GroenLinks-PvdA ziet ontwikkeling als een levenslang proces voor iedereen, met nadruk op gelijke kansen, scholing en brede persoonlijke groei. Ze willen investeren in om- en bijscholing, ontwikkelbudgetten, en een rijke leeromgeving vanaf jonge leeftijd, zodat mensen zich kunnen aanpassen aan technologische en maatschappelijke veranderingen. De partij koppelt ontwikkeling expliciet aan kansengelijkheid, arbeidsmarkttoegang en het tegengaan van achterstanden.
GroenLinks-PvdA wil dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen, om zo beter voorbereid te zijn op een veranderende arbeidsmarkt en maatschappelijke uitdagingen. Ze stellen een leerrecht en ontwikkelbudget voor, met speciale aandacht voor om- en bijscholing naar sectoren waar tekorten zijn, en voor mensen met een beperking.
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing. Hierbij stimuleren we omscholing naar sectoren waar we de mensen het hardst nodig hebben, en hebben we extra aandacht voor...”
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing. Ook vaardigheden die buiten het directe beroep liggen komen daarvoor in aanmerking.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen. Ook om- en bijscholing vallen binnen het budget.”
“We erkennen en bekostigen brancheopleidingen voor mensen met een beperking, zodat zij ook een diploma of certificaat kunnen halen. Dat biedt erkenning en meer kansen om ook mee te kunnen doen met de samenleving.”
De partij legt sterk de nadruk op de ontwikkeling van kinderen, zowel binnen als buiten het reguliere onderwijs, door te investeren in voorschoolse educatie, publieke kinderopvang, rijke schooldagen en brede scholen. Dit moet bijdragen aan kansengelijkheid en het tegengaan van achterstanden.
“Onderwijs is het fundament van onze samenleving. Het zorgt dat kinderen elkaar ontmoeten, dat ze tot bloei kunnen komen en hun talenten kunnen ontwikkelen.”
“Door de publieke kinderopvang komen kinderen vroeg in aanraking met leeftijdgenootjes en leren ze spelenderwijs.”
“Naast het reguliere onderwijsprogramma ontwikkelen kinderen zich ook door lessen in sport, dans, cultuur, techniek en natuur. Deze lessen zijn toegankelijk voor ieder kind en worden in samenspraak met de buitenschoolse opvang aangeboden. Wij willen dat de ontwikkeling van rijke schooldagen wordt doorgezet door heel Nederland.”
“Vanaf jonge leeftijd bewegen is enorm belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Daarom zetten we in op een zwemdiploma voor ieder kind en twee uur gym bovenop buitenspelen.”
“We stimuleren de ontwikkeling van Familiescholen, waar intensief wordt samengewerkt met ouders en met maatschappelijke partners binnen de domeinen armoede, jeugd, zorg, sport, cultuur en de wijk.”
GroenLinks-PvdA wil dat ook mensen met een beperking of die langdurig niet kunnen werken, ontwikkelingskansen krijgen, zodat zij naar vermogen kunnen participeren en niet in armoede belanden.
De partij koppelt natuurontwikkeling aan waterveiligheid en waterberging, en ziet dit als een integraal onderdeel van toekomstgerichte ruimtelijke ordening.
“Natuurontwikkeling wordt gecombineerd met waterveiligheid en waterberging.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet ontwikkeling als een proces dat gericht moet zijn op het welzijn van mens, dier en milieu, zowel in het onderwijs als in internationale samenwerking. Ze pleiten voor onderwijs dat de brede ontwikkeling van het individu centraal stelt en voor ontwikkelingssamenwerking die niet het Nederlandse bedrijfsleven, maar lokale gemeenschappen en duurzaamheid vooropstelt. Concrete voorstellen zijn onder meer het afschaffen van gebonden hulp, investeren in onderwijs en geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden, en het structureel verhogen van het ontwikkelingsbudget.
PvdD vindt dat onderwijs niet primair moet draaien om cijfers en rendement, maar om de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, inclusief sociale, emotionele en creatieve vaardigheden. Ze willen af van de toetscultuur en pleiten voor meer ruimte voor individuele groei.
“Scholen horen niet primair gericht te zijn op rendementen, controle, concurrentie en commerciële modellen, maar op de ontwikkeling van de individuele leerling.”
“Het gaat om ontwikkeling, niet om cijfers”
“We stimuleren de omslag van de onderwijssystemen waarin alle leerlingen hetzelfde tempo volgen, naar kindgericht onderwijs waarin persoonlijke ontwikkeling en eigen tempo vooropstaan.”
PvdD wil dat ontwikkelingssamenwerking niet het Nederlandse bedrijfsleven dient, maar de belangen van mensen, dieren en milieu in het ontvangende land. Ze willen gebonden hulp afschaffen, het budget verhogen, en investeren in lokale gemeenschappen en geestelijke gezondheidszorg.
“Ontwikkelingssamenwerking is gericht op de belangen van mensen en niet op de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. Nederland stopt daarom met het subsidiëren van het Nederlandse bedrijfsleven uit het ontwikkelingsbudget wanneer de belangen van mens, dier en milieu in het desbetreffende land niet onbetwistbaar leidend zijn.”
“Gebonden hulp, waarbij ontvangende landen verplicht worden om een deel van het geld te besteden aan goederen of diensten afkomstig uit Nederland, wordt afgeschaft.”
“De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking worden per direct teruggedraaid. Minimaal 1% van ons bruto nationaal inkomen (bni) wordt besteed aan ontwikkelingssamenwerking.”
“Nederland investeert in geestelijke gezondheidszorg en neemt daarbij culturele factoren in acht.”
“Het geld voor ontwikkelingssamenwerking komt de lokale bevolking, ecologie en dierenwelzijn ten goede en wordt ingezet op een duurzame manier: het voorkomen van reproductie van ongelijkheid en nieuwe vormen van afhankelijkheid.”
De partij benadrukt het belang van investeren in de ontwikkeling van mensen in kwetsbare situaties, zoals vrouwen, meisjes, jongeren en minderheden, door middel van onderwijs, versterking van rechten en sociale programma’s.
“Er komt extra aandacht voor de positie van mensen in kwetsbare situaties zoals vrouwen en meisjes in patriarchale samenlevingen. Zij krijgen meer grip op hun eigen leven als ze meer perspectieven en keuzevrijheid hebben. Dat wordt gerealiseerd door beter en toegankelijker onderwijs, krachtige lokale gemeenschappen en versterking van hun rechten.”
“In het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid komen ook duidelijke doelen voor het bereiken van jongeren in kwetsbare situaties zoals LHBTIQA+-jongeren, jongeren met een beperking en etnische of religieuze minderheden. Zolang het voor hen nog niet veilig is, wordt er ook geïnvesteerd in sociale programma’s die zich richten op fysieke veiligheid en mentaal welzijn van kinderen en jongeren.”
Volt ziet ontwikkeling als het creëren van gelijke kansen voor iedereen, met nadruk op onderwijs, jeugd, innovatie en internationale samenwerking. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals toegankelijke ontwikkelplekken voor kinderen, investeren in digitale vaardigheden, en het stimuleren van duurzame economische en maatschappelijke ontwikkeling. Hun visie is gericht op persoonlijke groei, het verkleinen van ongelijkheid en het versterken van lokale en internationale samenwerking voor blijvende vooruitgang.
Volt wil dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen, ongeacht achtergrond, door te investeren in toegankelijke kinderopvang, onderwijs en ontwikkelplekken. Dit moet persoonlijke groei stimuleren, ongelijkheid verkleinen en kinderen voorbereiden op een veranderende wereld.
“Ieder kind moet zich kunnen ontwikkelen, ongeacht inkomen, afkomst of woonplaats.”
“Op deze plekken is er gedurende de dag voor alle kinderen (ongeacht of hun ouders werken) aandacht voor de ontwikkeling van sociale, emotionele en intellectuele vaardigheden, sport, spel, creativiteit, persoonlijke leerbehoeften en een gezonde leefstijl.”
“We verkennen het opzetten van ontwikkel- en leergemeenschappen waar instanties voor onderwijs, opvang, zorg, cultuur en sport samenwerken. Deze gemeenschappen bieden kinderen een veilige en stimulerende omgeving waarin ze zich stap voor stap kunnen ontwikkelen - vanaf jonge leeftijd tot en met de overstap naar het voortgezet onderwijs.”
Volt ziet digitale ontwikkeling als essentieel voor de toekomst en wil investeren in digitale vaardigheden in onderwijs en bedrijfsleven, en in een volwassen start-upklimaat. Dit moet Nederland en Europa concurrerender en innovatiever maken.
“We investeren in IT-onderwijs in zowel het middelbaar als in het hoger onderwijs.”
“De overheid neemt een leidende en sturende rol op zich in de ontwikkeling van een volwassen start-upklimaat door niet alleen gerichter maar ook méér te investeren in start-ups.”
“We investeren in een toegankelijke digitale wereld en het ontwikkelen van digitale vaardigheden voor iedereen.”
Volt wil jeugdzorg structureel verbeteren zodat kinderen die extra zorg nodig hebben zich goed kunnen ontwikkelen en volwaardig kunnen meedoen in de maatschappij.
“Kinderen die meer zorg nodig hebben om zich goed te kunnen ontwikkelen of mee te kunnen doen in de maatschappij worden verwezen naar gespecialiseerde jeugd- en gezondheidszorg.”
Volt koppelt internationale samenwerking aan duurzame ontwikkeling, waarbij lokale partners centraal staan en investeringen gericht zijn op blijvende vooruitgang en het voorkomen van migratie door perspectief te bieden.
“We bieden hulp waar nodig, investeren in duurzame ontwikkeling en versterken lokale veerkracht.”
“Het EU- en Nederlands ontwikkelingsbudget wordt omgezet in een financieringsmodel gebaseerd gelijkwaardige samenwerking.”
Volt wil dat gemeenten beter worden toegerust om samen te werken met bewonersinitiatieven door te investeren in hun competentieontwikkeling.
“Volt investeert in de noodzakelijke competentieontwikkeling binnen gemeenten opdat gemeenten op basis van gelijkwaardigheid met bewonersinitiatieven kunnen samenwerken.”
Het CDA ziet ontwikkeling als een breed begrip dat zowel persoonlijke groei, arbeidsmarktdeelname als internationale samenwerking omvat. De partij zet in op een leven lang ontwikkelen voor iedereen, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen, en wil ontwikkelingssamenwerking effectiever en gelijkwaardiger maken. Concrete voorstellen zijn onder meer leerrechten voor werkenden, landelijke dekking van ontwikkelbedrijven, en het vasthouden aan de 0,7% bbp-norm voor ontwikkelingssamenwerking.
Het CDA wil dat mensen zich hun hele leven kunnen blijven ontwikkelen, met nadruk op omscholing, bijscholing en het ondersteunen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Dit moet bijdragen aan kansengelijkheid, economische zelfstandigheid en het inspelen op technologische veranderingen.
“We richten samen met werkgevers en werknemers het formele onderwijs beter in voor mensen die gedurende hun werkzame leven willen om-, her- en bijscholen.”
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden.”
“We stimuleren werkgevers en werknemers om individuele en collectieve afspraken te maken over ontwikkeling, van werk naar werk en het creëren van een leerrijke werkomgeving, met extra aandacht voor senioren, praktisch opgeleiden en statushouders.”
“Het is belangrijk dat mensen zich een leven lang blijven ontwikkelen, voor henzelf, voor werkgevers en voor de samenleving.”
Het CDA wil ontwikkelbedrijven landelijk dekkend maken om mensen met een beperking te ondersteunen in hun ontwikkeling richting regulier werk of tijdelijke werkplekken. Dit is bedoeld om integratie en participatie te bevorderen.
“We werken toe naar landelijke dekking van ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning van mensen met een beperking bij hun ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken.”
“Sociaal ontwikkelbedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de integratie en participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en zijn een essentieel onderdeel van de sociale zekerheid.”
Het CDA wil ontwikkelingssamenwerking vormgeven als een partnerschap met ontwikkelingslanden, gericht op economische perspectieven, stabiliteit en het aanpakken van migratieoorzaken. De partij houdt vast aan de internationale norm van 0,7% bbp en wil de besteding hiervan effectiever maken.
“We willen als gelijkwaardige partners samenwerken met ontwikkelingslanden. Economisch perspectief helpt migratie tegen te gaan, is een steunpilaar tegen radicalisering en bevordert regionale ontwikkeling en stabiliteit.”
“Wij zijn voorstander van de norm van 0,7 procent bbp voor ontwikkelingssamenwerking, conform internationale afspraak, en zetten stappen in fases naar het herstel van deze norm.”
“Stabiliteit en ontwikkeling hangen nauw samen met elkaar.”
FVD ziet "ontwikkeling" vooral als het stimuleren van individuele talenten en praktische vaardigheden, met een sterke nadruk op differentiatie in het onderwijs en het tegengaan van ideologische beïnvloeding. De partij wil terug naar meer klassiek, kennisgericht onderwijs, meer ruimte voor vakmanschap, en bescherming van kinderen tegen wat zij als schadelijke maatschappelijke trends zien.
FVD pleit voor het behouden en versterken van differentiatie naar niveau in het onderwijs, zodat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen volgens hun talenten. Ze keren zich tegen nivellering en willen meer aandacht voor excellerende leerlingen, met behoud van categorale gymnasia en herwaardering van vakmanschap.
“We behouden differentiatie naar niveau, wijzen socialistische middenschool-experimenten af en beschermen categorale gymnasia, zodat kwaliteit en ambitie niet worden uitgevlakt.”
“We geven meer aandacht aan excellerende leerlingen, zodat talent en uitmuntende prestaties meer ruimte krijgen.”
“Forum voor Democratie ziet een Nederland voor zich waar jonge mensen, ongeacht hun afkomst of talenten, worden geïnspireerd om het beste uit zichzelf te halen.”
De partij wil het beroepsonderwijs hervormen zodat jongeren echte vakken leren, direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, en minder afhankelijk worden van arbeidsmigratie. Er is veel aandacht voor samenwerking met bedrijven en integratie van nieuwe technologieën zoals AI in opleidingen.
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
FVD beschouwt de opkomst van woke- en transgender-ideologie als een gevaarlijke ontwikkeling voor kinderen en wil deze invloed wettelijk beperken in het onderwijs en de media.
“Forum voor Democratie ziet dit als een gevaarlijke ontwikkeling die onschuldige en kwetsbare kinderen schade berokkent.”
“Dat betekent een wettelijk verbod op transgender-propaganda in scholen en media, maar ook een verbod op hormoonbehandelingen en geslachtsoperaties bij minderjarigen.”
De ChristenUnie ziet ontwikkeling als een breed begrip dat draait om de persoonlijke groei van kinderen en jongeren, het versterken van gezinnen en het bieden van kansen via onderwijs en een gezonde leefomgeving. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op het bevorderen van brede persoonsontwikkeling in het onderwijs, het creëren van een liefdevolle en stimulerende omgeving voor kinderen, en het investeren in ontwikkelingssamenwerking wereldwijd. De partij legt nadruk op samenwerking tussen ouders, scholen en de samenleving om ontwikkeling op alle fronten mogelijk te maken.
De ChristenUnie vindt dat onderwijs niet alleen kennisoverdracht moet zijn, maar vooral moet bijdragen aan de brede ontwikkeling van kinderen, met aandacht voor persoonsvorming, talentontwikkeling en levensbeschouwelijke vorming. Dit moet kinderen voorbereiden op zelfstandigheid en betrokkenheid in de samenleving.
“Op school ontwikkelen kinderen en jongeren zich en doen ze belangrijke vaardigheden op voor het leven. Maar niet elk maatschappelijk probleem wordt opgelost door het onderwijs. We stoppen met over-diagnostisering en geven het onderwijs ruimte voor brede persoonsontwikkeling.”
“Ieder kind, ongeacht thuissituatie, achtergrond of leerproblemen, heeft recht op goed onderwijs dat bijdraagt aan een brede ontwikkeling, met ondersteuning die aansluit bij zijn of haar mogelijkheden.”
“Onderwijs helpt leerlingen vormen als persoon, hun talenten ontwikkelen en hun plek in de samenleving te vinden.”
De partij benadrukt dat de basis voor ontwikkeling ligt in een liefdevolle, stabiele thuissituatie en een stimulerende leefomgeving. De overheid moet gezinnen ondersteunen en zorgen voor een omgeving die ontwikkeling mogelijk maakt.
De ChristenUnie wil terug naar de internationale norm voor ontwikkelingssamenwerking en investeren in de ontwikkeling van de armste landen, met nadruk op structurele verbetering van leefomstandigheden.
“Nederland groeit weer toe naar de internationale norm om 0,7% van het bruto nationaal inkomen (bni) uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking en handhaaft de aloude bni-koppeling.”
“We besteden minstens 50% van het ontwikkelingsbudget aan verbetering van de leefomstandigheden en het bestrijden van ziekten in landen met de grootste armoede en achterstanden.”
De SGP ziet ontwikkeling als een proces dat nauw verweven is met lokale cultuur, onderwijs, economie en internationale samenwerking. Ze pleiten voor ontwikkelingssamenwerking die aansluit bij lokale omstandigheden, investeren in beroepsonderwijs als motor voor maatschappelijke en economische ontwikkeling, en het stimuleren van regionale economische groei. De partij koppelt ontwikkelingshulp weer aan economische groei en wil investeren in regionale ontwikkelingsmaatschappijen en praktijkgericht onderwijs.
De SGP vindt dat ontwikkelingssamenwerking moet aansluiten bij de lokale cultuur, religie en bedrijvigheid om onafhankelijkheid te bevorderen en projecten af te kunnen bouwen. Ze willen ontwikkelingshulp weer koppelen aan de groei van de economie en streven naar besteding van 0,7% van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.
“Binnen ontwikkelingssamenwerking moet er aansluiting zijn op de lokale cultuur, religieuze gebruiken en bedrijvigheid (lokalisatie). Dit bevordert onafhankelijkheid en zorgt ervoor dat projecten ooit weer kunnen worden afgebouwd.”
“Zoals decennialang gebruikelijk was, koppelt Nederland de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking weer aan de groei van de economie. De SGP wil de drastische bezuinigingen van afgelopen jaren terugdraaien en toewerken naar de besteding van 0,7% van ons nationale inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.”
De SGP beschouwt beroepsonderwijs als essentieel voor de ontwikkeling van samenleving en economie. Ze benadrukken het belang van het beroepsonderwijs voor het opleiden van vakmensen en het stimuleren van persoonlijke vorming en maatschappelijke participatie.
“Het beroepsonderwijs is een slagader voor de ontwikkeling van onze samenleving en economie.”
“In het mbo en hbo krijgen de toekomstige vakmensen alles mee om verschillende maatschappelijke sectoren, zoals het onderwijs, de zorg en techniek draaiende te houden en nieuwe ideeën te ontwikkelen en toe te passen.”
De SGP wil de regionale economie versterken door extra te investeren in regionale ontwikkelingsmaatschappijen en praktijkgericht onderzoek in samenwerking met het regionale mkb.
De partij pleit voor investeringen in de regio om economische ontwikkeling en leefbaarheid buiten de Randstad te stimuleren.
“Voor spreiding van economische ontwikkeling en bedrijvigheid en de leefbaarheid van het landelijk gebied zijn naast infra-investeringen in de Randstad ook investeringen in de regio nodig.”
D66 ziet ontwikkeling als een levenslang proces, waarbij ieder individu de kans moet krijgen om zich te ontplooien, ongeacht achtergrond of levensfase. Ze willen investeren in vroege ontwikkeling, gelijke kansen in het onderwijs, en blijvende persoonlijke groei via een leven lang leren. Concrete voorstellen zijn bijna gratis kinderopvang, brede brugklassen tot 15 jaar, en een persoonlijk leerbudget voor iedereen.
D66 wil dat elk kind vanaf jonge leeftijd toegang krijgt tot kwalitatief goede opvang en onderwijs, zodat sociale en cognitieve ontwikkeling niet afhankelijk is van afkomst. Dit moet achterstanden voorkomen en gelijke kansen bevorderen.
“Te veel kinderen beginnen met een achterstand op de basisschool. Daarom investeren we vanaf het allereerste begin in een stevige basis en in sociale ontwikkeling. Want juist jonge kinderen hebben structuur nodig, een rijke plek om te leren en contact met leeftijdsgenoten.”
D66 wil dat kinderen langer de tijd krijgen om zich te ontwikkelen voordat ze een schoolrichting kiezen, om te voorkomen dat vroege selectie hun kansen beperkt. Brede brugklassen en hoge verwachtingen voor ieder kind staan centraal.
“D66 wil dat jongeren pas rond de leeftijd van 15 jaar kiezen welke route dan het best bij ze past. Tot die tijd zitten ze in brede brugklassen. Zo krijgen ze langer de tijd om zich te ontwikkelen.”
“We doorbreken hardnekkige patronen van lage verwachtingen. We werken vanuit hoge verwachtingen van ieder kind, ongeacht je achtergrond.”
D66 vindt dat ontwikkeling niet stopt na school en wil dat iedereen zich kan blijven ontwikkelen, ook tijdens de loopbaan. Ze stellen een persoonlijk leerbudget voor dat nooit verloopt, met extra ondersteuning voor mensen met minder vooropleiding.
“Je bent nooit te oud om te leren. Vanaf je eerste schooldag tot lang na je pensioen moet je jezelf kunnen blijven ontwikkelen en je talent en de wereld kunnen blijven ontdekken.”
“Leven lang ontwikkelen vraagt een goede aansluiting tussen onderwijs en werk. Het vraagt daarnaast om méér leren op de werkvloer. Daarom wil D66 een persoonlijk leerbudget dat nooit verloopt. Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget.”
D66 wil innovatie en economische ontwikkeling bevorderen door te investeren in onderzoek en ontwikkeling, met als doel 3% van het BBP hieraan te besteden.
“We stimuleren onderzoek en ontwikkeling (R&D). We werken toe naar de Lissabon-overeenkomst van 3% van het bruto binnenlands product naar onderzoek en ontwikkeling.”
NSC ziet "ontwikkeling" vooral als een levenslang proces, gericht op het versterken van kennis, vaardigheden en sociaaleconomisch perspectief, zowel voor individuen als voor landen. De partij stelt een persoonlijk ontwikkelbudget voor alle werkenden voor, wil het beroepsonderwijs beter laten aansluiten op de arbeidsmarkt, en richt ontwikkelingssamenwerking op duurzame groei en effectiviteit. De nadruk ligt op concrete, meetbare investeringen in persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling.
NSC wil dat iedereen zich een leven lang kan blijven ontwikkelen, met een persoonlijk ontwikkelbudget voor alle werkenden en een leercultuur binnen bedrijven. Dit moet duurzame inzetbaarheid bevorderen en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren.
“Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen. Dit vraagt om een leercultuur binnen bedrijven en instellingen en om concrete afspraken hoe de pot voor het persoonlijke ontwikkelbudget voor training en scholing wordt gevuld.”
“Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk. Daarom moeten ze worden gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.”
De partij vindt dat het beroepsonderwijs en hoger onderwijs hun scholingsaanbod beter moeten afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt, met een grotere rol voor om- en bijscholing.
NSC wil ontwikkelingssamenwerking inzetten voor duurzame ontwikkeling en sociaaleconomisch perspectief, met nadruk op effectiviteit en het koppelen van hulp aan internationale handel.
“Ontwikkelingssamenwerking wordt meer gericht op verantwoorde groei van landen; het moet bijdragen aan de duurzame ontwikkeling en meer sociaaleconomisch perspectief. We letten scherp op effectiviteit: belastinggeld moet goed worden besteed.”
“We maken meer impact als we ons langduriger richten op een beperkt aantal landen. We richten ons op terreinen waar we echt wat te bieden hebben door onze bijzondere kennispositie, denk aan voedselproductie en watermanagement. Hierbij verbinden we ontwikkelingssamenwerking aan kansen voor internationale handel.”
De SP ziet ontwikkeling als een breed begrip dat zowel internationale solidariteit als binnenlandse sociale vooruitgang omvat. Ze willen investeren in ontwikkelingssamenwerking, onderwijs en economische groei, met nadruk op gelijke kansen en het bestrijden van armoede en ongelijkheid. Concrete voorstellen zijn onder meer het verhogen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking, investeren in onderwijs en innovatie, en het aanpakken van de grondoorzaken van migratie door wereldwijde economische ontwikkeling te stimuleren.
De SP pleit voor het verhogen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking tot minimaal 0,7% van het bruto nationaal inkomen. Dit geld moet direct ten goede komen aan mensen in ontwikkelingslanden, gericht op democratisering, mensenrechten, onderwijs en eerlijke economie, om armoede en migratie terug te dringen.
“Daarom moet Nederland minstens 0,7 procent van het BNI uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkelingssamenwerking moet ten goede komen aan mensen in ontwikkelingslanden: voor democratisering en vredesopbouw, voor het ondersteunen van de werkende klasse, voor mensen en vrouwenrechten, voor het ondersteunen van mensen met een beperking, voor onderwijs, voor zorg, voor infrastructuur en een eerlijke economie. Daarmee worden tevens de armoede en de migratie teruggedrongen.”
De SP ziet onderwijs als een motor voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Ze willen investeren in scholen, kinderopvang en gezonde voeding om gelijke kansen te bevorderen en kinderen breed te laten ontwikkelen.
De SP verbindt economische ontwikkeling direct aan investeringen in mensen, middelen en innovatie. Door te investeren in onderwijs, vakopleidingen en onderzoek willen ze de Nederlandse economie laten groeien en alle regio’s versterken.
De SP stelt dat het aanpakken van de grondoorzaken van migratie – zoals ongelijkheid, oneerlijke handelsverdragen en oorlog – essentieel is. Ze willen dat Nederland en de EU zich krachtiger inzetten voor wereldwijde vrede, veiligheid en economische ontwikkeling.
“Ons land en de EU moeten zich veel krachtiger inzetten voor wereldwijde vrede, veiligheid en economische ontwikkeling en dus strijden tegen oorlog, onderdrukking en achterstelling.”
BBB ziet ontwikkeling vooral als het bevorderen van doorlopende persoonlijke groei via onderwijs en het stimuleren van regionale economische en sociale ontwikkeling. De partij pleit voor praktische leerroutes, versterking van beroepsonderwijs en investeringen in regionale projecten die bijdragen aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling. Concrete voorstellen zijn onder meer het verbeteren van verticale leerlijnen in het onderwijs en het prioriteren van projecten die regionale groei en opleidingskansen stimuleren.
BBB wil dat iedereen zich kan ontwikkelen, met nadruk op praktische leerroutes en het versterken van beroepsonderwijs. Dit moet de arbeidsmarktpositie verbeteren en regionale economische veerkracht vergroten. De partij adresseert het tekort aan vakmensen en wil dat onderwijs aansluit bij de behoeften van de regio.
“Dit maakt een doorgaande ontwikkeling mogelijk van praktijkonderwijs via VMBO, MBO tot en met HBO.”
“In alle regio’s streven we naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod van theoretische en praktische opleidingen, zodat jongeren en volwassenen passende kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Dit bevordert de arbeidsmarktpositie en regionale economische veerkracht.”
“Technologische ontwikkelingen, de vergrijzing en veranderende eisen aan productie en dienstverlening zorgen voor ingrijpende veranderingen op de arbeidsmarkt.”
BBB wil projecten die bijdragen aan economische groei, woningbouw en strategische spreiding prioriteren om zo een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van regio’s te realiseren. Structurele aandacht voor gebieden met achterstallige investeringen moet sociale en economische achterstanden voorkomen.
“Projecten die aantoonbare potentie hebben om economische groei, woningbouw of strategische spreiding te stimuleren verdienen prioriteit. ... Zij dragen bij aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio.”
“Er moet structurele aandacht zijn voor gebieden die te maken hebben met beperkte bereikbaarheid en achterstallige investeringen en onderhoud, om sociale en economische achterstanden te voorkomen.”
BIJ1 ziet ontwikkeling als een fundamenteel recht voor iedereen, ongeacht achtergrond, en pleit voor gelijke uitkomsten in plaats van alleen gelijke kansen. Ze willen barrières in onderwijs, werk en samenleving wegnemen door te investeren in toegankelijk onderwijs, persoonlijke ontwikkeling centraal te stellen in sociale voorzieningen, en ontwikkelingssamenwerking te richten op zelfbeschikking en solidariteit. Hun beleid benadrukt structurele gelijkheid, inclusiviteit en het dekoloniseren van systemen.
BIJ1 stelt dat iedereen zich moet kunnen ontwikkelen, ongeacht afkomst, en wil het onderwijssysteem zo inrichten dat gelijke uitkomsten mogelijk zijn. Ze pleiten voor structurele investeringen, het dekoloniseren van het onderwijs en het creëren van een inclusieve leeromgeving.
“Het mag niet uitmaken wie je bent, waar je vandaan komt, of wat het inkomen of de achtergrond van je ouders is: ieder mens moet zich kunnen ontwikkelen, op jonge én latere leeftijd.”
“Wij zetten niet in op gelijke kansen - wij eisen de kans op een gelijke uitkomst op voor iedereen.”
De partij wil dat sociale wetgeving niet alleen gericht is op betaald werk, maar op persoonlijke ontwikkeling, toekomstperspectief en kwaliteit van leven. Scholing en ontwikkeling moeten breed toegankelijk zijn, zonder verplichtingen of sancties.
“Deze wet herzien we direct, waarbij de nadruk komt te liggen op persoonlijke ontwikkeling, toekomstperspectief en kwaliteit van leven.”
“We steken meer geld in scholingsprogramma’s voor mensen zonder werk. De norm wordt: op aanvraag geaccrediteerde cursussen en opleidingen kunnen volgen.”
BIJ1 verwerpt het traditionele, op westers eigenbelang gebaseerde model van ontwikkelingssamenwerking en kiest voor een benadering die gericht is op herstel, eerlijk delen en het recht op ontwikkeling buiten westerse voorwaarden.
“Echte ontwikkelingssamenwerking is gericht op herstel, radicaal eerlijk delen en solidariteit. Voor zelfbeschikking, klimaatrechtvaardigheid en het recht op ontwikkeling buiten westerse ‘voorwaarden’ om.”
BVNL ziet technologische en digitale ontwikkeling als essentieel voor economische groei en concurrentiekracht, en wil daarom investeren in onderzoek, innovatie en digitale vaardigheden. De partij pleit voor een innovatievriendelijk klimaat, stimuleert samenwerking tussen publieke en private partijen, en wil digitale inclusie bevorderen door scholing en toegang tot technologie te vergroten. Ontwikkelingssamenwerking wordt afgewezen ten gunste van handel, en beleid richt zich op concrete, meetbare resultaten.
BVNL wil de positie van Nederland als technologisch voorloper versterken door meer te investeren in onderzoek en ontwikkeling, en door samenwerking tussen bedrijven, startups en academici te stimuleren. Dit moet leiden tot een innovatievriendelijk klimaat en versterkte concurrentiekracht.
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie.”
Om iedereen te laten profiteren van digitale ontwikkelingen, wil BVNL investeren in educatie en training, zodat burgers digitale vaardigheden kunnen ontwikkelen en toegang krijgen tot technologie. Dit moet de digitale kloof verkleinen en deelname aan de samenleving vergroten.
“We zullen investeren in educatieve programma's voor jongeren, training voor werkenden en ondersteuning bieden aan ouderen om de digitale kloof te overbruggen.”
“We willen ervoor zorgen dat elke burger de kans krijgt om volledig deel te nemen aan de digitale samenleving. Dit betekent dat we actief programma's en initiatieven zullen bevorderen om digitale vaardigheden te ontwikkelen en toegang tot technologie te vergroten.”
BVNL verwerpt traditionele ontwikkelingssamenwerking omdat het volgens hen ineffectief is, en wil in plaats daarvan handel stimuleren met landen die men wil helpen. Dit standpunt is onderscheidend en gericht op meetbare economische ontwikkeling.
“Stoppen met ontwikkelingssamenwerking, want ontwikkelingsgeld eindigt zelden op de plek waarvoor het bedoeld is. In plaats daarvan gaan we handel stimuleren met landen die we willen helpen.”
DENK ziet ontwikkeling als het bevorderen van gelijke kansen, zowel nationaal als internationaal, door te investeren in onderwijs en effectieve ontwikkelingssamenwerking. De partij wil ongelijkheid tegengaan door onderwijs als motor voor persoonlijke en economische ontwikkeling te versterken en door internationale solidariteit te bevorderen via meer ontwikkelingshulp. Concrete voorstellen zijn onder andere het investeren in scholen en leraren en het herstellen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking.
DENK beschouwt onderwijs als de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke gelijkheid. Door te investeren in scholen en leraren wil de partij ervoor zorgen dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen en dat Nederland een sterke kenniseconomie blijft.
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen.”
“Door te investeren in onze scholen en onze leraren, willen wij dat het onderwijs een emancipatiemachine is die garandeert dat ieder kind gelijke kansen heeft.”
DENK vindt dat Nederland als welvarend land een verantwoordelijkheid heeft om andere landen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De partij wil bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking terugdraaien en het budget koppelen aan de economische groei, zodat internationale solidariteit en armoedebestrijding centraal staan.
50PLUS ziet blijvende persoonlijke ontwikkeling, vooral voor ouderen, als essentieel om zelfstandig, zelfredzaam en betrokken te blijven in de samenleving. De partij wil daarom investeren in laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen, met specifieke aandacht voor technologische ontwikkelingen en een leven lang leren. Concrete voorstellen zijn onder meer een Nationaal Programma Leven Lang Leren en lokale leerpunten voor ouderen.
50PLUS vindt het belangrijk dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen krijgen om zich te blijven ontwikkelen, zodat zij zelfstandig en betrokken kunnen blijven. Dit wordt gezien als een basisbehoefte, naast inkomen en wonen, en is extra urgent door technologische ontwikkelingen die het onderwijs en de samenleving veranderen.
“50PLUS wil dat ouderen ook in de derde levensfase volop kansen hebben om zich te blijven ontwikkelen. Niet alleen inkomen en wonen zijn basisbehoeften, maar ook blijvend leren en ontwikkelen is essentieel om zelfstandig, zelfredzaam en betrokken te blijven in de samenleving.”
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
De VVD ziet ontwikkeling als een essentieel onderdeel van economische groei, innovatie en persoonlijke ontplooiing. De partij wil investeren in onderzoek en ontwikkeling, continue professionele ontwikkeling verplicht stellen voor leraren, en een leven lang ontwikkelen stimuleren voor volwassenen. Concrete voorstellen richten zich op het verhogen van R&D-investeringen, het verplichten van bij- en omscholing, en het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
De VVD wil dat Nederland meer investeert in onderzoek en ontwikkeling om innovatie en economische groei te stimuleren. Door gezamenlijke inspanningen van overheid en bedrijfsleven moet het aandeel R&D-uitgaven stijgen, wat bijdraagt aan de concurrentiekracht van Nederland.
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie.”
De partij vindt dat leraren zich voortdurend moeten blijven ontwikkelen, vooral op het gebied van technologische ontwikkelingen. Dit moet de kwaliteit van het onderwijs verhogen en zorgen dat leraren up-to-date blijven.
“Continue professionele ontwikkeling wordt verplicht, zodat alle leraren bekend zijn met nieuwe (technologische) ontwikkelingen.”
De VVD wil dat bij- en omscholing de norm wordt, zodat volwassenen zich kunnen blijven ontwikkelen en inspelen op veranderingen op de arbeidsmarkt. Onderwijsinstellingen worden verplicht hun aanbod open te stellen voor werkenden, met prioriteit voor sectoren met tekorten.
“Een leven lang ontwikkelen wordt de norm: Bij- en omscholing zijn essentieel voor persoonlijke ontwikkeling en economische groei. Publiek bekostigde instellingen worden verplicht om hun onderwijsaanbod beschikbaar te stellen aan volwassenen en werkenden.”
JA21 ziet duurzame ontwikkeling vooral als het resultaat van eerlijke handel, lokale verantwoordelijkheid en het beperken van externe financiële hulp. Ze pleiten voor het beperken van ontwikkelingsgeld tot humanitaire hulp en benadrukken dat structurele vooruitgang in ontwikkelingslanden alleen mogelijk is via handel, corruptiebestrijding en onderwijs, niet door opgelegde westerse bemoeienis.
JA21 wil ontwikkelingsgeld beperken tot onpartijdige humanitaire hulp en opvang in de regio, omdat zij vinden dat financiële injecties uit het Westen vaak averechts werken. Volgens JA21 zijn ontwikkelingslanden meer gebaat bij eerlijke handelsrelaties en lokale hervormingen dan bij traditionele ontwikkelingshulp.
“JA21 pleit voor de beperking van ontwikkelingsgeld tot met name onpartijdige humanitaire hulp, zoals in Soedan en Gaza, en het realiseren van opvang in de regio.”
“Ontwikkelingslanden zijn meer gebaat bij verweven handelsbanden dan bij de financiële injecties van de laatste decennia. Alleen eerlijke handelsafspraken en lokaal draagvlak voor corruptiebestrijding, overheidshervorming en onderwijsinvestering kunnen leiden tot de juiste omstandigheden voor stabiele, duurzame ontwikkeling. Dit moet niet van buitenaf opgelegd worden, dit werkt immers vaker averechts of wordt zelfs als 'neo-koloniaal' ervaren.”
De PVV is uitgesproken kritisch over internationale ontwikkelingshulp en ziet deze als mislukt en verspilling van belastinggeld. Hun belangrijkste voorstel is om per direct te stoppen met alle vormen van ontwikkelingshulp aan het buitenland, met name aan Afrika en andere landen waar volgens de PVV geen positieve resultaten zijn geboekt. De partij wil dat deze middelen voortaan uitsluitend aan Nederlandse belangen worden besteed.
De PVV stelt dat ontwikkelingshulp geen vrede of vooruitgang heeft gebracht, maar juist oorlog en corruptie heeft bevorderd. Daarom willen zij alle financiële steun aan ontwikkelingslanden en activistische ngo’s onmiddellijk beëindigen. Dit standpunt is ingegeven door de overtuiging dat Nederlands belastinggeld niet langer aan kansloze projecten of corrupte regimes mag worden besteed, maar ten goede moet komen aan de eigen bevolking.
“Alleen al in 2025 wordt er meer dan € 7 miljard aan ontwikkelingshulp verkwanseld! Ontwikkelingshulp is totaal mislukt. Miljarden naar Soedan, Oost-Congo, Syrië, Jordanië en Gaza hebben geen vrede gebracht, maar oorlog en corruptie. De PVV maakt hier onmiddellijk een einde aan: geen cent meer naar kansloze projecten, corrupte regimes en activistische ngo’s. Geen cent meer naar Afrika, het Midden-Oosten of andere landen.”