BBB wil musea toegankelijk maken voor iedereen, met een sterke nadruk op streekmusea en regionale cultuur. Ze pleiten voor een eerlijkere verdeling van cultuurgeld buiten de Randstad en geven voorrang aan musea die bijdragen aan streekbinding en laagdrempelige toegang. Hun visie is dat musea moeten bijdragen aan het behoud van lokale tradities en gemeenschapsgevoel, in plaats van Randstedelijke top-down cultuur.
BBB vindt dat musea vooral een rol moeten spelen in het behouden en uitdragen van lokale cultuur en geschiedenis, met nadruk op toegankelijkheid voor iedereen, ongeacht woonplaats of inkomen. Ze willen cultuurgeld eerlijker over het land verdelen en regionale musea versterken, in plaats van de focus op grote instellingen in de Randstad.
“Kunst, cultuur en musea zijn toegankelijk voor iedereen, ongeacht waar je woont of hoeveel je verdient. Juist in de regio’s buiten het zicht van Den Haag heeft BBB concrete resultaten geboekt. Cultuurgeld wordt eerlijker verdeeld over het land.”
“BBB zet in op cultuur van onderop: van fanfares tot dialectpoëzie, van bloemencorso’s tot streekmusea.”
“We willen een samenleving waarin verenigingen, musea, dialecten en tradities niet worden weggedrukt door de blik vanuit de Randstad.”
BBB wil dat musea die zich richten op streekbinding en laagdrempelige toegang voorrang krijgen bij het toekennen van subsidies. Hiermee willen ze lokale betrokkenheid en het behoud van immaterieel erfgoed stimuleren.
“Musea, podia en festivals die inzetten op laagdrempelige toegang en streekbinding krijgen wat BBB betreft voorrang bij het toekennen van subsidies.”
BIJ1 wil musea toegankelijker maken door de prijzen te verlagen en gratis toegang te bieden aan jongeren. Daarnaast pleit de partij voor het teruggeven van gestolen kunst uit museumcollecties en het structureel financieren van het toekomstige Nationale Slavernijmuseum. Hun visie is dat musea een inclusieve en kritische rol moeten spelen in het verwerken van het koloniale verleden en het toegankelijk maken van kunst en cultuur voor iedereen.
BIJ1 vindt dat musea voor iedereen toegankelijk moeten zijn, ongeacht inkomen. Daarom willen ze de toegangsprijzen flink verlagen en musea gratis maken voor iedereen onder de 25 jaar.
“De toegangsprijzen van musea en culturele instellingen gaan flink omlaag. Zo kan iedereen van kunst en cultuur genieten, ongeacht hun inkomen. Voor iedereen onder de 25 jaar worden musea gratis.”
De partij erkent dat veel museumcollecties bestaan uit kunst die tijdens het koloniale verleden is gestolen. BIJ1 wil deze kunst direct teruggeven aan de landen van herkomst.
“Veel van onze museumcollecties zijn gebaseerd op de Nederlandse koloniale geschiedenis en het Nederlandse slavernijverleden, en tonen kunst die gestolen is uit andere landen. We geven deze gestolen kunst direct terug.”
“We zorgen dat alle gestolen kunst door Nederlandse culturele instellingen wordt teruggegeven. We helpen het mogelijk te maken de kunst te conserveren en exposeren op de plek waar het thuishoort.”
BIJ1 wil dat het toekomstige Nationale Slavernijmuseum gratis toegankelijk is, structureel wordt gefinancierd en vaste dependances krijgt op de Caribische eilanden. Ook wordt verplicht scholenbezoek met gratis reiskosten ingevoerd.
“Het toekomstige Nationale Slavernijmuseum wordt gratis en heeft garantie op een structurele financiële basis. Daarnaast komen er vaste dependances (bijgebouwen) op de ABC- en SSS-eilanden. Scholenbezoek (PO en VO) is verplicht, met gratis reiskosten.”
FVD ziet musea als centrale instellingen voor het uitdragen en ontsluiten van Nederlands cultureel en intellectueel erfgoed. Hun belangrijkste concrete voorstel is het gratis toegankelijk maken van Rijksmusea voor Nederlanders, zodat cultuur en geschiedenis voor iedereen bereikbaar zijn. Subsidies voor musea moeten gericht zijn op het behoud en de presentatie van erfgoed, niet op modieuze of ideologische projecten.
FVD wil dat alle Nederlanders gratis toegang krijgen tot Rijksmusea, zodat de drempel om kennis te maken met de nationale cultuur en geschiedenis wordt verlaagd. Dit voorstel is bedoeld om het cultureel erfgoed breed toegankelijk te maken en nationale trots te versterken.
“We maken Rijksmusea gratis toegankelijk voor Nederlanders, zodat onze cultuur en geschiedenis voor iedereen te ontdekken zijn.”
FVD benadrukt dat musea een centrale rol moeten spelen in het ontsluiten van het culturele en intellectuele erfgoed van Nederland. Dit betekent dat musea niet alleen moeten bewaren, maar ook actief moeten bijdragen aan het uitdragen van nationale identiteit en geschiedenis.
“Musea en media moeten een centrale rol spelen in het ontsluiten van ons culturele en intellectuele erfgoed.”
Subsidies voor musea en cultuur moeten volgens FVD uitsluitend worden ingezet voor het conserveren, restaureren en expliciteren van erfgoed. Projecten met een modieuze of ideologische inslag komen niet in aanmerking, omdat het beleid zich moet richten op het behoud van nationale cultuur.
“Subsidies moeten gericht zijn op het conserveren en restaureren van erfgoed en het uitdragen van onze cultuur, niet op modieuze of ideologische projecten.”
De SGP ziet musea vooral als belangrijke instellingen voor educatie over de Holocaust en Joodse geschiedenis. Hun belangrijkste concrete voorstel is om het budget voor herinneringscentra en educatieve museumbezoeken structureel te verhogen, zodat elke leerling kennismaakt met de Joodse gemeenschap via een museumbezoek. De kern van hun visie is dat musea een essentiële rol spelen in het levend houden van historische kennis en het bestrijden van antisemitisme.
De SGP wil dat musea, specifiek herinneringscentra en musea over de Holocaust en Joodse geschiedenis, substantieel meer structurele financiering krijgen. Dit is bedoeld om het historisch besef bij jongeren te vergroten en antisemitisme tegen te gaan. Elk kind moet via het onderwijs in aanraking komen met deze musea.
“De SGP wil het budget voor herinneringscentra over het oorlogsverleden en de Holocaust substantieel en structureel verhogen.”
“In het kader van het Nationaal Plan Holocausteducatie moet elke leerling kennis maken met de (geschiedenis van de) Joodse gemeenschap door een bezoek aan een relevante organisatie of museum zoals het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam.”
“Zo moet meer worden ingezet worden op een verplicht bezoek aan een van de herinneringscentra.”
De SP wil musea toegankelijker maken voor iedereen door rijksmusea en regionale musea minimaal één dag per week gratis te maken. Daarnaast pleit de partij voor de oprichting van een Nationaal Historisch Museum dat aandacht besteedt aan het gezamenlijke Nederlandse verhaal, inclusief de zwarte bladzijden uit de geschiedenis. De kern van hun visie is dat kunst, cultuur en musea van en voor iedereen zijn, en dat toegang niet afhankelijk mag zijn van inkomen of woonplaats.
De SP vindt dat musea toegankelijk moeten zijn voor alle Nederlanders, ongeacht hun financiële situatie of woonplaats. Door rijksmusea en regionale musea minimaal één dag per week gratis te maken, wil de partij drempels verlagen en cultuur breed beschikbaar stellen.
“Onze musea open voor iedereen. Rembrandt en Van Gogh zijn van ons allemaal. Daarom maken we rijksmusea gratis, te beginnen minimaal één dag per week. Ook regionale musea worden minstens één dag per week gratis toegankelijk. Zo kan iedereen genieten van kunst en geschiedenis, waar je ook woont, en zorgen we voor een eerlijke verdeling van cultuursubsidies in heel Nederland.”
De SP wil een Nationaal Historisch Museum oprichten dat het gezamenlijke Nederlandse verhaal vertelt, inclusief de moeilijke en pijnlijke delen van de geschiedenis. Hiermee wil de partij bijdragen aan bewustwording, leren van het verleden en het versterken van de rechtsstaat en sociale verzorgingsstaat.
“Een Nationaal Historisch Museum voor ons gezamenlijke verhaal. We richten een Nationaal Historisch Museum op dat laat zien hoe Nederland is ontstaan en welke waarden en strijd van gewone mensen hieraan ten grondslag liggen en waarom onze rechtsstaat en sociale verzorgingsstaat zo belangrijk zijn. Ook besteden we aandacht aan de zwarte bladzijden uit onze geschiedenis, zodat we leren van het verleden en samen werken aan een rechtvaardige toekomst.”
De SP wil dat musea een rol spelen in het vergroten van kennis over het verleden, met speciale aandacht voor de zwarte bladzijden van de geschiedenis zoals de holocaust, kolonialisme en slavernij. Dit draagt volgens de partij bij aan het bestrijden van discriminatie en het bevorderen van gedeelde kennis.
“We gaan op scholen, in musea, online en op televisie meer aandacht besteden aan de zwarte bladzijden van het verleden, zoals de holocaust, het kolonialisme, het slavernijverleden en de uitbuiting van de werkende klasse. Door te leren van het verleden kunnen we werk maken van een gedeelde toekomst.”
NSC wil de rol van musea versterken als dragers van nationaal en regionaal historisch besef en cultureel erfgoed. Ze pleiten voor de oprichting van een nationaal historisch museum en voor structurele ondersteuning van bestaande musea en tentoonstellingen, met nadruk op het behoud en de spreiding van cultureel erfgoed in heel Nederland. Hun visie is dat musea bijdragen aan het vertellen van het Nederlandse verhaal en het bevorderen van samenhang en identiteit.
NSC stelt voor om een nationaal historisch museum op te richten dat een breed en eerlijk beeld geeft van de Nederlandse geschiedenis, inclusief zowel positieve als beladen hoofdstukken. Dit museum moet bijdragen aan het nationale bewustzijn en het leren van het verleden.
“Er komt een nationaal historisch museum waar alle belangrijke onderdelen van onze nationale en regionale geschiedenis te zien zijn. Het museum belicht zowel perioden van vooruitgang en overwinning zoals tijdens de Tachtigjarige Oorlog, als nationale rampen zoals de Watersnoodramp en beladen hoofdstukken zoals het slavernijverleden.”
NSC vindt het belangrijk dat musea en tentoonstellingen actief ondersteund worden als onderdeel van het nationale cultuurbeleid. Ze zien musea als essentieel voor het behoud van cultureel erfgoed en het vertellen van het Nederlandse verhaal, en pleiten voor actieve instandhouding van monumenten en musea in heel Nederland.
“Het cultuurbeleid ondersteunt de instandhouding van nationaal cultureel erfgoed, musea en tentoonstellingen. Historische kerktorens en stadsgezichten moeten actief behouden blijven.”
De Partij voor de Dieren wil musea financieel toegankelijker maken, met gratis toegang voor mensen met een laag inkomen en studenten. Daarnaast ziet de partij musea als belangrijke partners in cultuur- en kunsteducatie en als verbindende schakel tussen scholen en de samenleving.
De PvdD vindt dat financiële drempels museumbezoek in de weg staan en wil daarom gratis toegang bieden aan mensen met een laag inkomen en studenten. Hiermee wil de partij cultuurparticipatie bevorderen en musea toegankelijk maken voor iedereen, ongeacht sociaaleconomische achtergrond.
“Museumbezoek wordt financieel toegankelijk voor alle burgers. Zo worden musea gratis voor mensen met een laag inkomen en voor studenten.”
De partij ziet musea als essentiële partners in het onderwijs en in het verbinden van scholen met de bredere samenleving. Door musea structureel te betrekken bij het onderwijs, wil de PvdD bijdragen aan cultuur- en kunsteducatie en maatschappelijke betrokkenheid.
“Scholen worden een plek waar verbinding ontstaat tussen wijk, ouders, culturele instellingen, bibliotheken, kunstencentra, musea, verenigingen en podia.”
De VVD wil dat musea hun collecties meer zichtbaar maken door kunst uit depots vaker uit te lenen of te verhuren, zodat meer mensen ervan kunnen genieten. Ze pleiten voor minder afhankelijkheid van subsidies en stimuleren eigen inkomsten, met de overheid die deels garant kan staan voor schade of diefstal bij bruikleen. De partij ziet musea vooral als ondernemende instellingen die hun bereik en toegankelijkheid moeten vergroten.
De VVD vindt dat te veel kunst in museumdepots ligt en wil dat deze kunst vaker wordt uitgeleend of verhuurd, zodat een breder publiek ervan kan genieten. Dit moet de toegankelijkheid van kunst vergroten en het maatschappelijk nut van museale collecties verhogen. De overheid kan hierbij een rol spelen door garant te staan voor schade of diefstal van uitgeleende kunst.
“Er liggen te veel kunstobjecten in de depots van musea. We stimuleren tijdelijke uitleen of verhuur van deze kunst, zodat meer mensen ervan kunnen genieten. De Rijksoverheid kan deels garant staan voor schade en diefstal van in bruikleen gestelde kunst.”
De VVD wil dat musea en andere culturele instellingen minder afhankelijk worden van overheidssubsidies en meer eigen inkomsten genereren. Dit past bij hun bredere visie op een ondernemende cultuursector die zelf verantwoordelijkheid neemt voor het aantrekken van publiek en financiering.
“We stimuleren zo veel mogelijk eigen inkomsten in plaats van subsidies. Daarmee maken we de culturele sector minder afhankelijk van overheidssubsidies.”
Volt wil musea toegankelijker maken voor iedereen in de EU en stimuleert samenwerking tussen Europese musea. Het belangrijkste concrete voorstel is de invoering van een Europese museumkaart waarmee inwoners van de EU voor een vaste prijs toegang krijgen tot alle musea binnen de EU. Daarnaast stelt Volt extra geld beschikbaar voor musea om een breder en jonger publiek te bereiken.
Volt wil de toegankelijkheid van musea vergroten en Europese samenwerking stimuleren door een museumkaart voor de hele EU in te voeren. Dit moet niet alleen de drempel voor museumbezoek verlagen, maar ook de samenwerking tussen musea bevorderen.
“We voeren een Europese museumkaart in. Met de kaart krijgen inwoners van de EU voor een vaste prijs toegang tot alle musea binnen de EU en daarmee tot de wereldberoemde kunst die de EU rijk is. Daarmee maken we meer kunst toegankelijk en leggen we meteen een basis voor meer samenwerkingen tussen Europese musea.”
Volt vindt het belangrijk dat musea voor iedereen toegankelijk zijn, met speciale aandacht voor jongeren en een divers publiek. Daarom stelt de partij geld beschikbaar zodat musea kunnen experimenteren met het aantrekken van nieuwe doelgroepen.
“We stellen daarom geld beschikbaar voor musea, erfgoedinstellingen en culturele instellingen om te experimenteren met het aantrekken van een breder publiek en jongeren in het bijzonder.”
De ChristenUnie erkent de waarde van musea als onderdeel van het culturele erfgoed en ziet de overheid als hoeder van het culturele klimaat, waaronder musea. Ze pleiten voor een eerlijke verdeling van overheidssubsidies voor musea over het hele land, zodat cultuur breed toegankelijk blijft.
De ChristenUnie vindt dat musea belangrijk zijn voor het culturele leven en het behoud van erfgoed. Ze willen dat overheidssubsidies voor musea eerlijker over het land worden verdeeld, zodat niet alleen de Randstad profiteert en cultuur voor iedereen bereikbaar blijft.
“De overheid vervult een belangrijke rol als subsidieverstrekker, opdrachtgever en hoeder van ons culturele klimaat en erfgoed zoals musea en orkesten. Bij de verdeling van overheidssubsidies voor culturele instellingen willen we een eerlijker verdeling over het land.”
D66 wil musea structureel ondersteunen als essentiële instellingen voor het zichtbaar maken van de veelzijdige Nederlandse geschiedenis en cultuur. Ze pleiten voor een nationaal museaal beleid met structurele steun voor musea, waaronder specifieke aandacht voor musea die belangrijke historische thema’s belichten.
D66 ziet musea als cruciaal voor het levend houden van de geschiedenis en het bevorderen van culturele diversiteit. Door structurele steun te bieden aan musea die de veelzijdige geschiedenis en cultuur van Nederland zichtbaar maken, wil D66 deze instellingen toekomstbestendig maken en hun maatschappelijke rol versterken.
“D66 wil een nationaal museaal beleid: structurele steun voor musea die de veelzijdige geschiedenis en cultuur van Nederland zichtbaar maken. Zoals het Slavernijmuseum in Amsterdam, het Eise Eisinga Planetarium in Franeker, het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en het Museum Prinsenhof in Delft.”
DENK benoemt musea slechts op één concrete manier in haar verkiezingsprogramma: het pleit voor structurele financiering van het Nationaal Slavernijmuseum. Dit museum moet voldoende middelen krijgen om het slavernijverleden te belichten vanuit het perspectief van nazaten van tot slaaf gemaakten. Andere musea of bredere museumbeleid worden niet genoemd.
DENK wil dat het Nationaal Slavernijmuseum structureel wordt gefinancierd, zodat het zijn maatschappelijke rol kan vervullen. De partij vindt het belangrijk dat het slavernijverleden erkend wordt als misdaad tegen de menselijkheid en dat het museum het verhaal vertelt vanuit het perspectief van de nazaten van tot slaaf gemaakten.
“Structurele financiering voor het Nationaal Slavernijmuseum. Het museum krijgt voldoende middelen om zijn rol te vervullen en vertelt het verhaal nadrukkelijk vanuit het perspectief van de nazaten van tot slaaf gemaakten.”
GroenLinks-PvdA ziet musea als belangrijke instellingen om brede groepen, zoals jongeren, ouderen en nieuwkomers, actief kennis te laten maken met kunst en cultuur. Ze willen musea en andere cultuurinstellingen ondersteunen om de toegankelijkheid en participatie te vergroten, met speciale aandacht voor inclusiviteit en educatie.
GroenLinks-PvdA wil dat musea actief bijdragen aan het toegankelijk maken van kunst en cultuur voor specifieke doelgroepen. Het doel is om drempels te verlagen en cultuurparticipatie te bevorderen, vooral onder jongeren, ouderen en nieuwkomers. Musea worden gezien als een middel om culturele diversiteit en inclusiviteit te versterken.
“Musea, podia en andere cultuurinstellingen worden in staat gesteld om actief en gericht specifieke groepen te laten kennismaken met kunst en cultuur, zoals jongeren, ouderen en nieuwkomers.”
JA21 benoemt musea niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar hun algemene standpunt over cultuur is dat overheidssubsidies voor uitvoerende kunsten moeten worden verminderd, terwijl er wél geld mag gaan naar het behoud, de restauratie en het toegankelijk maken van cultureel erfgoed. Musea vallen impliciet onder dit erfgoedbeleid, waarbij de nadruk ligt op behoud en toegankelijkheid, niet op structurele subsidiëring van culturele instellingen.
JA21 wil structurele subsidies voor de uitvoerende kunsten fors verminderen, omdat zij vinden dat subsidie niet goed is voor een bloeiende cultuursector. In plaats daarvan willen ze investeren in het behoud, de restauratie en het toegankelijk maken van cultureel erfgoed, wat musea indirect raakt. De partij ziet musea als onderdeel van het erfgoed dat behouden en toegankelijk moet blijven, bijvoorbeeld via digitalisering, maar niet als ontvanger van structurele kunstsubsidies.
“Wat JA21 betreft moet er significant minder overheidsgeld naar de uitvoerende kunsten: subsidie is juist niet goed voor een bloeiende cultuursector. Waar JA21 wel geld aan wil besteden is aan het behoud, de restauratie en het toegankelijk maken van ons cultureel erfgoed (zoals digitalisering van archieven en kwetsbare boeken).”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma