waar juist vertrouwen gevraagd wordt. Het is van belang dat scholen rust en ruimte krijgen om hun werk te doen.”
“Ouders kunnen vrij kiezen voor onderwijs dat past bij hun levensovertuiging of onderwijskundige visie. De ChristenUnie staat daarom pal voor artikel 23 uit de Grondwet.”
“Scholen behouden hun vrijheid in inrichting (dus niet nog meer wettelijke deugdelijkheidseisen), personeelsbeleid en financiering via lumpsum, met extra middelen voor identiteit en kleine scholen.”
De partij erkent het lerarentekort als een urgent probleem en wil investeren in goede beloning, minder werkdruk en meer professionele ruimte voor leraren. Ze zijn tegen het inzetten van onvoldoende opgeleide leraren en tegen het verkorten van de schoolweek.
“Het aanpakken van het lerarentekort begint bij de waardering van de onderwijsprofessional. Naast een goede beloning en vermindering van de werkdruk, gaat het om loopbaanperspectieven, regie en verantwoordelijkheid voor het onderwijs en professionele ruimte.”
“Het is geen goede werkwijze om tekorten op te vangen door vluchtig opgeleide leraren voor de klas te zetten. Ook een schoolweek van vier dagen zou een verschraling zijn voor de ontwikkeling van kinderen.”
De ChristenUnie wil dat het onderwijs zich richt op basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid, maar benadrukt ook het belang van persoonsvorming en levensbeschouwelijke ontwikkeling.
“Goed onderwijs vormt voor iedereen de basis om zijn of haar weg te vinden in de wereld. Dat begint bij een stevig fundament: lezen, schrijven en rekenen vormen samen met burgerschap en digitale geletterdheid de basis waarop kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en betrokken volwassenen.”
“Onderwijs is meer dan het overdragen van kennis. Het vormt kinderen en jongeren tot wie ze zijn, hoe ze in het leven staan en hoe ze bijdragen aan de maatschappij.”
“De ChristenUnie wil dat alle scholen structureel aandacht besteden aan levensbeschouwelijke vorming.”
De partij wil ongelijkheid tegengaan door extra middelen voor scholen met veel uitdagingen, gratis bijles op school en een inclusiever onderwijssysteem waarin de behoeften van het kind centraal staan.
“Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf.”
“We blijven stappen zetten richting inclusiever onderwijs, waarbij alle kinderen zoveel mogelijk naar dezelfde school gaan. Voorwaarde is dat de scholen dit kunnen doen zonder bureaucratie en geschuif met budgetten. Er wordt gekeken naar wat een kind nodig heeft om tot leren te komen en niet naar labels en indicaties.”
JA21 vindt dat mensen in het onderwijs vooral moeten stemmen op een partij die het gezag en de professionaliteit van de leraar centraal stelt, de onderwijskwaliteit wil verhogen en de administratieve lasten wil beperken. De partij pleit voor meer waardering en autonomie voor docenten, strengere eisen aan leerlingen, en het herstel van basisvaardigheden. JA21 wil dat het advies van de leraar leidend is bij doorstroombeslissingen en dat docenten worden ontlast van taken die niet tot hun kerntaak behoren.
JA21 stelt dat het onderwijs alleen kan verbeteren als de leraar als professional wordt erkend en zijn advies leidend is bij belangrijke beslissingen over leerlingen. De partij wil het gezag van de leraar herstellen, zodat deze met vertrouwen en waardering zijn vak kan uitoefenen en niet wordt overvraagd door administratieve taken of gedragsproblematiek van een kleine groep leerlingen.
“Het gezag van de leraar herstellen en zijn advies leidend laten zijn bij het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen.”
“De leraar is dan ook als geen ander in staat om een leerling te adviseren. Dat advies moet centraal staan in het bevorderen of laten doorstromen van leerlingen. Niet de wens van de ouders en ook niet de wens van de schoolleiding.”
“Beperking van de maximale werktijd die door een docent mag worden besteed aan administratieve lasten (max 6%).”
“Door deze maatregelen kan de docent met gezag zijn mooie vak uitoefenen en krijgt hij de waardering die hij verdient.”
JA21 vindt dat de kwaliteit van het onderwijs valt of staat met goed opgeleide, vakbekwame docenten en sterke basisvaardigheden bij leerlingen. De partij wil extra investeren in lerarenopleidingen en het niveau van basisvaardigheden verhogen, zodat het onderwijs weer toonaangevend wordt.
JA21 wil dat docenten zich kunnen richten op lesgeven en niet worden overvraagd door een kleine groep leerlingen met ernstige gedragsproblemen. De partij pleit voor uitbreiding van voorzieningen voor deze leerlingen, zodat de rust in de klas terugkeert en de leraar zich op de hele klas kan richten.
“Een jeugdvoorziening waardoor leerlingen met gedragsproblemen passende zorg krijgen zonder dat dit de leraar tijd kost.”
“Voor leerlingen, die in het reguliere onderwijs het onderwijsleerproces bij herhaling ernstig orde- en grensoverschrijdend verstoren, direct een plek beschikbaar moet zijn in bestaande voorzieningen voor het cluster 4 onderwijs.”
JA21 wil dat het onderwijs weer uitdagend wordt en dat de lat omhoog gaat voor leerlingen en studenten. De partij is tegen het verlagen van eisen en vindt dat alleen leerlingen die het niveau aankunnen, moeten worden toegelaten tot een opleiding.
“JA21 is van oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs wordt gediend door hoge en heldere eisen aan leerlingen en studenten te stellen. Zij moeten weer worden uitgedaagd te presteren. De teneur in het huidige onderwijs waarbij de eisen steeds worden verlaagd moet wat JA21 betreft worden gekeerd.”
“Er moet aan de poort van een onderwijsgang goed worden gekeken of iemand het niveau aan kan. Zo niet, dan wordt hij niet toegelaten.”
Volt richt zich in het onderwijs op het versterken van kansengelijkheid, het verminderen van werkdruk voor leraren, en het moderniseren van het curriculum met meer aandacht voor digitale vaardigheden en inclusie. Ze willen structureel investeren in kleinere klassen, meer onderwijsondersteuners, en het onderwijs toegankelijker maken voor iedereen, ongeacht achtergrond of beperking. Volt pleit daarnaast voor meer inspraak van leraren in beleid en het stoppen met financiering van religieus onderwijs.
Volt wil de kwaliteit van het onderwijs verhogen door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners, met prioriteit voor kansarme wijken. Dit moet de werkdruk verlagen en de onderwijskwaliteit verbeteren, vooral waar de druk het hoogst is.
“We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners. We beginnen op scholen in kansarme wijken waar de onderwijsdruk het hoogst is.”
Volt erkent de kloof tussen lerarenopleidingen en de praktijk en wil deze dichten door meer praktijkgericht onderwijs en betere begeleiding. Daarnaast willen ze dat leraren structureel worden geraadpleegd bij beleidswijzigingen en minder administratieve lasten ervaren.
“Volt zet zich in voor het beter laten aansluiten van de lerarenopleidingen op de praktijk. Veel startende leraren ervaren een ‘praktijkschok’ omdat de opleiding nog te veel focust op theorie en te weinig op wat er in de klas speelt.”
“Volt wil de wettelijk verankerde ‘Lerarentoets’ daadwerkelijk implementeren en versterken, zodat de beroepsgroep structureel geraadpleegd wordt bij beleidswijzigingen.”
“We stoppen met onnodige administratie in het onderwijs. Leraren krijgen zo ons volste vertrouwen en we verminderen de werkdruk.”
Volt wil het curriculum moderniseren met meer aandacht voor digitale geletterdheid, kunstmatige intelligentie, en inclusieve thema’s. Ze willen ruimte maken voor vakken die beter voorbereiden op de toekomst en pleiten voor een nationale strategie rond digitale basisvaardigheden.
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs.”
“Volt pleit ervoor dat middelbare scholieren leren over kunstmatige intelligentie (AI) en hoe deze technologie verantwoord wordt ingezet.”
“We gaan kritisch naar het huidige curriculum kijken, waarbij we ons onderwijsstelsel toekomstbestendig maken.”
Volt wil een einde maken aan de bekostiging van religieus onderwijs om segregatie tegen te gaan en kinderen met verschillende achtergronden samen te brengen.
“We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen.”
Volt zet in op inclusieve educatie, met specifieke aandacht voor kinderen met een beperking en het toegankelijk maken van schoolgebouwen en begeleiding.
“We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen.”
Volt wil bezuinigingen op onderwijs direct terugdraaien en het totale budget verhogen, met investeringen in de basis van de kenniseconomie.
“We draaien per direct de bezuinigingen op het onderwijs terug en verhogen het totale budget voor onderwijs, onderzoek en wetenschap.”
BIJ1 vindt dat mensen in het onderwijs moeten kunnen stemmen op een partij die inzet op radicale gelijkheid, democratisering en inclusiviteit binnen het onderwijs. Ze pleiten voor democratisch gekozen besturen, gelijke arbeidsvoorwaarden voor docenten, en het dekoloniseren van het curriculum. Hun voorstellen richten zich op het bestrijden van ongelijkheid, het verhogen van waardering voor docenten, en het toegankelijk maken van onderwijs voor iedereen.
BIJ1 wil dat medewerkers en studenten in het onderwijs meer directe invloed krijgen op het bestuur van hun instellingen. Dit moet leiden tot meer democratie, diversiteit en transparantie in het onderwijsbestuur.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau.”
“Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 wil dat alle docenten, ongeacht onderwijsniveau, hetzelfde verdienen en minder werkdruk ervaren. Ze willen tijdelijke contracten terugdringen en administratieve lasten verlagen.
“De arbeidsvoorwaarden van docenten verbeteren we: hoger salaris en minder werkdruk. Op hoger onderwijsinstellingen (mbo’s, hbo’s, universiteiten) werken we zo min mogelijk met tijdelijke contracten. De loonkloof tussen het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, theoretisch onderwijs, en wetenschappelijk onderwijs dichten we. Zodat alle docenten hetzelfde verdienen.”
“De klassen worden kleiner en we verlichten de administratieve lasten, om de werkdruk te verminderen en meer voorbereidingstijd voor docenten te creëren.”
BIJ1 wil het onderwijs dekoloniseren door structureel aandacht te besteden aan koloniale geschiedenis en racisme, en door discriminatie en onderadvisering actief te bestrijden.
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis. We rekenen af met de focus op Europa en lesmateriaal dat racisme in de hand werkt.”
“Scholen stoppen onmiddellijk met lesmateriaal die koloniale misdadigers verheerlijken. De slavernij en koloniale geschiedenis krijgt een zichtbare plek in het lesmateriaal van het basis- en voortgezet onderwijs.”
“Scholen gaan verantwoordelijkheid nemen om een veilige leeromgeving te creëren voor achtergestelde groepen leerlingen. We maken wetten en regels in samenwerking met ervaringsdeskundigen en professionals om kansenongelijkheid, onderadvisering en discriminatie binnen onderwijsinstellingen te stoppen.”
BIJ1 wil dat onderwijs op alle niveaus gratis wordt, inclusief het afschaffen van collegegeld en het kwijtschelden van studieschulden. Ze willen drempels voor toegang tot onderwijs verlagen en kinderopvang gratis maken.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Kinderopvang wordt helemaal gratis. Ook naschoolse activiteiten subsidiëren we flink. School wordt een ontmoetingsplek waar kinderen veilig de hele dag kunnen verblijven.”
BBB vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op basisvaardigheden, minder administratieve lasten en meer waardering voor vakmanschap en praktijkonderwijs. Ze willen dat onderwijspersoneel meer autonomie krijgt, minder wordt belast met randzaken en dat het onderwijs aansluit bij regionale behoeften. De partij pleit voor minder ideologische invulling en meer focus op lezen, schrijven, rekenen en praktische vaardigheden.
BBB wil dat het onderwijs teruggaat naar de kern: lezen, schrijven, rekenen en waardering voor praktijkonderwijs. Ze vinden dat te veel tijd verloren gaat aan randzaken en ideologische thema’s, waardoor de kwaliteit van het onderwijs en de positie van vakmensen onder druk staan.
“Kostbare onderwijstijd gaat verloren aan verplichte programma’s zoals de Week van de Lentekriebels, overmatig burgerschapsonderwijs of ideologische thema’s die weinig bijdragen aan de ontwikkeling van basisvaardigheden. BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis.”
“BBB pleit voor een fundamentele herwaardering van ambacht en vakmanschap, van het vmbo tot het mbo. Jongeren die goed zijn in doen, bouwen, zorgen, repareren en creëren, verdienen net zoveel respect als denkers en schrijvers.”
BBB ziet de hoge werkdruk en administratieve last als belangrijke oorzaken van het lerarentekort. Ze willen minder regels, meer vertrouwen in de professional en ruimte voor eigen onderwijsvisies, zodat het vak aantrekkelijker wordt.
“Werkdruk speelt hierin een centrale rol: te weinig tijd voor kerntaken, volle klassen en toenemende administratieve lasten maken het vak minder aantrekkelijk en vergroten het verloop. BBB kiest daarom voor vertrouwen in de professional: lesgeven in plaats van afvinken, begeleiden in plaats van besturen.”
“Dit betekent in ieder geval een stop op actieprogramma’s, beleidsstukken en kwaliteitscontroleurs. De beroepsbevolking krimpt en we hebben iedereen dus nodig om daadwerkelijk onderwijs te geven in plaats van zich met processen eromheen bezig te houden.”
“Overbodige regels en protocollen schrappen. We zetten in op de kennis en ervaring van onderwijzend personeel, scheppen vertrouwen en waarderen hun vakmanschap. Dit maakt het vak weer aantrekkelijker.”
BBB wil dat onderwijsinstellingen regionaal gespreid blijven, met behoud van scholen in kleine kernen en meer gelijkwaardigheid voor praktijkonderwijs. Ze vinden dat onderwijs moet aansluiten bij de behoeften van de regio en dat iedereen gelijke kansen moet krijgen, ongeacht waar je woont.
“BBB is voor het behoud van basisscholen in kleine kernen, ook bij dalende leerlingaantallen. De kleinescholentoeslag zetten we om naar dunbevolktheid toeslag, zonder dat de totale kosten stijgen.”
“Praktijkonderwijs, VMBO en MBO verdienen meer gelijkwaardigheid en waardering met een sterke regionale spreiding.”
“Met de invoering van de krimpcheck wordt nieuw onderwijsbeleid voortaan getoetst op regionale impact.”
De VVD benadrukt het belang van sterke, vakbekwame leraren en minder bureaucratie in het onderwijs. Ze willen de kwaliteit van lerarenopleidingen verhogen, administratieve lasten verlagen, en meer praktijkgericht onderwijs stimuleren. De partij zet in op vertrouwen en autonomie voor onderwijsprofessionals, met als doel aantrekkelijker werk en betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
De VVD vindt dat goed onderwijs begint bij sterke leraren en wil daarom de kwaliteit van lerarenopleidingen verbeteren en voortdurende professionele ontwikkeling verplicht stellen. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het lerarentekort helpen oplossen.
“De pabo en academische pabo moeten van topkwaliteit zijn om de beste leraren op te leiden. Samen met leraren en wetenschappers gaan we de inhoud van de lerarenopleiding landelijk vaststellen.”
“Continue professionele ontwikkeling wordt verplicht, zodat alle leraren bekend zijn met nieuwe (technologische) ontwikkelingen.”
“We zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, intensieve begeleiding voor beginnende leraren en doorgroeimogelijkheden, maar willen leraren ook uitdagen om meer uren te gaan werken.”
De VVD wil de werkdruk voor leraren verlagen door onnodige administratie en toetsdruk te verminderen. Ze pleiten voor meer autonomie en vertrouwen in onderwijsprofessionals.
“Scholen laten leraren vaak meer administreren en toetsen dan verplicht of nodig is. Die administratieve lasten brengen we omlaag. De inspectie gaat extra controleren op onnodige administratie en overbodige toetsdruk. We gaan uit van vertrouwen en autonomie.”
De VVD wil meer praktijkgericht onderwijs en maakt het makkelijker voor professionals uit andere sectoren om leraar te worden, vooral in het vmbo en praktijkonderwijs.
De VVD benadrukt het belang van waardering en autonomie voor mensen in het onderwijs, en wil dat zij meer ruimte krijgen om hun vak uit te oefenen zonder overmatige bemoeienis van bovenaf.
50PLUS richt zich in het onderwijsbeleid vooral op het versterken van basisvaardigheden, het tegengaan van monopolies bij schoolbesturen en het bevorderen van een leven lang leren, met speciale aandacht voor ouderen. De partij pleit voor meer samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid, en wil dat onderwijsinstellingen primair in het Nederlands lesgeven. Hun visie is sterk gericht op het vergroten van kansen en inspraak voor burgers, met een duidelijke focus op de belangen van oudere generaties.
50PLUS vindt het belangrijk dat het onderwijs zich weer richt op basisvaardigheden als taal en rekenen, en dat er betere samenwerking komt tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren.
De partij wil voorkomen dat schoolbesturen een monopoliepositie krijgen in bepaalde regio’s, om keuzevrijheid en diversiteit in het onderwijs te waarborgen.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
50PLUS legt nadruk op het belang van een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing en digitale vaardigheidstraining, vooral voor ouderen. Dit moet ouderen in staat stellen actief en zelfstandig te blijven participeren in de samenleving.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
50PLUS wil dat hoger en universitair onderwijs in beginsel in het Nederlands wordt aangeboden, met slechts beperkte uitzonderingen. Dit moet de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten vergroten en de integratie bevorderen.
“Hoger en universitair onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands aangeboden. Er kunnen bijzondere redenen zijn voor uitzonderingen.”
De partij vindt dat onderwijsinstellingen medeverantwoordelijk zijn voor de huisvesting van buitenlandse studenten, om overlast en druk op de woningmarkt te beperken.
“Onderwijsinstellingen zijn medeverantwoordelijk dat buitenlandse studenten gehuisvest worden in de omgeving.”
NSC vindt dat mensen in het onderwijs vooral moeten stemmen op partijen die de professionele autonomie, waardering en zeggenschap van leraren centraal stellen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het herstellen van vertrouwen in de leraar, het verminderen van regeldruk, het vergroten van de invloed van vakverenigingen op de onderwijsinhoud en het verbeteren van de positie en beloning van leraren. De kern van hun visie is dat goed onderwijs begint bij de leraar, die meer ruimte en waardering moet krijgen om zijn vak uit te oefenen.
NSC wil dat leraren en docenten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt, met meer zeggenschap via vakverenigingen en een sterker lerarenstatuut. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het onderwijs verbeteren door minder top-down sturing en meer vertrouwen in de professionaliteit van de leraar.
“Goed onderwijs begint bij vertrouwen in de leraar. Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring. Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
NSC erkent dat de werkdruk en administratieve lasten voor leraren te hoog zijn en wil deze verminderen. Nieuwe wetgeving mag de werkdruk niet verhogen en moet uitvoerbaar zijn in de praktijk.
“De regeldruk en administratieve lasten voor de leraar moeten afnemen.”
“Nieuwe wetgeving mag de werkdruk niet verhogen. Daarom weegt de toetsing op regeldruk voortaan zwaar mee in de afweging. Wetgeving moet uitvoerbaar zijn in de praktijk en leraren/docenten niet onnodig belasten.”
NSC vindt dat het leraarschap aantrekkelijker moet worden gemaakt door een passende beloning, meer waardering en mogelijkheden voor professionele ontwikkeling.
“Leraar/docent moet een aantrekkelijk beroep zijn, met voldoende tijd om lessen voor te bereiden en mogelijkheden om professionele vaardigheden te ontwikkelen. Een passende beloning en waardering zijn hierbij randvoorwaarden.”
NSC wil dat leraren actief geraadpleegd worden bij de besteding van middelen, zodat het geld daadwerkelijk in de klas terechtkomt en niet verdwijnt in overhead.
“We stellen een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld die aan het primaire proces moet worden besteed, maximeren de kosten voor overhead en willen dat leraren actief geraadpleegd worden bij de besteding van de middelen.”
NSC is kritisch op de vele onderwijsvernieuwingen en pilots die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Alleen bewezen effectieve vernieuwingen mogen worden ingevoerd.
“We stoppen de overmatige pilotcultuur en brengen rust in de klas. Onderwijsvernieuwing wordt alleen ingevoerd als dit voldoende wetenschappelijk onderbouwd is en er toetsbare doelen zijn. Vernieuwingen waarvan de effectiviteit onvoldoende kan worden aangetoond worden teruggedraaid.”
De SGP vindt dat de overheid een bescheiden rol moet spelen in het onderwijs en pleit voor meer vertrouwen en autonomie voor onderwijsprofessionals. Ze willen minder gedetailleerde overheidsbemoeienis, meer structurele financiering en het versterken van de status van leraren en schoolleiders. De partij benadrukt het belang van stabiel beleid, professionele ruimte en het behoud van de vrijheid van onderwijs.
De SGP wil dat de overheid zich terugtrekt uit de dagelijkse aansturing van het onderwijs en meer vertrouwen geeft aan leraren, schoolleiders en bestuurders. Dit moet bijdragen aan het oplossen van het lerarentekort en het verbeteren van het onderwijsstelsel. De partij vindt dat professionals zelf het beste weten wat goed is voor hun leerlingen en hun beroep meer status verdient.
“De overheid moet actiever zijn om het stelsel te bewaken en de juiste randvoorwaarden te scheppen, maar minder in detail de inrichting van het onderwijs bepalen. Binnen een duidelijk speelveld is het echt aan de spelers om het spel te spelen. Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig. We zetten een dikke streep onder de status van hun beroep.”
De SGP pleit voor minder regels, minder versnippering van financiering en meer zekerheid voor scholen, zodat zij stabiel personeelsbeleid kunnen voeren. De partij wil dat de overheid zich richt op het scheppen van randvoorwaarden en het bewaken van het stelsel, in plaats van gedetailleerde sturing.
“Het onderwijs zucht onder de groeiende last van wetten, regels en verantwoording, de versnippering van de bekostiging en de grilligheid van het beleid. Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult.”
“Voor de reguliere taken van scholen wordt alleen nog structurele bekostiging verstrekt via de lumpsum zodat scholen maximale zekerheid krijgen voor het voeren van stabiel personeelsbeleid.”
De SGP verdedigt krachtig de vrijheid van onderwijs en wil niet tornen aan artikel 23 van de Grondwet. Scholen moeten ruimte houden om hun eigen overtuiging uit te dragen en personeel te benoemen naar eigen inzicht.
“Aan de inhoud van artikel 23 van de Grondwet wordt niet gemorreld. De regels inzake het toelaten van leerlingen, het benoemen van personeel en de burgerschapsopdracht blijven ongewijzigd.”
“Scholen houden op grond van de vrijheid van onderwijs voluit de ruimte om in het burgerschapsonderwijs de wettelijke kernwaarden naar eigen overtuiging in te vullen.”
Het CDA benadrukt het belang van onderwijs als fundament voor de samenleving en wil mensen in het onderwijs meer waarderen en ondersteunen, onder meer door het aanpakken van het lerarentekort en het verminderen van administratieve lasten. De partij zet in op meer zijinstromers, betaalbare woningen voor leraren, minder regeldruk en behoud van de vrijheid van onderwijs. Hun visie is gericht op het versterken van de positie van onderwijsprofessionals en het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs.
Het CDA erkent het lerarentekort als urgent probleem en wil dit aanpakken door het makkelijker te maken voor zijinstromers om leraar te worden en door gemeenten en corporaties ruimte te geven voor betaalbare lerarenwoningen. Dit moet het beroep aantrekkelijker maken en het tekort terugdringen, vooral in probleemwijken.
“Om het lerarentekort in het funderend onderwijs terug te dringen, willen we meer mogelijkheden voor het opleiden van zijinstromers in één jaar tot leraar en tot bevoegd docent in het vmbo. Gemeenten en corporaties moeten ruimte krijgen te faciliteren in betaalbare woningen voor leraren.”
Het CDA wil de administratieve druk op mensen in het onderwijs verlagen en de overheid terughoudend laten zijn met het opleggen van nieuwe taken. Dit moet de beroepseer herstellen en professionals meer ruimte geven voor hun kerntaken.
“De administratieve lasten in het funderend onderwijs moeten omlaag. We dagen het onderwijs uit zelf met voorstellen te komen en voeren die uit. De overheid is terughoudend met het opleggen van nieuwe taken en leerdoelen aan het onderwijs en het in het leven roepen van nieuwe subsidieregelingen.”
Het CDA benadrukt de maatschappelijke waarde van onderwijsprofessionals en wil hun positie versterken door erkenning, ondersteuning en het creëren van een veilige en stimulerende werkomgeving.
“We koesteren de mensen die werkzaam zijn in het onderwijs. Goede leerkrachten en docenten zijn allerminst vanzelfsprekend.”
Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs, zodat ouders en onderwijsprofessionals kunnen kiezen voor een school die past bij hun overtuiging, mits de kwaliteit gewaarborgd blijft.
“Het CDA staat pal voor de vrijheid van onderwijs. Dankzij dit grondrecht hebben ouders de mogelijkheid een school te kiezen die past bij hun overtuiging en opvattingen mits dat niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs als voorbereiding op het samenleven in een democratische rechtsstaat.”
D66 richt zich in haar verkiezingsprogramma sterk op het verbeteren van de positie van mensen in het onderwijs, met nadruk op hogere salarissen, meer professionele ruimte, en betere arbeidsvoorwaarden voor leraren. De partij wil het leraarschap aantrekkelijker maken door structurele investeringen, minder werkdruk, meer doorgroeimogelijkheden en een nationale academie voor bijscholing. D66 ziet leraren als de spil van het onderwijs en wil hun status en invloed vergroten.
D66 wil het leraarschap aantrekkelijker maken door hogere salarissen, betere doorgroeimogelijkheden en meer waardering voor het vak. Dit moet het lerarentekort tegengaan en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.
“D66 verhoogt de lerarensalarissen en zorgt voor betere doorgroeimogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en in het MBO. Door de status van leraren in onze samenleving te verbeteren, maken we het aantrekkelijker om in het onderwijs te werken en zal de kwaliteit van het onderwijs ook toenemen.”
D66 wil dat leraren meer tijd en ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en hun vak uit te oefenen, met minder werkdruk en meer focus op hun professionele kracht.
“Leraren krijgen de tijd, ruimte en het vertrouwen om zich te ontwikkelen en les te geven vanuit hun professionele kracht.”
D66 stelt voor om een nationale academie op te richten voor iedereen in het onderwijs, zodat leraren, onderwijsassistenten en schoolleiders zich kunnen blijven ontwikkelen en de werkdruk afneemt.
“Er komt één nationale academie voor iedereen in het onderwijs, van leraren, onderwijsassistenten tot schoolleiders. Zo wordt de werkdruk voor leraren lager en kunnen zij met de beste kennis en praktijkervaring hun vakkennis opbouwen.”
Om het lerarentekort aan te pakken, wil D66 een vergoeding voor leraren in opleiding introduceren, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak te kiezen.
“D66 introduceert een vergoeding voor leraren in opleiding, zodat het aantrekkelijker wordt om voor het vak van leraar te kiezen. Dat is belangrijk om het lerarentekort te verminderen.”