De ChristenUnie erkent de ereschuld aan Groningen als gevolg van de gaswinning en pleit voor een rechtvaardige en langdurige vergoeding aan de getroffen inwoners. Hun belangrijkste voorstel is het instellen van een Groningenfonds en het wettelijk vastleggen van blijvende financiële en psychische ondersteuning, in goed overleg met de Groningse bevolking.
De ChristenUnie vindt dat de schade en het leed door mijnbouw (gaswinning) in Groningen structureel en rechtvaardig gecompenseerd moeten worden. Dit gebeurt via een speciaal Groningenfonds, blijvende aandacht voor psychische gevolgen, en het wettelijk vastleggen van de ereschuld en bijbehorende maatregelen. De partij benadrukt dat de uitvoering in goed overleg met de inwoners moet plaatsvinden en dat het proces zolang als nodig moet doorgaan.
“Er komt een Groningenfonds om het geld langjarig beschikbaar te houden voor Groningen. Het inlossen van de ereschuld vindt plaats in goed overleg met inwoners van Groningen.”
“De maatregelen uit de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ op het enquêterapport worden zo spoedig mogelijk uitgevoerd, om de ereschuld in te lossen. Dit wordt, samen met uitvoering van de Sociale en Economische agenda, in de Groningenwet vastgelegd. Koste wat het kost en zo lang het duurt is het uitgangspunt.”
“Er is blijvende aandacht voor de psychische gevolgen van de gaswinning, in het bijzonder voor het (mentaal) welzijn van kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied.”
“Met het Groningse erfgoed (zoals kerken, huizen en dorpsaanzichten) wordt zorgvuldig omgegaan.”
De SP vindt dat bewoners die schade ondervinden van mijnbouw recht hebben op een ruimhartige en rechtvaardige vergoeding, vergelijkbaar met de regeling in Groningen. De partij wil een omgekeerde bewijslast, snelle afhandeling en extra heffingen voor mijnbouwbedrijven om herstel en compensatie te bekostigen. De SP stelt dat de overheid aan de kant van de bewoners moet staan, niet aan die van de industrie.
De SP pleit voor een ruimhartige compensatie voor bewoners die schade ondervinden van mijnbouw, met een omgekeerde bewijslast en snelle afhandeling. Dit moet het bureaucratische moeras en de bewijslast bij bewoners wegnemen, zoals nu in Limburg en eerder in Groningen. De partij vindt dat de overheid actief moet kiezen voor de belangen van bewoners boven die van de mijnbouwindustrie.
“Net als in Groningen moet er een ruimhartige regeling komen met omgekeerde bewijslast, een recht op herstel voor Limburg.”
“Tegelijk zorgen we voor eerlijke compensatie en herstel voor mensen die te maken hebben met schade. Bewoners hebben recht op veiligheid, zekerheid en een overheid die aan hun kant staat. Niet aan die van de gasindustrie.”
De SP wil dat mijnbouwbedrijven als Shell en Exxon extra heffingen betalen om hun 'rechtvaardige deel' bij te dragen aan schadeafhandeling, versterking en verduurzaming van getroffen regio’s. Zolang er geen rechtvaardigheid is voor bewoners, mogen deze bedrijven geen winstuitkeringen doen vanuit de NAM.
De PVV vindt dat regio’s waar mijnbouw plaatsvindt, zoals Groningen en Limburg, financieel moeten meeprofiteren van de baten van mijnbouw op land. Daarnaast wil de partij snellere en betere schadeafhandeling voor bewoners in mijnbouwgebieden, met een omgekeerde bewijslast voor Limburg. De kern van hun visie is dat de lasten en baten van mijnbouw eerlijker verdeeld moeten worden, met meer directe voordelen en bescherming voor de getroffen regio’s.
De PVV wil dat regio’s waar mijnbouw plaatsvindt, direct financieel profiteren van de opbrengsten. Dit moet zorgen voor meer draagvlak en een eerlijkere verdeling van de baten, zodat niet alleen de nadelen lokaal terechtkomen.
“de regio laten meeprofiteren van de baten van mijnbouw op land”
De partij erkent de problemen rondom mijnbouwschade, vooral in Groningen en Limburg, en pleit voor een snellere afhandeling en versterking van huizen. Voor Limburg wil de PVV een regeling met omgekeerde bewijslast, zodat bewoners niet zelf hoeven te bewijzen dat schade door mijnbouw komt.
D66 erkent het recht van Groningers op een veilig huis en benadrukt het belang van herstel van schade en vertrouwen als gevolg van mijnbouwactiviteiten. Ze willen bestaande afspraken over schadeherstel en versterking van woningen in Groningen wettelijk vastleggen, maar doen geen concrete voorstellen over de hoogte of systematiek van mijnbouwvergoedingen.
D66 vindt dat Groningers koste wat het kost recht hebben op een veilig huis en dat schade door mijnbouw snel en adequaat moet worden hersteld. Ze willen bestaande afspraken over schadeherstel en versterking van woningen in Groningen wettelijk borgen en het proces versnellen, om zo het vertrouwen van bewoners te herstellen.
“Groningers hebben koste wat het kost recht op een veilig huis. We blijven ons inzetten voor herstel van schade en herstel van vertrouwen. We blijven vol inzetten om huizen zo snel mogelijk te versterken. De afspraken in ‘Nij Begun’ vormen het begin van het herkennen, herstellen en het creëren van een nieuw perspectief voor Groningen. De bewindspersoon voor Groningen gaat door om die afspraken na te komen. We leggen die afspraken ook vast in een Groningenwet.”
D66 vindt dat de huidige schadeafhandeling voor mijnbouwslachtoffers te traag en bureaucratisch is. Ze willen overstappen op normbedragen en vaste vergoedingen voor veelvoorkomende schade, zodat gedupeerden sneller duidelijkheid krijgen en minder hoeven te bewijzen.
“De huidige werkwijze met de Commissie Werkelijke Schade werkt niet goed. Het duurt te lang, en ouders en kinderen moeten te veel uitleggen en verdedigen dat zij grote (emotionele) schade hebben geleden. Daarom gaan we werken met normbedragen om benadeelde gezinnen te compenseren, met onder andere vaste vergoedingen voor vaker voorkomende schade (zoals scheidingen).”
GroenLinks-PvdA vindt dat bedrijven die jarenlang hebben geprofiteerd van mijnbouw, zoals Shell en Exxon, een grotere financiële bijdrage moeten leveren aan het herstel van schade en de toekomst van Groningen en Noord-Drenthe. Ze pleiten voor een rechtvaardige compensatie voor burgers die getroffen zijn door mijnbouwschade, en willen desnoods bedrijven daartoe dwingen als zij weigeren bij te dragen.
GroenLinks-PvdA stelt dat mijnbouwbedrijven, specifiek Shell en Exxon als aandeelhouders van de NAM, onvoldoende hebben bijgedragen aan het herstel van de schade door gaswinning in Groningen. De partij wil dat deze bedrijven (meer) gaan betalen voor herstel en toekomst van het gebied, en is bereid hen daartoe te dwingen als ze weigeren. Dit standpunt adresseert het probleem van onvoldoende vergoeding en verantwoordelijkheid van mijnbouwbedrijven richting getroffen burgers en regio’s.
“Jarenlang hebben de NAM-aandeelhouders waaronder Shell en Exxon miljarden euro’s winst gemaakt. Nu verwachten we dat ze (meer) gaan bijdragen aan het herstel en de toekomst van Groningen en Noord-Drenthe. Bij weigering zullen we ze daartoe dwingen.”
De partij vindt dat burgers die schade hebben geleden door overheidsfalen, waaronder mijnbouwschade in Groningen, recht hebben op snelle en rechtvaardige compensatie. Ze signaleren dat dit nu vaak misgaat en willen dat de overheid haar verantwoordelijkheid beter nakomt.
“De grootste en meest pijnlijke voorbeelden hiervan zijn de Toeslagenouders en de Groningers en”
De Partij voor de Dieren vindt dat schade door mijnbouwactiviteiten volledig en ruimhartig door het Rijk moet worden vergoed. Daarnaast wil de partij een nieuwe Mijnbouwwet met een duidelijke einddatum voor alle gaswinning in Nederland, waarmee rechtszekerheid wordt geboden aan bewoners en natuur wordt beschermd. Hun visie is dat burgers niet mogen opdraaien voor de gevolgen van mijnbouw en dat de overheid verantwoordelijkheid neemt voor herstel en compensatie.
De PvdD stelt dat het Rijk verantwoordelijk is voor het vergoeden van schade veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten, met name in Limburg, en pleit voor een ruimhartige compensatie. Dit standpunt adresseert het probleem van burgers die te maken hebben met schade door mijnbouw, en onderstreept de verantwoordelijkheid van de overheid om deze schade volledig te herstellen.
“De schade veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten in de steen- en bruinkoolmijnen van Limburg wordt vergoed door het Rijk.”
De partij wil een spoedige invoering van een nieuwe Mijnbouwwet die een duidelijke einddatum stelt aan alle gaswinning in Nederland, zowel op land als op zee. Hiermee wil de PvdD rechtszekerheid bieden aan bewoners, natuurgebieden beschermen en een onomkeerbare stap zetten richting een fossielvrije toekomst.
“De nieuwe Mijnbouwwet wordt met spoed ingevoerd en bevat een duidelijke einddatum voor alle gaswinning in Nederland, op land én op zee. Zo bieden we rechtszekerheid aan bewoners, beschermen we natuurgebieden en zetten we een onomkeerbare stap richting een fossielvrije toekomst.”
BVNL vindt dat schade door mijnbouw, zoals gas-, zout-, water- en schaliegaswinning, ruimhartig, snel en adequaat moet worden vergoed uit de opbrengsten van de winning. Als deze opbrengsten tekortschieten, moet de overheid bijspringen. Het doel is om burgers te beschermen tegen de negatieve gevolgen van mijnbouw en te zorgen voor een eerlijke compensatie.
BVNL wil dat eventuele schade door mijnbouwactiviteiten direct en ruimhartig wordt vergoed uit de opbrengsten van de winning, zodat getroffen burgers niet de dupe worden van deze activiteiten. Indien de opbrengsten niet toereikend zijn, moet de overheid het tekort aanvullen. Dit standpunt adresseert de zorgen van omwonenden over schade aan huizen en leefomgeving door mijnbouw.
“Eventuele schade bij gas-, zout-, water-, en schaliegaswinning moet adequaat, ruimhartig en snel worden vergoed uit de opbrengst van de winning, en bij tekortschieten van die opbrengsten door de overheid.”
NSC erkent de noodzaak van een snelle en rechtvaardige afhandeling van mijnbouwschade, met specifieke aandacht voor Groningen en Zuid-Limburg. Ze pleiten voor voortvarende compensatie en monitoring van hersteloperaties, zodat getroffen bewoners eindelijk duidelijkheid en vergoeding krijgen. De partij benadrukt dat eerdere beloftes te lang zijn uitgebleven en dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen.
NSC vindt dat de overheid de afhandeling van mijnbouwschade in Groningen en Zuid-Limburg voortvarend en doeltreffend moet uitvoeren. Ze willen dat herstel- en compensatieregelingen snel van start gaan en dat de voortgang nauwlettend wordt gemonitord, zodat slachtoffers niet langer hoeven te wachten op hun vergoeding.
“Nieuw Sociaal Contract wil dat de herstel- en versterkingsoperatie in Groningen en Noord-Drenthe nauwlettend gemonitord wordt op voortgang en doeltreffendheid; het streven moet blijven dat de operatie in 2028 is voltooid. Ook moet de afhandeling van de mijnbouwschade in Zuid-Limburg snel van start gaan. Veel te lang zijn de beloftes niet nagekomen.”
Volt noemt "mijnbouw vergoeding" niet expliciet, maar adresseert wel de vergoeding en schadeafhandeling voor bewoners in mijnbouwgebieden, met name Groningen en Noord-Drenthe. Hun belangrijkste voorstel is een snelle, eenvoudige en rechtvaardige afwikkeling van schade en versterking van huizen voor getroffen bewoners, waarbij zij zelf een volwaardige stem krijgen in het proces. Volt legt de nadruk op het herstellen van vertrouwen en het bieden van compensatie aan inwoners die getroffen zijn door mijnbouwactiviteiten.
Volt wil dat bewoners in mijnbouwgebieden, zoals Groningen en Noord-Drenthe, eindelijk een goede, simpele en snelle afwikkeling van schade en versterking van hun huizen krijgen. Dit standpunt richt zich op het herstellen van vertrouwen en het bieden van een volwaardige stem aan de getroffen bewoners, als reactie op de langdurige problemen rondom mijnbouwschade en compensatie.
“Wij pleiten ervoor dat Groningers en Noord-Drenten eindelijk een goede, simpele en snelle afwikkeling van schade en versterking van hun huizen krijgen, waarbij zij zelf een volwaardige stem”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma