BIJ1 is radicaal tegen het NAVO-lidmaatschap en pleit voor volledige Nederlandse neutraliteit, in scherp contrast met partijen als D66 die de NAVO steunen. BIJ1 wil binnen vier jaar uit de NAVO treden, geen extra geld naar defensie of het NAVO-budget sturen, en alle NAVO- en VS-bases sluiten. Hun visie is dat militaire bondgenootschappen de wapenindustrie en oorlogen aanjagen, en dat Nederland moet kiezen voor ontwapening, vrede en humanitaire investeringen.
BIJ1 wil dat Nederland het NAVO-lidmaatschap volledig beëindigt en kiest voor een neutrale positie in internationale conflicten. Ze zien de NAVO als een machtsblok dat oorlogen en de wapenindustrie stimuleert, en willen dat Nederland zich hieraan onttrekt om echte vrede en veiligheid te bevorderen.
“Nederland start direct het traject om uit de NAVO te treden en voltooit dit binnen 4 jaar.”
“Nederland sluit alle NAVO- en VS-bases op eigen grondgebied, stopt de opslag van kernwapens in het Nederlandse dorp Volkel en loopt weg van de militaire infrastructuur van het westerse machtsblok.”
“Alle NAVO- en VS-bases op Nederlands grondgebied sluiten we binnen 2 jaar. Kernwapens verwijderen we onmiddellijk.”
BIJ1 weigert elke verhoging van het defensiebudget of het NAVO-budget en wil geen overheidsmiddelen meer besteden aan militaire doeleinden. Ze stellen dat dit geld beter kan worden ingezet voor zorg, onderwijs en humanitaire hulp.
BIJ1 wil internationale samenwerking voor noodhulp en vredesinterventies organiseren buiten de NAVO en EU, onder democratische controle en zonder militair mandaat. Ze zien militaire bondgenootschappen als obstakel voor echte vrede.
“Nederland investeert in een internationaal netwerk van solidaire landen voor noodhulp, rampenopvang en civiele vredesinterventies, buiten NAVO en EU om — onder democratische controle, zonder militair mandaat.”
“We strijden voor een einde aan de escalerende invloed van militaire bondgenootschappen die de winstdrang van de wapenindustrie regeren.”
BIJ1 wil dat de NAVO geen rol speelt in vredesonderhandelingen rond Oekraïne, omdat zij de NAVO als partij in het conflict zien en de VS van andere belangen beschuldigen.
“Vredesonderhandelingen houden we met neergelegde wapens en faciliteren neutrale en dus niet-NAVO-landen. Omdat de NAVO partij is...”
JA21 positioneert zich als een uitgesproken NAVO-partij die inzet op het versterken van de Nederlandse krijgsmacht en het nakomen van NAVO-verplichtingen, met nadruk op nationale soevereiniteit en afwijzing van een EU-leger. De partij wil fors investeren in defensie, de NAVO-norm wettelijk verankeren en benadrukt het belang van trans-Atlantische samenwerking, maar zonder afhankelijkheid van de VS. JA21 onderscheidt zich hiermee duidelijk van partijen als D66, die doorgaans meer EU-integratie en Europese defensiesamenwerking nastreven.
JA21 ziet de NAVO als de hoeksteen van de Nederlandse veiligheid en wil dat Nederland volledig voldoet aan de NAVO-verplichtingen, inclusief forse investeringen in defensie. De partij heeft de 2% NAVO-norm wettelijk verankerd en wil deze verder verhogen.
“Een krijgsmacht die volledig voldoet aan de opgedragen taken ter verdediging van het Nederlands grondgebied en NAVO-grondgebied.”
“JA21 heeft de afgelopen jaren bewezen dé defensiepartij van Nederland te zijn, met onder meer de hoogste doorgerekende defensie-uitgaven in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2023, en het wettelijk verankeren van de 2% NAVO-norm.”
“Lineair groeien naar uitgaven van 5% van het BBP in 2035.”
JA21 bevestigt haar loyaliteit aan de NAVO, maar wijst een EU-leger en militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang af. De partij wil geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning, maar wel een sterke trans-Atlantische band.
“We bevestigen onze loyaliteit in NAVO-verband, militair, diplomatiek en financieel. Tegelijk blijven we als eerste alert op onze eigen soevereiniteit, en steunen dus geen EU-leger buiten NAVO, geen militair optreden zonder Nederlands belang, en geen afhankelijkheid van Amerikaanse ondersteuning voor strategische capaciteiten.”
“Geen EU-leger en geen militaire inzet zonder aantoonbaar Nederlands belang of mandaat.”
“Inzetten op versterking van de trans-Atlantische band met de Verenigde Staten, Canada en Latijns-Amerika.”
“Niet meegaan in het toenemende anti-Amerikanisme: Nederland en de Verenigde Staten zijn bondgenoten. Tegelijkertijd bouwen we aan een meer gelijkwaardige relatie door eenzijdige afhankelijkheden te verminderen en Defensie te versterken.”
JA21 steunt Oekraïne in haar strijd, maar is expliciet tegen NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne.
“Oekraïne onverminderd steunen in haar strijd voor onafhankelijkheid maar niet toelaten tot de NAVO en de Europese Unie.”
JA21 onderschrijft de NAVO-afspraak om 1,5% van het BBP te investeren in cyberveiligheid en wil dit centraal en effectief organiseren.
“In NAVO-verband is daarom afgesproken dat 1,5% van het BBP moet worden geïnvesteerd in cyberveiligheid, kritieke infrastructuur en innovatie. JA21 staat achter deze afspraak en zet in op een stevige en centrale aanpak van deze investering onder één verantwoordelijk ministerie, met één vaste Kamercommissie, en onder scherpe toetsing op effectiviteit.”
BVNL wil dat Nederland soeverein blijft binnen de NAVO en zich strikt houdt aan de oorspronkelijke defensieve doelstellingen van het bondgenootschap. Zij zijn tegen NAVO-operaties buiten het NAVO-grondgebied en willen de defensie-uitgaven beperken tot de afgesproken 2% van het BNP, in tegenstelling tot partijen als D66 die vaak meer internationale betrokkenheid en integratie nastreven. BVNL benadrukt het belang van nationale zeggenschap en het vermijden van inmenging in buitenlandse conflicten.
BVNL vindt dat de NAVO uitsluitend een verdedigingsbondgenootschap moet zijn en dat Nederland zich niet moet mengen in oorlogen buiten het NAVO-grondgebied. Dit standpunt is een reactie op partijen als D66 die vaker internationale militaire missies steunen. BVNL wil terug naar de oorspronkelijke NAVO-afspraken en geen uitbreiding van taken of betrokkenheid.
“Daarnaast zijn we lid van de NAVO op grond van de oorspronkelijke afspraken, namelijk dat het een bondgenootschap is uitsluitend ter verdediging van de lidstaten.”
“Nederland mengt zich niet in oorlogen waar wij niets mee te maken hebben en we streven altijd naar diplomatieke onderhandelingen.”
“Er worden geen operaties of oorlogen financieel of militair gesteund buiten het NAVO-grondgebied.”
“We houden ons aan onze NAVO-verplichtingen, maar we steunen geen oorlogen buiten het NAVO-grondgebied met materieel of personeel.”
BVNL wil dat Nederland voldoet aan de afgesproken NAVO-norm van 2% van het BNP voor defensie-uitgaven, maar is tegen verdere verhogingen. Dit is een duidelijke afwijzing van voorstellen om de defensiebegroting verder te verhogen, zoals soms door andere partijen wordt bepleit.
BVNL verzet zich tegen het overhevelen van nationale zeggenschap naar supranationale organisaties, waaronder de NAVO. Zij willen dat Nederland zelfstandig blijft beslissen over defensie en internationale inzet.
“We moeten stoppen met het overhevelen van zeggenschap naar ongekozen supranationale organen zoals de WHO, de EU, de VN en de NAVO.”
Het CDA ziet de NAVO als de hoeksteen van de Nederlandse en Europese veiligheid, maar wil daarnaast een sterkere Europese defensiesamenwerking en strategische autonomie binnen de NAVO. Het CDA pleit voor forse verhoging van de defensie-uitgaven tot boven de NAVO-norm, een volwaardige Europese pijler in de NAVO, en het nakomen van NAVO-afspraken. D66 wordt niet genoemd of besproken in de relevante fragmenten.
Het CDA wil dat Nederland zich volledig committeert aan de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp aan defensie-uitgaven, met concrete stappen richting 2030. Dit wordt gezien als noodzakelijk om de veiligheid van Nederland en het NAVO-verdragsgebied te waarborgen.
“Nederland committeert zich aan de afspraken van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en de nieuwe NAVO-norm om uiterlijk in 2035 3,5 procent van het bbp uit te geven aan defensie. In de komende periode willen we de eerste stap naar 2030 zetten.”
“De inzet van de krijgsmacht is primair het afschrikken van agressie en het voorkomen van oorlog in Nederland en in het NAVO-verdragsgebied.”
Het CDA streeft naar een volwaardige Europese pijler binnen de NAVO, met als doel op termijn volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid. Dit moet de afhankelijkheid van andere NAVO-partners verminderen en Europa in staat stellen zelfstandig op te treden.
“We willen dat Nederland vooroploopt in het ontwikkelen van een volwaardige Europese pijler in de NAVO, met een Europese Veiligheidsraad. We bouwen onze afhankelijkheden af en streven – op termijn – naar volledige Europese strategische autonomie op het gebied van defensie en veiligheid.”
Het CDA koppelt de NAVO-verplichtingen aan investeringen in modernisering van de krijgsmacht en versterking van de Europese defensie-industrie, zodat Nederland en Europa beter voorbereid zijn op nieuwe dreigingen.
“We zetten de extra defensie-uitgaven in voor het versterken en moderniseren van onze krijgsmacht. Die moet beschikken over hoogwaardig materieel waarvan de eisen in Europees verband zijn afgestemd.”
“We zetten in op een innovatieve Nederlandse en Europese defensie-industrie en bouwen de productiecapaciteit uit.”
Het CDA benadrukt dat de NAVO de basis blijft voor de collectieve veiligheid, maar dat Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen en autonomer moet worden, mede gezien de veranderende houding van de Verenigde Staten.
BBB ziet de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en wil dat Nederland weer een serieuze en betrouwbare NAVO-partner wordt. De partij pleit voor forse investeringen in Defensie, een eerlijke lastenverdeling binnen de NAVO, en het vermijden van financiering via Europese schulden of giften. BBB onderscheidt zich door te kiezen voor een realistisch groeipad richting hogere defensie-uitgaven, gekoppeld aan concrete voorwaarden en investeringen die ook de Nederlandse economie en regio’s versterken.
BBB benadrukt het belang van de NAVO voor de Nederlandse veiligheid en streeft ernaar dat Nederland weer een serieuze en betrouwbare speler binnen het bondgenootschap wordt. Dit betekent investeren in militaire slagkracht en het nakomen van NAVO-verplichtingen.
“Onze ambitie is duidelijk: Nederland wordt weer een serieuze en betrouwbare speler binnen de NAVO en wereldwijd. De NAVO blijft de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid.”
BBB wil fors investeren in Defensie, met als doel de NAVO-norm te halen en zelfs te groeien naar 3,5% BBP in 2035, mits aan duidelijke voorwaarden wordt voldaan. De partij koppelt deze investeringen aan nationale belangen en economische versterking.
“BBB onder schrijft het belang van een sterke en geloofwaardige krijgsmacht die beschermt wat ons Nederland dierbaar is. We steunen daarom het streven naar een versterking van de NAVO en het verhogen van de Nederlandse defensieuitgaven. In dat kader is BBB bereid om het door het CPB geschetste ingroeipad naar 3,5% BBP in 2035 als uitgangspunt te nemen...”
“Daarom hanteren we als BBB tien duidelijke voorwaarden, waaronder een eerlijke lastenverdeling tussen NAVOpartners, geen financiering via Europese schulden of giften en een groeipad dat aanpas baar is bij veranderende dreigingen.”
“Na 2030 gelden voor ons duidelijke voorwaarden voor verdere verhoging van onze defensieuitgaven, zoals een eerlijke verdeling van kosten binnen de NAVO en geen financiering via Europese schulden of giften.”
BBB wil de Nederlandse bijdrage aan de NAVO versterken door een permanente brigade in Polen of Litouwen te stationeren en te investeren in modern materieel, waaronder een tweede tankbataljon en geavanceerde drones.
“Om de geoefendheid van onze eenheden en geloofwaardigheid binnen de NAVO te vergroten zal Nederland een volledige brigade permanent in Polen of Litouwen positioneren.”
“Nederland zal overgaan op aanschaf van een tweede tankbataljon diep geïntegreerd met onbemande systemen, wezenlijk voor de slagkracht van onze landmacht en onze bijdrage aan de NAVO.”
De ChristenUnie wil de NAVO versterken door te voldoen aan de nieuwe NAVO-norm en de Europese samenwerking binnen de NAVO uit te breiden, met behoud van nationale zeggenschap over de inzet van Nederlandse troepen. Ze pleiten voor forse investeringen in defensie, meer Europese defensiesamenwerking en een integrale veiligheidsbenadering waarin militaire en civiele middelen samenkomen.
De ChristenUnie vindt het noodzakelijk om fors te investeren in defensie om de NAVO-norm te halen (3,5% van het BBP in 2035) en zo de vrijheid en veiligheid van Nederland en bondgenoten te waarborgen. Dit is een reactie op de Russische dreiging en de noodzaak om minder afhankelijk te zijn van de VS.
“We investeren de komende jaren fors in defensie om te kunnen voldoen aan de NAVO-norm om in 2035 3,5% van ons BBP uit te geven aan defensie en daarnaast 1,5% aan bijvoorbeeld infrastructuur die ook defensie ten goede komt.”
“De nieuwe NAVO-norm vraagt veel van de Nederlandse schatkist, defensieorganisatie en defensie-industrie, maar is noodzakelijk om onze vrijheden te kunnen verdedigen.”
De partij wil de Europese pijler binnen de NAVO versterken door investeringen, strategieën en werkwijzen beter op elkaar af te stemmen, en door de EU-commandostructuur uit te breiden. Tegelijk blijft nationale instemming vereist voor de inzet van Nederlandse troepen.
“Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt. Dit doen we door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar aan te laten sluiten (bijvoorbeeld via het NAVO Defensieplanningsproces).”
“We willen de EU-commandostructuur uitbreiden om daadkrachtig Europees optreden en een snelle operationele inzet mogelijk te maken. Voor de inzet van Nederlandse troepen blijft altijd expliciete Nederlandse instemming vereist.”
“De mate waarin Europa afhankelijk is van de VS binnen de NAVO is niet toekomstbestendig.”
ChristenUnie benadrukt dat veiligheid niet alleen met militaire middelen bereikt wordt, maar vraagt om een integrale benadering waarin diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en civiel-militaire samenwerking centraal staan.
“Internationale inzet van de krijgsmacht is onderdeel van een doordachte integrale benadering, in nauwe samenwerking met de inzet van diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gericht op een lange termijn commitment, (weder)opbouw, conflictpreventie en civiel-militaire samenwerking.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) is zeer kritisch over de NAVO en wil op termijn een alternatief zonder de VS, gericht op internationale rechtvaardigheid en solidariteit. Ze verwerpen de NAVO-norm voor defensie-uitgaven en willen alleen investeren in Europese defensie als dat strikt noodzakelijk is, zonder dat dit ten koste gaat van klimaat, natuur of sociale voorzieningen.
De PvdD ziet de NAVO als een militaire alliantie die vooral de machtsbelangen van de VS dient en wil daarom op termijn een Europees samenwerkingsverband zonder de VS, gebaseerd op internationaal recht en gelijkwaardigheid. Zolang er geen alternatief is, blijft Nederland lid, maar de partij zet zich actief in voor verandering.
“Bovendien is de Partij voor de Dieren heel kritisch op de NAVO. De NAVO is een militaire alliantie die voornamelijk machtsbelangen van de VS dient. Daar willen we vanaf. De Partij voor de Dieren zet in op een alternatief voor de NAVO: een nieuwe vorm van samenwerking met betrouwbare bondgenoten, zonder de VS.”
“Nederland zet zich in voor een alternatief voor de NAVO in de vorm van een samenwerkingsverband tussen betrouwbare Europese en niet-Europese landen zonder de VS. Dit samenwerkingsverband werkt op basis van het internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit en is gericht op verdediging, vrede, veiligheid en wederzijdse ontwapening. Zolang het alternatief er niet is, blijft Nederland lid van de NAVO.”
De PvdD verwerpt de door de NAVO opgelegde norm voor defensie-uitgaven en wil geen automatische verhoging van het defensiebudget. Elke uitgave moet zorgvuldig worden afgewogen en mag niet ten koste gaan van andere maatschappelijke doelen zoals klimaat, natuur, zorg en onderwijs.
“De NAVO-norm wordt gedicteerd door Trump: daar doen wij niet aan mee. We wegen zorgvuldig af wat nodig is op basis van goed onderbouwde plannen. Géén blanco cheque voor defensie.”
“Nederland steunt geen specifieke NAVO-norm en geen wettelijke verankering van een defensienorm. Elke uitgave voor defensie wordt bepaald op basis van goede onderbouwing. Uitgaven gaan niet ten koste van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.”
De PvdD wil dat Nederland en Europa extra investeren in eigen defensie, maar met als doel zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van de VS. De nadruk ligt op een bredere veiligheidsstrategie waarin diplomatie, vrede en rechtvaardigheid centraal staan.
“Nederland en Europa investeren extra in de eigen Europese defensie. Daarbij kijken we steeds kritisch welke investeringen echt nodig zijn om onszelf te kunnen verdedigen en zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van de VS.”
“Voor het garanderen van brede veiligheid moeten uitgaven voor Europese defensie gepaard gaan met extra maatregelen voor de bescherming van klimaat, dieren en natuur en gelijkwaardige investeringen in programma's en samenwerking voor verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en het leren van vrede.”
De SP is kritisch over de NAVO en verzet zich tegen uitbreiding, buitenlandse operaties zonder VN-mandaat en de verhoging van defensie-uitgaven naar de zogeheten 'Trump-norm', waar D66 wel voorstander van is. De SP wil dat de NAVO zich beperkt tot defensie van het eigen grondgebied, geen uitbreiding met nieuwe landen, en geen operaties zonder VN-mandaat. Daarnaast pleit de SP voor Europese defensiesamenwerking onafhankelijk van de Amerikaanse wapenindustrie.
De SP vindt dat de NAVO zich moet beperken tot verdediging van het eigen grondgebied en niet moet uitbreiden of opereren zonder VN-mandaat. Dit standpunt is een reactie op partijen als D66 die een actievere NAVO-rol en uitbreiding steunen. De SP ziet NAVO-operaties buiten het verdragsgebied als gevaarlijk en onnodig escalerend.
“Tot deze Europese veiligheidsarchitectuur er is moet de NAVO zich richten op haar eigen taak, namelijk het verdedigen van het eigen grondgebied van de aangesloten bondgenoten. Dat betekent expliciet: geen operaties buiten het eigen grondgebied, geen operaties zonder VNmandaat en geen uitbreiding met nieuwe NAVOlanden.”
De SP verzet zich fel tegen de verhoging van defensie-uitgaven naar 5% van het BBP, zoals door sommige NAVO-landen en D66 bepleit. Volgens de SP leidt dit tot bezuinigingen op sociale voorzieningen en bevoordeelt het vooral de Amerikaanse wapenindustrie.
“De SP is tegen de nieuwe NAVOnorm voor defensieuitgaven waarbij de Amerikaanse president Trump van ons eist dat wij 5% van alles wat we samen in Nederland verdienen uitgeven aan wapens. Dit leidt tot een wereldwijde wapenwedloop en komt vooral de Amerikaanse wapenindustrie ten goede.”
“Om deze extra defensieuitgaven te doen zullen onze publieke en sociale voorzieningen worden kapotbezuinigd, belastingen verhoogd worden en zullen onze economie en innovatie worden geremd. Een partij die het belang van mensen dient gaat nooit akkoord met deze afbraaknorm.”
De SP wil dat Europa minder afhankelijk wordt van de Amerikaanse wapenindustrie en pleit voor een eigen Europese defensie-industrie. Dit is een alternatief voor het NAVO-beleid dat sterk leunt op Amerikaanse wapens, zoals D66 vaak ondersteunt.
“Europa moet onafhankelijk zijn van de Amerikaanse wapenindustrie. Wij hebben tal van alternatieven binnen de grenzen van de EU, goed opgeleide vakmensen en onderzoekers waarmee wij zelf wapens voor onze verdediging kunnen maken.”
“We investeren in onze eigen defensieindustrie die wapens maakt voor onze verdediging. Publieke investeringen moeten altijd gepaard gaan met publieke zeggenschap in de bedrijven.”
De SP benoemt specifiek de overlast van NAVO-activiteiten, zoals AWACS-vluchten, en wil maatregelen om deze te beperken. Dit is een concreet voorbeeld van hun kritische houding tegenover NAVO-activiteiten op Nederlands grondgebied.
“Ook zetten we ons in voor het terugdringen van de geluidsoverlast veroorzaakt door de AWACS vliegtuigen die vliegen vanaf de NAVObasis in Geilenkirchen, vlakbij de grens met Limburg. Opties zijn stillere motoren, een leefbaarheidsfonds om woningen te isoleren tegen de geluidshinder of sancties in de binnenvliegregeling uit het NAVO verdrag.”
De VVD kiest voor een sterke NAVO als hoeksteen van de Nederlandse veiligheid, met een zelfstandiger Europese pijler binnen het NAVO-bondgenootschap, maar wijst een Europees leger af. De partij wil fors investeren in defensie om aan NAVO-normen te voldoen en pleit voor meer Europese samenwerking op defensiegebied, zolang dit binnen de NAVO-structuur blijft en de Nederlandse soevereiniteit wordt gewaarborgd.
De VVD ziet de NAVO als essentieel voor de veiligheid van Nederland, maar vindt dat Europese landen meer verantwoordelijkheid moeten nemen binnen het bondgenootschap. De partij wil een sterke Europese pijler binnen de NAVO, maar verzet zich tegen de oprichting van een Europees leger en benadrukt dat de Tweede Kamer beslist over inzet van de krijgsmacht.
“Zo bouwen we aan een sterke Europese pijler binnen de NAVO, die zelfstandiger kan opereren als dat nodig is. We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet.”
“De VVD kiest voor een militair zelfstandiger Europa. De VS blijft een onmisbare bondgenoot, maar Europese landen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Dit doen we door pragmatisch met gelijkgezinden landen de dure systemen aan te schaffen die nodig zijn voor commandovoering over grootschalige militaire operaties waarvoor we nu te afhankelijk zijn van de VS. Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO (Noord-Atlantische Vredesorganisatie) plaats, zodat ook belangrijke partners als het VK en Noorwegen kunnen aansluiten.”
De VVD wil de NAVO-norm voor defensie-uitgaven wettelijk vastleggen, met 2% als ondergrens en 3,5% als streefcijfer, en is bereid dit te verhogen als de NAVO dat vraagt. Hiermee wil de partij langdurige zekerheid bieden voor de krijgsmacht en bijdragen aan een eerlijke lastenverdeling binnen het bondgenootschap.
“De VVD heeft de 2%-norm al als harde ondergrens wettelijk vastgelegd. Om ons land en onze krijgsmacht de zekerheid voor de lange termijn te geven die zij verdient, leggen we de geldende NAVO-norm van 3,5% als streefcijfer ook vast in de wet. Stelt de NAVO een hogere norm, dan willen we dat de wettelijke verplichting ook weer verhoogd wordt.”
“Op termijn is een investering van tenminste 3,5% is nodig om onze krijgsmacht te moderniseren en onze NAVO-verplichtingen na te komen; een eerlijke contributie is de logische en morele verplichting van elke bondgenoot.”
De VVD wil Europese samenwerking op defensiegebied versterken, maar altijd binnen het NAVO-kader en met behoud van nationale zeggenschap. De partij pleit voor gezamenlijke investeringen en innovatie, maar benadrukt dat samenwerking niet mag leiden tot een supranationaal Europees leger.
“Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO (Noord-Atlantische Vredesorganisatie) plaats, zodat ook belangrijke partners als het VK en Noorwegen kunnen aansluiten.”
“We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet.”
50PLUS beschouwt de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en wil de defensie-uitgaven verhogen in lijn met NAVO-afspraken. De partij pleit voor versterking van de nationale defensie-industrie en een bredere maatschappelijke dienstplicht, met als doel Nederland en het NAVO-grondgebied beter te kunnen verdedigen. 50PLUS onderscheidt zich door expliciet te kiezen voor NAVO-verplichtingen en Europese strategische autonomie, zonder verwijzing naar D66 of hun standpunten.
50PLUS ziet de NAVO als essentieel voor de verdediging van Nederland en Europa, vooral gezien de veranderde geopolitieke situatie door de oorlog in Oekraïne. De partij wil voldoen aan de NAVO-verplichtingen en benadrukt het belang van voldoende militair vermogen.
“De oorlog in Oekraïne heeft het besef teruggebracht dat Nederland bij een gewapend treffen met Rusland over voldoende militair vermogen moet beschikken om het eigen en het NAVO-grondgebied te verdedigen. De NAVO is de hoeksteen van het Nederlands veiligheidsbeleid.”
“Uitbreiding van de defensie-uitgaven in lijn met de afspraken in NAVO-verband.”
Naast NAVO-verplichtingen wil 50PLUS de nationale defensie-industrie versterken en een gemoderniseerde maatschappelijke dienstplicht invoeren, om zo de weerbaarheid van Nederland te vergroten en minder afhankelijk te zijn van andere wereldmachten.
FVD wil het NAVO-lidmaatschap van Nederland heroverwegen en streeft naar een neutrale positie in de internationale politiek, naar Zwitsers model. Ze verwerpen automatische NAVO-inzet, willen geen opgelegde NAVO-norm voor defensie-uitgaven, en pleiten voor een referendum over het NAVO-lidmaatschap. FVD positioneert zich hiermee radicaal anders dan partijen als D66, die traditioneel sterk pro-NAVO zijn.
FVD wil dat Nederland zelf beslist over het NAVO-lidmaatschap en stelt voor dit via een referendum aan de bevolking voor te leggen. Dit is een breuk met de gevestigde lijn van partijen als D66, die het NAVO-lidmaatschap als vanzelfsprekend zien. FVD ziet NAVO-lidmaatschap niet als noodzakelijk en wil de keuze hierover expliciet democratiseren.
“We leggen het lidmaatschap van de NAVO via een referendum voor aan de Nederlandse bevolking, zodat we als land zelf kunnen beslissen of we door willen op het huidige pad.”
FVD wil dat Nederland een neutrale positie inneemt in internationale conflicten, vergelijkbaar met Zwitserland, en verzet zich tegen militaire betrokkenheid via NAVO of EU. Ze willen dat de inzet van Nederlandse militairen nooit door NAVO of EU wordt bepaald, en dat Nederland geen geld meer besteedt aan buitenlandse conflicten of Amerikaanse proxy-oorlogen.
“Nederland kiest een neutrale positie in de internationale politiek - naar Zwitsers model. We stoppen met”
“We staan nooit toe dat de inzet van onze militairen door de EU of de NAVO wordt bepaald, zodat Nederland altijd zelf de controle houdt.”
“geen belastinggeld meer voor zinloze militaire avonturen of Amerikaanse proxy-oorlogen zoals in Oekraïne.”
FVD wil wel investeren in defensie, maar niet omdat de NAVO dit oplegt; ze willen zelf bepalen hoeveel en waaraan wordt uitgegeven. Dit is een duidelijk onderscheid met partijen als D66, die juist pleiten voor het halen van de NAVO-norm.
“We investeren in onze krijgsmacht - niet volgens een opgelegde NAVO-norm, maar naar eigen inzicht, zodat Nederland weerbaar is en onze militairen beter worden beloond.”
De PVV beschouwt de NAVO als de hoeksteen van het Nederlandse defensie- en veiligheidsbeleid en verzet zich fel tegen verdere Europese integratie of een Europese superstaat, zoals D66 die volgens hen nastreeft. De partij wil nationale soevereiniteit behouden, geen buitenlandse militaire missies uitvoeren, en pleit voor het terughalen van bevoegdheden uit Brussel. De PVV benadrukt dat Nederland niet nóg meer geld of macht aan de EU moet afstaan en wil zich vooral richten op de bescherming van het eigen grondgebied.
De PVV ziet de NAVO als essentieel voor de Nederlandse veiligheid en wijst Europese defensiesamenwerking of een EU-superstaat af, een koers die zij bij D66 signaleren. De partij wil geen buitenlandse militaire missies, maar inzet aan de eigen grenzen, en benadrukt het belang van nationale soevereiniteit in defensie.
De PVV verzet zich tegen het overhevelen van meer bevoegdheden en miljarden naar Brussel, zoals zij D66 verwijten te willen. De partij wil juist vetorechten behouden en inzetten, en pleit voor het terughalen van nationale zeggenschap.
De SGP beschouwt de NAVO als de belangrijkste veiligheidspartner van Nederland en wil dat Nederland volledig voldoet aan de NAVO-norm voor defensie-uitgaven. De partij verzet zich tegen een Europees leger en vindt dat beslissingen over militaire inzet nationaal moeten blijven. De SGP pleit voor substantiële verhoging van het defensiebudget en investeringen in de krijgsmacht, met duidelijke prioriteit voor NAVO-verplichtingen boven Europese defensie-integratie.
De SGP ziet de NAVO als essentieel voor de Nederlandse veiligheid en wil dat Nederland aan alle NAVO-verplichtingen voldoet. Dit betekent forse investeringen in defensie en het uitbouwen van de krijgsmacht, waarbij de NAVO-norm leidend is. De partij benadrukt dat de NAVO belangrijker is dan Europese defensiesamenwerking.
De SGP is uitgesproken tegen de vorming van een Europees leger en wil dat de besluitvorming over militaire missies bij de nationale overheid blijft. Europese samenwerking is alleen acceptabel als deze aanvullend is en geen bevoegdheden van Den Haag overneemt.
De SGP verzet zich tegen gezamenlijke Europese financiering van defensie-uitgaven. Investeringen in defensie moeten nationaal worden gedragen, zonder gezamenlijke Europese schulden.
“Er wordt niet gezamenlijk geleend voor Defensieinvesteringen.”
GroenLinks-PvdA erkent het belang van de NAVO voor de collectieve veiligheid van Nederland en Europa, maar wil tegelijkertijd de Europese defensiesamenwerking versterken en de afhankelijkheid van de VS verminderen. Ze committeren zich aan de NAVO-norm, pleiten voor een sterkere Europese pijler binnen de NAVO, en willen op termijn dat Europa zelfstandig voor zijn eigen veiligheid kan zorgen. Concrete voorstellen zijn het voortzetten van de integratie van Europese krijgsmachten, het ontwikkelen van een onafhankelijke Europese defensie-industrie, en het niet langer plaatsen van defensie-orders bij Israëlische bedrijven.
GroenLinks-PvdA steunt de NAVO als waarborg voor veiligheid, maar wil dat Europa een sterkere, zelfstandige rol binnen het bondgenootschap krijgt. Ze committeren zich aan de NAVO-norm en willen de Europese pijler van de NAVO versterken, in nauwe samenhang met het Europese veiligheids- en defensiebeleid.
“De NAVO versterkt de collectieve veiligheid van Nederland en Europa tegen dreigingen uit Rusland en elders. We committeren ons aan de NAVO-norm en versterken de Europese pijler van de NAVO in nauwe samenhang met het Europese veiligheids- en defensiebeleid. Europa zal zo spoedig mogelijk voor zijn eigen veiligheid moeten kunnen zorgen.”
De partij wil de afhankelijkheid van de Verenigde Staten afbouwen en pleit voor verdere integratie van Europese krijgsmachten en een onafhankelijke Europese defensie-industrie. Dit moet leiden tot meer strategische autonomie voor Europa.
“We bouwen onze afhankelijkheid van de VS af en plaatsen geen orders meer bij de Israëlische defensie-industrie.”
“Defensie moet een gedeelde EU-competentie worden; besluiten over inzet van de krijgsmacht blijven echter een nationale bevoegdheid. Integratie van de krijgsmachten zetten we voort. We bouwen een onafhankelijke Europese defensie-industrie via de gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van wapensystemen, diensten en infrastructuur.”
GroenLinks-PvdA vindt dat een hoger defensiebudget niet mag leiden tot bezuinigingen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen. Investeringen in defensie moeten samengaan met investeringen in de verzorgingsstaat en verduurzaming.
“Een hoger defensiebudget dient dus gepaard te gaan met het bouwen aan een Nieuwe Verzorgingsstaat en investeringen in verduurzaming en energie-onafhankelijkheid. We betalen de hogere defensie-uitgaven niet met bezuinigingen op zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen.”
NSC beschouwt het NAVO-lidmaatschap als de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en wil zich committeren aan de verhoogde NAVO-norm voor defensie-uitgaven. Tegelijkertijd wijst NSC de vorming van een Europees leger af en benadrukt het belang van nationale zeggenschap over militaire inzet, met ruimte voor Europese samenwerking op het gebied van defensieaankopen. De partij onderscheidt zich hiermee duidelijk van partijen als D66, die doorgaans meer openstaan voor Europese defensiesamenwerking.
NSC ziet het NAVO-lidmaatschap als essentieel voor de Nederlandse veiligheid en wil voldoen aan de nieuwe NAVO-norm van 3,5% van het bbp voor defensie-uitgaven. Hiermee onderstreept NSC het belang van collectieve verdediging en internationale samenwerking binnen het NAVO-kader.
“Het lidmaatschap van de NAVO is de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. Nederland zal samen met andere Europese landen meer eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten nemen. We committeren ons daarom aan de nieuwe NAVO-norm in 2035 van 3,5% van de economie voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor gerelateerde uitgaven zoals infrastructuur.”
“We versterken de krijgsmacht en hanteren de nieuwe NAVO-norm van 3,5% voor Defensie-uitgaven en 1,5% voor andere uitgaven zoals versterken van de bruggen.”
NSC is expliciet tegen de vorming van een Europees leger en wil het nationale parlement het laatste woord geven over militaire missies. Europese samenwerking mag volgens NSC wel op het gebied van defensieaankopen, maar het geweldsmonopolie moet nationaal blijven.
“We zijn tegen de vorming van een Europees leger. Het uit handen geven van ons geweldsmonopolie aan de Europese Unie ondergraaft het fundament van Nederland als zelfstandige staat. Wel vinden we dat Europese landen nauwer moeten samenwerken bij defensieaankopen.”
“We zetten onze krijgsmacht bij voorkeur in internationaal verband in, maar het nationale parlement houdt het laatste woord over militaire missies.”
D66 wil op korte termijn een sterke Europese positie binnen de NAVO, met meer Europese samenwerking en investeringen om een volwaardige bondgenoot te zijn. Op de lange termijn streeft D66 naar een Europese krijgsmacht, maar benadrukt nu het nakomen van NAVO-afspraken over defensie-uitgaven en het versterken van Europese capaciteiten binnen het bondgenootschap.
D66 vindt dat Europa binnen de NAVO meer verantwoordelijkheid moet nemen, met eigen strategische aansturing, materieel en personeel. Dit moet leiden tot een volwaardige Europese bijdrage aan de NAVO, zowel financieel als qua militaire capaciteiten, om zo het continent beter te kunnen verdedigen en de NAVO-afspraken na te komen.
“D66 streeft op lange termijn naar een Europese krijgsmacht. Op de korte termijn wil D66 een sterke Europese positie binnen de NAVO, met Europese strategische commandovoering, Europees materieel en Europees personeel. Hiermee zijn we niet alleen op financieel terrein een volwaardig bondgenoot binnen de NAVO, maar ook voor wat betreft capaciteiten en uitvoering. Zo kunnen we ons continent verdedigen.”
“We komen de NAVO-afspraak na om minimaal 3,5% van het bbp aan defensie uit te geven en minimaal 1,5% van het bbp aan de kritieke infrastructuur, civiele paraatheid, veerkracht en het versterken van onze defensie-industrie.”
D66 wil dat gendergelijkheid een vast onderdeel wordt van vredesmissies, diplomatie en defensie, ook binnen NAVO-verband. Dit is onderdeel van hun bredere inzet voor mensenrechten en inclusiviteit in internationale samenwerking.
“D66 wil dat gendergelijkheid een vast onderdeel is van vredesmissies, diplomatie en defensie, in Nederland en in EU en NAVO-verband.”
DENK is kritisch over de NAVO en verzet zich tegen het verhogen van de Nederlandse defensie-uitgaven onder druk van NAVO-leiders, zoals Mark Rutte en Donald Trump. De partij vindt de huidige uitgaven voldoende vanwege de bestaande militaire overmacht van de NAVO en wil alleen noodzakelijke defensie-uitgaven steunen. DENK onderscheidt zich hiermee duidelijk van partijen als D66, die doorgaans pro-NAVO en voor hogere defensiebudgetten zijn.
DENK vindt dat Nederland niet moet zwichten voor NAVO-druk om miljarden extra te investeren in defensie, omdat de NAVO al een enorme militaire overmacht heeft. De partij wil alleen uitgaven die aantoonbaar nodig zijn voor de basis van Defensie en wijst een wapenwedloop af. Dit standpunt contrasteert met partijen als D66, die doorgaans voor het verhogen van het defensiebudget zijn om aan NAVO-normen te voldoen.
“DENK verzet zich tegen de extra miljardenuitgaven onder druk van NAVO baas Mark Rutte en President Donald Trump. DENK vindt de huidige defensie uitgaven voldoende en wijst op de enorme militaire overmacht van de NAVO die niet nog verder uitgebreid hoeft te worden.”
“Wij steunen alleen defensie uitgaven die aantoonbaar nodig zijn om de basis op orde te hebben bij Defensie. Dit betekent goede huisvesting van onze militairen, een fatsoenlijk salaris en een goede uitrusting. Miljardeninvesteringen zonder aantoonbare noodzaak steunen wij niet. Wij willen geen wapenwedloop.”
Volt wil dat de EU meer verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen veiligheid door te bouwen aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de NAVO, maar onder toezicht staat van het Europees Parlement. Ze benadrukken het belang van strategische autonomie, gezamenlijke defensie-industrie en investeren in digitale infrastructuur als onderdeel van de NAVO-verplichtingen. Volt ziet de NAVO als belangrijk, maar streeft naar een zelfstandiger en sterker Europa binnen het bondgenootschap.
Volt pleit voor een Europese krijgsmacht die niet losstaat van de NAVO, maar juist samenwerkt met het bondgenootschap en onder democratisch toezicht staat. Dit is volgens Volt nodig omdat de VS minder betrouwbaar zijn geworden als veiligheidsgarant, en Europa meer eigen verantwoordelijkheid moet nemen.
“Daarom bouwen we aan een Europese krijgsmacht die samenwerkt met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en die onder toezicht staat van het Europees Parlement. Zo kan de EU sneller en zelfstandiger reageren als er gevaar dreigt.”
Volt wil een deel van de verhoging van de NAVO-begroting inzetten voor de ontwikkeling van digitale infrastructuur binnen de EU. Dit is volgens Volt essentieel voor de strategische autonomie van Europa en de verdediging tegen cyberdreigingen.
“We investeren een deel van de verhoging van de NAVO-begroting in de ontwikkeling van de digitale infrastructuur binnen de EU. Dit speelt immers een sleutelrol in de strategische autonomie van de EU en in de verdediging tegen cyber- en hybride dreigingen.”