Volt pleit voor de oprichting van een minister en ministerie van Digitale Zaken om politieke grip te krijgen op digitalisering en digitale autonomie te versterken. De partij wil dat deze minister verantwoordelijk wordt voor integrale aansturing van digitale infrastructuur, innovatie, cybersecurity en het beschermen van burgerrechten in de digitale samenleving. Volt koppelt dit aan concrete voorstellen zoals een digitale identiteit, proactieve digitale dienstverlening en het centraal stellen van Europese waarden en privacy.
Volt wil een aparte minister en ministerie van Digitale Zaken om de regie te nemen over digitalisering, digitale infrastructuur, innovatie en bescherming van burgerrechten. Dit moet zorgen voor meer politieke grip, integrale aanpak en versnelling van publieke innovatie.
“We willen dat er een minister van Digitale Zaken komt met een eigen ministerie van Digitale Zaken.”
“Het mandaat van dit ministerie is om de digitale infrastructuur, economische ontwikkeling, defensie, kennisontwikkeling en cybersecurity integraal aan te pakken.”
“Technologie vormt de samenleving van morgen. Het bepaalt hoe we leven, werken en ons laten informeren. Maar politieke grip ontbreekt. Daarom komt er een minister en ministerie van Digitale Zaken.”
“Hiervoor is een ministerie van Digitale Zaken nodig. Bewindvoerders kunnen digitale innovatie agenderen, innovatie bevorderen en toezicht houden op wenselijk en ethisch gebruik van technologie in onze samenleving.”
Volt koppelt de rol van de minister van Digitale Zaken aan het realiseren van een toegankelijke, efficiënte en veilige digitale overheid, waarbij de burger centraal staat. Dit omvat onder andere één digitale identiteit, proactieve dienstverlening en het volgen van succesvolle buitenlandse modellen.
“We pleiten ervoor dat Nederland de komende jaren een digitale transformatie doorvoert waarbij de burger centraal staat. We kijken hierbij naar het succesvolle Estlandse model, waar inmiddels 100% van alle overheidsdiensten digitaal beschikbaar is.”
“Er komt een digitale overheid die net zo gemakkelijk werkt als online bankieren. En er komt één digitale identiteit waarmee je veilig kunt inloggen bij alle overheidsdiensten.”
Volt benadrukt dat de minister van Digitale Zaken Europese waarden, privacy en digitale soevereiniteit moet beschermen bij digitalisering van de overheid en samenleving. Dit betekent minder afhankelijkheid van grote techbedrijven en het gebruik van open source en EU-alternatieven.
“Europese waarden zijn leidend bij overheidsdigitalisering, zodat transparantie, zeggenschap en digitale soevereiniteit gewaarborgd blijven.”
“De overheid geeft het goede voorbeeld en is in 2030 volledig overgestapt op EU-alternatieven voor haar digitale infrastructuur.”
“We beschermen onze democratie tegen de invloed van grote technologiebedrijven. Algoritmes moeten transparant en eerlijk zijn. Zij mogen geen inbreuk maken op onze privacy of grondrechten.”
BBB benoemt nergens expliciet de functie of noodzaak van een "minister van digitale zaken" in haar verkiezingsprogramma. Wel pleit de partij voor meer regie, kennisbehoud en sturing op digitalisering binnen de overheid, met nadruk op digitale soevereiniteit, toegankelijke dienstverlening en verantwoorde inzet van technologie. Concrete voorstellen richten zich op het versterken van interne digitale expertise, het beschermen van vitale infrastructuur en het verbeteren van digitale overheidsdiensten.
BBB vindt dat de overheid zelf de regie en kennis over digitalisering moet behouden, in plaats van deze uit te besteden aan externe partijen. Dit is bedoeld om de overheid beter voor te bereiden op digitale vraagstukken en om afhankelijkheid van buitenlandse of commerciële partijen te verminderen.
“Kritische kennis over IT en data blijft bij de overheid zelf in plaats van uitbesteed aan externe partijen.”
“De Nederlandse Digitalisering Strategie (NDS). De NDS wordt zo snel mogelijk uitgevoerd binnen de overheid. Om de overheid voor te bereiden op toekomstige digitale vraagstukken.”
BBB wil dat vitale digitale infrastructuur en publieke data zoveel mogelijk in Nederlandse of Europese handen blijven. Dit moet strategische kwetsbaarheid en afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven tegengaan.
“Vitale infrastructuur in eigen beheer. Publieke en vitale digitale netwerken blijven zoveel mogelijk in bezit van Nederlandse of Europese bedrijven of samenwerkingsverbanden.”
“Overheidsdata en privacygevoelige informatie worden opgeslagen bij Nederlandse of Europese partijen die de hoogste beveiligingsnormen hanteren.”
BBB benadrukt het belang van begrijpelijke, veilige en toegankelijke digitale dienstverlening voor alle burgers, inclusief mensen met een beperking. Nieuwe wetgeving moet digitaal haalbaar zijn en aansluiten bij bestaande IT-systemen.
“Alle digitale loketten zijn begrijpelijk, veilig en toegankelijk voor iedere Nederlander, waarbij publieke en semipublieke digitale diensten 100% toegankelijk zijn voor mensen met een beperking conform de WCAGrichtlijnen.”
“Nieuwe wetgeving moet getoetst worden zodat deze wetgeving aansluit bij de IT systemen van de overheid.”
BBB wil dat de overheid AI alleen verantwoord inzet, met transparantie en menselijk toezicht. Daarnaast moeten falende ICT-projecten structureel geëvalueerd worden om van fouten te leren en interne expertise te versterken.
“De overheid zet AI op een verantwoorde en doelmatige manier in, met nadruk op transparantie, menselijk toezicht en het beperken van risico’s.”
“Leer van falende ICT-projecten binnen de overheid door het structureel evalueren van projecten, het verbeteren van aanbestedingsprocessen en het versterken van interne expertise.”
De ChristenUnie pleit niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, maar benadrukt wel de noodzaak van sterke regie en ethische kaders vanuit de overheid op digitalisering, kunstmatige intelligentie en de bescherming van privacy. Hun belangrijkste voorstellen richten zich op transparantie van algoritmes, strengere regulering van techbedrijven, en het waarborgen van digitale rechten en privacy. De partij ziet digitalisering als een kans, maar waarschuwt voor de risico’s en pleit voor duidelijke overheidssturing.
De ChristenUnie vindt dat de overheid duidelijke regie moet voeren op digitalisering, met ethische kaders en transparantie, vooral rond kunstmatige intelligentie en algoritmes. Dit is nodig om privacy, democratie en vrije toegang tot informatie te beschermen tegen de macht van grote techbedrijven en de risico’s van nieuwe technologieën.
“De overheid moet grenzen stellen waar het gaat om de inzet van technieken en de regulering van ons digitale maatschappelijke verkeer, bijvoorbeeld bij het gebruik van kunstmatige intelligentie en algoritmes.”
“Het algoritmeregister wordt uitgebreid en verplicht gesteld, zodat transparant is hoe algoritmes worden ingezet.”
“De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd, met potentieel ontwrichtende gevolgen voor onder andere de rechtsstaat. Daarom vindt de ChristenUnie dat dit duidelijke ethische kaders en regie van de overheid vraagt.”
De partij wil dat de overheid meer grip krijgt op grote techbedrijven, onder andere door verplichte transparantie over algoritmes, het beperken van polariserende algoritmes, en het beschermen van privacy en digitale rechten van burgers.
“Ons recht op privacy en onze vrije en ongefilterde toegang tot gegevens kunnen in het gedrang komen als we niet meer grip krijgen op grote techbedrijven die grote hoeveelheden data over ons verzamelen en steeds meer bepalen welke informatie wij zien.”
“Social media bedrijven worden verplicht om minder 'polariserende algoritmes' in te zetten, bijvoorbeeld door gebruikers keuze vrijheid te geven over hoe aanbevelingen tot stand komen.”
“Er komt een beter wettelijk geborgd recht op een schone lei, zodat consumenten op een duidelijke plek een verzoek kunnen indienen om al hun data te laten vernietigen.”
De ChristenUnie is kritisch over Europese digitaliseringsvoorstellen zoals de Europese Digitale Identiteit en de digitale euro, vooral vanwege zorgen over privacy en vrijwilligheid.
“De ChristenUnie is kritisch op de ontwikkelingen rondom de Europese Digitale Identiteit (eID). Als er een eID komt, moet dit vrijwillig, transparant en privacy-proof zijn. Er komt geen Europees Burgerservicenummer.”
“Het huidige voorstel voor een digitale euro is een oplossing op zoek naar een probleem, waar de ChristenUnie vooral bezwaren tegen heeft (bijvoorbeeld als het gaat om privacywaarborgen).”
FVD pleit niet expliciet voor een aparte "minister van digitale zaken", maar hun programma bevat wel concrete voorstellen voor digitalisering, privacy en digitale infrastructuur. De partij wil digitale communicatie onder het briefgeheim brengen, anonimiteit online waarborgen, overheidsdigitalisering verbeteren en zich krachtig verzetten tegen Europese digitale identificatie en centrale digitale valuta. Hun visie draait om maximale digitale vrijheid, privacybescherming en technologische innovatie zonder centrale controle.
FVD wil dat digitale communicatie dezelfde grondwettelijke bescherming krijgt als briefpost en telefoongesprekken, om privacy te waarborgen in het digitale tijdperk. Dit moet voorkomen dat de overheid of derden zonder goede reden toegang krijgen tot privéberichten van burgers.
“Het briefgeheim, zoals vastgelegd in artikel 13 van de Grondwet, gaat ook gelden voor digitale communicatie, zodat e-mails en berichten dezelfde bescherming genieten als briefpost en telefoongesprekken.”
De partij vindt anonimiteit essentieel voor een vrije samenleving en verzet zich tegen verplichte identiteitskoppeling en biometrische registratie. Dit moet burgers beschermen tegen machtsmisbruik en censuur.
“We maken anonimiteit de norm. We verzetten ons tegen verplichte identiteitskoppeling aan accounts, zodat iedereen zonder angst kennis kan vergaren en meningen kan uiten.”
“We weigeren voorstellen om biometrische data van internetgebruikers op te slaan, zodat anonimiteit online gewaarborgd blijft.”
FVD is fel tegen Europese centrale digitale identificatie en digitale valuta, omdat deze volgens hen leiden tot centrale controle en verlies van privacy. Ze willen nationale soevereiniteit behouden over digitale identiteit en betaalmiddelen.
“We verzetten ons tegen een Europese digitale identiteit, zodat Nederlanders niet in een centraal controlesysteem terechtkomen.”
“We verzetten ons altijd tegen de invoering van een digitale euro of welke Central Bank Digital Currency dan ook, zodat vrijheid en privacy behouden blijven.”
FVD wil dat de overheid haar digitale systemen moderniseert en kunstmatige intelligentie inzet om de efficiëntie te verhogen en het aantal ambtenaren te verminderen. Dit moet leiden tot een betrouwbare en innovatieve digitale overheid.
De partij wil investeren in supersnel glasvezelinternet in heel Nederland om de digitale economie te versterken en innovatie te stimuleren.
“We zorgen voor supersnel glasvezelinternet in het hele land, zodat de digitale economie en communicatie optimaal functioneren.”
De SGP pleit niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, maar benadrukt wel het belang van duidelijke digitale spelregels, bescherming van burgers en data-eigenaarschap. Hun voorstellen richten zich op het versterken van digitale weerbaarheid, het beschermen van kwetsbare groepen, en het waarborgen van privacy en eigenaarschap over data. De partij is kritisch op Europese digitaliseringsinitiatieven en wil nationale regie behouden over digitale ontwikkelingen.
De SGP vindt dat de overheid duidelijke digitale spelregels moet ontwikkelen en toepassen, met extra aandacht voor kwetsbare groepen en het voorkomen van een te machtige overheid. Ze zijn tegen Europese digitale centralisatie en willen nationale controle behouden.
De partij wil dat burgers zelf bepalen wat er met hun data gebeurt, en bedrijven transparant zijn over datagebruik. Dit moet de positie van burgers versterken tegenover grote bedrijven en platforms.
“De SGP wil toe naar zoveel mogelijk ‘individueel eigenaarschap’ van data. Niet de autofabrikant en het energiebedrijf, maar de auto- en de woningbezitter moeten bepalen wat er met ‘hun’ data gebeurt.”
“Bedrijven en organisaties moeten transparant zijn over het gebruik van data van burgers.”
De SGP wil ondernemers ondersteunen bij cyberveiligheid en pleit voor hogere veiligheidsstandaarden en samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven om kritieke infrastructuur te beschermen.
Om burgers te beschermen tegen misbruik van hun identiteit, wil de SGP een verbod op deepfakes en copyright op lichaam, gezichtskenmerken en stem.
“Er komt een verbod op het creëren en verspreiden van deepfakes. Burgers krijgen, naar Deens voorbeeld, op grond van de Auteurswet copyright op hun eigen lichaam, gezichtskenmerken en stem.”
DENK pleit in haar verkiezingsprogramma niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, noch wordt deze term genoemd. Wel zet DENK in op versterking van toezicht, privacybescherming en digitale mensenrechten, met concrete voorstellen zoals een algoritmewet, een verplicht algoritmeregister en meer middelen voor de Autoriteit Persoonsgegevens. De partij ziet digitale veiligheid en bescherming van persoonsgegevens als kerntaken van de overheid, maar koppelt deze niet aan een specifieke ministerspost.
DENK wil de bescherming van digitale mensenrechten en privacy versterken door strengere regelgeving en toezicht, vooral op het gebied van algoritmen en persoonsgegevens. De partij adresseert risico’s van machtsmisbruik door technologie en big tech, en wil dat de overheid hier een actieve rol in speelt, maar noemt geen aparte minister van digitale zaken.
“Sterker toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. De AP krijgt extra middelen, bredere bevoegdheden en diepgaande expertise op het gebied van kunstmatige intelligentie.”
“Er komt een algoritmewet. In deze wet worden waarborgen voor mensenrechten bij algoritmen verplicht. Het gebruik van afkomstgerelateerde kenmerken in algoritmen en risicoprofielen wordt verboden.”
“Algoritmes worden transparant. Er komt een verplicht algoritmeregister, dat geldt voor zowel overheden als bedrijven die algoritmen inzetten.”
“Wij willen inzetten op betere waarborgen van de online privacy. Dat betekent dat handel in persoonsgegevens aan banden wordt gelegd en de macht van de bigtech bedrijven Europees moet worden ingeperkt.”
“Er moet meer geïnvesteerd worden in digitale veiligheid. We moeten ook inzetten op onafhankelijkheid van onze systemen van andere landen en grote bedrijven.”
DENK onderstreept het belang van een veilige digitale infrastructuur, met extra ondersteuning voor kleine organisaties en investeringen in bescherming van persoonsgegevens. Ook hier wordt geen aparte minister voorgesteld, maar de verantwoordelijkheid bij de overheid als geheel gelegd.
“Wij willen extra ondersteuning voor kleine organisaties om hun digitale beveiliging op orde te krijgen. De overheid investeert in een veilige digitale infrastructuur en de bescherming van persoonsgegevens.”
JA21 pleit niet voor een aparte minister van digitale zaken, maar wil digitalisering en innovatie centraal en krachtig aanpakken via een nationale strategie en duidelijke regie. De partij zet in op minder versnippering, meer digitale soevereiniteit, en het stimuleren van digitalisering in het bedrijfsleven, zonder extra bureaucratie of nieuwe ministersposten.
JA21 benoemt nergens expliciet een minister van digitale zaken, maar wil versnipperd beleid tegengaan door een nationale strategie en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten. De partij ziet digitalisering als essentieel voor economische groei, maar kiest voor regie zonder extra bestuurslagen.
“Versnipperd beleid en talloze loketten voor bedrijven die willen digitaliseren voorkomen met een nationale strategie waarin het bedrijfsleven gezamenlijk optrekt met de overheid en kennisinstituten.”
“JA21 wil: ... Ondernemers de ruimte geven om voorop te lopen in digitalisering door eenvoudige en eenduidige regelgeving.”
JA21 benadrukt het belang van digitale soevereiniteit en het verminderen van afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven. De partij wil investeren in strategische technologie en digitale veiligheid, maar koppelt dit niet aan een specifieke minister van digitale zaken.
“Zorgen voor digitale soevereiniteit. Europa en Nederland mogen niet volledig afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese techbedrijven. We investeren in strategische technologie en digitale veiligheid.”
“Cyberveiligheid is nationale veiligheid. ... JA21 staat achter deze afspraak en zet in op een stevige en centrale aanpak van deze investering onder één verantwoordelijk ministerie, met één vaste Kamercommissie, en onder scherpe toetsing op effectiviteit.”
JA21 stelt wel een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie voor, maar deze is gericht op het terugdringen van bureaucratie en regeldruk in brede zin, niet specifiek op digitalisering of digitale zaken.
“Minder regeldruk door een minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie aan te stellen die met een harde reductiedoelstelling een einde maakt aan de toenemende regeldruk en met de stofkam door bestaande wet- en regelgeving gaat.”
“JA21 wil ... Een Minister voor Overheidsefficiëntie en Autonomie die de inspraak van Nederlanders bewaakt en de overheid afslankt.”
De VVD pleit niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, maar wil digitalisering en digitale veiligheid veel centraler en effectiever organiseren binnen de overheid. Ze stellen voor om digitale inkoop te centraliseren, een rijksbreed ICT-team op te richten en digitale veiligheid als kabinetsprioriteit te behandelen, met meer centrale regie en hogere standaarden.
De VVD wil de digitale slagkracht van de overheid vergroten door digitalisering centraal te organiseren, falende ICT-projecten aan te pakken en digitale inkoop te standaardiseren. Dit moet leiden tot een effectievere, klantvriendelijkere en veiligere digitale overheid, waarbij Nederland internationaal vooroploopt.
“Er komt een nieuw rijksbreed ict-team dat los van verstikkende overheidsstructuren en –procedures eindeloze ict-projecten vlot trekt, bijvoorbeeld bij de Belastingdienst en DUO en we kopen software rijksbreed in om betere prijzen te bedingen.”
“We standaardiseren en centraliseren digitale inkoop, zodat de overheid goedkoper en beter software kan inkopen.”
“De VVD wil een overheid die Estland naar de kroon steekt als het gaat om digitalisering.”
Digitale veiligheid moet volgens de VVD serieuze aandacht krijgen op het hoogste niveau van het kabinet. Ze willen investeren in digitale weerbaarheid, centrale coördinatie en snelle opvolging van digitale incidenten.
“Daarom wil de VVD dat deze verantwoordelijkheid voor digitale veiligheid serieuze aandacht krijgt in het kabinet.”
“We ondersteunen publieke en private organisaties, zoals gemeenten en OV-bedrijven, op het gebied van cybersecurity en willen dat digitale incidenten snel centraal gemeld en opgevolgd worden.”
De SP wil een apart ministerie van Digitale Zaken oprichten om de digitalisering van de samenleving en overheid beter te sturen en burgers te beschermen tegen de negatieve gevolgen van technologie. Dit ministerie moet zorgen voor een gerichte aanpak van digitale vraagstukken, digitale autonomie bevorderen en burgerrechten in het digitale tijdperk waarborgen. De partij pleit voor een sterke publieke regie op digitalisering, ethische toetsing van nieuwe technologieën en versterking van toezicht op privacy.
De SP stelt voor om een specifiek ministerie van Digitale Zaken op te richten, omdat technologie een steeds grotere rol speelt in het dagelijks leven en er behoefte is aan centrale, gerichte regie. Dit ministerie moet zowel de digitalisering binnen de overheid als daarbuiten in goede banen leiden en zorgen voor publieke waarden en burgerrechten in het digitale domein.
“Ministerie van Digitale Zaken. In een tijd waarin technologie een steeds grotere rol speelt in ons dagelijks leven, is het essentieel dat we een specifieke instantie hebben die zich richt op digitale zaken. Een ministerie van Digitale Zaken zorgt voor een gerichte aanpak om zowel de digitalisering binnen de overheid als daarbuiten in goede banen te leiden.”
De SP koppelt het ministerie van Digitale Zaken aan het streven naar digitale autonomie: minder afhankelijkheid van buitenlandse (vooral Amerikaanse) technologie en meer gebruik van open source en open standaarden. Dit moet de soevereiniteit van Nederland en Europa op digitaal gebied versterken.
“Digitale autonomie. In grote mate is de Nederlandse overheid afhankelijk van Amerikaanse digitale producten, clouddiensten en datacentra. We moeten investeren in alternatieven in Nederland en Europa, zodat we de afhankelijkheid van de VS kunnen verminderen.”
Het ministerie moet toezien op een digitaal voorzorgsprincipe: nieuwe technologieën worden eerst ethisch getoetst voordat ze op de markt komen, en er komt een permanent onderzoeksinstituut dat de maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen onderzoekt en adviseert over aanvullende burgerrechten.
“Hanteer een digitaal voorzorgsprincipe. Wij versterken de volksvertegenwoordiging met een permanent onderzoeksinstituut dat adviseert over de maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen en voorstellen doet voor aanvullende burgerrechten in het digitale tijdperk. Nieuwe technologieën worden eerst onderworpen aan een ethische toets, voordat zij kunnen toetreden tot de markt.”
De SP wil dat het ministerie van Digitale Zaken ook toeziet op de versterking van de Autoriteit Persoonsgegevens, zodat privacy beter beschermd wordt en consumenten bij digitale diensten dezelfde bescherming krijgen als bij betaalde diensten.
“Versterk de digitale waakhond. Wij versterken de Autoriteit Persoonsgegevens om misstanden aan te pakken, zodat beter kan worden opgetreden wanneer de privacy van mensen in het geding is. Consumenten krijgen bij het gebruik van ‘gratis’ diensten (waarbij ze betalen met data, zoals op sociale media) dezelfde bescherming als wanneer ze zouden betalen met geld.”
Het verkiezingsprogramma van BIJ1 bevat geen expliciet voorstel voor een aparte minister van digitale zaken, noch een duidelijke visie op het instellen van zo’n ministerspost. Wel zijn er concrete voorstellen rondom privacy, digitale rechten en toezicht op dataverzameling, maar deze worden niet gekoppeld aan een specifieke minister of ministerie.
BIJ1 wil de bevoegdheden van overheidsdiensten op het gebied van digitale surveillance en dataverzameling fors inperken en onder streng, onafhankelijk toezicht plaatsen. De partij adresseert hiermee zorgen over privacy en de bescherming van burgerrechten in het digitale domein, maar verbindt dit niet aan een minister van digitale zaken.
“Alle dataverzameling door overheid en justitie wordt geminimaliseerd tot het absoluut noodzakelijke, en er komt altijd streng toezicht van privacywaakhonden.”
“De adviezen van privacywaakhonden worden openbaar en afdwingbaar met sancties die verder gaan dan de huidige ineffectieve bestuurlijke boetes.”
“We intensiveren en verbeteren intussen de strenge, bindende, onafhankelijke democratische controle over deze diensten. Hun bevoegdheden worden ingeperkt...”
Het CDA pleit niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, maar stelt wel voor om de regie op digitale technologie en AI te versterken via een commissaris AI en centrale coördinatie. De partij wil digitale autonomie vergroten, investeren in sleuteltechnologieën en digitale ethiek verankeren, maar benoemt nergens een ministeriële verantwoordelijkheid of een minister van digitale zaken als beleidsvoorstel.
Het CDA kiest voor centrale regie op digitale technologie en AI door het aanstellen van een commissaris AI, in plaats van een minister van digitale zaken. Hiermee wil de partij samenwerking en data-uitwisseling stimuleren, maar de verantwoordelijkheid blijft bij bestaande structuren en niet bij een aparte minister.
“Er komt daarnaast een commissaris AI voor centrale regie. Zo stimuleren we steviger samenwerking en data-uitwisseling tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden.”
Het CDA wil dat de landelijke overheid vooroploopt in digitale autonomie en ethiek, maar koppelt dit niet aan een minister van digitale zaken. De partij richt zich op investeringen in Europese technologie, cloud-toepassingen en het verankeren van digitale ethiek in beleid en onderwijs.
“Daarnaast fungeert de landelijke overheid als voorloper in de transitie naar de eigen cloud-toepassing en ondersteunt het lagere overheden om ook deze transitie door te voeren.”
“Wij willen een betere verankering van digitale ethiek: AI-ethiek, het begrijpen van algoritmes, mediawijsheid en cyberveiligheid in funderend en vervolgonderwijs en bibliotheken.”
D66 wil een bewindspersoon (minister of staatssecretaris) voor Technologie en Innovatie met een eigen begroting en stevig mandaat, om digitale autonomie te versterken en de regie op technologiebeleid te centraliseren. Deze bewindspersoon moet Nederland en de publieke sector minder afhankelijk maken van grote buitenlandse techbedrijven en zorgen voor Europese alternatieven. D66 vindt dat technologie en innovatie te belangrijk zijn om versnipperd te blijven over verschillende ministeries.
D66 pleit voor een aparte bewindspersoon (feitelijk een minister van digitale zaken) die verantwoordelijk wordt voor technologie, innovatie en digitale autonomie. Dit is nodig om versnippering van beleid tegen te gaan, de afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven te verminderen en Europese alternatieven te stimuleren. De bewindspersoon krijgt een eigen begroting en mandaat om focus en regie te waarborgen.
“D66 wil een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie, met een eigen begroting en een stevig mandaat. Daarmee zorgen we voor focus en regie binnen de overheid om onze maatschappelijke doelen te bereiken. Want technologie en innovatie zijn te belangrijk om versnipperd te blijven over verschillende ministeries.”
“Een bewindspersoon voor Technologie en Innovatie krijgt onder meer de taak om het Rijk en publieke sectoren los te maken van grote techbedrijven uit Amerika en China.”
“Onder leiding van de bewindspersoon zet de overheid sterk de toon bij aanbestedingen en contracteisen van ICT, vooral in belangrijke publieke sectoren.”
50PLUS pleit niet expliciet voor een aparte minister van digitale zaken, maar wil dat digitale zaken en AI-implementatie door de overheid beter gecoördineerd worden. Hun focus ligt op digitale inclusie, veiligheid en toegankelijkheid, vooral voor ouderen, met concrete voorstellen voor betere overheidscoördinatie, wettelijke taken voor gemeenten en begrijpelijke digitale communicatie. De partij ziet technologie als kans, mits deze ouderen ondersteunt en beschermt tegen digitale uitsluiting en risico’s.
50PLUS vindt dat de overheid digitale zaken en de implementatie van kunstmatige intelligentie beter moet coördineren, om kansen te benutten en risico’s te beperken. Dit standpunt adresseert het gebrek aan regie en samenhang in het huidige digitale beleid, zonder expliciet te pleiten voor een aparte minister, maar wel voor centrale sturing.
“Digitale zaken en AI-implementatie worden door de overheid beter gecoördineerd.”
De partij wil dat gemeenten wettelijk verantwoordelijk worden voor de digitale zelfredzaamheid van ouderen, vergelijkbaar met hun rol in de WMO. Dit moet digitale uitsluiting tegengaan en garandeert dat ouderen toegang houden tot digitale diensten.
“Digitale inclusie: een gemeentelijke plicht. Gemeenten krijgen de wettelijke taak om digitale inclusie van ouderen te waarborgen. Net zoals gemeenten verantwoordelijk zijn voor de WMO, worden zij ook verantwoordelijk voor de digitale zelfredzaamheid van hun oudere inwoners.”
NSC pleit voor de oprichting van een Ministerie van Digitale Zaken en Staatsmodernisering om de digitale overheid beter, centraler en minder verkokerd aan te sturen. Dit ministerie moet zorgen voor meer samenhang, minder bureaucratie en een toegankelijkere digitale dienstverlening voor burgers, naar buitenlands voorbeeld.
NSC wil een apart ministerie oprichten dat verantwoordelijk wordt voor de digitale overheid en staatsmodernisering, geïnspireerd op het Duitse model. Dit moet de versnipperde aansturing en bureaucratie tegengaan en zorgen voor een meer holistische, toegankelijke en samenhangende digitale overheid.
“We pleiten daarom voor een Ministerie van Digitale Zaken en Staatsmodernisering naar Duits voorbeeld.”
Om de digitale dienstverlening overzichtelijker en toegankelijker te maken, wil NSC dat burgers via één centraal online portaal met de overheid kunnen communiceren, naar Deens voorbeeld. Dit valt onder de regie van het nieuwe ministerie en moet voorkomen dat burgers verdwalen in een wirwar van digitale loketten.
“Om de wirwar van digitale overheidsdienstverlening overzichtelijker en toegankelijker te maken, moeten burgers de overheid kunnen benaderen via één online overheidsportaal, naar het Deens model.”
De Partij voor de Dieren benoemt in haar verkiezingsprogramma géén aparte minister van digitale zaken en doet geen concreet voorstel voor een dergelijk ministerie of minister. Wel pleit de partij voor sterke publieke regie op digitalisering, digitale soevereiniteit, en integrale aansturing van digitale veiligheid en autonomie, maar zonder dit te koppelen aan een specifieke ministerspost. De nadruk ligt op domein-overstijgende samenwerking, publieke alternatieven voor Big Tech, en het waarborgen van burgerrechten in de digitale wereld.
De PvdD wil dat de overheid de regie neemt over digitalisering en digitale veiligheid, met een focus op digitale autonomie, cybersecurity en het terugdringen van afhankelijkheid van Big Tech. Dit gebeurt via domein-overstijgende samenwerking, maar zonder expliciet een minister van digitale zaken te benoemen.
“Voor veilige verdere digitalisering is een domein-overstijgende regie op samenwerking nodig, waarbij cybersecurity, digitale autonomie, bestrijding van cybercrime en kennisontwikkeling als integrale onderdelen en noodzakelijke randvoorwaarden worden gezien.”
“De Partij voor de Dieren kiest voor digitale soevereiniteit en publieke regie.”
BVNL doet in haar verkiezingsprogramma geen enkel concreet voorstel voor het instellen van een aparte minister van digitale zaken, noch wordt deze functie of een vergelijkbaar ministerie expliciet genoemd. Het programma bevat wel diverse standpunten over digitalisering, privacy, cybersecurity en digitale overheid, maar koppelt deze niet aan een specifieke ministerspost of aan het idee van een "minister van digitale zaken".
BVNL pleit voor een "verstand-van-zakenkabinet" waarbij ministers relevante opleiding en ervaring moeten hebben, maar noemt geen digitale portefeuille of minister van digitale zaken.
“Bij de benoeming van ministers wordt gekeken naar opleiding, achtergrond en ervaring. Mensen zonder relevante opleiding of ervaring krijgen geen ministerspost. Dit betekent dat de Minister van J&V minimaal rechten moet hebben gestudeerd, dat de Minister van Defensie bij voorkeur een oud-militair is, dat de Minister van Financiën minimaal een econoom of fiscalist is en dat de Minister van EZK bij voorkeur een ervaren ondernemer of econoom is en dat de Minister van I&W een ingenieur is.”
GroenLinks-PvdA wil de digitalisering van de overheid centraal coördineren door het instellen van een minister van digitale zaken. Deze minister moet zorgen voor een samenhangende digitale overheid, betere informatiehuishouding en meer grip op overheids-ICT. Het voorstel is concreet en gericht op het verbeteren van overzicht, beheer en transparantie binnen de digitale overheid.
GroenLinks-PvdA pleit voor een aparte minister van digitale zaken om de digitalisering van de overheid centraal te coördineren. Dit moet versnippering tegengaan, zorgen voor één digitale overheid en het beheer van overheids-ICT verbeteren. De partij ziet centrale regie als noodzakelijk om digitale diensten toegankelijker, transparanter en efficiënter te maken.
“De digitalisering gaan we centraal coördineren voor alle lagen van de overheid met een minister van digitale zaken. Om te functioneren als één digitale overheid, komt er een Digitale Comptabiliteitswet. Zo brengen we het overzicht en beheer van de overheids-ICT op orde.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma