De Partij voor de Dieren wil radicaal toewerken naar een circulaire economie waarin afval wordt geminimaliseerd en hergebruik centraal staat. Ze pleiten voor stevige maatregelen tegen afvalverbranding, import en export van afval, wegwerpplastic, en zwerfafval, en willen producenten en bedrijven verantwoordelijk maken voor hun afvalproductie. Hun visie is dat afval geen onvermijdelijk bijproduct is, maar een te voorkomen probleem dat vraagt om systeemverandering en strenge regelgeving.
De PvdD ziet afvalverbranding als schadelijk voor milieu en gezondheid en wil de afhankelijkheid hiervan beëindigen. Import en export van afval worden verboden om Nederland sneller circulair te maken en schadelijke emissies te beperken.
“We bouwen de overcapaciteit van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) zo snel mogelijk af en stoppen met de import van buitenlands afval. We voorkomen de afhankelijkheid van afvalverbranding voor onze energievoorziening.”
“We stoppen met exporteren van afval naar het buitenland. Door producten hier te verwerken en te stoppen met gebruik van schadelijke materialen die niet verwerkt kunnen worden, werken we sneller toe naar een circulaire economie.”
De partij wil dat bedrijven betalen voor het afval dat ze veroorzaken en dat de overheid afdwingt dat bedrijven minder afval produceren en meer hergebruiken. Dit voorkomt dat afvalproductie wordt afgewenteld op de samenleving.
“Bedrijven gaan betalen voor het afval dat ze veroorzaken. Dit mag geen afkoop worden. De overheid neemt het voortouw en zorgt ervoor dat bedrijven flink minder afval gaan produceren en overstappen op hergebruik.”
De PvdD wil versneld af van wegwerpplastic en microplastics, met uitzondering van onmisbare toepassingen zoals in de zorg. Ze willen een plastictaks en strengere regels voor producenten.
“Er komt een versneld verbod op wegwerpplastic. Daar waar plastic nog onmisbaar is, zoals in de zorg, moet dat gerecycled zijn.”
“We verbieden het toevoegen van microplastics aan producten zoals cosmetica. Er komen regels voor fabrikanten om het vrijkomen van microplastics bij gebruik van hun producten tegen te gaan.”
“Er komt een plastictaks op de productie van nieuw fossiel plastic.”
Om zwerfafval te verminderen en recycling te stimuleren, wil de PvdD het statiegeldsysteem uitbreiden naar alle drankverpakkingen en de verantwoordelijkheid bij de overheid leggen.
“Het huidige statiegeldsysteem voor plastic flessen en blikjes wordt uitgebreid naar álle drankverpakkingen, zoals sapflesjes en drankenkartons. Ook wordt er gewerkt aan het verbeteren van het huidige statiegeldsysteem, zodat alle plastic flesjes en blikjes kunnen worden ingeleverd bij de locatie waar ze zijn verkocht, ook als ze gedeukt zijn. De verantwoordelijkheid voor het statiegeldsysteem komt in handen van de overheid in plaats van bij het bedrijfsleven.”
De partij wil concrete bronnen van zwerfafval en milieuschade verbieden, zoals sigarettenfilters, wegwerpvapes, ballonnen en plastic netjes voor vogelvoer.
“We verbieden de verkoop van sigarettenfilters en er komt een verbod op wegwerpvapes.”
“We verbieden het oplaten van met gas gevulde ballonnen, de verkoop en het oplaten van wensballonnen, en de verkoop en het buiten gebruiken van waterballonnen.”
“We stoppen de verkoop van vogelvoer in plastic netjes.”
Om recycling te stimuleren en verspilling tegen te gaan, wil de PvdD een verbod op het verbranden van materialen die recyclebaar zijn.
“Er komt een verbrandingsverbod op recyclebare materialen.”
De partij wil hergebruik en reparatie aantrekkelijker maken door fiscale maatregelen, ondersteuning van kringloopbedrijven en verplicht aandeel recyclaat in producten.
“De dubbele btw op producten die voor hergebruik en refurbishment opnieuw op de markt worden gezet, wordt geschrapt.”
“Kringloopwinkels worden extra ondersteund. Alle milieustraten werken samen met kringloopbedrijven om zoveel mogelijk complete producten te hergebruiken in plaats van de materialen te recyclen.”
“Er komt een verplicht aandeel hergebruikt materiaal (recyclaat) in producten om een afzetmarkt te garanderen voor circulaire spelers, te beginnen bij textiel.”
De SGP wil milieuvervuiling door afval tegengaan door hergebruik, reparatie en recycling te stimuleren en de wegwerpmaatschappij te ontmoedigen. Ze pleiten voor strengere eisen aan producten, het eenvoudiger maken van afvalhergebruik, heffingen op vervuilende materialen en het ondersteunen van reparatie- en hergebruikinitiatieven. De partij legt nadruk op het verminderen van afvalstromen en het verantwoord omgaan met grondstoffen, met oog voor zowel milieu als betaalbaarheid.
De SGP wil dat producten langer meegaan, makkelijker gerepareerd kunnen worden en meer gerecycled materiaal bevatten. Ze willen het eenvoudiger maken om afvalstoffen opnieuw als grondstof te gebruiken, mits dit veilig is voor het milieu. Ook wordt het recht op reparatie en het gebruik van gerecycled plastic gestimuleerd via heffingen en regelgeving.
“De SGP wil Europese producteisen zo aanscherpen dat producten en apparaten langer meegaan, eenvoudig gerepareerd of gedemonteerd kunnen worden en dat een serieus aandeel recyclaat in plaats van ruwe grondstoffen gebruikt wordt.”
“Herbruikbare afvalstoffen dienen eenvoudiger de ‘einde afval’ status te krijgen, mits aan het voorzorgsprincipe voldaan wordt dat de materialen geen schade aan de omgeving veroorzaken.”
“Er komt een heffing voor gebruik van plastic polymeren in producten die op onze markt komen. Dat stimuleert de toepassing van gerecycled plastic.”
“Het recht op reparatie wordt zo snel mogelijk doorgevoerd, inclusief de handhaving ervan.”
De SGP wil reparatie en hergebruik van apparaten aantrekkelijker maken door belemmerende regels te schrappen, het verlaagde btw-tarief uit te breiden en reparatievouchers in te voeren. Dit moet de afvalberg verkleinen en de levensduur van producten verlengen.
“Reparatiebedrijven, installateurs en electronicawinkels krijgen als het aan de SGP ligt alle ruimte om wasmachines en andere apparaten een tweede leven te geven door reparatie en hergebruik. Belemmerende regels worden geschrapt.”
“Het verlaagde btw-tarief voor reparatiediensten wordt uitgebreid naar mobieltjes, laptops, wasmachines en andere apparatuur. Ook komen er reparatievouchers, gefinancierd door producenten en importeurs (UPV).”
De SGP wil de wegwerpmaatschappij aanpakken door heffingen op kortlevende producten en plastics, en door regels voor wegwerpplastics werkbaar te maken. Dit moet leiden tot minder afval en minder milieuschade door bijvoorbeeld microplastics.
“Goedkope ultra fast fashion worden uitgebannen door een fikse heffing op kledingstukken die maar kort meegaan.”
“De regels voor wegwerpplastics worden werkbaar gemaakt. Doppen van sap- en yoghurtpakken moeten gewoon weer helemaal losgedraaid kunnen worden.”
“Het weggooien van plastic verpakkingen zorgt voor microplastics in rivieren en zeeën.”
De SGP wil voedselverspilling terugdringen door onder andere het schrappen van houdbaarheidsdata op lang houdbare producten en het stimuleren van horeca om verspilling te beperken.
“We gooien elk jaar per persoon ongeveer honderd kilo eten en drinken weg. Die voedselverspilling moet omlaag, onder meer door bij lang houdbare producten geen ‘ten minste houdbaar tot’-termijn meer op de verpakking te zetten.”
“De horeca wordt gestimuleerd om bij het samenstellen van de menukaart de kans op verspilling sterk te beperken.”
NSC wil milieuvervuiling door afvalstromen krachtig tegengaan en zet in op een circulaire economie waarin afval zoveel mogelijk als grondstof wordt hergebruikt. Ze pleiten voor strengere normen en handhaving op industriële afvalstromen, meer producentenverantwoordelijkheid, en concrete maatregelen tegen plastic afval. De partij benadrukt het belang van bewezen veiligheid van bouwstoffen en wil Europees inzetten op het beprijzen van primair grondstoffenverbruik.
NSC wil dat afvalstromen uit de industrie geen schade aan milieu en volksgezondheid veroorzaken. Toepassing van bouwstoffen uit afval mag alleen als bewezen is dat er geen milieuschade optreedt, en toezicht en handhaving moeten worden aangescherpt. Dit standpunt richt zich op het voorkomen van incidenten zoals met staalslakken en het stoppen van afvaldumping.
“In dit systeem moet eerst worden aangetoond dat een bouwstof géén milieuschade veroorzaakt, voordat toepassing wordt toegestaan. Hiermee worden risico’s voor de gezondheid van mensen, zoals bij de toepassing van staalslakken, voorkomen.”
“We pleiten voor het aanscherpen en handhaven van uitstootnormen en maatregelen om afvaldumping te stoppen.”
“Toezicht en handhaving moeten door omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport serieuzer worden opgepakt, mede op basis van signalen en klachten.”
“Bij de aanleg van nieuwe wegenbouwprojecten kijken we kritisch naar de toepassing van nieuwe bouwmaterialen die gebaseerd zijn op industriële afvalstromen. Zoals bijvoorbeeld bij de toepassing van het omstreden Beaumix bij de verbreding van de A2. We willen dat stoffen bewezen veilig zijn, voordat ze worden toegepast in het milieu.”
NSC ziet afval als grondstof en wil de transitie naar een circulaire economie versnellen. Ze zetten in op het gebruik van biobased en hergebruikte materialen, en willen circulaire keuzes aantrekkelijker maken voor consumenten en bedrijven. Dit moet leiden tot minder gebruik van nieuwe grondstoffen en minder afval.
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk. We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren. Afval wordt zoveel mogelijk gebruikt als grondstof. We hebben hierbij bijzondere aandacht voor de einde-afvalstatus.”
NSC wil plastic afval verder terugdringen door producenten meer verantwoordelijkheid te geven en het systeem van statiegeld uit te breiden. Ze kijken naar de hele keten, van industriële plastic pellets tot consumentenafval, en willen de effecten van plasticbelasting meenemen.
“We willen een aangescherpt plan van aanpak om plastic afval verder terug te dringen. Hierbij kijken we naar de basisgrondstof voor de industrie (plastic pellets), naar normering van bijmenging van plastics recyclaat, maar ook naar zaken zoals consumentenafval. We betrekken hierbij ook de effecten van de plasticbelasting voor wegwerpbekers en -bakjes.”
“Nieuw Sociaal Contract wil dat producenten meer verantwoordelijkheid nemen en veel meer inleverpunten realiseren. Er komt verplicht statiegeld op alle plastic sapflessen en buitenlandse flesjes en blikjes. Dit voorkomt onduidelijkheid en ontwijkgedrag.”
Om afval en milieuschade te verminderen, wil NSC in Europees verband het gebruik van primaire grondstoffen door de industrie beprijzen en het gebruik van gerecycled materiaal verplichten. Dit moet de circulaire economie stimuleren en afvalstromen verkleinen.
“In Europees verband pleiten we voor het beprijzen van primair grondstoffenverbruik door de industrie, naast het verplichten van de toepassing van gerecycled materiaal.”
De SP wil de wegwerpeconomie beëindigen en inzetten op een circulaire economie waarin hergebruik, reparatie en recycling centraal staan. Afvalinzameling en -verwerking moeten weer in publieke handen komen, vervuiling en afvaldumping worden streng aangepakt, en er komen concrete maatregelen om afval te verminderen en hergebruik te stimuleren. De partij kiest voor stevige regulering, publieke regie en het principe dat de vervuiler betaalt.
De SP wil af van de wegwerpeconomie door producten herbruikbaar, repareerbaar en duurzaam te maken. Hergebruik, reparatie en recycling worden de norm, met strenge eisen aan duurzaamheid en kwaliteit. Dit moet verspilling tegengaan en de afhankelijkheid van grondstoffen verminderen.
“We stoppen met de wegwerpeconomie. Producten worden herbruikbaar, repareerbaar en duurzaam. We ontmoedigen vervuiling en stimuleren hergebruik. Recyclen wordt de norm, net als schonere technologieën en alternatieve energiedragers zoals waterstof.”
“Door hergebruik, reparatie en recycling wordt verspilling verleden tijd. Zo creëren we een toekomst waarin iedereen profiteert van een eerlijke, duurzame en circulaire economie.”
“We willen onafhankelijk zijn van onvrije landen en buitenlandse bedrijven voor onze grondstoffen. Daarom verminderen we ons grondstoffengebruik en bouwen we een circulaire economie op. Hergebruik, reparatie en recycling worden de norm.”
De SP vindt afvalinzameling en -verwerking een maatschappelijke taak die niet aan de markt mag worden overgelaten. Privatisering leidt volgens de partij tot verkeerde financiële prikkels en onvoldoende maatschappelijke verantwoordelijkheid.
“Afvalinzameling en verwerking is een maatschappelijke taak, die wat ons betreft niet overgelaten kan worden aan de markt. Door deze taak te privatiseren zijn er te veel negatieve financiele prikkels voor bedrijven om winst boven hun maatschappelijke taken te stellen met veel negatieve gevolgen van dien. Afvalverwerking en inzameling worden weer onderdeel van de publieke sector.”
De SP wil dat afvaldumping, lozingen van vervuild afval en het uitstoten van gevaarlijke stoffen streng worden aangepakt. De vervuiler moet betalen, niet de samenleving, en bedrijven mogen pas stoffen uitstoten als bewezen is dat deze veilig zijn.
De SP wil het recht op reparatie wettelijk vastleggen, zodat producten langer meegaan en minder snel worden weggegooid. Overbodige verpakkingen worden verboden, statiegeld uitgebreid en vernietiging van producten tegengegaan om afval te verminderen.
“Iedereen moet producten kunnen laten repareren in plaats van weggooien. We voeren het right to repair in, zodat fabrikanten verplicht reserveonderdelen en reparatieinstructies beschikbaar stellen.”
“Overbodige verpakkingen worden verboden en plastic verpakkingen drastisch verminderd. We breiden statiegeld uit om hergebruik te stimuleren. Onnodige vernietiging van producten moet worden tegengegaan.”
De ChristenUnie wil milieuvervuiling en afval stevig aanpakken door producenten verantwoordelijk te maken voor de kosten van vervuiling, het gebruik van niet-afbreekbaar plastic te verbieden en de circulaire economie te stimuleren. Concrete maatregelen zijn onder meer een verbod op niet-afbreekbaar plastic voor eenmalige verpakkingen, een heffing op nieuw plastic, verplichte bronscheiding en een verbrandingsverbod op recyclebare materialen. De partij legt de nadruk op het principe 'de vervuiler betaalt' en wil producenten meer verantwoordelijk maken voor afvalstromen.
De ChristenUnie wil het gebruik van niet-afbreekbaar plastic voor eenmalige verpakkingen verbieden om de plasticsoep en zwerfafval tegen te gaan. Dit is een directe maatregel tegen plastic afval in het milieu.
“Er wordt daarom toegewerkt naar een verbod op het gebruik van niet-afbreekbaar plastic ten behoeve van eenmalige verpakkingen.”
De partij wil dat producenten verantwoordelijk worden gehouden voor de kosten van milieuvervuiling en voor specifieke afvalstromen zoals luiers en plastics. Dit moet leiden tot minder afval en meer hergebruik.
“Aanstichters van milieuvervuiling, zoals Chemours en TATA Steel, worden aangesproken op en verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen van de vervuiling: kosten voor reiniging en eventuele gezondheidseffecten worden op hen verhaald.”
“Producenten worden waar mogelijk verantwoordelijk voor identificeerbare stromen, zoals luiers of plastics.”
Om hergebruik van plastic aantrekkelijker te maken en afval te verminderen, stelt de ChristenUnie een heffing op het gebruik van nieuw (virgin) plastic voor. Dit moet de circulaire economie stimuleren.
“Er komt een heffing op het gebruik van nieuw plastic (virgin plastic), zodat hergebruik van plastic lonend wordt.”
De partij wil dat recyclebare materialen langer beschikbaar blijven voor de economie door verplichte bronscheiding of nasortering en een verbod op het verbranden van recyclebaar afval.
“Met verplichte bronscheiding of nasortering en een verbrandingsverbod op recyclebare materialen, blijven deze langer beschikbaar voor de economie.”
De ChristenUnie wil ketenafspraken, zoals statiegeld op blikjes, dwingender opleggen als resultaten uitblijven en bestaande hergebruikketens financieel ondersteunen waar nodig.
D66 wil milieuvervuiling door afval structureel tegengaan door producenten verantwoordelijk te maken voor de volledige levenscyclus van hun producten, circulair gebruik van materialen te stimuleren en recycling te bevorderen. Ze stellen concrete doelen voor afvalreductie, zoals het halveren van het gebruik van nieuwe grondstoffen in 2030 en het invoeren van materialen- en digitale paspoorten voor producten. D66 kiest voor een circulaire economie waarin afvalbeheer, hergebruik en strengere eisen aan producenten centraal staan.
D66 wil dat producenten verantwoordelijk blijven voor hun producten, van introductie tot afvalbeheer, om zo afval te verminderen en recycling te stimuleren. Dit moet innovatie aanjagen en ervoor zorgen dat sectoren gericht verduurzamen.
D66 streeft naar een volledig circulaire economie in 2050, met als tussenstap het halveren van het gebruik van nieuwe grondstoffen in 2030. Overheden moeten het goede voorbeeld geven met circulaire aanbestedingen, en per sector worden circulaire doelen gesteld.
“In 2050 is Nederland volledig circulair. In 2030 is het gebruik van nieuwe grondstoffen al gehalveerd. Overheden geven het goede voorbeeld: in 2035 is minstens de helft van hun aanbestedingen circulair en in 2045 alles. We maken per sector circulaire doelen, zoals voor de bouw, textiel, plastics en metalen.”
“Grondstoffen raken op en afvalverwerking kost energie en ruimte. D66 zorgt dat producten en materialen steeds opnieuw gebruikt worden, in plaats van verspild. Dat is goed voor milieu, onze portemonnee én onze economie.”
Om hergebruik en recycling te bevorderen, wil D66 dat gebouwen en producten een materialen- of digitaal paspoort krijgen. Dit maakt inzichtelijk welke materialen zijn gebruikt en hoe producten gerecycled kunnen worden.
“Gebouwen krijgen een materialenpaspoort. Daarin staat precies welke materialen zijn gebruikt. Zo gaan productiematerialen later niet verloren en kunnen ze worden hergebruikt.”
“Elk product krijgt een digitaal paspoort met informatie over de herkomst en samenstelling van het product, en hoe het te recyclen is.”
D66 wil wegwerpartikelen met kritieke materialen verbieden en investeren in recyclingcapaciteit om grondstoffen in de economie te houden.
“Europees zetten we in op het verbieden van wegwerpartikelen met kritieke materialen, zoals vapes of thermometers. Nationaal investeren we in recyclingcapaciteit om deze grondstoffen in de Nederlandse en Europese economie te houden.”
Volt wil milieuafval drastisch verminderen door afval als grondstof te behandelen, recycling te vereenvoudigen en producenten te verplichten tot meer circulaire productie. Ze pleiten voor strengere regelgeving, transparantie over materiaalgebruik, verbod op vernietiging van ongebruikte producten en het stimuleren van reparatie en hergebruik. Hun beleid is gericht op het creëren van een circulaire economie waarin verspilling wordt tegengegaan en duurzame alternatieven aantrekkelijker worden gemaakt.
Volt ziet afval niet als eindpunt, maar als grondstof voor nieuwe producten. Ze willen de afvalwetgeving versimpelen, duidelijke categorieën voor recyclebare stoffen invoeren en transparantie eisen over materiaalgebruik. Dit moet recycling makkelijker maken en de circulaire economie stimuleren.
“De huidige afvalwetgeving is te complex en maakt het verwerken van afval tot producten onnodig moeilijk. We pleiten voor versimpeling van deze wetgeving zodat afval een grondstof wordt, bijvoorbeeld door Europees geldende grondstofverklaringen.”
“We willen toe naar goed recyclebare producten. Dat betekent dat we op Europees niveau willen werken aan het definiëren van categorieën voor recyclebare stoffen. Op producten die in de EU verkocht worden moet te zien zijn uit welke categorieën recyclebare stoffen ze bestaan en hoe deze categorieën moeten worden gescheiden aan het einde van de levenscyclus van een product.”
Om verspilling en afval te verminderen, wil Volt producenten verbieden ongebruikte producten te vernietigen of te dumpen. Daarnaast wordt het recht op reparatie uitgebreid en reparatie gestimuleerd via een landelijk fonds.
“Er komt een verbod voor producenten om ongebruikte producten, zoals kleding en elektronica, te vernietigen of te dumpen. Op deze manier zorgen we ervoor dat bijvoorbeeld fast fashion langzaam maar zeker tot het verleden behoort.”
“We breiden het recht op reparatie fors uit en we maken van reparatie de norm, in plaats van de uitzondering. We zetten in op een Landelijk Reparatiefonds. Zo wordt reparatie weer aantrekkelijk”
Volt wil de milieu-impact van producten zwaarder laten meewegen in de prijs, zodat duurzame alternatieven aantrekkelijker worden. Ze stellen subsidies voor om het prijsverschil tussen circulaire en vervuilende alternatieven te overbruggen.
“We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken. Met de opbrengsten hiervan maken we duurzame producten goedkoper.”
“We creëren gelijke kansen voor circulaire koplopers met een subsidie van Stimulering Circulaire Economie (SCE) voor de onrendabele top van duurzame productieprocessen, naar voorbeeld van de SDE(++). Deze subsidie overbrugt het prijsverschil tussen circulaire en vervuilende alternatieven, zoals gerecycled plastic versus virgin plastic, in een economie die nu nog gericht is op lineaire productie.”
Volt wil bestaande belastingvoordelen voor grote afvalproducenten afschaffen om verspilling te ontmoedigen en een gelijk speelveld te creëren.
“We schaffen de vrijstellingen en verlagingen van belasting voor grootproducenten van afvalstoffen en grootverbruikers van kolen, aardgas, leidingwater en grondwater af.”
Het CDA zet in op het stimuleren van een circulaire economie en het verminderen van milieuvervuiling door afval, met nadruk op strengere productnormen, het goedkoper maken van gerecycled plastic, en het recht op reparatie. De partij wil Europese regelgeving inzetten om schadelijke stoffen in verpakkingen te verbieden en de overheid een voorbeeldrol laten nemen bij duurzame en circulaire aanbestedingen. Concrete maatregelen zijn gericht op het bevorderen van recycling, het verminderen van nieuw plasticgebruik, en het stimuleren van hergebruik van producten.
Het CDA wil afval verminderen door gerecycled plastic goedkoper te maken dan nieuw plastic en door Europese normen in te voeren voor het gebruik van groene grondstoffen in producten. Dit moet de circulaire economie stimuleren en de hoeveelheid afval en milieuschade door plastic verminderen.
Om milieuvervuiling door afval te beperken, wil het CDA duidelijke normen stellen voor schadelijke stoffen zoals PFAS en microplastics, en deze Europees verbieden in consumentenverpakkingen waar ze niet essentieel zijn. Dit voorkomt dat afvalstromen extra milieuschade veroorzaken.
“Wij willen duidelijke normen stellen voor PFAS, microplastics en andere schadelijke stoffen en chemicaliën. Zo moet het gebruik daarvan Europees verboden worden in consumentenverpakkingen en materialen waarin ze niet van essentiële waarde zijn.”
Het CDA wil het recht op reparatie van alledaagse producten wettelijk vastleggen, zodat producten langer meegaan, minder snel worden weggegooid en er minder afval ontstaat. Dit bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg.
“We leggen het recht op reparatie vast van hele gewone producten, zoals je smartphone. Dat is goedkoper voor de eigenaar en het bespaart waardevolle grondstoffen.”
De overheid moet bij aanbestedingen rekening houden met duurzaamheid, circulariteit en klimaatafdruk van producten, en zo het goede voorbeeld geven in het verminderen van afval en het stimuleren van circulaire productie.
“De overheid heeft een voorbeeldfunctie als aanbesteder en investeerder. In het overheidsaanbestedingbeleid wordt rekening gehouden met de duurzaamheid, circulariteit en klimaatafdruk van producten.”
“De overheid heeft een voorbeeldfunctie als aanbesteder en investeerder. In het overheidsaanbestedingbeleid wordt rekening gehouden met de duurzaamheid, circulariteit en klimaatafdruk van producten.”
GroenLinks-PvdA wil milieuvervuiling door afval drastisch verminderen door recycling te verplichten, verspilling te verbieden en plasticgebruik sterk terug te dringen. De partij legt de verantwoordelijkheid bij producenten om producten recyclebaar te maken en stimuleert alternatieven voor wegwerpplastic. Hun visie is gericht op een circulaire economie waarin afval zoveel mogelijk wordt voorkomen en grondstoffen worden hergebruikt.
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan de verspilling van bruikbare goederen en het verbranden van recyclebare materialen. Dit moet leiden tot minder afval en meer hergebruik, waarbij producenten worden verplicht hun producten geschikt te maken voor recycling. Het doel is om afvalstromen te minimaliseren en de levensduur van producten te verlengen.
“Het verbranden van recyclebare materialen en het vernietigen van nog bruikbare onverkochte goederen verbieden we. Verkopers moeten voedsel en andere producten eerst afprijzen en anders weggegeven.”
“We stimuleren het delen van producten, en zetten in op levensduurverlenging, hergebruik, reparatie en recycling. Producenten worden verplicht om producten zo vorm te geven dat ze makkelijk gerecycled of hergebruikt kunnen worden.”
De partij ziet plasticafval als een groeiend milieuprobleem en wil het gebruik van nieuw plastic tot een minimum beperken. Onnodige, schadelijke en moeilijk te recyclen verpakkingen en wegwerpplastics worden verboden, en biologisch afbreekbare alternatieven gestimuleerd. Hiermee wil GroenLinks-PvdA de plasticvervuiling bij de bron aanpakken.
“Het gebruik van nieuw plastic wordt tot een minimum beperkt. We stoppen met onnodige, schadelijke en moeilijk te recyclen verpakkingen en wegwerpplastics. Biologisch afbreekbare alternatieven worden gestimuleerd.”
Om de circulaire economie te bevorderen, wil GroenLinks-PvdA dat fabrikanten en importeurs een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen gebruiken in nieuwe producten. Dit moet de vraag naar primaire grondstoffen verminderen en afvalstromen verkleinen.
“We verplichten fabrikanten en importeurs om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten.”
De VVD ziet afval vooral als een waardevolle grondstof en wil de circulaire economie stimuleren om milieu-impact te verminderen en geopolitieke afhankelijkheid te verkleinen. De partij zet in op het terugwinnen van grondstoffen uit afvalstromen, het stimuleren van hergebruik en het benutten van afval voor energie, met oog voor economische concurrentiekracht en minder regelgeving. Concrete voorstellen zijn onder meer het stimuleren van circulaire technologie, het verlagen van btw op tweedehands producten en het benutten van afval voor duurzame energie.
De VVD beschouwt afval niet als eindpunt, maar als bron voor nieuwe grondstoffen en producten. Door afvalstromen te benutten, wil de partij verspilling tegengaan, de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen verminderen en de concurrentiepositie van Nederland versterken. Dit sluit aan bij hun streven naar een circulaire economie en het stimuleren van innovatie.
“Ook gaan we kritische grondstoffen terugwinnen uit afvalstromen en schoon water uit afvalwater. Door afval te benutten als grondstof, verkleinen we onze afhankelijkheid en houden we onze productie concurrerend.”
“Tot slot zorgen een circulaire economie en hergebruik ervoor dat we minder grondstoffen nodig hebben. Alle kansen die hier liggen, moeten we dan ook verzilveren en bevorderen. We zien ook water en afval als grondstof en pakken de kansen van de circulaire economie.”
De VVD wil investeren in circulaire technologie en innovatie, onder andere door het stimuleren van biobased bouwen, circulair slopen en duurzaam design. Ook wordt onderzocht of de btw op tweedehands producten en reparaties omlaag kan, om hergebruik te bevorderen en afval te verminderen.
“We blijven investeringen in circulaire technologie en innovatie stimuleren, en samen met ondernemers nemen we praktische knelpunten weg. De overheid vervult een actieve rol, bijvoorbeeld door het stimuleren van biobased bouwen, circulair slopen, duurzaam design en het vormgeven van ‘recht op reparatie’. Om mkb-ondernemers te ondersteunen en de circulaire economie te stimuleren, onderzoeken we of we de btw op tweedehands consumentenproducten en reparaties kunnen verlagen.”
De VVD wil afvalverwerkingsinstallaties inzetten om duurzame warmte of stroom te produceren, en kijkt kritisch naar de rol van importheffingen op buitenlands afval om dit rendabel te maken.
“Aanvullend bekijken we hoe Nederlandse afvalverwerkingsinstallaties op duurzame en rendabele wijze afval kunnen verwerken zodat meer inwoners duurzame warmte of stroom krijgen. We kijken daarvoor wat de importheffing op buitenlands afval hierin betekent.”
BIJ1 pleit voor een radicaal circulaire omgang met grondstoffen en wil afvalproductie drastisch verminderen door consumptie en productie volledig te herzien. Ze zetten in op minder gebruik, hergebruik en langere levensduur van materialen, en willen dat de kosten van afval en vervuiling bij de grootste vervuilers komen te liggen. Concrete voorstellen zijn gericht op circulaire economie, het uitfaseren van schadelijke stoffen en het strafrechtelijk vervolgen van grootschalige vervuilers.
BIJ1 wil het afvalprobleem bij de bron aanpakken door productie en consumptie fundamenteel te veranderen. Ze streven naar minder gebruik van grondstoffen, meer hergebruik en langere levensduur van producten, zodat afvalproductie sterk afneemt. Dit is onderdeel van hun bredere visie op klimaatrechtvaardigheid en het tegengaan van uitputting van de aarde.
“Daarom gaan we radicaal eerlijk en circulair om met grondstoffen: minder, beter, langer en opnieuw.”
Om milieuvervuiling en afval te beperken, wil BIJ1 kunstmest en chemische pesticiden uitfaseren en vanaf 2030 volledig afschaffen. Dit voorkomt schadelijke afvalstromen in landbouw en natuur en draagt bij aan een duurzamere voedselproductie.
“Om natuur, klimaat en grondstoffen te sparen, worden kunstmest en chemische pesticiden uitgefaseerd en vanaf 2030 afgeschaft.”
BIJ1 wil dat verantwoordelijken voor grootschalige vervuiling hoofdelijk strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Hiermee willen ze voorkomen dat bedrijven afval en milieuschade afwentelen op de samenleving.
“Er komt sterk aangescherpte wetgeving om de verantwoordelijken voor grootschalige vervuiling - en andere misdaden die de volksgezondheid schaden - hoofdelijk strafrechtelijk te kunnen vervolgen.”
50PLUS erkent het belang van milieubescherming en richt zich bij afval vooral op het bestrijden van zwerfafval en plastic, met een harde aanpak richting zowel overheden als veroorzakers. Daarnaast zet de partij in op een circulaire economie waarin recycling van grondstoffen concurrerend wordt met het gebruik van nieuwe materialen. Hun benadering is pragmatisch en gericht op effectiviteit zonder extra nationale regels bovenop Europese afspraken.
50PLUS wil zwerfafval en plasticvervuiling krachtig tegengaan, zowel door lokale overheden aan te spreken als door streng op te treden tegen de veroorzakers van overlast. Dit standpunt is ingegeven door de wens om het milieu te beschermen voor toekomstige generaties en om de leefomgeving schoon te houden.
“Harde aanpak van zwerfafval en plastic, zowel richting lokale overheden als naar de overlastgevers.”
De partij streeft naar een circulaire economie waarin het recyclen van grondstoffen financieel aantrekkelijk wordt gemaakt ten opzichte van het gebruik van nieuwe grondstoffen. Dit moet bijdragen aan minder afval en een duurzamer gebruik van materialen.
“Een circulaire economie waarbij het recyclen van grondstoffen concurrerend is met het gebruik van basisgrondstoffen.”
JA21 noemt "milieu afval" nauwelijks expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen uitgewerkte visie of concrete voorstellen specifiek gericht op afvalbeleid of afvalvermindering. De partij koppelt milieubeleid vooral aan economische haalbaarheid en technologische innovatie, en ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie alleen als het financieel rendeert. Afval als milieuprobleem wordt niet als prioriteit benoemd.
JA21 ondersteunt initiatieven op het gebied van duurzaamheid en circulaire economie uitsluitend wanneer deze economisch rendabel zijn, en niet als doel op zich. Afvalvermindering of recycling wordt niet als zelfstandige prioriteit genoemd, maar valt onder deze voorwaardelijke steun.
BBB erkent het belang van het beperken van negatieve milieu-invloed, maar kiest voor een pragmatische en haalbare benadering waarbij economische belangen en draagvlak centraal staan. Op het gebied van milieuafval zijn er nauwelijks concrete beleidsvoorstellen, met uitzondering van een voorstel om vissers mogelijk te belonen voor het opruimen van afval in zee. Verder ontbreekt een brede, samenhangende visie of aanpak op afvalproblematiek in het verkiezingsprogramma.
BBB overweegt om vissers te stimuleren afval uit zee te verwijderen door een financiële prikkel. Dit voorstel richt zich specifiek op zwerfafval in de zee en verbindt afvalproblematiek aan de visserijsector, maar blijft beperkt tot een onderzoek naar de mogelijkheid.
“We onderzoeken of het mogelijk is dat vissers een vergoeding ontvangen voor het opruimen van afval in zee.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma