De ChristenUnie spreekt zich niet expliciet uit tegen megastallen, maar pleit voor een landbouwsector die extensiever wordt en meer in balans is met natuur en omgeving. Ze willen grondgebondenheid wettelijk vastleggen, de veestapel in balans brengen met het natuurlijke systeem en extensivering stimuleren, zonder directe krimp van de veestapel als doel. Nieuwe megastallen worden niet expliciet verboden, maar het beleid stuurt duidelijk op minder intensieve veehouderij en meer ruimte voor natuur.
De ChristenUnie wil dat de melkveehouderij grondgebonden wordt en dat veehouderij in overgangszones rond natuurgebieden extensiever wordt. Dit betekent dat bedrijven niet onbeperkt kunnen groeien los van hun grondoppervlak, wat de schaalvergroting (en daarmee megastallen) indirect beperkt.
“Grondgebondenheid in de melkveehouderij is een randvoorwaarde en gaan we na decennia van discussie eindelijk wettelijk vastleggen.”
“Er komt een agarische hoofdstructuur, waar ruimte blijft voor hoogproductieve landbouw, en overgangszones rond natuurgebieden, waarin sprake is van extensivering van veehouderij en landgebruik.”
De partij stelt dat de omvang van de veestapel in balans moet komen met bodem, water en natuur, maar noemt krimp geen doel op zich. Dit beperkt de groei van megastallen, maar zonder een absoluut verbod.
“Krimp van de veestapel is geen doel, maar de omvang van de veestapel moet wel in balans komen met het natuurlijke systeem (bodem, water, natuur).”
“Daar waar boeren zich redelijkerwijs te weinig inspannen voor het behalen van een haalbaar doel, kan krimp van de veestapel op bedrijfsniveau de consequentie zijn.”
De ChristenUnie kiest voor doelsturing op emissies en stimuleert extensivering, waardoor bedrijven met minder vee kunnen werken. Dit ontmoedigt verdere schaalvergroting en de bouw van megastallen.
“Met managementmaatregelen, slimme innovaties en een gunstige extensiveringsregeling in kwetsbare gebieden, zodat een bedrijf met minder vee uit kan, is aanzienlijke ammoniakreductie mogelijk.”
“De overheid helpt boeren die willen extensiveren actief aan de benodigde grond via de Nationale Grondbank.”
Hoewel niet direct over megastallen in het algemeen, blijft het verbod op nieuwe geitenstallen van kracht vanwege gezondheidsrisico’s, wat een precedent schept voor restricties op grootschalige veehouderij.
“Het verbod op nieuwe geitenstallen blijft van kracht gedurende de onderzoeken naar gezondheidseffecten.”
GroenLinks-PvdA wil een einde maken aan megastallen en de industriële veehouderij, omdat deze schadelijk zijn voor natuur, klimaat, dierenwelzijn en volksgezondheid. De partij stelt voor om megastallen te laten verdwijnen, geen nieuwe stallen te bouwen waarin dieren permanent binnen zitten, en de veestapel te verkleinen, desnoods met dwingende maatregelen. Uitkoop van intensieve veehouders en het stimuleren van grondgebonden, kleinschalige landbouw zijn centrale onderdelen van hun beleid.
GroenLinks-PvdA ziet megastallen als een bron van vervuiling en dierenleed, en wil deze daarom laten verdwijnen. Dit is onderdeel van een bredere visie om de industriële veehouderij te beëindigen en over te stappen op duurzamere, kleinschalige landbouw.
Om dierenwelzijn te verbeteren en megastallen te ontmoedigen, wil de partij geen nieuwe stallen toestaan waar dieren permanent binnen zijn opgesloten.
“Er worden geen nieuwe stallen gebouwd waarin dieren permanent binnen worden opgesloten.”
GroenLinks-PvdA wil de veestapel verkleinen, zo nodig met dwingende maatregelen, en intensieve veehouders uitkopen, vooral rondom kwetsbare natuurgebieden. Dit moet bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem en ruimte creëren voor woningbouw.
“Daarbij hoort ook een kleinere veestapel, en zo nodig met dwingende maatregelen als stok achter de deur. Rondom natuurgebieden als de Veluwe en de Peel starten we direct met het uitkopen van intensieve veehouders zodat binnen een half jaar de vergunningverlening voor woningbouw weer loopt.”
De partij wil af van schaalvergroting en megastallen, en kiest voor grondgebonden, extensieve landbouw met minder dieren, afgestemd op de draagkracht van de omgeving.
“We passen daarom onze productiecapaciteit aan naar wat onze natuur aankan. Daarbij kiezen wij voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden. Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel.”
“Kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven zijn vaak van veel maatschappelijke waarde. We stimuleren regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen...”
JA21 noemt het begrip "megastallen" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen directe uitspraken over het beperken, verbieden of stimuleren van megastallen. Hun standpunt richt zich op het ondersteunen van technologische innovatie, dierenwelzijn en een voorspelbaar landbouwbeleid, waarbij schaalgrootte of het bestaan van megastallen niet als probleem wordt benoemd. De partij pleit voor een dierwaardige veehouderij en investeringen in brandveiligheid en toezicht, maar zonder concrete maatregelen specifiek gericht op megastallen.
JA21 benadrukt het belang van dierenwelzijn en ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij, zonder daarbij onderscheid te maken naar schaalgrootte of specifiek in te gaan op megastallen. De partij wil investeren in brandveiligheid, toezicht en financiële ondersteuning voor verbeteringen in de veehouderij, maar noemt geen beperking van grote veehouderijen als doel.
“JA21 ondersteunt de transitie naar een meer dierwaardige veehouderij en staat achter het Convenant Dierwaardige Veehouderij.”
“De versnelling van de dierwaardige veehouderij mogelijk maken door niet alleen ambitie te tonen, maar ook te zorgen voor extra financiële ondersteuning via de bijhorende maatregelpakketten.”
“Meer maatregelen vanuit de sector om stalbranden te voorkomen.”
JA21 ziet technologische innovatie en schaalgrootte als kracht van de Nederlandse landbouw en noemt deze factoren positief in relatie tot voedselzekerheid en milieudruk. Er wordt geen kritiek geuit op grote veehouderijen of megastallen; in plaats daarvan wordt de nadruk gelegd op innovatie en efficiëntie.
“Dankzij technologische efficiëntie, korte ketens en sterke samenwerking tussen boeren en kennisinstellingen, weet Nederland bovengemiddelde hoge opbrengsten per hectare en per dier te realiseren.”
“JA21 wil de positie van de Nederlandse agrosector de komende jaren blijven ondersteunen door vanuit Den Haag te sturen op lange termijn zekerheid en voorspelbaarheid in het landbouwbeleid.”
“Boeren moeten de ruimte krijgen om te investeren in gewasteelt en in verbeteringen binnen de veehouderij.”
BIJ1 wil megastallen en de bio-industrie afbouwen en uiteindelijk laten verdwijnen, onder andere door het uitkopen, sluiten en onteigenen van grote intensieve veehouders. Ze pleiten voor een drastische reductie van de veestapel en investeren in diervriendelijkere, biologische en agro-ecologische landbouw als alternatief. Hun visie is gericht op dierenrechten, natuurherstel en een rechtvaardige transitie voor boeren.
BIJ1 ziet megastallen als onderdeel van de problematische bio-industrie en wil deze actief beëindigen. Ze stellen voor om grote intensieve veehouders (megastallen) uit te kopen, te sluiten of te onteigenen, met als doel de bio-industrie volledig af te bouwen. Dit moet gepaard gaan met investeringen in alternatieven en ondersteuning voor boeren.
Naast het beëindigen van megastallen, wil BIJ1 de veestapel snel en fors verkleinen. Ze koppelen dit aan het oplossen van de stikstofcrisis en het herstellen van biodiversiteit, met een expliciet kwantitatief doel voor vermindering.
BIJ1 wil dat de overheid sterk investeert in alternatieven voor megastallen, zoals diervriendelijkere en regeneratieve landbouw. Ze zien deze transitie als essentieel voor dierenwelzijn, natuur en boeren.
“Daarnaast moet de overheid sterk investeren in diervriendelijkere landbouw en nieuwe initiatieven daartoe ondersteunen. Regeneratieve landbouw (zoals voedselbossen), en in het bijzonder agrarische bedrijven die hiernaar overstappen, ondersteunen we (financieel).”
BVNL noemt het begrip "megastallen" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen concrete voorstellen specifiek gericht op het beperken, verbieden of stimuleren van megastallen. Het programma richt zich vooral op het versoepelen van landbouwregels, het afschaffen van het stikstofbeleid en het aanpassen van mestnormen, zonder onderscheid te maken tussen kleinschalige bedrijven en megastallen. BVNL pleit voor meer vrijheid voor boeren en minder overheidsbemoeienis, waarbij schaalgrootte geen expliciete rol speelt.
BVNL adresseert megastallen niet als afzonderlijk thema en doet geen concrete uitspraken over het beperken, reguleren of stimuleren van grootschalige veehouderij. De partij richt zich op het algemeen versoepelen van regels voor de landbouwsector, zonder onderscheid naar bedrijfsgrootte.
“Het stikstofbeleid gaat per direct de prullenbak in, zodat boeren weer rustig kunnen boeren en vissers weer gewoon kunnen vissen.”
“Er worden geen boeren meer uitgekocht. Ook niet zogenaamd vrijwillig door de overheid. Er is geen enkele reden om met belastinggeld landbouwgrond te kopen om vervolgens terug te geven aan de natuur.”
“De landbouwvrijstelling blijft bestaan. Boeren kopen grond met geld waar ze al belasting over betaald hebben. BVNL is tegen dubbel belasten.”
“Er komt meer ruimte voor het uitrijden van dierlijke mest.”
BVNL wil de mestnormen versoepelen en stelt dat de huidige normen te streng zijn, wat geldt voor alle veehouderijbedrijven, ongeacht hun omvang. Dit kan indirect gevolgen hebben voor megastallen, maar wordt niet als zodanig benoemd.
“De huidige mestnormen voor dieren kloppen niet en zijn te hoog. Deze dienen naar beneden bijgesteld te worden.”
D66 is kritisch over megastallen en pleit voor een fundamentele omslag naar een minder intensieve, natuurinclusieve landbouw met meer aandacht voor dierenwelzijn en het milieu. Ze willen de veestapel verkleinen als logisch gevolg van hun doelen voor stikstofreductie, biodiversiteit en waterkwaliteit, en zien uitkoop van boeren als een instrument om deze transitie te ondersteunen. D66 zet daarnaast in op strengere eisen aan stallen en het beëindigen van dieronwaardige praktijken in de veehouderij.
D66 ziet het terugdringen van megastallen en de veestapel als noodzakelijk om natuur, milieu en dierenwelzijn te verbeteren. Ze koppelen dit aan gebiedsgerichte doelen voor stikstof, biodiversiteit en waterkwaliteit, en willen boeren ondersteunen bij de omslag naar natuurinclusieve landbouw.
“Krimp van de veestapel is een logisch gevolg van al deze opgaven.”
“D66 ziet uitkoop van boeren niet als doel op zich. Uitkoop is een instrument dat de omslag naar een natuurinclusieve en minder intensieve landbouw moet ondersteunen.”
“We maken duidelijke keuzes en bieden financiële ondersteuning, gekoppeld aan doelen per gebied die samen met de omgeving worden bepaald. Zo maken we een duurzame toekomst mogelijk.”
D66 wil betere stallen en leefomstandigheden voor dieren, duidelijke richtlijnen en goede controle. Ze keren zich tegen de bio-industrie en willen dieronwaardige praktijken en dieronvriendelijk transport afschaffen.
“D66 is trots op dit resultaat en maakt zich sterk voor een zorgvuldige uitvoering: betere stallen en leefomstandigheden, duidelijke richtlijnen én goede controle.”
“De bio-industrie past niet in een voedselsysteem dat rekening houdt met dier, natuur en gezondheid. We schaffen dieronwaardige praktijken af en pakken dieronvriendelijk transport aan, zoals het gesleep met jonge kalveren.”
De SGP neemt geen expliciet standpunt in over "megastallen" in haar verkiezingsprogramma. Het programma richt zich vooral op kringlooplandbouw, dierenwelzijn, innovatie in stalsystemen en het voorkomen van generieke, van bovenaf opgelegde eisen voor grondgebondenheid. Concrete voorstellen over het beperken, stimuleren of afbouwen van megastallen ontbreken.
De SGP benoemt megastallen niet direct en kiest ervoor om generieke regelgeving te vermijden, met nadruk op innovatie, dierenwelzijn en ruimte voor boeren om zelf invulling te geven aan verduurzaming. Het programma adresseert vooral het belang van doelsturing, kringlooplandbouw en het voorkomen van onhaalbare, generieke eisen die bedrijfsontwikkeling belemmeren, zonder specifiek in te gaan op schaalgrootte of het fenomeen megastallen.
“De SGP is kritisch over van bovenaf opgelegde eisen voor grondgebondenheid in de melkveehouderij. Het doorkruist samenwerkingsverbanden met andere bedrijven en voegt weinig toe aan normen voor doelsturing.”
“Onhaalbare en eenzijdig opgelegde eisen worden voorkomen.”
“Er komt een agrarische autoriteit, vergelijkbaar met de Autoriteit Diergeneesmiddelen, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van doelsturing.”
“Innovatieve emissiearme stalsystemen en emissie reducerende managementmaatregelen worden zo snel mogelijk erkend, geborgd en toegelaten.”
“We gaan voor kringlopen als werkwoord. Dat betekent werken aan minder grondstoffengebruik, minder verliezen naar het milieu en beter gebruik van reststromen, zonder onszelf te verliezen in niet reëel wensdenken.”
Volt wil een verbod op megastallen en pleit voor een lagere maximale veebezetting per hectare, vooral nabij natuurgebieden. Ze zien intensieve veehouderij als onverenigbaar met milieu- en diervriendelijke landbouw en willen verdere intensivering tegengaan, met ruimte voor duurzame, extensieve bedrijven.
Volt kiest expliciet voor een verbod op megastallen en wil het aantal dieren per hectare beperken, met strengere normen rond natuurgebieden. Dit is bedoeld om milieu- en dierenwelzijnsproblemen door intensieve veehouderij te voorkomen en de landbouw te verduurzamen.
“Volt wil een verbod op megastallen. Daarnaast wil Volt voorkomen dat investeringen in technologie leiden tot verdere intensivering van de veehouderij.”
“Er komt een maximaal aantal dieren per hectare. Dit getal ligt lager in de buurt van natuurgebieden.”
“De intensieve veehouderij past niet in een milieu- en diervriendelijke landbouw.”
Volt wil dat agrariërs met een lage veebezetting per hectare de ruimte krijgen om uit te breiden, mits dit niet leidt tot monoculturen of uitputting van ecosystemen. Ze zien kansen voor slimme, ecologisch verantwoorde intensivering op Europese schaal, maar niet voor verdere schaalvergroting in Nederland.
De SP is uitgesproken tegen megastallen en wil deze vervangen door gezinsbedrijven en regionale kringlooplandbouw. Ze pleiten voor duidelijke maxima aan het aantal dieren per hectare, het afbouwen van grootschalige veehouderijen en het stimuleren van kleinschalige, duurzame landbouw met meer aandacht voor dierenwelzijn en biodiversiteit.
De SP ziet megastallen als onderdeel van een falend landbouwsysteem dat leidt tot overproductie, dierenleed en milieuproblemen. Ze willen een omslag naar gezinsbedrijven, regionale kringlopen en minder dieren, zodat landbouw in balans komt met natuur en samenleving.
“De omschakeling naar een boerenlandbouw staat centraal: gezinsbedrijven in plaats van megastallen, gesloten kringlopen op regionale schaal, meer biodiversiteit in plaats van monoculturen.”
Om megastallen daadwerkelijk te beperken, stelt de SP concrete maxima aan het aantal dieren per hectare en wil ze grootschalige bedrijven met honderden of duizenden dieren uitfaseren. Nieuwe stallen mogen alleen gebouwd worden als oude verdwijnen.
De SP benadrukt dat de transitie niet moet leiden tot minder boeren, maar tot minder dieren en meer grip op de landbouw. De verantwoordelijkheid voor de omslag ligt bij agroconcerns, supermarkten en banken die schaalvergroting hebben gestimuleerd.
“De SP maakt die omslag rechtvaardig: niet minder boeren, maar minder dieren en meer grip op hoe we zorgen voor onze grond, ons voedsel en ons land.”
De VVD noemt het begrip "megastallen" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en doet geen directe uitspraken over het beperken, verbieden of stimuleren van megastallen. Het beleid richt zich op het verbeteren van dierenwelzijn, het stellen van afrekenbare doelen per bedrijf en het stimuleren van innovatie en verduurzaming in de veehouderij, zonder onderscheid te maken naar stalomvang.
De VVD wil af van generieke regels en kiest voor afrekenbare doelen op bedrijfsniveau, waarbij ondernemers zelf bepalen hoe zij emissies reduceren. Dit biedt ruimte voor zowel grote als kleine bedrijven, zolang aan de gestelde normen wordt voldaan.
“De boer aan het roer: Op basis van een nationaal stikstofemissieplafond krijgen landbouwbedrijven een reductiedoelstelling met afrekenbare normen per hectare of per dier. Agrarische ondernemers worden dan niet meer afgerekend op modelmatig berekende neerslag, maar kunnen hun emissies monitoren en krijgen de ruimte om te voldoen aan een heldere doelstelling op een manier die past bij hun bedrijf.”
“We gaan de handen ineenslaan met het bedrijfsleven om over te gaan op afrekenbare doelen en metingen op bedrijfsniveau.”
De VVD wil dierenwelzijn verbeteren door sectorbrede afspraken en wetenschappelijke richtlijnen, zonder specifieke maatregelen voor megastallen. Het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’ en de rol van een onafhankelijke autoriteit staan centraal.
“Hierbij volgen we het convenant ‘Stappen naar een Dierwaardige Veehouderij’, waarin partijen afspraken hebben gemaakt over de toekomst. Dit proces dient gefaciliteerd en gestimuleerd te worden, waarbij de onafhankelijke Autoriteit Dierwaardige Veehouderij een belangrijke rol moet spelen.”
“Open dierenwelzijnsnormen in de wetgeving worden zoveel mogelijk vervangen door duidelijke richtlijnen op basis van wetenschappelijke inzichten.”
NSC wil het aantal megastallen in Nederland beperken en kiest voor een meer grondgebonden, circulaire veehouderij met aandacht voor milieu, dierenwelzijn en volksgezondheid. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen en het opkoopbeleid richt zich op intensieve veehouderij in concentratiegebieden. De partij ziet minder ruimte voor grootschalige, intensieve veehouderij en wil de sector verduurzamen.
NSC wil de groei van megastallen stoppen door geen nieuwe vergunningen meer te verlenen. Dit moet bijdragen aan een duurzamere landbouw en het verminderen van negatieve effecten op milieu, biodiversiteit en volksgezondheid.
“Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen.”
Het opkoopbeleid wordt specifiek gericht op intensieve veehouderij in concentratiegebieden, waar megastallen vaak voorkomen. Hiermee wil NSC de negatieve impact van grootschalige veehouderij op het milieu en de leefomgeving terugdringen.
“In het opkoopbeleid wordt de focus verlegd naar de intensieve veehouderij in de concentratiegebieden.”
NSC kiest voor een landbouw die meer in balans is met de omgeving, met minder ruimte voor intensieve veehouderij en meer nadruk op grondgebonden en circulaire bedrijfsvoering. Dit betekent dat megastallen, die vaak intensief en grootschalig zijn, minder toekomstperspectief hebben.
“Voor intensieve varkens-, geiten-, kalver- en kippenhouderij zal minder ruimte zijn, vanwege de grootschalige import van veevoer en afvoer van mest. Ook deze sectoren zullen meer grondgebonden en circulair moeten worden, meer moeten bijdragen aan biodiversiteit, landschap en dierenwelzijn en aan vermindering van risico’s voor de volksgezondheid.”
Het verkiezingsprogramma van 50PLUS bevat geen expliciet standpunt of concrete beleidsvoorstellen over "megastallen". Het programma benoemt de agrarische sector en boeren in algemene termen, maar noemt megastallen nergens en doet geen uitspraken over het beperken, stimuleren of reguleren ervan.
50PLUS noemt megastallen niet en doet geen concrete voorstellen die specifiek op megastallen betrekking hebben. De partij spreekt algemeen haar waardering uit voor de Nederlandse boerenstand en pleit voor innovatie en voedselzekerheid, maar zonder in te gaan op schaalvergroting of de omvang van veehouderijen.
“50PLUS is trots op de Nederlandse boerenstand en de geweldige sectoren die zij hebben opgebouwd. Onze hele samenleving profiteert mee van deze exportsector. Onze agrariërs hebben de hele wereld laten zien hoe je maximale productie haalt uit een minimale hoeveelheid grond. Wij willen bijdragen aan een goed perspectief voor de jonge ondernemers in de agrarische sector in Nederland.”
“Boeren die vernieuwen en bijdragen aan voedselzekerheid en natuurherstel.”
DENK benoemt megastallen niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar spreekt zich wel uit voor strengere regels en investeringen in dierwaardigere bedrijven in de landbouw. De partij wil de stikstofuitstoot verminderen en zet in op vrijwillige uitkoopregelingen, waarbij gedwongen uitkoop als uiterste middel niet wordt uitgesloten. DENK richt zich op vergroening van de landbouw en het verbeteren van dierenwelzijn, wat indirect gevolgen heeft voor megastallen.
DENK wil de landbouw vergroenen en dierenwelzijn verbeteren door strengere regelgeving en meer investeringen in bedrijven die diervriendelijker werken. Dit standpunt adresseert de problemen rondom intensieve veehouderij en megastallen, zoals dierenwelzijn en milieubelasting, zonder het woord "megastallen" expliciet te noemen.
“Wij staan ook voor strengere regels en meer investeringen in dierwaardigere bedrijven.”
Om de negatieve impact van de landbouw op natuur en milieu te beperken, wil DENK de stikstofuitstoot terugdringen. De partij kiest primair voor vrijwillige uitkoopregelingen van boeren, maar sluit gedwongen uitkoop als laatste redmiddel niet uit. Dit raakt direct aan de discussie over megastallen, die een grote bron van stikstofuitstoot zijn.
“Handhaving van de doelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij gaan inzetten op vrijwillige uitkoopregelingen in de landbouw, waarbij als ultimum remedium gedwongen uitkoop niet door ons wordt uitgesloten.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) stelt dat het tijdperk van de megastallen voorbij is en wil deze als eerste opkopen en verbieden in het kader van stikstof- en klimaataanpak. Er komen geen nieuwe vergunningen voor megastallen of uitbreiding van bestaande veehouderijen, omdat de partij megastallen ziet als een bron van dierenleed, milieuproblemen en gezondheidsrisico’s.
PvdD wil een einde maken aan megastallen door deze als prioriteit op te kopen en geen nieuwe vergunningen meer te verlenen voor de bouw of uitbreiding ervan. Dit beleid is ingegeven door zorgen over dierenwelzijn, volksgezondheid en milieuschade, waarbij megastallen worden gezien als een symbool van de intensieve veehouderij die niet langer houdbaar is.
“Het tijdperk van de megastallen is voorbij. Deze stallen zullen als eerste opgekocht worden in het kader van de stikstof- en klimaataanpak. Er komen geen vergunningen voor de bouw van megastallen of de uitbreiding van bestaande veehouderijen.”
De partij verwerpt het verplaatsen van megastallen of het inzetten van technische oplossingen als luchtwassers, omdat deze volgens hen het probleem niet oplossen en zelfs extra dierenleed veroorzaken.
“Het verplaatsen van megastallen en het inzetten van technische lapmiddelen, zoals luchtwassers, zogenaamde emissiearme stalsystemen en koeientoiletten, lossen het stikstofprobleem niet op, zijn peperduur en leiden tot extra dierenleed. Daarom zijn ze voor de Partij voor de Dieren onacceptabel.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma