De ChristenUnie wil vooral samenwerken met lokale overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven, onderwijsinstellingen en Europese partners om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Ze benadrukken het belang van gezamenlijke verantwoordelijkheid en integrale samenwerking, zowel nationaal als Europees, om leefbaarheid, innovatie, onderwijs, energie en veiligheid te verbeteren. Concrete voorstellen richten zich op structurele samenwerking met gemeenten, bedrijven, onderwijs, zorg, vrijwilligers en Europese instellingen.
De ChristenUnie ziet samenwerking met gemeenten, bedrijven, vrijwilligersorganisaties en maatschappelijke partners als essentieel voor het versterken van leefbaarheid, innovatie, onderwijs en zorg. Ze willen dat deze partijen samen verantwoordelijkheid nemen en langdurig investeren in lokale en regionale opgaven.
“We zetten in op een integrale versterking van de leefbaarheid door verouderde wijken te vernieuwen, sociale samenhang te bevorderen en kansen voor jongeren te vergroten. We bundelen het geld in één krachtig en meerjarig budget, zodat gemeenten gericht en langdurig kunnen investeren.”
“Samen met gemeenten, ontwikkelaars en bedrijven komt de netbeheerder tot een nieuwe aanpak: via een groepscontract delen gebouwen en woninggroepen hun totale aansluitcapaciteit...”
“Gemeenten krijgen de opdracht om dit niet alleen op papier, maar juist op wijkniveau in te vullen. We geven maximaal ruimte aan wooncoöperaties, gemeenschappelijke woonvormen of vormen van collectief particulier opdrachtgeverschap.”
“Dit vraagt nauwe samenwerking tussen onderwijs, ouders, jeugdhulpverlening en zorg, met bijbehorende gecombineerde financieringsstromen.”
“Daarom maakt elke gemeente afspraken met zorg- en welzijnsorganisaties, kerken, woningcorporaties en verenigingen over huisvesting, zinvolle dagbesteding, bestrijding van eenzaamheid en de invulling van zorg en ondersteuning.”
De partij wil dat bedrijven, onderwijsinstellingen en kennisinstituten actief samenwerken om innovatie, ondernemerschap en aansluiting op de arbeidsmarkt te bevorderen. Dit moet leiden tot een beter samenspel tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid.
“Dat vraagt om een beter samenspel van wetenschap, kennisinstituten, opleidingen en bedrijven.”
“Bedrijven worden via samenwerkingen actief betrokken bij het onderwijs, zowel in het voortgezet als vervolgonderwijs.”
“Ons land kent een lange traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers. In de befaamde Nederlandse polder zijn werkgevers en werknemers belangrijke partners bij grote hervormingsbesluiten over de arbeidsmarkt en sociale zekerheid.”
De ChristenUnie benadrukt het belang van samenwerking binnen de Europese Unie, vooral op het gebied van migratie, klimaat, economie en strategische autonomie. Ze willen Europese samenwerking versterken waar grensoverschrijdende uitdagingen spelen.
“Voor grote grensoverschrijdende uitdagingen is Europese samenwerking noodzakelijk: (arbeids)migratiebeleid, klimaatverandering, belastingontwijking en een eerlijke (digitale) economie.”
“Daarom moet de samenwerking binnen de Europese pijler van de NAVO worden versterkt. Dit doen we door investeringen, werkwijze en strategieën beter op elkaar af te stemmen.”
De partij wil lokale participatie en eigenaarschap bevorderen, onder andere via energiecoöperaties en wooncoöperaties, zodat burgers direct kunnen meedoen en profiteren van maatschappelijke projecten.
“Energiecoöperaties brengen de energietransitie dichter bij de burger. We investeren in de ondersteuning van deze energiecoöperaties. We willen dat lokale participatie in duurzame energieprojecten wordt gestimuleerd, waarbij ten minste 50% lokaal eigenaarschap het uitgangspunt is.”
“We geven maximaal ruimte aan wooncoöperaties, gemeenschappelijke woonvormen of vormen van collectief particulier opdrachtgeverschap.”
GroenLinks-PvdA wil vooral samenwerken met maatschappelijke partners, overheden, onderwijsinstellingen, bedrijven (vooral het mkb), Europese partners en buurlanden om maatschappelijke, economische en ecologische doelen te bereiken. De partij benadrukt samenwerking boven concurrentie, zowel nationaal als internationaal, en kiest voor concrete partnerschappen met publieke en private partijen die bijdragen aan duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en innovatie.
GroenLinks-PvdA ziet samenwerking met maatschappelijke organisaties, ouders, gemeenten, provincies en andere overheden als essentieel om sociale en maatschappelijke problemen aan te pakken. Dit geldt voor domeinen als armoede, jeugd, zorg, sport, cultuur, ruimtelijke ordening en natuur.
“wordt samengewerkt met ouders en met maatschappelijke partners binnen de domeinen armoede, jeugd, zorg, sport, cultuur en de wijk.”
“Met het Nationaal Programma Veluwe pakken Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen regie op de ruimtelijke ontwikkeling in en om het natuurgebied.”
“Daarover willen we bindende afspraken maken met gemeenten en provincies, die we vastleggen in de Nota Ruimte.”
De partij vindt samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en mbo-instellingen van groot belang voor innovatie en kennisdeling, en wil concurrentieprikkels in het onderwijs verminderen.
“samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en het mbo van groot belang.”
“Samenwerking boven concurrentie. We halen alle prikkels uit de bekostiging”
GroenLinks-PvdA wil met het mkb en het grootbedrijf samenwerken aan een duurzame economie, met speciale aandacht voor innovatieve en toekomstgerichte sectoren.
“We werken samen met mkb en het grootbedrijf, die met ons de stap naar een duurzame economie willen zetten.”
“We bundelen de huidige instellingen van Invest-NL, Invest International, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen zodat de slagkracht van de bank groter wordt en we aan kunnen sluiten bij initiatieven van de Europese Investeringsbank.”
De partij kiest expliciet voor samenwerking met Europese partners, buurlanden en internationale instellingen op het gebied van defensie, economie, infrastructuur en digitale autonomie.
“Samen met onze buurlanden onderzoeken we welke grenslijnen in ere hersteld kunnen worden.”
“faciliteren samenwerking met andere Europese toezichthouders.”
“Samen met Europese partners maken we haast met het bouwen van Europese alternatieven en het stallen van data op Europees grondgebied.”
“We committeren ons aan de NAVO-norm en versterken de Europese pijler van de NAVO in nauwe samenhang met het Europese veiligheids- en defensiebeleid.”
GroenLinks-PvdA wil de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten versterken om gezamenlijke uitdagingen aan te pakken.
“We willen dat Nederland en de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten beter met elkaar gaan samenwerken om de belangrijke uitdagingen die er onder andere zijn op het gebied van sociale ongelijkheid, veiligheid en klimaatverandering aan te gaan.”
Volt wil grensoverstijgende samenwerking structureel versterken, vooral met buurlanden als Duitsland en België, en met lokale, regionale en Europese partners. Ze pleiten voor concrete samenwerkingsverbanden op het gebied van veiligheid, innovatie, media, wetenschap en regionale ontwikkeling, waarbij gelijkwaardigheid en kennisdeling centraal staan. Volt ziet samenwerking als essentieel om maatschappelijke uitdagingen effectief aan te pakken en de regio’s te versterken.
Volt wil duurzame, permanente samenwerkingsstructuren opzetten met buurlanden, vooral in grensregio’s, om gezamenlijke uitdagingen aan te pakken en kennis te delen. Dit betreft zowel bestuurlijke samenwerking als burgerinitiatieven en media.
“We verkennen bovendien, in samenwerking met Duitsland en België, de opties voor het mogelijk maken van grensoverstijgende burgerberaden in de grensregio’s.”
“Daarom investeren we in duurzame, permanente samenwerkingsstructuren - zoals de Euregio’s - met een eigen capaciteit en eigen middelen.”
“Volt stimuleert structurele samenwerking tussen publieke omroepen in grensregio’s. Dat kan bijvoorbeeld door Euregioredacties op te zetten.”
Volt wil de bestaande samenwerking tussen Nederlandse en Belgische politie uitbreiden met Duitsland en pleit voor een EU-breed samenwerkingsverdrag tussen hulpdiensten. Dit moet operationele effectiviteit en veiligheid in grensregio’s vergroten.
“Door het Benelux politieverdrag kunnen politieagenten in de Nederlands-Belgische grensregio beter met elkaar samenwerken... Daarbij wordt ondertussen ingezet op het toevoegen van Duitsland aan het huidige politieverdrag.”
“Volt wil een EU-breed samenwerkingsverdrag tussen hulpdiensten.”
Volt ziet samenwerking tussen gemeenten, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties als cruciaal voor innovatie, veiligheid en economische ontwikkeling. Ze willen dat deze partijen op basis van gelijkwaardigheid samenwerken aan regionale uitdagingen.
“De veiligheidsregio’s worden versterkt met regionale weerbaarheidsraden waarin ook maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen meedoen.”
“We moeten meer investeren in de regionale samenwerking tussen onderwijs en het bedrijfsleven, om zo de regionale economie en leefbaarheid te bevorderen.”
“We zorgen dat gemeenten op een gelijkwaardige wijze samenwerken met deze initiatiefnemers.”
Volt wil dat Nederland actief deelneemt aan Europese samenwerkingsprogramma’s en gezamenlijke onderzoeksprojecten, en pleit voor harmonisatie en kennisdeling tussen EU-lidstaten op het gebied van wetenschap, innovatie en gezondheidszorg.
“We versterken het Europese Universiteiten Initiatief waarbij universiteiten en hogescholen in heel de EU gezamenlijke opleidings- en studietrajecten vormgeven.”
“Volt investeert in sterke regionale biotech- en lifesciences-ecosystemen naar het voorbeeld van Boston... Daarnaast stimuleren we publiek-private samenwerking binnen deze ecosystemen.”
“Dit doen we door samen te werken op het gebied van monitoring en bewaking, met uitwisseling van gegevens vanuit de veterinaire en humane signalering. Er wordt ingezet op kennisontwikkeling, kennisdeling tussen lidstaten en de harmonisatie van nationale strategieën.”
BVNL wil alleen samenwerken met andere landen, organisaties of partijen als dit het directe Nederlandse belang dient en de nationale soevereiniteit niet wordt aangetast. Ze zijn kritisch op supranationale samenwerking en pleiten voor opt-outs, opschorting van betalingen en bindende referenda over lidmaatschappen, met een voorkeur voor economische samenwerking boven politieke integratie.
BVNL accepteert internationale samenwerking uitsluitend als het aantoonbaar in het belang van Nederland is. Politieke of financiële betrokkenheid bij supranationale organisaties wordt beperkt of opgeschort als deze niet democratisch zijn of het Nederlandse belang schaden.
“Handelsakkoorden worden alleen geratificeerd als deze het belang van Nederland dienen.”
“Betalingen aan de EU worden opgeschort totdat de Europese Rekenkamer de uitgaven van de EU heeft goedgekeurd op doelmatigheid en rechtmatigheid.”
“Betalingen aan de VN schorten we op zolang ondemocratische en mensenrechten schendende landen de koers bepalen.”
“Daar waar het Nederlands belang haaks staat op Brusselse regelgeving zullen wij Brussel informeren dat Nederland zijn eigen soevereine koers vaart.”
BVNL wil de EU hervormen tot een puur economische samenwerking (zoals de oude EEG) en verwerpt verdere politieke integratie. Ze pleiten voor opt-ins en opt-outs per regeling en willen een bindend referendum over het EU-lidmaatschap.
“Economische samenwerking binnen een Europese Economische Gemeenschap (EEG) is prima en vrij-”
“De EU moet worden omgevormd tot een confederatie van samenwerkende landen, zoals de Europese Economische Gemeenschap (EEG) oorspronkelijk bedoeld was. Binnen de EU moet worden gewerkt met opt-ins en opt-outs, zodat landen zelf kunnen bepalen of ze meedoen aan een bepaalde regeling of niet.”
“Een bindend referendum over het EU-lidmaatschap.”
BVNL benadrukt respect voor de soevereiniteit van andere landen en wil alleen samenwerken als er wederzijds respect is voor cultuur en autonomie.
“Respect voor de soevereiniteit van andere landen. Hun inwoners en hun cultuur zijn niet gelijk en dat moet worden gerespecteerd.”
BVNL erkent het belang van internationale samenwerking op het gebied van cybersecurity en technologie, maar alleen als dit de Nederlandse veiligheid en innovatiepositie versterkt.
“Aangezien cybercriminaliteit geen grenzen kent, is internationale samenwerking van essentieel belang. De overheid werkt daarom samen met andere landen om informatie uit te wisselen en gezamenlijk op te treden tegen cyberdreigingen.”
“Door investeringen in onderzoek en ontwikkeling te vergroten en samenwerking tussen publieke en private partijen te bevorderen, zullen we onze positie als voorloper op het gebied van technologie versterken.”
De VVD wil vooral samenwerken met gelijkgestemde EU-lidstaten, grote Europese landen (zoals Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten), en het Verenigd Koninkrijk, vooral op het gebied van veiligheid, defensie, economie en migratie. Europese samenwerking moet pragmatisch zijn, gericht op Nederlandse belangen, en mag niet leiden tot overdracht van nationale bevoegdheden tenzij dit aantoonbaar in het belang is van veiligheid en economie.
De VVD kiest voor samenwerking met gelijkgestemde EU-lidstaten, met nadruk op coalities met landen als Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, vooral op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie en migratie. Dit moet leiden tot meer slagkracht en effectiviteit, zonder dat Nederland onnodig soevereiniteit overdraagt.
“De VVD staat open voor een EU met meerdere snelheden, waarin coalities van gelijkgezinde landen, zoals Nederland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavische staten, samen verder kunnen integreren op terreinen als defensie, veiligheid, innovatie of samen hardere afspraken kunnen maken op migratie.”
“Wij willen hierbij samenwerken met gelijkgestemde EU-lidstaten.”
“Europese samenwerking moet flexibel genoeg zijn om met coalities van gelijkgezinde landen vooruit te gaan.”
De VVD vindt het belangrijk dat het VK nauw betrokken blijft bij Europese samenwerking, vooral op het gebied van veiligheid en defensie, vanwege gedeelde belangen en een vergelijkbare visie.
“Het is van groot belang voor Nederland dat het Verenigd Koninkrijk nauw betrokken blijft bij Europese samenwerking, vooral op het gebied van veiligheid en defensie. Nederland en het VK delen vaak belangen en een vergelijkbare visie.”
Voor militaire samenwerking kiest de VVD nadrukkelijk voor het NAVO-kader, zodat ook niet-EU-partners als het VK en Noorwegen kunnen aansluiten. Dit versterkt de Europese pijler binnen de NAVO zonder een Europees leger te willen.
“Wat de VVD betreft vindt deze samenwerking nadrukkelijk binnen de NAVO (Noord-Atlantische Vredesorganisatie) plaats, zodat ook belangrijke partners als het VK en Noorwegen kunnen aansluiten.”
De VVD wil ontwikkelingssamenwerking zoveel mogelijk via de EU organiseren, met een gezamenlijke Europese aanpak als alternatief voor Chinese invloed, en inzet van Nederlandse middelen vooral via Nederlandse organisaties.
“Wat ons betreft gaat ontwikkelingssamenwerking (OS) in de toekomst zoveel mogelijk via de EU. We zetten vol in op een gezamenlijke Europese aanpak, waarbij de EU Global Gateway wordt uitgebouwd tot een krachtig, realistisch alternatief voor Chinese projecten zoals het ‘Belt and Road Initiative’.”
“We zetten Nederlandse middelen en expertise gericht in op de sectoren waar we in uitblinken, en zoveel mogelijk via Nederlandse organisaties.”
De VVD wil intensievere samenwerking op het gebied van veiligheid, sancties en inlichtingen binnen Europa, met voorstellen voor een Europese veiligheidsraad, een krachtige sanctie-instelling en een Europese "Five Eyes".
“We willen dat Europese landen meer samenwerken op veiligheidsgebied, bijvoorbeeld met een Europese veiligheidsraad.”
“De VVD wil een krachtige Europese sanctie-instelling naar Amerikaans model.”
“We willen een Europese ‘’Five Eyes’’ waarin, binnen een select Europees gezelschap, wordt samengewerkt op inlichtingengebied.”
Het CDA wil vooral samenwerken met bedrijven, kennisinstellingen, onderwijs, overheden en Europese partners om innovatie, economische groei en maatschappelijke doelen te realiseren. De partij benadrukt publiek-private samenwerking, regionale en grensoverschrijdende samenwerking, en het betrekken van relevante sectoren bij beleidsontwikkeling. Concrete voorstellen zijn onder meer het opzetten van gezamenlijke innovatieprogramma’s, het stimuleren van regionale ecosystemen en het samenwerken met buurlanden en Europa voor infrastructuur en handel.
Het CDA ziet publiek-private samenwerking als essentieel voor innovatie en economische ontwikkeling. Door bedrijven, onderwijsinstellingen, overheden en onderzoeksinstellingen te verbinden, wil het CDA regionale en nationale uitdagingen aanpakken en economische clusters versterken.
“We stimuleren regionale ecosystemen, samenwerkingen tussen onderwijsinstellingen, grote bedrijven, beginnende start-ups, lokale overheden en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.”
“Defensie en Economische Zaken maken een gezamenlijk innovatieprogramma met het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen.”
“Samen met grote bedrijven, MKB en start ups en met onderwijsinstellingen laten we economische clusters groeien die de regio sterker maken.”
Het CDA onderstreept het belang van samenwerking met buurlanden en Europese partners, vooral voor infrastructuur, innovatie en handel. Dit moet niet alleen de Nederlandse positie versterken, maar ook toegang tot Europese subsidies en markten mogelijk maken.
“Door met de regio’s en buurlanden grensoverstijgend samen te werken, kunnen we zo ook aanspraak maken op Europese subsidies.”
“We sluiten aan bij Europese technologieprogramma’s, zoals het Digital Europe Program.”
“Wij zetten ons binnen de EU in voor handelsovereenkomsten, zoals het Mercosur-verdrag, om de Europese en Nederlandse economische positie op de internationale markt te versterken.”
Het CDA wil dat gemeenten, maatschappelijke organisaties en het Rijk samen beleid ontwikkelen en uitvoeren, met nadruk op maatwerk en kennisdeling. Dit geldt voor sociale zekerheid, arbeidsmarkt en zorg.
“In het opstellen van regionale programma’s schrijft het Rijk samen met regio’s aan plannen.”
“We willen meer samenwerking over domeinen heen tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders.”
“Ook het stimuleren van samenwerking met particulier initiatief hoort daarbij.”
DENK wil internationaal samenwerken met landen en organisaties die bijdragen aan mensenrechten, rechtvaardigheid en solidariteit, met speciale aandacht voor migratie, ontwikkelingshulp en landen waarmee Nederland historische banden heeft. Ze pleiten voor samenwerking binnen Europa, met specifieke landen als Turkije, Marokko en Suriname, en met internationale organisaties zoals de VN. Concrete voorstellen zijn onder meer het sluiten van menswaardige migratiedeals, het verbeteren van relaties met zogeheten bindingslanden, en het vormen van internationale kopgroepen voor hulp aan Palestina.
DENK wil samenwerken met andere landen om migratie menswaardig te reguleren en mensenhandel tegen te gaan, waarbij mensenrechten altijd voorop staan. Ze zoeken internationale partnerschappen die legale migratie mogelijk maken en de oorzaken van migratie aanpakken.
“We werken internationaal samen op migratie. We sluiten menswaardige deals met andere landen om het verdienmodel van mensenhandelaren tegen te gaan, legale mogelijkheden voor migratie te scheppen en de grondoorzaken te verminderen. Mensenrechten moeten hierbij altijd geborgd worden.”
DENK ziet een grotere rol voor Europese samenwerking op het gebied van internationale rechtvaardigheid en defensie, maar wil de Nederlandse soevereiniteit behouden. Ze pleiten voor een actieve, waardegedreven diplomatie binnen Europa.
“Dat betekent meer Europese samenwerking op internationaal gebied en op defensiegebied, zonder het verlies van onze eigen soevereiniteit.”
DENK wil specifiek samenwerken met landen waarmee Nederland historische en culturele banden heeft, zoals Turkije, Marokko, Suriname, de Caraïben en Indonesië. Ze willen diplomatieke en economische betrekkingen versterken en visumregels versoepelen.
“Nederland gaat specifiek diplomatiek beleid voeren voor het bevorderen van de diplomatieke en economische betrekkingen met bindingslanden. De gemeenschappen in Nederland worden hierbij betrokken.”
“Nederland spant zich in voor het hervatten van de onderhandelingen over de toetreding van Turkije tot de EU.”
“Wij versoepelen de visumregels tussen Nederland en Marokko, Turkije en Suriname om werken en wonen in Nederland te vergemakkelijken.”
DENK wil dat Nederland een leidende rol neemt in internationale samenwerking voor humanitaire hulp aan Palestina, door een kopgroep van landen en bedrijven te vormen.
“Internationaal gaat Nederland hiervoor een kopgroep van landen en bedrijven bij elkaar brengen.”
DENK wil ontwikkelingssamenwerking versterken en samenwerken met internationale organisaties, waarbij mensenrechten, fairtrade en natuur centraal staan. Ze zijn voorstander van het hervatten en uitbreiden van steun aan organisaties als de VN-hulporganisatie UNRWA.
De SGP wil vooral samenwerken met andere overheden (zoals provincies en gemeenten), het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, afhankelijk van het beleidsterrein. De partij benadrukt regionale samenwerking, publiek-private samenwerking en samenwerking met christelijke NGO’s in ontwikkelingssamenwerking. Concrete voorstellen richten zich op gezamenlijke investeringen, kennisdeling en het versterken van regionale en sectorale netwerken.
De SGP ziet samenwerking met provincies, gemeenten en regio’s als essentieel voor het uitvoeren van belangrijke taken zoals woningbouw, infrastructuur en economische ontwikkeling. Dit moet zorgen voor eerlijke kansen en betere voorzieningen buiten de Randstad.
“Overheden hebben elkaar hard nodig om belangrijke opgaven zoals woningbouw, asielbeleid en zorg te kunnen uitvoeren. Daarom is goede samenwerking onontbeerlijk, maar ook duidelijkheid en toereikende financiering voor de taken van mede-overheden. Dat geldt ook voor de samenwerking in regio’s.”
“Elke regio telt. Dit betekent dat elke regio eerlijke kansen verdient om samen met het Rijk te werken aan taken zoals veiligheid, openbaar vervoer en economische ontwikkeling.”
De SGP wil publiek-private samenwerking versterken, vooral in de regionale economie, het beroepsonderwijs en innovatie. De overheid moet actiever investeren en samenwerken met het mkb en het bedrijfsleven.
“Er komt meer geld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen in samenwerking met het regionale mkb. De overheid draagt voortaan 50% bij aan publiek-private samenwerking in plaats van 30%.”
“Bedrijven worden gestimuleerd en ondersteund om langjarige samenwerking aan te gaan met het beroepsonderwijs.”
De partij benadrukt het belang van samenwerking met kennisinstellingen, zowel nationaal als internationaal, voor innovatie en kennisdeling, met name in sectoren als watermanagement en maakindustrie.
“Nederland stimuleert het delen van kennis en expertise tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, overheden en kennisinstellingen.”
In ontwikkelingssamenwerking kiest de SGP bewust voor samenwerking met (christelijke) NGO’s die effectief zijn en goed aansluiten bij de lokale situatie, en wil minder afhankelijkheid van overheidssubsidies.
“De SGP staat positief tegenover steun en subsidies aan (christelijke) NGO’s die, vaak op kleinschaliger niveau, zeer effectief zijn. Onder andere door een goede aansluiting op de lokale situatie én een solide fundament van donateurs.”
De SGP pleit voor samenwerking met andere Europese landen voor betere internationale treinverbindingen en afspraken over vervoer, om alternatieven voor vliegen te stimuleren en logistieke knelpunten op te lossen.
D66 wil vooral samenwerken met Europese landen en partners om grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, zoals defensie, innovatie, klimaat en migratie. De partij kiest expliciet voor Europese samenwerking en internationale partnerschappen, waarbij gezamenlijke investeringen, standaardisering en grensoverschrijdende samenwerking centraal staan. D66 benadrukt dat samenwerking met andere EU-lidstaten, regio’s en internationale organisaties essentieel is om Nederland vooruit te helpen en Europese waarden te beschermen.
D66 ziet Europese samenwerking als noodzakelijk om Nederland sterker, veiliger en innovatiever te maken, vooral op het gebied van defensie, technologie en industrie. Door gezamenlijk op te trekken met andere EU-landen wil D66 kosten besparen, slagvaardiger zijn en strategische onafhankelijkheid vergroten.
“Om Europees een vuist te maken, is samenwerking essentieel. We moeten gezamenlijk voorraden aanleggen, trainen en investeren in innovatie. Gezamenlijk materieel inkopen en meer standaardiseren. Door onze krachten te bundelen zijn we samen slagvaardiger en besparen we kosten.”
“Met D66 neemt Nederland het voortouw in Europa. ... Het is tijd voor Europese oplossingen, zoals voor schone energie, innovatie, eerlijke kansen en stabiliteit in een instabiele wereld.”
“Europa moet strategisch slimmer en onafhankelijker worden. Met groen Europees industriebeleid produceren en innoveren we zelf meer in cruciale sectoren, zoals in microchips en kritieke grondstoffen.”
D66 wil internationale samenwerking vernieuwen en langdurige investeringen mogelijk maken, met speciale aandacht voor democratisering, mensenrechten en de rol van vrouwen. De partij kiest bewust met welke internationale partners wordt samengewerkt en steunt organisaties die werken aan democratie en vrije media.
“We organiseren internationale samenwerking (ontwikkelingssamenwerking) anders, zodat we langdurige investeringen en sterke impact mogelijk maken. We maken duidelijke keuzes over de gebieden waarin we investeren en met welke internationale partners we dat doen.”
“Daarom wil D66 dat Nederland organisaties die werken aan democratisering, goed bestuur en vrije media internationaal blijft steunen, zoals ngo’s, politieke partijen en burgerbewegingen.”
D66 wil samenwerking over de grens met buurlanden stimuleren, vooral in grensregio’s, en pleit voor het ‘grens-proof’ maken van beleid op het gebied van mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur.
“Grensregio’s hebben speciale aandacht nodig. Daar kunnen we veel Europees samenwerken, maar regels zitten die samenwerking vaak in de weg. D66 wil samenwerking over de grens aanmoedigen. We maken regels en beleid op het gebied van mobiliteit, onderwijs, arbeidsmarkt en cultuur ‘grens-proof’.”
D66 ziet Europese samenwerking als versneller voor voedselinnovaties zoals kweekvlees en fermentatie, om de voedselsector duurzamer te maken.
“De overheid moet deze voedselinnovaties helpen versnellen. Denk aan snellere toelating, gerichte investeringen en Europese samenwerking.”
JA21 wil vooral samenwerken met gelijkgezinde Europese landen en partnerlanden buiten de EU op het gebied van migratie en asiel, en benadrukt daarnaast publiek-private samenwerking binnen Nederland, bijvoorbeeld tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Hun visie is gericht op het versterken van nationale soevereiniteit, het beperken van internationale afhankelijkheid en het zoeken van coalities die aansluiten bij Nederlandse belangen.
JA21 pleit voor samenwerking met Europese landen die hun visie op migratie delen, en voor het sluiten van deals met partnerlanden buiten de EU om asielprocedures en opvang te externaliseren. Dit moet leiden tot meer grip op migratie en het beperken van de instroom naar Nederland.
JA21 ziet publiek-private samenwerking als essentieel voor innovatie, veiligheid en economische groei. Ze willen dat overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk optrekken, onder andere bij digitalisering, defensie (reservisten), en landbouwinnovatie.
JA21 wil dat de Europese Unie zich beperkt tot economische samenwerking en respect voor nationale soevereiniteit, en verzet zich tegen verdere politieke integratie of uitbreiding van EU-bevoegdheden.
“JA21 pleit voor een Unie die zich weer richt op haar oorspronkelijke kracht: economische samenwerking en respect voor de soevereiniteit van lidstaten.”
NSC wil samenwerken met verschillende partijen afhankelijk van het beleidsterrein, met een sterke nadruk op regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, en op Europese samenwerking voor strategische doelen. De partij noemt expliciet samenwerking met buurlanden, sectoren, onderwijsinstellingen en bedrijven, en streeft naar concrete gezamenlijke afspraken en investeringen. Hun visie is pragmatisch en gericht op het behalen van tastbare resultaten via partnerschappen die bijdragen aan innovatie, economie en grensoverschrijdende verbindingen.
NSC ziet versterkte regionale samenwerking als essentieel voor innovatie en economische ontwikkeling, vooral via de zogenaamde triple helix (bedrijfsleven, kennisinstellingen, decentrale overheden). Dit moet leiden tot gezamenlijke strategieën, innovatieclusters en eerlijke kansen voor lokale bedrijven.
“We willen regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden (de zogenaamde triple helix) versterken. We ondersteunen marktgerichte productontwikkeling en regionale innovatieclusters, zoals in Groningen, Enschede, Delft en Eindhoven.”
“Dit gebeurt via regionale afspraken en gezamenlijke investeringen met onderwijsinstellingen en bedrijven.”
NSC benadrukt het belang van samenwerking binnen de EU op het gebied van handel, technologie, veiligheid en het verminderen van afhankelijkheid van strategische goederen. Ze willen samen optrekken met Europese partners om geopolitieke uitdagingen aan te gaan en grensoverschrijdende projecten te realiseren.
“We hechten aan een stevige Europese samenwerking met behoud van onze huidige nationale onafhankelijkheid.”
“We moeten in Europa samen optrekken als het gaat om wereldhandel, het verminderen van de afhankelijkheid van strategische goederen en grondstoffen, het afdwingen van een gelijk speelveld voor onze bedrijven en het veiligstellen van technologie.”
“We blijven werken aan een goede verstandhouding met onze buurlanden Duitsland, België/Luxemburg (Benelux) en ook met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. We hechten aan de bijzondere samenwerking met Vlaanderen vanwege de gemeenschappelijke taal en culturele wortels, alsook met de aangrenzende Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen.”
NSC wil meerjarige industrieakkoorden sluiten met topsectoren, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en regio’s, om gezamenlijke doelen vast te leggen voor investeringen, opleidingscapaciteit en verduurzaming.
“We sluiten een meerjarig industrieakkoord met de topsectoren, regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) en regio’s. Per sector leggen we gezamenlijke doelen vast voor investeringen, opleidingscapaciteit, verduurzaming en het verminderen van regeldruk.”
De partij noemt expliciet het belang van samenwerking met buurlanden voor concrete grensoverschrijdende resultaten, zoals treinverbindingen en afspraken over sociale zekerheid en belastingen voor grensarbeiders.
“Grensoverschrijdende samenwerking moet tot concrete resultaten leiden, zoals goede treinverbindingen en afspraken over sociale zekerheid en belastingen voor grensarbeiders.”
FVD wil vooral zelfstandig opereren en kiest expliciet voor bilaterale samenwerking met landen en bedrijven, in plaats van multilaterale samenwerkingen via de EU of internationale organisaties. De partij benadrukt samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven, regionale instellingen en diaspora, en verzet zich tegen samenwerking onder leiding van supranationale organisaties zoals de EU en WHO. Hun kernvisie is dat Nederland zelf de regie moet houden over internationale samenwerking en binnenlandse partnerschappen.
FVD verwerpt multilaterale EU-verdragen en kiest voor directe, bilaterale samenwerking met andere landen om Nederlandse belangen optimaal te behartigen. Dit standpunt is gericht op het behouden van nationale soevereiniteit en het voorkomen dat Nederlandse belangen ondergeschikt raken aan die van grotere EU-landen.
“We zeggen multilaterale EU-handelsverdragen op en sluiten bilaterale verdragen, zodat Nederland zijn eigen belangen optimaal kan verdedigen.”
“Nederland heeft belang bij internationale samenwerking en een open economie, maar niet bij multilaterale verdragen die door de EU worden uitonderhandeld.”
FVD wil dat onderwijsinstellingen nauwer samenwerken met het Nederlandse bedrijfsleven en regionale instellingen om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit is bedoeld om afgestudeerden direct inzetbaar te maken en de kenniseconomie te versterken.
“HBO-opleidingen moeten nauwer samenwerken met het bedrijfsleven en regionale instellingen, zodat afgestudeerden direct inzetbaar zijn in de praktijk.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
FVD verzet zich tegen samenwerking waarbij internationale organisaties zoals de WHO of de EU de regie voeren, om de nationale autonomie te waarborgen.
“We verzetten ons tegen internationaal gezondheids-beleid onder leiding van ondemocratische organisaties zoals de WHO, zodat Nederland zelf bepaalt hoe ons zorgbeleid eruit ziet...”
FVD wil de banden met geëmigreerde Nederlanders versterken via diplomatieke posten en particuliere initiatieven, om de betrokkenheid bij Nederland te behouden.
“Forum voor Democratie pleit voor een actief diasporabeleid: diplomatieke posten die Nederlanders in het buitenland ondersteunen, particuliere initiatieven die betrokkenheid stimuleren...”
50PLUS benoemt samenwerking vooral op het niveau van beleid en uitvoering, niet zozeer met specifieke politieke partijen zoals BVNL. In het verkiezingsprogramma wordt samenwerking genoemd met bedrijven, overheden, gemeenten en Europese partners, maar nergens wordt expliciet aangegeven dat 50PLUS met BVNL wil samenwerken. De partij richt zich primair op inhoudelijke samenwerking rond thema’s als onderwijs, landbouw, klimaat en lokale voorzieningen.
50PLUS pleit voor betere samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijven en overheden, en noemt samenwerking met gemeenten bij sport, cultuur en digitale inclusie. Dit zijn inhoudelijke samenwerkingen gericht op beleid en uitvoering, niet op partijpolitieke samenwerking.
Op het gebied van klimaat en migratie benadrukt 50PLUS het belang van gezamenlijke Europese of wereldwijde aanpak, maar noemt geen samenwerking met specifieke Nederlandse partijen.
BBB wil samenwerken met vertrouwde internationale bondgenoten, nieuwe strategische partners en buurlanden als Duitsland en België, vooral waar het Nederlandse belangen en regionale veiligheid betreft. De partij benadrukt samenwerking op economisch, regionaal en veiligheidsgebied, maar stelt het Nederlands belang altijd voorop. Concrete voorstellen zijn gericht op internationale samenwerking voor veiligheid, economische groei en regionale ontwikkeling, met een voorkeur voor partnerschappen die aansluiten bij Nederlandse waarden en belangen.
BBB kiest voor actieve samenwerking met traditionele bondgenoten zoals de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Korea en Japan, maar staat ook open voor nieuwe strategische partners. Deze samenwerkingen zijn gericht op het waarborgen van veiligheid, economische belangen en mensenrechten, altijd met het Nederlands belang als uitgangspunt.
“BBB pleit daarbij voor actieve samenwerking met vertrouwde bondgenoten én nieuwe partners.”
“Onze vertrouwde vriendschappelijke trans Atlantische banden met de Verenigde Staten en landen als Canada acht BBB van groot belang. Dat geldt ook voor landen als Australië, Nieuw Zeeland, ZuidKorea en Japan, waarmee Nederland al lang goede relaties onderhoudt.”
“BBB staat open voor nieuwe strategische samenwerking met bij”
BBB ziet samenwerking met buurlanden als Duitsland en België als essentieel voor het aanpakken van grensoverschrijdende problemen zoals overstromingen. Dit onderstreept het belang van regionale samenwerking om de veiligheid en leefbaarheid in grensregio’s te versterken.
“Samenwerking met Duitsland en België is noodzakelijk om overstromingen in de grensregio’s te voorkomen en te beperken.”
BBB ondersteunt samenwerking binnen de Europese Unie, maar beperkt deze tot economische samenwerking en regionale ontwikkeling. De partij verzet zich tegen verdere politieke integratie en stelt dat keuzes die Nederland zelf kan maken, niet in Brussel thuishoren.
“De belangrijkste rol voor de Europese Unie ligt voor BBB op het vlak van economische samenwerking en regionale ontwikkeling.”
De PVV wil vooral bilateraal samenwerken met andere landen, maar verzet zich fel tegen verdere Europese integratie en samenwerking binnen de EU op terreinen als asiel, immigratie en natuur. De partij pleit voor het behouden en versterken van nationale soevereiniteit, het terughalen van bevoegdheden uit Brussel, en het inzetten van vetorechten om ongewenste EU-beleidsmaatregelen te blokkeren. Internationale samenwerking is voor de PVV alleen acceptabel als het de Nederlandse belangen direct dient en niet leidt tot meer machtsoverdracht aan supranationale organisaties.
De PVV staat open voor samenwerking met andere landen op bilaterale basis, maar wijst expliciet samenwerking binnen een geopolitieke Europese Unie of verdere machtsoverdracht aan Brussel af. De partij ziet nationale soevereiniteit als leidend en wil bevoegdheden terughalen uit de EU.
“Wij willen sterke bilaterale en economische banden met andere landen; samenwerken is prima. Waar wij fel tegen zijn, is een geopolitieke Europese Unie, een Europese superstaat.”
“Dat betekent: niet nóg meer bevoegdheden en miljarden overhevelen naar Brussel, maar juist terughalen.”
De PVV wil actief gebruikmaken van het Nederlandse vetorecht binnen de EU om ongewenste samenwerking op het gebied van asiel, immigratie en natuur te blokkeren. De partij streeft naar opt-outs en het opzeggen van internationale verdragen die de nationale autonomie beperken.
“Onze vetorechten behouden we, herstellen we in ere én zetten we in: Nederland moet al het mogelijke vetoën, waaronder de...”
“In Brussel zullen we door het inzetten van veto’s of het weigeren van de te hoge Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting een opt-out op asiel en immigratie afdwingen.”
“Ook gaan we alle verdragen die ons dwarsbomen – zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag inzake Nationaliteit – opzeggen.”
BIJ1 wil vooral samenwerken met progressieve, solidaire en democratische partners, en wijst expliciet samenwerking met extreemrechtse of conservatieve krachten af. Ze zoeken internationale samenwerking buiten traditionele machtsblokken als NAVO en EU, en kiezen in Nederland voor samenwerking met vakbonden, coöperaties en maatschappelijke organisaties. Hun visie is gericht op collectieve bevrijding, radicale gelijkheid en het opbouwen van alternatieve netwerken.
BIJ1 wil niet samenwerken binnen bestaande militaire machtsblokken, maar zoekt internationale samenwerking met solidaire landen op basis van democratische controle en zonder militair mandaat. Dit is bedoeld om onafhankelijkheid te waarborgen en alternatieven te bieden voor dominante westerse structuren.
“Nederland investeert in een internationaal netwerk van solidaire landen voor noodhulp, rampenopvang en civiele vredesinterventies, buiten NAVO en EU om — onder democratische controle, zonder militair mandaat.”
BIJ1 kiest in Nederland voor samenwerking met vakbonden, werknemerscoöperaties en maatschappelijke projecten, en wil deze partijen een centrale rol geven in het beleid en de economie. Dit moet zorgen voor meer zeggenschap van werknemers en burgers, en minder macht voor grote bedrijven.
BIJ1 sluit samenwerking met extreemrechtse partijen en politici expliciet uit, omdat deze volgens hen verdeeldheid zaaien en racistische systemen in stand houden.
“Extreemrechtse politici als Wilders verdelen ons op basis van hoe we eruitzien, voor hun eigen gewin. BIJ1 strijdt vanaf dag één tegen dit racistische systeem.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil vooral samenwerken met betrouwbare Europese en niet-Europese landen, maatschappelijke organisaties, en diverse netwerken, maar sluit samenwerking met de VS uit in hun visie op defensie. Hun focus ligt op internationale samenwerking gebaseerd op gelijkwaardigheid, solidariteit en het internationaal recht, en op het zoeken van verbinding met maatschappelijke organisaties wereldwijd. Concrete voorstellen zijn het opzetten van een alternatief voor de NAVO zonder de VS en het actief zoeken naar samenwerkingen met maatschappelijke netwerken in het culturele domein.
PvdD pleit voor een alternatief voor de NAVO, waarbij Nederland samenwerkt met betrouwbare Europese en niet-Europese landen, maar expliciet zonder de VS. Dit samenwerkingsverband moet gebaseerd zijn op internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit, en gericht zijn op verdediging, vrede en wederzijdse ontwapening. De partij wil dat investeringen in defensie niet ten koste gaan van klimaat, natuur, sociale zekerheid, zorg en onderwijs.
“Nederland zet zich in voor een alternatief voor de NAVO in de vorm van een samenwerkingsverband tussen betrouwbare Europese en niet-Europese landen zonder de VS. Dit samenwerkingsverband werkt op basis van het internationaal recht, gelijkwaardigheid en solidariteit en is gericht op verdediging, vrede, veiligheid en wederzijdse ontwapening.”
“Zolang het alternatief er niet is, blijft Nederland lid van de NAVO.”
De PvdD wil investeren in verbinding en kennisuitwisseling tussen burgers en maatschappelijke organisaties uit democratische landen, en ook met kritische maatschappelijke organisaties in niet-democratische landen. In het culturele domein wordt proactief gezocht naar samenwerkingen met diverse maatschappelijke netwerken, raden en instanties.
“We investeren in verbinding en kennisuitwisseling tussen burgers en maatschappelijke organisaties uit democratische landen. In gesprek blijven met elkaar en het nader tot elkaar komen zijn sleutels tot vreedzame oplossingen. Ook de verbinding met kritische maatschappelijke organisaties in niet-democratische landen is essentieel.”
“Er wordt proactief gezocht naar samenwerkingen met diverse maatschappelijke netwerken, raden en instanties uit het culturele domein om mee te denken over uitdagingen in onze maatschappij.”
De SP wil vooral samenwerken met onafhankelijke vakbonden, werknemers en coöperaties, en is kritisch op samenwerking met partijen die vooral winst nastreven of niet het belang van de werkende klasse dienen. De partij kiest expliciet voor samenwerking met organisaties die democratisch, onafhankelijk en sociaal zijn, en sluit samenwerking met nepvakbonden en private equity in de publieke sector uit. Hun visie is gericht op solidariteit, zeggenschap voor werkenden en het versterken van collectieve, niet-winstgedreven samenwerkingsvormen.
De SP wil cao’s en andere arbeidsvoorwaarden alleen afsluiten met onafhankelijke vakbonden en kiest voor samenwerking met coöperaties en democratische bedrijven, om zo de macht van werknemers te versterken en nepvakbonden en winstgedreven partijen buiten te sluiten.
“Alleen onafhankelijke vakbonden mogen een cao afsluiten. Er zijn steeds vaker nepvakbonden, de zogenaamde gele bonden, die nauwelijks leden hebben of zelfs zijn opgericht door de werkgever.”
“Governance vormen zoals coöperaties, die niet puur winstgedreven zijn, maar ook het belang van werknemers, consumenten en de gemeenschap dienen.”
“We democratiseren bedrijven. Als eerste stap richting democratische bedrijven stellen we vast dat in het bestuur van een bedrijf altijd ten minste één bestuurder moet zitten die is verkozen door de werknemers die aan hen verantwoording moet afleggen.”
De SP sluit samenwerking met private equity in publieke sectoren expliciet uit, omdat deze partijen volgens de SP vooral uit zijn op winst en risico’s veroorzaken voor werknemers en publieke diensten.
“We verbieden private equity in de publieke sector. Cruciale en publieke sectoren zoals de zorg, farmacie, kinderopvang, volkshuisvesting, energie, openbaar vervoer en ons onderwijs moeten beschermd worden tegen overnames door private equitybeleggers.”