De SGP benadrukt het belang van nationale parlementen als hoeders van nationale soevereiniteit binnen de EU en pleit voor versterking van hun rol bij Europese besluitvorming. Ze willen dat nationale parlementen meer zeggenschap krijgen over Europese verdragen en begrotingen, en verzetten zich tegen verdere machtsoverdracht aan Europese instellingen. Concrete voorstellen zijn onder meer zwaardere eisen voor goedkeuring van verdragen en het behouden van nationale controle over belastingen en uitgaven.
De SGP wil dat nationale parlementen, in het bijzonder de Nederlandse Tweede en Eerste Kamer, een sterkere rol krijgen bij het goedkeuren van Europese verdragen. Dit moet voorkomen dat bevoegdheden sluipenderwijs naar de EU verschuiven en waarborgt nationale soevereiniteit.
De SGP vindt het essentieel dat nationale parlementen de controle houden over de nationale begroting en belastingheffing, ook binnen het Europese kader. Dit waarborgt democratische legitimiteit en voorkomt ongewenste financiële verplichtingen vanuit de EU.
De SGP pleit ervoor dat nationale parlementen en regeringen het primaat krijgen in het Europese wetgevingsproces, in plaats van de Europese Commissie. Dit versterkt de democratische controle en voorkomt dat nationale belangen ondergesneeuwd raken.
“Lidstaten moeten leidend worden in het wetgevingsproces, niet langer de Europese Commissie.”
De SP benadrukt het belang van nationale parlementen als centrale democratische organen die soevereiniteit en zeggenschap van lidstaten waarborgen binnen de Europese Unie. De partij verzet zich tegen het overhevelen van bevoegdheden naar Europese instellingen en pleit voor het behoud van democratische controle door nationale parlementen, inclusief vetorechten en het recht op goedkeuring van verdragen. Concrete voorstellen zijn onder meer het beperken van de macht van de Europese Commissie en het verplicht voorleggen van verdragswijzigingen en EU-uitbreidingen aan nationale referenda.
De SP vindt dat nationale parlementen de centrale rol moeten behouden in het democratische proces binnen de EU. Dit betekent dat zij niet akkoord gaan met het overhevelen van meer bevoegdheden naar Europese instellingen en dat nationale parlementen het laatste woord moeten houden over belangrijke besluiten, zoals begrotingen, verdragen en militaire inzet. Dit standpunt is ingegeven door de wens om democratische controle en nationale soevereiniteit te waarborgen.
“Wij geloven in Europese samenwerking waarbij soevereiniteit van de lidstaten behouden blijft. De nationale democratieën blijven bij ons centraal staan.”
“De Europese Commissie mag democratisch vastgestelde begrotingen niet zomaar meer afkeuren op basis van het stabiliteits en groeipact. Zo kunnen de begrotingen van landen aansluiten bij de behoeften en noden van de betreffende lidstaat.”
“Het vetorecht van landen blijft behouden, ook in de buitenlandraad. De SP is voor militaire samenwerking en betere afstemming in Europa, maar niet voor een Europees leger. Wij gaan zelf over de uitzending van onze mensen. De EU kan ook alleen nieuwe handelsverdragen afsluiten als álle lidstaten daarmee akkoord gaan.”
De SP wil dat belangrijke besluiten over de EU, zoals verdragswijzigingen en uitbreiding met nieuwe lidstaten, altijd aan de bevolking van de lidstaten worden voorgelegd via een referendum. Dit versterkt de democratische legitimiteit van nationale parlementen en voorkomt dat bevoegdheden zonder brede steun worden overgedragen.
Volt wil de rol en slagkracht van nationale parlementen, met name de Tweede Kamer, aanzienlijk versterken door uitbreiding van het aantal zetels, betere ondersteuning en meer betrokkenheid bij Europese besluitvorming. Ze pleiten voor structurele hervormingen zoals het vergroten van de Kamer, het invoeren van parlementaire groepen en het verbeteren van de controle- en wetgevende taken van volksvertegenwoordigers. Volt ziet een krachtig, goed ondersteund nationaal parlement als essentieel voor een gezonde democratie en effectieve vertegenwoordiging van burgers.
Volt vindt de huidige Tweede Kamer te klein en onvoldoende toegerust voor haar controlerende en wetgevende taken. Door het aantal zetels te vergroten en de ondersteuning te verbeteren, wil Volt de volksvertegenwoordiging versterken en de democratie robuuster maken.
“We breiden de Tweede Kamer uit van 150 naar 250 zetels. Onze Tweede Kamer is namelijk te klein, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Een grotere Tweede Kamer is nodig om de wetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken, en vooral om de taak van volksvertegenwoordiging beter te vervullen.”
“Goede inhoudelijke ondersteuning is het fundament van een goed functionerende volksvertegenwoordiging. Volt wil dit fundament versterken door op elk bestuursniveau een minimumnorm voor ondersteuning van fracties vast te stellen, ten minste gelijk aan het Europese gemiddelde. Zo kunnen volksvertegenwoordigers - lokaal én nationaal - hun controlerende en wetgevende taken goed uitvoeren.”
Volt wil het functioneren van de Tweede Kamer verbeteren door het invoeren van parlementaire groepen, wat samenwerking en invloed van fracties vergroot zonder de toegang voor nieuwe partijen te beperken.
“Daarom pleiten we voor de invoering van parlementaire groepen, naar voorbeeld van het Europees Parlement: samenwerkingsverbanden van fracties die samen ten minste vijf zetels vertegenwoordigen. Deze groepen krijgen extra spreektijd, meer invloed in commissies en aanvullende ondersteuning. Zo bevorderen we samenwerking over partijgrenzen heen, terwijl we onze politieke diversiteit behouden.”
Volt wil dat de Tweede Kamer actiever en tijdiger betrokken wordt bij Europese besluitvorming, zodat nationale parlementen niet slechts achteraf controleren maar daadwerkelijk invloed uitoefenen op Europees beleid.
“We betrekken de Tweede Kamer meer bij het maken van het Europese beleid, in plaats van alleen de koers achteraf te controleren. We houden vaker gesprekken in de Tweede Kamer met Eurocommissarissen over wat er gaande is op hun beleidsterrein en voeren jaarlijkse beleidsdebatten over de koers van de EU.”
“We leggen wettelijk vast dat de Tweede Kamer tijdig en volledig geïnformeerd wordt over alles wat op het gebied van Europese besluitvorming speelt (de Europawet).”
FVD wil de macht van nationale parlementen versterken door internationale verdragen en afspraken ondergeschikt te maken aan democratisch aangenomen nationale wetten. Zij pleiten voor het schrappen van de directe werking van internationale verdragen, zodat het Nederlandse parlement altijd de uiteindelijke zeggenschap houdt over wetgeving en verdragen alleen na parlementaire goedkeuring geldig zijn.
FVD stelt dat internationale verdragen niet automatisch mogen doorwerken in de nationale rechtsorde, maar eerst door het nationale parlement moeten worden omgezet in wetgeving. Dit moet voorkomen dat internationale afspraken de democratische controle ondermijnen en zorgt ervoor dat nationale parlementen altijd de uiteindelijke zeggenschap behouden.
“Internationale verdragen werken niet zomaar door in onze nationale rechtsorde, maar moeten eerst door ons parlement worden omgezet in nationale wetgeving. Daardoor blijven deze verdragen altijd wijzigbaar en intrekbaar door democratisch gekozen volksvertegenwoordigers.”
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, en zetten daarmee het monistisch stelsel om in een dualistisch stelsel, zoals in Duitsland en de Verenigde Staten. Internationale verdragen worden hierdoor pas geldig nadat ze door het Nederlandse parlement zijn omgezet in een nationale wet. Zo kunnen ze later ook democratisch worden gewijzigd of ingetrokken.”
FVD wil expliciet dat nationale wetgeving altijd prevaleert boven internationale verdragen en afspraken, zodat de democratische wil van het nationale parlement leidend is en niet kan worden overruled door internationale verplichtingen.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“We beëindigen de directe werking van internationaal recht in het Nederlandse stelsel, zodat verdragen niet langer automatisch boven onze nationale wetten staan en rechters onze nationale wetten daar ook niet langer aan kunnen ‘toetsen’.”
De PVV wil de macht van nationale parlementen, zoals de Tweede Kamer, versterken ten opzichte van Europese instellingen. Zij pleiten ervoor om bevoegdheden en vetorechten terug te halen uit Brussel, zodat het Nederlandse parlement weer het laatste woord heeft over nationale kwesties als asiel, immigratie en natuur. Concrete voorstellen zijn het inzetten van vetorechten, het terughalen van bevoegdheden, en het beperken van de invloed van de EU op Nederlandse wetgeving.
De PVV vindt dat nationale parlementen, en dus Nederland zelf, weer de baas moeten zijn over eigen wetten, grenzen en geld. Ze willen geen verdere overdracht van macht aan de EU, maar juist bevoegdheden terughalen, zodat het Nederlandse parlement weer het hoogste gezag heeft over nationale zaken.
“Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën...”
“Soeverein Nederland, geen geopolitieke Europese superstaat. Niet nóg meer miljarden en bevoegdheden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen. Vetorechten behouden, in ere herstellen én inzetten voor een opt-out op asiel en immigratie!”
De PVV wil dat Nederland zijn vetorechten binnen de EU actief gebruikt om nationale belangen te beschermen, vooral op het gebied van asiel, immigratie en natuur. Hiermee willen ze voorkomen dat Europese besluiten het Nederlandse parlement overrulen.
De VVD benadrukt het belang van nationale parlementen als de centrale plek voor democratische besluitvorming en verzet zich tegen het overhevelen van bevoegdheden naar supranationale instellingen zoals de EU of ongekozen rechters. De partij wil dat belangenafwegingen en wetgeving primair door gekozen volksvertegenwoordigers worden gemaakt en pleit voor het tegengaan van versnippering in het parlement door een kiesdrempel.
De VVD vindt dat nationale parlementen, en specifiek de Tweede Kamer, de belangrijkste beslissers moeten zijn over nationale wetgeving en belangenafwegingen. De partij verzet zich tegen het overhevelen van bevoegdheden naar Europese of andere supranationale organen en tegen constitutionele toetsing door rechters, om de democratische legitimiteit te waarborgen.
“Keuzes en belangenafwegingen voor Nederland moeten daarom zoveel mogelijk door de gekozen Tweede Kamer worden gemaakt en niet door de rechter.”
“Het is aan de politiek en Raad van State om wetten voor invoering te toetsen op grondwettigheid, we schrappen daarom de plannen voor constitutionele toetsing en het constitutioneel hof. Daarmee leggen we belangenafwegingen neer bij gekozen vertegenwoordigers en niet bij ongekozen rechters.”
“Wij verzetten ons tegen een sluipende overdracht van nationale bevoegdheden en een federale glijbaan. Nationale bevoegdheden”
Om het functioneren van het nationale parlement te verbeteren, wil de VVD een beperkte kiesdrempel invoeren. Dit moet leiden tot minder versnippering, meer stabiliteit en meer ruimte voor inhoudelijk debat.
“We zijn voor een beperkte kiesdrempel van 2% omdat dit leidt tot minder versnippering en daarmee meer tijd voor inhoudelijk debat in de Tweede Kamer.”
BVNL benadrukt het belang van nationale parlementen door te pleiten voor het herstel van parlementaire soevereiniteit en het beperken van invloed van supranationale organisaties. Ze willen dat parlementaire verplichtingen altijd voorrang krijgen boven internationale bijeenkomsten en streven naar meer directe democratie en transparantie binnen het nationale parlementaire systeem.
BVNL vindt dat nationale parlementen hun controlerende en wetgevende rol moeten herwinnen, zonder inmenging van supranationale, ondemocratische organisaties. Dit standpunt komt voort uit zorgen over verlies van nationale zeggenschap en transparantie, en het belang van openheid richting het parlement.
“Deelname aan bijeenkomsten en overleggen van dergelijke organisaties door Nederlandse bewindspersonen mogen nimmer voorrang krijgen boven nationale parlementaire verplichtingen en hierover moet bovendien volledige openheid worden verschaft.”
“De Tweede Kamer moet haar controlerende taak terugkrijgen en de inefficiënte en stroperige werkwijze moet grondig worden herzien.”
BVNL wil de democratische legitimiteit van het nationale parlement versterken door de Eerste Kamer rechtstreeks te laten kiezen, in plaats van via de Provinciale Staten. Dit moet de invloed van de kiezer vergroten en de afstand tot het parlement verkleinen.
“De Eerste Kamer wordt direct gekozen en niet via de Provinciale Staten. Deze verkiezingen vinden tegelijkertijd plaats.”
JA21 vindt dat nationale parlementen, zoals de Eerste en Tweede Kamer, meer zeggenschap en controle moeten krijgen over Europese besluitvorming. Ze willen dat Europese wetgeving die Nederland raakt tijdig in het parlement besproken wordt, en dat ministers geen Europese besluiten mogen steunen zonder parlementair mandaat. Het versterken van parlementaire invloed is voor JA21 essentieel om de democratische legitimiteit te waarborgen en nationale soevereiniteit te beschermen.
JA21 stelt dat nationale parlementen beter in staat moeten zijn om invloed uit te oefenen op Europese regelgeving en besluiten. Dit is volgens de partij nodig om het subsidiariteitsbeginsel te waarborgen en te voorkomen dat nationale soevereiniteit verder wordt uitgehold. Ze willen dat wetgeving met impact op Nederland tijdig besproken wordt in het parlement en dat bewindspersonen alleen met parlementair mandaat Europese besluiten mogen steunen.
“Naast de reeds ingebouwde controlemechanismen in de rapportages door ministeries moeten de Eerste en Tweede Kamer betere handvatten krijgen om subsidiariteit te waarborgen binnen Europese verordeningen en richtlijnen.”
“Wetgeving die in Nederland impact heeft, moet tijdig besproken worden in de Tweede Kamer, zodat de volksvertegenwoordiging sturing kan geven.”
“Ministers en staatssecretarissen mogen geen Europese besluiten steunen zonder een mandaat van het parlement.”
NSC vindt dat nationale parlementen, en in het bijzonder de Tweede Kamer, veel actiever en krachtiger betrokken moeten worden bij Europese besluitvorming. Ze pleiten voor een parlementair instemmingsrecht over EU-wetgeving, meer toetsing van EU-beleid op subsidiariteit en proportionaliteit, en structurele versterking van de parlementaire invloed op de EU-agenda. Zo wil NSC voorkomen dat Europese regels zonder instemming van het Nederlandse parlement worden ingevoerd.
NSC wil dat Europese regels alleen in Nederland worden ingevoerd als de meerderheid van het Nederlandse parlement daarmee instemt. Dit moet wettelijk worden verankerd om te voorkomen dat de regering de Kamer passeert bij Europese besluitvorming.
“Europese regels mogen niet als voldongen feiten neerdalen op Nederland, maar kunnen alleen worden ingevoerd als de meerderheid van het Nederlandse parlement het ermee eens is. We willen een parlementair instemmingsrecht in de Europawet verankeren.”
NSC vindt dat de Tweede Kamer EU-beleid en -regelgeving actiever moet toetsen op subsidiariteit, proportionaliteit en verwachte effecten. Bij grote EU-initiatieven moet de Kamer een rapporteur benoemen en voldoende ondersteuning krijgen.
“De Tweede Kamer moet EU-beleid en -regelgeving actiever toetsen op subsidiariteit, proportionaliteit en verwachte effecten. We vinden het van belang dat de Tweede Kamer bij grote en potentieel verstrekkende nieuwe EU-initiatieven een rapporteur benoemt. Voor deze taak moet voldoende tijd en ondersteuning beschikbaar zijn.”
NSC wil dat de regering de Tweede Kamer tijdig en actief betrekt bij nieuwe EU-initiatieven en onderhandelingsmandaten, zodat de Kamer invloed heeft in alle fasen van het Europese besluitvormingsproces.
“De regering moet de Tweede Kamer tijdig en actief betrekken bij nieuwe initiatieven van de EU en bij mandaten voor onderhandelingen. De mening van de Kamer moet veel nadrukkelijker worden meegenomen in het standpunt van de regering in de formele als informele (voor)fases van het Europese besluitvormingsproces, inclusief de Eurogroep.”
BIJ1 wil dat alle nationale parlementen binnen het Koninkrijk der Nederlanden – dus zowel in Europees Nederland als op de Caribische eilanden – gelijke macht krijgen bij het indienen en goedkeuren van rijkswetten. Hiermee wil de partij de democratische ongelijkheid en het koloniale karakter van de huidige verhoudingen structureel aanpakken.
BIJ1 stelt dat alle parlementen in Nederland, inclusief die van de Caribische delen, evenveel macht moeten krijgen om wetsvoorstellen voor rijkswetten in te dienen en goed te keuren. Dit moet een einde maken aan de huidige democratische ongelijkheid tussen Europees Nederland en de Caribische landen binnen het Koninkrijk. Het voorstel adresseert het gebrek aan democratische zeggenschap van de eilanden en beoogt een structurele oplossing door parlementaire gelijkwaardigheid.
“Alle parlementen in Nederland krijgen evenveel macht om wetsvoorstellen voor rijkswetten in te dienen. Deze worden voortaan in alle parlementen van de betrokken landen goedgekeurd.”
BIJ1 wil dat Europees Nederland samen met de Caribische eilanden gesprekken start om het gebrek aan democratie structureel op te lossen. Dit is onderdeel van een bredere visie op herstel van koloniale schade en het versterken van de onafhankelijkheid en zeggenschap van de eilanden.
“Europees Nederland start gesprekken om samen met de eilanden tot een structurele oplossing voor het gebrek aan democratie te komen.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van nationale parlementen en nationale soevereiniteit binnen de Europese Unie. Ze stellen dat besluiten zoveel mogelijk op het laagst mogelijke niveau moeten worden genomen en verzetten zich tegen Europese bemoeizucht op terreinen zonder EU-mandaat. Bij wijzigingen in EU-verdragen wil de ChristenUnie dat de Tweede Kamer met een tweederdemeerderheid beslist.
De ChristenUnie vindt dat nationale parlementen een centrale rol moeten behouden in het bepalen van nationale bevoegdheden binnen de EU. Ze benadrukken subsidiariteit en verzetten zich tegen overdracht van bevoegdheden aan de EU zonder duidelijke noodzaak. Bij verdragswijzigingen moet het Nederlandse parlement extra zeggenschap houden via een verzwaarde meerderheid.
“Europese samenwerking begint met duidelijkheid over bevoegdheden. Het moet helder zijn waar lidstaten zelf verantwoordelijk voor zijn en waar de Europese Unie wel of niet over gaat. Voor de ChristenUnie is subsidiariteit het uitgangspunt: besluiten worden genomen op het laagst mogelijke niveau, zo dicht mogelijk bij mensen. Wij verzetten ons tegen Europese bemoeizucht op terreinen waar de EU geen mandaat heeft, zoals gezondheidszorg, medische ethiek, onderwijs of woningbouw.”
“Bij wijzigingen in de EU-verdragen besluit de Tweede Kamer met tweederdemeerderheid.”
D66 vindt dat nationale parlementen in Nederland versterkt moeten worden om hun wetgevende en controlerende taken beter uit te voeren. Ze pleiten voor uitbreiding van het parlement en meer ondersteuning, en willen de Eerste Kamer en de politieke rol van de koning afschaffen om de democratische legitimiteit te vergroten. Hiermee wil D66 de effectiviteit en representativiteit van het nationale parlement verbeteren.
D66 stelt dat het huidige aantal Kamerleden en hun ondersteuning onvoldoende is voor de toenemende complexiteit van beleid en bevolkingsgroei. Door het parlement uit te breiden en meer ondersteuning te bieden, wil D66 de wetgevende en controlerende rol van het parlement versterken en de democratie robuuster maken.
“Het parlement kan de wetgevende taak en de rol van controleur van de regering nu niet goed genoeg uitvoeren. Dat komt onder meer doordat het aantal Kamerleden en hun ondersteuning al jaren te klein is voor de toenemende complexiteit van beleid en de groei van het aantal inwoners. Daarom breiden we het parlement uit en zorgen we voor meer ondersteuning.”
D66 vindt dat de indirect gekozen Eerste Kamer en de politieke functies van de koning niet passen in een moderne staatsinrichting. Door deze af te schaffen, wil D66 de democratische legitimiteit en transparantie van het nationale parlement vergroten.
“De Eerste Kamer wordt nu indirect gekozen. En de koning heeft nog steeds politieke rollen en taken. Dat past niet in onze moderne staatsinrichting. Daarom schaffen we de Eerste Kamer en de politieke functies van de koning af.”
GroenLinks-PvdA wil de democratische controle en de positie van het nationale parlement versterken door meer inhoudelijke en juridische ondersteuning te bieden, en politieke dubbelfuncties te verbieden. Ze richten zich op het vergroten van de effectiviteit en onafhankelijkheid van het parlement, zodat het zijn controlerende taak beter kan uitvoeren en belangenverstrengeling wordt voorkomen. De partij ziet een krachtig parlement als essentieel voor een gezonde democratische rechtsstaat.
GroenLinks-PvdA wil de Tweede Kamer beter toerusten om haar controlerende en wetgevende taken uit te voeren. Dit doen ze door extra inhoudelijke en wetenschappelijke ondersteuning te bieden, en de juridische afdeling te versterken. Zo willen ze de uitvoerbaarheid en rechtsstatelijkheid van beleid beter waarborgen.
“We zorgen voor meer inhoudelijke ondersteuning in de Tweede Kamer, ook voor de wetenschappelijke instellingen van de politieke partijen. De juridische afdeling van het parlement wordt versterkt, zodat de controle op uitvoerbaarheid en rechtsstatelijkheid beter is verankerd.”
Om belangenverstrengeling en banenstapeling tegen te gaan, wil GroenLinks-PvdA politieke dubbelfuncties verbieden. Dit moet de onafhankelijkheid en integriteit van het nationale parlement waarborgen.
“We stoppen met politieke dubbelfuncties. Je mag nu bijvoorbeeld raadslid, Statenlid én Tweede Kamerlid tegelijk zijn. Dit kan belangenverstrengeling in de hand werken.”
De Partij voor de Dieren vindt dat nationale parlementen het laatste woord moeten hebben over internationale verdragen, met name binnen de EU. Zij willen dat verdragen pas in werking treden na goedkeuring door alle nationale parlementen en dat het onderhandelingsmandaat van de Europese Commissie aan deze parlementen wordt voorgelegd. Hiermee wil de partij de democratische zeggenschap van nationale parlementen beschermen tegen inperking door vrijhandelsverdragen en Europese besluitvorming.
De PvdD stelt dat nationale parlementen doorslaggevende zeggenschap moeten hebben bij internationale verdragen, vooral om democratische controle te waarborgen en de invloed van multinationals te beperken. Dit standpunt adresseert het probleem dat vrijhandelsverdragen vaak de macht van nationale en lokale volksvertegenwoordigers beperken. Door nationale parlementen het laatste woord te geven, wil de partij de democratische legitimiteit versterken en nationale belangen beschermen.
“Vrijhandelsverdragen beperken vaak de zeggenschap van nationale en lokale volksvertegenwoordigers. Wij willen dat het onderhandelingsmandaat voor de Europese Commissie aan nationale parlementen wordt voorgelegd. Ook het laatste woord ligt wat ons betreft bij de parlementen: verdragen mogen pas in werking treden na goedkeuring van alle nationale parlementen van de EU.”
“verdragen mogen pas in werking treden na goedkeuring van alle nationale parlementen van de EU.”
BBB wil de invloed van nationale parlementen, en specifiek de Tweede Kamer, op Europese besluitvorming versterken. Zij pleiten voor een dwingend onderhandelingsmandaat voor ministers die in Brussel onderhandelen, zodat de wil van het nationale parlement leidend is bij Europese wetgeving. Hiermee wil BBB voorkomen dat Nederlandse ministers afwijken van het parlementaire mandaat en zo de democratische controle op EU-besluiten vergroten.
BBB vindt dat Nederlandse ministers in Brussel te vaak handelen zonder gebonden te zijn aan de lijn van de Tweede Kamer, waardoor de democratische controle verloren gaat. Door een dwingend onderhandelingsmandaat, naar voorbeeld van Denemarken en Duitsland, wil BBB de invloed van het nationale parlement op Europese wetgeving vergroten en de ruimte van ministers beperken tot wat het parlement toestaat.
“Om die reden pleit BBB voor de invoering van een dwingend onderhandelingsmandaat voor Europese wetgevingsvoorstellen, zoals dat gebruikelijk is in het Deense en het Duitse Parlement. Het door de Tweede Kamer verleende mandaat bepaalt de ruimte van de minister bij onderhandelingen en stemmingen op Europees niveau.”
DENK benadrukt het belang van nationale parlementen binnen Europese samenwerking en wil de soevereiniteit van Nederland waarborgen. Ze pleiten ervoor dat het nationale parlement inspraak behoudt bij EU-regelgeving en verzetten zich tegen het overhevelen van beslissingsmacht naar Europese instituties. De kern van hun visie is dat Europese samenwerking nuttig kan zijn, maar nooit ten koste mag gaan van de democratische zeggenschap van het nationale parlement.
DENK vindt dat het Nederlandse parlement altijd inspraak moet houden bij Europese regelgeving om de democratische controle en nationale soevereiniteit te waarborgen. Ze zijn pragmatisch over Europese samenwerking, maar stellen duidelijke grenzen aan het overdragen van bevoegdheden.
“Wij hechten aan het borgen van inspraak van ons nationale parlement bij EU regelgeving en hechten aan het behouden van onze soevereine zeggenschap over hoe ons land wordt bestuurd.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma