De ChristenUnie wil de stikstofuitstoot in Nederland fors verminderen door deze in tien jaar te halveren ten opzichte van 2019, met bindende doelen voor alle sectoren. De partij kiest voor emissiesturing in plaats van complexe depositieberekeningen, met bedrijfsspecifieke doelen en minder nadruk op het opkopen van boerenbedrijven. Vergunningverlening moet weer op gang komen door aantoonbare stikstofreductie, waarbij natuurherstel en rechtsherstel voor boeren centraal staan.
De ChristenUnie wil de stikstofuitstoot in tien jaar halveren ten opzichte van 2019, waarbij alle sectoren naar rato bijdragen. Dit moet natuurherstel mogelijk maken en de vergunningverlening voor o.a. woningbouw weer op gang brengen. De partij kiest voor emissiesturing (daadwerkelijke uitstoot) in plaats van sturen op depositie, en wil onderscheid maken tussen NOx (industrie/mobiliteit) en NH3 (landbouw).
“De stikstofuitstoot wordt de komende tien jaar gehalveerd ten opzichte van 2019, zowel de uitstoot van stikstofoxiden in de mobiliteit en industrie als ammoniakuitstoot in de landbouw. Alle sectoren dragen naar rato bij.”
“We stappen af van ingewikkelde berekeningen over waar stikstof precies terechtkomt en richten ons op het verminderen van de daadwerkelijke uitstoot.”
“In alle sectoren geldt dat aantoonbare stikstofreductie moet leiden tot vergunningverlening.”
“In het stikstofbeleid gaan we daarom onderscheid maken tussen stikstofoxiden uit de pijp of uitlaat (NOx) en ammoniak uit dieren (NH3).”
De partij wil af van generieke maatregelen en kiest voor bedrijfsspecifieke, bindende doelen voor boeren, gebaseerd op landelijke en sectorale plafonds. Minder nadruk op opkoop van boerenbedrijven, meer op innovatie, managementmaatregelen en extensivering, zodat minder boeren hoeven te stoppen.
“Elk boerenbedrijf krijgt een bindend bedrijfsspecifiek doel dat is afgeleid van de landelijke opgave en sectorale emissieplafonds. Er komt daarmee veel minder nadruk in het beleid op opkoop van boerenbedrijven.”
“De nadruk op emissie- en doelsturing is effectiever, zorgt ervoor dat er minder boerenbedrijven verdwijnen en vergt ook minder belastinggeld.”
“Met managementmaatregelen, slimme innovaties en een gunstige extensiveringsregeling in kwetsbare gebieden, zodat een bedrijf met minder vee uit kan, is aanzienlijke ammoniakreductie mogelijk.”
De ChristenUnie wil vergunningverlening voor woningbouw en infrastructuur versnellen door vooraf geborgde emissiereductie en het loslaten van de kritische depositiewaarde (KDW) als wettelijk doel. Dit moet zorgen voor meer handelingsperspectief en rechtszekerheid.
“Bij alles wat we doen om uit het stikstofmoeras te komen is 'borgen van de aanpak' het sleutelwoord. Dit houdt in dat op voorhand duidelijk moet zijn dat beleid en maatregelen leiden tot een zekere reductie van schadelijke emissies, en daarmee bijdraagt aan natuurherstel.”
“Sturen op neerslag van stikstof in de natuur (depositie) is onwerkbaar gebleken. Het herleiden van depositiewaardes naar bedrijven is immers uiterst ingewikkeld en onzeker. Daarom moeten er landelijke, sectorale en uiteindelijk bedrijfsspecifieke emissienormen worden vastgelegd.”
“Natuurlijk geldt de kritische depositiewaarde nog als indicator van de staat van de natuur, maar als wettelijk doel om op te sturen is de KDW onverstandig gebleken.”
Als boeren onvoldoende doen om hun emissieplafond te halen, kan het houden van minder dieren als consequentie worden opgelegd. Dit is een stok achter de deur om daadwerkelijke reductie te borgen.
“Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie.”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
De partij wil het aantal vliegbewegingen en de uitstoot door mobiliteit terugdringen, onder meer door krimp van Schiphol en een normenkader voor uitstoot. Ook automobiliteit moet bijdragen aan de stikstofdoelen.
“Het aantal vliegbewegingen in Nederland gaat naar beneden, ook de automobiliteit draagt bij.”
“Om te voldoen aan de rechtsbescherming van omwonenden en de stikstofuitstoot terug te brengen, zal Schiphol drastisch moeten krimpen.”
“Het wegvervoer draagt bij aan de nationale stikstofdoelstellingen.”
Het CDA wil de stikstofuitstoot in Nederland verminderen door sectorbrede emissiereductie, met name in de landbouw, en streeft naar het opheffen van het 'stikstofslot' zodat vergunningverlening voor bouw en landbouw weer mogelijk wordt. Ze stellen emissienormen per bedrijf, investeren in innovatie en monitoring, en willen het Stikstoffonds herstellen om de transitie te ondersteunen. Het CDA kiest voor een pragmatische aanpak met oog voor voedselproductie, natuurherstel en economische continuïteit.
Het CDA wil stikstofreductie realiseren door het instellen van emissienormen per bedrijf, waarbij koplopers worden beloond en achterblijvers een grotere opgave krijgen. Monitoring en tussendoelen zijn essentieel, met als doel vergunningverlening weer mogelijk te maken en biodiversiteit te verbeteren.
“We sturen op stikstofreductie voor de landbouwsector, en alle overige sectoren, in 2035 (met een tussendoel in 2030). Dit kan door het instellen van een emissienorm per bedrijf. Hiermee belonen we koplopers en ligt er een grotere opgave bij bedrijven die nog meer moeten doen.”
“Deze monitoring gebruiken we om met wettelijke instrumenten waar nodig bij te sturen op de voortgang van de doelen op vooraf vastgestelde meetmomenten, zodat we in 2035 onze doelstelling bereiken.”
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
Het CDA wil het Stikstoffonds herstellen en inzetten voor de noodzakelijke transitie in de agrarische sector, innovatie en natuurbeheer. Dit fonds moet voldoende middelen bieden voor bedrijfsovernames, innovatie en jonge boeren, en is een voorwaarde voor eerlijk sanctioneringsbeleid.
“We herstellen het Stikstoffonds, zodat ruime middelen beschikbaar zijn om de noodzakelijke transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken.”
“Het Stikstoffonds en de Innovatie- en versterkingswet zijn een voorwaarde voor eerlijk sanctioneringsbeleid.”
“De regeling groenprojecten en het Investeringsfonds Duurzame Landbouw moeten beide worden verruimd vanuit het Stikstoffonds, zodat zowel bedrijfsovernames als aankoop of het inleggen van eigen bijdragen bij het aangaan van erfpacht voor jonge boeren hier ook onder valt.”
Het CDA vindt het van groot belang dat vergunningverlening voor bouw, infrastructuur en landbouw weer op gang komt. Ze willen dit bereiken door sectorbrede emissiereductie, wettelijke doelstellingen en het legaliseren van PAS-melders en interimmers.
“Nederland moet van het stikstofslot. Voor woningbouw en andere bouwprojecten, infrastructurele projecten en landbouw is het van het grootste belang dat de vergunningverlening weer op gang komt.”
“We onderschrijven het plan van LTO, NAJK en de medeoverheden dat onlangs is gepresenteerd. Dit is een belangrijke eerste stap, die met het Rijk en andere organisaties verder moet worden uitgewerkt. Deze beweging moet leiden tot emissiereductie in alle sectoren op zeer korte en langere termijn, via wettelijk geborgde doelstellingen, zodat er weer vergunningen kunnen worden verleend, zodat biodiversiteit kan verbeteren, PAS-melders en interimmers kunnen worden gelegaliseerd.”
“PAS-melders en interimmers worden zo snel mogelijk gelegaliseerd.”
Het CDA zet in op innovatie, zoals mestvergisters en stikstofstrippers, en wil regelgeving aanpassen zodat deze technieken snel kunnen worden uitgerold. Ze zien innovatie als een directe manier om stikstofuitstoot te verminderen zonder de voedselproductie te schaden.
“We investeren in projecten van onder andere mestvergisters en strippers die stikstof uit mest halen. Hiermee kunnen veehouders tussen de 50 en 70 procent stikstofuitstoot reduceren.”
“Via innovaties en managementmaatregelen kan nu al veel reductie worden gerealiseerd en daar moet snel mee worden begonnen.”
“We passen de vergunningsverlening aan zodat nieuwe innovaties snel kunnen worden uitgerold.”
Het CDA wil een gebiedsgerichte aanpak voor de grootste stikstofgevoelige natuurgebieden, met aanvullende opgaven en samenwerking tussen provincies, natuurbeheerders en agrariërs. Natuurbeheer moet integraal deel worden van het verdienmodel van boeren.
“De grootste stikstofgevoelige natuurgebieden krijgen een aanvullende opgave. Hier past de provincie een gebiedsgerichte aanpak toe waarin ook natuurbeheer wordt geborgd.”
“Ook agrarische bedrijven moeten een grotere rol krijgen bij het beheer van natuur. Natuurbeheer moet een integraal deel worden van het verdienvermogen van deze bedrijven.”
NSC wil de stikstofuitstoot in Nederland significant verminderen, maar kiest daarbij voor een meer realistische, brongerichte en gebiedsgerichte aanpak die minder afhankelijk is van rekenmodellen. Ze willen reductiedoelen voor stikstofuitstoot in de wet, meer ruimte voor boeren om zelf te bepalen hoe ze aan de normen voldoen, en prioriteit voor het legaliseren van PAS-melders, met oog voor sociaal-economische gevolgen en toekomstperspectief voor de landbouw.
NSC wil af van de huidige modelmatige detailsturing en kiest voor reductiedoelen voor stikstofuitstoot, met onderscheid tussen ammoniak en stikstofoxiden, die bij de bron worden gemeten en beperkt. Ze willen een ondergrens invoeren zodat boeren met geringe uitstoot niet onnodig worden geraakt, en meer bestuurlijke ruimte bij vergunningverlening.
“We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.”
“We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven”
“Dit betekent dat bij het afgeven van vergunningen er bestuurlijke speelruimte moet zijn om activiteiten toe te staan die maar weinig stikstof uitstoten.”
NSC wil stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen zoals Aerius, en boeren meer ruimte geven om zelf te bepalen hoe ze de uitstootnormen halen. Activiteiten met geringe uitstoot moeten niet langer onnodig worden geblokkeerd.
“Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen.”
“Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de uitstootnormen halen, op basis van doelsturing.”
“We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius.”
NSC kiest voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij doelen voor stikstof, water, natuur en klimaat integraal worden afgewogen, met aandacht voor leefbaarheid en toekomstperspectief voor de landbouw. Gedwongen uitkoop wordt afgewezen.
“De stikstofuitstoot moet omlaag door beleid dat zich op alle sectoren richt, een gebiedsgerichte aanpak en meer ruimte bij doelsturing.”
“In en rond Natura 2000-gebieden nemen we gebiedsgerichte maatregelen om natuur te behouden of te herstellen. Het rijk maakt in dit kader afspraken met de provincies over agrarisch natuurbeheer, ecosysteemdiensten en het extensiveren of verplaatsen van bedrijven.”
“In een regionaal gebiedsproces wegen we naast doelen op het gebied van stikstof, water, natuur en klimaat ook de leefbaarheid en het perspectief voor de landbouw mee (integrale benadering).”
“We zijn tegen gedwongen uitkoop.”
NSC geeft de hoogste prioriteit aan het legaliseren van PAS-melders en interimmers, en wil het natuurvergunningstelsel fundamenteel aanpassen, mede op basis van de praktijk in Duitsland en Frankrijk.
“De legalisering van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, krijgt de hoogste prioriteit.”
“Om de PAS-melders eindelijk te legaliseren en hen rechtszekerheid te geven, passen we het natuurvergunningstelsel fundamenteel aan. We doen dit mede op basis van de praktijk in naburige EU-landen, in het bijzonder Duitsland en Frankrijk.”
NSC wil de landbouw meer grondgebonden en circulair maken, met een kleinere melkveestapel en minder ruimte voor intensieve veehouderij, om zo de stikstofuitstoot structureel te verminderen.
“De hoeveelheid vee moet beter afgestemd worden op de milieugebruiksruimte en de beschikbare grond in Nederland. We kiezen voor een meer grondgebonden melkveehouderij die op regionaal niveau zo veel mogelijk circulair is en de drager is van ons weidelandschap.”
“De keuze voor een meer grondgebonden landbouw zal een groot effect hebben op het terugdringen van uitstoot in deze sector.”
BVNL vindt dat het stikstofprobleem in Nederland kunstmatig is gecreëerd door bureaucratisch beleid en ondeugdelijke modellen. Zij willen het huidige stikstofbeleid volledig afschaffen, geen boeren meer uitkopen, het stikstoffonds ontmantelen en uitsluitend werken met gemeten waarden in plaats van modellen. BVNL pleit voor directe beëindiging van alle stikstofmaatregelen en het terugdraaien van restricties voor boeren en bouw.
BVNL beschouwt het stikstofprobleem als een bureaucratische constructie zonder wetenschappelijke basis en wil daarom het hele stikstofbeleid per direct beëindigen. Zij stellen dat de huidige regels onnodig restrictief zijn voor boeren, vissers en andere ondernemers, en dat het gebruik van modellen zoals Aerius niet betrouwbaar is. Het beleid zou volgens BVNL leiden tot onnodige uitkoop van boeren en verspilling van belastinggeld.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“Het stikstoffonds van € 25 miljard wordt ontmanteld.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid.”
“Stop met het onnodige stikstofbeleid en geef weer vergunningen af.”
BVNL verwerpt het gebruik van rekenmodellen zoals Aerius voor het bepalen van stikstofdepositie en wil uitsluitend werken met daadwerkelijk gemeten waarden. Zij stellen dat het Aerius-model ongeschikt is en tot grote afwijkingen leidt, waardoor het beleid niet op feiten is gebaseerd.
BVNL wil de Kritische Depositie Waarde (KDW) uit de wet halen, omdat zij deze als niet-wetenschappelijk en slechts indicatief beschouwen. Volgens BVNL zijn de huidige normen onhaalbaar en gebaseerd op foutieve aannames.
“De Kritische Depositie Waarde (KDW) gaat uit de wet. KDW’s zijn slechts indicatoren, terwijl er geen wetenschappelijke basis voor is.”
“Waarna door de overheid een wet is opgesteld met daarin onhaalbare Kritische Depositie Waardes (als alle leven uit Nederland vertrokken is, voldoet 75% van de Nederlandse Natura 2000 gebieden nog niet aan de normen)”
BVNL is fel tegen het uitkopen van boeren, vrijwillig of verplicht, en tegen het beperken van de agrarische sector op basis van stikstofregels. Zij vinden dat landbouwgrond niet met belastinggeld moet worden opgekocht en dat boeren hun productiecapaciteit volledig moeten kunnen benutten.
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest. Op dit moment worden agrarische ondernemers gedwongen hun gewassen te summier te bemesten of uit te wijken naar kunstmest dat bovendien slecht is voor het grondwater. De potentiële productiecapaciteit wordt op deze wijze niet benut en dat zorgt voor een kostprijsverhogend effect.”
BVNL vindt het benoemen van 162 Natura 2000-gebieden onnodig en stelt dat de staat van de Nederlandse natuur veel beter is dan wordt voorgesteld. Zij hebben geen bezwaar tegen natuurlijke transformatie van landschappen door stikstofdepositie.
FVD wil het volledige stikstofbeleid in Nederland afschaffen omdat zij het stikstofprobleem als niet-bestaand beschouwen en vinden dat boeren niet onnodig beperkt moeten worden. Zij pleiten voor het schrappen van rekenmodellen, het legaliseren van PAS-melders, het ontmantelen van het stikstoffonds en het baseren van natuurbeleid uitsluitend op feitelijke metingen. Het doel is om boeren maximale vrijheid te geven en de agrarische sector te beschermen tegen wat FVD ziet als onnodige en schadelijke regelgeving.
FVD stelt dat het huidige stikstofbeleid gebaseerd is op onjuiste aannames en computermodellen, en dat er geen daadwerkelijke stikstofcrisis is. Zij willen daarom alle bestaande stikstofmaatregelen en -regels volledig afschaffen, inclusief de Kritische Depositiewaarden (KDW) en het AERIUS-model. Dit moet boeren weer de ruimte geven om te ondernemen zonder beperkingen vanuit stikstofwetgeving.
“We vegen het hele stikstofbeleid van tafel en halen de Kritische Depositiewaarden (KDW) uit de wet en uit de vergunningverlening, omdat er geen stikstofcrisis is en boeren gewoon kunnen blijven boeren.”
“Het huidige stikstofbeleid is gebaseerd op computermodellen en aannames die geen verband houden met de werkelijkheid.”
“Met het schrappen van de KDW’s vervalt ook het AERIUS-model, dat niet geschikt is voor het nauwkeurig bepalen van stikstofdepositie en daarom niet langer moet worden gebruikt.”
“We heffen het stikstoffonds van €25 miljard op, zodat deze gelden gebruikt kunnen worden voor lastenverlichting.”
FVD wil af van rekenmodellen en pleit ervoor om natuurbeleid en vergunningverlening alleen nog te baseren op empirisch waarneembare gegevens over de daadwerkelijke toestand van de natuur. Dit betekent dat alleen meetbare, feitelijke schade aan natuurgebieden aanleiding mag zijn voor beleid, niet theoretische berekeningen.
FVD wil bedrijven die tussen 2015 en 2019 een PAS-melding deden alsnog permanent een vergunning geven, zodat zij uit de onzekerheid worden gehaald. Daarnaast verzet FVD zich tegen elke vorm van gedwongen onteigening of uitkoop van boeren vanwege stikstof.
“We geven bedrijven die tussen 2015 en 2019 een melding hebben gedaan in het PAS alsnog permanent een vergunning, zodat ze uit de onzekerheid worden gehaald en weer aan het werk kunnen.”
“Gedwongen onteigening, ‘vrijwillige’ uitkoop met belastinggeld en het beperken van de veestapel horen niet thuis in een gezond landbouwbeleid.”
FVD wil dat Nederlandse boeren niet zwaarder worden gereguleerd dan hun buitenlandse collega’s, zodat er een gelijk speelveld ontstaat en de concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw niet wordt aangetast.
FVD wil dat bedrijven in de haven van Rotterdam worden vrijgesteld van stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden.
“We stellen bedrijven in de haven vrij van het Europese CO2-emissiehandelssysteem (ETS) en stikstofregels, zodat de haven onbeperkt kan uitbreiden en floreren.”
Volt vindt dat de stikstofuitstoot in Nederland fors omlaag moet om natuur, gezondheid en economie te beschermen. Ze willen dit bereiken door strengere normen, het afbouwen van kunstmest en krachtvoer, het stimuleren van extensieve landbouw, het invoeren van gebiedsgerichte normen en het verbieden van handel in stikstofrechten. Volt kiest voor structurele, rechtvaardige oplossingen waarbij boeren perspectief krijgen en de natuur herstelt.
Volt ziet het terugdringen van stikstof als essentieel voor natuurherstel, gezondheid en economische ontwikkeling. Ze willen dat Nederland zich snel houdt aan Europese richtlijnen en pleiten voor structurele, gebiedsgerichte oplossingen, met duidelijke normen en ruimte voor boeren om zelf invulling te geven aan de reductie.
“De stikstofuitstoot moet omlaag. De Adviescommissie Stifstofproblematiek heeft concrete instrumenten aangedragen, zoals maatwerk door op gebiedsniveau normen vast te stellen en een de Afrekenbare StoffenBalans in te voeren.”
“Nederland moet zich zo snel mogelijk gaat houden aan bestaande Europese richtlijnen wat betreft stikstof.”
“Volt gaat gericht en rechtvaardig toewerken naar toekomstbestendige landbouw binnen de wettelijke stikstofnormen, met een duidelijke en eerlijke behandeling voor alle boeren.”
Volt wil het gebruik van kunstmest en krachtvoer wettelijk en fiscaal terugdringen, omdat deze belangrijke bronnen van stikstofuitstoot zijn. Door een kunstmestheffing en krachtvoerheffing wordt duurzame landbouw aantrekkelijker en wordt de stikstofuitstoot verminderd.
“De afbouw van kunstmest en krachtvoer willen we wettelijk en via belastingmaatregelen realiseren.”
“We stimuleren zuiniger gebruik van kunstmest en krachtvoer door de kostprijs te verhogen, door middel van een kunstmestheffing en krachtvoerheffing. Via deze maatregel wordt de stikstofuitstoot verminderd en worden duurzame producten in de supermarkt aantrekkelijker om te kopen.”
Volt wil boeren ondersteunen bij de overstap naar extensieve, natuurinclusieve en circulaire landbouw. Dit vermindert de stikstofuitstoot doordat er minder dieren per hectare zijn en mest beter wordt benut binnen regionale kringlopen.
“We maken het makkelijker voor boeren om hun huidige vergunning om te zetten van intensief naar extensief, zodat ze nu al kunnen starten met verduurzamen. Daarmee versnellen we de transitie naar extensieve landbouw.”
“We zetten ons in voor regionale kringlooplandbouw, waarbij bedrijven onderling zorgen dat er binnen de grenzen van de natuur mest wordt gebruikt en op het moment dat dit nodig is. Door overtollige mestproductie en -gebruik tegen te gaan, wordt het stikstofprobleem verder opgelost.”
Volt wil de handel in stikstofrechten verbieden, omdat deze marktwerking het verminderen van stikstof belemmert en verschillende typen stikstof onterecht uitwisselbaar maakt.
“Op dit moment worden stikstofrechten door private partijen opgekocht en doorverkocht aan de hoogste bieders. Volt wil dit verbieden, want het staat een goed georganiseerde afname van stikstof in de weg.”
“Daarnaast worden hierbij verschillende vormen van stikstof door elkaar vervangen, die totaal verschillende effecten hebben op de natuur en verschillen in hoever ze van de bron neerslaan.”
Volt wil dat kwetsbare natuurgebieden prioriteit krijgen bij stikstofreductie, zodat natuurherstel snel en effectief plaatsvindt waar het het hardst nodig is.
“Er komt een lijst met kwetsbare natuurgebieden die prioriteit krijgen bij de vermindering van stikstof daaromheen.”
Volt erkent het verschil tussen stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) en wil dat beleid en metingen hierop worden afgestemd, omdat beide stoffen zich anders gedragen en een eigen aanpak vereisen.
“Volt wil dat in de maatregelen voor stikstofreductie rekening wordt gehouden met dit onderscheid. Dit omdat beide soorten stoffen zich anders gedragen en een eigen aanpak nodig hebben. NOx- en NH3-uitstoot worden afzonderlijk gemeten en bewaakt.”
BIJ1 wil de stikstofuitstoot drastisch verminderen door de veestapel snel en fors te verkleinen, de bio-industrie af te bouwen en boeren te ondersteunen bij de overgang naar biologische, agro-ecologische landbouw. Ze pleiten voor een rechtvaardige uitkoopregeling voor boeren, het uitfaseren van kunstmest en pesticiden, en het verplicht stellen van weidegang voor vee. Hun visie is dat de stikstofcrisis structureel en sociaal rechtvaardig moet worden opgelost, met prioriteit voor natuurherstel en biodiversiteit.
BIJ1 ziet de omvang van de veestapel en de bio-industrie als de kern van het stikstofprobleem. Ze willen deze sectoren snel en ingrijpend verkleinen, met een halvering van het aantal dieren in 2030 en 75% reductie in 2035. Dit moet op een sociaal rechtvaardige manier gebeuren, met steun en uitkoop voor getroffen boeren.
“Er is een drastische reductie van de veestapel nodig: deze moet met grote snelheid minstens gehalveerd. Dit moet echter op een rechtvaardige manier gebeuren.”
“De bio-industrie moet afgebouwd worden en uiteindelijk verdwijnen. De hoeveelheid vee gaat omlaag, de hoeveelheid boeren omhoog. In 2030 hebben we 50% minder vee, in 2035 is dit 75%.”
“De bio-industrie willen we afbouwen en uiteindelijk zien verdwijnen. Dit moet deels gebeuren door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders (megastallen).”
BIJ1 benadrukt dat boeren decennialang door beleid zijn gestimuleerd om te groeien, en dat de transitie naar minder stikstof rechtvaardig moet zijn. Ze willen direct een sociaal verantwoorde uitkoopregeling openen en rechtvaardigheid voor getroffen boeren waarborgen.
“We pleiten voor het direct openstellen van een sociaal verantwoorde uitkoopregeling en rechtvaardigheid voor getroffen boeren.”
“Veel boeren zijn immers door de politiek decennialang gestimuleerd om te groeien, terwijl dit -met oog op de stikstofproblematiek- een onhoudbare beleidsrichting was.”
Om de stikstofuitstoot verder te beperken, wil BIJ1 kunstmest en chemische pesticiden volledig uitfaseren en vanaf 2030 verbieden. Alleen de hoeveelheid mest die planten kunnen opnemen mag nog worden gebruikt.
BIJ1 wil dat Nederland in tien jaar volledig overstapt naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem, met een gegarandeerd boereninkomen tijdens de transitie. Dit systeem moet stikstofuitstoot structureel beperken en de natuur herstellen.
“Nederland beweegt in 10 jaar naar een biologisch, agro-ecologisch landbouwsysteem. In deze transitieperiode krijgen boeren vanuit de overheid een gegarandeerd boeren-inkomen.”
BIJ1 hekelt de politieke traagheid rond de stikstofcrisis en vindt het onacceptabel dat maatregelen worden uitgesteld, gezien de impact op natuur, woningbouw en economie.
De SGP wil de stikstofuitstoot verminderen via een wettelijk programma gericht op haalbare, doelgerichte reductie, zonder onrealistische wettelijke doelen of gedwongen opkoop van boerenbedrijven. Ze pleiten voor een praktijkgerichte aanpak met prioriteit voor innovatie, vrijwillige maatregelen en gebiedsgerichte samenwerking, waarbij juridische en economische haalbaarheid centraal staan.
De SGP verwerpt het vastleggen van onhaalbare stikstofdoelen in de wet en kiest voor een wettelijk programma dat inzet op geborgde, doelgerichte daling van de uitstoot. Ze willen prioriteit geven aan innovatie, ondersteuning van stoppende bedrijven en het stimuleren van emissiereducerende technieken, met een focus op praktische uitvoerbaarheid en juridische zekerheid.
“Niet door het vastleggen van onhaalbare doelen in de wet, maar door een wettelijk programma voor geborgde en doelgerichte daling van de stikstofuitstoot.”
“Deze uitstootbeperkende technieken en methoden worden snel erkend en gestimuleerd, zodat toegewerkt kan worden naar minder vrijblijvende doelsturing. Maar: geen doelsturing zonder goed gevulde gereedschapskist.”
“De SGP verzet zich tegen gedwongen opkoop of het intrekken van op juiste wijze verleende vergunningen. Dat mag geen uitgangspunt van beleid zijn.”
“Individuele bedrijven worden niet afgerekend op onmeetbare depositiebijdragen. Daar is het landelijk beleid voor reductie van de stikstofuitstoot voor bedoeld.”
De SGP wil af van generieke, van bovenaf opgelegde maatregelen en pleit voor meer praktijkonderzoek, proefboerderijen en gebiedsgerichte samenwerking. Ze benadrukken het belang van lokale initiatieven, innovatie en het herzien van natuurdoelanalyses om de daadwerkelijke invloed van stikstof beter in beeld te brengen.
“De SGP wil investeren in meer praktijkonderzoek en meer proefboerderijen.”
“Natuurdoelanalyses worden zo herzien dat zij niet uitgaan van onhaalbare ideaalbeelden en dat zij de relatieve en daadwerkelijke invloed van stikstofdepositie op de ontwikkeling van de natuur veel adequater in beeld brengen.”
“In verschillende gebieden, zoals de Foodvalley, wordt door gebiedspartijen, gemeenten en provincie al goed samengewerkt aan uitstootreductie, herstructurering en natuurherstel. Dat verdient alle steun en ruimte vanuit het Rijk.”
De SGP vindt dat individuele bedrijven niet mogen worden afgerekend op onmeetbare stikstofdepositiebijdragen en wil prioriteit geven aan het legaliseren van PAS-knelgevallen en bedrijven die te goeder trouw hebben gehandeld.
“Legalisering van PAS-knelgevallen en andere knelgevallen die te goeder trouw gehandeld hebben, heeft prioriteit.”
De SGP wil dat de luchtvaart en industrie een evenredige bijdrage leveren aan de stikstofreductie, onder andere door de stikstofuitstoot van vliegtuigen boven 900 meter mee te nemen in de aanpak.
“De stikstofuitstoot van vliegtuigen die hoger vliegen dan negenhonderd meter wordt niet weg gerekend, maar meegenomen in de stikstofaanpak, zodat de luchtvaart haar evenredige bijdrage gaat leveren.”
“Onderdelen van dit programma zijn een gerichte aanpak van piekbelasters in de industrie...”
De SP wil de stikstofuitstoot fors verminderen, vooral door de intensieve veehouderij terug te dringen en boeren te ondersteunen bij de omschakeling naar duurzame landbouw. Ze verwerpen technologische schijnoplossingen en kiezen voor duidelijke grenzen aan het aantal dieren per hectare, minder kunstmest en minder landbouwgif. De kern van hun visie is dat stikstofreductie hand in hand moet gaan met sociale rechtvaardigheid voor boeren en herstel van de balans tussen landbouw en natuur.
De SP ziet de doorgeschoten intensieve veehouderij als de kern van het stikstofprobleem en wil het aantal dieren per hectare verlagen. Ze stellen een duidelijke maximumgrens en willen boeren ondersteunen bij de omschakeling naar natuurinclusieve en duurzame landbouw.
“We kiezen voor duidelijke en eerlijke grenzen aan het aantal dieren per hectare. De maximumgrens gaat omlaag, van twee naar 1,5 grootveeeenheid per hectare.”
“Geen schijnoplossingen zoals luchtwassers of technologische trucs die niet werken, maar een aanpak die het echte probleem aanpakt: de doorgeschoten intensieve veehouderij.”
“Grootschalige bedrijven met honderden of duizenden dieren passen niet in de landbouw van de toekomst.”
De SP wil het gebruik van kunstmest en landbouwgif afbouwen en stoppen met technologische oplossingen die volgens hen niet werken, zoals mestvergisting en luchtwassers. Dit moet bijdragen aan structurele stikstofreductie en een gezondere landbouw.
De SP wil boeren niet de dupe laten worden van het stikstofbeleid, maar hen juist ondersteunen bij de overstap naar duurzame, natuurinclusieve landbouw. Boeren die al duurzaam werken worden beloond in plaats van gestraft.
De SP koppelt het planten van bomen expliciet aan het aanpakken van stikstof, naast klimaat en biodiversiteit. Ze willen een Nationaal Bomenplan en subsidies voor boeren om bomen aan te planten.
“Door slim bossen te planten kunnen we verschillende problemen tegelijk aanpakken: de achteruitgang van biodiversiteit, klimaat en stikstof.”
BBB wil minder stikstofuitstoot bereiken door innovatie en maatwerk in plaats van krimp van de veestapel of gedwongen uitkoop. De partij pleit voor het loslaten van strenge rekenmodellen, het invoeren van drempelwaarden en ondergrenzen, en het vervangen van kritische depositiewaarden door instandhoudingsdoelstellingen gebaseerd op feitelijke waarnemingen. BBB verzet zich tegen nationale koppen op Europees beleid en wil boeren handelingsperspectief bieden via innovatie en praktische oplossingen.
BBB kiest voor het stimuleren van innovatie en nieuwe technieken om stikstofuitstoot te verminderen, in plaats van het verkleinen van de veestapel of het gedwongen uitkopen van boeren. De partij vindt dat bedrijven die emissies terugdringen juist moeten kunnen groeien en dat beleid moet aansluiten bij de praktijk.
“In plaats van het verlagen van stikstofuitstoot door krimp, wordt ingezet op innovatie en nieuwe technieken.”
“Boeren moeten handelingsperspectief krijgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering, zodat zij met vertrouwen kunnen investeren in milieuvriendelijke methoden. Bedrijven die emissies terugdringen moeten de ruimte krijgen om te groeien en te bloeien.”
BBB wil af van de huidige stikstofnormen op basis van kritische depositiewaarden (KDW) en pleit voor het beoordelen van natuur op basis van feitelijke waarnemingen, zoals in andere Europese landen.
“Kritische depositiewaarde (KDW) doelstellingen in de Omgevingswet worden vervangen door instandhoudingsdoelstellingen zoals ze staan in de Natuur herstel Verordening. De staat van de natuur wordt beoordeeld op basis van waarneming zoals ook in landen als Italië gebeurt.”
BBB wil een rekenkundige ondergrens en drempelwaarde invoeren voor stikstof, zodat vergunningverlening weer op gang komt en het gebruik van het rekenmodel AERIUS kan worden beperkt of afgeschaft.
“De invoering van een rekenkundige ondergrens van minimaal 1 mol. Dit is een belangrijke eerste stap maar niet genoeg om de vergunningverlening volledig uit het slop te trekken.”
“Invoering van een drempelwaarde. Is de tweede stap. Onder gelijktijdige geborgde emissie reductie. Bij voorkeur in een vorm waarbij het gebruik van AERIUS niet meer nodig is.”
BBB verzet zich tegen extra nationale eisen bovenop Europese regelgeving en wil dat Nederland alleen doet wat verplicht is volgens EU-richtlijnen.
“BBB wil de nationale koppen op Europees beleid schrappen en meer ruimte bieden aan boeren om via innovatie, vakmanschap en grondgebonden werken bij te dragen aan natuurherstel én voedselzekerheid.”
“Geen nieuwe natuurdoelen. Vernieuwde natuurdoelen worden vastgesteld op basis van wat verplicht is in het kader van de EUrichtlijnen. Geen extra nationale doelen bovenop de EUdoelen en richtlijnen.”
BBB is tegen gedwongen onteigening, uitkoop of krimp van de veestapel als standaardoplossing voor het stikstofprobleem.
De PVV vindt de huidige stikstofregels overdreven streng en ziet stikstof niet als het echte probleem, maar juist de regelgeving eromheen. Ze willen de stikstofnormen versoepelen, Natura 2000-gebieden verkleinen, kritische depositiewaarden uit de wet halen en geen gedwongen uitkoop van boeren. Het doel is om landbouw, woningbouw en infrastructuur weer vlot te trekken zonder verdere beperkingen door stikstofbeleid.
De PVV stelt dat de stikstofproblematiek overdreven is en dat de huidige regels onnodig belemmerend werken voor boeren, bouw en infrastructuur. Ze willen Europese en nationale stikstofregels versoepelen, het aantal Natura 2000-gebieden verminderen of verkleinen, en Nederland minder strenge doelen opleggen. Dit moet ruimte geven aan economische ontwikkeling en woningbouw.
“Voor de PVV is niet stikstof, maar zijn de stikstofregels hét probleem: Brusselse regels en nationale regels. Landbouw, woningbouw en wegenbouw zitten klem, omdat Nederland veel te veel Natura 2000-gebieden heeft aangewezen én zichzelf veel te strenge stikstofdoelen heeft opgelegd.”
“Wij zijn er helemaal klaar mee. Nederland behoort tot de grootste nettobetalers van de EU! Dus wat ons betreft slaan we in Brussel met de vuist op tafel en eisen we versoepeling van de regels – van de Vogel- en de Habitatrichtlijn tot en met de verplichte emissiereductie. Ook willen we het aantal gebieden met een Natura 2000-status verminderen – of gebieden verkleinen.”
De PVV wil de wettelijke normen voor stikstofdepositie versoepelen door de kritische depositiewaarden uit de wet te halen en de rekenkundige ondergrens te verhogen. Dit moet juridische blokkades voor bouw en landbouw wegnemen.
De PVV is fel tegen het gedwongen uitkopen of onteigenen van boeren vanwege stikstofregels. Ze willen dat boeren kunnen blijven ondernemen zonder angst voor onteigening.
De PVV wil dat boeren die onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vallen, direct gelegaliseerd worden zodat zij niet langer in onzekerheid verkeren.
De VVD wil de stikstofuitstoot substantieel verminderen om economische groei, woningbouw en infrastructuur weer mogelijk te maken. Ze kiezen voor sectorgebonden emissieplafonds, sturen op meetbare emissiereductie per sector en willen af van de huidige focus op modelmatige stikstofnormen. De partij legt nadruk op haalbaarheid, betaalbaarheid en het stimuleren van innovatie, waarbij ondernemers meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan reductiedoelen.
De VVD wil af van de huidige stikstofwetgeving met modelmatige normen en kiest voor sectorgebonden emissieplafonds met wettelijke tussendoelen. Ze sturen op concrete, meetbare emissiereductie per sector, zodat alle sectoren evenredig bijdragen en vergunningverlening weer mogelijk wordt. Haalbaarheid en betaalbaarheid zijn leidend bij het vaststellen van doelen.
“We gaan deze KDW-doelen (kritische depositiewaarde) vervangen door sectorgebonden emissieplafonds, inclusief wettelijke tussendoelen en evaluatiemomenten, die per sector leiden tot significante geborgde emissiereducties en waarbij de gerealiseerde emissiereductie correct wordt vastgelegd; haalbaarheid en betaalbaarheid worden in alle sectoren zwaar meegewogen in het vaststellen van de doelen.”
“We willen dat er weer ruimte komt voor vergunningverlening. Dat is het doel, en daarom gaan we zorgen voor concrete en generieke stikstofreductie. We gaan per sector sturen op emissies zodat alle sectoren evenredig bijdragen, bijvoorbeeld met elektrificatie, technische innovatie of extensivering.”
Voor regio’s met de grootste stikstofproblemen kiest de VVD voor een gebiedsgerichte aanpak, met prioriteit voor zwaarbelaste gebieden. Hierbij worden regionale analyses uitgevoerd en werken betrokken partijen samen aan aanvullende emissiereductie en extensivering.
“Daarnaast is er een gebiedsgerichte aanpak nodig voor alle gebieden die overbelast zijn, met prioriteit voor de gebieden waar de problematiek het zwaarst speelt, zoals bij De Peel en De Veluwe, met regionale betrokkenheid en noodzakelijke keuzes over aanvullende emissiereductie en extensivering.”
“Om de vergunningverlening los te trekken, voeren we gebiedsspecifieke analyses en gebiedsgerichte doorrekeningen uit, zodat de benodigde daling van stikstof duidelijk is.”
De VVD wil af van de eenzijdige focus op modelmatige stikstofnormen en pleit voor vergunningverlening op basis van de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld door onafhankelijke monitoring. Agrarische bedrijven krijgen reductiedoelen per hectare of dier, met ruimte voor eigen invulling en monitoring van emissies.
“Uiteindelijk moeten we af van de eenzijdige focus op stikstof door niet stikstofnormen maar de feitelijke staat van de natuur, vastgesteld op basis van onafhankelijke en langdurige monitoring, leidend te maken bij vergunningverlening, zodat economie én natuur in Nederland weer kunnen bloeien.”
“Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier. Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
De VVD wil de vergunningverlening versnellen door hogere drempelwaarden mogelijk te maken, vooral voor de bouwsector, en door het legaliseren van ondernemers die te goeder trouw zonder vergunning zitten. Ze willen minder minutieuze natuuronderzoeken en meer standaardisatie.
“We willen per sector bekijken of een hogere drempelwaarde mogelijk is – om te beginnen voor de bouw, die slechts tijdelijk een geringe uitstoot veroorzaakt. Er moeten weer vergunningen komen voor agrariërs om aan de slag te gaan met stikstofreducerende innovaties.”
“We zorgen ervoor dat je voor veel minder bouwprojecten nog een vergunning nodig hebt. We stoppen met minutieuze natuuronderzoeken naar heel specifieke planten en dieren, maar gaan werken met standaardonderzoeken.”
De Partij voor de Dieren wil de stikstofuitstoot in Nederland drastisch verminderen, vooral door een forse krimp van de veehouderij en het aantal dieren in de bio-industrie. Hun beleid richt zich op het snel onder de kritische depositiewaarde brengen van stikstofgevoelige natuurgebieden en het invoeren van stevige maatregelen voor andere sectoren die stikstof uitstoten. De partij verwerpt technische lapmiddelen en kiest voor structurele, ingrijpende veranderingen.
De PvdD ziet de veehouderij als de belangrijkste veroorzaker van de stikstofcrisis en pleit voor een snelle en ingrijpende vermindering van het aantal dieren in de bio-industrie. Dit moet leiden tot een structurele daling van de stikstofuitstoot en herstel van de natuur.
“Het totale aantal dieren dat in de bio-industrie wordt gefokt en gedood, krimpt met minstens 75% in de komende twee jaar.”
“De veehouderij is de motor achter de stikstofcrisis en is verantwoordelijk voor 17 procent van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland. De klimaatdoelen van Parijs zijn dan ook niet te halen zonder krimp van de veehouderij en een plantaardiger voedselpatroon.”
“Het Rijk neemt de verantwoordelijkheid voor de reductie van het aantal dieren in de veehouderij en voert dit beleid uit.”
De partij stelt als doel dat het merendeel van de stikstofgevoelige natuurgebieden uiterlijk in 2030 onder de kritische depositiewaarde moet komen, met prioriteit voor de meest kwetsbare gebieden.
“In 2030 zijn 75% van de stikstofgevoelige gebieden onder de kritische depositiewaarde gebracht, met prioriteit voor de meest gevoelige gebieden.”
De PvdD verwerpt technische oplossingen zoals luchtwassers, emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, omdat deze volgens hen het probleem niet oplossen en zelfs extra dierenleed veroorzaken.
“Het verplaatsen van megastallen en het inzetten van technische lapmiddelen, zoals luchtwassers, zogenaamde emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, lossen het stikstofprobleem niet op, zijn peperduur en leiden tot extra dierenleed. Daarom zijn ze voor de Partij voor de Dieren onacceptabel.”
De partij wil het principe ‘de vervuiler betaalt’ toepassen door een heffing op de uitstoot van stikstofverbindingen in te voeren, zodat de kosten van vervuiling niet langer bij de belastingbetaler liggen.
“Het de-vervuiler-betaalt-principe gaat ook voor de landbouw gelden. Er komt een heffing op de uitstoot van stikstofverbindingen en broeikasgas.”
Naast de landbouw moeten ook andere sectoren, zoals industrie, luchtvaart en verkeer, hun stikstofuitstoot fors verminderen. De partij noemt expliciet het sluiten van vervuilende industrieën en het krimpen van de luchtvaart.
“Maar ook andere sectoren zullen hun stikstofuitstoot fors moeten verminderen. Zo komt er een verbod op energie-opwek door het verbranden van dierlijke en houtige biomassa, worden de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel gesloten, krimpt de Nederlandse luchtvaart, gaat Lelystad Airport niet open, stoppen we met het verbranden van buitenlands afval en gaat ook het verkeer een veel grotere bijdrage leveren.”
GroenLinks-PvdA wil de stikstofuitstoot fors verminderen om natuurherstel mogelijk te maken en het zogeheten stikstofslot op woningbouw en andere maatschappelijke projecten op te heffen. De partij kiest voor een gerichte aanpak waarbij piekbelasters worden uitgekocht of omgeschakeld, de veestapel krimpt, en de stikstofruimte via een stikstofbank wordt beheerd. Zo willen ze ruimte creëren voor natuurherstel én maatschappelijke ontwikkelingen zoals woningbouw.
GroenLinks-PvdA wil piekbelasters gericht uitkopen, verplaatsen of begeleiden naar minder vervuilende landbouwvormen, met als doel natuurherstel en het opheffen van het stikstofslot. Indien nodig wordt gedwongen uitkoop niet geschuwd om de natuur te beschermen en maatschappelijke projecten mogelijk te maken.
“Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan.”
De partij wil de veestapel verkleinen, vooral in sectoren die voor export produceren, en overstappen op grondgebonden landbouw. Dit verlaagt structureel de stikstofuitstoot en past de productiecapaciteit aan wat de natuur aankan.
“Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.”
“Daarbij kiezen wij voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden.”
De vrijgekomen stikstofruimte wordt beheerd via een stikstofbank, waarbij de overheid prioriteit geeft aan projecten met maatschappelijk belang zoals woningbouw, energietransitie, defensie en infrastructuur.
“Vrijgekomen stikstofruimte komt in een stikstofbank waar de overheid eerste recht van koop heeft voor projecten met een maatschappelijk belang zoals woningbouw, de energietransitie, defensie en infrastructuur.”
GroenLinks-PvdA wil de vergunningverlening voor woningbouw eenvoudiger maken en het stikstofslot opheffen door de stikstofuitstoot te verlagen, zodat maatschappelijke ontwikkelingen weer mogelijk worden.
“We nemen maatregelen zodat de woningbouw weer vlot getrokken wordt. We maken vergunningverlening voor woningbouw eenvoudiger. De intensieve veehouderij zal meer moeten doen om vervuiling terug te dringen. Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur.”
“We willen als Nederland vooruit. Daarvoor is voldoende stikstofruimte nodig om te bouwen, te investeren en infrastructuur aan te leggen. Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot.”
50PLUS wil geen strengere stikstofmaatregelen dan Europees vereist en pleit voor herziening van Natura 2000-gebieden om minder rigide met kleine natuurgebieden om te gaan. De partij benadrukt dat het Nederlandse landbouwbeleid niet strenger mag zijn dan dat van buurlanden en zet in op innovatie bij boeren, zonder extra nationale regels bovenop Europese afspraken.
50PLUS vindt dat Nederland niet verder moet gaan dan de Europese stikstofafspraken en verzet zich tegen extra nationale regelgeving. Ze zien slecht doordacht stikstofbeleid als schadelijk voor de economie en willen dat regels voor boeren en bedrijven gelijk zijn aan die in andere EU-landen.
“geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Een Nederlands landbouwbeleid dat niet strenger is dan dat van onze buurlanden.”
“Slecht doordachte en slecht uitgevoerde plannen op het terrein van energie, klimaat, stikstof en natuurbeleid, hebben ervoor gezorgd dat Nederland zijn aansluiting bij de economische top van de wereld dreigt kwijt te raken.”
50PLUS wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met meer aandacht voor grote, aaneengesloten natuurgebieden en minder nadruk op kleine gebieden. Dit moet volgens hen zorgen voor een realistischer en minder "obsessieve" benadering van natuur en stikstof.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
De partij steunt boeren die willen vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel, maar zonder extra nationale verplichtingen. Ze zien innovatie als de weg vooruit, in plaats van strengere stikstofnormen.
“Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
JA21 wil het stikstofbeleid drastisch hervormen door af te stappen van de kritische depositiewaarde (KDW) en in te zetten op maatwerk, technologische innovatie en vrijwillige regelingen voor boeren. De partij verzet zich tegen gedwongen uitkoop en symboolpolitiek, en wil vergunningverlening versnellen om economische stilstand te voorkomen. Hun visie is pragmatisch: minder juridisering, meer ruimte voor economische ontwikkeling en behoud van een sterke landbouwsector.
JA21 wil de wettelijke norm van de KDW loslaten omdat deze volgens hen leidt tot juridische blokkades en economische stilstand. Ze pleiten voor meer maatwerk en minder afhankelijkheid van modellen, zodat vergunningverlening sneller kan verlopen en projecten niet onnodig worden stilgelegd.
“JA21 wil af van de kritische depositiewaarde (KDW), die wettelijk voorschrijft hoeveel stikstof een natuurgebied aankan zonder dat de natuur er verslechtert. Op deze manier kan er meer ruimte gevonden worden voor maatwerk, zal er minder kans zijn op juridische blokkades en bovenal zal dit ons minder afhankelijk maken van gebrekkige modellen.”
De partij is fel tegen het gedwongen uitkopen van boeren en ziet meer in technologische innovatie, fiscale stimulansen en vrijwillige extensivering of beëindiging van agrarische activiteiten nabij Natura2000-gebieden. Dit moet de landbouwsector perspectief bieden zonder hoge kosten of marginale milieuwinst.
“JA21 is en blijft fel gekant tegen de gedwongen uitkoop van agrariërs. De weg van pragmatisme biedt daarentegen wel handelingsperspectief. Wij kiezen voor een bredere inzet van technologische innovaties, fiscale regelingen die bijdragen aan een solide voedselproducerende sector, gecombineerd met vrijwillige extensivering- en beëindigingsregelingen nabij Natura2000-gebieden.”
JA21 ziet het stikstofdossier vooral als een juridisch probleem dat economische groei belemmert. Ze willen vergunningverlening versnellen, vooral voor strategische sectoren, om bouw en industrie weer op gang te krijgen.
“Vergunningsprocedures versnellen voor onder andere stikstof en aansluitingen op het energienet. Door hierbij voorrang te geven aan strategische sectoren zoals defensie maken we onze industrie toekomstbestendig.”
“Het stikstofdossier houdt Nederland nu al ruim zes jaar in haar greep. Duizenden projecten liggen stil... JA21 kiest voor een koers waarin gezond verstand, rechtszekerheid en economische ruimte centraal staan.”
JA21 verzet zich tegen wat zij zien als symboolpolitiek en disproportionele stikstofmaatregelen die weinig effect hebben op de natuur, maar wel grote economische schade veroorzaken.
“Met name de installatie van SCR-katalysatoren is een voorbeeld van het doorgeslagen stikstofbeleid. Eigenaren werden gedwongen hoge kosten te maken voor een verwaarloosbaar effect op de natuur.”
D66 wil de stikstofuitstoot snel en structureel verminderen om natuurherstel mogelijk te maken en bouwprojecten weer vlot te trekken. De partij blijft vasthouden aan de halvering van de stikstofuitstoot in 2030, met juridisch vastgelegde doelen en prioriteit voor kwetsbare natuurgebieden. D66 koppelt deze aanpak aan bredere doelen voor biodiversiteit, waterkwaliteit en een toekomstbestendige landbouw.
D66 erkent dat de stikstofproblematiek leidt tot stilstand in bouw en natuurherstel en wil daarom een snelle, niet-vrijblijvende vermindering van de stikstofuitstoot. De partij kiest voor juridisch vastgelegde doelen en een duidelijke koers, zodat vergunningverlening weer mogelijk wordt en boeren perspectief krijgen.
“D66 wil snelle vermindering van de stikstofuitstoot, op basis van een plan met duidelijke doelen, die niet vrijblijvend zijn en die juridisch vastliggen. Zo kunnen we weer vergunningen verlenen.”
“D66 blijft gecommitteerd aan halvering van de stikstofuitstoot in 2030 en het halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water in 2027.”
D66 geeft expliciet prioriteit aan de meest kwetsbare natuurgebieden en wil de bestaande stikstofdoelstellingen voor 2030 handhaven, zonder deze te verlagen. Ook wil de partij het hoger beroep van de Staat in de Greenpeace-zaak intrekken, waarmee ze de urgentie en onomkeerbaarheid van de doelen onderstrepen.
“We houden ons aan stikstofdoelstellingen voor 2030. We geven voorrang aan de meest kwetsbare gebieden. Het hoger beroep dat de Staat in de Greenpeace-zaak heeft aangespannen, wordt ingetrokken. De doelstellingen voor de landbouw blijven staan en worden niet verlaagd.”
D66 verbindt de aanpak van stikstof ook aan het verduurzamen van mobiliteit, door onder andere rekeningrijden en stimulering van elektrische auto’s, om zo de uitstoot van stikstof (naast CO2 en fijnstof) terug te dringen.
“D66 wil de automobiliteit verduurzamen en zo de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof terugdringen.”
DENK erkent de noodzaak om de stikstofuitstoot te verminderen ter bescherming van natuur en leefomgeving. De partij wil vasthouden aan de bestaande stikstofdoelen, inzet op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, en sluit gedwongen uitkoop als uiterste middel niet uit. Innovaties in de landbouw en strengere regels voor dierwaardige bedrijven worden ondersteund om vergroening te bevorderen.
DENK vindt het belangrijk om de uitstoot van stikstof te verminderen om de natuur te beschermen. De partij wil de bestaande doelen voor stikstofreductie handhaven en zet primair in op vrijwillige uitkoopregelingen voor boeren, maar sluit gedwongen uitkoop als laatste redmiddel niet uit. Daarnaast steunt DENK bewezen innovaties die vergroening in de landbouw stimuleren.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
“Bewezen en effectieve innovaties in de landbouw die tot vergroening leiden moeten worden ondersteund.”
“Wij staan ook voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven.”