DENK ziet onderwijs als de sleutel tot kansengelijkheid en een sterke kenniseconomie, en pleit voor forse investeringen in het onderwijs, met nadruk op toegankelijkheid, diversiteit en sociale veiligheid. De partij wil bezuinigingen terugdraaien, investeren in achterstandsbeleid, brede brugklassen, hogere lerarensalarissen in kwetsbare wijken, en het hoger onderwijs betaalbaarder en eerlijker maken. Innovatie wordt vooral indirect gestimuleerd via investeringen in onderwijs, gelijke kansen en het tegengaan van selectie en discriminatie.
DENK wil het onderwijs toegankelijker maken en kansengelijkheid vergroten door financiële drempels te verlagen, selectie te beperken en te investeren in scholen en leraren, vooral in kwetsbare wijken. Dit moet het onderwijs tot een emancipatiemachine maken en de kenniseconomie versterken.
“DENK kiest voor onderwijs waarin kansengelijkheid, diversiteit en sociale veiligheid zijn verankerd. Onze voorstellen: Het terugdraaien van de bezuinigingen. Hiermee komt er ruimte om weer in het onderwijs te investeren.”
“Investeren in het onderwijsachterstandenbeleid met prioriteit voor scholen in kwetsbare wijken.”
“Investeren in brede brugklassen om vroege selectie tegen te gaan.”
“Gratis onderwijsmateriaal voor alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs.”
“Beperken van het aantal selectiemomenten in het onderwijssysteem.”
“DENK wil dat het Nederlandse onderwijs van de hoogste kwaliteit is, zodat iedere jongere zichzelf volop kan ontwikkelen.”
DENK wil het hoger onderwijs toegankelijker en eerlijker maken door financiële lasten te verlagen, selectieprocedures te toetsen op ongelijkheid en samenwerking met Israëlische universiteiten te beëindigen.
“Extra investeringen in het hoger onderwijs, zodat wij studenten het beste onderwijs bieden en Nederland een sterke kenniseconomie blijft.”
“Afschaffen van rente op studieschulden. Die moet terug naar nul procent en daar blijven.”
“Hbo en wo-instellingen worden verplicht om hun selectie-instrumenten te toetsen op bias en ongelijkheid. Selectieprocedures die ongelijkheid in de hand werken worden afgeschaft.”
“Alle samenwerking met 'Israëlische' universiteiten wordt beëindigd. Een academische boycot van 'Israël'.”
DENK wil dat het onderwijs een afspiegeling is van de samenleving, met meer aandacht voor diversiteit, meertaligheid en religieuze vrijheid, en zonder extra belemmeringen voor bijzonder onderwijs.
“Meer aandacht in het curriculum voor koloniaal verleden, slavernijverleden, migratiegeschiedenis en burgerschap, zodat onderwijs recht doet aan de volle diversiteit van onze samenleving.”
“Meertaligheid stimuleren, door het aanbieden van lessen in veel gesproken talen in Nederland zoals het Turks, Marokkaans Arabisch en Pools.”
“Behoud en versterking van bijzonder onderwijs. DENK staat pal voor het behoud van artikel 23. Er worden geen extra belemmeringen opgeworpen om nieuwe scholen te stichten.”
DENK wil stagediscriminatie hard aanpakken en MBO-studenten gelijke kansen bieden als HBO/WO-studenten, onder andere via stagegaranties en wettelijke stagevergoedingen.
“Stagediscriminatie keihard aanpakken, met mysteryguest onderzoeken, sancties voor bedrijven en naming & shaming bij bewezen discriminatie.”
“Er komt een wettelijk recht op passende stagevergoeding. Studenten krijgen recht op €750 bij een fulltime stage.”
“Een stageplek, geregeld via een landelijke stagegarantie.”
“Erkenning van het MBO door de investeringen hierin op peil te houden, betere doorstroomkansen en mbo studenten zo veel mogelijk dezelfde kansen als hbo’ers en wo’ers te bieden.”
DENK wil het lerarentekort aanpakken, de professionele autonomie van leraren vergroten en hun arbeidsvoorwaarden verbeteren, vooral in kwetsbare wijken.
“Hogere salarissen voor leraren in de kwetsbare wijken.”
“Het terugdringen van het lerarentekort door voorrang op woningen, goedkopere lerarenopleiding, omscholing en het activeren van de reserve aan leraren.”
“Versterken van de professionele autonomie van leraren, onder andere in curriculumkeuzes, toetsbeleid en schoolorganisatie.”
De ChristenUnie zet in op een rechtvaardiger en toekomstbestendig onderwijssysteem, met nadruk op gelijke kansen, versterking van basisvaardigheden, en meer waardering voor vakmensen. Innovatie wordt gezien als essentieel voor duurzame economische groei, met structurele investeringen in onderzoek, praktijkgericht onderwijs en betere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De partij wil bureaucratie verminderen, onderwijsinstellingen meer ruimte geven, en innovatie stimuleren via gerichte fondsen en een nationale investeringsbank.
De ChristenUnie wil het onderwijsstelsel eerlijker maken door instellingen minder afhankelijk te maken van studentenaantallen en overheadkosten te verminderen, zodat meer middelen naar onderwijs en onderzoek gaan. Er is bijzondere aandacht voor gelijke kansen, basisvaardigheden en het tegengaan van schaduwonderwijs.
“In de nieuwe bekostiging worden studentenaantallen minder belangrijk, de vaste voet van instellingen groter en de variabele voet kleiner. Overheadkosten worden verminderd, zodat er meer ruimte is voor onderwijs en onderzoek.”
“Via de bekostiging en het onderwijsachterstandenbeleid blijven we extra middelen vrijmaken voor scholen waar veel uitdagingen en achterstanden zijn.”
“Als een leerling bijles of extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat gratis aangeboden en zo veel mogelijk op de school zelf.”
“Nederlandse kinderen kunnen steeds slechter rekenen en schrijven. Deze trend is zorgelijk en moet gekeerd. Basisvaardigheden dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden.”
Innovatie wordt gezien als motor voor een duurzame economie. De ChristenUnie wil structureel investeren in onderzoek, praktijkgericht onderwijs en samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven, met als doel de Lissabondoelstelling van 3% van het nationaal inkomen aan innovatie en onderzoek te halen.
“Investeringen in wetenschap en onderzoek zijn nodig als we ons als land willen blijven ontwikkelen, in lijn met de Lissabondoelstelling van 3%.”
“We investeren blijvend in praktijkgericht onderzoek op hogescholen en bevorderen de samenwerking binnen het hoger onderwijs door geschikte fondsen en subsidies.”
“Om onze toekomstige welvaart zeker te stellen is het van belang om nu te investeren in innovatie en productiviteit. Dat vraagt om een beter samenspel van wetenschap, kennisinstituten, opleidingen en bedrijven.”
“Op macroniveau bedragen op termijn de publieke en private uitgaven aan innovatie en onderzoek 3% van het nationaal inkomen.”
De partij wil jongeren stimuleren voor het beroepsonderwijs te kiezen, de samenwerking tussen onderwijs en werkgevers versterken, en ondernemerschap vanuit het onderwijs bevorderen. Dit moet zorgen voor voldoende vakmensen en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
“We zetten in op positieve beeldvorming en stimuleren jongeren om vol vertrouwen te kiezen voor het vmbo en het mbo. Er komt gericht beleid voor meer praktisch gericht onderwijs, bijvoorbeeld de techniekhavo.”
“De samenwerking tussen mbo-instellingen en werkgevers wordt versterkt, zodat elke jongere verzekerd is van een kwalitatief goede stageplaats, inclusief stagevergoeding.”
“We investeren volop in het beroepsonderwijs en geven ruimte aan jonge ondernemers. Dat is nodig, nu veel kennis met pensioen gaat. Elke provincie verdient een techniekhavo en technasia.”
“We stimuleren ondernemerschap vanuit het hoger en wetenschappelijk onderwijs, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van afspraken over het intellectueel eigendom van tijdens een studie ontwikkelde innovaties.”
De ChristenUnie wil het aantal internationale studenten beperken en de kerntaak van universiteiten weer richten op Nederlandse studenten, om druk op voorzieningen te verminderen en het voortbestaan van studies niet afhankelijk te maken van buitenlandse instroom.
“Het opleiden van Nederlandse studenten vormt de kerntaak van Nederlandse universiteiten; we zetten daarom in op vermindering van het aantal studiemigranten.”
“We passen het financieringsmodel aan om te voorkomen dat internationale studenten nodig zijn voor het voortbestaan van studies of instellingen.”
“Het aanbieden van Nederlandstalig bacheloronderwijs is het uitgangspunt.”
Om innovatie te versnellen, wil de ChristenUnie een nationale investeringsbank oprichten en de toegang tot groeikapitaal voor het mkb, start-ups en scale-ups verbeteren, ook via non-bancaire financiers.
D66 zet sterk in op gelijke kansen in het onderwijs en wil Nederland tot koploper maken in innovatie en wetenschap. Ze investeren fors in schoolgebouwen, leraren, studentenwelzijn en levenslang leren, en willen structureel meer geld naar onderzoek en technologische innovatie. D66 pleit voor latere selectie van leerlingen, hogere beurzen, meer studentenhuisvesting, en een krachtige regie op innovatie met een aparte bewindspersoon.
D66 wil dat elk kind en elke student gelijke kansen krijgt, met meer maatwerk, latere selectie en betere ondersteuning voor leraren. Ze investeren in schoolgebouwen, basisvaardigheden en het tegengaan van achterstanden.
“We geloven in het talent van ieder kind en iedere jongere. Onderwijs moet kinderen helpen om dat talent te ontdekken en te gebruiken, zodat ze vrijer zijn en volop deel kunnen nemen aan de samenleving. Daarom investeren we vanaf het allereerste begin: in je ontwikkeling, in kennis en basisvaardigheden, in onderwijs op maat dat bij je past én in de mensen die het onderwijs dragen.”
“Kinderen en jongeren krijgen meer tijd om hun talent te ontdekken, doordat we later selecteren en onderwijs op maat écht laten werken.”
“We investeren in goede schoolgebouwen die ook duurzaam en toegankelijk zijn en we versterken digitale vaardigheden én vergroten het leesplezier.”
“Daarom herstellen we het budget om onderwijsachterstanden aan te pakken. Dat is belangrijk voor programma’s zoals de brede brugklas en de hulp voor kwetsbare leerlingen in het voortgezet onderwijs.”
D66 wil eerdere bezuinigingen op wetenschap terugdraaien, fors extra investeren in onderzoek en innovatie, en een aparte bewindspersoon voor Technologie en Innovatie aanstellen. Ze streven naar 3% van het BBP voor R&D en stimuleren sleuteltechnologieën.
“Wetenschap en innovatie bepalen hoe onze toekomst eruitziet... Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we fors meer.”
“D66 wil dat Nederland weer koploper wordt in onderzoek en innovatie. Daarom draaien we eerdere bezuinigingen terug én investeren we extra in de wetenschap.”
“We stimuleren onderzoek en ontwikkeling (R&D). We werken toe naar de Lissabon-overeenkomst van 3% van het bruto binnenlands product naar onderzoek en ontwikkeling.”
“D66 wil een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie, met een eigen begroting en een stevig mandaat.”
D66 maakt het mogelijk dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen, met hogere beurzen, meer studentenhuisvesting en gelijke toegang voor mbo-studenten. Ze willen stagediscriminatie aanpakken en het bindend studieadvies versoepelen.
“We maken het mogelijk dat iedereen, ook later in je loopbaan, kan blijven leren.”
“Studenten krijgen meer zekerheid, zoals met een hogere aanvullende beurs voor mbo’ers en meer studentenhuisvesting.”
“Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen.”
“We bouwen veel meer studentenhuizen voor alle studenten: mbo, hbo en wo.”
“We schaffen het bindend studieadvies (BSA) in zijn huidige, rigide vorm af. Het wordt vervangen door een systeem van begeleidend studieadvies, waarbij de regie ligt bij de opleidingen zelf.”
D66 stimuleert samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheid, en zet in op open source en launching customer-beleid om innovatie te versnellen en kennis breed toegankelijk te maken.
“Voor de sleuteltechnologieën vormen we regio’s waarin kennisinstellingen, start-ups en gevestigde bedrijven elkaar sterker maken en samenwerken. Zo kunnen zij samen hun innovaties naar een volgend niveau tillen.”
“Open source speelt hierin een sleutelrol: het vergroot samenwerking, versnelt innovatie en zorgt dat kennis breed toegankelijk blijft voor de samenleving.”
“Door zelf de eerste klant te zijn (launching customer), kan de overheid invloed hebben op innovatie, het goede voorbeeld geven, nieuwe markten openen en de impact van investeringen groter maken.”
NSC wil het onderwijs versterken door meer nadruk te leggen op basisvaardigheden, vakmanschap en aansluiting op de arbeidsmarkt, en innovatie stimuleren via gerichte investeringen in onderzoek, technologie en samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ze pleiten voor meer autonomie en waardering voor docenten, het terugdringen van internationalisering in het hoger onderwijs, en het bundelen van innovatie-instrumenten en onderwijsprogramma’s rond strategische sectoren. Concrete voorstellen zijn onder meer een persoonlijk ontwikkelbudget voor werkenden, een Nationale Investeringsbank voor sleuteltechnologieën, en het verplicht stellen van Nederlands als voertaal in het hoger onderwijs.
NSC vindt dat het onderwijsniveau omhoog moet, met meer aandacht voor lezen, rekenen, schrijven en vakmanschap. Ze willen het mbo herwaarderen en het beroepsonderwijs beter laten aansluiten op de arbeidsmarkt, met meer regie van de overheid en uitbreiding van techniekonderwijs.
“Het niveau van basisvaardigheden zoals lezen, rekenen en schrijven moet drastisch omhoog.”
“We willen het beroepsonderwijs als een volwaardige beroepsroute naast de academische lijn positioneren.”
“Het beroepsonderwijs moet zich meer richten op wat de arbeidsmarkt nodig heeft, zo nodig met sterkere regie van de overheid. In alle regio’s moet een vmbo-techniek en mbo-techniek aanwezig zijn. Het programma Sterk Techniekonderwijs wordt uitgebreid naar het mbo.”
NSC wil innovatie aanjagen door een Nationale Groeimarktenstrategie, een Nationale Investeringsbank voor sleuteltechnologieën, en versterkte samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Ze behouden fiscale voordelen voor R&D en richten zich op strategische sectoren als AI, chips en biotech.
“We starten met het opstellen van een Nationale Groeimarktenstrategie. Hierin bepalen we om de tien jaar de vijf sectoren met de hoogste toekomstige verdienkansen voor Nederland. Per sector worden innovatie-instrumenten, onderwijsprogramma’s en investeringen gebundeld, zodat beleid, financiering en infrastructuur elkaar versterken.”
“Voor langjarige innovatie en doorgroei richten we een Nationale Investeringsbank op.”
“De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox zijn instrumenten die het voor grotere bedrijven aantrekkelijk maken om hun innovaties en R&D in Nederland te concentreren. We handhaven deze belastingvoordelen en zien ze als essentieel voor het innovatieve mkb en grote bedrijven.”
“We ondersteunen marktgerichte productontwikkeling en regionale innovatieclusters, zoals in Groningen, Enschede, Delft en Eindhoven.”
NSC wil het hoger onderwijs weer verankeren in de Nederlandse samenleving door opleidingen standaard in het Nederlands aan te bieden en het aantal internationale studenten te beperken, met uitzondering van specifieke gevallen.
“Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal. Gerichte uitzonderingen zijn mogelijk in de masterfase en voor bepaalde tekortenstudies.”
“Het Nederlands moet weer de voertaal zijn in het hoger onderwijs.”
“Om de meerwaarde van internationale studenten voor de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt te waarborgen, voeren we een ‘stay-rate garantie’ in.”
NSC wil dat alle werkenden een persoonlijk ontwikkelbudget krijgen om zich blijvend te ontwikkelen, met een leercultuur binnen bedrijven en een scholingsaanbod dat aansluit op de werkvloer. Ook transitievergoedingen moeten hierin worden gestort.
“Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen.”
“Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk. Daarom moeten ze worden gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget van werkenden.”
NSC wil het vertrouwen in leraren herstellen door hen meer zeggenschap te geven over de inhoud van het onderwijs en hun professionele autonomie beter te beschermen.
“Leraren en docenten moeten weer de inhoud bepalen van wat er in de klas gebeurt. We geven vakverenigingen meer zeggenschap over de eindtermen, didactische methodes en lesmateriaal, zodat onderwijsinhoud voortkomt uit vakkennis en praktijkervaring.”
“Daarnaast versterken we het lerarenstatuut, zodat hun professionele autonomie beter is beschermd.”
NSC wil extra investeren in technisch talent en strategische sectoren zoals AI, halfgeleiders en energietechnologie, onder meer via regionale afspraken en gezamenlijke investeringen met onderwijsinstellingen en bedrijven.
“We investeren in technisch talent. Daarbij zetten we extra in op de instroom in mbo-, hbo- en wo-opleidingen voor strategische sectoren die echt om mensen staan te springen zoals de halfgeleiderindustrie, AI en energietechnologie.”
“We steunen de oprichting van een AI-fabriek in Groningen die rekenkracht, data en talent beschikbaar maakt voor het mkb en strategische sectoren.”
BBB wil het onderwijs terugbrengen naar de kern door te focussen op basisvaardigheden, meer waardering voor vakmanschap en een sterke regionale spreiding. Innovatie moet praktisch en regionaal aansluiten bij de arbeidsmarkt, met meer samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en kennisinstellingen. De partij pleit voor minder bureaucratie, meer praktijkgericht onderzoek en het stimuleren van Nederlandse bedrijven bij innovatieprojecten.
BBB vindt dat het onderwijs te veel is afgedwaald van de kern en wil terug naar lezen, schrijven, rekenen en praktische vaardigheden. Praktijkonderwijs en vakmanschap krijgen extra waardering, omdat de samenleving dringend behoefte heeft aan vakmensen.
“BBB wil dat scholen zich weer richten op wat écht telt: lezen, schrijven, rekenen en andere essentiële kennis. Onderwijs moet gericht zijn op kwaliteit, duidelijkheid en maatwerk, zodat ieder kind passend onderwijs krijgt.”
“Kernvakken horen weer het volle gewicht te krijgen. Dat zijn de vakken die er eerst en vooral toe doen. Er dient daarom meer aandacht te komen voor lezen, schrijven en rekenen op basisscholen en in het voortgezet onderwijs en verankering van digitale vaardigheden in het curriculum.”
“Te lang zijn leerlingen richting het hoogste theoretische niveau gestuurd, terwijl de samenleving juist zit te springen om vakmensen. Tijd voor erkenning en gerichte steun.”
BBB wil onderwijs dat aansluit bij de behoeften van de regio en de kracht van mensen, met een verticale leerlijn van praktijkonderwijs tot HBO. Regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is essentieel om economische groei en werkgelegenheid te stimuleren.
“Scholing en innovatie moeten aansluiten bij de behoeften van de regio én de kracht van mensen.”
“Een verticale leerlijn van praktijkonderwijs via VMBO, MBO tot en met HBO, zorgt voor een goed vestigingsklimaat en veel werkgelegenheid.”
“Het beroepsonderwijs kan worden versterkt met leermeesters, stages en regionale samenwerking tussen Praktijkonderwijs, VMBO, MBO, werkgevers en gemeenten.”
BBB wil de administratieve last en externe inhuur in het onderwijs fors verminderen, zodat docenten zich kunnen richten op hun kerntaak: lesgeven. Autonomie van universiteiten en hogescholen wordt vergroot, met minder bemoeienis van externe organisaties.
“Het moet afgelopen zijn met de financiering van onnodige administratieve bezigheden. Uitgaande van de langetermijndoelen. Geld moet zoveel mogelijk landen in de klas.”
“De inhuur van allerlei externen zonder directe toegevoegde waarde voor onderwijs of onderzoek moet stoppen.”
“De autonomie van vooral de universiteiten moet worden vergroot. Daarbij wordt de rol van organisaties zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek teruggebracht en hun budget en activiteiten aan universiteiten zelf overgeheveld.”
BBB wil meer balans tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek, met nadruk op samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het regionale bedrijfsleven. Praktijkgerichte onderzoeken moeten vooral op HBO’s plaatsvinden vanwege lagere kosten.
“Wij willen dat er meer balans komt tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek. Onderzoekers verdienen ruimte om vrij te denken én om samen te werken met de regio.”
“Praktijkgerichte onderzoeken die zowel op HBO’s als universiteiten plaatsvinden, worden bij voorkeur op HBO’s voortgezet. De praktijkgerichte onderzoekskosten zijn op HBO’s aanzienlijk lager.”
“Dat vraagt om ruimte voor toegepast onderzoek, vakgericht onderwijs en samenwerking met het midden en kleinbedrijf, zorg, landbouw en industrie.”
BBB wil dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen voorrang krijgen bij innovatie- en digitaliseringsprojecten van de overheid. Er wordt ingezet op een nationale investeringsbank en het gebruik van open source software.
“Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen voorrang bij aanbestedingen van de overheid.”
“De overheid kiest als 'launching customer' actief voor innovatieve Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij digitaliseringsprojecten.”
“We stimuleren innovatie door nationale investe...”
FVD wil het onderwijs hervormen door te focussen op kennisoverdracht, vakmanschap, keuzevrijheid en het terugdringen van ideologische invloeden. Ze pleiten voor kleinere klassen, hogere lerarensalarissen, herwaardering van beroepsonderwijs, strengere toelatingseisen in het hoger onderwijs, en het stimuleren van innovatie via technologie en infrastructuur. Hun visie is dat onderwijs en innovatie moeten bijdragen aan een sterke, zelfredzame Nederlandse samenleving waarin kwaliteit, traditie en praktische vaardigheden centraal staan.
FVD vindt dat het onderwijs te veel gericht is op sociale projecten en ideologie, en te weinig op kennis en vaardigheden. Ze willen terug naar de basis, met meer aandacht voor taal, rekenen en vakmanschap, en minder ruimte voor 'woke' en seksuele indoctrinatie.
“Kinderen moeten de fundamenten van taal, rekenen en beschaafde omgang meekrijgen, maar de nadruk is de laatste decennia te veel verschoven naar sociale projecten en te weinig naar kennisoverdracht.”
“We zetten vol in op praktijkopleidingen, zoals bouw en techniek. Door invoering van ambachtstitels geven we beroepsonderwijs extra aanzien. Nederlands wordt weer de voertaal in het voortgezet en wetenschappelijk onderwijs.”
“We geven geen subsidies aan organisaties die seksualiteit opdringen aan kinderen, zoals Rutgers, en verbieden deelname van kinderen aan ‘pride parades’ en ‘dragqueenshows’, zodat scholen weer veilig en neutraal zijn.”
FVD wil het beroepsonderwijs opnieuw inrichten met meer praktische leerwegen, samenwerking met bedrijven, en herinvoering van ambachtstitels. Dit moet leiden tot minder schooluitval, minder arbeidsmigratie en meer waardering voor vakmanschap.
“We brengen ambachtstitels terug, zodat vak-opleidingen meer aanzien krijgen en vakmanschap weer wordt gewaardeerd.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
FVD wil universiteiten en hogescholen exclusiever maken door strengere toelatingseisen, het beperken van internationale studenten, en het terugbrengen van Nederlands als voertaal. Ze willen af van output-financiering en meer focus op kwaliteit en excellentie.
“Daarom pleiten wij voor strengere toelatingseisen, het stoppen van output-financiering en het terugbrengen van de Nederlandse taal als voertaal in het academisch onderwijs. Het aantal internationale studenten moet sterk worden beperkt, zodat universiteiten zich in de eerste plaats richten op Nederlandse studenten en cultuur.”
“We verhogen de toelatingseisen voor universiteiten en hogescholen, zodat alleen gemotiveerde en talentvolle studenten worden toegelaten.”
“We beperken het aantal internationale studenten en stoppen met actief werven, zodat Nederlandse studenten voorrang krijgen.”
FVD wil minder macht voor onderwijskoepels en meer autonomie voor individuele scholen en leraren. Beslissingen moeten dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.
“We decentraliseren het onderwijs en geven individuele scholen meer autonomie, zodat beslissingen dichter bij docenten, ouders en leerlingen komen te liggen.”
“We geven leerkrachten meer autonomie en vertrouwen in de inrichting van hun lessen, zodat zij hun vak met passie en kwaliteit kunnen uitoefenen.”
FVD wil investeren in innovatieve infrastructuur zoals hyperloop, glasvezel en blockchain, en het stimuleren van AI-gebruik in overheid en onderwijs. Dit moet Nederland toekomstbestendig maken en de digitale economie versterken.
“We investeren in de ontwikkeling van hyperloop-technologie, zodat Nederland vooroploopt in de ontwikkeling van supersnel en innovatief vervoer.”
“We zorgen voor supersnel glasvezelinternet in het hele land, zodat de digitale economie en communicatie optimaal functioneren.”
“Cryptocurrencies en blockchain zijn innovaties die meer financiële vrijheid brengen, en kunstmatige intelligentie kan de overheid efficiënter maken.”
JA21 wil het onderwijs in Nederland versterken door de lat hoger te leggen, te investeren in de kwaliteit van leraren en opleidingen, en innovatie te stimuleren via digitalisering en onderzoek. Ze pleiten voor minder bureaucratie, meer focus op basisvaardigheden, en een financieringsmodel dat kwaliteit en maatschappelijke impact beloont. Innovatie wordt gestimuleerd door investeringen in digitale vaardigheden, strategische technologie en het direct aftrekbaar maken van R&D-kosten.
JA21 vindt dat de eisen in het onderwijs te laag zijn geworden en wil deze verhogen, met meer aandacht voor basisvaardigheden en het selecteren van leerlingen op geschiktheid. Ze willen investeren in leraren en opleidingen, en minder geld naar management en tijdelijke projecten.
“De teneur in het huidige onderwijs waarbij de eisen steeds worden verlaagd moet wat JA21 betreft worden gekeerd. Er moet aan de poort van een onderwijsgang goed worden gekeken of iemand het niveau aan kan. Zo niet, dan wordt hij niet toegelaten.”
“Extra aandacht geven aan basisvaardigheden.”
“Extra investeringen in opleidingen die de kwaliteit van de leraren verbeteren.”
“Meer geld naar het primaire proces en minder geld naar management, overhead en tijdelijke projecten.”
JA21 wil af van het huidige financieringsmodel dat instellingen prikkelt om op studentenaantallen te sturen en pleit voor bekostiging op basis van kwaliteit, maatschappelijke behoefte en impact. Ze willen de bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs terugdraaien.
“Een financieringsmodel op basis van kwaliteit, relevantie en maatschappelijke impact i.p.v. op basis van het aantal studenten;”
“De bezuiniging op het wetenschappelijk onderwijs van €500 miljoen moet wat JA21 betreft dan ook ongedaan worden gemaakt.”
“Het Rijk moet sturen door de bekostiging afhankelijk te maken van of voldaan wordt aan een maatschappelijke behoefte of vraag vanuit het bedrijfsleven.”
JA21 wil de instroom van buitenlandse studenten beperken en het Nederlands weer centraal stellen als academische taal, met uitzondering van internationaal gerichte studies.
JA21 ziet digitalisering en innovatie als essentieel voor de economie en wil investeren in digitale vaardigheden, strategische technologie, en het stimuleren van R&D door bedrijfskosten direct aftrekbaar te maken.
“Investeren in digitale vaardigheden. Onze arbeidsmarkt moet klaargestoomd worden voor de nieuwe digitale revolutie waar wij nu middenin zitten. Werknemers moeten bijblijven.”
“Innovatie stimuleren door bedrijfskosten voor R&D direct aftrekbaar te maken, wat een impuls geeft aan innovatie en investeringen in onderzoek en ontwikkeling.”
“JA21 onderschrijft de ambitie van het Rijk om in 2030 3% van het BBP te investeren in research & development.”
“Het gebruik van AI in de praktijk stimuleren, vooral in het mkb, door in te zetten op slimme data-analyse, automatisering en AI-oplossingen die ondernemers echt helpen. Aan ethische kaders hebben we niet genoeg, het uitgangspunt is productiviteit.”
JA21 wil het aantal subsidieregelingen en administratieve lasten in het onderwijs beperken en meer geld naar het primaire proces laten gaan.
BVNL wil het onderwijs terugbrengen naar basisvaardigheden, minder politieke en ideologische beïnvloeding, en meer regie bij ouders en scholen. Innovatie wordt gestimuleerd door te investeren in onderzoek, technologie en digitale vaardigheden, met nadruk op privacy, cybersecurity en een innovatievriendelijk klimaat voor bedrijven en academici. De partij pleit voor minder bureaucratie, hogere onderwijskwaliteit en bescherming van vrijheid van meningsuiting en privacy in het digitale tijdperk.
BVNL vindt dat het onderwijs zich weer moet richten op rekenen, lezen en schrijven, met minder aandacht voor ideologisch gedreven curriculum. Politieke en ideologische vorming hoort niet thuis op school; opvoeding is primair aan ouders. De partij wil kleinere klassen, minder bureaucratie en meer regie voor ouders en scholen.
“Het curriculum van het basisonderwijs richt zich grotendeels op belangrijke basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen en de kwaliteit hiervan wordt verbeterd.”
“Het hele onderwijs, van basisschool tot en met universiteit, wordt gevrijwaard van politiek-ideologische vorming van welke stroming of richting dan ook. De opvoeding van kinderen ligt primair bij de ouders, niet bij de school of de overheid.”
“Scholen en ouders krijgen samen de regie over de invulling van het onderwijs. De invloed van de Staat wordt drastisch teruggedrongen.”
BVNL wil de kwaliteit van het onderwijs verhogen door het onderwijsniveau niet verder te verlagen, administratielast voor leerkrachten te schrappen en het didactisch model EDI te herstellen. Onderwijsgeld moet direct ten goede komen aan leerlingen en leerkrachten.
“We doen niet aan onderwijsnivellering door het niveau steeds verder naar beneden bij te stellen. Middelmatigheid mag niet de norm zijn.”
“Onderwijsgeld moet gaan naar onderwijs, leerlingen en leerkrachten en deugdelijk verantwoord worden.”
“Op de lerarenopleidingen wordt EDI, Expliciet Directe Instructie hersteld als het leidende didactische model.”
“We schrappen de administratielast voor leerkrachten drastisch en verbeteren de opleiding voor basisschoolleerkrachten.”
BVNL wil een innovatievriendelijk klimaat creëren door te investeren in onderzoek, technologie en samenwerking tussen publieke en private partijen. Digitale vaardigheden worden gestimuleerd via educatieve programma's, en er is aandacht voor cybersecurity, privacy en kunstmatige intelligentie.
“We willen een innovatievriendelijk klimaat creëren waarin bedrijven, startups en academici kunnen gedijen. Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
“We zullen investeren in educatieve programma's voor jongeren, training voor werkenden en ondersteuning bieden aan ouderen om de digitale kloof te overbruggen.”
“BVNL zet zich in voor de stimulering van onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie en andere digitale technologieën zoals quantumtechnologie.”
“Private initiatieven voor cybersecuritytrainingen en digitale scholing om digitale geletterdheid verhogen.”
BVNL benadrukt het belang van privacy en vrijheid van meningsuiting in het digitale tijdperk. De partij wil encryptie beschermen, digitale censuur tegengaan en privacy waarborgen bij de inzet van nieuwe technologieën, ook in het onderwijs.
“Privacy is een fundamenteel recht dat we koesteren en beschermen. BVNL erkent het belang van privacy in het digitale tijdperk en zal doen wat nodig is om de privacy van burgers te waarborgen.”
“De overheid mag geen digitale censuur plegen.”
“Artificial Intelligence (AI) is een welkome innovatie, mits er zorgvuldig mee wordt omgegaan. Het is een taak voor de overheid om na te gaan hoe AI bijvoorbeeld kan worden geïncorporeerd in het onderwijs. Privacy is een groot goed en AI mag geen gevaar worden voor onze privacy.”
De PVV wil het onderwijs terugbrengen naar traditionele basisvaardigheden en pleit voor een verbod op islamitisch onderwijs en het beperken van buitenlandse studenten. Innovatie in het onderwijs wordt expliciet afgewezen; de partij wil geen onderwijsvernieuwingen, maar juist structuur, discipline en politieke neutraliteit. De nadruk ligt op Nederlands als voertaal, herstel van basisvakken, en het weren van wat zij zien als "linkse indoctrinatie".
De PVV ziet het huidige onderwijs als te vernieuwend en ideologisch gekleurd, met als gevolg een dalende kwaliteit en veel functioneel analfabetisme. De partij wil terug naar gestructureerd onderwijs met nadruk op lezen, schrijven, rekenen en vaderlandse geschiedenis, en zonder aandacht voor gender, klimaat of andere maatschappelijke thema’s.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer. Wij willen terug naar het gestructureerde onderwijs van weleer – met leraren die duidelijk uitleggen, begeleiden en controleren. Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie, maar terug naar de basisvaardigheden: rekenen, taal, geschiedenis.”
“Herstel van basisvaardigheden: leer kinderen lezen, schrijven en rekenen”
“Les in vaderlandse geschiedenis”
“Geen klimaat- of woke-indoctrinatie op school”
De PVV beschouwt de groei van islamitisch onderwijs als ongewenst en wil dit verbieden. Daarnaast wil de partij het aantal buitenlandse studenten sterk beperken en bacheloropleidingen volledig in het Nederlands geven, om het onderwijs te behouden voor Nederlandse studenten.
“Verbod op islamitisch onderwijs”
“De PVV wil een maximale inperking van studiemigratie naar ons land. Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken. Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven.”
“Maximale beperking van het aantal buitenlandse studenten”
“Op school én op het schoolplein wordt Nederlands gesproken”
“Bacheloropleidingen volledig in het Nederlands”
De PVV wil dat leraren politiek neutraal zijn en dat opvoedingstaken, zoals het bespreken van maatschappelijke thema’s, bij de ouders liggen. Themaweken zoals de Week van de Lentekriebels worden afgeschaft.
“Politieke neutraliteit van de leraren”
“Geen onderwijs over gender, klimaat of andere linkse indoctrinatie”
“De Week van de Lentekriebels – symbool van seksuele woke-indoctrinatie – schaffen we af in het basisonderwijs.”
“Alles wat niet met basisvaardigheden te maken heeft, zoals politiek, is opvoeding en dus aan de ouders.”
De PVV noemt innovatie in het onderwijs expliciet als ongewenst en pleit voor het stoppen van onderwijsvernieuwingen.
“Wij willen geen onderwijsvernieuwingen meer.”
De SP wil onderwijs volledig gratis maken, investeren in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek, en innovatie stimuleren door publieke regie en het terugdringen van marktwerking. Ze zien onderwijs en innovatie als publieke taken die gericht moeten zijn op maatschappelijke vooruitgang, niet op winst. De partij pleit voor meer waardering van vakmanschap, een leven lang leren, en het versterken van de kennismaatschappij door structurele investeringen in onderwijs, onderzoek en technologische ontwikkeling.
De SP wil dat onderwijs op alle niveaus – van mbo tot universiteit – gratis wordt, zodat iedereen kan leren zonder financiële drempels. Dit moet de kansenongelijkheid verkleinen en studeren voor iedereen mogelijk maken, ongeacht achtergrond.
“Daarom maken we al ons onderwijs gratis en trekken we ons onderwijssysteem de 21ste eeuw in.”
“We beginnen met het schrappen van het lesgeld voor mbostudenten en maken daarna ook studeren op hogescholen en universiteiten gratis.”
“Iedere student krijgt een hogere basisbeurs, zodat studeren geen schuldenval meer is. Het leenstelsel schaffen we definitief af.”
De SP wil fors investeren in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek, waarbij wetenschappers vrij moeten zijn van commerciële druk en marktsturing. Innovatie moet voortkomen uit nieuwsgierigheid en maatschappelijke waarde, niet uit winstbejag.
“We investeren fors in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek. Niet alles hoeft direct toepasbaar of rendabel te zijn. Wat telt is het vertrouwen in de maatschappelijke waarde van kennis.”
“We stoppen met kortetermijndenken en concurrentiedwang binnen de wetenschap. Jonge onderzoekers krijgen ruimte en zekerheid.”
“Onderzoek moet vrij zijn van marktsturing, druk van opdrachtgevers en belangenverstrengeling. Daarom richten we een onafhankelijk fonds op waarin bedrijven geen zeggenschap hebben over de uitvoering of uitkomst van het onderzoek.”
De SP verzet zich tegen het idee dat onderwijs en innovatie verdienmodellen zijn. Ze willen de marktlogica uit het onderwijs halen, internationalisering niet inzetten als verdienstrategie, en privé-onderwijs verbieden.
De SP wil met een Innovatiewet investeren in onderzoek, onderwijs, vakopleidingen en technologische innovatie (zoals AI en robotisering) om de arbeidsproductiviteit te verhogen en de economie toekomstbestendig te maken.
“Met een Innovatiewet zetten we in op onderzoek, onderwijs en vakopleidingen, AI, automatisering en robotisering voor zwaar en repeterend werk. Zo verhogen we de arbeidsproductiviteit en stappen we op de sneltrein naar de economie van de toekomst.”
De SP wil een leven lang leren de norm maken en vakmanschap meer waarderen. Ze investeren in vakopleidingen en maken bij- en omscholing makkelijker toegankelijk voor iedereen.
“Leren stopt niet na je diploma. We maken het makkelijker om je bij te scholen of om te scholen. Voor iedereen en op elke leeftijd. Een leven lang leren wordt de norm, met publieke instellingen als basis.”
“We stoppen de afbraak van ambachtelijke opleidingen en investeren in nieuwe vakopleidingen. Jongeren moeten weer kunnen kiezen voor een vak, zonder stigma en zonder hindernissen.”
De SP wil af van commercieel gedreven leermiddelen en digitale platforms van grote techbedrijven. Ze pleiten voor open en betaalbare leermiddelen, zodat kennis publiek blijft.
“De SP wil dat leermiddelen betaalbaar en herbruikbaar zijn en zet in op open en vrij toegankelijke (digitale) materialen. Zo blijft kennis publiek en houden scholen de regie over hun eigen onderwijs.”
De VVD ziet onderwijs als de sleutel tot economische groei en innovatie, met een sterke focus op aansluiting op de arbeidsmarkt, techniek en basisvaardigheden. Ze willen investeren in innovatie, stimuleren samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en sturen onderwijsinstellingen meer op arbeidsmarktrelevantie. Concrete voorstellen zijn onder andere het versterken van techniekonderwijs, het verhogen van investeringen in onderzoek en innovatie, en het beperken van studieplaatsen zonder arbeidsmarktperspectief.
De VVD wil dat onderwijsinstellingen sterker opleiden voor sectoren waar tekorten zijn, met meer nadruk op techniek, digitale vaardigheden en praktijkgericht leren. Ze sturen op aansluiting met de arbeidsmarkt en willen financiering deels afhankelijk maken van het baanperspectief van afgestudeerden.
“We richten ons onderwijs meer in op techniek en op het opleiden van vakpersoneel. Door leerlingen technische kennis en praktische vaardigheden te leren maken we hen enthousiast voor een toekomst in de techniek.”
“We stimuleren hogescholen en universiteiten om op te leiden voor de arbeidsmarktbehoefte en laten een deel van de bekostiging afhangen van het baanperspectief van afgestudeerde studenten.”
“We beperken de studieplaatsen van studies waar evident geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
“We zorgen voor voldoende middelen en ruimte in regelgeving en stellen het tot doel dat in de toekomst tenminste één Nederlandse universiteit behoort bij de mondiale top-25 en tenminste drie andere bij de top-100.”
De VVD wil de investeringen in onderzoek en innovatie verhogen naar minimaal 3% van het bbp, samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen versterken, en innovatie fiscaal stimuleren. Innovatie wordt gezien als motor voor economische groei en concurrentiekracht.
“We spannen ons in om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Nederland te laten stijgen naar minimaal 3% van de totale omvang van de economie.”
“We breiden de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk uit. Ondernemers die willen investeren in innovatie, kunnen dat zo doen tegen gunstige belastingvoorwaarden.”
“De versterking van onze kennisinfrastructuur wordt vanzelfsprekend ook na 2030 doorgezet richting 2050.”
De VVD wil nauwere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven, met regionale afstemming en praktijkgericht onderwijs, om innovatie te versnellen en beter aan te sluiten op lokale arbeidsmarktbehoeften.
“Zo komen leerlingen op alle niveaus in contact met het lokale en regionale bedrijfsleven.”
“We versterken de samenwerking met universiteiten en kennisinstellingen zodat hun innovaties bijdragen aan economische groei.”
“We stimuleren mbo-instellingen om beter aan te sluiten op de regionale arbeidsmarktbehoefte.”
De VVD benadrukt het belang van digitale vaardigheden in het onderwijs en het beschermen van kennis tegen ongewenste buitenlandse invloed, om innovatie en veiligheid te waarborgen.
“We borgen veilig internet op scholen en privacy in het gebruik van digitale lesmaterialen. Ook trainen we onderwijsprofessionals beter in digitale vaardigheden.”
“Onze kennis moet veilig zijn: Gevoelige kennis mag niet in verkeerde handen vallen. Universiteiten, kennisinstellingen, veiligheidsdiensten en de overheid moeten samenwerken.”
De VVD wil dat bij- en omscholing de norm wordt, met een verplichting voor publiek bekostigde instellingen om hun onderwijsaanbod open te stellen voor volwassenen, vooral gericht op tekortberoepen.
“Een leven lang ontwikkelen wordt de norm: Bij- en omscholing zijn essentieel voor persoonlijke ontwikkeling en economische groei. Publiek bekostigde instellingen worden verplicht om hun onderwijsaanbod beschikbaar te stellen aan volwassenen en werkenden. De prioriteit ligt bij tekortberoepen, mbo en mkb.”
BIJ1 wil het onderwijs radicaal toegankelijker, inclusiever en eerlijker maken, met nadruk op gelijke uitkomsten en het dekoloniseren van het curriculum. Ze pleiten voor gratis onderwijs, het afschaffen van collegegeld, structurele investeringen, en het bestrijden van discriminatie en kansenongelijkheid, met bijzondere aandacht voor mensen met een handicap en het tegengaan van stagediscriminatie. Innovatie wordt vooral gezien in het verbreden van toegang, het versterken van het mbo, en het stimuleren van diversiteit en democratisering binnen onderwijsinstellingen.
BIJ1 wil alle financiële drempels voor onderwijs wegnemen en het systeem toegankelijk maken voor iedereen, ongeacht achtergrond of inkomen. Dit omvat het afschaffen van collegegeld, het verhogen van de basisbeurs, het kwijtschelden van studieschulden, en het gratis maken van kinderopvang. Hiermee willen ze structurele ongelijkheid en uitsluiting tegengaan.
“Het collegegeld schaffen we af: beroepsonderwijs en de universiteit worden gratis. De basisbeurs maken we fors hoger naar een leefbaar niveau, voor inwonende en uitwonende studenten. Studieschulden van de ‘pechgeneratie’ schelden we kwijt.”
“Kinderopvang wordt helemaal gratis. Ook naschoolse activiteiten subsidiëren we flink. School wordt een ontmoetingsplek waar kinderen veilig de hele dag kunnen verblijven.”
BIJ1 streeft niet alleen naar gelijke kansen, maar naar gelijke uitkomsten voor alle leerlingen, en wil het onderwijs dekoloniseren door structureel aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis en het bestrijden van racisme en discriminatie in het curriculum en de schoolpraktijk.
“Wij zetten niet in op gelijke kansen - wij eisen de kans op een gelijke uitkomst op voor iedereen. Wat je achtergrond ook is.”
“We zetten ons actief in voor het dekoloniseren van het onderwijs door structureel meer aandacht te besteden aan de koloniale geschiedenis. We rekenen af met de focus op Europa en lesmateriaal dat racisme in de hand werkt.”
“Scholen stoppen onmiddellijk met lesmateriaal die koloniale misdadigers verheerlijken. De slavernij en koloniale geschiedenis krijgt een zichtbare plek in het lesmateriaal van het basis- en voortgezet onderwijs.”
Het onderwijs moet volledig toegankelijk worden voor mensen met een handicap, met extra budget voor ondersteuning, recht op thuisstudie, en meer onafhankelijke begeleiding. BIJ1 wil dat zoveel mogelijk kinderen met een handicap kunnen deelnemen aan regulier onderwijs.
“Scholen moeten volledig toegankelijk worden voor leerlingen met een handicap en we maken extra budget vrij voor de ondersteuning van deze leerlingen. We vormen het onderwijs zo om dat zoveel mogelijk kinderen met een handicap aan het reguliere onderwijs kunnen meedoen.”
“We werken aan toegankelijk onderwijs door het recht op thuisstudie vast te leggen. Ook komt er meer (onafhankelijke) ondersteuning, zodat mensen met een handicap beter en naar eigen wensen kunnen studeren. Bijvoorbeeld door online colleges te faciliteren.”
BIJ1 wil het mbo versterken en verbreden, meer kleinschalige vakscholen oprichten, en de toegang tot theoretisch en wetenschappelijk onderwijs vergemakkelijken, onder andere door schakelprogramma’s en het wegnemen van drempels voor werkenden.
“Het mbo maken we sterker en breder, en er komen meer kleinschalige vakscholen. De toegang tot het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs maken we makkelijker. Bijvoorbeeld door drempels voor werkende mensen weg te nemen, en door schakelprogramma’s zoals pre-masters.”
BIJ1 wil dat besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten democratisch verkozen worden, met verplichte diversiteitscommissies en -quota in alle onderwijs- en bestuurslagen.
“Besturen en raden van toezicht van mbo’s, hogescholen en universiteiten worden democratisch verkozen. Dat gebeurt via democratisch verkozen raden van medewerkers en studenten, op centraal en facultair niveau. Elke instelling krijgt een diversiteitscommissie en er komen diversiteitsquota in alle onderwijs- en bestuurslagen in het theoretisch en wetenschappelijk onderwijs.”
BIJ1 wil discriminatie, onderadvisering en stagediscriminatie in het onderwijs actief bestrijden, onder andere door selectie en toetsing te hervormen en stagediscriminatie streng aan te pakken.
“We gaan discriminatie zoals onderadviseren, stagediscriminatie en het onnodig problematiseren van gedrag van kinderen van kleur tegen.”
“Bedrijven die discrimineren in hun selectie voor stagiairs krijgen boetes en sluiten we uit van overheidsopdrachten en subsidies.”
“We zetten ons actief in om onderadvisering tegen te gaan. De selectie en toetsing van basisschoolleerlingen voor het voortgezet onderwijs moet anders, en op een later moment.”
De SGP pleit voor een stabiel, minder gereguleerd onderwijssysteem waarin de overheid randvoorwaarden schept maar zich terughoudend opstelt in de dagelijkse praktijk. Innovatie wordt vooral gestimuleerd via praktijkgericht onderzoek, versterking van het beroepsonderwijs en nauwere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, met bijzondere aandacht voor regionale behoeften en aansluiting op de arbeidsmarkt.
De SGP vindt dat het onderwijs gebukt gaat onder te veel regels en grillig beleid. Ze willen dat de overheid zich beperkt tot het scheppen van randvoorwaarden en het bewaken van het stelsel, zodat scholen en professionals meer ruimte krijgen voor hun kerntaken en innovatie.
“Het onderwijs zucht onder de groeiende last van wetten, regels en verantwoording, de versnippering van de bekostiging en de grilligheid van het beleid. Het is hoog tijd dat de overheid een meer bescheiden rol vervult.”
“Binnen een duidelijk speelveld is het echt aan de spelers om het spel te spelen. Meer vertrouwen in professionele leerkrachten, bestuurders en ondersteuning is dus nodig.”
De SGP wil innovatie stimuleren door meer geld te investeren in praktijkgericht onderzoek, vooral via hogescholen en in samenwerking met het regionale mkb. Ook wordt publiek-private samenwerking financieel aantrekkelijker gemaakt.
“Er komt meer geld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen in samenwerking met het regionale mkb.”
“De overheid draagt voortaan 50% bij aan publiek-private samenwerking in plaats van 30%.”
“De financiering van praktijkgericht onderzoek wordt versterkt. Het praktijkgericht onderzoek krijgt een substantiëler aandeel in de verdeling van onderzoeksmiddelen.”
De SGP ziet het beroepsonderwijs als essentieel voor innovatie en het draaiend houden van maatschappelijke sectoren. Ze willen nauwere samenwerking tussen bedrijven en beroepsonderwijs, een wettelijke opdracht voor leven lang leren, en betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
“Bedrijven worden gestimuleerd en ondersteund om langjarige samenwerking aan te gaan met het beroepsonderwijs.”
“Leven lang leren wordt opgenomen als wettelijke opdracht voor het mbo en hbo.”
“Het beroepsonderwijs is een slagader voor de ontwikkeling van onze samenleving en economie.”
De SGP wil innovatie in de maakindustrie bevorderen door arbeidsbesparende technologie te stimuleren en bedrijfs(vak)scholen financieel te ondersteunen, zodat de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbetert.
“Ondernemingen die veel gebruikmaken van laagbetaalde, veelal buitenlandse medewerkers stimuleren we in te zetten op arbeidsbesparende technologie en slimmer werken.”
“De start van bedrijfs(vak)scholen bij mkb-bedrijven wordt financieel gestimuleerd.”
“De maakindustrie moet momenteel enorm veel moeite doen om nog geschikte medewerkers aan te trekken, mede ook doordat studeren aan een HBO-instelling maatschappelijk gezien nog steeds te veel wordt gestimuleerd ten koste van het MBO.”
Volt wil het onderwijs toekomstbestendig maken door digitale vaardigheden, kunstmatige intelligentie en innovatie centraal te stellen in het curriculum en de infrastructuur. Ze pleiten voor structurele investeringen in onderwijs, onderzoek en een sterke koppeling tussen onderwijs en innovatie, met nadruk op gelijke kansen, digitale geletterdheid en Europese samenwerking. Volt kiest voor concrete maatregelen zoals verplichte digitale basisvaardigheden, publieke digitale infrastructuur, meer investeringen in onderzoek en het stimuleren van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Volt ziet digitale geletterdheid en kennis van kunstmatige intelligentie als essentiële basisvaardigheden voor de toekomst en wil deze verplicht opnemen in het onderwijs. Dit moet leerlingen voorbereiden op een snel veranderende arbeidsmarkt en samenleving.
“Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs. Volt pleit voor de ontwikkeling van een nationale strategie en de verplichting van leren programmeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.”
“Volt pleit ervoor dat middelbare scholieren leren over kunstmatige intelligentie (AI) en hoe deze technologie verantwoord wordt ingezet.”
Volt wil dat scholen onafhankelijk kunnen werken met een publieke digitale infrastructuur, zodat privacy, transparantie en digitale autonomie gewaarborgd zijn en afhankelijkheid van commerciële platforms wordt verminderd.
“Volt pleit voor een publieke digitale infrastructuur in het onderwijs, zodat scholen onafhankelijk...”
“Studenten en docenten moeten veilig en toegankelijk kunnen werken in één digitale omgeving, met functies voor roosters, studiemateriaal, opdrachten, communicatie, toetsen en loopbaangegevens, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms of softwarebedrijven. Deze publieke leeromgeving is open-source en voldoet aan hoge standaarden op het gebied van privacy, transparantie en digitale autonomie.”
Volt wil structureel meer investeren in onderwijs, onderzoek en wetenschap om de kenniseconomie te versterken en innovatie te stimuleren. Dit moet Nederland aantrekkelijker maken voor toptalent en internationale samenwerking bevorderen.
“We draaien per direct de bezuinigingen op het onderwijs terug en verhogen het totale budget voor onderwijs, onderzoek en wetenschap. We investeren dit geld in de basis van onze kenniseconomie, het menselijk kapitaal van ons land.”
“Volt zorgt voor vaste, langetermijnfinanciering van fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek. Zo hebben onderzoekers en kennisinstellingen structurele zekerheid om risicovolle en innovatieve projecten op te zetten.”
Volt wil de samenwerking binnen de EU op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie versterken, onder andere door diploma-erkenning, gezamenlijke projecten en het opzetten van een ‘Silicon Europa’.
“Daarnaast versterken we in de Europese Unie (EU) de samenwerking in het onderwijs en de wetenschap, zodat werken, innoveren en studeren over de grens makkelijker wordt.”
“We stimuleren innovatie door een Silicon Europa op te zetten. Dit wordt een ecosysteem waar kennis, kapitaal en overheid samenkomen om hightech producten en diensten te ontwikkelen.”
“Diploma’s in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs moeten uiteindelijk in heel de EU erkend worden.”
Volt wil de aansluiting tussen onderwijs, arbeidsmarkt en innovatie verbeteren door regionale samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en door het curriculum te vernieuwen met relevante vaardigheden.
“We moeten meer investeren in de regionale samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven, om zo de regionale economie en leefbaarheid te bevorderen.”
“We gaan kritisch naar het huidige curriculum kijken, waarbij we ons onderwijsstelsel toekomstbestendig maken. We stellen prioriteiten door enkele kerndoelen in samenspraak met de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) te schrappen of te herzien. Daardoor komt er meer ruimte voor vakken die onze kinderen beter voorbereiden op een complexe maatschappij en veranderende arbeidsmarkt.”
GroenLinks-PvdA wil fors investeren in onderwijs en innovatie, waarbij samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven centraal staat. Ze keren bezuinigingen terug, verhogen de publieke financiering voor onderzoek en innovatie, en stimuleren een leven lang leren met ontwikkelbudgetten en gelijke kansen voor alle studenten. De partij legt nadruk op het toegankelijk en inclusief maken van onderwijs, het versterken van digitale vaardigheden, en het verminderen van commerciële invloeden.
GroenLinks-PvdA wil de bezuinigingen op onderwijs terugdraaien en structureel investeren in onderzoek en innovatie, met als doel Nederland te laten voldoen aan internationale doelstellingen. Regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en mbo wordt als essentieel gezien om innovatie te stimuleren en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken.
“We draaien de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet terug en investeren fors in onderzoek, wetenschap en innovatie.”
“We werken toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Hierbij is regionale samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en het mbo van groot belang.”
De partij streeft naar gelijke rechten voor mbo-, hbo- en wo-studenten, zowel qua toegang tot studentenvoorzieningen als qua financiële ondersteuning. Dit moet de kansenongelijkheid verminderen en innovatiekracht vergroten door een bredere talentenpool.
“Alle studenten zijn gelijk. We willen gelijke rechten voor alle studenten, of je nu mbo-, hbo- of een wo-opleiding volgt.”
“Mbo-studenten krijgen dezelfde mogelijkheden als andere studenten als het gaat om bijvoorbeeld de introductieweek en lidmaatschap bij studenten-, sport-, of gezelligheidsverenigingen.”
Om innovatie en aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt te stimuleren, introduceert GroenLinks-PvdA een leerrecht voor om- en bijscholing, ondersteund door ontwikkelbudgetten. Dit beleid richt zich op het vergroten van digitale vaardigheden en het inspelen op technologische ontwikkelingen zoals AI.
“Er komt een leerrecht voor iedere Nederlander voor om- en bijscholing. Ook vaardigheden die buiten het directe beroep liggen komen daarvoor in aanmerking.”
“In samenwerking met het bedrijfsleven zorgt de overheid voor een ontwikkelbudget. Zo kan het hele werkzame leven ingezet worden op het volgen van opleidingen en cursussen.”
De partij wil digitale geletterdheid en mediawijsheid als vast onderdeel van het curriculum, zodat jongeren voorbereid zijn op een innovatieve en digitale samenleving. Daarbij wordt gewaakt voor negatieve effecten van digitalisering, zoals verslavende algoritmen.
“Mediawijsheid en digitale geletterdheid worden een vast onderdeel van het onderwijscurriculum. Elke jongere moet voldoende geletterd en gecijferd het onderwijs verlaten.”
“Kerndoelen zoals lezen, schrijven en kritisch nadenken mogen niet lijden onder het gebruik van AI.”
GroenLinks-PvdA wil de commercialisering in het onderwijs tegengaan, zodat publieke middelen volledig ten goede komen aan onderwijs en innovatie. Ze pleiten voor transparantere leermiddelenmarkten en het beperken van commerciële bijlesbureaus.
“De commercialisering in het onderwijs moet stoppen. Publiek geld moet naar het onderwijs gaan, en niet naar winsten.”
“De leermiddelenmarkt moet worden hervormd. De verdienmodellen van educatieve uitgeverijen moeten transparanter.”
De Partij voor de Dieren wil het onderwijs toekomstbestendig, inclusief en duurzaam maken, met meer aandacht voor individuele ontwikkeling en maatschappelijke relevantie. Ze investeren in praktijkgericht onderwijs, democratisering van onderwijsinstellingen, structurele financiering en stimuleren innovatie gericht op duurzaamheid en circulaire economie. Hun visie legt de nadruk op toegankelijkheid, kwaliteit boven kwantiteit, en onafhankelijkheid van wetenschap en onderwijs.
De PvdD vindt dat onderwijs beter moet aansluiten op de toekomstige, duurzame arbeidsmarkt en wil investeren in praktijkgericht onderwijs en circulaire ambachten. Dit moet innovatie bevorderen en zorgen voor voldoende vakmensen in sectoren als duurzame energie en circulaire economie.
“Het onderwijs moet beter aansluiten op toekomstige behoeften, waardoor mensen worden opgeleid voor een toekomstbestendige en duurzame arbeidsmarkt. Hierdoor gaan circulaire ambachten die juist heel hard nodig zijn, zoals reparatie of houtbewerking, niet verloren door vergrijzing. We investeren in praktijkgericht middelbaar beroepsonderwijs waardoor er ook in de toekomst voldoende vakmensen zijn.”
“We stimuleren de ontwikkeling van lesmateriaal dat bijdraagt aan de transitie naar een circulaire economie.”
“Het opleiden (en omscholen) van vakmensen in onder andere duurzame energie, duurzaam bouwen en duurzaam voedsel, is van cruciaal belang. Door leer-werk-onderwijs te stimuleren, zijn nieuwe vakmensen meteen klaar om aan de slag te gaan.”
De partij wil structurele in plaats van tijdelijke investeringen, kleinere klassen, meer handen in de klas en meer aandacht voor individuele leerlingen. Innovatie wordt gezocht in het toegankelijk en inclusief maken van onderwijsfaciliteiten en het democratiseren van onderwijsinstellingen.
“Investeringen in het onderwijs worden structureel, in plaats van tijdelijke en steeds wisselende subsidies. Hierdoor kunnen scholen zelf lange-termijnbeleid ontwikkelen dat kwalitatief en inclusief onderwijs ten goede komt.”
“Er wordt geld en expertise vrijgemaakt om onderwijsfaciliteiten écht toegankelijk en inclusief te maken.”
“Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten worden gedemocratiseerd: studenten en docenten krijgen meer invloed in de medezeggenschapsraden. Bestuurders worden gekozen, in plaats van benoemd door de minister.”
De PvdD wil dat wetenschappelijk onderzoek onafhankelijk blijft van commerciële belangen en dat innovatie zich richt op maatschappelijke uitdagingen zoals duurzaamheid, gezondheid en sociale rechtvaardigheid. Ze pleiten voor meerjarige publieke financiering en open toegang tot onderzoeksresultaten.
“De onafhankelijkheid en de kwaliteit van de wetenschap wordt beschermd en vergroot. Wetenschap mag niet onderworpen worden aan de markt of commerciële belangen.”
“De overheid investeert extra geld in onderzoek dat bijdraagt aan een groene, gezonde, sociale en rechtvaardige maatschappij.”
“Wetenschappelijk onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet dus toegankelijker worden. Daarom wordt de Open Access- en Open Science-beweging gesteund en gefinancierd.”
De partij wil de financiële groeiprikkel bij universiteiten en hogescholen verminderen en de bekostiging baseren op kwaliteit en maatschappelijke relevantie, niet op studentenaantallen. Dit moet innovatie en onderwijs verbeteren.
“De sterke financiële groeiprikkel van universiteiten en hogescholen wordt daarom gereduceerd door in de bekostiging van deze instellingen het vaste deel te vergroten, en het variabele, studentgebonden deel te verkleinen.”
50PLUS legt in haar verkiezingsprogramma de nadruk op het versterken van basisvaardigheden in het onderwijs en het bevorderen van een leven lang leren, met speciale aandacht voor ouderen. Innovatie wordt vooral gezien in het kader van digitale vaardigheden en technologische ondersteuning voor ouderen, waarbij samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden wordt gestimuleerd. De partij pleit voor laagdrempelige, toegankelijke scholing en het voorkomen van monopolies in het onderwijsbestuur.
50PLUS vindt dat het onderwijs zich moet richten op het verbeteren van basisvaardigheden zoals taal en rekenen, omdat eerdere hervormingen hierin tekort zijn geschoten. Daarnaast wil de partij betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden om aansluiting bij de arbeidsmarkt te verbeteren.
De partij ziet blijvend leren als essentieel voor zelfstandigheid en betrokkenheid van ouderen, en wil daarom een nationaal programma voor laagdrempelige, betaalbare scholing en digitale vaardigheidstraining. Lokale leerpunten in bibliotheken en buurthuizen moeten dit faciliteren.
“Een Nationaal Programma Leven Lang Leren, met betaalbare en laagdrempelige scholing, digitale vaardigheidstraining en culturele vorming voor ouderen.”
“Lokale leerpunten in bibliotheken, buurthuizen en seniorenverenigingen waar ouderen terecht kunnen om te oefenen met taal, rekenen en digitale toepassingen.”
Om keuzevrijheid en kwaliteit te waarborgen, wil 50PLUS voorkomen dat schoolbesturen een monopoliepositie krijgen in bepaalde regio’s.
“Het voorkomen van de monopolypositie voor schoolbesturen in bepaalde regio’s.”
Innovatie wordt door 50PLUS vooral gezien als het inzetten van technologie, zoals AI, om het leven van ouderen te vergemakkelijken en hun digitale zelfredzaamheid te vergroten. Gemeenten krijgen een wettelijke taak om digitale inclusie te waarborgen.
“Kunstmatige Intelligentie (AI) in dienst van ouderen. AI biedt enorme kansen voor ouderen. 50PLUS omarmt technologie die het leven makkelijker maakt, zorg verbetert en ouderen langer zelfstandig laat wonen.”
“Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen.”
Het CDA ziet onderwijs en innovatie als de motor van het toekomstig verdienvermogen van Nederland en wil investeren in sterke basisvaardigheden, samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, en technologische innovatie. Ze pleiten voor meer regie op samenwerking en specialisatie in het hoger onderwijs, structurele investeringen in onderzoek en sleuteltechnologieën, en een leven lang ontwikkelen voor iedereen. Concrete voorstellen zijn onder andere het Kennispact met het hoger onderwijs, het behalen van de Lissabon-doelstelling voor R&D-investeringen, en het stimuleren van regionale kennis- en innovatie-ecosystemen.
Het CDA wil dat hoger onderwijsinstellingen zich specialiseren en samenwerken binnen regionale kennisecosystemen, met minder nadruk op studentenaantallen en meer op kwaliteit en regionale kracht. Dit moet innovatie stimuleren en het onderwijs beter laten aansluiten op de arbeidsmarkt.
“Met het hoger onderwijs sluiten we een Kennispact. Daar hoort bij dat er meer regie komt op samenwerking en specialisatie. Bekostiging van hogere onderwijsinstellingen wordt minder gericht op aantallen studenten. We kiezen voor hoger onderwijsinstellingen als onderdeel van regionale kennisecosystemen waarin ieder doet waar hij goed in is.”
Het CDA wil dat Nederland voldoet aan de Lissabon-doelstelling om 3% van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie, met een duidelijke focus op sleuteltechnologieën als AI, quantum-computing en groene chemie. Hiermee willen ze het toekomstig verdienvermogen en de internationale positie van Nederland versterken.
“Nederland moet voldoen aan de Lissabon-doelstelling om 3 procent van het bbp te investeren in onderzoek en innovatie (R&D), waarvan 1 procent door de overheid en 2 procent privaat. Daarvoor investeren we in wetenschappelijk en toegepast onderzoek en valorisatie dat zich richt op de sleuteltechnologieën van de toekomst, zoals AI, quantum-computing, groene chemie, batterijtechnologie en biotechnologie.”
Het CDA ziet samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, overheden en regionale ontwikkelingsmaatschappijen als essentieel voor innovatie. Ze willen bestaande regionale ecosystemen versterken en Nederlandse toponderzoeksinstellingen beter positioneren om innovatie aan te jagen.
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, grote bedrijven, beginnende start-ups, lokale overheden en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Brainport Eindhoven, Watertechnologiecentrum Wetsus, Circular Innovation Valley Noord-Nederland, Regio Foodvalley en Leiden Bio Science Park zijn goede voorbeelden.”
“Wij willen Nederlandse toponderzoeksinstellingen beter in stelling brengen om innovatie aan te jagen. Wij zien grote kansen op het gebied van onder andere technologieën als groene chemie, waterstof, synthetische brandstoffen, groen gasproductie, efficiëntere CO₂-vrije opslag en flexibiliteit, negatieve emissies en kleine modulaire kernreactoren.”
Het CDA wil het formele onderwijs beter inrichten voor om-, her- en bijscholing gedurende het werkzame leven. Ze pleiten voor leerrechten voor werkenden en werkzoekenden, meer flexibele en vraaggerichte opleidingen, en wettelijke erkenning van deelopleidingen.
“Er komen leerrechten voor werkenden en werkzoekenden. Deze zijn bij alle erkende opleidingen te besteden. We willen meer flexibel en vraaggericht aanbod en wettelijke erkenning van deelopleidingen en duale trajecten op het hbo en wo.”
Het CDA benadrukt het belang van vakonderwijs en techniek, met meer samenwerking tussen mbo, bedrijfsleven en overheid, baangaranties in tekortsectoren, en een wettelijke stagevergoeding. Dit moet het tekort aan technische vakmensen en de aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren.
“We zetten in op een nieuw mbo-pact voor langjarige zekerheid met een verbeterde bekostiging, meer samenwerking met het bedrijfsleven en werkgevers en een grotere rol op het gebied van leven lang ontwikkelen.”
“Er komen afspraken met brancheorganisaties voor baangaranties en een publiek-privaat stagefonds specifiek voor tekortsectoren. Daarnaast voeren we een wettelijke stagevergoeding in voor stages in het mbo en hoger onderwijs.”