Volt pleit niet expliciet voor een aparte "milieupolitie", maar wil de handhaving van milieuregels versterken door omgevingsdiensten beter toe te rusten en nieuwe technologie in te zetten. De partij wil dat overtredingen van milieunormen strenger worden gemonitord en beboet, en dat omgevingsdiensten een centrale rol krijgen in toezicht en handhaving op milieugebied.
Volt ziet omgevingsdiensten als de belangrijkste handhavers van milieuregels en wil hun capaciteit, middelen en bevoegdheden uitbreiden. Dit moet ervoor zorgen dat milieuovertredingen effectiever worden opgespoord en bestraft, en dat de overheid beter kan optreden tegen vervuilende bedrijven. De inzet van nieuwe technologie en betere toegang tot informatie zijn hierbij essentieel.
“Omgevingsdiensten zijn gespecialiseerd in milieuvergunningverlening, toezicht en handhaving. We onderzoeken hoe deze omgevingsdiensten versterkt kunnen worden, zodat zij hun taken goed kunnen uitvoeren. Tijdige toegang tot alle relevante informatie is daarbij een eerste vereiste en wordt door de Rijksoverheid gefaciliteerd en gewaarborgd.”
“We willen dat Nederlandse omgevingsdiensten - in lijn met andere landen - toegerust worden om overtredingen van de vergunningsnormen met behulp van nieuwe technologie te monitoren en conform te beboeten.”
“We versimpelen de afgifte van vergunningen en de handhaving door alles, behalve toezicht op het riool, onder te brengen bij de provinciale omgevingsdiensten.”
“We versterken de aanpak van milieucriminaliteit en nemen maatregelen om een toekomstbestendige en leefbare omgeving te garanderen.”
DENK noemt in haar verkiezingsprogramma nergens expliciet het begrip "milieupolitie" en doet geen concrete voorstellen voor een aparte milieupolitie of gespecialiseerde handhavingseenheid op milieugebied. Wel pleit DENK voor strengere handhaving van milieuregels, zoals bij stikstofuitstoot, natuur en landbouw, maar dit gebeurt zonder specifieke verwijzing naar een milieupolitie. Het programma richt zich vooral op algemene handhaving en investeringen in natuur- en milieubescherming.
DENK wil dat bestaande milieuregels, zoals die rondom stikstofuitstoot en natuur, strenger worden gehandhaafd. Dit standpunt adresseert het probleem van milieuvervuiling en de noodzaak om natuur en leefomgeving beter te beschermen, maar noemt geen aparte milieupolitie of gespecialiseerde handhavingsdienst.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
“Wij staan ook voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven.”
“Meer investeren in onze natuurgebieden. Wij willen dat Nederlanders kunnen genieten van prachtige natuur en wij staan voor investeringen om onze natuur te beschermen. Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”
De PVV noemt geen "milieupolitie" in haar verkiezingsprogramma en heeft geen expliciet beleid of voorstellen voor een aparte milieupolitie. Wel pleit de partij voor uitbreiding van de Dierenpolitie en een harde aanpak van dierenmishandeling en milieu-gerelateerde criminaliteit rond dieren. De focus ligt op dierenwelzijn en handhaving via bestaande politieonderdelen, niet op bredere milieuhandhaving.
De PVV wil de Dierenpolitie uitbreiden en benadrukt een strenge aanpak van dierenmishandeling, illegale handel en malafide broodfokkers. Dit is het dichtstbijzijnde standpunt ten opzichte van een "milieupolitie", maar beperkt zich tot dierenwelzijn en niet tot bredere milieudelicten. De partij ziet dierenbescherming als prioriteit en noemt expliciet de Dierenpolitie als bestaand instrument.
BVNL noemt het begrip "milieupolitie" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor een aparte milieupolitie of specifieke handhaving op milieugebied. Het programma benadrukt juist deregulering, het schrappen van regels en het stoppen met het "lastigvallen" van ondernemers met milieuregels, waarmee BVNL zich duidelijk afzet tegen extra milieuhandhaving of een milieupolitie. De kern van hun visie is: minder overheidsbemoeienis en geen uitbreiding van milieuhandhaving.
BVNL ziet het "stikstofprobleem" als een bureaucratisch probleem en wil stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en ondernemers op basis van milieuregels. Dit impliceert verzet tegen extra milieuhandhaving of een aparte milieupolitie. De partij kiest voor deregulering en minder regels op het gebied van milieu.
“Technisch gezien is er geen stikstofprobleem en we moeten stoppen met het lastigvallen van boeren, vissers en andere ondernemers op grond van een zelf gecreëerd bureaucratisch probleem.”
“BVNL wil inzetten op deregulering. De overheid grossiert in zinloze regels en wetten en dat moet fors verminderen.”
De ChristenUnie pleit voor een veel strengere handhaving van milieuregels door de overheid, met minder vertrouwen in zelfregulering door bedrijven. Ze willen dat omgevingsdiensten en toezichthouders beter worden toegerust om milieuovertredingen daadkrachtig aan te pakken, en dat milieuvervuilers actief verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen van hun daden.
De ChristenUnie vindt dat de overheid actiever moet optreden tegen milieuovertredingen en dat toezichthoudende instanties zoals omgevingsdiensten en de GGD beter moeten worden toegerust. Dit is nodig omdat bedrijven zich niet vanzelf aan de regels houden en incidenten met schadelijke uitstoot te vaak voorkomen. Minder zelfregulering en meer handhaving staan centraal.
“De overheid moet de sociale grondrechten op het gebied van leefmilieu en volksgezondheid garanderen door zelf normen te stellen en deze te handhaven. Omgevingsdiensten en de GGD zijn onvoldoende in staat gebleken snel en adequaat te handelen. Zij moeten beter toegerust worden om schadelijke uitstoot te voorkomen, handhavend op te treden en vergunningen in te kunnen trekken. Bedrijven houden zich helaas niet vanzelf aan de regels, we gaan minder uit van zelfregulering.”
De partij wil dat bedrijven die milieuvervuiling veroorzaken, zoals Chemours en TATA Steel, direct worden aangesproken en verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen, inclusief kosten voor reiniging en gezondheidsschade. Dit betekent een actieve rol van de overheid als 'milieupolitie' richting grote vervuilers.
“Aanstichters van milieuvervuiling, zoals Chemours en TATA Steel, worden aangesproken op en verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen van de vervuiling: kosten voor reiniging en eventuele gezondheidseffecten worden op hen verhaald.”
FVD noemt het begrip "milieupolitie" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor een aparte milieupolitie of specifieke handhaving op milieugebied. Het programma richt zich vooral op het verminderen van milieuregels, het afschaffen van milieuzones en het beperken van controles die als belemmerend worden gezien voor burgers en bedrijven. FVD positioneert zich duidelijk tegen extra of strengere milieuhandhaving en pleit juist voor minder milieugerelateerde regelgeving en toezicht.
FVD is tegen extra milieuhandhaving en pleit voor het afschaffen van milieuzones en het beperken van milieugerelateerde regels en controles. Dit standpunt is ingegeven door de wens om mobiliteit en economische vrijheid te vergroten en bureaucratie te verminderen. De partij ziet milieuregels en controles als een belemmering voor burgers en bedrijven, en verzet zich tegen uitbreiding van handhaving op milieugebied.
GroenLinks-PvdA wil de handhaving op milieuovertredingen aanzienlijk versterken door te investeren in toezicht, metingen en handhaving, en door hogere straffen op te leggen aan milieuovertreders. De partij ziet een belangrijke rol voor omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s in het landelijk gebied, maar noemt nergens expliciet een aparte "milieupolitie". Hun visie is gericht op strengere en effectievere handhaving tegen milieucriminaliteit via bestaande structuren.
GroenLinks-PvdA erkent dat milieuovertreders nu te vaak onbestraft blijven en wil dit aanpakken door het systeem van toezicht en handhaving te verbeteren. De partij kiest voor meer ondersteuning van omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s, vooral in het landelijk gebied, en pleit voor hogere straffen bij milieuovertredingen. Dit is hun meest concrete en relevante standpunt rond het thema "milieupolitie".
“Milieuovertreders komen nu te vaak onbestraft weg. Daarom investeren we in een beter systeem van toezicht, metingen en handhaving, en ondersteunen we de omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s in het landelijk gebied. Op milieuovertredingen komen hogere straffen te staan.”
“We ondersteunen de omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s in het landelijk gebied. Op milieuovertredingen komen hogere straffen te staan.”
De SGP noemt het begrip "milieupolitie" niet expliciet, maar hun programma bevat wel concrete voorstellen over toezicht, handhaving en de rol van boa’s en politie bij milieugerelateerde wetgeving. De partij pleit voor versterking van toezicht en handhaving op milieugebied via provincies, gemeenten en omgevingsdiensten, en benadrukt het belang van duidelijke rolverdeling en extra budget. Specifiek voor buitengebieden wil de SGP boa’s beter uitrusten, afhankelijk van de kans op geweld.
De SGP ziet een belangrijke rol voor provincies, gemeenten en hun omgevingsdiensten bij vergunningverlening, toezicht en handhaving op milieugebied. Zij willen hiervoor een duidelijke rolverdeling en extra budget vanuit het Rijk, zodat milieuwetgeving effectief wordt nageleefd. Dit raakt direct aan de taken van een "milieupolitie", ook al wordt die term niet gebruikt.
“Provincies, gemeenten en hun omgevingsdiensten zorgen voor ervoor dat vergunningverlening, toezicht en handhaving op orde is. Daarvoor is een duidelijke rolverdeling en extra budget van het Rijk nodig.”
De SGP vindt dat buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in buitengebieden goed moeten worden uitgerust om hun handhavingstaken, waaronder milieutaken, veilig en effectief uit te voeren. Geweldsmiddelen moeten worden toegekend op basis van de kans op geweld, niet op basis van het verleden.
“De SGP vindt dat boa’s in buitengebieden een goede uitrusting nodig hebben. Geweldsmiddelen toekennen moet afhangen van de kans op geweld, niet van het verleden.”
De SP wil dat milieudelicten strenger worden aangepakt door te investeren in meer capaciteit bij politie, OM en inspectiediensten, zodat milieupolitie en handhaving effectiever kunnen optreden tegen milieucriminaliteit. De partij pleit voor harde handhaving, meer middelen voor opsporing en een grotere rol voor inspectiediensten om bedrijven die milieuregels overtreden streng te bestraffen. De kern van hun visie is dat milieuhandhaving een serieuze prioriteit moet zijn, met voldoende mensen en middelen om milieuschade daadkrachtig tegen te gaan.
De SP vindt dat milieupolitie en handhaving versterkt moeten worden om milieudelicten effectief te bestrijden. Ze willen meer mensen bij politie, OM en inspectiediensten, zodat aangiften niet blijven liggen en bedrijven die milieuregels overtreden hard worden aangepakt. Dit moet leiden tot meer vertrouwen in het recht en een gezondere leefomgeving.
“Voor ingewikkelde zaken, zoals kinderporno, cybercrime, fraude, milieudelicten, mensenhandel en zedendelicten, krijgen politie, OM en rechters meer mensen.”
“Eerlijk toezicht, harde handhaving. Bedrijven die de regels aan hun laars lappen, pakken we hard aan. Bedrijven die eerlijk zaken doen, geven wij ruimte. We investeren in inspectiediensten zoals de ILT. Toezichthouder en handhaver worden weer gerespecteerde beroepen waar bedrijven naar moeten luisteren.”
BIJ1 noemt nergens expliciet het begrip "milieupolitie" en heeft geen concreet beleid voor een aparte milieupolitie. Wel pleit de partij voor strengere wetgeving en strafrechtelijke vervolging van grootschalige vervuilers, maar handhaving wordt niet gekoppeld aan een gespecialiseerde milieupolitie. De nadruk ligt op het strafrechtelijk aanpakken van milieucriminaliteit via bestaande structuren, niet via een apart korps.
BIJ1 wil verantwoordelijken voor grootschalige vervuiling hoofdelijk strafrechtelijk kunnen vervolgen, maar noemt geen aparte milieupolitie of gespecialiseerde handhavingseenheden. De partij ziet het strafrecht als instrument om milieucriminaliteit aan te pakken, zonder te investeren in extra politiecapaciteit of een milieupolitie.
“Er komt sterk aangescherpte wetgeving om de verantwoordelijken voor grootschalige vervuiling - en andere misdaden die de volksgezondheid schaden - hoofdelijk strafrechtelijk te kunnen vervolgen.”
D66 noemt in haar verkiezingsprogramma nergens expliciet de term "milieupolitie" en doet geen concrete voorstellen voor een aparte milieupolitie of specifieke politie-inzet voor milieudelicten. Wel pleit D66 voor sterkere handhaving en toezicht op milieuregels door onafhankelijke toezichthouders en Rijksinspecties, maar zonder dit te koppelen aan de reguliere politie of een aparte milieupolitie. De partij legt de nadruk op strengere regels, betere controle en het aanpakken van milieuvervuiling via bestaande toezichthoudende instanties.
D66 wil dat toezichthouders, Rijksinspecties en rechters voldoende slagkracht en onafhankelijkheid krijgen om milieuregels te handhaven, ook tegenover machtige bedrijven en de overheid zelf. Dit is geen pleidooi voor een aparte milieupolitie, maar voor versterking van bestaande toezichthoudende instanties.
“Sterke waakhonden van de macht beschermen mensen en kwetsbare belangen, zoals de natuur, tegen onrecht en willekeur. Deze toezichthouders, Rijksinspecties en rechters zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt, óók de overheid en machtige bedrijven. We geven ze de slagkracht en onafhankelijkheid die ze nodig hebben om hun belangrijke taak uit te voeren.”
JA21 noemt het begrip "milieupolitie" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen voor een aparte milieupolitie of specifieke handhavingseenheid voor milieudelicten. Het programma richt zich vooral op het verminderen van regeldruk, het aanpassen van milieuwetgeving en het inzetten op risicogebaseerde milieubeoordeling in plaats van strikte handhaving op elke vorm van uitstoot. Er zijn geen standpunten of voorstellen die direct of indirect pleiten voor een versterking, uitbreiding of afschaffing van een milieupolitie.
JA21 adresseert milieuhandhaving uitsluitend in de context van minder strikte regelgeving en meer ruimte voor maatwerk, zonder te pleiten voor een specifieke rol van de politie of een aparte milieupolitie. De partij wil juist minder rigide milieutoetsing en minder juridische belemmeringen, wat impliceert dat zij geen voorstander is van een strengere of uitgebreidere milieupolitie.
“Wet- en regelgeving aanpassen om risicogebaseerde milieubeoordeling mogelijk te maken i.p.v. een rigide toets op elke vorm van uitstoot.”
NSC erkent het belang van strenger toezicht en handhaving op milieugebied, maar noemt nergens expliciet het instellen of uitbreiden van een "milieupolitie". Hun focus ligt op het aanscherpen van milieunormen, het verbeteren van toezicht door omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport, en het stoppen van afvaldumping. Concrete voorstellen richten zich op strengere handhaving en betere controle, niet op een aparte milieupolitie-eenheid.
NSC wil dat milieuregels strenger worden gehandhaafd en dat toezicht door bestaande instanties, zoals omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport, wordt verbeterd. Dit moet leiden tot minder milieuschade en betere bescherming van volksgezondheid en leefomgeving. Er wordt niet gepleit voor een aparte milieupolitie, maar voor effectievere inzet van bestaande toezichthouders.
“We pleiten voor het aanscherpen en handhaven van uitstootnormen en maatregelen om afvaldumping te stoppen. Het criterium ‘best beschikbare technologie’ moet zo worden gedefinieerd dat het geringste effect op de gezondheid en het milieu daarvan een integraal onderdeel is. Ook tussentijds moet worden getoetst aan de meest recente inzichten over gezondheids- en milieurisico’s. Toezicht en handhaving moeten door omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport serieuzer worden opgepakt, mede op basis van signalen en klachten.”
De Partij voor de Dieren wil de handhaving van milieuwetgeving en de bestrijding van milieucriminaliteit aanzienlijk versterken door meer capaciteit, expertise en landelijke regie. Ze pleiten voor strengere, onaangekondigde controles, hogere boetes en het sneller intrekken van vergunningen bij overtredingen, waarbij de vervuiler betaalt.
De PvdD vindt dat het toezicht en de handhaving van milieuwetgeving te versnipperd en zwak zijn, waardoor bedrijven te makkelijk wegkomen met vervuiling. Door landelijke regie, meer capaciteit en expertise, en strengere controles wil de partij milieucriminaliteit effectiever bestrijden en voorkomen dat bedrijven de regels omzeilen.
“Het Rijk neemt de regie over het toezicht en de handhaving van milieuwetgeving en de bestrijding van milieucriminaliteit. Overheden werken nauwer samen, zodat bedrijven niet langer kunnen wegkomen met vervuiling door slim gebruik te maken van de mazen in het systeem. Er wordt gezorgd voor meer capaciteit en expertise bij de toezichthouders. Controles zijn voortaan onaangekondigd en bedrijven betalen zelf de kosten van controles. De boetes worden stevig verhoogd en passend gemaakt bij de omzet van de beboete bedrijven. Bij veelplegers worden vergunningen sneller ingetrokken.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma