De ChristenUnie stelt het milieu centraal in haar visie op economie en samenleving, met nadruk op rentmeesterschap, het vergroenen van de economie en het beschermen van de leefomgeving. Ze pleit voor een circulaire economie, strengere aanpak van luchtvervuiling, vergroening van steden en dorpen, en het centraal stellen van gezondheid bij milieukwesties. Concrete voorstellen zijn onder meer het stimuleren van circulaire productie, het aanjagen van vergroening in de bouw en infrastructuur, en het beschermen van omwonenden tegen milieuovertredingen.
De ChristenUnie ziet de circulaire economie als noodzakelijk voor een duurzame toekomst en wil producenten meer verantwoordelijk maken, ketenafspraken afdwingen en hergebruik financieel ondersteunen. Het doel is om afval te verminderen en grondstoffen langer in de keten te houden.
“Circulaire bedrijven hebben het zwaar terwijl de circulaire economie de toekomst is. Circulaire producten zijn duurder dan wegwerpproducten en de vraag blijft achter. Normering van de vraag op Europees niveau is noodzakelijk om het circulair maken van de economie te laten slagen.”
“Ketenafspraken met onvoldoende resultaat, zoals statiegeld op blikjes, worden dwingender opgelegd. Producenten worden waar mogelijk verantwoordelijk voor identificeerbare stromen, zoals luiers of plastics.”
“Met verplichte bronscheiding of nasortering en een verbrandingsverbod op recyclebare materialen, blijven deze langer in de keten.”
De partij wil vergroening en water in de leefomgeving stimuleren om hittestress te verminderen, biodiversiteit te vergroten en de luchtkwaliteit te verbeteren. Dit moet via ruimtelijke plannen van gemeenten en extra groen op bedrijventerreinen en langs infrastructuur.
“Groen in de stad en het dorp zorgt voor een leefbare en koele buitenruimte. Elke Nederlander moet vanuit huis makkelijk in de natuur kunnen komen, daarvoor is een groen en waterrijk netwerk door het hele land – binnen en buiten stedelijk gebied nodig.”
“Gemeenten houden meer ruimte in hun omgevingsplannen voor groenstroken, bomen, water en parken. Verdichting en vergroening moeten hand in hand gaan om hittestress te verminderen, de biodiversiteit in de stad te vergroten en bij te dragen aan schonere lucht en betere leefbaarheid.”
“Er komen meer bomen en struiken op en rond bedrijventerreinen, luchthavens en langs (snel)wegen.”
De ChristenUnie wil de uitstoot van schadelijke stoffen door industrie, mobiliteit en luchtvaart fors aanpakken en stelt de gezondheid van omwonenden centraal bij vergunningverlening. De overheid moet actief optreden tegen milieuovertredingen en slachtoffers beter beschermen.
“De Nederlandse lucht is veel te vies. We pakken de uitstoot van schadelijke stoffen in de lucht van de industrie, mobiliteit en luchtvaart aan. Gemeenten moeten voortvarend aan de slag met het Schone Lucht Akkoord.”
“De leefomgeving van omwonenden wordt beter beschermd door de laatste inzichten over gezondheidsrisico’s leidend te laten zijn in de vergunningverlening en handhaving. Gezondheid van omwonenden komt centraal te staan bij het afgeven van nieuwe vergunningen.”
“De overheid treedt actief op als hoeder van de belangen van slachtoffers van milieuovertredingen – zoals mensen met (long)ziekten, vervuilde grond, of schade aan hun woning. Bij faillissementen worden slachtoffers als eerste vergoed; nu staan zij als schuldeisers nog achteraan in de rij.”
De ChristenUnie wil een economie die mens, maatschappij en milieu centraal stelt, met focus op duurzaamheid, innovatie en het tegengaan van overconsumptie. Dit betekent afscheid nemen van het consumentisme en inzetten op repareerbare, duurzame producten.
“De ChristenUnie stelt mens, maatschappij en milieu centraal en voelt zich thuis bij het Rijnlandse model van de economie. Niet het maximaliseren van de kortetermijnwinsten, maar het duurzaam en langjarig floreren van ondernemingen en werknemers staat voorop.”
“We zetten in op de nieuwe economie via innovatie en nemen afscheid van het consumentisme dat de grenzen van de schepping niet respecteert. We willen een einde aan de overconsumptie.”
De partij onderschrijft het Akkoord van Parijs en de Nederlandse Klimaatwet, maar wil inzetten op een hogere CO2-reductie dan wettelijk vereist, om risico’s op het niet halen van doelen te verkleinen. Vermindering van uitstoot mag niet tot hogere uitstoot elders leiden.
“Wij zien het Akkoord van Parijs en de Europese doelstellingen die daarop zijn gebaseerd als een goede basis. Dat geldt ook voor de Nederlandse Klimaatwet waarin is vastgelegd dat we in 2030 55% CO2-reductie moeten hebben behaald ten opzichte van 1990.”
“De ChristenUnie richt zich op een hogere reductie in 2030, zodat tegenvallers er niet direct toe leiden dat we het minimale doel niet halen. Vermindering van uitstoot in eigen land mag niet leiden tot hogere uitstoot elders.”
De Partij voor de Dieren kiest voor een radicaal ander milieubeleid, waarbij de gezondheid van mens, dier en natuur centraal staat en vervuilers streng worden aangepakt. Ze willen strenge milieunormen, transparantie over uitstoot, een totaalverbod op schadelijke stoffen als PFAS, en het belasten van vervuiling zwaarder. Hun visie draait om het herstellen van het evenwicht tussen economie en ecologie, met duidelijke keuzes voor duurzame productie en leefomgeving.
De PvdD wil dat de gezondheid van mens en natuur leidend is in het milieubeleid, met het voorzorgsprincipe als basis. Ze pleiten voor strenge controle, het intrekken van lozingsvergunningen, en een totaalverbod op schadelijke stoffen zoals PFAS. Transparantie en burgerparticipatie zijn essentieel om de macht van de industrie te breken.
“Niet de belangen van de industrie, maar de gezondheid van alle levende wezens staat in het milieubeleid centraal. Het voorzorgsprincipe wordt leidend bij het opstellen van milieunormen, bij het uitgeven van vergunningen en in het omgevingsbeleid.”
“De Partij voor de Dieren staat voor strenge controle en handhaving van de milieuregelgeving. We gooien het roer om en gaan toe naar een leefomgeving die ons niet langer ziek, maar gezond maakt.”
“Bedrijven mogen niet langer milieuvreemde stoffen in het water lozen of in de lucht uitstoten. Er worden geen nieuwe lozingsvergunningen uitgegeven en bestaande lozingsvergunningen worden zo snel mogelijk ingetrokken.”
“Vooruitlopend op een Europees verbod komt er zo snel mogelijk een landelijk totaalverbod op de toepassing en het gebruik van PFAS en schadelijke PFAS vervangende chemicaliën.”
De partij wil dat burgers inzicht krijgen in uitstootgegevens en dat de macht van de industriële lobby wordt gebroken. Omwonenden moeten een echte stem krijgen in besluitvorming over milieuvervuiling.
“Er komen meer onafhankelijke, fijnmazige en actuele metingen naar uitstoot van bedrijven. Hierdoor krijgen burgers en journalisten inzicht in de gegevens over de uitstoot in hun leefomgeving.”
“We breken de macht van de ‘giftige lobby’. ... Daarom zetten wij in op volledige transparantie over contacten tussen bedrijven en overheden en strengere regelgeving rondom lobbyactiviteiten. Burgerorganisaties moeten dezelfde toegang tot besluitvorming krijgen als bedrijven.”
“Omwonenden krijgen een echte plek aan tafel. Omwonenden zijn de eerste slachtoffers van industriële vervuiling, maar hun stem wordt ... vergunningen sneller ingetrokken.”
De PvdD wil vervuiling zwaarder belasten en duidelijke, strenge milieuregels zonder uitzonderingen. Gemeenten en provincies moeten niet hoeven bezuinigen op milieu en klimaat.
“We kiezen voor strenge normen voor milieu, dierenwelzijn en mensenrechten, maar vatten die in begrijpelijke regels zonder ingewikkelde uitzonderingen.”
“We zorgen voor een definitieve demping van het financiële ravijn voor gemeenten en provincies zodat er lokaal niet bezuinigd hoeft te worden op bovenwettelijke taken zoals natuur, dierenwelzijn, milieu en klimaat.”
“We maken werken lonender, belasten vervuiling zwaarder en zorgen dat ...”
Bedrijven moeten verplicht rapporteren over hun impact op milieu en klimaat. Overheden kopen alleen nog duurzaam in.
“Grote bedrijven geven verplicht inzicht in de herkomst van de materialen die zij gebruiken en de omstandigheden in de productieketen. Ze publiceren jaarlijks een winst- en verliesrekening voor mensen, dieren, natuur, milieu en klimaat die inzicht geeft in de impact van het bedrijf op de welvaart en welzijn in brede zin.”
“Verantwoord inkopen wordt de norm. Overheden besteden publiek geld groen en rechtvaardig, en stimuleren daarmee (kleine en middelgrote) bedrijven die duurzaam en eerlijk ondernemen.”
De partij wil dat ook sectoren als cultuur hun ecologische voetafdruk verkleinen door beleid op klimaat en milieu.
“Er komt beleid op klimaat en milieu in de cultuursector, zodat de sector de eigen ecologische voetafdruk kan verkleinen.”
Het CDA kiest voor een pragmatische en realistische milieubenadering, gericht op het combineren van economische groei met verduurzaming en behoud van natuur. De partij zet in op innovatie, energiebesparing, verduurzaming van industrie en landbouw, en het versterken van natuur en biodiversiteit, met concrete doelen en monitoring. Tegelijkertijd wil het CDA regelgeving vereenvoudigen en boeren en bedrijven perspectief bieden bij de transitie.
Het CDA wil de energietransitie versnellen door in te zetten op energiebesparing, duurzame energie en innovatie in de industrie, met behoud van economische vitaliteit. Het doel is om CO₂-uitstoot te verminderen zonder de concurrentiepositie van Nederland te schaden.
“We zetten in op zonnepanelen op daken, parkeerplaatsen en bedrijventerreinen, zodat landbouw- en natuurgronden behouden blijven voor voedsel en natuur. Voor innovatieve projecten die duurzame energie combineren met een goede landschappelijke inpassing bieden we ruimte.”
“We zetten in op het verminderen van LNG-import vanwege de hoge klimaatschade en op de versnelling van een duurzame waterstofeconomie.”
“We ontwikkelen een langetermijnstrategie om groene industrie naar Nederland te halen en te behouden.”
“We vertalen de Clean Industrial Deal naar Nederland voor het ontwikkelen van schone technologieën, circulaire productie en de vermindering van CO₂-uitstoot.”
“We schrappen de nationale CO2-heffing.”
Het CDA wil natuurherstel en biodiversiteit versterken door samenwerking tussen natuurorganisaties en boeren, monitoring van doelen, en het integreren van natuurbeheer in het verdienmodel van agrariërs. Er wordt gestuurd op het behalen van meetbare doelen richting 2035, met waar nodig sancties.
“We pleiten voor een verbetering van de omstandigheden voor natuurontwikkeling die daadwerkelijk bijdraagt aan biodiversiteit en natuur.”
“Natuurbeheer moet een integraal deel worden van het verdienvermogen van deze bedrijven.”
“Deze monitoring gebruiken we om met wettelijke instrumenten waar nodig bij te sturen op de voortgang van de doelen op vooraf vastgestelde meetmomenten, zodat we in 2035 onze doelstelling bereiken.”
“Sanctionering zoals het intrekken van vergunningen of eventuele korting van dier- of fosfaatrechten fungeert daarbij als ultieme remedie voor dat deel van de gestelde emissienormen dat bedrijven niet hebben gehaald in 2035.”
Het CDA wil de uitvoering van milieumaatregelen versnellen door procedures te vereenvoudigen en regelgeving tijdelijk buiten werking te stellen voor vitale projecten, om zo sneller resultaten te boeken.
“Met een Wet vitale infrastructuur zorgen we ervoor dat (energie)infrastructuurprojecten van nationaal belang versneld gerealiseerd kunnen worden door andere regelingen tijdelijk en selectief buiten werking te stellen.”
“Om het vergunningenbeleid te versnellen en te verbeteren wil het CDA een Innovatie- en versterkingswet. De nieuwe wet stelt voor dat de gemiddelde doorlooptijd minimaal wordt gehalveerd.”
Het CDA wil mobiliteit verduurzamen door vervuiling tegen te gaan en de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, met integrale sturing op bereikbaarheid.
“We werken aan een mobiliteitsaanpak die vervuiling tegengaat en bijdraagt aan leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en toegankelijkheid.”
De VVD kiest voor een pragmatische en realistische benadering van milieubeleid, waarbij economische groei, haalbaarheid en betaalbaarheid centraal staan. De partij wil milieudoelen vooral via Europese samenwerking bereiken, zet in op verduurzaming en circulariteit, en koppelt natuur- en klimaatmaatregelen aan economische belangen. Concrete voorstellen zijn onder meer het schrappen van nationale koppen op Europees beleid, gebiedsgerichte aanpak van stikstof en het stimuleren van circulaire economie.
De VVD wil milieubeleid dat uitvoerbaar en betaalbaar is, zonder de economie te schaden. De partij verzet zich tegen extra nationale regels bovenop Europees beleid en wil geen papieren CO2-reductie door industrie te verplaatsen. De focus ligt op praktische uitvoering en het behalen van bestaande doelen.
“We moeten ons niet blindstaren op het creëren van een papieren werkelijkheid, maar ons richten op het goed uitvoeren van de plannen die er al liggen. Klimaatbeleid moet gaan over de praktijk bij mensen thuis en de daadwerkelijke praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
“We schrappen waar mogelijk nationale koppen op Europees beleid. We willen geen nieuw Europees beleid dat het verdienvermogen en de internationale concurrentie positie van Nederland schaden.”
“We reduceren CO2 niet op papier door industrie uit Nederland weg te jagen, maar reduceren CO2 in de praktijk met pragmatisch klimaatbeleid.”
De VVD kiest voor een gebiedsgerichte aanpak van stikstofproblematiek, waarbij haalbaarheid en betaalbaarheid per sector worden meegewogen. De partij wil vergunningverlening voor boeren en bouw weer mogelijk maken en zet in op samenwerking met buurlanden en maatwerk per regio.
“Er moeten weer vergunningen komen voor agrariërs om aan die per sector leiden tot significante geborgde emissiereducties en waarbij de gerealiseerde emissiereductie correct wordt vastgelegd; haalbaarheid en betaalbaarheid worden in alle sectoren zwaar meegewogen in het vaststellen van de doelen.”
“Voor grensregio’s is het van belang dat onze buurlanden ook maatregelen nemen om de stikstofuitstoot te reduceren.”
“We voeren gebiedsspecifieke analyses en gebiedsgerichte doorrekeningen uit, zodat de benodigde daling van stikstof duidelijk is.”
De VVD ziet circulariteit als middel om uitstoot en uitputting van grondstoffen te verminderen. De partij wil in Europees verband inzetten op hergebruik, langere levensduur van producten en het beperken van geopolitieke afhankelijkheid.
“Circulariteit is geen doel op zichzelf, maar een middel om uitstoot te verminderen, uitputting van de aarde te voorkomen en om geopolitieke afhankelijkheid voor schaarse grondstoffen te beperken Een schone economie is een circulaire economie.”
“Daarom zetten we, in Europees verband, vol in op circulariteit, langere levensduur van producten, kwaliteit in plaats van kwantiteit en hergebruik.”
De VVD wil natuur versterken door vergroening en biodiversiteit te bevorderen, maar natuurdoelen moeten worden afgewogen tegen andere belangen. Ondernemers krijgen ruimte om bij te dragen aan een gezonde leefomgeving, en natuurbeheer gebeurt samen met boeren en andere partijen.
“We vergroenen onze leefomgeving, zowel in de steden als daarbuiten, door bijvoorbeeld inheemse bomen en struiken aan te planten. Zo gaan we de achteruitgang van de biodiversiteit in Nederland tegen en geven wij uitvoering aan de Europese Natuurherstelwet, waarbij natuurdoelen moeten worden afgewogen tegen andere belangen.”
“Natuur en economie kunnen elkaar juist versterken. Daarom geven we ondernemers en bedrijven de ruimte om bij te dragen aan een gezonde leefomgeving en aan een sterke natuur.”
Bij nieuwe bouwprojecten wil de VVD rekening houden met bodemkwaliteit, waterbeheer en klimaatadaptatie. Er moet ruimte zijn voor groen, biodiversiteit en maatregelen tegen extreme weersomstandigheden.
“We houden bij de bouw van nieuwe wijken of bedrijventerreinen rekening met de kwaliteit van de bodem en beschikbaarheid van water. Bij de bouw van nieuwe woonwijken en infrastructuur moet de ontwikkelaar maatregelen nemen om goed om te gaan met extreme regenval en met periodes van droogte en hitte.”
“Nieuwe woningen en bedrijvigheid moeten duurzaam worden ingepast, met oog voor biodiversiteit, klimaatadaptatie en groen in de buurt.”
JA21 kiest voor een pragmatische en economische benadering van milieubeleid, waarbij betaalbaarheid, betrouwbaarheid en technologische innovatie centraal staan. De partij verwerpt strenge nationale milieuregels en symboolpolitiek, en ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie alleen als het economisch rendeert. Kernenergie, behoud van fossiele infrastructuur, en risicogebaseerde milieubeoordeling zijn speerpunten, met nadruk op klimaatadaptatie boven mitigatie.
JA21 vindt dat milieumaatregelen niet ten koste mogen gaan van de economie of de betaalbaarheid voor burgers. De partij verzet zich tegen extra nationale milieubelastingen en wil alleen investeren in duurzaamheid als het economisch voordeel oplevert.
“De huidige klimaatdoelstellingen zijn vaak onrealistisch en leveren twijfelachtig resultaat op. JA21 kiest daarom voor een nuchtere en realistische koers. In plaats van eenzijdig te proberen het wereldwijde klimaat te sturen, zetten wij in op klimaatadaptatie: het versterken van onze samenleving, infrastructuur en economie tegen de gevolgen van klimaatverandering.”
“Duurzaamheid en circulaire economie alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Geen belastingen als pressiemiddel om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen.”
“Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
JA21 ziet kernenergie als essentieel voor een betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem en wil bestaande kolen- en gascentrales openhouden. De partij beschouwt technologische innovatie als de weg vooruit, niet het sluiten van bestaande infrastructuur.
“Wij kiezen daarom voor kernenergie, strategisch omgaan met fossiele brandstoffen en betaalbaarheid.”
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Onze energiesector beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare kernenergie.”
JA21 wil af van strikte, generieke milieutoetsen en pleit voor een flexibeler, risicogebaseerd systeem. Dit moet economische ontwikkeling mogelijk maken zonder onnodige milieubelemmeringen.
“Wet- en regelgeving aanpassen om risicogebaseerde milieubeoordeling mogelijk te maken i.p.v. een rigide toets op elke vorm van uitstoot.”
In plaats van te focussen op het verminderen van uitstoot, wil JA21 investeren in het aanpassen van Nederland aan klimaatverandering, met name via waterbeheer en dijken.
“Dat betekent gerichte investeringen in waterbeheer en dijken, een energievoorziening die betaalbaar én betrouwbaar is, en technologische innovaties die Nederland weerbaar maken.”
“Kiezen voor aanpassing aan het klimaat door investeringen in dijken, watermanagement en klimaatbestendig bouwen.”
JA21 steunt innovatieve, milieuvriendelijke visserijmethoden zoals pulsvisserij en wil deze opnieuw op de EU-agenda zetten.
“Politieke steun mobiliseren om pulsvisserij opnieuw op de agenda van de EU te zetten als realistisch en milieuvriendelijk alternatief.”
DENK erkent klimaatverandering als een van de grootste uitdagingen van deze tijd en pleit voor rechtvaardig, ambitieus en sociaal klimaatbeleid. De partij wil forse investeringen in duurzaamheid, energietransitie en natuur, met speciale aandacht voor betaalbaarheid voor burgers en een eerlijke bijdrage van grote vervuilers. Concrete voorstellen zijn onder meer een Klimaatfonds, strengere regels voor vervuilers, investeringen in natuur en mobiliteit, en handhaving van klimaatdoelen.
DENK wil grootschalig investeren in de vergroening van de economie en de energietransitie, met als doel Nederland klimaatneutraal te maken en de uitstoot fors te verminderen. De partij ziet dit als noodzakelijk om de aarde verantwoord over te dragen aan volgende generaties.
“Om onze natuur, onze aarde en onze gezondheid te beschermen staat DENK voor investeringen in duurzaamheid, in de energietransitie en in een schone economie.”
“Een toereikend Klimaatfonds waaruit de noodzakelijke investeringen gedaan kunnen worden voor de verduurzaming van ons land. DENK staat pal voor voldoende investeringen in de vergroening van onze economie en in de energietransitie.”
DENK vindt dat grote vervuilende bedrijven meer moeten bijdragen aan de kosten van klimaatmaatregelen, volgens het principe 'de vervuiler betaalt'. Dit moet zorgen voor een rechtvaardige verdeling van de lasten.
De partij committeert zich aan bestaande klimaatdoelen en wil waar mogelijk verder gaan, met als einddoel een klimaatneutraal Nederland in 2050 en een forse uitstootreductie in 2030.
“Wij staan voor de klimaatdoelen. Dat betekent dat Nederland klimaatneutraal is in 2050 en dat wij de uitstoot met 55% beperken in 2030. Indien mogelijk gaan wij ambitieuzere doelen vaststellen.”
DENK wil meer investeren in natuurgebieden, schadelijke stoffen sneller verbieden en de stikstofuitstoot verminderen, onder meer via uitkoopregelingen in de landbouw.
“Meer investeren in onze natuurgebieden. Wij willen dat Nederlanders kunnen genieten van prachtige natuur en wij staan voor investeringen om onze natuur te beschermen. Schadelijke stoffen en bestrijdingsmiddelen, zoals PFAS, worden sneller verboden.”
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
DENK wil mobiliteit verduurzamen door te investeren in openbaar vervoer en elektrisch rijden, met speciale aandacht voor betaalbaarheid voor lage en middeninkomens.
“Wij gaan investeren in elektrisch rijden. Er komt een toegankelijke regeling om elektrisch rijden betaalbaar te maken voor lage en middeninkomens.”
“Wij investeren in het openbaar vervoer. Hiermee zorgen wij voor...”
“Gratis openbaar vervoer voor lage inkomens, ouderen (65+), kinderen en jongeren. Mobiliteit moet voor deze groepen altijd toegankelijk blijven.”
NSC zet in op een realistische en pragmatische milieubenadering, met nadruk op circulaire economie, verduurzaming van industrie en landbouw, en het beschermen van de leefomgeving. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals het stimuleren van hergebruik, het ondersteunen van innovatie in verduurzaming, en het kritisch beoordelen van milieubelastende projecten. Gedwongen uitkoop van boeren wordt afgewezen, en veiligheid en gezondheid staan centraal bij milieubeslissingen.
NSC wil de economie verduurzamen door in te zetten op circulariteit en het verminderen van het gebruik van nieuwe grondstoffen. De partij ziet kansen in biobased en hergebruikte materialen en wil de chemische industrie vergroenen. Innovatie wordt gestimuleerd, maar subsidies worden beperkt ingezet.
“Nieuw Sociaal Contract zet in op een circulaire economie. Hiervoor zijn duidelijke keuzes in de politiek noodzakelijk. We maken de transformatie van een fossiele chemische industrie naar een op duurzame koolstof gebaseerde chemische industrie mogelijk. We zetten in op Europese initiatieven die biobased en circulaire producten (plastics) stimuleren. Afval wordt zoveel mogelijk gebruikt als grondstof. We hebben hierbij bijzondere aandacht voor de einde-afvalstatus.”
“Circulaire keuzes moeten de logische en voordelige optie worden. We maken afspraken met winkels in elektronica, meubels en kleding over het aanbieden van tweedehands en refurbished producten.”
“We handhaven de belastingvoordelen voor innovatie en de aftrek voor milieu-investeringen en zijn terughoudend met subsidies. Bijzondere aandacht moet er zijn voor de risicovolle beginfase, het doorgroeien naar een volwaardig bedrijf en het voorkomen van weglekken van kennis en bedrijvigheid.”
De partij kiest voor een integrale benadering van landbouw, natuur en milieu, waarbij leefbaarheid en rechtszekerheid voor boeren centraal staan. Gedwongen uitkoop wordt afgewezen; innovatie en vrijwillige maatregelen krijgen de voorkeur.
“In een regionaal gebiedsproces wegen we naast doelen op het gebied van stikstof, water, natuur en klimaat ook de leefbaarheid en het perspectief voor de landbouw mee (integrale benadering).”
“We faciliteren regionale grondmobiliteit, waarbij we de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor grondeigenaren borgen. We zijn tegen gedwongen uitkoop.”
NSC stelt veiligheid en gezondheid voorop bij milieubeslissingen, vooral bij nieuwe bouwmaterialen en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Alleen bewezen veilige stoffen mogen in het milieu worden toegepast.
“Bij de aanleg van nieuwe wegenbouwprojecten kijken we kritisch naar de toepassing van nieuwe bouwmaterialen die gebaseerd zijn op industriële afvalstromen. ... We willen dat stoffen bewezen veilig zijn, voordat ze worden toegepast in het milieu.”
“Vanwege de mogelijke toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de energietransitie (ammoniak) wordt het vervoer door buisleidingen als volwaardig alternatief ontwikkeld.”
De partij wil structurele energiebesparing stimuleren, onder meer door verduurzaming van woningen en het normeren van warmtepompen bij vervanging van cv-ketels.
“Huizen verduurzamen verlaagt de energielasten structureel en biedt huurders op de lange termijn meer voordeel.”
“Er moet een nationaal programma energiebesparing komen. Voor slecht geïsoleerde woningen moet een lagere huurprijs gaan gelden.”
“De warmtepomp wordt bij het vervangen van cv-ketels de nieuwe norm, maar met oog voor uitvoerbaarheid (flats, appartementen) en betaalbaarheid.”
De PVV verwerpt streng milieubeleid en ziet klimaatmaatregelen vooral als onnodige lasten voor burgers. Hun belangrijkste voorstellen zijn het schrappen van klimaatbeleid, het stoppen met duurzame verplichtingen zoals warmtepompen en windturbines, en het omvormen van het ministerie van Klimaat naar een ministerie van Betaalbare Energie. De partij kiest expliciet voor betaalbaarheid en leveringszekerheid boven milieudoelen.
De PVV vindt dat klimaat- en milieubeleid leidt tot hogere lasten en onnodige betutteling, en wil daarom stoppen met vrijwel alle bestaande en geplande maatregelen. De partij ziet klimaatbeleid als “flauwekul” en wil geen nieuwe duurzame verplichtingen of investeringen.
“Het ministerie van Klimaat en Groene Groei veranderen we in het ministerie van Betaalbare Energie: geen CO2-flauwekul, maar leveringszekerheid en lagere energielasten.”
“Geen miljardenverspilling aan klimaatbeleid, maar een betaalbare energierekening.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos.”
De partij wil energie betaalbaar houden door fossiele energiebronnen te behouden en kernenergie uit te breiden, in plaats van te investeren in duurzame alternatieven. Betaalbaarheid en leveringszekerheid krijgen prioriteit boven milieuwinst.
De PVV verzet zich tegen onderwijs over klimaat en milieu, en beschouwt dit als “linkse indoctrinatie”.
De SP kiest voor een collectieve, sociale aanpak van milieuproblemen, waarbij duurzaamheid, circulaire economie en sociale rechtvaardigheid centraal staan. Belangrijke voorstellen zijn het stoppen van de wegwerpeconomie, het stimuleren van hergebruik en recycling, strengere normen voor luchtkwaliteit en natuurherstel, en het vergroenen van steden. De partij koppelt milieubeleid expliciet aan bestaanszekerheid en wil dat iedereen profiteert van de transitie.
De SP wil af van de wegwerpeconomie en inzet op een circulaire economie waarin hergebruik, reparatie en recycling de norm zijn. Dit moet Nederland onafhankelijker maken van buitenlandse grondstoffen en verspilling tegengaan, met als doel een eerlijke, duurzame economie voor mens en milieu.
“We stoppen met de wegwerpeconomie. Producten worden herbruikbaar, repareerbaar en duurzaam. We ontmoedigen vervuiling en stimuleren hergebruik. Recyclen wordt de norm, net als schonere technologieën en alternatieve energiedragers zoals waterstof.”
“We willen onafhankelijk zijn van onvrije landen en buitenlandse bedrijven voor onze grondstoffen. Daarom verminderen we ons grondstoffengebruik en bouwen we een circulaire economie op. Hergebruik, reparatie en recycling worden de norm.”
De SP koppelt klimaatbeleid aan bestaanszekerheid en wil dat de lasten en baten eerlijk verdeeld worden. Klimaatmaatregelen moeten niet leiden tot tweedeling, maar juist de bestaanszekerheid vergroten en met draagvlak worden uitgevoerd.
“Van klimaatcrisis naar sociale rechtvaardigheid. We gaan de klimaatcrisis te lijf met collectief beleid waar iedereen voordeel bij heeft. Geen individuele verantwoordelijkheid, maar gezamenlijk georganiseerde en gefinancierde maatregelen zoals zonnepanelen op alle geschikte daken, het verduurzamen van woningen, circulair grondstoffengebruik en goed voor het klimaat.”
“Tweedeling door klimaatbeleid staan wij niet toe. Daarvoor komt er een klimaatrechtvaardigheidstoets. Al het gevoerde beleid op klimaat moet zorgen dat we de uitstoot verminderen en de bestaanszekerheid vergroten.”
De SP wil strengere normen voor luchtkwaliteit, geluid en milieubescherming, en pleit voor Europese samenwerking om grensoverschrijdende vervuiling aan te pakken. Dit moet de gezondheid van mensen en het milieu beschermen.
“We scherpen de normen voor luchtkwaliteit aan, zowel buiten als op het werk, zodat iedereen gezond kan ademen. Ook verlagen we geluidsnormen om overlast te verminderen en de leefomgeving stiller en gezonder te maken.”
“We werken samen in Europa om water, lucht en bodem schoon te houden, vervuiling bij de bron aan te pakken en onze leefomgeving te beschermen.”
De SP wil steden vergroenen, het aantal auto’s in binnensteden terugdringen en alternatieven als openbaar vervoer en fietsen stimuleren. Dit draagt bij aan schone lucht, gezonde leefomgevingen en een beter milieu.
“Vergroenen van steden wordt nationaal beleid. We brengen het aantal auto’s in binnensteden terug, maar zorgen eerst voor goede en betaalbare alternatieven: snelle verbindingen en goedkope P+Rterreinen. Zo maken we schone lucht bereikbaar voor iedereen.”
“Fietsen is gezond, snel en goed voor het milieu. We investeren in meer bewaakte fietsenstallingen bij stations, breiden het aantal ovfietsen uit en pakken fietsdiefstal harder aan.”
De SP wil meer ruimte voor natuur, versterkt natuurbeheer en herstel van biodiversiteit. Boeren krijgen een rol in natuurbeheer en er komt meer geld en personeel voor onderhoud en bescherming van natuurgebieden.
“Op tien procent van de landbouwgrond komt ruimte voor natuur: houtwallen, schone sloten, bloemrijke bermen en akkerranden versterken het netwerk van natuurgebieden. Boeren beheren deze landschapselementen en krijgen daarvoor een eerlijke financiële vergoeding.”
“Natuurbeheer wordt versterkt om biodiversiteit te herstellen en natuurgebieden beter te beschermen. Er komt meer geld en personeel voor onderhoud, toezicht en herstel van natuur, zodat planten en dieren de ruimte krijgen en onze leefomgeving groener en gezonder wordt.”
50PLUS ziet milieubescherming als een generatieproject, maar wil vooral Europees gecoördineerd beleid en minder nationale regelgeving. De partij pleit voor een circulaire economie, harde aanpak van zwerfafval, herziening van Natura 2000-gebieden, en benadrukt dat klimaatmaatregelen de concurrentiepositie van Nederland niet mogen schaden. Concrete voorstellen zijn onder meer het beprijzen van CO2 op Europees niveau, het uitfaseren van nationaal klimaatbeleid, en het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf.
50PLUS vindt dat effectief milieubeleid alleen op Europees of mondiaal niveau kan plaatsvinden en verzet zich tegen extra nationale regels of heffingen. Ze willen nationale klimaatmaatregelen uitfaseren zodra Europese afspraken zijn opgeschaald, om de concurrentiepositie van Nederland te beschermen.
“Gezamenlijk klimaatbeleid op Europees of wereldwijd niveau, anders is het niet effectief.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
“Geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
De partij wil een circulaire economie stimuleren waarin recycling concurrerend is met het gebruik van nieuwe grondstoffen. Daarnaast pleit 50PLUS voor een harde aanpak van zwerfafval en plastic, gericht op zowel overheden als veroorzakers.
50PLUS wil de indeling van Natura 2000-gebieden herzien, met focus op grote aaneengesloten natuurgebieden en minder aandacht voor kleine gebieden. Milieubescherming wordt gezien als een generatieproject, waarbij rentmeesterschap centraal staat.
“Herziening van de indeling van Natura 2000-gebieden. Grote aaneengesloten en grensoverschrijdende natuurgebieden worden bevorderd en er wordt minder obsessief omgegaan met kleine natuurgebieden.”
“Bescherming van het milieu als generatieproject: rentmeesterschap voor degenen die na ons komen, met inzet van ervaring en betrokkenheid op landelijk én op gemeentelijk niveau.”
De partij wil gevaarlijke dieren zoals de wolf weren uit Nederland, met het oog op veiligheid in een dichtbevolkt land.
“Het weren van gevaarlijke dieren zoals de wolf uit ons dichtbevolkt land.”
BIJ1 kiest voor een radicaal rechtvaardige milieubenadering, waarbij klimaatrechtvaardigheid, circulaire economie en collectieve verantwoordelijkheid centraal staan. De partij wil productie en consumptie volledig herzien, investeert in publieke verduurzaming van woningen en infrastructuur, en stelt sociale rechtvaardigheid voorop bij milieubeleid. Concrete voorstellen zijn onder meer het publiek maken van de energietransitie, het verplicht vergroenen van woonwijken, en het stoppen van snelwegverbredingen ten gunste van natuur en openbaar vervoer.
BIJ1 wil productie en consumptie fundamenteel veranderen om klimaatrechtvaardigheid te bereiken, met nadruk op circulair gebruik van grondstoffen en samenwerking met getroffen groepen. Het huidige systeem wordt als onrechtvaardig gezien omdat milieuschade vooral kwetsbare groepen treft.
“Wij zullen onze manier van productie, maar ook van consumptie, volledig moeten herzien om te komen tot een rechtvaardige en verduurzaamde samenleving. Daarom gaan we radicaal eerlijk en circulair om met grondstoffen: minder, beter, langer en opnieuw.”
“De samenwerking tussen wetenschappers, mensen die het hardst getroffen worden, en een representatieve groep inwoners dient daarbij uitgangspunt te zijn.”
De energietransitie en verduurzaming van woningen moeten volledig publiek worden uitgevoerd, zonder winstoogmerk of marktwerking. BIJ1 wil isolatie en verduurzaming collectief financieren, met prioriteit voor sociale huur en koopwoningen in arbeiderswijken.
“Isolatie wordt volledig bekostigd door de overheid en uitgevoerd door publieke teams, zonder kosten voor bewoners. Dit verlaagt de energierekening, verhoogt het wooncomfort en vermindert structureel de uitstoot — zonder de markt te voeden of schulden te creëren. Isolatie is geen individuele verantwoordelijkheid, maar een gezamenlijke plicht voor de natuur.”
“De energietransitie wordt een publieke taak, geen winstmachine. De overheid investeert massaal in klimaatneutrale, -positieve en circulaire infrastructuur, woningverduurzaming en publieke energieproductie — onder collectief eigendom en democratische controle.”
BIJ1 wil woonwijken, vooral versteende en armere wijken, groener maken om hittestress en oversterfte tegen te gaan. Verhuurders worden verplicht tot verduurzaming en het aardgasvrij maken van woningen, zonder kosten voor bewoners.
“We maken onze woonomgeving veel groener. Vooral in versteende wijken. Hiermee pakken we hittestress en oversterfte in vooral de armere wijken aan.”
“Verhuurders worden verplicht om woningen op te knappen naar energielabel B of hoger. En woningen van het aardgas te halen, zonder kosten voor de verhuurder. Er komt geld om (sociale) woningen circulair te verduurzamen.”
BIJ1 wil geen snelwegverbredingen meer uitvoeren en stelt dat nieuwe wegen alleen mogen als ze niet ten koste gaan van natuur. Investeringen verschuiven naar openbaar vervoer, fietsen en deelvervoer.
“We voeren geen snelwegverbredingen meer uit. Nieuwe wegen leggen we alleen aan als deze de bereikbaarheidsnorm bevorderen en niet ten koste gaan van natuurgebieden.”
“Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) wordt een bereikbaarheidsfonds met als doel niet alleen het financieren van beter openbaar vervoer, maar ook (lokale) voorzieningen voor fietsen en deelvervoer.”
BIJ1 erkent dat milieuproblemen zoals luchtvervuiling en uitstoot vooral kwetsbare groepen raken en wil deze ongelijkheid actief bestrijden als onderdeel van milieubeleid.
“Ook in (Europees) Nederland moeten we klimaatongelijkheid aanpakken: de gevolgen van hoge uitstoot en slechte luchtkwaliteit raken vooral mensen in een zwakkere sociaaleconomische positie. Dat is onrechtvaardig.”
BVNL vindt een schoon milieu belangrijk, maar stelt dat milieubeleid altijd verstandig, realistisch en economisch rendabel moet zijn. De partij verzet zich tegen wat zij ziet als ‘zinloos klimaatbeleid’, windmolens op land en zee, en het opofferen van landbouwgrond voor zonneparken, en kiest in plaats daarvan voor kernenergie, gaswinning en technische innovatie. BVNL wil nationale soevereiniteit in energiebeleid, afschaffing van Europese klimaatverplichtingen, en stelt dat duurzaamheid nooit een obsessie mag worden.
BVNL verzet zich tegen windmolens op land en zee en het gebruik van landbouwgrond voor zonneparken, omdat dit volgens hen niet rendabel of verstandig is. Ze willen af van Europese klimaatverplichtingen en stellen dat duurzaamheid ondergeschikt moet zijn aan technisch en financieel rendement.
“Wij zijn tegen windmolens op land en zee, of het opofferen van bouwgrond of landbouwgrond ten behoeve van zonne-akkers.”
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder...”
“Duurzaamheid mag nooit een obsessie worden. Technisch en financieel rendement is leidend.”
BVNL ziet kernenergie en gaswinning als de beste manier om betaalbare, schone energie te produceren en zo milieudoelen te halen. Ze willen inzetten op nationale energieproductie en minder afhankelijk zijn van buitenlandse energie.
BVNL wil stoppen met wat zij ‘zinloos klimaatbeleid’ noemt en pleit voor een pragmatische benadering waarbij waar nodig wordt ingezet op aanpassing aan klimaatverandering in plaats van mitigatie.
“Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie.”
BVNL wil milieuregels voor de landbouw versoepelen, met name de mestnormen, omdat zij vinden dat huidige regels leiden tot onnodige kosten en milieuschade door kunstmestgebruik.
D66 beschouwt het milieu als een fundamenteel onderdeel van ruimtelijke ordening en volksgezondheid, en wil strengere regels en normen om bodem, lucht, water en biodiversiteit te beschermen. De partij pleit voor het verbieden van PFAS, het terugdringen van milieubelastende bestrijdingsmiddelen, en het centraal stellen van natuur en gezondheid bij alle ruimtelijke keuzes. D66 kiest expliciet voor beleid dat de belangen van toekomstige generaties en natuur zwaarder laat wegen dan kortetermijn economisch gewin.
D66 vindt dat het milieu te vaak een bijzaak is in ruimtelijke ordening en wil dit veranderen door scherpere normen en betere bescherming van bodem, lucht, water en biodiversiteit. Nieuwe wetenschappelijke inzichten moeten direct leiden tot strengere regels als de volksgezondheid in gevaar is.
“Te vaak is milieu een bijzaak in ruimtelijke ordening. D66 wil betere regels en normen om de bodem, lucht, het water en biodiversiteit te beschermen. Nieuwe kennis over bijvoorbeeld geluid, trillingen en schadelijke stoffen moet ook leiden tot scherpere normen als de gezondheid van mensen in gevaar is.”
“De overheid moet de gezondheid van mensen serieus nemen.”
D66 wil de schadelijke effecten van chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen op het milieu en de volksgezondheid aanpakken door deze middelen te verbieden of uit te faseren.
“D66 wil PFAS zo snel mogelijk verbieden. Het gebruik van milieubelastende bestrijdingsmiddelen stopt op termijn.”
“Er is wetenschappelijk sterk bewijs dat sommige bestrijdingsmiddelen de kans op ziektes zoals parkinson vergroten. We dringen het gebruik van bestrijdingsmiddelen die het milieu belasten terug.”
D66 stelt dat natuur en een gezonde leefomgeving altijd moeten meewegen bij ruimtelijke beslissingen, met expliciete doelen voor natuurherstel en het beschermen van schone lucht, grond en water.
“D66 vindt dat natuur meetelt in elke ruimtelijke afweging. Want een rijke natuur is de basis voor wat ons lief is: gezondheid, wonen, werken, voedsel en vrijheid.”
“Een gezonde omgeving gaat niet alleen over een huis of een school in de buurt. Het gaat ook over de kwaliteit van natuurgebieden, van de lucht die we inademen, het water in onze rivieren en de grond voor onze landbouw.”
D66 kiest expliciet voor beleid dat de belangen van toekomstige generaties en natuur zwaarder laat wegen dan kortetermijn economisch gewin, en wil dat de overheid hierin actief regie voert.
FVD verwerpt het huidige klimaat- en milieubeleid als ideologisch en schadelijk voor economie en samenleving. Ze willen alle klimaatmaatregelen schrappen, milieuzones afschaffen, en natuurbeleid richten op praktisch beheer in plaats van rewilding of CO₂-reductie. Hun focus ligt op economische groei, vrijheid voor ondernemers en boeren, en het stoppen van wat zij zien als onzinnige milieuregels.
FVD ziet het klimaatbeleid als onnodig, duur en ineffectief, en wil alle bestaande en toekomstige maatregelen gericht op CO₂-reductie en energietransitie volledig afschaffen. Ze stellen dat klimaatverandering geen acute bedreiging vormt en dat het huidige beleid burgers en bedrijven onnodig belast.
“A. Volledig schrappen klimaatbeleid. De klimaatdiscussie heeft het energievraagstuk volledig uit balans gebracht. Onder het mom van CO₂-reductie zijn belastingen en heffingen extreem gestegen, waardoor burgers en bedrijven met torenhoge kosten worden geconfronteerd.”
“Bovendien ontbreekt iedere noodzaak voor dit beleid. Klimaatverandering is van alle tijden.”
FVD wil milieuzones in steden opheffen en bedrijven in de Rotterdamse haven vrijstellen van Europese CO₂- en stikstofregels. Ze vinden deze regels schadelijk voor mobiliteit en economische groei.
FVD verwerpt rewilding en natuurbeleid dat volgens hen uitgaat van een "mythisch oernatuurbeeld". Ze willen praktisch natuurbeheer, bescherming van boeren en vee, en meer bomen planten in plaats van biomassa.
FVD wil de Nederlandse landbouw en visserij beschermen tegen wat zij zien als een overmaat aan milieuregels en Brusselse bemoeienis. Ze wijzen de Green Deal, EU-nitraatrichtlijn en andere Europese milieumaatregelen af.
“De Green Deal, de EU-Nitraatrichtlijn, vangstbeperkingen en verboden op innovatie zoals pulsvisserij hebben geleid tot een ongelijk speelveld.”
“Forum voor Democratie kiest voor een radicaal andere koers: wij willen de vrijheid en het toekomstperspectief van boeren en vissers beschermen.”
De SGP erkent het belang van milieubescherming en rentmeesterschap, maar kiest voor een pragmatische en terughoudende benadering van klimaat- en milieubeleid. De partij wil verduurzaming stimuleren, vooral via technologische innovatie en energietransitie, maar verzet zich tegen strikte wettelijke CO2-reductiedoelen en pleit voor behoud van landbouwgrond en regionale autonomie. Concrete voorstellen zijn onder meer het stimuleren van verduurzaming in industrie en vervoer, het beperken van zonneparken op landbouwgrond, en het aanpakken van schadelijke lozingen.
De SGP erkent de urgentie van milieuproblemen zoals klimaatverandering, maar wijst wettelijke, harde reductiedoelen voor CO2-uitstoot af vanwege complexiteit en onzekerheden. De partij wil verduurzaming stimuleren, maar met oog voor haalbaarheid en een eerlijk speelveld voor bedrijven.
“De SGP wil het gebruik van milieubelastende brandstoffen in de komende drie decennia zo veel mogelijk afbouwen. Maar niet door ons wettelijk vast te pinnen op concrete doelen voor reductie van de CO2-uitstoot, zoals 55% in 2030. Daarvoor is de situatie te complex.”
“We staan voor verduurzaming van de industrie, maar wel met oog voor een zo eerlijk mogelijk speelveld.”
De SGP wil de energietransitie vormgeven zonder landbouwgrond op te offeren aan zonneparken. Gemeenten en provincies moeten meer zeggenschap krijgen over de ruimtelijke inpassing van duurzame energieprojecten.
De partij ziet verduurzaming van vervoer als essentieel voor milieu en leefomgeving, en wil bij gebiedsontwikkeling inzetten op klimaatadaptatie en collectieve energievoorzieningen die het stroomnet ontlasten.
De SGP vindt dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen bij het tegengaan van schadelijke lozingen en het aanpakken van milieuproblemen zoals PFAS, met het voorzorgsbeginsel als leidraad.
“Het is een opdracht voor het Rijk om schadelijke lozingen aan te pakken en aan te sturen op verdere verduurzaming van de energievoorziening. Onder meer de problematiek van klimaatverandering en de PFAS-vervuiling, onderstrepen de urgentie.”
Volt kiest voor een integrale, Europese aanpak van milieuproblemen, waarbij duurzaamheid, natuurherstel en het terugdringen van vervuiling centraal staan. De partij wil onder meer de milieu-impact van producten doorberekenen in de prijs, inzetten op natuurinclusieve landbouw en groene, gezonde leefomgevingen stimuleren. Volt koppelt milieubeleid expliciet aan ruimtelijke ordening, industrie, landbouw en ondernemerschap, met concrete maatregelen voor vergroening en verduurzaming.
Volt wil dat de milieu- en sociale kosten van producten worden meegenomen in de prijs, om zo duurzame keuzes te stimuleren bij consumenten en bedrijven. Dit moet leiden tot een verschuiving richting duurzamere productie en consumptie.
“We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken. Met de opbrengsten hiervan maken we duurzame producten goedkoper.”
Volt pleit voor een landbouwtransitie richting biologische, circulaire en natuurinclusieve vormen, met minder intensieve veehouderij en minder gebruik van kunstmest en pesticiden. Dit draagt bij aan natuurherstel en vermindering van milieuschade.
Volt wil meer groen in woonwijken en publieke ruimtes, met specifieke doelen voor bomen, parken en groene daken. Dit bevordert een gezond leefklimaat en draagt bij aan klimaatadaptatie.
“We ondersteunen gemeenten bij het realiseren van de 3-30-300 regeling in steden. 3 bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% van de straat heeft schaduw van bomen en het is maximaal 300 meter naar het dichtstbijzijnde parkje met verkoelende vergroening.”
“Zo wil Volt waar het kan 25% groen in de wijken, meer groenblauwe daken, innovatieve duurzame bouw en meer functievrije of gemengde bestemmingen.”
Volt kiest voor een industriebeleid dat gericht is op duurzaamheid en innovatie, en wil niet verder investeren in vervuilende industrieën op ongeschikte locaties. Er wordt ingezet op sanering van vervuilde grond en omscholing van werknemers.
“We kiezen ervoor om niet verder te investeren in staalproductie in de IJmond, omdat er betere locaties in de EU zijn... Het geld dat nu is gereserveerd voor maatwerkafspraken zetten we in voor het schoonmaken van de vervuilde grond, en voor omscholing en begeleiding naar nieuw werk door middel van een goed sociaal plan.”
Volt ziet grensoverschrijdende milieuproblemen als reden voor meer Europese samenwerking, bijvoorbeeld bij natuurgebieden, afvalverwerking en ruimtelijke ordening.
“Klimaat en stikstof houden zich niet aan landsgrenzen. Volt wil dat Nederland aanjager wordt van Europese samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening. Door samen te werken binnen de EU kunnen we meer ruimte vinden voor bijvoorbeeld beschermde natuurgebieden, afvalverwerking of groene industrie.”
BBB kiest voor een pragmatische en regionale benadering van milieubeleid, waarbij bescherming van landschap en leefomgeving centraal staat, maar zonder extra nationale milieudoelstellingen. De partij wil multifunctioneel ruimtegebruik stimuleren, natuur toegankelijk houden voor iedereen, en is kritisch op grootschalige energieprojecten in kwetsbare gebieden.
BBB wil kwetsbare gebieden en cultureel erfgoed beschermen tegen de impact van grootschalige windturbines, zonnevelden en hoogspanningsstations. Dit standpunt komt voort uit de wens om verrommeling van het landschap te voorkomen en de leefomgeving te behouden.
“Het Rijk beschermt kwetsbare gebieden zoals het Groene Hart, molenbiotopen, UNESCO Werelderfgoed en buitenplaatsen tegen verrommeling zoals grootschalige windturbines,”
BBB pleit voor regionaal maatwerk en multifunctioneel gebruik van grond en gebouwen, waarbij natuur, recreatie en biodiversiteit gecombineerd worden. Dit moet verspilling van ruimte tegengaan en bijdragen aan klimaatadaptatie, met oog voor de eigenheid van regio’s.
“In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimte schaars en moet deze zorgvuldig worden verdeeld. BBB pleit voor slimme combinaties van functies, zoals wonen, natuur, landbouw en water, in plaats van strikte scheiding.”
“In ruimtelijke plannen een combinatie van natuur, recreatie en biodiversiteit bevorderen.”
BBB vindt dat natuur van en voor iedereen moet zijn, toegankelijk en beheersbaar, zonder extra nationale doelstellingen. Uitbreiding van natuurgebieden is geen doel op zich; instandhouding en versterking waar nodig staan voorop, met ruimte voor agrarisch beheer en sociaaleconomische afwegingen.
“Natuur is van en voor iedereen en moet toegankelijk, beheersbaar en in balans zijn met landbouw en samenleving. BBB kiest voor realistisch natuurbeheer, zonder extra nationale doelstellingen, met ruimte voor agrarisch beheer, voedselproductie en sociaaleconomische afwegingen.”
“Uitbreiding van natuur(gebieden) is niet langer een doel op zich. We moeten zorgen voor in standhouding en versterking waar dat nodig is.”
GroenLinks-PvdA zet stevig in op het beschermen van het milieu door strengere handhaving op milieuovertredingen, het verhogen van milieunormen en het stimuleren van een schone economie. De partij wil dat vervuilers betalen, bedrijven verduurzamen en dat gezondheid en natuurherstel centraal staan in beleid. Concrete voorstellen zijn onder meer strengere straffen voor milieuovertredingen, geen exportsteun aan projecten die het milieu schaden, en het belonen van duurzame landbouw.
GroenLinks-PvdA wil milieuovertredingen harder aanpakken door betere handhaving, strengere normen en hogere straffen. Hiermee wil de partij voorkomen dat vervuilers ongestraft blijven en het milieu blijvend wordt aangetast.
“Milieuovertreders komen nu te vaak onbestraft weg. Daarom investeren we in een beter systeem van toezicht, metingen en handhaving, en ondersteunen we de omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s in het landelijk gebied. Op milieuovertredingen komen hogere straffen te staan.”
De partij wil dat Nederland geen exportsteun meer geeft aan projecten die niet aantoonbaar bijdragen aan mens, milieu en klimaat. Dit voorkomt dat Nederlandse middelen bijdragen aan milieuschade in het buitenland.
“Nederland geeft geen exportsteun aan projecten die geen positieve bijdrage leveren aan mens, milieu en klimaat.”
GroenLinks-PvdA streeft naar hoge milieunormen in de landbouw en wil Europese subsidies inzetten om boeren te belonen voor natuurbeheer en milieuvriendelijke bedrijfsvoering.
“In Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen.”
De partij koppelt milieubeleid direct aan volksgezondheid en natuurherstel, door het recht op een gezonde leefomgeving wettelijk vast te leggen en strengere normen voor vervuiling in te voeren.
“We nemen het recht op een gezonde leef- en werkomgeving op in nationale wetgeving. We verbieden het lozen van gif en er komen strengere normen voor luchtvervuiling, microplastics en pesticiden.”